Het hart van de jeugd in Jamboree-stad EEN JAAR IN HET WOUD ZATERDAG 31 JULI 1937 Gesprekken met Indië Overal geestdrift en vreugde Van verwende Yankees tot arm zalige maar doodgelukkige Armeniërs Blinden en kreupelen doen even goed mee Vorstelïjke padvinders op Schiphol Voedings- en genot middelen Katholieke verkenners Afd. Bijzondere Eischen Het Wereldtheater Kroonprins Gustaaf Adolf van Zweden arriveerde Vrijdag JAMBOREE-UITGAVE Vergadering van het internationaal verband der christelijke bonden BRAM DC EVA AR TRAP UVNWECCEVORPE.M EiMDJf-SIGAAR Of SIGARET DOE DITALTÜD! Kind door maaimachine gegrepen Een der beentjes afgesneden UIT EEN ZOLDERRAAM GEVALLEN Vliegtuigdemonstraties op Ypenburg Friesche landdag te Medemblik Groote belangstelling uit binnen- en buitenland VERDRONKEN INBRAAK IN BOERDERIJ Lijk gevonden Kinderlijkje opgehaald Reisplan van Hr. Ms. Nautilus Aardappelziekte Exporteurscredietbeschikking 1936 ingetrokken De moeilijke positie der huiseigenaren Aanleg kanaalgedeelte Beklemd tusschen auto en vrachtwagen Ordonnans van den motor dienst ernstig gewond SPAANSCHE KOLONIE TE EINDHOVEN Nieuwe vluchtelingen gearriveerd UIT EEN LIFT GEVALLEN Slachtoffer op slag gedood BIJ VERKEERSONGEVAL GEWOND UIT DE STAATSCOURANT Burgemeesters Waterbouwkunde Onderwijs Onderscheidingen Staatsloterij Belastingen DOOR PAUL KELLER terswijk uit Nederland verzorgt twee Twentsche dansen en Rolduc Reijnaart de Vos. IJsland geeft worstelen, Polen volksdansen, Hongarije zingt Czardas en Armenië geeft Nationale dan sen. Aan de Ned.-Indische padvinders, die ter bij woning van de Jamboree in Nederland aanwe zig zijn, wordt de gelegenheid geboden, zich te gen sterk verlaagde tarieven van het telefoon kantoor op het Jamboree-terrein of van het te lefoonkantoor te Haarlem uit telefonisch in ver binding te stellen met hun relaties in Nederl.- Indië. In Jamboree-stad klopt het hart van de jeugd der wereld. De laatste duizendtallen zijn Vrij dag opgemarcheerd onder het loo- verdak van de breede laan, die voert van het station naar de terreinen. Hun jonge veerkrachtige voeten dreunden dof in rhythmische ca dans over het wegdek. De padvinders zongen hun liede ren opgewekt en blijmoedig. Vaak trokken muziekcorpsen de onafzien bare rijen vooraf, die gevolgd wer den door auto's met bagage. Tromgeroffel, trompetsignalen, een vroolijke uitroep en helder lachende jonge geestdriftige gezichten. Zoo trok de jeugd der wereld de tentenstad op Vogelenzang binnen. Thans is zij er thuis. Zoover het oog rijkt zijn de blanke, grijze en grauwe tenten gespan nen. Nijver hamergeklop verraadt pionierswerk. Bedrijvigheid heerscht in de veldkeukens en de blauwe rook kringelt tegen het middaguur vertrouwelijk omhoog. Want terwijl de laatste handen worden ge legd aan de inrichting en verzorging van het kampement zijn de kampkoks rusteloos in de weer om al die duizenden hongerige magen op tijd van het noodige te voorzien. Rook kringelt omhoog. De prikkelende reuk van het brandende hout hangt overal tusschen de tenten. Pannen en ketels pruttelen. In de braad pannen sist de boterkluit. Het avondmaal wordt bereid en met een kleine nationale variatie zal het dan wel worden genoten. De Vrijdagsche visch, de aardappelen en de blozende Hollandsche wortelen. Alleen de Oostersche magen krijgen na tuurlijk de onontbeerlijke portie rijst, ter wijl de Amerikanen zichzelf verwennen met tomaten en sla. De Boy Scouts of America zijn trouwens een luxe volkje. In een oogopslag ziet men het aan hun fraaie dubbeldaksche tenten, die elk tien Europeesche verkenners konden herbergen, ter wijl hier twee Amerikaantjes hun bedjes ge spreid vinden. Daar ligt een romannetje, een haarplakmid- del. Daar liggen vele dingen, die het leven ver gemakkelijken en aangenaam maken. Alles is keurig, alles Is model en precies. Zij zitten op banken en eten aan tafels. Borden en kopjes wasschen is onnoodig, daar een groote auto maat voor elke eetpartij nieuwe voorraden kar tonnen bekers en bordjes spuwt. Hun voor- raadstenten zijn met ijskasten uitgerust. Zi) hebben zelfs een shop, waar zij alles kunnen koopen. De Hollandsche voortrekker, die ons rond leidt, remt echter onze geestdrift. Dit alles is. té mooi. Van de Amerikanen naar.de Armeniërs. Orooter overgang kan men zich nauwelijks denken. Al dadelijk vernemen wij, dat hun hy giënische opvattingen nu niet bepaald een grooten roep hebben. Een gang naar hun kamp zou dit bevestigen, ofschoon wij toch sympa- thie krijgen voor deze Aziatische jongens, die daar zoo geestdriftig samenwonen onder hun groote fonkelnieuwe rood-blauw-gele vlag, die nog altijd in hun eigen vaderland niet waaien mag. Het zijn dan ook emigranten, ergens van de kusten van de oude wereldzee, die een stukje Armenië hebben hersteld in de blonde Hol landsche duinen en die met hun primitieve kamp-hulpmiddelen volkomen gelukkig en te vreden zijn. Daar zijn de vertegenwoordigers van het ver jongde Polen. Militair zien zij er uit met hun platte kepi's. Zij bewaren een uitmuntende orde en geheel de inrichting van hun kamp ademt een geest van discipline. Zij willen hun jonge krachtige nationaliteit en hun veerkrach- tigen volksaard toonen en ook hun eenvoudige vroomheid. Op verschillende plaatsen zien wij afbeeldin gen van de mirakuleuze Moeder Gods van Ozestochowska. Hun beste vrienden zijn naast de Nederland- sche gastheeren de Hongaren. De begroeting met de jonge Magyaren was allerhartelijkst. Men zong en juichte elkaar vu rig toe. Ook de Hongaren hebben een keurig kampement en in hun tenten staat boven elk veldbed de naam van een verkenner. Wij lezen daar Vörös Imre, Lazló Karoli, Székely Endre. Ligt daar onder elk wolletje wellicht een toe komstige primas? Een bescheiden, maar uiterst sympathieke ploeg is die der Sabanen, zeven man sterk. Zij wonen in een tent. Met hun groote strooien hoeden trekken zij aller aandacht. Deze bewol ners van een der kleine Nederlandsche Antillen zijn allen blank en afstammelingen van 17e- eeuwsche piraten. Als totempaal voeren zij groote leguanen mee. De katholieken drukken wel heel sterk hun stempel op de Jamboree. Het Kruis heerscht over tallooze kampementen. Overal ziet men kapelletjes en nissen en kleine veldaltaren zijn opgericht. „God wone in uw kamp", lezen wij ergens. Vertrouwelijk gaan de zwarte figuren van de aalmoezeniers met de Jongens om. Voortreffelijk pionierswerk is te zien. Utrechtsche verkenners hebben een Domtoren gebouwd van 17 meter hoog. Zeer vele groepen hebben iets karakteristieks uit hun woonplaats of omgeving willen uitbeelden. Alkmaar heeft twee kaasdragers. Verkenners uit Rumpen in de Limburgsche mijnstreek richtten een schacht toren met schachtbei en mijnlantaarns op. Venlo prijkt, zooals wij reeds meldden, met den reuzen- Valuas en zijn vrouw. Een der grootste bouw werken richtten onze Oost-Indische verkenners cp: n.l. een pendoppe van bamboe, bedekt met atap, van welke ingrediënten zij rijkelijk voor zien bleken. En dan is er nog de af deeling voor Bij zondere Eischen, een naam, die een bui tenstaander niets zegt, doch die in de wer kelijkheid wellicht een der schoonste uitin gen verbergt van den verkennersgeest en Jamboreegeest. Ongeveer honderd, wat men in het da- gelijksche leven pleegt aan te duiden als onvolwaardige jongens, die blind zijn of kreupel, lam, doofstom en slechthoorend, nemen hier volkomen deel aan het kamp leven. Er zijn Nederlandsche jongens uit verschillende groepen en verder Engelschen dn Franschen bij. Ofschoon de lichaamsgebreken van deze handicapped scouts hinderlijk zijn, doen zij in niets onder voor hun kameraden. Twee hunner zagen wij. Een paar doofstommen verzox-gden de keuken en ofschoon zij het dus met teekens moesten doen. ging het uitstekend. Overigens is dit niets bijzonders, daar immers zooveei verschillende nationaliteiten bijeen zijn, dat men zich bijna altijd van teekens moet be dienen. Zoo heeft de jeugd zonder uitzondering deel aan dit blijmoedig, geestdriftig festijn, waar allen gelijk zijn en door eenzelfde ideaal be zield. Zaterdagavond zullen in het Wereldtheater zes nummers uitgevoerd worden. De afd. Win- Vrijdagmiddag is met de Douglas D. C. 3, Kroonprins Gustaaf Adolf van Zweden, die als leider van de padvindersbeweging in zijn land, aan het hoofd staat van de Zweedsche deelne mers aan de Jamboree, op Schiphol aangeko men. De Kroonprins was, evenals zijn adjudant, in padvindersuniform gekleed. Ter begroeting van den hoogen gast waren o.m. op het vliegveld aanwezig, jhr. W. C. M. de Jonge van Ellemeet, adjudant van H. M. de Ko ningin, de heer Vendel, secretaris-generaal van de Zweedsche legatie, mr. dr. W. Dijckmeester, consul-generaal van Zweden te Amsterdam, als mede kapitein Van Rijen, lid van het Jamboree comité. Het gezelschap begaf zich onmiddellijk na aankomst per auto naar Vogelenzang. Eenige uren te voren was met het toestel uit Parijs meegekomen Prins Bernadotte, die even eens aan de Wereldjamboree zal deelnemen. Ook hij was in padvinderstenue. De Algemeene Landsdrukkerij heeft uitgege- van een boekje „Padvinders van heel de wereld: Kamprecepten van Nederland. Een Jamboree herinnering Vogelenzang 1937", alsmede een: „Herinnering aan de Jamboree in Nederland, het Zuivelland". Blijkens een tot de verkenners gericht voor woord, heeft het boekje, dat geschreven is door Titus Leeser, en voorzien is van een aantal vlotte illustraties van de hand van den auteur, een tweeledig doel. Het wil een herinnering zijn aan dit internationaal padvinderskamp waarvan de sfeer is weergegeven door 12 re producties uit het schetsboek van Titus Lee ser, die op vorige Jamborees een aantal pad vinders in hun nationale uniformen teekende zoowel uit Europa zooals Polen en Hongarije als vertegenwoordigers van Siam, Zuid-Afrika, Br. Indië en Nigeria. Daarnaast bevat dit sou venir practische aanwijzingen voor verkenners patrouilles in den vorm van aan de practijk getoetste kamprecepten, die bij de bereiding van krachtgevende voeding, welke het Ver kennerskamp eischt, goede diensten kunnen bewijzen. De tweede uitgave heeft betrekking op de verschillende excursies, welke na afloop van de Wereldjamboree zullen worden gehouden naar 29 gemeenten in de provincies Noord- en Zuid- Holland, Utrecht, Gelderland en Noord-Bra bant. De verschillende plaatsen, welke zullen worden bezocht, zijn door Titus Leeser zooda nig op een kaart van Nederland geteekend, dat zü worden gesymboliseerd door de afbeelding van de voor vreemdelingen markantste be zienswaardigheden. Zoo ziet men de Hoogovens bij Velsen, de Het internationaal verband van christelijke bonden in de voedings- en genotmiddelenbedrij- ven, hield een dezer dagen een vergadering te Rochefort in België. De bijeenkomst hield zich bezig met de bespreking van den algemeenen economischen toestand in het bedrijfsleven, meer speciaal ten opzichte van de voedings- en ge notmiddelenindustrie in België en Nederland. Uit de daaromtrent uitgebrachte rapporten bleek overduidelijk, dat zoowel in België als in Holland, nog vele moeilijkheden moeten wor den overwonnen, vooraleer van een gezond be drijf sprake kan zijn. Vooral de verhoudingen van groot- tot kleinbedrijf maken de oplossing der moeilijkheden zwaar. Echter werd de over tuiging uitgesproken, dat volhardende strijd door de vakorganisaties in die bedrijven, uit eindelijk, noodzakelijk tot verbetering zal kun nen voeren, en dat ook en voorat door de zich op christelijk standpunt stellende arbeiders organisaties veel tot stand kan worden gebracht. En daarbij kan door sterker internationaal sa menwerken belangrijke steun worden verleend. De vergadering gaf aan het bestuur opdracht om de onderzoekingen naar de verhoudingen in het bedrijf voort te zetten, en op grond van het resultaat daarvan de meest doeltreffende ge achte middelen aan te wenden, om de zoo noo dige verbeteringen in de bedrijven te helpen bevorderen. Bij de bespreking van den stand der christelijke vakbeweging in internationaal verband werd een krachtig protest geuit, tegen de houding der socialistische vakbeweging te Genève aangeno men, waardoor de secretaris van het I.C.V., de heer Serrarens, werd uitgestooten uit den Raad van Beheer van het Intern. Arbeidsbureau. De volgende vergadering van het Verband zal in 1938 in Nederland plaats vinden. UiT Vrijdagmiddag is te Baarle het vierjarig doch tertje van den heer Th. D., dat bij het tarwe maaien op den akker speelde door de maaima chine gegrepen. Het kind werd een der beentjes afgesneden, het andere been werd zwaar ge wond. In hoogst zorgwekkenden toestand is het kindje naar het ziekenhuis te Venlo overge bracht. Toen de kinderen van den landbouwer S. te Heesch zich op den hooizolder vermaakten, had het oudste zoontje het ongeluk uit te glijden met het gevolg, dat hij uit het zolderraam naar beneden tuimelde. Met gebroken ledematen is het ventje naar het ziekenhuis vervoerd Ridderzaal, de St. Jan in den Bosch, het Pa leis het Loo, den Utrechtschen Dom enz. In de Engelsche, Fransche en Duitsche taal is de be doeling van deze in een formaat van 40 x 40 c.M. uitgevoerde kaart weergegeven. En als typeerend voor ons land in zijn geheel, waar van de cultuurgrond immers voor meer dan de helft uit blijvend grasland bestaat, zijn alom de vertegenwoordigers geteekend van onzen belangrijken veestapel, waardoor deze uitgave zonder veel commentaar de aandacht vraagt voor Nederland als Zuivellland, dat dit souve nir aan de padvinders van alle werelddeelen aanbiedt. Deze uitgaven worden uitgereikt aan de 11.000 Nederlandsche verkenners en de ver wachte 4000 bezoekende meisjes der Padvind- sters Vereenigingen; de in drie talen aange duide herinneringskaart aan de buitenlandsche contingenten. Zaterdagmiddag om 3 uur zullen op Ypenburg demonstraties worden gehouden met sport- vliegtuigen, speciaal met de Duitsche en Pool- sche toestellen, welke daar momenteel vertoe ven in verband met de Avia-tentoonsteliing en de wereldjamboree. Te Medemblik wordt thans een wetenschap pelijk congres gehouden waaraan mannen van studie en wetenschap uit meerdere landen deel nemen en voor het welslagen waarvan felicita ties en gelukwenschen uit alle windhoeken van Europa gekomen zijn. Als de vergadering aanvangt en namens de West-Frieze Styk alle aanwezigen worden ver welkomd, ziexi wij achter de bestuurstafel ge zeten jhr. mr. A. Baron Röell, Commissaris der Koningin in Noord-Holland; mr, P. A. V. Baron van Harinxma Thoe Slooten, Commissaris der Koningin in Friesland; dr. G. von Eucken—Ad- denhausen, president Ostfriesische Landschaft te Aurich-Essens; dr. G. C. van Balen Blanken, voorzitter van het Historisch Genootschap Oud- Friesland; P. Chr. J. Peters, burgemeester van Medemblik, allen leden van het eere-comlté; de heeren Arian de Goede, mr. P. S. Winkel, K. Ruyterman en G. J. Honig, allen leden van de West-Friesche regelingscommissie, en tenslotte den Lector van de Groningsche Alma Mater P. Sipma, dr. W. Kok en mevr. ir. D. Rienks— Wallinga, respectievelijk voorzitter, onder-voor zitter en secretaresse van dit congres. Na de verwelkoming is het Lector Sipma die de vergadering opent en daarbij een overzient geeft van de eerste drie gehouden congressen, welke in Friesland en Ost-Friesland (Duitsch- land) werden gehouden, om daarna vluchtig te recapituleeren het werk, gedaan sinds het vorige derde congres. De eerste lector van dezen morgen was dr. G. Karsten uit Amsterdam, met als onderwerp „De Westfriesche taal voorheen en thans". Zijn uiterst goed gedocumenteerde lezing werd met zeer veel aandacht gespannen beluisterd en het was den toehoorders aan te zien, dat dit onder werp hun buitengewoon veel belangstelling in boezemde, vooral waar het ditmaal het eerste contact met West-Friesland was. Oberbourat dr. W. Krüger had tot onderwerp Küstensen- kung an der Norderseeküste. Deze lezing werd met lichtbeelden verduidelijkt. Tijdens de pauze en na de lezingen was er in het Kasteel in een der grootere nevenver- trekken een kleine tentoonstelling ingericht van archiefstukken van de gemeente Medemblik, waaronder zeer belangrijke documenten, o. a. onderteekend door Alva, de Bossu, Johan de Witt, alle Prinsen van Oranje, enz. Daarnaast waJ ook door de Vereeniging voor Vreemdelin genverkeer een kleine verzameling van lectuur over Nederland in 12 talen voor de belangstel lenden te bezichtigen. Na beëindiging van de morgenvergadering werd een korte wandeling gemaakt door het nieuw aangelegde Gemeentepark, dat binnen kort, naar men hoopt in tegenwoordigheid van het Prinselijk Paar, gedoopt zal worden met den naam Koningin Emmapark. Daarna ging men aan tafel, waar ook weer eenige vriende lijke woorden zijn gesproken. Hierna heeft de Medemblikker Vroedschap het congres op het Stadhuis ontvangen, waarbij bijna de volledige Raad aanwezig was en waar de eerewijn werd rondgediend. Inmiddels was van burgemeester Leemhorst van Hoorn nog een telegram ontvangen van verhindering wegens ziekte. Na nog een korte wandeling door oud-Medem- blik werd afgereisd naar Hoorn, waar het con gres ten Stadhuize werd ontvangen door den wethouder wegens ongesteldheid van den bur gervader. Deze eerste dag werd besloten met een gezamenlijk diner en een West-Friesche voordrachtavond afgewisseld door muziek. Vrijdagmiddag is H. J. v. Hoppen, een 58-ja- rige werklooze arbeider, wonende te Eindho ven in het kanaal geraakt en verdronken. Dr. Raupp trachtte tevergeefs de levensgees ten op te wekken. Terwijl de bewoners afwezig waren is een in braak gepleegd in de boerderij van den land bouwer v. B. te St. Michielsgestel. Een bedrag aan contant geld bleek gestolen te zijn. Van de daders is nog geen spoor ontdekt. Een visscher heeft in de Schelde nabij den St. Pieterspolder het lijk gevonden van de 37-jarige mej. S. uit Yerseke, die vermist werd. Uit de Rijnhaven te Rotterdam is opgehaald het lijkje van een kind. Het stoffelijk overschot, dat nog niet is geïdentificeerd, is naar de begraafplaats Crooswijk overgebracht. Het reisplan van Hr. Ms. Nautilus is als volgt vastgesteld: 10 Augustus vertrek uit Den Hel der; 16 Augustus aankomst in Straat Gibral tar; 23 Augustus vertrek uit Straat Gibraltar; 29 Augustus aankomst in Den Helder. In het etmaal van des avonds 28 tot des avonds 29 Juli is in de streek tusschen Hoorn en Enkhuizen de weersgesteldheid critiek ge weest voor het optreden van aardappelziekte. De minister van Economische Zaken heeft met ingang van 1 Augustus 1937 de expor teurscredietbeschikking 1936 (pekel- en steur- haring) ingetrokken. Het bestuur van den Neaerlandschen Bond van huis- en grondeigenaren en bouwonder nemers heeft in een adres aan den minister raad verzocht, maatregelen te treffen, welke er toe leiden, dat de noodzakelijke verlaging van lasten, drukkend op het gebouwd onroerend goed, op korten termijn wordt verkregen. Onder goedkeuring van den Minister van Sociale Zaken hebben B. en W. van Eindhoven het aanleggen van het derde gedeelte van het kanaal, dat Eindhoven met het Wilhelmina- kanaal moet verbinden, opgedragen aan den laagsten inschrijver, den heer J. Visser Bzn. te Sliedrecht, voor de som van f 555.000. Vrijdagmiddag omstreeks drie uur reed een militaire autocolonne op den Wijkerstraatweg te Velsen in de richting van het pontveer over het Noordzeekanaal, toen een vrachtauto van de Alkmaar Packet, bestuurd door den chauffeur N. L. uit Beverwijk, de colonne trachtte te pas- seeren. Een ordonnans van den motordienst, de twin tigjarige sergeant M. van der Z. uit Den Haag, die met de toezicht op de formatie was belast, geraakte met zijn motor beklemd tusschen een der militaire auto's en den vrachtwagen. Hij viel en werd eenige meters voortgesleurd. Hij kreeg daarbij ernstige kwetsuren: inwendige kneuzingen, een dubbele beenbreuk en verwon dingen aan het gelaat. Nadat dr. R. W. Fierstra uit Velsen-Noord de eerste hulp had verleend, is het slachtoffer per ziekenauto naar het Ziekenhuis St. Joannes de Deo te Haarlem vervoerd. De motor werd geheel vernield. Vrijdag is de Spaansche kolonie vluchtelin gen te Eindhoven wederom met 12 personen. 3 vrouwen en 9 kinderen, uitgebreid. Er werden nog meer vluchtelingen verwacht. Vrijdagmiddag is bij de Philips Glasfabrie ken een ernstig ongeluk gebeurd, waarbij de 38-jarige D. werd gedood. De lift van het glas magazijn haperde tusschen de vijfde en zesde etage. Voor het bedienend personeel de fout hersteld had, was een der inzittenden uit de lift geklommen, misgestapt en door de schacht naar beneden gevallen. De man was bijna onmiddellijk dood. Het slachtoffer was gehuwd en vader van één kind. Vrijdagmorgen begaf de meesterknecht J. van Ooyen van de steenfabriek te Gilze-Rijen zich per motor van Eindhoven naar zijn werk. Onder Veldhoven reed hij tegen een B. B. A - bus. De man werd met versplinterde beenen en een zware hersenschudding opgenomen en naar het ziekenhuis te Eindhoven vervoerd. 1 September 1937 is tot burgemeester der gemeente Hoogezand benoemd: J. Tuin. De heer Tuin is thans hoofd eener openbare lagere school in Oude Pekela. Hij bekleedt voorts de functies van lid van Provinciale Staten van Groningen en pl. verv. voorzitter van den Raad van Arbeid te Winschoten. Met 1 September 1937 is benoemd tot burge meester der gemeente Opsterland: J. H. Pop- pinga, met toekenning van gelijktijdig eervol ontslag als burgemeester van Idaarderadeel. De heer Poppinga is geboren in 1896. Aan den heer Ch. J. I. M. Welter is op verz. eervol ontslag verleend als pl.verv. lid van het bestuur der stichting „Waterbouwkundig Labo ratorium" te Delft. Met 1 September 1937 is benoemd tot leeraar in vasten dienst aan de Rijks H. B. S. te Roer mond: J. W. Voncken, te Amsterdam. Met 1 September 1937 is benoemd tot lee- rares in vasten dienst aan de R. H. B. S. te Oostburg: Mejuffrouw C. K. M. Elenbaas, thans tijd. Benoemd tot ridder in de Orde van Oranje- Nassau de heer Ch. Kouveld, secretaris van de Nederlandsche Weldadigheidsvereeniging te Londen. Benoemd tot ridder in de Orde van Oranje- Nassau J. D. Maarleveld, gezagvoerder van het s.s. „Ajax" en J. Keukelaar, hoofdmachinist van het s.s. „Ajax". Aan mevrouw W. G. AppelDeibei te Middel burg is op haar verzoek eervol ontslag verleend als collectrice der Staatsloterij aldaar, welk ontslag zal ingaan met het einde der 475e Staatsloterij. De ontvanger der directe belastingen enz. J. Wachter is verplaatst van de inspectie der dir. bel. te Delft naar het kantoor der dir. bel. en acc. te Groenlo en de ontvanger der dir. bel. enz. W. P. G. Beekhof van de inspectie der inv. en acc. te Oldenzaal naar het kantoor der dir. bel. en acc. te Culemborg. 15 „Krügel, weet je, wie de houtzagerij heeft aangestoken?" Ja! Dat heb ik toch al gezegd. Mijn vrouw is het geweest." „Je.je vrouw?" vroeg Balthassar ver bluft. „Jadie vrouw van me! Die heks!" „Maar hoe is dat dan zoo gekomen?" „Bönisch heeft me de huur opgezegd Bönisch wil me uit m'n huisje smijten.twee en dertig jaar heb ik er in gewoond.... twee en dertig jaar Hij huilde. „Ja, ja, maar nu verder!" „Laat hem met rust, mijnheer Balthassar, gunt u hem even tijd!" De oude Krügel snikte nog even, steeds op zijn ellebogen geleund en lag daar voor ons als de ellende in menschengedaante. Ik trad op hem toe en trok de dekens over zijn schou der. Toen begon hij weer te spreken. „Mijnheer Hubertus was vanavond bij ons." „Was u in de moerashut? Waarom? Met welk doel?" „Dat zal ik u later vertellen.'' „Juist, Krügel, ik ben bij je geweest. Maar toen ik weg was, wat is er toen gebeurd?" „Toen zei m'n vrouw: „Laat Bönisch maar oppassen! Ze moesten zijn huis in brand ste ken." „Wat heb je daarop geantwoord?" „Heelemaal niets!" „Waarom heelemaal niets?" „Ach, wat zou ik nou tegen dat mensch zeg gen?" Moe strekte hij zich op zijn rug uit. „Krügel, je moet ons zeggen, wat er nog meer is gebeurd!" Hij hief zijn hoofd weer een weinig op. „Ik ben aan tafel ingeslapen. Toen ik wak ker werd, waren Bianca en Emil er." „De jonge Bönisch?" „Ja, ze dronken koffie. Ik deed, alsof ik nog sliep. Want als ik wakker ben, praten ze niet zoo met elkaar." Pauze. „Waarover spraken ze dan?" „Mijn vrouw zei, dat Emil haar geld moest geven. Veel geld. Ik geloof duizend mark. An ders zou ze Bianca naar de stad sturen. Dat zou mijnheer Hubertus wel voor elkaar krijgen. Die had zich nog dienzelfden avond door haar la ten waarzeggen." „Dat is een afschuwelijke leugen!" protes teerde ik. „Komt ervan!" zei mijnheer Balthassar. Komt ervan, als je je met dergelijke zaken in laat. Maar nu verder, Krügel. Als je alles naar waarheid en netjes vertelt, zal ik je een flesch Jenever laten brengen." „Ik lust nu geen jenever," zei Krügel; „ik ben er te beroerd aan toe. „Dus, het drietal dronk kofife, en Emil moest duizend mark betalen. Wat antwoordde hij daarop?" „Eerst wilde hij niet, maar toen vroeg hij, of Bianca werkelijk weg moest. Toep zei de oude: „Ja, binnen een week. Mijnheer Hubertus brengt haar zelf weg." Toen begon Emil verschrikkelijk te vloeken." „Maar Krügel," protesteerde ik, „dan heeft je vrouw toch afschuwelijk gelogen." „Ze liegt altijd!" „Nu, verder!" „Emil wilde toen weggaan en zei, dat hij het geld zou gaan halen: hij had een spaarbank boekje. Toen zei m'n vrouw plotseling, dat het drieduizend mark moest zijn. Toen kregen m'n vrouw en Emil ruzie. Maar Bianca heeft al dien tijd gelachen en gezongen en gezegd: „Het is heerlijk in de stad." Toen zei Emil, dat hij het geld zou gaan halen en is weggegaan." „En wat gebeurde er toen verder?" „Toen ben ik weer in slaap gevallen." „Je schijnt een gezegenden slaap te bezitten, Krügel. Wanneer ben je toen weer wakker ge worden?" „Wanneer weet ik niet. De ouwe was met Bianca alleen en zei: „Als Emil terugkomt, ne men we eerst het geld aan, en dan zeg jij, dat hij dadelijk met je moet trouwen. Dat je anders naar de stad gaat." Bianca antwoordde, dat de houtzagerij haar geen snars kon schelen. Maar hij moest haar trouwen. Zij wilde boven de men- schen van het dorp staan, die nu zoo trots op haar neerzagen. En wat ze wil, bereikt ze ook." „Verder, Krügel, verder! Wij moeten alles weten; anders kom je niet uit het brandspuit huisje." „Ik heb het weer zoo koud!" „Ja, als je weer warm wilt hebben, moet Je vlugger spreken." „Vlugger? Hoe kan ik dat? Emil kwam terug en bracht het geld mee." „Hoeveel?" „Dat weet ik niet. Het was papiergeld, en ook een zakje met goudstukken. Ze telden het na en zeiden, dat het klopte." „Wie telden het na?" „M'n vrouw en Bianca." „En Emil?" „Die zat maar stil voor zich uit te kijken. Maar plotseling begon hij te snikken. Hij zei, dat hij nu zijn vader had bestolen. „Wat zal er gebeuren, als dat uitlekt?" Hij was toch sol daat geweest en onderofficier, en nu was hij een schurk en een misdadiger geworden. Daar heeft hij erg om moeten huilen." „Wat hebben ze daarop gezegd?" „M'n vrouw zei: Iedereen moet weten wat hij wil; het stond bovendien in de lijnen van Emil's hand en ook in zijn kaarten, dat het zoo moest gebeuren. En Bianca zei, dat Emil een melkmuil was. Zoo'n snertkerel moest ze niet hebben. Dan had ze den jongen Hillmann heel wat liever. Die griende niet zoo en had veel meer geld. En m'n oudje zei: „Ja, ja, meisjelief, daar heb je gelijk in!" Toen hield Emil op met grienen en zei, dat hij alles zou doen en smeekte, dat Bianca toch maar lief voor hem zou zijn." „Het zijn werkelijk duivelinnen, die vrouwen," zei Balthassar; ,maar vertel verder, Krügel." „M'n ouwe zei toen, dat Emil het zich niet zoo moest aantrekken, dat hij beter deed met 'n stevigen borrel te nemen. Toen gaven ze hem mijn flesch, die nog minstens voor 'n vierde vol was. Maar toen sprong ik overeind en zei: „Dat is mijn jenever!" „Aha!" zei Balthassar, „toen de jenever ge vaar liep, kwam er plotseling leven in je." „Ja! Het was mijn jenever; ik heb ze met 't houthakken bij mijnheer Hubertus verdiend." „Goed, goed Krügel! Maar wat zeiden de an deren, toen je opstond?" „Ze zeiden: Zou hij misschien geluisterd heb ben? Maar ik hield me van den domme. Ik vroeg Emil, wat hij bij ons deed? Toen zei hij, dat hij op bezoek was en dat ik hem m'n flesch maar moest geven en zelf 'n nieuwe halen. En hij dronk de mijne leeg en legde een tweemarkstuk voor me op tafel. Hij zei, dat ik maar naar be neden moest gaan, naar de „Druiventros" en weer drank halen. Ik dacht: ze willen me kwijt zijn; maar ik deed net of ik naar de „Druiven tros" ging. Ik nam de flesch en het tweemark stuk en sloeg de buitendeur achter me dicht. Maar ik wilde toch zien, wat er nu verder ge beuren zou en daarom kroop ik op den hooizol der; daar kun je door een spleet naar beneden in de kamer kijken, wanneer die verlicht is." „Juist, Krügel! Wat heb je toen gezien?" „Emil zei dat hij Bianca wilde trouwen, maar dat zijn vader geen toestemming gaf. Toen zei ze, dat hij thuis al het geld moest wegnemen en dan met haar naar de stad trekken. Maar dat wilde hij niet. Hij zei, dat hij niet van huis weg kon, dat hij onder dienst altijd heimwee had gehad, dat hij zoo gehecht was aan alles hier. Toen hebben ze ruzie gekregen, Emil smeekte aldoor, dat Bianca toch lief voor hem zou zijn, maar ze wilde niet. Toen zei Bianca: „Groot vader zal die twee mark beneden wel alleen op drinken en dan ergens in de sneeuw blijven lig gen. Ik zal eens gaan kijken waar hij blijft." Emil wilde haar niet laten gaan, maar ze be loofde, naar beneden te zullen sleeën en dade lijk weer terug te zullen zijn. Tegelijk was ze de deur uit en Emil bleef alleen met de oude vrouw achter. Plotseling kreeg hij het weer te kwaad met z'n tranen en zei: „Ach, als m'n moeder zaliger dat eens wist!" toen lachte ze hem uit, maar dat hielp niets. Hij liep aldoor maar op en neer. Toen zei m'n ouwe: „Hm, Bianca is ook niet zoo dom; misschien is ze nu beneden bij den jongen Hillmann en vraagt ze hem wat ze doen moet." Toen brulde Emil! „Dan sla ik haar dood! Dan sla ik haar dood!" en verdween naar bulten en sloeg zoo hard de deur achter zich dicht, dat het heele huis er van kraakte. Ik stond intusschen doodsangsten uit. Ik dacht, als m'n vrouw me hier op den hooizolder betrapt, dan zit er wat voor me op. Ik verborg me in het hooi. Maar ik heb toch nog een keer naar be neden gekeken. Toen zat de ouwe aan tafel kaart te leggen. Eén keer lachte ze daarbij hard op. En nu deed ze haar omslagdoek om en ging de lantaarn zoeken. Ze stak het licht aan, maar blies het weer uit. De lantaarn liet ze op tafel staan, maar de lucifers, zag ik, stak ze bij zich. .(Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 3