Per vliegtuig over het kamp
De herziening der Grondwet
Na de ramp van
de Flamingo
Legeroefeningen
EEN JAAR
IN HET WOUD
EEN AAN TE BEVELEN
„UITSTAPJE'
ANTWOORDMEMORIE
VERSCHENEN
VRIJDAG 30 JULI 1937
Van het vliegtuig uit krijgt men-
een goeden kijk op wat er
tot stand gebracht is
Het lijkt op een
maquette
Zeeverkenners naar de Kaag
Reportage naar de over-
zeesche gewesten
M. P. PATTIST OVERLEDEN
Oud-chef vliegtechnisch bureau
K.L.M.
Dertien slachtoffers
geïdentificeerd
Deelneming uit binnen-
en buitenland
Nog een lijk herkend
SCHILDER DOODGEVALLEN
Van 4 meter hoogte omlaag gestort
IN VRIJHEID GESTELD
Nederlandsch echtpaar reeds in
Frankrijk
GOEDKOOP VERKOCHT EN
TOCH VEEL WINST
De handelaar bleek koeien
gestolen te hebben
Consumptiemelk
Als belangrijk onderdeel staat
rivierovergang op het plan
Dictatuur der R.K. Staatspartij'
is een bewering, waarop de
regeering niet eens wenscht
in te gaan
Geen opheffing van de
politieke partijen
Ordening
EDUARD VAN BEINUM NAAR
WARSCHAU
COMMISSARIS TE ZAANDAM
Inspecteur Roscher benoemd
J. A. STRICKLING 75 JAAR
De held van Muiden
UIT DE STAATSCOURANT
Onderscheiding
Rechterlijke macht
Notariaat
Secretaris-generaal
Diplomatie
Belastingwezen
DOOR
PAUL
KELLER
„brandt de lamp dan nu weer??-
(Wordt vervolgd)
Iff
Het is een aardige trip, een rondgang te ma
ken over de Padvindersjamboree te Vogelen
zang. De woelige drukte op de wegen, de op
bouw van de tenten, die allerwegen als witte
paddenstoelen uit den grond verrijzen, de
vele typische eigenaardigheden, die elk
kamp afzonderlijk heeft zooals de pendoppo
(ontvangzaal) by de Indiërs, de efficiency bij de
Amerikanen, waar zelfs ijskasten niet ontbre
ken, kortom overal op de Jamboree is iets in
teressants te zien. Zoo'n trip is echter ook lang
durig, want het kost al gauw een half dozijn
uren om de geheele Jamboree in o'ogenschouw
te nemen. Ten minste als men het te voet wil
doen. Rondritten per autocar worden nog niet
georganiseerd en evenmin is er een treintje,
zooals op de Parijsche tentoonstelling, voor een
vlugge verplaatsing over het uitgestrekte terrein.
Wil men ze in een oogopslag zien in
den meest letterlijken zin van het woord!
dan moet men de Jamboree van boven af
bekijken en zoo maakte een aantal journa
listen Donderdagmiddag met de F 36 een
rondvlucht boven het terrein, als eerste van
de serie rondvluchten, die de K.L.M. voor
de deelnemers aan de Jamboree en voor
ieder belangstellende in deze internationale
gebeurtenis, organiseert.
Het vliegtuig „De Arend", waarmee de journa
listen reisden, met piloot Both als bestuurder,
vloog in eenige cirkelingen over de Jamboree,
die juist een vriendelijken glimp kreeg van de
zon, welke zich in de laatste dagen nu niet
bepaald overmatig veel heeft laten zien. Piloot
Both was zoo welwillend de wereld een paar
maal in schuinen stand te zetten door het
vliegtuig op zijn kant te laten drijven waar
door het overzicht voor de inzittenden nog wel
zoo gemakkelijk werd.
De groote tenten werden op dien groo-
ten afstand wel héél klein en het geheel leek
meers op een maquette, dan op de groot-
sche Jamboree, welke het in werkelijkheid is.
De houten bruggetjes toonden hun witte
kleur duidelijk tusschen het groen der hoo
rnen, de vele witte en bruine tenten zag men
keurig op rijen staan, meestal precies van
dezelfde grootte en kleur en daartusschen
in de groote tenten.
Op andere terreinen waren op een hoogte van
300 meter nauwkeurig de lijnen te onderschei
den, die de plaatsen aangeven, waar de nog
op te zetten tenten zullen staan. Het was zelfs
op deze hoogte duidelijk zichtbaar, dat weer tal
van nieuwe groepen waren aangekomen, want
er waren terreinen, waar men keurig op de
plaats voor het neerzetten van de tenten, de
nog onuitgepakte plunjezakken zag liggen en
ook de kleine figuurtjes die de tentzeilen aan het
uitvouwen waren.
De arena met haar in carré opgestelde hou
ten tribunes maakte uit de lucht een zoo goe
den indruk als welk stadion, waar men over
heen vliegt, dan ook. Een vroolijken aanblik
leverden de oranje-parasols vóór het restau
rant. Op het dak hiervan zijn, blijkbaar ter
oriëntatie voor de vliegtuigen, die in de ko
mende dagen over het Jamboree-terrein zullen
vliegen, in 5 meter groote letters de woorden
„Wereldjamboree 1937 Vogelenzang" aange
bracht. Ook de hospitaal- en ambulance-tenten
waren uit de lucht te herkennen en liggen op
een rustig, geheel door groen en hoog geboom
te omgeven plekje.
Verscheidene malen cirkelde het groote Fok
ker-vliegtuig over de Jamboree-terreinen, waar
velen van het werk opkeken, om den laagvlie
genden K.L. M.-vogel na te oogen. Over de
Ringvaart, waar men nog het waterkamp van
de zeeverkenners kon zien, was men weldra
boven het stukje Haarlemmermeer, met haar
rechte verdeeling in gele en groene vakken
Het Spaarne was als een blauw lint en Haar
lem een rood dak met daarboven de torens
van St. Bavo.
Voor een ieder, die de Jamboree meebeleeft,
zal zoo'n rondvlucht een onvergetelijke her
innering blijven. Vermoedelijk zullen voor de
deelnemers zelf op het terrein biljetten voor
de rondvluchten tegen gereduceerden prijs ver
krijgbaar worden gesteld.
Zaterdag 7 Augustus is de groote zeeverken
nersdag. Te 9 uur gaan alle zeeverkenners te
Bennebroek aan boord voor het maken van
een vaartocht vanaf het Jamboree-waterkamp
naar de Kaag.
Niet alleen zullen vele zeeverkenners met hun
eigen materiaal aan dezen tocht deelnemen,
maar op de ter beschikking gestelde schepen
„Prinses Juliana", „Geisha" en „P. v. d. Hoog"
en vele jachten kan nog een 600-tal zeever
kenners dezen tocht meemaken.
Na aankomst op de Kaag wordt een rond
vaart gehouden over de plassen, een ieder op
eigen gelegenheid.
De hoofdkwartiercommissaris voor zeever
kenners G. Mante heeft de medewerking in
geroepen van de verschillende watersportver-
eenigingen, om met veel materiaal naar de
plassen te komen.
Het zal bij gunstig weer Zaterdag 7 Augus
tus een gewirwar van jachten zijn, zoodat de
buitenlanders een onvergetelijken indruk kun
nen meenemen van de hoogte, waarop de wa
tersport in Nederland staat en welke mogelijk
heden ons waterrijk land den watersportlief
hebber biedt.
Teneinde den aanvoer van vele belangstel
lenden mogelijk te maken, zullen de Nederland-
sche Spoorwegen den trein no. 1051 richting
Den Haag in Vogelenzang en Warmond laten
stoppen. Te ongeveer 11.20 worden genoodig-
den, die met den trein komen, in de gemeente
haven ingescheept en naar het verzamelpunt,
de Kaagsociëteit, gebracht. Voornoemde com
missaris deelde ons nog mede, dat, wil men
verzekerd zijn van plaats in trein en boot, dit
dan tijdig aan hem, p/a. staf Jamboreekamp
Vogelenzang moet worden aangevraagd.
Voor de Kaagsociëteit beginnen te 13 uur
de verschillende demonstraties en spelen van
zeeverkenners en een demonstratie van den
Nederlandschen bond tot het redden van dren
kelingen in ,,het redden van drenkelingen uit
auto's".
Te 16 ur wordt ingescheept en de terug
reis aanvaard.
Heden zal de Phohi via den P. H. I.-zender
op een golflengte van 16.88 meter een repor
tage geven van de aankomst der Jamboree-
deenemers der verschillende landen.
Deze reportage is speciaal bedoeld voor onze
overzeesche gewesten.
In den nacht van Zaterdag op Zondag a.s.
om 1.00 uur Greenwich Mean Time, d.i. 1.20
uur Amsterdamschen tijd, verzorgt de Phohi 'n
.speciale uitzending voor de West van de ope
ning van de jamboree door H. M. de Koningin
en wel op een golflengte van 31.28 M.
Naar wij vernemen is de heer M. P. Pattist,
tot voor kort plaatsvervangend chef van den
vliegdienst der K. L. M. op Schiphol en chef
van het vliegtechnisch bureau der K. L. M.,
plotseling overleden. Hij bereikte den leeftijd
van 42 jaar.
Voordat de heer Pattist in dienst trad bij de
K. L. M. was hü werkzaam als piloot;bij de
K.N.I.L.M. Hij maakte in 1930 de eerste post-
vlucht van Batavia naar Melbourne en terug
met het Fokker VII B-toestel, de „Abel Tas
man". Ook bij de K.L.M. heeft hij eenigen tijd
gevlogen en o. a. een aantal vluchten op de
Indië-route gemaakt.
Ongeveer twee maanden geleden had de heer
Pattist de K. L. M, verlaten om als luchtvaart
kundig adviseur op te treden bij de firma Lin-
detevis-Stokvis te Amsterdam, welke firma zich
onlangs is gaan toeleggen op den import van
vliegtuigen.
Het parket van Brussel bleef tot
Woensdagavond laat op de plaats
van de ramp van de Flamingo. De
identificatie van de slachtoffers, die
afgrijselijk waren verminkt, was zeer
moeilijk. Aan de hand van papie
ren, juweelen, en gedeelten van klee-
dingstukken, slaagde men er ten
slotte in, twaalf slachtoffers te iden-
tificeeren.
Het zijn de eerste piloot Steensma, de tweede
piloot Geering, de radiotelegrafist Ludekuize,
de stewardess Van der Laan, de Belgische in
dustrieel Camille Tondreau en zijn echtgenoo-
te, mevrouw Tondreau geb. Tollenaere, de En-
gelsche ingenieur Whitehouse, de Mexicaan
Trillo, directeur van de R. K. O. Filmmaat
schappij bijkantoor te Amsterdam, de Duit-
scher Wetzlar, de Nederlander Nathans, de
Belgische ingenieur Bloem en de Amerikaan
Calton.
Nog geïdentificeerd moeten dus worden de
stoffelijke resten van den heer Wapperon,
werktuigkundige der K. L. M., en van de Ame
rikanen Goldbloem en Blum, die president was
van een oliemaatschappij.
De Belgische militaire attaché te Den Haag
heeft namens den tijdelijk zaakgelastigde, die
ongesteld is, in opdracht van de Belgische re
geering op het departement van Buitenland-
sche Zaken aan de Nederlandsche regeering
deelneming betuigd wegens het vliegtuig
ongeluk.
De directie van de K. L. M. ontving nog te
legrammen met deelnemingsbetuigingen van
de Imperial Airways te Londen, de Kon. Ned.
Vereeniging voor Luchtvaart, het comité vlieg
tocht Nederland-Indië, van de bestuurderen en
den commandant van de Kweekschool voor de
Zeevaart, van de directie der Curtiss Wright
Fabrieken, de Alg. Ned. Verkeers-Federatie,
de Gemeentelijke Handelsinrichtingen te Am
sterdam en vele andere bedrijven en instellin
gen.
Uit Zurich betuigde de heer D. Asjes tele
fonisch zijn deelneming namens de Nederland
sche équipe van de Zwitsersche rally voor
sportvliegers.
De president van den gemeenteraad te Pa-
Het Katholicisme kan zijn goddelijke
zending in deze wereld niet vol
ledig ontplooien zonder Universi
teiten. Het is daarom plicht van lederen
katholiek zijn eigen Universiteit naar ver
mogen te steunen.
rijs, Faillot, heeft den Nederlandschen gezant
te Parijs een telegram gezonden, waarin hij
namens de Fransche hoofdstad zijn deelneming
betuigt met de ramp, die het Nederlandsche
vliegwezen getroffen heeft.
Tevens verzocht hij jhr. Loudon, aan de fa
milies van de slachtoffers de innige blijken van
medeleven der Parijsche bevolking over te
In den loop van den Donderdag is ook het
lijk van den Amerikaan Milton Goldbloom uit
Pittsburg (Pennsylvanië) geïdentificeerd.
Donderdagmiddag is op de werf van Van
Hattum en Blankevoort te Spaarndam de 43-
jarige werkman C. P., die schilderwerk ver
richtte op een hooge ladder, door onbekende
oorzaak van een hoogte van vier meter ge
vallen. De man was op slag dood. Zijn stoffe
lijk overschot, is naar het St. Elisabeth-Gast-
huis te Haarlem vervoerd.
Het slachtoffer laat een vrouw en drie kin
deren achter.
Het Nederlandsche echtpaar Molenaar, dat
eenigen tijd geleden in Spanje gevangen was
genomen, heeft thans telegrafisch zijn familie
leden hier te lande er van op de hoogte gesteld,
dat het is vrijgelaten en zich reeds over de
grens, te Perpignan., bevindt.
Zaterdagmorgen hopen de echtelieden weer in
ons land terug te keeren.
Het trok Donderdagochtend op de veemarkt
te Zutphen de aandacht, dat een handelaar een
koe beneden den prijs verkocht. De verkooper
gaf als reden op, dat de schetskaarten ontbra
ken. Later verkocht hij een tweede koe, even
eens beneden, den prijs. De politie heeft op ver
moeden van diefstal beide koeien in beslag ge
nomen en geschut. De verkooper, zekere J. uit
Arnhem, wien een verhoor werd afgenomen,
ontkende aanvankelijk, dat hij op een oneerlijke
wijze aan de koeien was gekomen, doch later
bekende hij, de beesten uit een weide te Eist
gestolen te hebben. De man. is ter beschikking
gesteld van den burgemeester te Eist.
Nederlandsche zuivelcentrale, 1 Augustus t./m.
7 Augustus 1937, consumptiemelk regeeringscon-
tract, taxe-gedeelte 6,25 cent, eventueel ver
hoogd met premie of verminderd met kwaliteits
afdracht. Overmelk regeeringsminimirmprijs 5,30
cent.
Afdracht bij levering in consumptie van an
dere dan taxemelk 2,50 cent.
Evenals het vorig jaar zal ook dit jaar
in September weder een oefening onder lei
ding van den commandant van het veldle
ger gehouden worden, nadat tevoren van 16
September af oefeningen van de lichte bri
gade zijn gehouden onder leiding van den
inspecteur der cavalerie (tevens comman
dant van de lichte brigade).
De sterkte der deelnemende troepen zal onge
veer dezelfde zijn als die van het vorige jaar.
De blauwe (west) partij zal bestaan uit een
divisiegroep (zonder een der beide divisiën), ter
wijl de roode (oost) partij wordt samengesteld
uit de lichte brigade, versterkt met infanterie
en artillerie.
Als een belangrijk onderdeel van de ma
noeuvre staat op het program: rivierover
gang, uit te voeren door de blauwe partij.
In 1935 voerde de lichte brigade den IJs-
selovergang tweemaal uit.
Thans zal deze veel uitgebreider zijn, daar
het nu gaat om een divisie met haar artil
lerie en bovendien om de zware divisie-
groepsartillerie.
Behalve de overgang van den IJssel
wacht de blauwe partij bovendien nog het
overtrekken onder gevechtsomstandighe
den van vrij aanzienlijke weteringen en
andere wateren, waarvoor het vervaardigen
van licht overgangsmateriaal noodig is.
De oefening duurt dit jaar een dag langer dan
vroeger. 20 September concentreert de blauwe
party zich op 't Noord-Oostelijk gedeelte van de
Veluwe, terwijl de roode partij (na afloop van
de oefeningen van de lichte brigade onder lei
ding van den commandant dier brigade) aan
kant in haar legeringsgebied in Overijssel, dat 't
uitgangsgebied vormt voor het optreden dier
brigade op 21 September. In dat gebied kcinen
dan ook de troepen aan, die de lichte brigade
zullen versterken.
De eigenlijke oefening duurt van den vroe
gen morgen van 21 September tot 23 September
12 uur. Dienzelfden dag en nacht keert reeds
een groot deel van de troepen naar de garni
zoenen terug, terwijl de overige in den morgen
van 24 September terugkeeren. Alle troepen zijn
dan Vrijdag 24 September te ongeveer 12 uur
weder in hun standplaatsen.
De oefening speelt zich af, ongeveer ten Noor
den van de lijn BathmenDiepenveenVasen,
zoodat plaatsen als Epe, Heerde, Olst, Wijhe,
Raalte, tijdens de oefening zelve centra van be
langstelling zullen zijn.
Behalve deze plaatsen zijn er tal van andere,
(ook ten Zuiden van de bovengenoemde lijn ge
legen), die inkwartiering zullen krijgen, zooals
Nunspeet, Elspeet, Elburg, Oldebroek, Hellen-
doorn (Nijverdal), Holten, Rijssen, Diepen
veen, Goor, Bathmen, Diepenheim en andere.
Aan de manoeuvre zal ook worden deelgeno
men door een artillerie-meetcompagnie. Een
dergelijke compagnie moet door middel van den
geluid- en lichtmeetdienst gegevens trachten te
verkrijgen omtrent de opstelling van vijandelijke
batterijen.
Het is de eerste maal, dat een zoodanige com
pagnie in het verband van een groote oefening
optreedt.
Er kan van weerszijden krachtige actie in de
lucht worden verwacht, aan blauwe zijde, met
het doel,'de lucht vrij te houden van vijandelijke
vliegtuigen, die b.v. den IJsselovergang zou
den willen bemoeilijken, aan roode zijde juist
met het doel, dezen overgang te bemoeilijken
door het uitvoeren van aanvallen op de over
gangspunten en overgangsmiddelen, bruggen e.d.
Het volgende is ontleend aan de
memorie van antwoord op de wets
ontwerpen, tot het brengen van ver
andering in de Grondwet:
Dat het feitelijk motief voor deze
herziening zou zijn het streven van
de regeering om van den angst van
de S. D. A. P. voor een zoogenaam
de fascistische dictatuur gebruik te
maken, om voorgoed de dictatuur van
de regeerende partijen, in de eerste
plaats van de R. K. Staatspartij, te
vestigen, is een bewering, zoo los
daarheen geworpen, zoozeer ont
daan van zelfs iedere schaduw van
argumentatie, dat van de regeering
niet kan worden gevraagd, daarop
nader in te gaan.
Ons volk is wars van alles wat zweemt naar
dictatuur, de laatste stembusuitslag heeft het
nogmaals zonneklaar bewezen, en de regee
ring vleit zich met de gedachte, dat zij het
geen ten deze leeft in de ziel van ons volk
beter verstaat dan de leden, die de opmerking
in het voorloopig ver.slag een plaats deden vin
den.
Door eenige leden is ernstig bedenking ge
opperd tegen het voorgestelde bedrag van de
schadeloosstelling van de leden der Tweede
Kamer.
De regeering bepaalt zich tot de opmerking
dat zij handhaving van ons staatsbestel, dat
de onmisbaarheid erkent van critiek en con
trole op bestuursdaden door middel van een
in vrijheid gekozen vertegenwoordiging des
volks en waarin tevens aan die vertegenwoor
diging een functie toekomt in de wetgevende
macht, een van de hoogste waarden acht.
waarvoor zij op de bres zal staan.
De in het ontwerp, betreffende de revolution-
r.aire volksvertegenwoordigers belichaamde re
geling steunt op de overweging, dat zij, die uit
drukking geven aan een streven om met on
wettige middelen de bestaande rechtsorde om
ver te werpen, van de vertegenwoordiging des
volks geen deel behooren uit te maken.
Geen breidel behoort aan de uiteenzetting van
beginselen te worden aangelegd, mits deze grens
wordt in acht genomen, dat de beginselen niet
behooren te worden verwezenlijkt met geweld
dadige doorbreking der bestaande orde.
De voorgestelde bepalingen zouden, zoo is op
gemerkt, kennelijk tegen de N.S.B. gericht zijn,
getuige het feit, dat gedurende 40 jaar, dat de
S.D.A.P. in het parlement optreedt en geduren
de de bijna 20 jaar, dat de communistische partij
daar zitting heeft, bepalingen van dezen aard
niet noodig zijn geweest.
Deze voorstelling van zaken is niet juist. Reeds
in de vergadering van de Tweede Kamer van
3 November 1930 heeft het toenmalig lid der
Kamer, de heer Schokking, op een voorziening
ter zake aangedrongen. Ook buiten het parle
ment werden stemmen in die richting gehoord,
getuige het artikel van prof. mr. Paul Scholten:
„De eed der leden van de Staten-Generaal" in
het Algemeen Weekblad voor Christendom en
Cultuur van 18 Augustus 1933. Mr. Knottenbelt
heeft als lid der Tweede Kamer in een nota,
gevoegd bij het voorloopig verslag van de af-
deelingen der Tweede Kamer betreffende het
eerste hoofdstuk van de ryksbegrooting voor het
dienstjaar 1934 aan dit vraagstuk breede aan
dacht gewijd. De gedachtenwisseling ter zake
heeft geleid tot de instelling van de Commissie-
Kooien en men behoeft het rapport dezer com
missie slechts op te slaan, om te zien, dat aan
een geheel andere richting dan de N.S.B. is ge
dacht.
Eenige leden hebben een ordeningsgedachte
ontwikkeld, die afwijkt van die der regeering.
De regeering aarzelt niet, haar ook niet in
harmonie te noemen met den geest, levende in
het Nederlandsche volk. Naar het oordeel van
de regeering zullen de leden, hier aan het woord,
indien zij den stembusuitslag van 26 Mei j.l.
hebben verstaan, ten deze niet in twijfel ver-
keeren.
De regeering zou niet gaarne de politieke
partijen opgeheven zien; onze volksgemeen
schap zou daardoor armer worden. Niet
allen kunnen over principieele vraagstukken
van staatsbeleid gelijk denken. Het is beter,
dit verschillend inzicht uit te wisselen, in
een geest van elkaar wederkeerig willen be
grijpen en waardeeren, dan alle staatkundig
en sociaal denken te wringen in een keurs
lijf-
Van de vele leden, die zich met de gedeelte
lijke opheffing van de immuniteit zeer wel kon
den vereenigen, verklaarde een deel verder te
willen gaan en de immuniteit, feitelijk een ver
ouderd begrip, geheel te willen afschaffen. De
regeering acht een algeheele opheffing der im
muniteit niet noodig: zij is van oordeel, dat de
opheffing, waarvan vooral een groote preven
tieve werking mag worden verwacht, in het ont
werp terecht is beperkt tot die delicten, waar
van de, wellicht ernstige, consequenties niet
meer zijn te achterhalen-.
Naar wij vernemen, is de heer Eduard van
Beinum uitgenoodigd, 22 October a.s. wederom
een concert van de Philharmonie te Warschau
te dirigeeren. De heer Van Beinum heeft de
uitnoodiging aanvaard.
Tot commissaris van politie te Zaandam is be
noemd de heer C. Roscher, inspecteur van politie
le klasse te Amsterdam.
21 Augustus hoopt de heer J. A. Strickling
te Leidschendam zijn 75sten verjaardag te vie
ren. De heer Strickling heeft zich in 1883 alge-
meene bekendheid verworven door zijn moedig
optreden tijdens de groote ontploffing op her-
terrein van de buskruitfabriek te Muiden, op
19 Januari van dat jaar. Hij was toen milicien
kanonnier, belast met de werkzaamheden van
kok.
Na de ontploffing betrad hij als eerste het
terrein en nam maatregelen, waardoor uitbrei
ding van de ramp voorkomen is.
Z. M. Koning Willem III heeft den dappe
ren soldaat een bijzondere tevredenheidsbetui
ging doen toekomen, welke hem voor het fron*
van den troep is overhandigd.
Aan dr. N. C. Stalling, leeraar aan de ge
meentelijke H.B.S. A met vijf-jarigen cursus
te Utrecht is vergunning verleend tot het aan
nemen van de versierselen van ridder 1ste klas
se der orde van Wasa van Zweden.
Bij K. B. is verlof verleend aan dr. F. H.
Fentener van Vlissingen, industrieel te Utrecht,
tot het aannemen van het onderscheidingstee-
ken van de orde van verdienste van den Duit-
schen Adelaar, met de ster.
Benoemd tot rechter in de arrondissements
rechtbank te Rotterdam mr. J. van Vollenho
ven, advocaat en procureur te Rotterdam,
rechter-plaatsverv. in gem. rechtbank.
Benoemd tot notaris binnen het arrondisse
ment 's-Hertogenbosch, ter standplaats Vught:
H. G. Frank, cand.-not. te Vught; ter stand
plaats 's-Hertogenbosch: A. A. J. M. van Meer
wijk, cand.-not. te 's-Hertogenbosch.
Te rekenen van 15 Juli 1937 is aan mr. dr.
A. A. van Rhijn eervol ontslag verleend als se
cretaris-generaal van de departementen van
Landbouw en Visscherij en van Handel, Nij
verheid en Scheepvaart. Benoemd tot secreta
ris-generaal van het departement van Econo
mische Zaken mr. dr. A. A. van Rhijn voor
noemd.
Aan den heer J. ten Cate, directeur der kan
selarij van Hr. Ms. gezantschap te Parijs is met
16 Augustus 1937 op verzoek eervol ontslag uit
zijn betrekking als zoodanig verleend onder
dankbetuiging voor de door hem aan den lande
bewezen diensten.
Benoemd tot kanselier der tweede klasse aan
Hr. Ms. gezantschap te Parijs de heer M. H.
C. Janse, klerk bij het departement van Bul-
tenlandsche Zaken.
Bij beschikking van den minister van Finan
ciën is de ontvanger der directe belastingen, enz.
S. Frank verplaatst van de inspectie der directe
belastingen te Leiden, le afdeeling, naar Apel
doorn en werkzaam gesteld aan de inspectie der
directe belastingen aldaar.
14
„Ja, waar is Emil? Hij moet toch ergens
zijn!"
„Emil! Emil!"
Plassend door de modderige sneeuw van het
erf kwam de houtzager naderbij.
„Mijnheer Bönisch," zei ik, „uw zoon zal
niet in het dorp zijn."
„Hij zal ergens buiten zijn," voegde Erica er
aan toe.
„Ergens buiten!" stamelde de oude, „ergens
buiten! Hij zal toch niethij zal den brand
toch niet hebben aangestoken.... Emil...."
„Mijnheer Bönisch, het is mijn overtuiging,
dat de bliksem bij u is ingeslagen en den brand
heef veroorzaakt...."
„De bliksemlachte hij schor, „de blik
sem! Mooie bliksem! Ik weet welik weet
Wel.... wat dat voor bliksem is geweest...."
Hij slofte verder en schreeuwde weer: „Emil!
Emil!"
„Vreeselijk!" zei Erica en begon plotseling te
snikken. „Dat rampzalige sleeën!...."
„Erica!" zei ik streng, „zet dien onzin nu uit
het hoofd! Daarvoor bent u te verstandig. Ons
onschuldig sleeën heeft met deze drama's, die
'n veel dieperen oorsprong hebben, absoluut
niets uitstaande."
Ik voerde haar de straat op. Daar zagen wij
aan de overzijde een meisje tegen het tuinhek
leunen.
Elisabeth Ranke.
Ik had den geheelen avond nog niet aan haar
gedacht.
„Elisabeth, wat doe je hier?"
Zij staarde mij verward aan.
„Heeft hijheeft hij.... is hij het ge
weest? Waarom roept de oude Bönisch aldoor
zoo?"
„Elisabeth, geen mensch weet, wie het ge
daan heeft. Ik denk, dat het de bliksem is ge
weest."
„Be bliksem? Neen!"
„Elisabeth, ga naar binnen. Je bent veel te
goed voor Emil!"
„Te goed?" herhaalde zij mat. „Het is moge
lijk! Als hij voor zoo'n vrouw...."
De deur van de woning ging open. Elisabeth's
moeder verscheen.
„Staat ze nu weer buiten? Dat is nu de vijfde
maal, dat ik haar binnenhaal. O, o, wat 'n
ramp!"
Willoos ging het meisje naar binnen. Haar
moeder vertelde ons:
„Ze is vandaag niet van het raam vandaan
geweest, ze heeft aldoor uitgekeken of Emil
voorbijsleede. Daardoor is ze te laat bij het kruis
gekomen. De eeuwig lamp is uitgegaan, en
daarom is dat ongeluk gebeurd. Maar zegt u het
tegen niemand!"
„Ze brandt weer!" zei de vrouw en sloeg de
handen voor het gezicht.
ZEVENDE HOOFDSTUK
De voorzanger kwam ons tegemoet en nam
Erica van me over. Daarop liep ik alleen verder.
Ik kwam voorbij het brandspuitenhuisje. Het
kleine gebouwtje lag dicht bij den straatweg.
De brandspuit werd er bewaard; ook fungeerde
tyet huisje bij gelegenheid voor gevangenis en
wanneer er een vreemdeling in het dal een plot-
selingen dood vond, werd hij in het brand
spuitenhuisje opgebaard.
Daarbinnen zat nu de oude Kriigel gevan
gen.
Ik klopte aan het kleine, getraliede venster.
„Hé, Krügel! Hoor je me?"
„Wie roept daar? Bent u het, mijnheer Hu-
bertus?"
„Ja!"
„Mijnheer Hubertus, ik heb het niet gedaan;
ik ben immers de oude Krügel."
„Ja, Krügel, ik geloof je!"
Hij snikte hardop.
„Heb je het koud, Krügel?"
„Ja, ik heb het koud. Ik ben heelemaal nat."
„Ik zal je een deken laten brengen. Wacht
'n oogenblik!"
„Mijnheer Hubertus?"
„Wat is er?"
Zijn ruig gezicht verscheen vlak voor het
venstertje. Het was een verschrikkelijk gezicht,
toen hij zoo door de tralies naar buiten keek,
„Mijnheer Hubertus! M'n vrouw is het ge
weest...."
„Wie? Je vrouw?"
„Ja, ik heb er over nagedacht."
„Krügel! Ben je nog dronken?"
„Neen. Het is zoo! Ik heb er over nagedacht."
Enkele seconden stond ik stil. Toen riep ik:
„Wacht! Ik kom terug."
Ik snelde terug naar het tooneel van den
brand. Balthassar liep er nog steeds op en neer.
Een paar mannen stonden bij de smeulende,
rookende puinhoopen op wacht.
Ik trok Balthassar terzijde en vertelde hem,
dat ik bij het brandspuitenhuisje geweest was
en met Krügel gesproken had.
„Het is verboden om zonder toestemming met
gevangenen te spreken!" zei hy met ambteiyke
gestrengheid.
„Dat weet ik, mynheer Balthassar. Maar mis
schien interesseert het u te vernemen wat ik ge
hoord heb. Voor alles: Krügel heeft het koud!"
„Laat hem het koud hebben!"
,Dat kunt u toch niet verantwoorden, baljuw.
Iedere gevangene heeft recht op een mensche-
lyke behandeling."
„Die kan me gestolen worden; ik heb wel wat
anders te doen dan nu voor meneer Krügel een
grog je te warmen."
„Baljuw, als u den ouden Krügel dood laat
gaan, berooft u het Openbaar Ministerie van
den belangryksten getuige in deze ernstige
zaak."
„Getuige? Ach zoo. U weet er alles van. Veld
wachter kom hier. Ga naar de „Druiventros",
laat twee bundels stroo geven en 'n paar dekens.
Breng dit naar Krügel in het brandspuiten
huisje. Daar wacht je. Wy komen spoedig na
„En neemt u voor mijn rekening voor Krügel
een pot heete thee uit de „Druiventros" mee!
riep ik den gerechtsdienaar na.
Balthassar bromde wat en ging naar den
brand terug. Ik leunde tegen het woonhuis van
de houtzagerij, op een plek, waar ik beschut
stond tegen regen en wind. Desondanks had
ik het miserabel koud. Na eenigen tyd ver
scheen Balthassar weer en zei:
„Kom, laten we naar Krügel in het brand
spuithuisje gaan. Ik zal hem dadelyk een ver
hoor afnemen. Hoe eerder hoe beter. Als u wilt,
kunt u meegaan, dan, is er meteen 'n getuige;
want op den veldwachter valt niet te rekenen:
die heeft geen geheugen. Ieder neemt een lan
taarn mee. En nu vooruit!"
Wy gingen. Boven op den berg, in de omge
ving van de moerashut, hoorde men het ge
roep: „Emil! Emil!"
„Hy zoékt nog aldoor zijn zoon!" zei Bal
thassar. Hy schynt krankzinnig te zyn ge
worden. Maar dat komt van die eigengereid
heid. Twintig jaar lang procedeert de man met
het Dominium over waterrechten en herbergt
hy dat gespuis in zijn hut bij het moeras. Dat
heeft hy er nu van!"
„Het is tragisch, mynheer Balthassar!"
.Tragischhaha! Het is merkwaandig, dat
die tragische dingen steeds aan onbetrouwbare
elementen overkomen. Wie niet van den rechten
weg afwijkt, overkomen niet yan die zooge
naamde tragische dingen."
„Dat kan ik niet met u eens zyn, mynheer
Balthassar!"
„Hoeft ook niet."
De veldwachter stond met zijn lantaarn voor
het brandspuitenhuisje op wacht.
Wat knarste het slot van het loodsje, toen
hij het openmaakte, 'n Afschuweiyke, yskoude
luchtstroom drong ons tegemoet. Alle mogelijke
oude rommel lag in het rond. In een hoek lag
de oude Krügel. Hy had zich een legerstede
gemaatk van het stroo en de dekens, die de
veldwachter hem gebracht had, over zich heen
geroken. Onze drie lantaarns verlichtten de
ruimte slechts schaars.
„Heb je het erg koucj?" vroeg Balthassar.
„Ergergkoud!" antwoordde hy klap
pertandend.
„Blyf maar liggen! Ik moet je een verhoor
afnemen naar aanleiding van den brand in
de houtzagery. Waarom heb je dien aangesto
ken?"
Krügel richtte zich half overeind.
„Maar dat heb ik heelemaal niet gedaan; ik
ben immers de oude Krügel."
Hy herhaalde deze zinsnede zoo trouwhartig
en met grenzenlooze verwondering, dat mep
hèm van iets dergelyks niet had kunnen ver
denken.
Balthassar, klaarblijkelijk volslagen onbedre
ven in het werk van een rechter van instructie,
bulderde:
.Wacht maar, dat ontkennen zal je niet ba
ten; wij zullen je wel klein krijgen!"
Toen mengde ik me er in.