Het hart van de jeugd
in Jamboree-stad
EEN JAAR
IN HET WOUD
ZATERDAG 31 JULI 1937
Gesprekken met Indië
Overal geestdrift
en vreugde
Van verwende Yankees tot arm
zalige maar doodgelukkige
Armeniërs
Blinden en kreupelen
doen even goed mee
Vorstelïjke padvinders
op Schiphol
Voedings- en genot
middelen
Katholieke verkenners
Afd. Bijzondere Eischen
Het Wereldtheater
Kroonprins Gustaaf Adolf van
Zweden arriveerde Vrijdag
JAMBOREE-UITGAVE
Vergadering van het internationaal
verband der christelijke
bonden
BRAM DC EVA AR
TRAP UVNWECCEVORPE.M
EiMDJf-SIGAAR Of SIGARET
DOE DITALTÜD!
Kind door maaimachine
gegrepen
Een der beentjes afgesneden
UIT EEN ZOLDERRAAM
GEVALLEN
Vliegtuigdemonstraties op
Ypenburg
Friesche landdag te
Medemblik
Groote belangstelling uit binnen-
en buitenland
VERDRONKEN
INBRAAK IN BOERDERIJ
Lijk gevonden
Kinderlijkje opgehaald
Reisplan van Hr. Ms. Nautilus
Aardappelziekte
Exporteurscredietbeschikking 1936
ingetrokken
De moeilijke positie der
huiseigenaren
Aanleg kanaalgedeelte
Beklemd tusschen auto
en vrachtwagen
Ordonnans van den motor dienst
ernstig gewond
SPAANSCHE KOLONIE
TE EINDHOVEN
Nieuwe vluchtelingen gearriveerd
UIT EEN LIFT GEVALLEN
Slachtoffer op slag gedood
BIJ VERKEERSONGEVAL
GEWOND
UIT DE STAATSCOURANT
Burgemeesters
Waterbouwkunde
Onderwijs
Onderscheidingen
Staatsloterij
Belastingen
DOOR
PAUL
KELLER
terswijk uit Nederland verzorgt twee Twentsche
dansen en Rolduc Reijnaart de Vos. IJsland
geeft worstelen, Polen volksdansen, Hongarije
zingt Czardas en Armenië geeft Nationale dan
sen.
Aan de Ned.-Indische padvinders, die ter bij
woning van de Jamboree in Nederland aanwe
zig zijn, wordt de gelegenheid geboden, zich te
gen sterk verlaagde tarieven van het telefoon
kantoor op het Jamboree-terrein of van het te
lefoonkantoor te Haarlem uit telefonisch in ver
binding te stellen met hun relaties in Nederl.-
Indië.
In Jamboree-stad klopt het hart
van de jeugd der wereld.
De laatste duizendtallen zijn Vrij
dag opgemarcheerd onder het loo-
verdak van de breede laan, die voert
van het station naar de terreinen.
Hun jonge veerkrachtige voeten
dreunden dof in rhythmische ca
dans over het wegdek.
De padvinders zongen hun liede
ren opgewekt en blijmoedig. Vaak
trokken muziekcorpsen de onafzien
bare rijen vooraf, die gevolgd wer
den door auto's met bagage.
Tromgeroffel, trompetsignalen, een
vroolijke uitroep en helder lachende
jonge geestdriftige gezichten.
Zoo trok de jeugd der wereld de
tentenstad op Vogelenzang binnen.
Thans is zij er thuis. Zoover het oog rijkt
zijn de blanke, grijze en grauwe tenten gespan
nen. Nijver hamergeklop verraadt pionierswerk.
Bedrijvigheid heerscht in de veldkeukens en
de blauwe rook kringelt tegen het middaguur
vertrouwelijk omhoog.
Want terwijl de laatste handen worden ge
legd aan de inrichting en verzorging van het
kampement zijn de kampkoks rusteloos in de
weer om al die duizenden hongerige magen op
tijd van het noodige te voorzien.
Rook kringelt omhoog.
De prikkelende reuk van het brandende
hout hangt overal tusschen de tenten.
Pannen en ketels pruttelen. In de braad
pannen sist de boterkluit.
Het avondmaal wordt bereid en met een
kleine nationale variatie zal het dan wel
worden genoten. De Vrijdagsche visch, de
aardappelen en de blozende Hollandsche
wortelen.
Alleen de Oostersche magen krijgen na
tuurlijk de onontbeerlijke portie rijst, ter
wijl de Amerikanen zichzelf verwennen met
tomaten en sla.
De Boy Scouts of America zijn trouwens een
luxe volkje. In een oogopslag ziet men het aan
hun fraaie dubbeldaksche tenten, die elk tien
Europeesche verkenners konden herbergen, ter
wijl hier twee Amerikaantjes hun bedjes ge
spreid vinden.
Daar ligt een romannetje, een haarplakmid-
del. Daar liggen vele dingen, die het leven ver
gemakkelijken en aangenaam maken. Alles is
keurig, alles Is model en precies. Zij zitten op
banken en eten aan tafels. Borden en kopjes
wasschen is onnoodig, daar een groote auto
maat voor elke eetpartij nieuwe voorraden kar
tonnen bekers en bordjes spuwt. Hun voor-
raadstenten zijn met ijskasten uitgerust. Zi)
hebben zelfs een shop, waar zij alles kunnen
koopen.
De Hollandsche voortrekker, die ons rond
leidt, remt echter onze geestdrift. Dit alles is.
té mooi.
Van de Amerikanen naar.de Armeniërs.
Orooter overgang kan men zich nauwelijks
denken. Al dadelijk vernemen wij, dat hun hy
giënische opvattingen nu niet bepaald een
grooten roep hebben. Een gang naar hun kamp
zou dit bevestigen, ofschoon wij toch sympa-
thie krijgen voor deze Aziatische jongens, die
daar zoo geestdriftig samenwonen onder hun
groote fonkelnieuwe rood-blauw-gele vlag, die
nog altijd in hun eigen vaderland niet waaien
mag. Het zijn dan ook emigranten, ergens van
de kusten van de oude wereldzee, die een stukje
Armenië hebben hersteld in de blonde Hol
landsche duinen en die met hun primitieve
kamp-hulpmiddelen volkomen gelukkig en te
vreden zijn.
Daar zijn de vertegenwoordigers van het ver
jongde Polen. Militair zien zij er uit met hun
platte kepi's. Zij bewaren een uitmuntende
orde en geheel de inrichting van hun kamp
ademt een geest van discipline. Zij willen hun
jonge krachtige nationaliteit en hun veerkrach-
tigen volksaard toonen en ook hun eenvoudige
vroomheid.
Op verschillende plaatsen zien wij afbeeldin
gen van de mirakuleuze Moeder Gods van
Ozestochowska.
Hun beste vrienden zijn naast de Nederland-
sche gastheeren de Hongaren.
De begroeting met de jonge Magyaren was
allerhartelijkst. Men zong en juichte elkaar vu
rig toe. Ook de Hongaren hebben een keurig
kampement en in hun tenten staat boven elk
veldbed de naam van een verkenner. Wij lezen
daar Vörös Imre, Lazló Karoli, Székely Endre.
Ligt daar onder elk wolletje wellicht een toe
komstige primas?
Een bescheiden, maar uiterst sympathieke
ploeg is die der Sabanen, zeven man sterk. Zij
wonen in een tent. Met hun groote strooien
hoeden trekken zij aller aandacht. Deze bewol
ners van een der kleine Nederlandsche Antillen
zijn allen blank en afstammelingen van 17e-
eeuwsche piraten. Als totempaal voeren zij
groote leguanen mee.
De katholieken drukken wel heel sterk
hun stempel op de Jamboree. Het Kruis
heerscht over tallooze kampementen. Overal
ziet men kapelletjes en nissen en kleine
veldaltaren zijn opgericht. „God wone in
uw kamp", lezen wij ergens.
Vertrouwelijk gaan de zwarte figuren van
de aalmoezeniers met de Jongens om.
Voortreffelijk pionierswerk is te zien.
Utrechtsche verkenners hebben een Domtoren
gebouwd van 17 meter hoog. Zeer vele groepen
hebben iets karakteristieks uit hun woonplaats
of omgeving willen uitbeelden. Alkmaar heeft
twee kaasdragers. Verkenners uit Rumpen in
de Limburgsche mijnstreek richtten een schacht
toren met schachtbei en mijnlantaarns op. Venlo
prijkt, zooals wij reeds meldden, met den reuzen-
Valuas en zijn vrouw. Een der grootste bouw
werken richtten onze Oost-Indische verkenners
cp: n.l. een pendoppe van bamboe, bedekt met
atap, van welke ingrediënten zij rijkelijk voor
zien bleken.
En dan is er nog de af deeling voor Bij
zondere Eischen, een naam, die een bui
tenstaander niets zegt, doch die in de wer
kelijkheid wellicht een der schoonste uitin
gen verbergt van den verkennersgeest en
Jamboreegeest.
Ongeveer honderd, wat men in het da-
gelijksche leven pleegt aan te duiden als
onvolwaardige jongens, die blind zijn of
kreupel, lam, doofstom en slechthoorend,
nemen hier volkomen deel aan het kamp
leven. Er zijn Nederlandsche jongens uit
verschillende groepen en verder Engelschen
dn Franschen bij.
Ofschoon de lichaamsgebreken van deze
handicapped scouts hinderlijk zijn, doen zij in
niets onder voor hun kameraden. Twee hunner
zagen wij. Een paar doofstommen verzox-gden
de keuken en ofschoon zij het dus met teekens
moesten doen. ging het uitstekend. Overigens
is dit niets bijzonders, daar immers zooveei
verschillende nationaliteiten bijeen zijn, dat
men zich bijna altijd van teekens moet be
dienen.
Zoo heeft de jeugd zonder uitzondering deel
aan dit blijmoedig, geestdriftig festijn, waar
allen gelijk zijn en door eenzelfde ideaal be
zield.
Zaterdagavond zullen in het Wereldtheater
zes nummers uitgevoerd worden. De afd. Win-
Vrijdagmiddag is met de Douglas D. C. 3,
Kroonprins Gustaaf Adolf van Zweden, die als
leider van de padvindersbeweging in zijn land,
aan het hoofd staat van de Zweedsche deelne
mers aan de Jamboree, op Schiphol aangeko
men.
De Kroonprins was, evenals zijn adjudant, in
padvindersuniform gekleed.
Ter begroeting van den hoogen gast waren
o.m. op het vliegveld aanwezig, jhr. W. C. M. de
Jonge van Ellemeet, adjudant van H. M. de Ko
ningin, de heer Vendel, secretaris-generaal van
de Zweedsche legatie, mr. dr. W. Dijckmeester,
consul-generaal van Zweden te Amsterdam, als
mede kapitein Van Rijen, lid van het Jamboree
comité.
Het gezelschap begaf zich onmiddellijk na
aankomst per auto naar Vogelenzang.
Eenige uren te voren was met het toestel uit
Parijs meegekomen Prins Bernadotte, die even
eens aan de Wereldjamboree zal deelnemen. Ook
hij was in padvinderstenue.
De Algemeene Landsdrukkerij heeft uitgege-
van een boekje „Padvinders van heel de wereld:
Kamprecepten van Nederland. Een Jamboree
herinnering Vogelenzang 1937", alsmede een:
„Herinnering aan de Jamboree in Nederland,
het Zuivelland".
Blijkens een tot de verkenners gericht voor
woord, heeft het boekje, dat geschreven is door
Titus Leeser, en voorzien is van een aantal
vlotte illustraties van de hand van den auteur,
een tweeledig doel. Het wil een herinnering
zijn aan dit internationaal padvinderskamp
waarvan de sfeer is weergegeven door 12 re
producties uit het schetsboek van Titus Lee
ser, die op vorige Jamborees een aantal pad
vinders in hun nationale uniformen teekende
zoowel uit Europa zooals Polen en Hongarije
als vertegenwoordigers van Siam, Zuid-Afrika,
Br. Indië en Nigeria. Daarnaast bevat dit sou
venir practische aanwijzingen voor verkenners
patrouilles in den vorm van aan de practijk
getoetste kamprecepten, die bij de bereiding
van krachtgevende voeding, welke het Ver
kennerskamp eischt, goede diensten kunnen
bewijzen.
De tweede uitgave heeft betrekking op de
verschillende excursies, welke na afloop van de
Wereldjamboree zullen worden gehouden naar
29 gemeenten in de provincies Noord- en Zuid-
Holland, Utrecht, Gelderland en Noord-Bra
bant. De verschillende plaatsen, welke zullen
worden bezocht, zijn door Titus Leeser zooda
nig op een kaart van Nederland geteekend, dat
zü worden gesymboliseerd door de afbeelding
van de voor vreemdelingen markantste be
zienswaardigheden.
Zoo ziet men de Hoogovens bij Velsen, de
Het internationaal verband van christelijke
bonden in de voedings- en genotmiddelenbedrij-
ven, hield een dezer dagen een vergadering te
Rochefort in België. De bijeenkomst hield zich
bezig met de bespreking van den algemeenen
economischen toestand in het bedrijfsleven, meer
speciaal ten opzichte van de voedings- en ge
notmiddelenindustrie in België en Nederland.
Uit de daaromtrent uitgebrachte rapporten
bleek overduidelijk, dat zoowel in België als in
Holland, nog vele moeilijkheden moeten wor
den overwonnen, vooraleer van een gezond be
drijf sprake kan zijn. Vooral de verhoudingen
van groot- tot kleinbedrijf maken de oplossing
der moeilijkheden zwaar. Echter werd de over
tuiging uitgesproken, dat volhardende strijd
door de vakorganisaties in die bedrijven, uit
eindelijk, noodzakelijk tot verbetering zal kun
nen voeren, en dat ook en voorat door de zich
op christelijk standpunt stellende arbeiders
organisaties veel tot stand kan worden gebracht.
En daarbij kan door sterker internationaal sa
menwerken belangrijke steun worden verleend.
De vergadering gaf aan het bestuur opdracht
om de onderzoekingen naar de verhoudingen in
het bedrijf voort te zetten, en op grond van het
resultaat daarvan de meest doeltreffende ge
achte middelen aan te wenden, om de zoo noo
dige verbeteringen in de bedrijven te helpen
bevorderen.
Bij de bespreking van den stand der christelijke
vakbeweging in internationaal verband werd
een krachtig protest geuit, tegen de houding der
socialistische vakbeweging te Genève aangeno
men, waardoor de secretaris van het I.C.V., de
heer Serrarens, werd uitgestooten uit den Raad
van Beheer van het Intern. Arbeidsbureau.
De volgende vergadering van het Verband
zal in 1938 in Nederland plaats vinden.
UiT
Vrijdagmiddag is te Baarle het vierjarig doch
tertje van den heer Th. D., dat bij het tarwe
maaien op den akker speelde door de maaima
chine gegrepen. Het kind werd een der beentjes
afgesneden, het andere been werd zwaar ge
wond. In hoogst zorgwekkenden toestand is het
kindje naar het ziekenhuis te Venlo overge
bracht.
Toen de kinderen van den landbouwer S. te
Heesch zich op den hooizolder vermaakten, had
het oudste zoontje het ongeluk uit te glijden
met het gevolg, dat hij uit het zolderraam naar
beneden tuimelde. Met gebroken ledematen is
het ventje naar het ziekenhuis vervoerd
Ridderzaal, de St. Jan in den Bosch, het Pa
leis het Loo, den Utrechtschen Dom enz. In de
Engelsche, Fransche en Duitsche taal is de be
doeling van deze in een formaat van 40 x 40
c.M. uitgevoerde kaart weergegeven. En als
typeerend voor ons land in zijn geheel, waar
van de cultuurgrond immers voor meer dan de
helft uit blijvend grasland bestaat, zijn alom
de vertegenwoordigers geteekend van onzen
belangrijken veestapel, waardoor deze uitgave
zonder veel commentaar de aandacht vraagt
voor Nederland als Zuivellland, dat dit souve
nir aan de padvinders van alle werelddeelen
aanbiedt.
Deze uitgaven worden uitgereikt aan de
11.000 Nederlandsche verkenners en de ver
wachte 4000 bezoekende meisjes der Padvind-
sters Vereenigingen; de in drie talen aange
duide herinneringskaart aan de buitenlandsche
contingenten.
Zaterdagmiddag om 3 uur zullen op Ypenburg
demonstraties worden gehouden met sport-
vliegtuigen, speciaal met de Duitsche en Pool-
sche toestellen, welke daar momenteel vertoe
ven in verband met de Avia-tentoonsteliing en
de wereldjamboree.
Te Medemblik wordt thans een wetenschap
pelijk congres gehouden waaraan mannen van
studie en wetenschap uit meerdere landen deel
nemen en voor het welslagen waarvan felicita
ties en gelukwenschen uit alle windhoeken van
Europa gekomen zijn.
Als de vergadering aanvangt en namens de
West-Frieze Styk alle aanwezigen worden ver
welkomd, ziexi wij achter de bestuurstafel ge
zeten jhr. mr. A. Baron Röell, Commissaris der
Koningin in Noord-Holland; mr, P. A. V. Baron
van Harinxma Thoe Slooten, Commissaris der
Koningin in Friesland; dr. G. von Eucken—Ad-
denhausen, president Ostfriesische Landschaft
te Aurich-Essens; dr. G. C. van Balen Blanken,
voorzitter van het Historisch Genootschap Oud-
Friesland; P. Chr. J. Peters, burgemeester van
Medemblik, allen leden van het eere-comlté;
de heeren Arian de Goede, mr. P. S. Winkel, K.
Ruyterman en G. J. Honig, allen leden van de
West-Friesche regelingscommissie, en tenslotte
den Lector van de Groningsche Alma Mater P.
Sipma, dr. W. Kok en mevr. ir. D. Rienks—
Wallinga, respectievelijk voorzitter, onder-voor
zitter en secretaresse van dit congres.
Na de verwelkoming is het Lector Sipma die
de vergadering opent en daarbij een overzient
geeft van de eerste drie gehouden congressen,
welke in Friesland en Ost-Friesland (Duitsch-
land) werden gehouden, om daarna vluchtig te
recapituleeren het werk, gedaan sinds het vorige
derde congres.
De eerste lector van dezen morgen was dr.
G. Karsten uit Amsterdam, met als onderwerp
„De Westfriesche taal voorheen en thans". Zijn
uiterst goed gedocumenteerde lezing werd met
zeer veel aandacht gespannen beluisterd en het
was den toehoorders aan te zien, dat dit onder
werp hun buitengewoon veel belangstelling in
boezemde, vooral waar het ditmaal het eerste
contact met West-Friesland was. Oberbourat
dr. W. Krüger had tot onderwerp Küstensen-
kung an der Norderseeküste. Deze lezing werd
met lichtbeelden verduidelijkt.
Tijdens de pauze en na de lezingen was er
in het Kasteel in een der grootere nevenver-
trekken een kleine tentoonstelling ingericht van
archiefstukken van de gemeente Medemblik,
waaronder zeer belangrijke documenten, o. a.
onderteekend door Alva, de Bossu, Johan de
Witt, alle Prinsen van Oranje, enz. Daarnaast
waJ ook door de Vereeniging voor Vreemdelin
genverkeer een kleine verzameling van lectuur
over Nederland in 12 talen voor de belangstel
lenden te bezichtigen.
Na beëindiging van de morgenvergadering
werd een korte wandeling gemaakt door het
nieuw aangelegde Gemeentepark, dat binnen
kort, naar men hoopt in tegenwoordigheid van
het Prinselijk Paar, gedoopt zal worden met
den naam Koningin Emmapark. Daarna ging
men aan tafel, waar ook weer eenige vriende
lijke woorden zijn gesproken.
Hierna heeft de Medemblikker Vroedschap
het congres op het Stadhuis ontvangen, waarbij
bijna de volledige Raad aanwezig was en waar
de eerewijn werd rondgediend. Inmiddels was
van burgemeester Leemhorst van Hoorn nog een
telegram ontvangen van verhindering wegens
ziekte.
Na nog een korte wandeling door oud-Medem-
blik werd afgereisd naar Hoorn, waar het con
gres ten Stadhuize werd ontvangen door den
wethouder wegens ongesteldheid van den bur
gervader. Deze eerste dag werd besloten met
een gezamenlijk diner en een West-Friesche
voordrachtavond afgewisseld door muziek.
Vrijdagmiddag is H. J. v. Hoppen, een 58-ja-
rige werklooze arbeider, wonende te Eindho
ven in het kanaal geraakt en verdronken.
Dr. Raupp trachtte tevergeefs de levensgees
ten op te wekken.
Terwijl de bewoners afwezig waren is een in
braak gepleegd in de boerderij van den land
bouwer v. B. te St. Michielsgestel. Een bedrag
aan contant geld bleek gestolen te zijn. Van de
daders is nog geen spoor ontdekt.
Een visscher heeft in de Schelde nabij den St.
Pieterspolder het lijk gevonden van de 37-jarige
mej. S. uit Yerseke, die vermist werd.
Uit de Rijnhaven te Rotterdam is opgehaald
het lijkje van een kind.
Het stoffelijk overschot, dat nog niet is
geïdentificeerd, is naar de begraafplaats
Crooswijk overgebracht.
Het reisplan van Hr. Ms. Nautilus is als volgt
vastgesteld: 10 Augustus vertrek uit Den Hel
der; 16 Augustus aankomst in Straat Gibral
tar; 23 Augustus vertrek uit Straat Gibraltar;
29 Augustus aankomst in Den Helder.
In het etmaal van des avonds 28 tot des
avonds 29 Juli is in de streek tusschen Hoorn
en Enkhuizen de weersgesteldheid critiek ge
weest voor het optreden van aardappelziekte.
De minister van Economische Zaken heeft
met ingang van 1 Augustus 1937 de expor
teurscredietbeschikking 1936 (pekel- en steur-
haring) ingetrokken.
Het bestuur van den Neaerlandschen Bond
van huis- en grondeigenaren en bouwonder
nemers heeft in een adres aan den minister
raad verzocht, maatregelen te treffen, welke er
toe leiden, dat de noodzakelijke verlaging van
lasten, drukkend op het gebouwd onroerend
goed, op korten termijn wordt verkregen.
Onder goedkeuring van den Minister van
Sociale Zaken hebben B. en W. van Eindhoven
het aanleggen van het derde gedeelte van het
kanaal, dat Eindhoven met het Wilhelmina-
kanaal moet verbinden, opgedragen aan den
laagsten inschrijver, den heer J. Visser Bzn. te
Sliedrecht, voor de som van f 555.000.
Vrijdagmiddag omstreeks drie uur reed een
militaire autocolonne op den Wijkerstraatweg te
Velsen in de richting van het pontveer over het
Noordzeekanaal, toen een vrachtauto van de
Alkmaar Packet, bestuurd door den chauffeur N.
L. uit Beverwijk, de colonne trachtte te pas-
seeren.
Een ordonnans van den motordienst, de twin
tigjarige sergeant M. van der Z. uit Den Haag,
die met de toezicht op de formatie was belast,
geraakte met zijn motor beklemd tusschen een
der militaire auto's en den vrachtwagen. Hij
viel en werd eenige meters voortgesleurd. Hij
kreeg daarbij ernstige kwetsuren: inwendige
kneuzingen, een dubbele beenbreuk en verwon
dingen aan het gelaat.
Nadat dr. R. W. Fierstra uit Velsen-Noord de
eerste hulp had verleend, is het slachtoffer per
ziekenauto naar het Ziekenhuis St. Joannes de
Deo te Haarlem vervoerd.
De motor werd geheel vernield.
Vrijdag is de Spaansche kolonie vluchtelin
gen te Eindhoven wederom met 12 personen.
3 vrouwen en 9 kinderen, uitgebreid.
Er werden nog meer vluchtelingen verwacht.
Vrijdagmiddag is bij de Philips Glasfabrie
ken een ernstig ongeluk gebeurd, waarbij de
38-jarige D. werd gedood. De lift van het glas
magazijn haperde tusschen de vijfde en zesde
etage. Voor het bedienend personeel de fout
hersteld had, was een der inzittenden uit de
lift geklommen, misgestapt en door de schacht
naar beneden gevallen.
De man was bijna onmiddellijk dood. Het
slachtoffer was gehuwd en vader van één kind.
Vrijdagmorgen begaf de meesterknecht J.
van Ooyen van de steenfabriek te Gilze-Rijen
zich per motor van Eindhoven naar zijn werk.
Onder Veldhoven reed hij tegen een B. B. A -
bus. De man werd met versplinterde beenen
en een zware hersenschudding opgenomen en
naar het ziekenhuis te Eindhoven vervoerd.
1 September 1937 is tot burgemeester der
gemeente Hoogezand benoemd: J. Tuin.
De heer Tuin is thans hoofd eener openbare
lagere school in Oude Pekela. Hij bekleedt voorts
de functies van lid van Provinciale Staten van
Groningen en pl. verv. voorzitter van den Raad
van Arbeid te Winschoten.
Met 1 September 1937 is benoemd tot burge
meester der gemeente Opsterland: J. H. Pop-
pinga, met toekenning van gelijktijdig eervol
ontslag als burgemeester van Idaarderadeel.
De heer Poppinga is geboren in 1896.
Aan den heer Ch. J. I. M. Welter is op verz.
eervol ontslag verleend als pl.verv. lid van het
bestuur der stichting „Waterbouwkundig Labo
ratorium" te Delft.
Met 1 September 1937 is benoemd tot leeraar
in vasten dienst aan de Rijks H. B. S. te Roer
mond: J. W. Voncken, te Amsterdam.
Met 1 September 1937 is benoemd tot lee-
rares in vasten dienst aan de R. H. B. S. te
Oostburg: Mejuffrouw C. K. M. Elenbaas,
thans tijd.
Benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-
Nassau de heer Ch. Kouveld, secretaris van de
Nederlandsche Weldadigheidsvereeniging te
Londen.
Benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-
Nassau J. D. Maarleveld, gezagvoerder van het
s.s. „Ajax" en J. Keukelaar, hoofdmachinist
van het s.s. „Ajax".
Aan mevrouw W. G. AppelDeibei te Middel
burg is op haar verzoek eervol ontslag verleend
als collectrice der Staatsloterij aldaar, welk
ontslag zal ingaan met het einde der 475e
Staatsloterij.
De ontvanger der directe belastingen enz. J.
Wachter is verplaatst van de inspectie der dir.
bel. te Delft naar het kantoor der dir. bel. en
acc. te Groenlo en de ontvanger der dir. bel.
enz. W. P. G. Beekhof van de inspectie der inv.
en acc. te Oldenzaal naar het kantoor der dir.
bel. en acc. te Culemborg.
15
„Krügel, weet je, wie de houtzagerij heeft
aangestoken?"
Ja! Dat heb ik toch al gezegd. Mijn vrouw is
het geweest."
„Je.je vrouw?" vroeg Balthassar ver
bluft.
„Jadie vrouw van me! Die heks!"
„Maar hoe is dat dan zoo gekomen?"
„Bönisch heeft me de huur opgezegd
Bönisch wil me uit m'n huisje smijten.twee
en dertig jaar heb ik er in gewoond.... twee en
dertig jaar
Hij huilde.
„Ja, ja, maar nu verder!"
„Laat hem met rust, mijnheer Balthassar,
gunt u hem even tijd!"
De oude Krügel snikte nog even, steeds op
zijn ellebogen geleund en lag daar voor ons
als de ellende in menschengedaante. Ik trad
op hem toe en trok de dekens over zijn schou
der. Toen begon hij weer te spreken.
„Mijnheer Hubertus was vanavond bij ons."
„Was u in de moerashut? Waarom? Met welk
doel?"
„Dat zal ik u later vertellen.''
„Juist, Krügel, ik ben bij je geweest. Maar
toen ik weg was, wat is er toen gebeurd?"
„Toen zei m'n vrouw: „Laat Bönisch maar
oppassen! Ze moesten zijn huis in brand ste
ken."
„Wat heb je daarop geantwoord?"
„Heelemaal niets!"
„Waarom heelemaal niets?"
„Ach, wat zou ik nou tegen dat mensch zeg
gen?"
Moe strekte hij zich op zijn rug uit.
„Krügel, je moet ons zeggen, wat er nog meer
is gebeurd!"
Hij hief zijn hoofd weer een weinig op.
„Ik ben aan tafel ingeslapen. Toen ik wak
ker werd, waren Bianca en Emil er."
„De jonge Bönisch?"
„Ja, ze dronken koffie. Ik deed, alsof ik nog
sliep. Want als ik wakker ben, praten ze niet
zoo met elkaar."
Pauze.
„Waarover spraken ze dan?"
„Mijn vrouw zei, dat Emil haar geld moest
geven. Veel geld. Ik geloof duizend mark. An
ders zou ze Bianca naar de stad sturen. Dat zou
mijnheer Hubertus wel voor elkaar krijgen. Die
had zich nog dienzelfden avond door haar la
ten waarzeggen."
„Dat is een afschuwelijke leugen!" protes
teerde ik.
„Komt ervan!" zei mijnheer Balthassar.
Komt ervan, als je je met dergelijke zaken in
laat. Maar nu verder, Krügel. Als je alles naar
waarheid en netjes vertelt, zal ik je een flesch
Jenever laten brengen."
„Ik lust nu geen jenever," zei Krügel; „ik
ben er te beroerd aan toe.
„Dus, het drietal dronk kofife, en Emil moest
duizend mark betalen. Wat antwoordde hij
daarop?"
„Eerst wilde hij niet, maar toen vroeg hij, of
Bianca werkelijk weg moest. Toep zei de oude:
„Ja, binnen een week. Mijnheer Hubertus brengt
haar zelf weg." Toen begon Emil verschrikkelijk
te vloeken."
„Maar Krügel," protesteerde ik, „dan heeft
je vrouw toch afschuwelijk gelogen."
„Ze liegt altijd!"
„Nu, verder!"
„Emil wilde toen weggaan en zei, dat hij het
geld zou gaan halen: hij had een spaarbank
boekje. Toen zei m'n vrouw plotseling, dat het
drieduizend mark moest zijn. Toen kregen m'n
vrouw en Emil ruzie. Maar Bianca heeft al dien
tijd gelachen en gezongen en gezegd: „Het is
heerlijk in de stad." Toen zei Emil, dat hij het
geld zou gaan halen en is weggegaan."
„En wat gebeurde er toen verder?"
„Toen ben ik weer in slaap gevallen."
„Je schijnt een gezegenden slaap te bezitten,
Krügel. Wanneer ben je toen weer wakker ge
worden?"
„Wanneer weet ik niet. De ouwe was met
Bianca alleen en zei: „Als Emil terugkomt, ne
men we eerst het geld aan, en dan zeg jij, dat
hij dadelijk met je moet trouwen. Dat je anders
naar de stad gaat." Bianca antwoordde, dat de
houtzagerij haar geen snars kon schelen. Maar
hij moest haar trouwen. Zij wilde boven de men-
schen van het dorp staan, die nu zoo trots op
haar neerzagen. En wat ze wil, bereikt ze ook."
„Verder, Krügel, verder! Wij moeten alles
weten; anders kom je niet uit het brandspuit
huisje."
„Ik heb het weer zoo koud!"
„Ja, als je weer warm wilt hebben, moet Je
vlugger spreken."
„Vlugger? Hoe kan ik dat? Emil kwam terug
en bracht het geld mee."
„Hoeveel?"
„Dat weet ik niet. Het was papiergeld, en ook
een zakje met goudstukken. Ze telden het na
en zeiden, dat het klopte."
„Wie telden het na?"
„M'n vrouw en Bianca."
„En Emil?"
„Die zat maar stil voor zich uit te kijken.
Maar plotseling begon hij te snikken. Hij zei,
dat hij nu zijn vader had bestolen. „Wat zal
er gebeuren, als dat uitlekt?" Hij was toch sol
daat geweest en onderofficier, en nu was hij een
schurk en een misdadiger geworden. Daar heeft
hij erg om moeten huilen."
„Wat hebben ze daarop gezegd?"
„M'n vrouw zei: Iedereen moet weten wat hij
wil; het stond bovendien in de lijnen van Emil's
hand en ook in zijn kaarten, dat het zoo moest
gebeuren. En Bianca zei, dat Emil een melkmuil
was. Zoo'n snertkerel moest ze niet hebben. Dan
had ze den jongen Hillmann heel wat liever. Die
griende niet zoo en had veel meer geld. En m'n
oudje zei: „Ja, ja, meisjelief, daar heb je gelijk
in!" Toen hield Emil op met grienen en zei,
dat hij alles zou doen en smeekte, dat Bianca
toch maar lief voor hem zou zijn."
„Het zijn werkelijk duivelinnen, die vrouwen,"
zei Balthassar; ,maar vertel verder, Krügel."
„M'n ouwe zei toen, dat Emil het zich niet
zoo moest aantrekken, dat hij beter deed met
'n stevigen borrel te nemen. Toen gaven ze hem
mijn flesch, die nog minstens voor 'n vierde vol
was. Maar toen sprong ik overeind en zei: „Dat
is mijn jenever!"
„Aha!" zei Balthassar, „toen de jenever ge
vaar liep, kwam er plotseling leven in je."
„Ja! Het was mijn jenever; ik heb ze met 't
houthakken bij mijnheer Hubertus verdiend."
„Goed, goed Krügel! Maar wat zeiden de an
deren, toen je opstond?"
„Ze zeiden: Zou hij misschien geluisterd heb
ben? Maar ik hield me van den domme. Ik vroeg
Emil, wat hij bij ons deed? Toen zei hij, dat hij
op bezoek was en dat ik hem m'n flesch maar
moest geven en zelf 'n nieuwe halen. En hij
dronk de mijne leeg en legde een tweemarkstuk
voor me op tafel. Hij zei, dat ik maar naar be
neden moest gaan, naar de „Druiventros" en
weer drank halen. Ik dacht: ze willen me kwijt
zijn; maar ik deed net of ik naar de „Druiven
tros" ging. Ik nam de flesch en het tweemark
stuk en sloeg de buitendeur achter me dicht.
Maar ik wilde toch zien, wat er nu verder ge
beuren zou en daarom kroop ik op den hooizol
der; daar kun je door een spleet naar beneden
in de kamer kijken, wanneer die verlicht is."
„Juist, Krügel! Wat heb je toen gezien?"
„Emil zei dat hij Bianca wilde trouwen, maar
dat zijn vader geen toestemming gaf. Toen zei
ze, dat hij thuis al het geld moest wegnemen en
dan met haar naar de stad trekken. Maar dat
wilde hij niet. Hij zei, dat hij niet van huis weg
kon, dat hij onder dienst altijd heimwee had
gehad, dat hij zoo gehecht was aan alles hier.
Toen hebben ze ruzie gekregen, Emil smeekte
aldoor, dat Bianca toch lief voor hem zou zijn,
maar ze wilde niet. Toen zei Bianca: „Groot
vader zal die twee mark beneden wel alleen op
drinken en dan ergens in de sneeuw blijven lig
gen. Ik zal eens gaan kijken waar hij blijft."
Emil wilde haar niet laten gaan, maar ze be
loofde, naar beneden te zullen sleeën en dade
lijk weer terug te zullen zijn. Tegelijk was ze de
deur uit en Emil bleef alleen met de oude vrouw
achter. Plotseling kreeg hij het weer te kwaad
met z'n tranen en zei: „Ach, als m'n moeder
zaliger dat eens wist!" toen lachte ze hem uit,
maar dat hielp niets. Hij liep aldoor maar op en
neer. Toen zei m'n ouwe: „Hm, Bianca is ook
niet zoo dom; misschien is ze nu beneden bij
den jongen Hillmann en vraagt ze hem wat ze
doen moet." Toen brulde Emil! „Dan sla ik haar
dood! Dan sla ik haar dood!" en verdween naar
bulten en sloeg zoo hard de deur achter zich
dicht, dat het heele huis er van kraakte. Ik
stond intusschen doodsangsten uit. Ik dacht, als
m'n vrouw me hier op den hooizolder betrapt,
dan zit er wat voor me op. Ik verborg me in het
hooi. Maar ik heb toch nog een keer naar be
neden gekeken. Toen zat de ouwe aan tafel
kaart te leggen. Eén keer lachte ze daarbij hard
op. En nu deed ze haar omslagdoek om en ging
de lantaarn zoeken. Ze stak het licht aan, maar
blies het weer uit. De lantaarn liet ze op tafel
staan, maar de lucifers, zag ik, stak ze bij zich.
.(Wordt vervolgd)