Fransche socialisten en het anti-clericalisme M Purol bij Doorzitten - Zonnebrand - Stukloopen Congres van R.K. blinden D; O De boterpolitiek Textielindustrie in Twente GENIE EN GELOOF EEN FELLE MOTIE TE MARSEILLE ST. ODILIA BIJEEN TE ROOSENDAAL WOENSDAG 21 JULI 1937 BUITENLANDSCH OVERZICHT De eenige, eenstemmig aangenomen Men kan beter de eigen consump tie bevorderen, dan het Engelsch verbruik met 27 millioen subsidieeren Loonen in de zuivel industrie Gemiddelde verdiensten rond f 20.per week en f 500. per halfjaar HET U.S.O. Smalfilm van Volendam Mededeeling van het bestuur VERKEER TUSSCHEN BELGIË EN NEDERLAND Opdracht aan Piet v. d. Ham en Goof Bloemen DE HEILIGDOMSVAART Bidweg naar de St. Servatiusbron te Maastricht ,In ons land," aldus de voorzitter, „wordt aan 3500 menschen, doordat zij blind zijn, schromelijk tekort gedaan" Dringend beroep op meer hulp De taak der overheid Blindenzorg in België Vermindering van werkgelegen heid ten gevolge van productie beperking Nivelleering van de loonen EEN GELUKKIGE GEMEENTE Boert ondanks de crisis vooruit HOFBERICHT Transport tinbaggermolen Doejoeng R.K. Bouwvakarbeiders Verbetering et het bezoek van kardinaal Pacelli viel het jaarlijksche congres der so cialistische partij samen, dat ditmaal te Marseille werd gehouden. En op dit congres is gebleken, dat de Kerk hl Frankrijks leven weer een steeds grooter hordende plaats inneemt en dat het katholi cisme weer een kracht wordt in het land °f dit eigenlijk altijd is gebleven. Niet, dat de *£erk er is geprezen, integendeel! Onze Parüsche correspondent schrijft ons In dit verband: Van het zeer beperkt aantal punten, dat de Agenda der debatten uitmaakte, was er een: het laicisme. Dit debat heeft een aantal spre kers de gelegenheid gegeven zich weer eens tegoed te doen aan het „eten van pastoors", Xooals het Fransche gezegde is. Maar het heele congres heeft ervan meegesmuld, want de eenige motie, die het congres kans heeft gezien °iet eenstemmigheid aan te nemen, betreft de "Verdediging van de laiciteit". De formuleering Van deze motie is uiterst fel. Zij vangt aan met te „overwegen", dat de arbeidersklasse de Kerk ontmoet in alle ondernemingen van de poli tieke „reactie" en van het sociale „conserva tisme" en dat dientengevolge de laicistische strijd een der essentieele vormen van den so cialen strijd is. In de debatten heette het, dat oe strijd tegen het clericalisme een essentieel onderdeel is van den klassenstrijd. Het ergste heeft den socialisten de vlucht aangedaan, welke de laatste ja. ren de vrije, d.i. de religieuse school, heeft genomen. Hieromtrent werden zeer inte ressante cijfers bekend gemaakt. Men vindt ze Samengevat in een Juni-nummer van het tijd schrift „l'Education Nationale". In 1936 bedroeg het aantal vrije scholen in frankrijk 11.665, waarvan er slechts 155 niet- katholiek waren. In deze scholen werd aan 865.900 leerlingen onderwijs gegeven. Bijzonder gealarmeerd is de „bond van on derwijzers aan het openbaar onderwijs" (mar xistisch) over den invloed van de vrije school hi het Westen des lands, waar zij de openbare - school geheel naar het tweede plan heeft ge dongen. De bijzondere scholen in Bretagne hebben in vijf jaren tijds 25.326 nieuwe leerlin gen gewonnen. In Ille-et-Vilaine tellen de bij- Sondere scholen 20.000 leerlingen méér dan de °Penbare, in Morbihan 10.000; in Maine-et- Loire 4.400. De sprekers op het socialistisch congres heb ben dit overwicht van de bijzondere school wil len verklaren, en zij kwamen daartoe weer voor den dag met de bekende beweringen van chan tage en ongeoorloofde pressie op de ouders der Schoolgaande kinderen, beweringen, die groo- tendeels al herhaaldelijk weerlegd werden. Zeker neemt op het land de strijd om het Schoolgaande kind van beide kanten vaak een hevig karakter aan; dit wordt door de ijveraars voor het bijzonder onderwijs toegegeven; en het ligt aan de onderwijswetgeving die in frankrijk van kracht is. Ook is het waar, dat hi het Westen enkele bijzondere scholen door he „kasteelheeren", die men daar nog aantreft, borden gefinancierd, waardoor de schoolstrijd Sfel eens een politiek tintje krijgt. Maar over he algemeene oorzaken van het verloopen van he openbare school wordt door een leekenon- herwijzer in bovengenoemd (laicistisch) vak tijdschrift toch een geheel ander boekje open gedaan. Waarom er ouders zijn, die hun kin heren van de openbare school afhalen en naar he bijzondere zenden? Omdat de openbare on- herwijzers zich niet houden aan de neutraliteit daartoe zij verplicht zijn door de wet; osten tatief in een geloovig dorp te koop loopen met hün minachting voor de Katholieke Kerk of hiet hun sympathie voor de internationale; het catechismus-onderricht van den pastoor dwars- boomen; ostentatief het gebod van de Zondags- *hst negeeren; omdat zij in hun particuliere le- Veh de sexueele en huwelijksmoraal in prac- tijk brengen, door zeker boekwerk van Léon ®him gepropageerd, en dus als opvoeders van hun kinderen door christelijke ouders niet ver bouwd kunnen worden. Kerk in één anti-fascistisch front te kunnen betrekken, wordt de anti-clericale vlag hoog geheschen door de socialistische partij. Het anti-clericalisme van het congres te Marseille dat onder voorzitterschap van Léon Blum stond, doet des te vreemder aan, omdat de grandiose ontvangst, die tegelijkertijd den pau selijken staatssecretaris te Parijs en Lisieux werd bereid, was voorbereid door de eerste volksfrontregeering, die eveneens werd voor gezeten door Léon Blum. Het is waar, dat de zelfde Blum in Februari beroering teweeg, bracht in het katholieke kamp met zijn slinksch plan tot laicisatie van Elzas-Lotharingen. In ieder geval weet de Kerk, uit welken hoek nu weer de anti-clericale wind waait. De oorzaak, waarom in de meest christe lijke streken van Frankrijk vooral de openbare school verlaten wordt, is kort s®ttiengevat daarin gelegen, dat het corps van ••heutrale", openbare onderwijzers doordrenkt Is van marxisme. Er zijn openbare onderwijzers bij de vleet, die op school ook de nationale idee Öoor het slijk halen, anti-patriotisme aankwee- beu, en de hun toevertrouwde kinderen alléén b°g maar de „Internationale" laten zingen. Niettemin is er op het socialistisch congres 8ezegd, dat strijd tegen het clericalisme een Noodzakelijkheid is, woorden die hetzelfde zeg. gCh als Gambetta's beruchte: het clericalisme, '■daar den vijand, en die tenslotte een com pliment zijn aan Frankrijks hard werkende kostelijkheid. ïn de motie wordt van de regeering o.a. na tionalisatie lees „socialisatie" van het la- kor onderwijs verlangd; laicisatie van het on twijs over de geheele linie en opheffing van uitzonderingstoestand voor 'Elzas-Lotha- bdgen. Net is wel merkwaardig. Terwijl de radicale PNrtij van haar anti-clericalistische houding te- dkeert, de communisten zich van anti-clerica- Hfim, t De boterpolitiek van Nederland wordt veelal alleen bezien van het standpunt der productie. In de laatste aflevering van Economisch-Sta- tistische Berichten schrijft E. Veen een artikel waarin deze de zaak beziet van den kant van het verbruik, en daarbij de stelling verdedigt, dat de boterpolitiek voor de crisisjaren ver dedigbaar moge zijn, maar ciat men in nor malen tijd deze politiek niet zal kunnen hand haven. Ter staving hiervan haalt de schrijver verschillende argumenten aan. De eerste eisch, dien men mag stellen aan een gezonde boterpolitiek is, dat zij niet onze eigen volkshuishouding benadeelt. In 1936 voerde Nederland naar Engeland uit 40.991 ton boter ter waarde van ƒ21.694,000. Als men den kostprijs van de boter stelt op 1.20, dan blijkt, dat Nederland in het afgeloopen jaar aan de Engelsche boterverbruikers 27 millioen cadeau heeft gedaan. Hierdoor wordt de levens standaard in Engeland gedrukt, terwijl deze in eigen land kunstmatig hoog gehouden wordt. Het gevolg hiervan kan zijn, dat Engeland goedkoop producten zal kunnen leveren, waarin beter verwerkt is, hetgeen aan onze eigen in dustrie nadeel zal berokkenen. Als tweede eisch mag worden gesteld, dat de bcterproductie zich niet uitbreidt. In de laatste jaren bedraagt de uitbreiding ongeveer 5 pCt. per jaar, wat een gevolg is van de steunmaat regelen. Deze opvatting houdt nauw verband met den derden eisch, welke luidt, dat men de wankele positie van onze boter op de voornaam ste buitenlandsche markt niet mag benadeelen. Door onze dumpingspolitiek wordt de stem ming van de Engelsche boeren niet vriende lijker tegenover ons, en bestaat de mogelijk heid, dat dezen op bescherming van hun eigen producten gaan aandringen. Als de regeering te Londen hiertoe overgaat, valt de geheele Nederlandsche boterpolitiek in elkaar. De vierde eisch, die in het artikel wordt ge steld, houdt in, dat de prijsregeling zoodanig moet zijn, dat een normaal accrès in het ver bruik verzekerd is. De bevolking van Neder land neemt jaarlijks toe met 1,2 pCt. en ook het boterverbruik zou minstens een even sterke stijging moeten vertoonen. Juist het tegendeel is het geval: er is geen toename maar daling van het verbruik. Tegenover een verbruik van 50 millioen kilogram in 1930 staat een verbruik van 43 millioen kilogram in 1936, per hoofd der bevolking wil dat zeggen een afname van 6.35 kg. tot 5.10 kg. De oorzaak van dat feit moet men hierin zoeken, dat in Nederland op twee na de hoogste prijs moet betaald worden voor de boter. Aan deze beschouwingen worden enkele cbn- clusies verbonden. Ware de prijs der boter zoo danig, dat het verbruik per hoofd niet was af genomen, dan zou het binnenlandsch verbruik in totaal met 4 millioen kg. zijn gestegen, ter wijl deze nu met 7 millioen kg. is gedaald. Dit maakt een verschil van 11 millioen kg. Daaren boven is de productie sinds 1930 toegenomen met 14 millioen kg. Had de regeering een goede prijzenpolitiek gevolgd en had zij de verhoogde productie sinds 1930 (het jaar, waarin de steun regeling een aanvang nam) uitgesloten van den steun, dan had zij met 25 millioen kg. minder rekening te houden. De totale productie zou dan 87 millioen kg. bedragen; het binnen landsch verbruik 54 millioen kg., zoodat 33 mill, kg. zou moeten worden geëxporteerd. Van 1920 tot 1930 was onze boteruitvoer 37.000 ton, dus meer dan bij een goede boterpolitiek thans uitgevoerd zou moeten worden. Het geheele óumpingprobleem zou hiermee komen te ver vallen. Men kan beter aldus de slotconclusie van het artikel het binnenlandsche boterver bruik bevorderen, dan het Engelsche verbruik met 27 millioen per jaar subsidieeren; een conclusie, die wij volkomen kunnen onderschrij ven. De zoo juist verschenen zesde aflevering van het maandschrift van het Centraal Bureau voor de statistiek bevat o.m. een statistiek van de loonen, verdiend door arbeiders in zuivel fabrieken in de verschillende provincies over het tweede halfjaar 1936. De gegevens hebben betrekking op 3460 meer derjarige mannen bij de eigenlijke fabricage werkzaam in totaal 271 fabrieken. Gemiddeld verdienden zij 41 cents per uur, 19-98 per week en ƒ502 over het geheele halfjaar. Hier bij zij opgemerkt, dat het meerendeel der zuivelfabrieken in kleinere plaatsen gevestigd is. Ruim 75 pCt. der arbeiders werd dan ook aangetroffen in gemeenten met minder dan 20.000 inwoners. Ijsbloemen in den zomer. ^Liefste, hier is mijn cadeautje!" Volgens berichten, in verschillende bladen verschenen naar aanleiding van de voorziening in de directie van het U. S. O., schijnt er mis verstand te bestaan omtrent de positie van den heer v. Otterloo. Het bestuur van het U. S. O. vindt hierin aan leiding tot de mededeeling, dat de heer Van Otterloo, te voren tweede dirigent, na gedu rende de ziekte en het verlof van den heer Van Goudoever met de leicflig van het orkest te zijn belast, met ingang van 1 Juli tot diri gent werd benoemd. Hieruit moge blijken, dat het bestuur ook aan het Nederlandsche element onder de di rigenten recht wil doen wedervaren. Een bijeenkomst is gehouden ten kantore'"Ser Nederlandsche Kamer van Koophandel voor België en Luxemburg van de afgevaardigden der Belgische en Nederlandsche Spoorwegen ten einde de mogelijkheid te bespreken van beifcre verbindingen, wat betreft snelheid en frequen tie, tusschen beide landen. Diverse verbeteringen werden overwogen, met name van den dienst tusschen Brussel en Rot terdam, Den Haag, Amsterdam, tusschen Brus sel en Utrecht, Twente en Groningen, tusschen Brussel en Eindhoven-Maastricht vice versa. Eventueele wijzigingen zullen echter eerst in werking treden met ingang van de dienstrege ling, welke van Mei 1938 af zal gelden. De Nederlandsche Kamer van Koophandel heeft bij de Belgische en Nederlandsche afge vaardigden veel tegemoetkoming en goeden wil gevonden, om de problemen op te lossen, die door eerstgenoemde aan de bevoegde autoritei ten werden voorgelegd. Het comité „Redt Volendam" heeft aan een der werkgroepen van de Kafilgro op dracht gegeven tot het maken van een smal film van Volendam. Deze opdracht, waarvoor een scenario is ge schreven door den heer J. Steur, onderwijzer te Volendam en lid van het comité, zal wor den uitgevoerd door den bekenden smalfilmer Piet van den Ham te 's Gravenhage en Goof Bloemen te Rijswijk. De heer J. Steur schreef ook het tooneelspel „Redt Volendam". dat wij destijds, bij de pré mière, uitvoerig bespraken en waarvan wij de kwaliteiten met veel waardeering konden ver melden. Op den Rijksweg naar Canne (B.), een eind- weegs buiten Maastricht ligt een bron, waar boven een koepel is aangebracht, waarin prijkt het beeld van St. Servaas. Deze plek is vol gens de aloude legende de plaats, waar St. Ser- vatius zijn eerste wonder verrichtte en hij deze bron deed ontspringen. Teneinde deze heilige plaats wederom in haar oorspronkelijken luister te herstellen, hebben Dinsdagavond zeer velen een bidweg daarheen gehouden van het Vrijthof af. Dit was weder om een machtige katholieke manifestatie, zoo als wij er meer in deze Heiligdomsvaartdagen hebben medegemaakt, maar thans niet ter eere van Maria Sterre der Zee, maar ter eere van St. Servatius, den brenger des Geloofs. Toen de deelnemers aan den bidweg aan de St. Servatiusbron, welke voor die gelegenheid keurig versierd was, waren aangekomen, sprak de zeereerw. pater P. H. Kouwenhoven S. J. hun toe, hen aansporende, toch trouw de een heid en het katholicisme te bewaren in den geest van St. Servatius. Met het zingen van het St. Servatiuslied was dit eerherstel aan een bijna verloren traditie door katholiek Maas tricht volbracht. Dinsdag en heden, Woensdag, houdt de Ned. R. K. Blindenbond „St. Odilia" te Roosendaal zijn jaarlijksch tweedaagsch congres, hetwelk door te zamen. ruim hon derd blinde afgevaardigden en hun gelei ders, en afgevaardigden ook uit Belgisch Vlaanderen wordt bijgewoond. De openingsvergadering werd o.m. ook bijge woond door verschillende geestelijken en door wethouder G. M. Lanen. De bijeenkomst werd geopend door den voor zitter der afd. Roosendaal, Dr. C. v. Eek, met een begroetingsrede, waarin hij in het bijzonder de genoemde geestelijke en wereldlijke autori teiten verwelkomde, evenals de buitenlandsche gasten. Vervolgens dankte de heer Jos de Schutter, als voorzitter van de Noord-Brab. afdeeling „St. Odilia" het Roosendaalschegemeentebestuur en de Roosendaalsche afdeeling voor de ont vangst. Hierna voerden rector v. Dorst, namens de Roosendaalsche geestelijkheid, en wethouder e Pogen te onthouden, in de ij dele hoop de Lanen namens het gemeentebestuur, het woord. In zijn openingsrede tot het congres besprak de voorzitter van den Nat. R. K. Blindenbond „St. Odilia", de heer v. d. Berg, de achterstel ling der blinden, waarbij hij er op Wees, dat in ons land aan 3500 menschen, doordat zij blind zijn, schromelijk te kort wordt gedaan. Hun instituten, hun vakonderwijs krijgen geen subsidie en worden pijnlijk ten achter gesteld bij het normale vakonderwijs, het geen zich ernstig wreekt op de belangen van het arme blinde kind. De overheid dient ook in dezen haar taak te begrijpen en er moet bij haar met kracht wor den aangedrongen op subsidieering der Blin- denvereenigingen en haar instellingen, opdat de blindenzorg zich ook zal kunnen uitstrekken over hen, die niet in een werkinrichting van blinden worden geplaatst, doch hun weg in an dere richting kunnen volgen. Wij verlangen een blindenzorg, aldus spr., als een sociaal goed, doch niet in den vorm van armenzorg, waarbij de steun aan blinden van het platteland gelijk of evenredig zij aan dien voor de blinden in de steden. Toen kwam het jaarverslag aan de orde. Aan activiteit heeft het blijkens dit jaarver slag aan de organisatie niet ontbroken. Door woord, geschrift en beeld is vele malen de aan dacht gevestigd op de drie groote doelstellingen der organisatie, n.l. leerplicht voor het blinde kind, goede vakopleiding en steun aan blinden zorg in het algemeen. Het ledental bedroeg op 31 December 350. Door wijziging in de samenstelling van het Bondsbestuur is deze thans als volgt: pastoor H. Brandehof, geest, adviseur; G. J. v. d. Berg, Rotterdam, voorzitter; Robert Coppes, Den Haag, secretaris; C. Veenboer, Utrecht, pen ningmeester; M. de Jong, Maastricht, vice- voorzitter; J. de Schutter, Dinteloord, tweede secretaris; F. H. Louman, Haarlem, en F. Koo- ken, Eindhoven, commissarissen. Regelmatig worden de witte wandelstokken met twee roode banden, als herkenningsteeken der blinden, betrokken. Het gebruik ervan neemt steeds meer toe en de gebruikers ondervinden steeds meer de hoogere veiligheid daaraan verbonden. Geregeld hebben bijeenkomsten van vertegen woordigers der drie landelijke organisaties plaats waarbij van een vruchtbare gedachtenwisseling en prettige verstandhouding mag worden ge sproken. Het verslag besloot met er op te wijzen, dat de sympathie en de belangstelling voor het streven van den Bond gestadig toenemen en de algemeene perspectieven in het maatschap pelijk leven gunstiger worden, welke de beloft» inhouden, dat de toekomst meer kans van slagen biedt voor de vervulling van de recht matige verlangens, en met de opwekking aan allen om hun beste krachten te blijven geven en onder de voorspraak van de Patrones St. Odilia onverflauwd het bondjswerk voort te zetten. Nadat, na een inleiding van den voorzitter, de heeren van Gessel en C. Veenboer, oud, bestuursleden, die wegens ziekte hun functie noode moesten neerleggen, tot eereleden waren benoemd, werd ook op voorstel van het bestuur besloten telegrammen van aanhankelijkheid te zenden aan H. M. de Koningin, aan Z. H. Exc. Mgr. P. Hopmans, bisschop van Breda, en aan H. K. H. Prinses Juliana en haar Prinselijk- gemaal. Van Mgr. Hopmans mocht men nog tijdens de middagvergadering een danktelegram ontvangen. In de vervolgvergadering hield de zeereerw. heer Arn. Ghesquiere, uit Brugge, geestelijk ad, viseur van den Belgischen Blindenbond „Licht en Liefde", een inleiding over de blindenzorg in België. Hierna sprak de heer A. Storme, voorzitter van de Antwerpsche afdeeling van den Vlaam- schen Blindenbond, die eveneens verschillende bijzonderheden mededeelde over het werk voor de blinden in België. Vervolgens kwamen de afdeelingsvoorstqllen aan de orde, w.o. ook een voorstel voor het tot stand komen van een z.g. „gesproken dagblad", gelijk zooiets in België al lang bestaat, en een tot het verkrijgen van een rijkssteunbijdrage voor blinden, eveneens naar het voorbeeld in België. Na breedvoerige besprekingen werd het bonds bestuur met de uitvoering dezer voorstellen be last. De eerste congresdag werd besloten met een uitstekend geslaagden feestavond in de schouw burgzaal van den Kath. Kring. Hier werd nog het woord gevoerd door Pater Andreas, uit Helmond, den bekenden blinden Capucijn, geest, adviseur der afd. Noord-Bra bant van St. Odilia, die een opwekkende toe spraak hield tot zijn lotgenooten en het werk van en voor de blinden bij de ziende geloofs- genooten dringend aanbeval, Terwijl eenige maanden geleden een merkbare opleving in de Twentsche Textielindustrie te constateeren viel, is de laatste weken de productie van ver schillende textielfabrieken teruggeloo- pen, als gevolg van het stroever wor den van den binnenlandschen afzet. In enkele fabrieken, Waar tot nu toe in drie ploegen werd gewerkt, is de nachtploeg afge schaft, in andere, b.v. in Deventer, waar mo derne drukmachines waren ingevoerd, zijn die machines stopgezet. Er zijn fabrieken, waar groepen arbeiders een of twee dagen per week naar huis worden gestuurd en bij de firma Blijdenstein Co. te Enschede zijn er zelfs, die maar drie dagen per week werken. In andere fabrieken heeft men de productie-beperking verkregen door het ontslaan van arbeidskrach ten en van een en ander is natuurlijk het ge volg geweest, dat de werkloosheid toenam, zoo zelfs, dat in de afgeloopen uitkeeringsweek bij een der textielarbeidersorganisaties meer dan tien keer zooveel aan werkloozensteun aan ge heel en gedeeltelijk werklooze leden is uitbe taald, dan in de eerste Juni-week. Het gat, dat door de devaluatie in de Win kelvoorraden in het binnenland is geslagen, blijkt gestopt te zijn. Het werk, dat voor heel lage prijzen is aangenomen, kan afgeleverd hee- ten en nu de actie voor loonsverhooging vastere vormen begint aan te nemen, dient men meer dan tot dusverre rekening te houden met den factor loonen. Merkwaardig is, dat te Almelo, waar men vele arbeiders in herscholing heeft, waarvoor een toeslag op het loon wordt betaald, van ontslagen en productie-inkrimping geen sprake is. In Enschede daarentegen, waar het herscholingsstelsel geen opgang heeft gemaakt, loopen thans weer verscheidene volwaardige krachten uit de hoogste loonklasse op straat. Vandaag zijn te Hengelo de onderhandelingen begonnen tusschen de werkgevers- en werkne mersorganisaties in de textielindustrie, over de verbetering der loon- en arbeidsvoorwaarden. Ongetwijfeld zijn beide partijen er van over tuigd, dat de laagste loonen zeker een verhoo ging behoeven en ook staat wel vast, dat de productiekosten geen verhooging kunnen ver dragen, zonder den afzet te benadeelen. Het ligt dus voor de hand, te veronder stellen, dat men het bij die onderhandelin gen zal zoeken in een nivelleering der loo nen, in een betere verdeeling over de ar beiders van het totale loonbedrag, dat de industrie kan verdragen. De tegenwoordige gang van zaken toont wel aan, dat de sinds verleden jaar ingetreden verbetering in de bedrijven geen hausse is tot eiken prijs en niet alleen ten aanzien van het Europee- sche goed moet men voorzichtig zijn, maar ook op de exportmarkt is alles lang geen botertje tot den boom. Het tuindersdorp Opperdoes, onder den rook van Medemblik gelegen, is blijkbaar door de crisis over het hoofd gezien. In tegenstelling met de andere dorpen in West-Friesland is de nieuw bouw er niet onbeduidend geweest en waar elders voor den tuinbouw als parool gold „beperking", hebben de Opperdoezer tuinders met medewer king van het gemeentebestuur een belangrijke expansie in den Wieringermeerpolder kunnen bewerkstellingen. Dit gunstige beeld weerspiegelt zich ook in de gemeentefinanciën, want Opperdoes is tot dus verre niet op rijkssteun aangewezen geweest. Integendeel had deze kleine gemeente het aantal inwoners bedraagt ruim duizend bij het begin van het jaar een batig saldo in kas van bijna zesduizend gulden, dat, naar burgemeester De Bruyne in de laatst gehouden raadsvergade ring mededeelde, over dat jaar nog weer met 1500 is vooruitgegaan. Geen wonder, dat de raadsleden mitsgaders de pers hier op een warmen zomeravond nog een verfrissching kun nen ontvangen, welke zij niet uit eigen zak behoeven te betalen. Z. K. H. Prins Bernhard der Nederlanden heeft heden de gewone vergadering van den Raad van Beheer van de Koninklijke Neder landsche Jaarbeurs te Utrecht in zijn functie van koninklijk commissaris bijgewoond. Prinses Juliana en Prins Bernhard worden hedenavond voor een verblijf van eenigen tijd op het paleis Het Loo verwacht. Het vertrek van den tinbaggermolen Doe joeng naar Ned. Oost-Indië op Donderdagoch tend as. is vervroegd in verband met het getij en het passeeren van de brug. Het transport zal reeds te ongeveer half acht Hoek van Holland verlaten. Verschenen is het jaarverslag over 1936 van den RK. Bouwvakarbeidersbond St. Joseph, e beweringen van de zgn. verlich- te, maar in werkelijkheid domme vrijdenkerij als zouden wetenschap en geloof zoodanig met elkander in strijd zijn, dat de een het ander uitsluit, wor den wel duidelijk en op een eiken goed willende overtuigende wijze gelogenstraft door geniale figuren als markies Mar coni „de vader van de radio", die in zijn drie-en-zestigste levensjaar, terwijl de wereld nog veel van hem verwachtte en hij zelf nog volop experimenteerde, plotseling overleed. Deze pionier van de radio-techniek, die voortbouwde op de vindingen en ontdekkingen van Maxwell en Hertz, is heel zijn leven een diep ge loovig en trouw zoon van de Katholieke Kerk gebleven. „Er is geen geluk zonder geloof" placht hij te zeggen. „Niet alleen als overtuigd katholiek, maar ook als geleerde, geloof ik aan de macht van het gebed. De wetenschap alleen is niet in staat het geheim van ons bestaan te achterhalen. Iedere geleerde weet, dat er grenzen zijn aan de wetenschap, die hij niet te buiten mag gaan. Iedere ge leerde weet, dat er mysteries zijn, die de wetenschap nooit zal kunnen oplossen. Alleen het geloof aan een Opperwezen, aan wien wij moeten gehoorzamen, helpt ons moedig het geheim des levens te be schouwen." Met zulke woorden legde de groote wereldberoemde uitvinder gaarne getuigenis af van de wijsheid des geloofs, die hem vervulde en boven alle weten schap uitgaat. Zij zijn in den mond van hem, die zoovele geheimen van den tril lenden aether dienstbaar wist te maken aan de menschheid, een indrukwekkend „credo", dat de waardigheid van den slechts op zijn gebrekkig verstand ver trouwenden hoogmoedigen rationalist het zwijgen oplegt. Genie en geloof, zij gingen harmonisch samen in dezen hoogbegaafden en hoogbegenadigden mensch, die door geheel de wereld ge- eerd werd voor de onschatbare welda den, welke zijn vindingen de mensch heid hebben bewezen. Het leven van Marconi leert, hoe wils kracht en doorzettingsvermogen en ka rakter groote moeilijkheden kunnen overwinnen. Hij is wel-is-waar niet als een Edison onderaan moeten begin nen op de onderste sport van de maat schappelijke ladder, maar toch is de aanvang van zijn loopbaan niet gemak kelijk geweest. Zijn vader, een welgesteld landedelman, wilde niets van Marconi's verlangen naar de wetenschap weten, en Marconi heeft dan ook nooit langs den officieelen examenweg een universi- tairen graad gehaald. Niettemin heeft hij getrouw aan datgene, waartoe hij zich geroepen gevoelde, gewerkt en ge zwoegd en onderscheidingen, schooner en waardevoller dan het meest vleiende testimorium na een welgeslaagd examen, zijn zijn deel geworden. De Nobelprijs, eeredoctoraten, en het lidmaatschap van de Italiaansche en de Vaticaansche aca demie erkenden zijn wetenschappelijke verdiensten. ok nog een andere les leert het leven van den beroemden Itali- aanschen uitvinder, die niet bij toeval, maar doelbewust de eene ontdek king na de andere deed en n.l. deze, dat de techniek, welke vaak verantwoordelijk wordt gesteld voor zooveel ellende in de moderne wereld, zelf geen schuld draagt aan het leed van onzen tijd, maar dat de in zich goede en nuttige techniek, ge volg van de veroveringen des geestes op de door den Schepper ter beschikking van het welzijn der menschheid gestelde materie, slechs tot een ramp wordt door de wijze, waarop sommige menschen en machten haar misbruiken door haar te stellen in dienst van het kwaad. Het is niet aan Marconi te wijten, dat de radio gebruikt wordt voor Godloozen-propa- ganda, voor vertroebeling der internatio nale verhoudingen, voor het verkondigen van denkbeelden en theorieën, welke in strijd zijn met geloof en zeden. Maar het is aan hem te danken, dat zooveel men- schenlevens op schepen en in vliegtuigen konden worden gered, dat het mogelijk is geworden de stem van de strijders voor God en Kerk te laten klinken tot in da verste en meest afgelegen missiegebie den, dat zoovelen, die door ziekte of af stand van de gemeenschap gescheiden leven, kunnen worden getroost en ge sterkt met het warm-hartelijk woord van den medemensch. Marconi, die heel zijn leven de aethertrillingen bestudeerde, heeft in de gevoelige antenne van zijn hart de siddering van den onverhoeds naderenden dood voorvoeld. Bij zijn be zoek aan Castel Gandolfo vroeg hij met opmerkelijken nadruk aan den H. Vader, wiens persoonlijke vriend hij was, Diens bij zonderen zegen en enkele etmalen la ter scheidde hij uit dit leven, de zegening van Christus' Stedehouder op aarde mee dragend als een laatste, ook voor de eeuwigheid waarde hebbende onderschei ding. Marconi is dood, maar de overwinnin gen van zijn geest zullen blijven leven. Anderen zullen op zijn werk voortbouwen en zoo lang het geslacht der menschen zal blijven voortbestaan, zal de naam van dit geloovig genie, van dezen gema len geloovige, worden gezegend als die van een weldoener der menschheid. Ter verbetering van het bericht inzake het verdrinkingsgeval te Hengelo (O.) dient mede gedeeld, dat het verdronken kind niet is, zooals gemeld, het vijfjarige zoontje van de fam. M. Oude Groen, doch het vierjarige zoontje van de familie J. Mulder uit de Helenastraat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 9