Een portefeuille verdween....
De Vierdaagsche
begint!
I %ocöltTicoit!
Uit de Pers
EEN JAAR
IN HET WOUD
GEHEIMZINNIGE ZAAK
TE HAARLEM
<v f
DINSDAG 27 JULI 1937
Handelaar in bouwmaterialen
bezocht vele café's en was
ten slotte f 350 kwijt
In behandeling bij het
Hof te Amsterdam
Langdurige rondrit
Belangrijke verklaring
Uit voorloopige hechtenis
ontslagen
Kerkelijk leven
VRIJWILLIG NAAR DUITSCH-
LAND GEGAAN
Antwoord op vragen betreffende
de gebr. Holland
STEUN TONGVISSCHERIJ
Uit het Landbouwcrisisfonds
DOODELIJKE VAL
Geen audiëntie
EM.-P ASTOOR H. J. BERKEL-
MANS t
PRINSELIJK PAAR
TE SOESTDIJK
VIERDE INTERN. VLIEGWEEK
TE ZURICH
Bijzondere poststempel voor het
Intern. Kath. Esperantocongres
Luchtvaarttentoonstelling „Avia"
Aardappelziekte
Een leger van 4400 wandelaars
is Nijmegen binnengetrokken
De voorpret
I
Door trein overreden
en gedood
Het slachtoffer laat een vrouw
met negen kinderen na
Verreschrïjver bij den
telegraafdienst
Uitbreiding van het gebruik in
vergevorderd stadium van
voorbereiding
R.K. Mulo-examens
Hoofdakte-examen
Notarieel examen
Stuurlieden-examen
Boekhouden M.O. K XII
DE KRANT EN WIJ
De „O. 12'
R. K. Kerkmuziekschool
UIT DE STAATSCOURANT
Landbouwhoogeschool
Onder scheidingen
Visschery
Financiën
P.T.T.-.bestuur
DOOR
PAUL
KELLER
n
De vacantiekamer van het Amsterdam-
•che gerechtshof heeft zich Maandag ge
durende een groot deel van den dag bezig
gehouden met een beroovingszaak, voor
zoover daarvan althans, gezien het element
van twijfel, dat bij dd behandeling op den
voorgrond kwam, gesproken kan worden.
Verdachte was de 39-jarige kellner G. S.,
die in hooger beroep was gekomen van een
vonnis der Haarlemsche rechtbank, waar
bij hij wegens diefstal van een portefeuille
met oan. een bedrag van 350 aan bank
biljetten, was veroordeeld tot één jaar ge
vangenisstraf.
De benadeelde partij in deze zaak was een
handelaar in bouwmaterialen, die bij de ex
ploitanten van vrijwel alle café's in Haarlem
een wit voetje heeft vanwege de groote verte-
'togen, welke hij er gewoonlijk pleegt te ma
ken, Hij staat in zulk een goed blaadje, dat
Pij, zelfs als hü zooveel „gebruikt" heeft, dat
Pij tot betalen niet meer in staat is, vrijelijk
verdwijnen kan. De rekening krijgt hij een
Pag of wat later aangeboden en deze wordt dan
Prompt voldaan.
Zoo was deze man ook op den ochtend van
1(5 Februari jJ. van zijn kantoor gegaan, met
Pi zijn binnenzak een portefeuille met o.m. het
fermelde bedrag, dat hij naar de bank wilde
i brengen.
Inplaats van echter dadelijk naar de bank
fe gaan, stevende hij een café f#n de Boter
markt binnen, waar hij behalve den kastelein,
Plens zoon den verdachte S. in deze zaak
Aantrof, zoomede een goeden kennis van laatst-
ïenoemde, zekeren P., ook kellner van beroep.
De handelaar nam met S. en P. aan een ta
feltje plaats, waarna hij op de noodige borrels
^acteerde. Om half drie liet de handelaar een
fexi bestellen, naar hij zeide, om daarmede
'log verschillende andere café's te bezoeken,
"'aar hij klanten hoopte aan te treffen, van wie
Pij geld had 'te vorderen. Toen de taxi voor
kwam moest de chauffeur nog twee uren wach-
fen, eer de handelaar, die voortgegaan was met
Pet tot zich nemen van de noodige hartver
sterkingen, aanstalten maakte tot vertrek.
Deze chauffeur verklaarde voor het Hof ge-
t'en te hebben dat zijn klant uit zijn porte
feuille de gemaakte verteringen betaalde. De
Pandelaar zelf kon zich hiervan niets meer
PerinnerenToen hij eindelijk met de taxi
vertrok, gingen de beide kellners als zijn „gas-
fen" met hem mede.
Al spoedig werd bij een ander café aange
legd, waar allen zich naar binnen begaven en,
ferwijl de chauffeur limonade dronk, de an
deren zich aan meer geestrijk vocht te goed
leden. De toestand van den handelaar was
inmiddels van dien aard, dat hij in dit café,
Poch in de vele andere, die hij later bezocht,
Petalen kon, hetgeen, zooals gezegd, geen be
daar was, omdat hij, naar alle kasteleins wis-
fen, goed voor zijn geld was, zoodat derhalve
Pe portefeuille niet voor den dag kwam. Na
Pet vertrek uit het tweede café trok de kell-
Per P. zich uit het gezelschap terug; de han-
Pe laar en verdachte S. zetten hun tocht met
Pen chauffeur voort. Opnieuw werden verschil
lende café's bezocht, in een waarvan het tus-
Sehen den handelaar en S. tot een stoeipartij
kwam, waarbij beiden op den grond terecht
kwamen.
's Avonds acht uur werd de zakenman bij zijn
Pantoor afgezet. Hij bleef daar echter niet
feng, doch trok opnieuw de stad in, waar
Pij een aantal andere café's bezocht.
Verdachte S. was toen niet meer in zijn ge
selschap; deze had zich bij het kantoor van
Pen handelaar verwijderd met de mededeeling.
Pat hy nog werken moest. Inderdaad verscheen
Pij bij zijn patroon, die hem voor een extra-
Avond had aangenomen, doch die hem, be-
Pierkende dat hij onder invloed was, had weg
gezonden.
S. keerde echter nog eenmaal terug, dit-
Piaal als klant, terwijl hij ook nog andere café's
Pezocht en zich later op den avond per auto
Paar Amsterdam begaf, waar hij eveneens de
p-'oemetjes buiten zette en eerst des nachts
ter taxi naar Haarlem terugkeerde. Er kon,
'°en hy politie in de zaak gemengd werd, wor
den vastgesteld, dat hij twee malen met een
bankbiljet van 10 en eenmaal met een van
t 25 betaald had.
Op den ochtend van den 17den Februari deed
Pe handelaar in bouwmaterialen bij de politie
Aangifte, dat hem zijn portefeuille ontstolen
"as, waarbij hij van den inhoud nauwkeurig
°Pgave deed.
Verdachte S. werd op het bureau ontboden
Pp terwijl hij verhoord werd, werd in zijn wo
ning een huiszoeking verricht.
In zijn slaapkamer vonden de recher
cheurs een broek en in den zak van deze
broek een kilometerafstandsboekje en een
rijbewijs op naam van den bestolen han
delaar, in welk voorwerp een biljet van
tien gulden was opgevouwen. Zoowel van
het boekje als van het rijbewijs stond vast,
dat deze deel hadden uitgemaakt van den
inhoud van de portefeuille.
Voor het Hof hield verdachte, die reeds
eenige maanden in voorloopige hechtenis door
gebracht heeft, zijn onschuld vol.
Een in het onderzoek belangrijke verklaring
a décharge werd afgelegd door de op verzoek
van den verdediger, mr. B. W. Stomps, uit
Haarlem, gedagvaarde zuster van den ver
dachte. Het meisje verklaarde, dat zij de wo
ning van verdachte schoon houdt en zich ook
op den ochtend van den 17den Februari naar
zijn huis had begeven. Verdachte was toen
reeds naar zijn werk.
Terwijl zij in de woning bezig was, kwam er
bezoek van den kellner P., die den vorigen
avond een klein deel van het „uitstapje'' had
meegemaakt. P. maakte met het meisje een
praatje, waarbij hij mededeelde, hoe hij den
avond had doorgebracht en en passant de op
merking maakte dat de handelaar wat verloren
had.
„Wat dan"? vroeg het meisje.
„Een sigarettenpijpje", antwoordde P.
Doorgaande met Haar werk zag het meisje
nog, dat P. bij de radio ging zitten. Of P. in
de slaapkamer is geweest weet zij niet.
De patroon van verd. verklaarde, zich niet te
kunnen voorstellen dat verd. zich aan beroo-
ving schuldig heeft gemaakt.
De procureur-generaal mr. D. Reilingh, zeide
het noodzakelijk te achten, dat, gezien de
nieuwe gezichtspunten, welke zich hebben voor
gedaan, ook de kellner P. gehoord zal moeten
worden.
Na geruimen tijd in raadkamer te zijn ge
weest, bleek het Hof dit eveneens noodzakelijk
te achten, in welk verband de Haarlemsche re
chercheur, die in deze zaak mede als getuige
was opgetreden, opdracht kreeg, P. aan zijn
adres te Haarlem te gaan halen en als getuige
voor te brengen.
De verdere behandeling werd daarna ge
schorst tot 's middags vier uur.
Eerst te ongeveer kwart voor vijf, werd de
zitting van het Hof heropend, waarna de pro
cureur-generaal mededeelde, dat het niet ge
lukt was, den kellner P. te Haarlem te vinden.
Waarschijnlijk was hij de stad uit. Spr. ver
zocht daarop, de stukken voor een nader on
derzoek in handen van den rechter-commis-
saris te stellen.
Nadat mr. Stomps verdachte's onmiddel
lijk ontslag uit de voorloopige hechtenis
had gevraagd, deelde de president, na kort
beraad met de raadsheeren, als beslissing
van het Hof mede, dat de stukken in han
den van den rechter-commissaris zullen
worden gesteld, op grond van een noodzake
lijk nader onderzoek op het punt, of de
kellner P. op den ochtend' van den 17den
Februari in de woning van verdachte is
geweest en wat hij daar heeft gedaan. Te
vens beval het Hof verdachte's onmiddel
lijk ontslag uit de voorloopige hechtenis
op grond van het niet meer aanwezig zijn
der redenen, die destijds tot de verzekerde
bewaring hebben geleid.
Ten vervolge op de beantwoording van vra
gen van 't liberale Tweede Kamerlid Boon be
treffende het doen van stappen bij de Duit-
sche regeering tot onmiddellijke invrijheidstel
ling van de door Duitsche beambten gearres
teerde gebroeders Holland, heeft de minister
van Buitenlandsche Zaken a.i., dr. H. Colijn,
medegedeeld, dat uit het ingestelde onderzoek
naar aanleiding van de gevangenneming in
Duitschland op 27 Maart 1937 van de Duitsche
onderdanen A. Th. en J. H. Holland, eerstge
noemde wonende te Twistede, is gebleken, dat
deze vreemdelingen vrijwillig naar Duitsch
land zijn gegaan naar aanleiding van een hun
door een Duitschen douanebeambte mondeling
overgebracht verzoek om met een anderen hun
bekenden Duitschen douanebeambte te komen
spreken.
Deze beide Duitschers, die zich uit hoofde
van hun beroep herhaaldelijk in Duitschland
bevonden, hebben niet gevraagd, waarover de
douanebeambte hen wenschte te spreken en
zijn, na het vertrek van den eersten douane
beambte, op eigen gelegenheid naar Duitsch
land vertrokken, alwaar zij vervolgens zijn aan
gehouden. Na 4 weken is J. H. Holland in vrij
heid gesteld, terwijl zijn broeder A. Th. Hol
land, die in Duitschland nog een gevangenis
straf van 3 maanden te goed had, in ver
zekerde bewaring gehouden is.
Uit het Landbouwcrisisfonds wordt steun ver
leend aan hen„ die als georganiseerden bij de
Nederlandsche visscherij-Centrale zijn aange
sloten en als zoodanig zijn toegelaten in de
groep „eigenaars en/of gebruikers van zee- en
kustvisschersvaartuigen", tot een maximumbe
drag van 8.292.61.
De steun zal bedragen 0.0147 per kg., ge
durende het tijdvak van 1 April 1937 tot en met
30 Juni 1937 in de aanvoerplaatsen Amsterdam,
Den Helder, Rotterdam, Scheveningen (gemeen
te 's-Gravenhage), IJmuiden (gemeente Vel-
sen) en Zoutkamp (gemeente Ulrum) aange
voerde tong.
De steun zal niet worden uitgekeerd voor tong,
welke kleiner is dan 23 c.M.
Dezer dagen had de 22-jarige landbouwer M.
J., te Reek, het ongeluk van een hooiwagen te
vallen. Met gebroken halswervels werd de jonge
man opgenomen en naar het ziekenhuis ver
voerd, waar hij aan de gevolgen van het be-
kcmen letsel is overleden. Het slachtoffer was
ongehuwd.
De gewone audiëntie van den minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zal op
Maandag 2 Augustus e.k. niet plaats hebben,
De minister van Binnerilandsche Zaken zal
gedurende de maand Augustus geen audiëntie
verleenen,
Te Raamsdoiikveer is overleden de zeereerw.
heer H. J. Berkelmans, em.-pastoor vanRaams-
donkveer.
De thans overledene werd geboren te Oister-
wijk 29 Januari 1862, studeerde aan de Semi
naries van het Bisdom den Bosch en werd
priester gewijd 26 Mei 1888.
Achtereenvolgens was hij assistent te Ooy en
Persingen, kapelaan te Someren en te Erp. In
1917 werd: hij pastoor te Raamsdonkveer. Ver
leden jaar nam hy emeritaat.
Maandagavond zes uur zijn Prinses Juliana
en Prins Bernhard per auto van Het Loo ten
paleize Soestdijk aangekomen.
De vierde internationale vliegweek te Zürich
werd, zooals bekend, ingeleid met een stervlucht,
waarvoor zich 64 deelnemers hadden aangemeld,
van wie zich evenwel 16 voor den start nog had
den teruggetrokken. Drie vliegers waren niet
vertrokken, terwijl vier anderen moesten worden
uitgesloten wegens niet nakoming der voor
schriften.
Een en veertig vliegers hebben dus aan den
wedstrijd deelgenomen van wie drie hebben op
gegeven, zoodat 38 deelnemers den tocht hebben
volbracht.
Winnaar werd Cement (Frankrijk)vertrokken
van Buc (Parijs). De Nederlander Wemink werd
zesde.
Winnaar bij het kunstvliegen, waaraan door
drie vliegers werd deelgenomen, werd de Tsjecho-
Slowaaksche luitenant Novak met 145,5 pnt. De
snelheidswedstrijd werd gewonnen door den
Duitscher Francke met een gemiddelde snel
heid van 409,64 per uur. Generaal Udet (Duitsch
land) moest wegens motordefect opgeven.
De Italiaansche en Fransche ploegen leverden
opmerkelijke prestaties bij de escadrille-vluch
ten.
Ter gelegenheid van het Internationaal Ka
tholiek Esperanto-congres I.K.U.E. zal van 2 tot
en met 6 Augustus a.s. in de Ridderzaal te Den
Haag een tijdelijk bijkantoor der P.T.T. geves
tigd zyn. De aldaar ter post bezorgde corres
pondentie zal van den afdruk van een byzonde-
ren stempel worden voorzien.
De minister van Waterstaat, ir. mr. dr. J. A.
M. van Buuren, zal as. Vrydag, half twaalf, de
Luchtvaarttentoonstelling Avia op Houtrust
openen.
In het etmaal van 's avonds 24 tot 's avonds
25 Juli is in Noord-Holland tussehen Hoorn en
Enkhuizen de weersgesteldheid kritiek geweest
voor het optreden van aardappelziekte, in het
midden van het land kritiek, behoudens wel
licht te weinig dauw.
NIJMEGEN, Maandagavond.
Nijmegen, de gezegende stad, een der weinige
plaatsen in Nederland die uit het zomer-touris-
me een aanzienlijke bron van inkomsten kun
nen maken, heeft vandaag het getal van haar
gasten weer met eenige duizenden zien ver
meerderen. Het zijn eenvoudige, pretentielooze
gasten, die niet lang zullen blyven en ieder
afzonderlijk ook niet veel zullen verteren, maai
hun komst is niettemin een gebeurtenis, die tot
der, roem van Nijmegen veel bijdraagt en waarin
de heele bevolking meeleeft. Het zyn de deel
nemers aan de intern, vierdaagsche afstands-
marschen, die vanavond weer bezit zullen
nemen van hun tenten en kazernekamers om
morgen vroeg uit te rukken voor de eerste van
de vier groote wandelingen die het hoogtepunt
vormen van de wandelsport-beoefening in Ne
derland. Vandaag zyn zy in Nijmegen binnen
gekomen; voor zoover zy de sport collectief
beoefenen met vliegende vaandels en slaande
trom, waardoor in de stad reeds van den vroe
gen morgen af een martiale sfeer hangt.
Anderen, die individueel deelnemen, zyn met
minder vertoon naar de kazerne der Koloniale
reserve gewandeld, waar alle deelnemers, „bur
gers" zoowel als militairen, zich vandaag moes
ten melden.
Die kazerne leverde vandaag een aanblik als
geen enkele andere kazerne. De kolonialen, de
gebruinde soldaten met hun platte petten eu
hun khaki-uniformen, hebben het grootste deel
var. him domein moeten afstaan. Zy gaan ver-
Toren in de bonte menigte die vandaag het
binnenplein der kazerne bevolkt. De menigte
te beschryven is even moeiiyk als de bevolking
var. Nederland beschrijven, want alle groepen
alle rangen en standen, zyn er vertegenwoor
digd. Natuurlyk nemen de militairen nog een
voorname plaats in, want van welhaast alle
garnizoenen in ons land is een flink detache
ment naar Nijmegen gekomen. Maar tussehen
de gryze en blauwe uniformen van land- en
zeemacht mengen zich die van vele burgerwach
ten, de witte en ander-kleurige hemden van
burger-deelnemers en niet het minst ook de
zomerjurken van de meisjes beter gezegd: de
vrouwelyke deelnemers, want er zijn oudere
dames bij zoogoed als de mannelijke veteranen
mannen met baarden een element vormen
dat by de vierdaagsche nooit gemist wordt.
En daar op die binnenplaats beleven velen de
eerste blijde sensatie van het vierdaagsche wan-
delfeest: het weerzien. Want er is een groot
contingent vaste klanten, die ieder jaar terug
komen, getooid met de vroeger behaalde eere'
teekenen. Zy vormen een soort hiërarchie. Daar
zyn er ruim zestig die het gouden kruis drager-,
ten teeken dat zy reeds 10 of méér malen de
vierdaagsche geloopen hebben. Velen dragen
het zilveren kruis, dat zy na hun vyfde vier
daagsche gekregen hebben. En verder kan men
aan het cyfer op het draaglint der onderschei
dingen zien, hoeveel maal de bezitter reeds van
de partij geweest is. Dat steeds terugkomen van
begeesterden vormt het beste bewys voor de be
koring, die van deze dagen uitgaat. Daardoor
komt het ook, dat het getal deelnemers ieder
jaar toeneemt. Vorig jaar waren er 3700, thans
ruim 4400. Behalve deze deelnemers zyn er dan
nog verzorgers en verzorgsters van detachemen
ten, ten getale van 120, en voorts een groot-
aantal officials, die tot den staf van den leider
kapitein J. A. Breunese bs/iooren: controleurs,
doktoren, hospitaalsoldaten, masseurs en mas
seuses enz.
Het onderbrengen van dat leger brengt na
tuurlijk problemen mee: de dames moeten voor
hun eigen logies in de stad zorgen, maar d?
mannen worden collectief gehuisvest in de ka
zerne-gebouwen of in het tentenkamp, dat op
het Molenveld, achter de kazerne, is opgesla
gen. Voor het eerst zijn dit jaar ook deelnemers
in de infanterie-kazernes aan den Graafschewep
ondergebracht.
Veteranen en nieuwelingen doen niet voor
elkaar onder in opgewektheid en feestvreugde.
Vandaag, nu allen nog frisch zyn, nemen zij
hun kans waar: morgen immers hebben zij er
al 55 K.M. op zitten en moeten zij vroeg naar
bed. Maar de vóóravond wordt een feest voor
heel Nymegen. Alles concentreert zich in en
rondom „De Vereeniging" het prachtige socië-
teisgebouw aan het Keizer-Karelplein. Daar
geeft de Marine-kapel 's avonds haar traditio
neel concert, daar zoekt het Vierdaagsche-legec
reeds bij voorbaat koele lafenis voor de warmte
en vermoeienis die nog komen moeten. En bin
nen, in de groote zaal, is het een drukte van
belang. Er is dansmuziek en er is zóóveel animo,
dat dansen van den beginne af aan is uitgeslo
ten: op den dansvloer worden massale krijgsdan
sen uitgevoerd, waarvan Terpsichore zou gru
wen en het is maar gelukkig, dat de heele ge
legenheid gelijkvloersch is, want het draagvermo
gen van het parket wordt zwaar op de proef
gesteld
Zoo uit zich den eersten avond het enthou
siasme der Vierdaagsche-loopers en hulde ver
dient de Nymeegsche bevolking, verdienen de
Nijmeegsche meiskes bovenal, die hen daarbij
zoo tegemoetkomend helpen. Voorwaar, bij de
Vierdaagsche kan men niet spreken van .stilte
voor den storm".
Nf.DERL-
«EtDE KS
Maandag is op de spoorbaan naby de
spoorbrug te Bareveld, by Wildervank, het
deerlyk verminkte lijk gevonden van den
42-jarigen haringkoopman G. B. Timmer,
afkomstig uit Winschoten.
Timmer, die jaarlyks de veemarkt te Wilder
vank bezoekt, lag hier met zyn schuit.
By onderzoek is gebleken, dat de man Zon
dagavond door den laatsten trein, die om 10.10
uur uit Stadskanaal naar Zuidbroek was ver
trokken, is aangereden en op slag gedood.
Het slachtoffer laat een vrouw met negen kin
deren achter
Naar het Handelsblad verneemt, bevindt zich
in vergevorderd stadium van voorbereiding een
uitbreiding van het gebruik van de tele-type
(verreschryver) bij den Rykstelegraafdienst
Voornamelyk zal deze uitbreiding worden toe
gepast op het telegraaf verkeer met het bui
tenland.
Het Amsterdamsche telegraafkantoor maakt
reeds van de tele-type voor buitenlandsche te
legrammen gebruik, maar binnen afzienbaren
tijd zullen Haarlem en IJmuiden volgen, waar
voor de noodige installatie-werkzaamheden al
gereed zijn. Verder zullen in de naaste toe
komst ook Leeuwarden, Arnhem, Enschede,
Utrecht en Groningen de beschikking krijgen
over tele-type-apparaten voor de afwikkeling
van het telegraaf-verkeer met het buitenland.
Genoemde provinciale telegraafkantoren zullen
dan tevens hun telegraafverkeer met Amster
dam per tele-type gaan afwikkelen.
AMSTERDAM. Geslaagd voor diploma A: J.
v. d. Aart, J. Borgers, P. Gauw, J. Hendriks, P.
Stikkelman, L. Toes, T. de Barbanson, allen
Den Helder; F. Borghols, J. Coffeng, J. Dur, J
Heeres, J. Heukeshoven, W. Kok, J. v. d. Ven,
B. Breurkens, E. Brugman, C. Eisenberg, H.
Kraijenhaide, H. v. d. Nooy, J. Tielens, L. Ver
voort, allen Amsterdam.
Geslaagd voor diploma B: Th. Draat en A,
Coffeng, beiden Amsterdam.
Afgewezen 5 cand. (2 B-cand.).
's GRAVENHAGE. Geslaagd de heeren A. Th.
Tournay, J. Lamens, H. C. Koopman, allen te
Den Haag, H. J. Voorn, Sassenheim en D. W
Wybenga, Katwyk aan Zee.
's GRAVENHAGE. Geslaagd voor deel I de
heer P. C. J. Beijnen te Den Haag en voor deel
II de heeren R. Zadoks te Amsterdam en S. G.
Uiterwaal te Abcoude.
's GRAVENHAGE. Geslaagd voor tweeder.
stuurman groote stoomvaart A. J. van Hulsen-
top. Voor derden stuurman groote stoomvaart
J. Baarschers en C. C. Hederik, en voor stuur
man kleine stoomvaart B. Veenhoven.
GRAVENHAGE. Geslaagd de dames M. van
der Graaf, Amsterdam; W. Holstege-Teunissen,
Rotterdam; N. Koning, Utrecht en C. Peperzak.
Hilversum; en de heeren H. Appelo. Zwartsluis;
A E. Beekman, Amsterdam; G. Bessels, Am
sterdam; J. Botman, Bovenkarspel; J. W. Bud-
de, Deventer; P. Burky, Rotterdam; P. F. Cré-
man, Parijs; A. van Dam, Utrecht; J. H. M.
Derksen, Amsterdam; J. Ferdinandusse, Goes:
A. Floors, Deventer; G. H. van de Riet, Hellen-
doom; M. C. J. Visscher, Zwolle en F. P. M.
van Weegen, Raalte.
Onder dit opschrift schryft De Leidsche Cou
rant om.:
In Nederland v«ordt als regel geen geld als
steun voor de Katholieke pers gevraagd; er
wordt voor heel veel „gecollecteerd", maar niet
voor de Katholieke pers!
En zóó is de toestand eigenlijk goed!
Wy moeten, als wy over het vraagstuk van
de pers ons oordeel geven, er de aandacht op
gericht hebben, dat een krantenonderneming
drie zyden heeft: een zakelyke, een techni
sche, een geestelijke.
Wij willen betoogen, dat het eigenlijk goed
is, dat ten onzent voor de Katholieke pers niet
wordt gecollecteerd! Die toestand is goed, om
dat een krantenbedryf op de eerste plaats moet
zyn wil het een zoo groot mogelyk nuttig
effect sorteeren een zakelijke onderne
ming.
Maar dit wil toch geenszins zeggen, dat de
oud-journalist rector Thompson ongelyk had,
toen hü in „De Maasbode" enkele jaren geleden
wees op het verbazingwekkende in dit feit,
dat Katholieken in hun testamentaire beschik
kingen denken aan wel honderd instellingen,
die zy met een legaat begiftigen, maar dat
voor zoover ons bekend de eerste nog moet
sterven, die een legaat vermaakt aan een Ka
tholiek dagblad! Dit feit getuigt zeker, om een
verstaanbaar Duitsch woord te gebruiken van:
„Verstandnislosigkeit". Want, al is een kran-
tenbedrijf een zaak, die uit en door zichzelf
moet rendeeren: er kunnen omstandigheden
zyn, die dat niet mogelijk maken, en deze
overweging is hoogst belangrijk het kan noo-
dig zijn en het is altyd nuttig, als een Katho
liek dagblad de geestelijke zijde méér kan
uitbreiden, méér kan vervolmaken, dan de z a-
k e 1 ij k e zyde van het bedryf eigenlijk zou ge-
doogen. Wie voor dat doel het hem door God
geschonken of gelaten geld besteedt, werkt wel
op de meest doeltreffende wyze mede aan de
uitbreiding van het Rijk Gods, voor welk doe!
ten slotte ons al het stoffelijke is geschonken.
Blykens een by 't departement van Defensie
binnengekomen telegram is Hr. Ms. „O 12" op
24 Juli van Port of Spain vertrokken.
In het bericht over de examens aan de Ned.
R. K. Kerkmuziekschool „St. Caecilia" leze men
in plaats van R. Kaag uit Wervershoof: W. van
der Veen uit Utrecht.
By beschikking van den minister van Econo
mische Zaken van 23 Juli is voor het tydvak
van 1 Augustus 1937 tot 1 Augustus 1938 weder
benoemd tot tijdelyk vast-assistent aan de
Landbouwhoogeschool te Wageningen, dr. A. J.
P. Oort aldaar;
is, voor het tydvak van 1 Augustus 1937 tot
1 Augustus 1938 weder benoemd tot assistent
aan de Landbouwhoogeschool te Wageningen
en werkzaam gesteld aan het daaronder ressor-
teerende laboratorium voor bloembollenonder-
zoek te Lisse, dr. L. Algera, aldaar.
Toegekend is de aan de orde van Oranje-Nas-
sau verbonden eere-medaille in zilver aan mej.
J. M. van den Heuvel, hoofdjuffrouw bij de
N.V. Ewald Behle's bakkeryen te Rotterdam.
De gouden eere-medaille, verbonden aan de
orde van Oranje-Nassau, by bevordering, toe
gekend aan: E. M. N. Vacano, commandant van
de burgerwacht, te Zuilen.
Te rekenen met ingang van 1 Januari 1937,
is benoemd tot voorzitter, tevens secretaris-pen
ningmeester by het bestuur der visscheryen op
de Zeeuwsche stroomen te Middelburg, mr. H.
van der Beke Callenfels, thans voorzitter van
gemeld bestuur.
By beschikking van den minister van finan
ciën is de inspecteur der registratie en domei
nen J. Jaarsma verplaatst van Assen naar Den
Haag en toegevoegd aan het hoofd van de in
spectie der successie aldaar en de inspecteur
der registratie en domeinen J. Kamerling van
Sneek naar 's-Gravenhage en toegevoegd aan
het hoofd van de inspectie der successie aldaar.
Met ingang van 16 Juli 1937 is in vasten dienst
benoemd tot adjunct-commies bij het hoofd
bestuur der posteryen, telegrafie en telefonie
E. P. M. van Praag, thans op voet van arbeids
overeenkomst werkzaam by genoemd hoofdbe
stuur.
Met ingang van 1 Augustus 1937 zijn benoemd
tot referendaris der Posteryen, Telegrafie en
Telefonie A. W. J. Stofkoper en J. Veen, thans
referendaris 2e klasse der Posterijen, Telegrafie
en Telefonie.
..Twee en dertig jaar woon ik in het huisje.
er is byna niets meer aan het huis, dat ik niet
ïelf gemaakt heb.... de planken en de posten
®h het dak. En nu.... er uit!"
„Krügel," zeg ik, „kun je niet in een ander
buis trekken?"
Hy schudde het hoofd.
„Geen mensch, die me neemt. Dan moet ik
dier vandaan. Maar hier vandaaneer
dereerder
Hy keert zich om en gaat weer den bergweg
daar beneden. Ik roep hem nog na; maar hij
boort me niet meer.
Nu sta ik alleen op straat. Ginds by het hek
dgt de half vernielde bobslee van den jongen
fonisch. Het hek omgeeft het erf van vrouw
feanke, de koopvrouw. Zy is de moeder van
®üsabeth Ranke. Terwyl ik opkijk, zie ik het
d'eisje met diep-ernstig gezicht en wyd open
sperde oogen voor een open raam staan. Als
bemerkt, dat ik haar zie, verdwynt ze.
Eindelijk haal ik myn eigen slee, doch weet
Aanvankelijk niet, wat ik doen zal. Tenslotte
rek ik myn slee weer den berg op. Twee, drie
®leden passeeren. Dan komt Erica Isenloh. Ik
°ud haar aan.
„Juffrouw Isenloh, ik meet u spreken. Bene
den bij de houtzagery zyn hoogst betreurens
waardige dingen voorgevallen. Alstublieft, rydt
u vooruit, ik volg, en beneden op den straat
weg praten we met elkaar!"
Wy wandelen over den effen straatweg naast
elkander voort, de sleden achter ons aantrek
kend. Ik vertelde haar, wat ik had meegemaakt.
Erica hoorde my met toenemende opwinding
aan. Tenslotte bleef ze staan.
„O Hemel! En ik ben van al dat verschrik-
kelyks de schuld!"
„U bent niet de schuld, Erica! Hoezoo? Zelfs
de oude, woedende Bönisch zal moeten toege
ven, dat, als het niet door het sleeën was ge
beurd, het op een andere manier gebeurd zou
zijn!"
We liepen door.
„U begrijpt wel, Erica, het zou wat moois zyn
als alle nieuwigheden, alle vooruitgang en
dat is nu eenmaal de invoering van de slede-
sport in een bergstreek moest worden tegen
gehouden, alleen omdat daardoor eenige slui
merende veeten sneller tot gisting en uitbars
ting komen. Ik ga rustig met sleeën door!"
„Ik niet, ik doe het nooit meer!"
„Ik begrijp u niet, juffrouw Isenloh!"
Dit meisje was zeker vry van alle ongezonde
mentaliteit; maar zy was nu te zeer geschokt,
haar geweten verontrustte haar.
„Het is niet alleen om die nieuwe sport, het
is omdat ik me het lot van Lianca heb aan
getrokken."
i ..Begint u aan uw mooie tdak te twyfelen?"
„Ja! ik heb het gevoel alsofalsof ik een
rotten appel tussehen gave gelegd heb!"
Een oogenblik liepen wy zwygend voort. Ik
zocht naar een passend antwoord. Toen haalde
zy diep adem en zei:
„Ach neen! Ik wil toch niet laf worden. Mis
schien was het verkeerd, misschien was het
te haastig zooals ik het met Bianca geprobeerd
heb. I khad ze niet dadelyk op gelyken voet
met de anderen moeten behandelen. Omdat
zij mee-sleede, zijn drie fatsoenlijke meisjes
weggebleven, onder andere Elisabeth Ranke, om
wie het me het ergste spijt. Laatst, toen ik in
twijfel verkeerde of Bianca moest mee-sleeën,
dacht ik. Zijn dan de anderen heiligen wegge-
loopen, toen Magdalena in den hemel kwam?
Moeten onze boerenmeisjes van de baan weg
blijven, alleen omdat Bianca meedoet?"
„Uw gedachtengang is ontroerend, beste juf
frouw Isenloh!"
Zij zuchtte.
„Ach, ik had het mis! Magdalena was geen
zondares meer, toen zy in den hemel kwam. Zij
had jaren lang over haar-zonden geweend en
had genade gevonden!"
Over haar open, eeriyk gezicht gleed een
diepe schaduw van droefheid.
„Ik zal helaas nog wel veel verkeerd doen.
Ik ben nog jong. Jonge geneesheeren veroor
zaken menigmaal den dood van hun patiën
ten."
Ik bewonderde dit jonge, ernstige meisje.
Eindelyk wist ik haar iets te antwoorden:
„Ja, juffrouw Isenloh, ik herinner me de
parabel van den goeden herder. Die ging toch
het eene verloren schaap na en liet er negen
en negentig in de woestyn acher."
Zy dacht na.
„Ik zal Bianca niet loslaten," zei ze. „Het
is moeilijk."
„Ja, juffrouw Isenloh, ik geloof, dat paeda-
gogische vraagstukken de moeilijkste zyn, die
er bestaan."
ZESDE HOOFDSTUK
Ik begaf my met m'n bobslee naar de „Drui
ventros." Ik was er de eenige bezoeker. Een der
meisjes, het was Maaltje, naar ze me zei, kwam
by me zitten. Ik vertelde haar van het gebeurde
bij de houtzagery. Over enkele dagen zou het
toch overal bekend zyn.
Toen zei ze: „De oude Krügel is straks hier
geweest. Hy vertelde me, dat de oude Bönisch
hem uit zyn huis wil zetten. Hy heeft 'n heelen
liter jenever gekocht. Ik wilde het hem eerst
volstrekt niet meegeven, maar hy hield niet
op
„U had hem de jenever toch werkelijk niet
moeten meegeven!"
„Ach wat! Hij doet wel vaker zoo. Dikwijls
drinkt hy weken lang geen druppel en dan in
eens weer dagen aan 'n stuk."
„Dus een kwartaaldrinker! Zyn vrouw moet
zoo'n soort waarzegster zyn?"
„Ja, die verdient meer geld met haar kaart-
leggen, dan Krügel met zijn byl. Van heinde
en ver komen de menschen naar haar toe, vooral
deftige dames uit de stad."
„Nu ja, dat zyn dan ook vaak de meest
imbeciele!"
„O, maar de oude vrouw Krügel heeft het
dikwijls by 't rechte eind. Sterfgevallen voor
spelt ze 't zekerst. Het is dikwyls angstwekkend,
zooals dat uitkomt!"
„U moest aan dergelyke dingen geen geloof
hechten, juffrouw Maaltje! Maar nu iets an
ders: Elisabeth Ranke schijnt het buurmeisje
te zijn van den houtzager Bönisch."
„Ja, de jonge Bönisch had het vroeger erg
op Elisabeth begrepen. Liesel is dan ook 'n heel
knap meisje. Ze is zelfs twee jaar in de stad
op school geweest. Ze heeft Emil nog altijd on
zinnig lief. zyn vader, de houtzager, heeft zich
niets van hebben, dat zyn zoon maar de doch-
tegen deze verloving altyd verzet, hy moest er
ter van een koopvrouw zou krygen. Emil was
koppig en liet Liesel niet los. Toen moest hij
onder dienst; in de stad ontmoette hy Bianca,
die er diende, en toen hy daarna thuis kwam,
was het uit met Liesel. Nu is het zóó geloopen.
Dat heeft de oude er nu van. Met Liesel was
hy duizendmaal beter af geweest."
Het was avond geworden. Toen ik buiten
kwam, bemerkte ik, dat de wind was gedraaid
en zeer in hevigheid was toegenomen.
Zuidenwind! Dooiwind! Nu zou het met de
sleebaan toch afgeloopen zyn geweest. Erg
jammer was het niet!
De „Druiventros" lag beneden in de dallengte;
ik moest dus tegen de Zuidelijke helling op om
mijn huis te bereiken. Maar het was alsof een
onbekende macht my dwong, weer de noorde-
lyke helling, naar de hut by het moeras te
bestygen.
De oude Krügel liet me niet met rust. Wan
neer zoo'n vereenzaamde, hulpelooze ziel door
een groot ongeluk getroffen wordt, zooals de
angst uit het oude, vertrouwde, geliefde huisje
te worden gezet, kan er iets ernstigs gebeuren.
Temeer nu de oude man zooveel jenever had
meegenomen. Ik besloot Krügel niet eerst een
verschrikkeiyken nacht te laten loormaken, maar
hem dadelijk te gaan opzoeken en hem een
voorstel te doen. Hij moest Bianca weer in de
stad in betrekking doen. Ik zelf zou haar aan
een goede, behooriyke betrekking helpen. Als
op deze wyze dan de steen des aanstoots ver
wijderd was, zou ik den houtzager verzoeken,
de oude Krügels in hun huisje te laten blijven.
Ik weet niet hoe, maar het schoot mij te bin
nen, dat een dergelyke regeling ook de goed
keuring van Erica Isenloh zou wegdragen.
Misschien bloeide als mijn plan lukte
ook voor Elisabeth Ranke het gestorven geluk
weer op!
De zuiderstorm woei in myn rug, toen ik de
helling beklom. De terugweg naar huis zou me
straks niet gemakkelyk vallen!
Ik verbaasde met over mezelf, dat ik, inplaats
van me in mijn behagelyke woning terug te
trekken met een goed boek, thans op weg was
naar de oude hut by het moeres. Maar het
was een innerlyk bevel, dat ik gehoorzaamde.
Vroeger, tydens mijn leven in de grootstad, was
myn beginsel altijd: „Bemoei je niet met an
dermans aangelegenheden!" Ach, wat had me
toen zoo'n houthakkersleven kunnen schelen!
(Wordt vervolgd)