Fransche socialisten en het
anti-clericalisme
M
Purol bij Doorzitten - Zonnebrand - Stukloopen
Congres van R.K. blinden
D;
O
De boterpolitiek
Textielindustrie in
Twente
GENIE EN GELOOF
EEN FELLE MOTIE TE
MARSEILLE
ST. ODILIA BIJEEN TE
ROOSENDAAL
WOENSDAG 21 JULI 1937
BUITENLANDSCH OVERZICHT
De eenige, eenstemmig
aangenomen
Men kan beter de eigen consump
tie bevorderen, dan het Engelsch
verbruik met 27 millioen
subsidieeren
Loonen in de zuivel
industrie
Gemiddelde verdiensten rond
f 20.per week en f 500.
per halfjaar
HET U.S.O.
Smalfilm van Volendam
Mededeeling van het bestuur
VERKEER TUSSCHEN BELGIË
EN NEDERLAND
Opdracht aan Piet v. d. Ham en
Goof Bloemen
DE HEILIGDOMSVAART
Bidweg naar de St. Servatiusbron
te Maastricht
,In ons land," aldus de voorzitter,
„wordt aan 3500 menschen,
doordat zij blind zijn,
schromelijk tekort
gedaan"
Dringend beroep op
meer hulp
De taak der overheid
Blindenzorg in België
Vermindering van werkgelegen
heid ten gevolge van productie
beperking
Nivelleering van de
loonen
EEN GELUKKIGE GEMEENTE
Boert ondanks de crisis vooruit
HOFBERICHT
Transport tinbaggermolen
Doejoeng
R.K. Bouwvakarbeiders
Verbetering
et het bezoek van kardinaal Pacelli
viel het jaarlijksche congres der so
cialistische partij samen, dat ditmaal
te Marseille werd gehouden.
En op dit congres is gebleken, dat de Kerk
hl Frankrijks leven weer een steeds grooter
hordende plaats inneemt en dat het katholi
cisme weer een kracht wordt in het land
°f dit eigenlijk altijd is gebleven. Niet, dat de
*£erk er is geprezen, integendeel!
Onze Parüsche correspondent schrijft ons
In dit verband:
Van het zeer beperkt aantal punten, dat de
Agenda der debatten uitmaakte, was er een:
het laicisme. Dit debat heeft een aantal spre
kers de gelegenheid gegeven zich weer eens
tegoed te doen aan het „eten van pastoors",
Xooals het Fransche gezegde is. Maar het
heele congres heeft ervan meegesmuld, want de
eenige motie, die het congres kans heeft gezien
°iet eenstemmigheid aan te nemen, betreft de
"Verdediging van de laiciteit". De formuleering
Van deze motie is uiterst fel. Zij vangt aan met
te „overwegen", dat de arbeidersklasse de Kerk
ontmoet in alle ondernemingen van de poli
tieke „reactie" en van het sociale „conserva
tisme" en dat dientengevolge de laicistische
strijd een der essentieele vormen van den so
cialen strijd is. In de debatten heette het, dat
oe strijd tegen het clericalisme een essentieel
onderdeel is van den klassenstrijd.
Het ergste heeft den socialisten de
vlucht aangedaan, welke de laatste ja.
ren de vrije, d.i. de religieuse school,
heeft genomen. Hieromtrent werden zeer inte
ressante cijfers bekend gemaakt. Men vindt ze
Samengevat in een Juni-nummer van het tijd
schrift „l'Education Nationale".
In 1936 bedroeg het aantal vrije scholen in
frankrijk 11.665, waarvan er slechts 155 niet-
katholiek waren. In deze scholen werd aan
865.900 leerlingen onderwijs gegeven.
Bijzonder gealarmeerd is de „bond van on
derwijzers aan het openbaar onderwijs" (mar
xistisch) over den invloed van de vrije school
hi het Westen des lands, waar zij de openbare
- school geheel naar het tweede plan heeft ge
dongen. De bijzondere scholen in Bretagne
hebben in vijf jaren tijds 25.326 nieuwe leerlin
gen gewonnen. In Ille-et-Vilaine tellen de bij-
Sondere scholen 20.000 leerlingen méér dan de
°Penbare, in Morbihan 10.000; in Maine-et-
Loire 4.400.
De sprekers op het socialistisch congres heb
ben dit overwicht van de bijzondere school wil
len verklaren, en zij kwamen daartoe weer voor
den dag met de bekende beweringen van chan
tage en ongeoorloofde pressie op de ouders der
Schoolgaande kinderen, beweringen, die groo-
tendeels al herhaaldelijk weerlegd werden.
Zeker neemt op het land de strijd om het
Schoolgaande kind van beide kanten vaak een
hevig karakter aan; dit wordt door de ijveraars
voor het bijzonder onderwijs toegegeven; en
het ligt aan de onderwijswetgeving die in
frankrijk van kracht is. Ook is het waar, dat
hi het Westen enkele bijzondere scholen door
he „kasteelheeren", die men daar nog aantreft,
borden gefinancierd, waardoor de schoolstrijd
Sfel eens een politiek tintje krijgt. Maar over
he algemeene oorzaken van het verloopen van
he openbare school wordt door een leekenon-
herwijzer in bovengenoemd (laicistisch) vak
tijdschrift toch een geheel ander boekje open
gedaan. Waarom er ouders zijn, die hun kin
heren van de openbare school afhalen en naar
he bijzondere zenden? Omdat de openbare on-
herwijzers zich niet houden aan de neutraliteit
daartoe zij verplicht zijn door de wet; osten
tatief in een geloovig dorp te koop loopen met
hün minachting voor de Katholieke Kerk of
hiet hun sympathie voor de internationale; het
catechismus-onderricht van den pastoor dwars-
boomen; ostentatief het gebod van de Zondags-
*hst negeeren; omdat zij in hun particuliere le-
Veh de sexueele en huwelijksmoraal in prac-
tijk brengen, door zeker boekwerk van Léon
®him gepropageerd, en dus als opvoeders van
hun kinderen door christelijke ouders niet ver
bouwd kunnen worden.
Kerk in één anti-fascistisch front te kunnen
betrekken, wordt de anti-clericale vlag hoog
geheschen door de socialistische partij. Het
anti-clericalisme van het congres te Marseille
dat onder voorzitterschap van Léon Blum
stond, doet des te vreemder aan, omdat de
grandiose ontvangst, die tegelijkertijd den pau
selijken staatssecretaris te Parijs en Lisieux
werd bereid, was voorbereid door de eerste
volksfrontregeering, die eveneens werd voor
gezeten door Léon Blum. Het is waar, dat de
zelfde Blum in Februari beroering teweeg,
bracht in het katholieke kamp met zijn slinksch
plan tot laicisatie van Elzas-Lotharingen.
In ieder geval weet de Kerk, uit welken hoek
nu weer de anti-clericale wind waait.
De oorzaak, waarom in de meest christe
lijke streken van Frankrijk vooral de
openbare school verlaten wordt, is kort
s®ttiengevat daarin gelegen, dat het corps van
••heutrale", openbare onderwijzers doordrenkt
Is van marxisme. Er zijn openbare onderwijzers
bij de vleet, die op school ook de nationale idee
Öoor het slijk halen, anti-patriotisme aankwee-
beu, en de hun toevertrouwde kinderen alléén
b°g maar de „Internationale" laten zingen.
Niettemin is er op het socialistisch congres
8ezegd, dat strijd tegen het clericalisme een
Noodzakelijkheid is, woorden die hetzelfde zeg.
gCh als Gambetta's beruchte: het clericalisme,
'■daar den vijand, en die tenslotte een com
pliment zijn aan Frankrijks hard werkende
kostelijkheid.
ïn de motie wordt van de regeering o.a. na
tionalisatie lees „socialisatie" van het la-
kor onderwijs verlangd; laicisatie van het on
twijs over de geheele linie en opheffing van
uitzonderingstoestand voor 'Elzas-Lotha-
bdgen.
Net is wel merkwaardig. Terwijl de radicale
PNrtij van haar anti-clericalistische houding te-
dkeert, de communisten zich van anti-clerica-
Hfim,
t
De boterpolitiek van Nederland wordt veelal
alleen bezien van het standpunt der productie.
In de laatste aflevering van Economisch-Sta-
tistische Berichten schrijft E. Veen een artikel
waarin deze de zaak beziet van den kant van
het verbruik, en daarbij de stelling verdedigt,
dat de boterpolitiek voor de crisisjaren ver
dedigbaar moge zijn, maar ciat men in nor
malen tijd deze politiek niet zal kunnen hand
haven. Ter staving hiervan haalt de schrijver
verschillende argumenten aan.
De eerste eisch, dien men mag stellen aan
een gezonde boterpolitiek is, dat zij niet onze
eigen volkshuishouding benadeelt. In 1936
voerde Nederland naar Engeland uit 40.991 ton
boter ter waarde van ƒ21.694,000. Als men den
kostprijs van de boter stelt op 1.20, dan
blijkt, dat Nederland in het afgeloopen jaar
aan de Engelsche boterverbruikers 27 millioen
cadeau heeft gedaan. Hierdoor wordt de levens
standaard in Engeland gedrukt, terwijl deze in
eigen land kunstmatig hoog gehouden wordt.
Het gevolg hiervan kan zijn, dat Engeland
goedkoop producten zal kunnen leveren, waarin
beter verwerkt is, hetgeen aan onze eigen in
dustrie nadeel zal berokkenen.
Als tweede eisch mag worden gesteld, dat de
bcterproductie zich niet uitbreidt. In de laatste
jaren bedraagt de uitbreiding ongeveer 5 pCt.
per jaar, wat een gevolg is van de steunmaat
regelen. Deze opvatting houdt nauw verband
met den derden eisch, welke luidt, dat men de
wankele positie van onze boter op de voornaam
ste buitenlandsche markt niet mag benadeelen.
Door onze dumpingspolitiek wordt de stem
ming van de Engelsche boeren niet vriende
lijker tegenover ons, en bestaat de mogelijk
heid, dat dezen op bescherming van hun eigen
producten gaan aandringen. Als de regeering
te Londen hiertoe overgaat, valt de geheele
Nederlandsche boterpolitiek in elkaar.
De vierde eisch, die in het artikel wordt ge
steld, houdt in, dat de prijsregeling zoodanig
moet zijn, dat een normaal accrès in het ver
bruik verzekerd is. De bevolking van Neder
land neemt jaarlijks toe met 1,2 pCt. en ook
het boterverbruik zou minstens een even sterke
stijging moeten vertoonen. Juist het tegendeel
is het geval: er is geen toename maar daling
van het verbruik. Tegenover een verbruik van
50 millioen kilogram in 1930 staat een verbruik
van 43 millioen kilogram in 1936, per hoofd der
bevolking wil dat zeggen een afname van 6.35
kg. tot 5.10 kg. De oorzaak van dat feit moet
men hierin zoeken, dat in Nederland op twee
na de hoogste prijs moet betaald worden voor
de boter.
Aan deze beschouwingen worden enkele cbn-
clusies verbonden. Ware de prijs der boter zoo
danig, dat het verbruik per hoofd niet was af
genomen, dan zou het binnenlandsch verbruik
in totaal met 4 millioen kg. zijn gestegen, ter
wijl deze nu met 7 millioen kg. is gedaald. Dit
maakt een verschil van 11 millioen kg. Daaren
boven is de productie sinds 1930 toegenomen
met 14 millioen kg. Had de regeering een goede
prijzenpolitiek gevolgd en had zij de verhoogde
productie sinds 1930 (het jaar, waarin de steun
regeling een aanvang nam) uitgesloten van den
steun, dan had zij met 25 millioen kg. minder
rekening te houden. De totale productie zou
dan 87 millioen kg. bedragen; het binnen
landsch verbruik 54 millioen kg., zoodat 33 mill,
kg. zou moeten worden geëxporteerd. Van 1920
tot 1930 was onze boteruitvoer 37.000 ton, dus
meer dan bij een goede boterpolitiek thans
uitgevoerd zou moeten worden. Het geheele
óumpingprobleem zou hiermee komen te ver
vallen. Men kan beter aldus de slotconclusie
van het artikel het binnenlandsche boterver
bruik bevorderen, dan het Engelsche verbruik
met 27 millioen per jaar subsidieeren; een
conclusie, die wij volkomen kunnen onderschrij
ven.
De zoo juist verschenen zesde aflevering van
het maandschrift van het Centraal Bureau voor
de statistiek bevat o.m. een statistiek van de
loonen, verdiend door arbeiders in zuivel
fabrieken in de verschillende provincies over
het tweede halfjaar 1936.
De gegevens hebben betrekking op 3460 meer
derjarige mannen bij de eigenlijke fabricage
werkzaam in totaal 271 fabrieken. Gemiddeld
verdienden zij 41 cents per uur, 19-98 per
week en ƒ502 over het geheele halfjaar. Hier
bij zij opgemerkt, dat het meerendeel der
zuivelfabrieken in kleinere plaatsen gevestigd
is. Ruim 75 pCt. der arbeiders werd dan ook
aangetroffen in gemeenten met minder dan
20.000 inwoners.
Ijsbloemen in den zomer.
^Liefste, hier is mijn cadeautje!"
Volgens berichten, in verschillende bladen
verschenen naar aanleiding van de voorziening
in de directie van het U. S. O., schijnt er mis
verstand te bestaan omtrent de positie van den
heer v. Otterloo.
Het bestuur van het U. S. O. vindt hierin aan
leiding tot de mededeeling, dat de heer Van
Otterloo, te voren tweede dirigent, na gedu
rende de ziekte en het verlof van den heer
Van Goudoever met de leicflig van het orkest
te zijn belast, met ingang van 1 Juli tot diri
gent werd benoemd.
Hieruit moge blijken, dat het bestuur ook
aan het Nederlandsche element onder de di
rigenten recht wil doen wedervaren.
Een bijeenkomst is gehouden ten kantore'"Ser
Nederlandsche Kamer van Koophandel voor
België en Luxemburg van de afgevaardigden der
Belgische en Nederlandsche Spoorwegen ten
einde de mogelijkheid te bespreken van beifcre
verbindingen, wat betreft snelheid en frequen
tie, tusschen beide landen.
Diverse verbeteringen werden overwogen, met
name van den dienst tusschen Brussel en Rot
terdam, Den Haag, Amsterdam, tusschen Brus
sel en Utrecht, Twente en Groningen, tusschen
Brussel en Eindhoven-Maastricht vice versa.
Eventueele wijzigingen zullen echter eerst in
werking treden met ingang van de dienstrege
ling, welke van Mei 1938 af zal gelden.
De Nederlandsche Kamer van Koophandel
heeft bij de Belgische en Nederlandsche afge
vaardigden veel tegemoetkoming en goeden wil
gevonden, om de problemen op te lossen, die
door eerstgenoemde aan de bevoegde autoritei
ten werden voorgelegd.
Het comité „Redt Volendam" heeft aan
een der werkgroepen van de Kafilgro op
dracht gegeven tot het maken van een smal
film van Volendam.
Deze opdracht, waarvoor een scenario is ge
schreven door den heer J. Steur, onderwijzer
te Volendam en lid van het comité, zal wor
den uitgevoerd door den bekenden smalfilmer
Piet van den Ham te 's Gravenhage en Goof
Bloemen te Rijswijk.
De heer J. Steur schreef ook het tooneelspel
„Redt Volendam". dat wij destijds, bij de pré
mière, uitvoerig bespraken en waarvan wij de
kwaliteiten met veel waardeering konden ver
melden.
Op den Rijksweg naar Canne (B.), een eind-
weegs buiten Maastricht ligt een bron, waar
boven een koepel is aangebracht, waarin prijkt
het beeld van St. Servaas. Deze plek is vol
gens de aloude legende de plaats, waar St. Ser-
vatius zijn eerste wonder verrichtte en hij deze
bron deed ontspringen.
Teneinde deze heilige plaats wederom in haar
oorspronkelijken luister te herstellen, hebben
Dinsdagavond zeer velen een bidweg daarheen
gehouden van het Vrijthof af. Dit was weder
om een machtige katholieke manifestatie, zoo
als wij er meer in deze Heiligdomsvaartdagen
hebben medegemaakt, maar thans niet ter eere
van Maria Sterre der Zee, maar ter eere van
St. Servatius, den brenger des Geloofs.
Toen de deelnemers aan den bidweg aan de
St. Servatiusbron, welke voor die gelegenheid
keurig versierd was, waren aangekomen, sprak
de zeereerw. pater P. H. Kouwenhoven S. J.
hun toe, hen aansporende, toch trouw de een
heid en het katholicisme te bewaren in den
geest van St. Servatius. Met het zingen van
het St. Servatiuslied was dit eerherstel aan
een bijna verloren traditie door katholiek Maas
tricht volbracht.
Dinsdag en heden, Woensdag, houdt de
Ned. R. K. Blindenbond „St. Odilia" te
Roosendaal zijn jaarlijksch tweedaagsch
congres, hetwelk door te zamen. ruim hon
derd blinde afgevaardigden en hun gelei
ders, en afgevaardigden ook uit Belgisch
Vlaanderen wordt bijgewoond.
De openingsvergadering werd o.m. ook bijge
woond door verschillende geestelijken en door
wethouder G. M. Lanen.
De bijeenkomst werd geopend door den voor
zitter der afd. Roosendaal, Dr. C. v. Eek, met
een begroetingsrede, waarin hij in het bijzonder
de genoemde geestelijke en wereldlijke autori
teiten verwelkomde, evenals de buitenlandsche
gasten.
Vervolgens dankte de heer Jos de Schutter,
als voorzitter van de Noord-Brab. afdeeling „St.
Odilia" het Roosendaalschegemeentebestuur
en de Roosendaalsche afdeeling voor de ont
vangst.
Hierna voerden rector v. Dorst, namens de
Roosendaalsche geestelijkheid, en wethouder
e Pogen te onthouden, in de ij dele hoop de Lanen namens het gemeentebestuur, het woord.
In zijn openingsrede tot het congres besprak
de voorzitter van den Nat. R. K. Blindenbond
„St. Odilia", de heer v. d. Berg, de achterstel
ling der blinden, waarbij hij er op Wees, dat in
ons land aan 3500 menschen, doordat zij blind
zijn, schromelijk te kort wordt gedaan.
Hun instituten, hun vakonderwijs krijgen
geen subsidie en worden pijnlijk ten achter
gesteld bij het normale vakonderwijs, het
geen zich ernstig wreekt op de belangen
van het arme blinde kind.
De overheid dient ook in dezen haar taak te
begrijpen en er moet bij haar met kracht wor
den aangedrongen op subsidieering der Blin-
denvereenigingen en haar instellingen, opdat
de blindenzorg zich ook zal kunnen uitstrekken
over hen, die niet in een werkinrichting van
blinden worden geplaatst, doch hun weg in an
dere richting kunnen volgen.
Wij verlangen een blindenzorg, aldus spr., als
een sociaal goed, doch niet in den vorm van
armenzorg, waarbij de steun aan blinden van
het platteland gelijk of evenredig zij aan dien
voor de blinden in de steden.
Toen kwam het jaarverslag aan de orde.
Aan activiteit heeft het blijkens dit jaarver
slag aan de organisatie niet ontbroken. Door
woord, geschrift en beeld is vele malen de aan
dacht gevestigd op de drie groote doelstellingen
der organisatie, n.l. leerplicht voor het blinde
kind, goede vakopleiding en steun aan blinden
zorg in het algemeen.
Het ledental bedroeg op 31 December 350.
Door wijziging in de samenstelling van het
Bondsbestuur is deze thans als volgt: pastoor
H. Brandehof, geest, adviseur; G. J. v. d. Berg,
Rotterdam, voorzitter; Robert Coppes, Den
Haag, secretaris; C. Veenboer, Utrecht, pen
ningmeester; M. de Jong, Maastricht, vice-
voorzitter; J. de Schutter, Dinteloord, tweede
secretaris; F. H. Louman, Haarlem, en F. Koo-
ken, Eindhoven, commissarissen.
Regelmatig worden de witte wandelstokken
met twee roode banden, als herkenningsteeken
der blinden, betrokken. Het gebruik ervan neemt
steeds meer toe en de gebruikers ondervinden
steeds meer de hoogere veiligheid daaraan
verbonden.
Geregeld hebben bijeenkomsten van vertegen
woordigers der drie landelijke organisaties plaats
waarbij van een vruchtbare gedachtenwisseling
en prettige verstandhouding mag worden ge
sproken.
Het verslag besloot met er op te wijzen, dat
de sympathie en de belangstelling voor het
streven van den Bond gestadig toenemen en
de algemeene perspectieven in het maatschap
pelijk leven gunstiger worden, welke de beloft»
inhouden, dat de toekomst meer kans van
slagen biedt voor de vervulling van de recht
matige verlangens, en met de opwekking aan
allen om hun beste krachten te blijven geven
en onder de voorspraak van de Patrones St.
Odilia onverflauwd het bondjswerk voort te
zetten.
Nadat, na een inleiding van den voorzitter,
de heeren van Gessel en C. Veenboer, oud,
bestuursleden, die wegens ziekte hun functie
noode moesten neerleggen, tot eereleden waren
benoemd, werd ook op voorstel van het bestuur
besloten telegrammen van aanhankelijkheid te
zenden aan H. M. de Koningin, aan Z. H. Exc.
Mgr. P. Hopmans, bisschop van Breda, en aan
H. K. H. Prinses Juliana en haar Prinselijk-
gemaal. Van Mgr. Hopmans mocht men nog
tijdens de middagvergadering een danktelegram
ontvangen.
In de vervolgvergadering hield de zeereerw.
heer Arn. Ghesquiere, uit Brugge, geestelijk ad,
viseur van den Belgischen Blindenbond „Licht
en Liefde", een inleiding over de blindenzorg
in België.
Hierna sprak de heer A. Storme, voorzitter
van de Antwerpsche afdeeling van den Vlaam-
schen Blindenbond, die eveneens verschillende
bijzonderheden mededeelde over het werk voor
de blinden in België.
Vervolgens kwamen de afdeelingsvoorstqllen
aan de orde, w.o. ook een voorstel voor het tot
stand komen van een z.g. „gesproken dagblad",
gelijk zooiets in België al lang bestaat, en een
tot het verkrijgen van een rijkssteunbijdrage
voor blinden, eveneens naar het voorbeeld in
België.
Na breedvoerige besprekingen werd het bonds
bestuur met de uitvoering dezer voorstellen be
last.
De eerste congresdag werd besloten met een
uitstekend geslaagden feestavond in de schouw
burgzaal van den Kath. Kring.
Hier werd nog het woord gevoerd door Pater
Andreas, uit Helmond, den bekenden blinden
Capucijn, geest, adviseur der afd. Noord-Bra
bant van St. Odilia, die een opwekkende toe
spraak hield tot zijn lotgenooten en het werk
van en voor de blinden bij de ziende geloofs-
genooten dringend aanbeval,
Terwijl eenige maanden geleden een
merkbare opleving in de Twentsche
Textielindustrie te constateeren viel, is
de laatste weken de productie van ver
schillende textielfabrieken teruggeloo-
pen, als gevolg van het stroever wor
den van den binnenlandschen afzet.
In enkele fabrieken, Waar tot nu toe in drie
ploegen werd gewerkt, is de nachtploeg afge
schaft, in andere, b.v. in Deventer, waar mo
derne drukmachines waren ingevoerd, zijn die
machines stopgezet. Er zijn fabrieken, waar
groepen arbeiders een of twee dagen per week
naar huis worden gestuurd en bij de firma
Blijdenstein Co. te Enschede zijn er zelfs, die
maar drie dagen per week werken. In andere
fabrieken heeft men de productie-beperking
verkregen door het ontslaan van arbeidskrach
ten en van een en ander is natuurlijk het ge
volg geweest, dat de werkloosheid toenam, zoo
zelfs, dat in de afgeloopen uitkeeringsweek bij
een der textielarbeidersorganisaties meer dan
tien keer zooveel aan werkloozensteun aan ge
heel en gedeeltelijk werklooze leden is uitbe
taald, dan in de eerste Juni-week.
Het gat, dat door de devaluatie in de Win
kelvoorraden in het binnenland is geslagen,
blijkt gestopt te zijn. Het werk, dat voor heel
lage prijzen is aangenomen, kan afgeleverd hee-
ten en nu de actie voor loonsverhooging vastere
vormen begint aan te nemen, dient men meer
dan tot dusverre rekening te houden met den
factor loonen. Merkwaardig is, dat te Almelo,
waar men vele arbeiders in herscholing heeft,
waarvoor een toeslag op het loon wordt betaald,
van ontslagen en productie-inkrimping geen
sprake is. In Enschede daarentegen, waar het
herscholingsstelsel geen opgang heeft gemaakt,
loopen thans weer verscheidene volwaardige
krachten uit de hoogste loonklasse op straat.
Vandaag zijn te Hengelo de onderhandelingen
begonnen tusschen de werkgevers- en werkne
mersorganisaties in de textielindustrie, over de
verbetering der loon- en arbeidsvoorwaarden.
Ongetwijfeld zijn beide partijen er van over
tuigd, dat de laagste loonen zeker een verhoo
ging behoeven en ook staat wel vast, dat de
productiekosten geen verhooging kunnen ver
dragen, zonder den afzet te benadeelen.
Het ligt dus voor de hand, te veronder
stellen, dat men het bij die onderhandelin
gen zal zoeken in een nivelleering der loo
nen, in een betere verdeeling over de ar
beiders van het totale loonbedrag, dat de
industrie kan verdragen. De tegenwoordige
gang van zaken toont wel aan, dat de sinds
verleden jaar ingetreden verbetering in de
bedrijven geen hausse is tot eiken prijs en
niet alleen ten aanzien van het Europee-
sche goed moet men voorzichtig zijn, maar
ook op de exportmarkt is alles lang geen
botertje tot den boom.
Het tuindersdorp Opperdoes, onder den rook
van Medemblik gelegen, is blijkbaar door de
crisis over het hoofd gezien. In tegenstelling met
de andere dorpen in West-Friesland is de nieuw
bouw er niet onbeduidend geweest en waar elders
voor den tuinbouw als parool gold „beperking",
hebben de Opperdoezer tuinders met medewer
king van het gemeentebestuur een belangrijke
expansie in den Wieringermeerpolder kunnen
bewerkstellingen.
Dit gunstige beeld weerspiegelt zich ook in de
gemeentefinanciën, want Opperdoes is tot dus
verre niet op rijkssteun aangewezen geweest.
Integendeel had deze kleine gemeente het
aantal inwoners bedraagt ruim duizend bij
het begin van het jaar een batig saldo in kas van
bijna zesduizend gulden, dat, naar burgemeester
De Bruyne in de laatst gehouden raadsvergade
ring mededeelde, over dat jaar nog weer met
1500 is vooruitgegaan. Geen wonder, dat de
raadsleden mitsgaders de pers hier op een
warmen zomeravond nog een verfrissching kun
nen ontvangen, welke zij niet uit eigen zak
behoeven te betalen.
Z. K. H. Prins Bernhard der Nederlanden
heeft heden de gewone vergadering van den
Raad van Beheer van de Koninklijke Neder
landsche Jaarbeurs te Utrecht in zijn functie
van koninklijk commissaris bijgewoond.
Prinses Juliana en Prins Bernhard worden
hedenavond voor een verblijf van eenigen tijd
op het paleis Het Loo verwacht.
Het vertrek van den tinbaggermolen Doe
joeng naar Ned. Oost-Indië op Donderdagoch
tend as. is vervroegd in verband met het getij
en het passeeren van de brug.
Het transport zal reeds te ongeveer half acht
Hoek van Holland verlaten.
Verschenen is het jaarverslag over 1936 van
den RK. Bouwvakarbeidersbond St. Joseph,
e beweringen van de zgn. verlich-
te, maar in werkelijkheid domme
vrijdenkerij als zouden wetenschap
en geloof zoodanig met elkander in strijd
zijn, dat de een het ander uitsluit, wor
den wel duidelijk en op een eiken goed
willende overtuigende wijze gelogenstraft
door geniale figuren als markies Mar
coni „de vader van de radio", die in
zijn drie-en-zestigste levensjaar, terwijl
de wereld nog veel van hem verwachtte
en hij zelf nog volop experimenteerde,
plotseling overleed. Deze pionier van de
radio-techniek, die voortbouwde op de
vindingen en ontdekkingen van Maxwell
en Hertz, is heel zijn leven een diep ge
loovig en trouw zoon van de Katholieke
Kerk gebleven. „Er is geen geluk zonder
geloof" placht hij te zeggen. „Niet alleen
als overtuigd katholiek, maar ook als
geleerde, geloof ik aan de macht van het
gebed. De wetenschap alleen is niet in
staat het geheim van ons bestaan te
achterhalen. Iedere geleerde weet, dat
er grenzen zijn aan de wetenschap, die
hij niet te buiten mag gaan. Iedere ge
leerde weet, dat er mysteries zijn, die de
wetenschap nooit zal kunnen oplossen.
Alleen het geloof aan een Opperwezen,
aan wien wij moeten gehoorzamen, helpt
ons moedig het geheim des levens te be
schouwen." Met zulke woorden legde de
groote wereldberoemde uitvinder gaarne
getuigenis af van de wijsheid des geloofs,
die hem vervulde en boven alle weten
schap uitgaat. Zij zijn in den mond van
hem, die zoovele geheimen van den tril
lenden aether dienstbaar wist te maken
aan de menschheid, een indrukwekkend
„credo", dat de waardigheid van den
slechts op zijn gebrekkig verstand ver
trouwenden hoogmoedigen rationalist
het zwijgen oplegt. Genie en geloof, zij
gingen harmonisch samen in dezen
hoogbegaafden en hoogbegenadigden
mensch, die door geheel de wereld ge-
eerd werd voor de onschatbare welda
den, welke zijn vindingen de mensch
heid hebben bewezen.
Het leven van Marconi leert, hoe wils
kracht en doorzettingsvermogen en ka
rakter groote moeilijkheden kunnen
overwinnen. Hij is wel-is-waar niet
als een Edison onderaan moeten begin
nen op de onderste sport van de maat
schappelijke ladder, maar toch is de
aanvang van zijn loopbaan niet gemak
kelijk geweest. Zijn vader, een welgesteld
landedelman, wilde niets van Marconi's
verlangen naar de wetenschap weten,
en Marconi heeft dan ook nooit langs
den officieelen examenweg een universi-
tairen graad gehaald. Niettemin heeft
hij getrouw aan datgene, waartoe hij
zich geroepen gevoelde, gewerkt en ge
zwoegd en onderscheidingen, schooner
en waardevoller dan het meest vleiende
testimorium na een welgeslaagd examen,
zijn zijn deel geworden. De Nobelprijs,
eeredoctoraten, en het lidmaatschap van
de Italiaansche en de Vaticaansche aca
demie erkenden zijn wetenschappelijke
verdiensten.
ok nog een andere les leert het
leven van den beroemden Itali-
aanschen uitvinder, die niet bij
toeval, maar doelbewust de eene ontdek
king na de andere deed en n.l. deze, dat
de techniek, welke vaak verantwoordelijk
wordt gesteld voor zooveel ellende in de
moderne wereld, zelf geen schuld draagt
aan het leed van onzen tijd, maar dat
de in zich goede en nuttige techniek, ge
volg van de veroveringen des geestes op
de door den Schepper ter beschikking
van het welzijn der menschheid gestelde
materie, slechs tot een ramp wordt door
de wijze, waarop sommige menschen en
machten haar misbruiken door haar te
stellen in dienst van het kwaad. Het is
niet aan Marconi te wijten, dat de radio
gebruikt wordt voor Godloozen-propa-
ganda, voor vertroebeling der internatio
nale verhoudingen, voor het verkondigen
van denkbeelden en theorieën, welke in
strijd zijn met geloof en zeden. Maar het
is aan hem te danken, dat zooveel men-
schenlevens op schepen en in vliegtuigen
konden worden gered, dat het mogelijk
is geworden de stem van de strijders voor
God en Kerk te laten klinken tot in da
verste en meest afgelegen missiegebie
den, dat zoovelen, die door ziekte of af
stand van de gemeenschap gescheiden
leven, kunnen worden getroost en ge
sterkt met het warm-hartelijk woord van
den medemensch. Marconi, die heel zijn
leven de aethertrillingen bestudeerde,
heeft in de gevoelige antenne van zijn
hart de siddering van den onverhoeds
naderenden dood voorvoeld. Bij zijn be
zoek aan Castel Gandolfo vroeg hij met
opmerkelijken nadruk aan den H. Vader,
wiens persoonlijke vriend hij was, Diens
bij zonderen zegen en enkele etmalen la
ter scheidde hij uit dit leven, de zegening
van Christus' Stedehouder op aarde mee
dragend als een laatste, ook voor de
eeuwigheid waarde hebbende onderschei
ding.
Marconi is dood, maar de overwinnin
gen van zijn geest zullen blijven leven.
Anderen zullen op zijn werk voortbouwen
en zoo lang het geslacht der menschen
zal blijven voortbestaan, zal de naam
van dit geloovig genie, van dezen gema
len geloovige, worden gezegend als die
van een weldoener der menschheid.
Ter verbetering van het bericht inzake het
verdrinkingsgeval te Hengelo (O.) dient mede
gedeeld, dat het verdronken kind niet is, zooals
gemeld, het vijfjarige zoontje van de fam. M.
Oude Groen, doch het vierjarige zoontje van de
familie J. Mulder uit de Helenastraat.