LAATSTE NIEUWS
Waar de filmband rolt
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel?
Plaats dan een „Omroeper
voor 80.000 gezinnen
PEIPING OMSINGELD
KERK VOOR KONINGIN
ASTRID
Opi/tmvuutqfiu&ybft
ZATERDAG 31 JULI 1937
Rond de Frans Hals
tentoonstelling
Het portret van Verdonck Een
naïeve poging om een schilderij
aantrekkelijkerte maken
IETS VAN EEN INDISCH G.-G.
UIT HAARLEM
Een nieuw stukje Haarlem op
gewezen Bloemendaal bij het
voetgangersviaduct
Programma Haarl. Radiocentrale
voor Zaterdag
Benoemd
Padvinders opgeroepen
Chaos te Tientsin
TREINWAGEN HEET-
GELOOPEN
Treinstoring tusschen Haarlem
en Amsterdam
Motorrijder gedood
Tegen autobus opgebotst
HET LANDSCHAPSSCHOON
Maatregelen ter bescherming
EX-KONINGIN ENA BEZOEKT
DOORN
Examen hoofdakte
PALACE-BIOSKOOP
Elephant boy
re
Een aardige opname van een kudde olifanten uit de film Elephant Boy",
deze week draait in Cinema Palace
FRANS HALS-THEATER
Toendra
REMBRANDT-THEATER
Rolph Reader in The
Gangster Show
LUXOR-THEATER
She
siiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiil
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
yy
^iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiniiiniiiiil
STAD
Het Juli-nummer van „Historia", maand
schrift voor geschiedenis en kunstgeschiedenis
(Broekhoff N.V. te Utrecht) is grootendeels aan
Frans Hals gewijd naar aanleiding van de ten
toonstelling te Haarlem. Daar is ook het portret
te zien, thans bekend als dat van Verdonck,
een Haarlemsch volkstype uit de zeventiende
eeuw. Nog niet zoo heel lang geleden heette het
eenvoudig ,X)e vroolijke drinker" en was het
twijfelachtig, of het wel aan Hals kon worden
toegeschreven. Het vertoonde gebreken, die
moeilijk te verklaren waren.
De bekende restaurateur dr. A. M. de Wild
haalt nu nog eens de geschiedenis op van de
wederontdekking. Nu het schilderij tijdelijk in
ons vaderland is, laten wij de bijzonderheden
hieronder volgen:
In 1916 werd door mr. John J. Moubray of
Naemoor een schilderij van Frans Hals aan de
National Gallery of Scotland te Edinburgh ten
geschenke gegeven.
Het schilderij stelde voor een vroolijk uit-
zienden man met bruin krulhaar, borsteligen
baard, snor en wenkbrauwen, met een karmijn-
roode fluweelen baret, die in zijn hand een
wijnglas van eenigszins gedrukten vorm hield,
alsof hij iemand wilde uitnoodigen met hem
mede te drinken.
Het schilderij was rechts in een groen-grijzen
achtergrond gesigneerd met een monogram
FHF en werd genoemd: „De vroolijke Drinker".
De afmetingen waren 45 x 38 c.M.
Van dit schilderij was alleen bekend, dat het
in 1895 bij Christie geveild werd als zijnde het
eigendom van mr. Lawrence W. Vaile, waarbij
het 430.opbracht. Daarna werd het door mr.
Moubray gekocht van de firma Agnew Sons
te Londen. Officieel werd het schilderij destijds
in den catalogus van het Edinburgh's Museum
als een werk van Frans Hals uit diens vroegen
tijd opgenomen.
Doch ten slotte bezat het schilderij niet die
kwaliteiten, die voor een algemeene erkenning
in de literatuur over Frans Hals in aanmerking
komen. Men meende een zekere misteekening in
de hand en het glas te zien, de muts was van
een ongewoon fel rood, dat de harmonie van
het geheel verstoorde en slecht paste bij het
tijdperk waarin het schilderij werd verplaatst.
En ten slotte werd er ernstige twijfel uitgespro
ken ten aanzien van het monogram. Immers,
men kende geen enkel schilderij van Frans
Hals, dat een dergelijke naamteekening droeg
en men vroeg zich af, of men hier wel met een
werk uit de 17e eeuw te doen had.
Zoo was de stand van zaken, toen aan dr. de
Wild in 1937 opdracht werd verleend, het schil
derij aan een nader technisch onderzoek te on
derwerpen.
Al spoedig bleek dat bij beschouwing van het
schilderij in gereflecteerd licht onder het rood
van de baret het relief te onderscheiden was
van de penseelstreken, die aan den haardos toe
behoorden.
Een onderzoek van de verf bracht aan het
licht, dat de roodgeschilderde baret van betrek
kelijk recenten datum was, in ieder geval uit
een andere periode dateerde dan het overige
gedeelte van het schilderij.
Met deze bijzonderheden in handen was het
in eerste instantie de aangewezen weg om
meerdere gegevens te verkrijgen met betrekking
tot den technischen opbouw van het paneel.
Uit een Röntgen-opname bleek, dat het glas
in de hand van den „Vroolijken Drinker" geen
glas was geweest, doch een object dat, ofschoon
de aard nog niet kon worden vastgesteld, in
ieder geval een langgerekten vorm had en den
linker bovenhoek van den achtergrond vulde.
Bovendien bleken inderdaad de penseelstreken
van de haren zich voort te zetten onder de
rood geschilderde baret.
Het schilderij was verder, zooals men alge
meen bij werken van Frans Hals aantreft, ge
schilderd op een zeer dunne loodwithoudende
plamuurlaag, die slechts de nerfholten van het
paneel opvulde. In de Röntgenopname is deze
nervatuur dan ook zeer evident te constateeren.
Nu was er een gravure bekend, waarvan de
voorstelling bijna gelijk was met die van het
schilderij. Echter ontbrak de baret en het wijn
glas was een kakebeen.
In den zomer van het jaar 1928 werd door
den Board of Trustees besloten, het schilderij
van de overschilderingen te ontdoen. Volgens de
gevormde diagnose bestond er inderdaad een
zeer groote waarschijnlijkheid, dat het origineel
van de ets geenszins verloren, doch verborgen
was onder het twijfelachtige schilderij van
Frans Hals, dat in het museum een plaats had
gevonden.
Het Röntgenografisch onderzoek, gesteund
door de nalyse van de verflaag, maakte dezen
twijfel tot aan zekerheid grenzende waarschijn
lijkheid.
Het is uitgekomen zooals te verwachten was
en.... Edinburgh bezit een Hals, waarnaar de
gravure vervaardigd was.
Het museum heeft achteraf nog een schrijven
ontvangen van een hoogbejaard schilder, wo
nende in Riga, die verklaarde in de jaren ne
gentig de overschilderingen te hebben aange
bracht op verzoek van den eigenaar te St. Pe
tersburg, die het schilderij een meer beschaafd
aanzien wenschte te geven....
In het nieuwe bouwterrein tusschen Delft, Ijs
baan, Spoorbaan en Station Bloemendaal zijn
eendge Gouverneurs-Generaal van de Oost de
naamgevers van nieuw te scheppen lanen. Nu
zien we er wel den voorganger n.l. Johan Maat
suiker en den opvolger Willem van Outhoorn,
van wijlen onzen stadgenoot Johannes Camphuis,
maar de Haarlemmer zelf is er niet bij, maar
(bij vergissing?) wel de literator Lodewijk
van Deysel. Niet dat we van Deysel dat niet
gunnen, maar die is ,er niet onder zijns gelijken,
terwijl Johannes Camphuis in het Zuidoosten
als buurlui een wever (Thybout) en Jan de
Lapper (die toevallig zeekapitein der Marine
werd) heeft. Jan Camphuis is 18 Juli 1634 te
Haarlem geboren, werd zilversmidsknecht te
Amsterdam en ging als jongen al naar de Oost
in dienst van de Vereenigde Oost-Indische Com
pagnie. Hij doorliep er alle rangen en bracht
het tot Gouverneur-Generaal van Ned. Oost-In-
dië. Om gezondheidsredenen nam hij ingaande
24 September 1691 ontslag, na eerst plechtig in
't bijzijn van den Raad van Indië en vele auto
riteiten het ambt op Willem van Outhoorn
te hebben overgedragen.
„Zijn oud Edelheid" schrijft Dominee Valen-
tijn, „quam na 3 jaren, 9 maanden en 24 dagen
dus op zijn buitenwooning (even buiten Bata
via) geleeft te hebben den 18 Juli Ao 1695 te
sterven". Bij de uitvaart werd het stoffelijk over
schot door de Dienstpoort in de stad en zoo
langs de Tijgersgracht en door de eerste dwars-
gracht van de Princestraat in de Hollandsche
stadskerk gedragen. Daar werd hij aan den
oostkant, ongeveer ter plaatse van de zitban
ken der Heeren Schepenen begraven. In de
kerk aangekomen zijnde, werden er 3 charges
met snaphanen en 7 kanonschoten te zijner eer
gelost.
Vóór het lijk gingen uit ten eerste een vaan
del burgerruiterij, dan een dito militaire ruiters
uit het Kasteel van Batavia. Daarop twee
paarden in den rouw, een ruiter met een vaan
del, gekleed in een staatsierok van zwart flu
weel.
Dan een drager met een kussen waarop het
wapen van den gewezen Gouv. Gen., zijn sporen,
zijn degen en zijn heimet.
Jan Camphuis was de achtste opperbevelheb
ber, hoewel bij zijn overlijden reeds drie jaar
ruim uit zijn functie, die te Batavia stierf.
Zijn nagelaten goederen gingen meest aan
vreemden en goede kennissen of aan bijzonder
goede vrienden over, o.a. aan de heeren Chaste-
leyn en de gebroeders Parvé, die bij hem bij
zonder stonden aangeschreven en die voor een
goed deel zijn erfgenamen waren. Daartoe be
hoorde niet het eiland Edam, het noordelijk
ste in de groep boven Batavia. Dat viel ten
deel aan Johan van Hoorn, toen Algemeen be
stuurder van den Handel van Indië.
Aan de erfgenamen kwam ook de zorg voor
zijn zuster, die tegen zijn zin gehuwd was met
den heer van Dilzen. Zij zou alle dag, zoolang
zij leefde, zes gulden uit zijn goederen ontvan
gen. De erfgenamen moesten haar ook toestaan
zoo lang zij leefde in het huis in zijn tuin
te wonen. Daar woonde zij dan ook tot haar
dood, 10 September 1714.
Na zijn dood zijn er aan de dragers gouden
penningen omtrent zoo zwaar als 66 guldens
uitgereikt. Zco'n gouden medalje kregen ook
de doopkinderen, bij wier doop hij als pete-
vaer stond. Eigen wettige kinderen had hij
niet, want hij is nooit gehuwd geweest. Onder
de bedachten behoorde ook Gerard Mol. Som
migen kregen tot nagedachtenis den gouden ge
denkpenning hangende aan een zware gouden
schakelketen. Op de ééne zijde dezer pennin
gen stond volgens zijn begeerte dit vers
Mijn aardze Camphuis was vergaan
Mijn tabernakel kon niet staan,
Dog ik zag op een vast gebouw,
Dat eeuwig zijn en duuren zou.
Een plaats door Jezus toegezeit
En in zijn's Vaders huis bereid,
Wel zalig is die naar zijn lot
Die heeft een timmering bij God.
De keerzijde bevat de biografie in vijf regels
n.l.:
Johannes Camphuijs, geboortig van Haarlem,
den 18 July 1634, tot den 24 September 1691
geweest Gouverneur-Generaal van Nederlands
Indië, overleden op Batavia den 18 July 1695.
Programma 1: Hilversum II.
Programma 2: Hilversum I.
Programma 3: 8 uur Keulen, 10.50 Parijs Ra
dio, 12.35 Ned. Brussel, 1.50 Keulen, 2.20 Ned.
Brussel, 4.20 Keulen, 7.30 Ned. Brussel, 7.50
London Reginal, 9.20 Parijs Radio.
Programma 4: 8 uur Ned. Brussel, 0.20 Pauze*
10.35 Droitwich, 8.20 Fransch Brussel, 9.20
Droitwich.
Programma 5: 8 uur Diversen, 7 uur Gramo-
foonplatenconcert (verzoekprogramma), 8 uur
Diversen.
Bij beschikking va nden Minister van Jus
titie is benoemd tot plaatsvervangend lid van
de Kamer van Toezicht over de notarissen en
candidaat-notarissen te Haarlem: Mr. P. II.
F. Bijl de Vroe, kantonrechter, alhier.
(Gedeeltelijk gecorrigeerdj
(Vervolg pag. 1)
De beurs te Sjanghai is heden gesloten ge
bleven. Zij zal waarschijnlijk niet voor Maandag
geopend worden, zoodat de handel in Chinee-
sche staatsfondsen onderbroken is.
Sinds hedenmorgen vroeg heeft Sjanghai geen
telefoonverbinding meer met Tientsin en Pei-
ping.
Vanochtend zijn 631 Japanners van Sjanghai
naar Japan vertrokken. Ook de steden in het
binnenland worden door de Japansche bewoners
ontruimd. Het trein- en scheepvaartverkeer naar
Noord-China is zeer bemoeilijkt.
De Japansche admiraliteit verneemt uit Han-
kou, dat tachtig Japansche vrouwen en kinde
ren vandaar naar Sjanghai zijn vertrokken, ter
wijl ongeveer tweehonderd Chineesche bewoners
uit de Japansche concessie naar de Chineesche
wijk zijn getrokken. Men acht het niet waar
schijnlijk, dat de toestand te Hankou ernstiger
zal worden.
Het Japansche ministerie van Buitenlandsche
Zaken heeft uit Swatau vernomen, dat de anti-
Japansche actie daar is versterkt, waardoor het
voor de Japansche bewoners moeilijk is gewor
den hun dagelijksch drinkwater en andere le
vensbehoeften te krijgen.
De bond van Chineesche padvinders, waar
van maarschalk Tsjang Kai Sjek president
is, heeft bevel gegeven tot mobilisatie van
een half millioen padvinders ouder dan 15
jaar.
De padvinders, die in verschillende korpsen
ingedeeld zullen worden, zullen dienst doen ter
ondersteuning van de overheid in Post-, Tele
graaf-, radio- en transportdienst, bij de lucht
en gasafweermaatregelen, bij de propaganda en
bij den medischen hulpdienst, benevens bij het
verleenen van steun aan de door den oorlog
getroffen burgerbevolking.
Uit Sjanghai wordt vernomen, dat de Japan
sche marinier, Miyazaki, die verdwenen was,
doch later werd teruggevonden, voor den krijgs
raad zal terechtstaan, wanneer hij hersteld zal
zijn van de uitputting waaraan hij lijdt.
In antwoord op een vraag van een voor
aanstaand lid van de Seyoekai in het Ja
pansche Lagerhuis, zeide minister-president
Konoje, dat hij de hoop op een vreedzame
regeling van het Incident in Noord-China
nog niet heeft opgegeven, zoodat nog geen
Chineesch-Japansche oorlog zal uitbreken.
De verdere ontwikkeling van den toestand
zou evenwel de regeering kunnen noodzaken
het volk te vragen ook verder met ha,ar mede
te werken. De regeering zal alles doen wat in
haar macht is, om een vreedzame regeling tot
stand te brengen.
In antwoord op vragen over de betrekkingen
tusschen Nanking en de komintern zeide de
minister van Buitenlandsche Zaken Hirota, dat
het mogelijk is, dat de komintern invloed heeft
op Nanking, doch het is niet zeker, dat deze
invloed groot is. Ten aanzien van het nieuwe
visscherijverdrag met de Sovjet-unie verklaarde
de minister, dat de Japansche regeering aan de
Sovjet-regeering heeft gevraagd de nieuwe over
eenkomst te onderteekenen, doch hieraan is
nog niet voldaan.
In antwoord op een vraag heeft Hirota uit
eengezet, wat werd bedoeld met een „plaatse
lijke regeling" van de incidenten in Noord-
China.
De Chineesche regeering, aldus spreker,
heeft een politiek van niet-erkennen van
Mandsjoekwo aangenomen, en derhalve
heeft de Japansche regeering besloten de
gebieden, welke Mandsjoekwo omringen, als
„plaatselijk" te beschouwen, aangezien in
deze gebieden het handhaven van den vre
de en de rust noodzakelijk is voor het hand
haven van den vrede in Mandsjoekwo.
Nader meldt het hoofdkwartier van de
Japansche troepen in Noord-China, dat de
Japansche troepen de Joengting-rivier zijn
overgetrokken en een bruggehoofd bij
Tsjang Sin Tien hebben opgeworpen. Ver
moedelijk zijn zij hiermede binnen gevechts-
al'stand van de troepen van de Nanking-
regeering gekomen.
Tusschen Peiping en Tientsin zijn plaatse
lijke schermutselingen gevoerd tusschen de
troepen van het 29e Chineesche leger en de
Japansche troepen.
SJANGHAI, 30 Juli. (Havas). Uit Nan
king wordt gemeld, dat verscheidene Ja
pansche vliegtuigen vanmiddag Pau Ting
Foe en Lioe Li Ho hebben gebombardeerd.
Te Lioe Li Ho aan de spoorlijn Peiping-
Hankau, veertig kilometer ten Zuidwesten
van Peiping, is de schade aanzienlijk.
Te Peiping verluidt, dat burgerwachten van
de regeering van Oost-Hopei, die terugtrokken,
vanmiddag zijn slaags geraakt met Japansche
troepen.
Te Tientsin heerscht een ware chaos. In de
Chineezenstad zijn de straten bezaaid met
lijken; duizenden personen, wier woningen ver
nield waren door de bombardementen, brachten
den nacht op straat door. Zij hadden verzocht
toegelaten te worden in de Italiaansche neder
zetting, doch de poorten bleven gesloten. Eerst
in den ochtend werd toegestaan door de Itali
aansche concessie naar de Fransche te gaan.
In den treinenloop tusschen Haarlem en de
hoofdstad is Vrijdagavond ernstige stagnatie
ontstaan door het heetloopen van een rijtuig
van een Duitschen trein, welke deelnemers aan
de Jamboree naar Vogelenzang had gebracht
en van Haarlem-goederenstation, naar Bent-
heim terugkeerde.
Tusschen Halfweg en Amsterdam liep van de
21 rijtuigen tellenden trein het middelste rijtuig
warm, zoodat herhaaldelijk moest worden stil
gehouden en het afleggen van den afstand
Halfweg-Amsterdam niet minder dan drie
kwartier vorderde. Het gevolg was een gewel
dige stagnatie op het drukbezette baanvak. De
trein uit Zandvoort, welke daar om 21.42 uur
vertrekt, was het eerste slachtoffer. Hij had 31
minuten vertraging, zoodat een reserVbtrein
moest worden ingelegd, teneinde om 22.20 uur
naar Zandvoort te vertrekken. De reeds ver
traagde boottrein uit Vlissingen kwam vijftig
minuten te laat binnen. Voor de daarna uit
Haarlem komende treinen bedroeg de vertraging
38, 19 en 15 minuten.
Het heetgeloopen rijtuig van den leegen Duit
schen trein is op het Westelijk emplacement uit
gerangeerd, waarna deze trein om 23.29 uur
naar Bentheim is vertrokken.
Onder voorzitterschap van mevrouw van Zee
land is een comité gevormd voor den bouw van
een kerk ter gedachtenis aan Koningin Astrid.
De kerk die in de parochie Floréal-Logis in
Boitsfort bij Brussel zal worden gebouwd, zal
toegewijd zijn aan de H. Brigitta, die een Zweed-
sche prinses was.
Vrijdagmorgen is onder de gemeente Veld
hoven een ernstig motorongeluk voorgevallen.
De ruim 28-jarige J. van O., wonende te Veld
hoven, kwam van zijn woning met zijn motor
rijwiel den straatweg oprijden. Hij had echter
te laat opgemerkt, dat uit de richting Eindho
ven een autobus naderde. Er was geen gelegen
heid meer om uit te wijken, met het gevolg, dat
Van O. recht op den bus inreed. De man werd
tegen den grond geslingerd en liep een zware
hersenschudding en een beenfractuur op.
In zeer ernstigen toestand werd het slacht
offer naar het Binnen-Gasthuis te Eindhoven
vervoerd, waar hij des avonds aan zijn verwon
dingen is bezweken.
B. en W. der gemeente Sleen bieden den
Raad ter vaststelling aan een ontwerp-ver-
ordening ter bescherming van het iand-
schapsschoon, waarin is opgenomen een
verbod van het afgraven van terreinen.
Dit is de eerste verordening van dezen aard,
welke in de provincie Drenthe aan de orde
komt.
Men is in breeden kring benieuwd naar de
ontvangst daarvan bij hoogere instanties.
Voor een kort bezoek aan den ex-keizer en
zijn gemalin is op Huize Doorn gearriveerd de
ex-koningin van Spanje.
HAARLEM, 30 Juli. Geëxamineerd 8 mnl.
cand. Geslaagd de heeren H. J. Eizema, Haar
lem; H. Le Febre, Haarlem; w. Th. Wildenberg,
Den Helder; J. H. Wolkorte, de Rijp; P. A.
Hinze, Aalsmeer; J. Verhagen, Haarlem.
Rudyard Kipling's „Jungle Books" zijn na
tuurlijk velen bekend en velen zullen dus ook
de geschiedenis kennen van dien inlandschea
jongen Toomai die een groot jager wilde wor
den en met Sahib Petersen uittrok op de oli-
fanïlnjacht.
Dat verhaal: „Toomai of the Elephants" is
nu door United Artists verfilmd. Al aanstonds
zal ieder die het verhaal kent begrijpen, dat
dit een reuzenonderneming is geweest en al
zijn de filmmenschen, waar het gaat om re
clame voor hun producten, niet bang voor een
beetje bluf, de mededeeling dat de regisseur
Robert Flaherty met zijn staf acht maanden
in de binnenlanden van Voor-Indië gewerkt
heeft om deze film te kunnen maken, geloo-
ven we grif.
Want wat we te zien krijgen is geen klei
nigheid!
Allereerst hebben we daar de geheimzinnige,
angstwekkende en toch zoo grootsche Jungle,
die woeste streken met hun reusachtige oer
wouden, die we alleen in Indië met zijn weel-
derigen plantengroei kunnen vinden en die op
hen die ze nooit zagen een ontzagwekkenden
indruk moeten maken, met hun verborgen ge
varen, hun tijgers en olifanten, hun apen en
ander gedierte.
In die omgeving, waarin de inlanders met
hun karakteristieke koppen en hun schilder
achtige kleederdracht met den Sahib op de
olifantenjacht uittrekken .speelt zich deze ge
weldige film af, waarin we kudden van hon
derden olifanten door de drijvers zien opja
gen naar de te voren met sterke palen om
geven open ruimte, waaruit ze niet meer kun
nen ontkomen.
Er is in deze film, hoeveel menschen, op een
enkelen, den Sahib na, uitsluitend inlanders, er
ook in optreden, eigenlijk maar één persoon
die de aandacht tot zich trekt, die van den
kleinen Toomai en Flaherty is zoo gelukkig
geweest, voor die rol den kleinen inlandschen
jongen Sabu te vinden, die zich meesterlijk
van zijn taak kwijt.
Zijn omgang met, zijn zorg voor den tam-
men olifant Kola Nag, waarmede hij ter
jacht op de wilde olifanten trekt zijn vaak
aandoenlijk en geweldig is het te zien hoe
die twee elkaar begrijpen en hoe het reus
achtige dier het kleine nietige ventje gehoor
zaamt.
En als dan Toomai, uit vrees dat men zijn
olifant wil dooden, omdat deze een man, die
hem mishandelde, tegen den grond gesmakt
heeft, met zijn Kola Nag er van door gaat,
heel alleen de wildernis in en daardoor ein-
'<y.
delijk de kudde olifanten ontdekt, die men
al maanden tevergeefs gezocht heeft zoo
dat men al aan de aanwezigheid ervan in deze
streek begon te wanhopen, dan krijgen we
die schitterende drijfjacht te zien waarmee
deze prachtige film eindigt.
Dat juist nu, in de schoolvacantie deze film
vertoond wordt, is voor onze jongens een bui
tenkansje, waarvan vader en moeder hen moe
ten laten profiteeren ze zullen er van smul
len en vader en moeder zelf zullen er even
zeer van genieten.
Het bijprogramma geeft, behalve de jour
naals, een mooie wintersport-film van Kitzbüh»)
in Tirol en een gekleurde teekenfilm: Carnaval
in Luilekkerland.
die
Als men het woord „Sahara" zegt, den denkt
men onmiddellijk aan heete zandwoestijnen en
aan menschen die daar van dorst en honger
omkomen. Het woord „toendra" daarentegen
zal de meeste menschen koud laten en toch
beteekent het evenzoo eindelooze velden, dich
te bosschen, geweldige onbewoonde uitgestrekt
heden, ïjsrotsen en sneeuwvelden, kortom tal
rijke gevaren voor den mensch, ook door de
aanwezigheid van vele wilde dieren en het ge
mak, waarmede men er verdwalen kan. Dit nu
brengt de film, die thans in het Frans Hals
theater draait, in beeld. In die toendra's wo
nen dokters, die naar hun patiënten, op dui
zenden mijlen van hen af wonend, vliegen,
maar het kan natuurlijk gebeuren dat zoo'n
dokter met zijn vliegtuig panne krijgt en een
noodlanding moet maken. De dokter van deze
film ondervindt dit ook als hij op weg is naar
een dorp, dat door de pest is aangetast. Zijn
vliegtuig verbrandt, hij redt zijn leven maa,r
is alles kwijt en eenzaam in de toendra. In
gezelschap van twee kleine wolven gaat hij op
weg naar de bewoonde wereld, waarbij wat hij
maar vangen kan als zijn voedsel moet dienen.
Het is natuurlijk een wel buitengewoon zware
tocht vol avonturen (dikwijls zeer gevaarlijke!)
dien hij zoo onderneemt en als hij eindelijk in
een dorp aankomt, blijkt dit het dorp te zijn,
dat door de pest is aangetast en uitgestorven
is. De honden van het dorp willen hem ver
scheuren, maar op het laatste nippertje wordt
hij nog gered door een vliegenier, die per boot
erop uitgetrokken was om hem te ontdekken
nadat hij dit per vliegtuig verfeefs gespro-
beerd had. Het is een spannende film van zui
ver gehalte en zeer fraaie photografie, die ver
schillende wilde dieren van nabij in beeld
brengt, zooals ze in hun natuurstaat leven.
Er treden geen revuemeisjes noch zangers in
op, geen komieken of gangsters, het is een
eenvoudige film, die bijna onder de natuur
wetenschappelijke is te rangschikken. De dia
loog (eigenlijk monoloog) is wel wat sentimen
teel en den inhoud aandikkend. In ieder geval
wekt dé rolprent de bewondering op voor de
wijze, waarop de dokters daar onder zoo moei
lijke omstandigheden in Noord-Amerika (de
film speelt in Alaska) werken.
Het voorprogramma lijkt haast even lang als
de hoofdfilm en bestaat uit wel heel wat vroo-
lijker genre, al blijft de weer geweldig geestige
teekenfilm „in stijl". De lange juffrouw is n.l
thans verpleegster en Popeye, de zeeman en
zijn logge rivaal willen allebei in het ziekenhuis
komen om door haar verpleegd te worden. In
uiterst grappige teekeningen probeeren nu bei
den op de een of andere manier te veronge
lukken en dus gevormd te worden. lederen keer
is het echter mis, tot dat Popeye nu eens niet
zijn spinazie zelf inslikt, maar ze zijn rivaa/.
naar binnen duwt, waardoor die hem zulke
opstoppers gaat geven, dat Popeye nu snel toch
het ziekenhuis moet binnengedragen worden
Behalve de journaals zijn ook nog te vermel
den een Amerikaansche studentenfilm met zeer
goeden zang en muziek en een film, die een
Amerikaansch sportpaleis laat zien, waarvan de
groote zaal den eenen dag voor een ijswedstrijd
en den volgenden dag voor een bokswedstrijd
of een wielerwedstrijd gebruikt kan worden.
Echt Amerikaansch!
A big success!
Haarlem is in Jamboree-stemming. En al
werd de Jamboree nog dertig mijlen verder van
de bloemenstad gehouden, dan nog zou deze
dol-komische film het hebben klaar gespeeld,
om de prettige sfeer rond deze geweldige pad-
vinders-bijeenkomst ten top te doen stijgen.
Want we hebben werkelijk nog zelden een
publiek zóó enthousiast gezien en gehoord als
na deze uitstekend geslaagde première van een
komische show-film, waarin Ralph Reader de
gangmaker was van de uitbundige vroolijkheid,
welke van begin tot einde onder de bezoekers
heeft geheerscht. En de apotheose was na
tuurlijk het optreden van den assistent kamp
vuurleider zelf op het romantisch aangekleede
tooneel, met een groep van zijn Londensche
padvinders, geschaard om het vroolijk flakke
rende kampvuur, zingend zijn geestige liedjes
van Sunshine en Rainbow en van The
twinkling eyes, met een vaart en een entrain,
die waarlijk verbluffend waren. Het contact
met het publiek, waarover we in ons interview
reeds gewaagden, was er, en wel onmiddellijk
en fel!
Over den inhoud van de film zelf schreven
we reeds een en ander in ons blad van Don
derdag. Maar het is de reactie van de uitste
kend bezette zaal, welke misschien nog sterker
dan onze eigen overtuiging, voor ons het be
wijs is, dat deze film de juiste snaar heeft we
ten te treffen, en dat deze film zij moge
dan slechts een show- en amusementsfilm we
zen met de daaraan onvermijdelijk klevende
fouten een goede film is, een film, waarom
men zich van begin tot einde kostelijk amu
seert. En waarin toch ook weer door de uit
nemend aangebrachte tegenstellingen, zooals
Een scène uit de fantastische Ameri
kaansche film: „She" Zij, die ge
hoorzaamd moet worden.
(Luxor Theater)
bijvoorbeeld de tragische scène van den een
zamen knaap op den koningstroon, als een
uiterst ontroerend element, gegrepen is naar
een hooger filmniveau.
We kunnen dus den bezoekers van het Rem-
brandt-theater in deze Jamboree-dagen een
avond voorspellen van uitbundige vroolijkheid
en we twijfelen er dan ook niet aan, of heel
Haarlem zal deze film willen gaan zien.
Het was een alleraardigst moment, toen de
hoofdrolspeler namens de directie van het Rem-
brandt-theater en namens de directie van de
Nova-film Mij. met een lauwerkrans werd ge
huldigd, na de door hem met zooveel verve
voorgedragen songs. En in een enthousiaste
speech beloofde Ralph Reader op zijn beurt,
dankbaar voor de hem gebrachte ovaties door
het publiek, terug te zullen komen en Hollandsch
te leeren spreken, om het Nederlandsche pu
bliek in de eigen taal te kunnen dankzeggen
voor de hartelijke ontvangst van deze Gang
ster Show.
We behoeven op het interessante bijprogram
ma natuurlijk verder niet omstandig te wijzen,
maar we maken toch gaarne een uitzondering
voor de Dufay-Cromex-film, waarin, in kleur
en toon, de groote parade is opgenomen, ge
houden ter gelegenheid van den verjaardag van
Koning George VI.
Een allergelukkigste coïncidentie bij dit feest
van Engelschen humor en gezonde vroolijkheid.
dat ons in de hoofdfilm wordt geboden, waar
aan we zonder overdrijven een groot en ver
diend succes op den verderen tocht door Ne
derland durven voorspellen.
Wie het bekende griezelverhaal van Sir Rider
Haggard kent, zal nog eens extra over griezelen,
wanneer hij de verfilming van „She Zij, die
gehoorzaamd moet worden" deze week in het
Luxor Theater gaat zien. Wie de film gaat zien
en het boek niet kent, zal verstomd staan over
zoo'n opeenstapeling van fantasie.
Het gegeven komt eigenlijk hierop neer, dat
een schoone vrouw, wonende in een onbekend
gebergte op het uiterste Noordelijke puntje van
de wereld, 500 jaar wacht op den man, dien
ze lief heeft. Eindelijk komt hij, niet zoozeer
om haar dan om „de eeuwige vlam", die ze on
der haar macht moet hebben en die menschen
eeuwig kan doen leven. Vooraleer de jonkman
er is, storten ijsbergen en gletschers ineen en
als hij er met zijn gezelschap inclusief een
schoon meiske uit de Noordpoolstreken aan
komt, stormen wilde menschenetende stammen
op hem af.
„She", de mysterieuze vrouw, in een wit ge
waad en met wapperende haren, kijkt niet op
een moordje meer of minder, ze zegt zelf, dat
ze niet door macht, maar door wreedheid re
geert.
Als ze na 500 jaar wachten nóg ziet, dat haar
concurrente, het Noordpoolsche meiske, het
pleit dreigt te winnen, laat ze een kannibalen-
bal houden, met dansende maagden met schrik
aanjagende maskers, schaduwen van demonen
etc. Op het allerlaatste moment doorziet haar
geliefde den opzet en een grandioze vechtpartij
is het gevolg. Tenslotte blijkt de eeuwige vlam
geen vat meer op haar te hebben en langzamer
hand ziet men haar jeugd en schoonheid ver
anderen in ouderdom en weerzinwekkendheid.
Fantastisch is alles. Maar de regisseur Irving
Pichel heeft de fantasie zóódanig uitgebuit, dat
men van het begin tot aan het eind in adem-
looze spanning kijkt naar de avonturen van
Randolph Scott, Helen Gahagan en Helen
Mack.
Een zeer opmerkelijke film, sterk gespeeld en
met vele, bijna onbegrijpelijke scènes, die her
inneringen wakker roepen aan Cecil de Mill's
kruistochten, Cleopatra etc. Voor volwassenen
geen bezwaar.
In het voorprogramma een show-twee-acter-
tje, een intellectfilm over Fakirs en het Fox-
wereldnieuws.
Wie op de pas ingestelde voorrangs
wegen rijdt, heeft bij kruisingen óók
voorrang boven het voor hem van
rechts komende verkeer (dat aan 'n
rooden driehoek met punt
naar beneden zien kan, dat het
'n voorrangsweg nadert).