LAATSTE NIEUWS Waar de filmband rolt Zoekt gij betrouwbaar Personeel? Plaats dan een „Omroeper voor 80.000 gezinnen PEIPING OMSINGELD KERK VOOR KONINGIN ASTRID Opi/tmvuutqfiu&ybft ZATERDAG 31 JULI 1937 Rond de Frans Hals tentoonstelling Het portret van Verdonck Een naïeve poging om een schilderij aantrekkelijkerte maken IETS VAN EEN INDISCH G.-G. UIT HAARLEM Een nieuw stukje Haarlem op gewezen Bloemendaal bij het voetgangersviaduct Programma Haarl. Radiocentrale voor Zaterdag Benoemd Padvinders opgeroepen Chaos te Tientsin TREINWAGEN HEET- GELOOPEN Treinstoring tusschen Haarlem en Amsterdam Motorrijder gedood Tegen autobus opgebotst HET LANDSCHAPSSCHOON Maatregelen ter bescherming EX-KONINGIN ENA BEZOEKT DOORN Examen hoofdakte PALACE-BIOSKOOP Elephant boy re Een aardige opname van een kudde olifanten uit de film Elephant Boy", deze week draait in Cinema Palace FRANS HALS-THEATER Toendra REMBRANDT-THEATER Rolph Reader in The Gangster Show LUXOR-THEATER She siiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiil NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT yy ^iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiniiiniiiiil STAD Het Juli-nummer van „Historia", maand schrift voor geschiedenis en kunstgeschiedenis (Broekhoff N.V. te Utrecht) is grootendeels aan Frans Hals gewijd naar aanleiding van de ten toonstelling te Haarlem. Daar is ook het portret te zien, thans bekend als dat van Verdonck, een Haarlemsch volkstype uit de zeventiende eeuw. Nog niet zoo heel lang geleden heette het eenvoudig ,X)e vroolijke drinker" en was het twijfelachtig, of het wel aan Hals kon worden toegeschreven. Het vertoonde gebreken, die moeilijk te verklaren waren. De bekende restaurateur dr. A. M. de Wild haalt nu nog eens de geschiedenis op van de wederontdekking. Nu het schilderij tijdelijk in ons vaderland is, laten wij de bijzonderheden hieronder volgen: In 1916 werd door mr. John J. Moubray of Naemoor een schilderij van Frans Hals aan de National Gallery of Scotland te Edinburgh ten geschenke gegeven. Het schilderij stelde voor een vroolijk uit- zienden man met bruin krulhaar, borsteligen baard, snor en wenkbrauwen, met een karmijn- roode fluweelen baret, die in zijn hand een wijnglas van eenigszins gedrukten vorm hield, alsof hij iemand wilde uitnoodigen met hem mede te drinken. Het schilderij was rechts in een groen-grijzen achtergrond gesigneerd met een monogram FHF en werd genoemd: „De vroolijke Drinker". De afmetingen waren 45 x 38 c.M. Van dit schilderij was alleen bekend, dat het in 1895 bij Christie geveild werd als zijnde het eigendom van mr. Lawrence W. Vaile, waarbij het 430.opbracht. Daarna werd het door mr. Moubray gekocht van de firma Agnew Sons te Londen. Officieel werd het schilderij destijds in den catalogus van het Edinburgh's Museum als een werk van Frans Hals uit diens vroegen tijd opgenomen. Doch ten slotte bezat het schilderij niet die kwaliteiten, die voor een algemeene erkenning in de literatuur over Frans Hals in aanmerking komen. Men meende een zekere misteekening in de hand en het glas te zien, de muts was van een ongewoon fel rood, dat de harmonie van het geheel verstoorde en slecht paste bij het tijdperk waarin het schilderij werd verplaatst. En ten slotte werd er ernstige twijfel uitgespro ken ten aanzien van het monogram. Immers, men kende geen enkel schilderij van Frans Hals, dat een dergelijke naamteekening droeg en men vroeg zich af, of men hier wel met een werk uit de 17e eeuw te doen had. Zoo was de stand van zaken, toen aan dr. de Wild in 1937 opdracht werd verleend, het schil derij aan een nader technisch onderzoek te on derwerpen. Al spoedig bleek dat bij beschouwing van het schilderij in gereflecteerd licht onder het rood van de baret het relief te onderscheiden was van de penseelstreken, die aan den haardos toe behoorden. Een onderzoek van de verf bracht aan het licht, dat de roodgeschilderde baret van betrek kelijk recenten datum was, in ieder geval uit een andere periode dateerde dan het overige gedeelte van het schilderij. Met deze bijzonderheden in handen was het in eerste instantie de aangewezen weg om meerdere gegevens te verkrijgen met betrekking tot den technischen opbouw van het paneel. Uit een Röntgen-opname bleek, dat het glas in de hand van den „Vroolijken Drinker" geen glas was geweest, doch een object dat, ofschoon de aard nog niet kon worden vastgesteld, in ieder geval een langgerekten vorm had en den linker bovenhoek van den achtergrond vulde. Bovendien bleken inderdaad de penseelstreken van de haren zich voort te zetten onder de rood geschilderde baret. Het schilderij was verder, zooals men alge meen bij werken van Frans Hals aantreft, ge schilderd op een zeer dunne loodwithoudende plamuurlaag, die slechts de nerfholten van het paneel opvulde. In de Röntgenopname is deze nervatuur dan ook zeer evident te constateeren. Nu was er een gravure bekend, waarvan de voorstelling bijna gelijk was met die van het schilderij. Echter ontbrak de baret en het wijn glas was een kakebeen. In den zomer van het jaar 1928 werd door den Board of Trustees besloten, het schilderij van de overschilderingen te ontdoen. Volgens de gevormde diagnose bestond er inderdaad een zeer groote waarschijnlijkheid, dat het origineel van de ets geenszins verloren, doch verborgen was onder het twijfelachtige schilderij van Frans Hals, dat in het museum een plaats had gevonden. Het Röntgenografisch onderzoek, gesteund door de nalyse van de verflaag, maakte dezen twijfel tot aan zekerheid grenzende waarschijn lijkheid. Het is uitgekomen zooals te verwachten was en.... Edinburgh bezit een Hals, waarnaar de gravure vervaardigd was. Het museum heeft achteraf nog een schrijven ontvangen van een hoogbejaard schilder, wo nende in Riga, die verklaarde in de jaren ne gentig de overschilderingen te hebben aange bracht op verzoek van den eigenaar te St. Pe tersburg, die het schilderij een meer beschaafd aanzien wenschte te geven.... In het nieuwe bouwterrein tusschen Delft, Ijs baan, Spoorbaan en Station Bloemendaal zijn eendge Gouverneurs-Generaal van de Oost de naamgevers van nieuw te scheppen lanen. Nu zien we er wel den voorganger n.l. Johan Maat suiker en den opvolger Willem van Outhoorn, van wijlen onzen stadgenoot Johannes Camphuis, maar de Haarlemmer zelf is er niet bij, maar (bij vergissing?) wel de literator Lodewijk van Deysel. Niet dat we van Deysel dat niet gunnen, maar die is ,er niet onder zijns gelijken, terwijl Johannes Camphuis in het Zuidoosten als buurlui een wever (Thybout) en Jan de Lapper (die toevallig zeekapitein der Marine werd) heeft. Jan Camphuis is 18 Juli 1634 te Haarlem geboren, werd zilversmidsknecht te Amsterdam en ging als jongen al naar de Oost in dienst van de Vereenigde Oost-Indische Com pagnie. Hij doorliep er alle rangen en bracht het tot Gouverneur-Generaal van Ned. Oost-In- dië. Om gezondheidsredenen nam hij ingaande 24 September 1691 ontslag, na eerst plechtig in 't bijzijn van den Raad van Indië en vele auto riteiten het ambt op Willem van Outhoorn te hebben overgedragen. „Zijn oud Edelheid" schrijft Dominee Valen- tijn, „quam na 3 jaren, 9 maanden en 24 dagen dus op zijn buitenwooning (even buiten Bata via) geleeft te hebben den 18 Juli Ao 1695 te sterven". Bij de uitvaart werd het stoffelijk over schot door de Dienstpoort in de stad en zoo langs de Tijgersgracht en door de eerste dwars- gracht van de Princestraat in de Hollandsche stadskerk gedragen. Daar werd hij aan den oostkant, ongeveer ter plaatse van de zitban ken der Heeren Schepenen begraven. In de kerk aangekomen zijnde, werden er 3 charges met snaphanen en 7 kanonschoten te zijner eer gelost. Vóór het lijk gingen uit ten eerste een vaan del burgerruiterij, dan een dito militaire ruiters uit het Kasteel van Batavia. Daarop twee paarden in den rouw, een ruiter met een vaan del, gekleed in een staatsierok van zwart flu weel. Dan een drager met een kussen waarop het wapen van den gewezen Gouv. Gen., zijn sporen, zijn degen en zijn heimet. Jan Camphuis was de achtste opperbevelheb ber, hoewel bij zijn overlijden reeds drie jaar ruim uit zijn functie, die te Batavia stierf. Zijn nagelaten goederen gingen meest aan vreemden en goede kennissen of aan bijzonder goede vrienden over, o.a. aan de heeren Chaste- leyn en de gebroeders Parvé, die bij hem bij zonder stonden aangeschreven en die voor een goed deel zijn erfgenamen waren. Daartoe be hoorde niet het eiland Edam, het noordelijk ste in de groep boven Batavia. Dat viel ten deel aan Johan van Hoorn, toen Algemeen be stuurder van den Handel van Indië. Aan de erfgenamen kwam ook de zorg voor zijn zuster, die tegen zijn zin gehuwd was met den heer van Dilzen. Zij zou alle dag, zoolang zij leefde, zes gulden uit zijn goederen ontvan gen. De erfgenamen moesten haar ook toestaan zoo lang zij leefde in het huis in zijn tuin te wonen. Daar woonde zij dan ook tot haar dood, 10 September 1714. Na zijn dood zijn er aan de dragers gouden penningen omtrent zoo zwaar als 66 guldens uitgereikt. Zco'n gouden medalje kregen ook de doopkinderen, bij wier doop hij als pete- vaer stond. Eigen wettige kinderen had hij niet, want hij is nooit gehuwd geweest. Onder de bedachten behoorde ook Gerard Mol. Som migen kregen tot nagedachtenis den gouden ge denkpenning hangende aan een zware gouden schakelketen. Op de ééne zijde dezer pennin gen stond volgens zijn begeerte dit vers Mijn aardze Camphuis was vergaan Mijn tabernakel kon niet staan, Dog ik zag op een vast gebouw, Dat eeuwig zijn en duuren zou. Een plaats door Jezus toegezeit En in zijn's Vaders huis bereid, Wel zalig is die naar zijn lot Die heeft een timmering bij God. De keerzijde bevat de biografie in vijf regels n.l.: Johannes Camphuijs, geboortig van Haarlem, den 18 July 1634, tot den 24 September 1691 geweest Gouverneur-Generaal van Nederlands Indië, overleden op Batavia den 18 July 1695. Programma 1: Hilversum II. Programma 2: Hilversum I. Programma 3: 8 uur Keulen, 10.50 Parijs Ra dio, 12.35 Ned. Brussel, 1.50 Keulen, 2.20 Ned. Brussel, 4.20 Keulen, 7.30 Ned. Brussel, 7.50 London Reginal, 9.20 Parijs Radio. Programma 4: 8 uur Ned. Brussel, 0.20 Pauze* 10.35 Droitwich, 8.20 Fransch Brussel, 9.20 Droitwich. Programma 5: 8 uur Diversen, 7 uur Gramo- foonplatenconcert (verzoekprogramma), 8 uur Diversen. Bij beschikking va nden Minister van Jus titie is benoemd tot plaatsvervangend lid van de Kamer van Toezicht over de notarissen en candidaat-notarissen te Haarlem: Mr. P. II. F. Bijl de Vroe, kantonrechter, alhier. (Gedeeltelijk gecorrigeerdj (Vervolg pag. 1) De beurs te Sjanghai is heden gesloten ge bleven. Zij zal waarschijnlijk niet voor Maandag geopend worden, zoodat de handel in Chinee- sche staatsfondsen onderbroken is. Sinds hedenmorgen vroeg heeft Sjanghai geen telefoonverbinding meer met Tientsin en Pei- ping. Vanochtend zijn 631 Japanners van Sjanghai naar Japan vertrokken. Ook de steden in het binnenland worden door de Japansche bewoners ontruimd. Het trein- en scheepvaartverkeer naar Noord-China is zeer bemoeilijkt. De Japansche admiraliteit verneemt uit Han- kou, dat tachtig Japansche vrouwen en kinde ren vandaar naar Sjanghai zijn vertrokken, ter wijl ongeveer tweehonderd Chineesche bewoners uit de Japansche concessie naar de Chineesche wijk zijn getrokken. Men acht het niet waar schijnlijk, dat de toestand te Hankou ernstiger zal worden. Het Japansche ministerie van Buitenlandsche Zaken heeft uit Swatau vernomen, dat de anti- Japansche actie daar is versterkt, waardoor het voor de Japansche bewoners moeilijk is gewor den hun dagelijksch drinkwater en andere le vensbehoeften te krijgen. De bond van Chineesche padvinders, waar van maarschalk Tsjang Kai Sjek president is, heeft bevel gegeven tot mobilisatie van een half millioen padvinders ouder dan 15 jaar. De padvinders, die in verschillende korpsen ingedeeld zullen worden, zullen dienst doen ter ondersteuning van de overheid in Post-, Tele graaf-, radio- en transportdienst, bij de lucht en gasafweermaatregelen, bij de propaganda en bij den medischen hulpdienst, benevens bij het verleenen van steun aan de door den oorlog getroffen burgerbevolking. Uit Sjanghai wordt vernomen, dat de Japan sche marinier, Miyazaki, die verdwenen was, doch later werd teruggevonden, voor den krijgs raad zal terechtstaan, wanneer hij hersteld zal zijn van de uitputting waaraan hij lijdt. In antwoord op een vraag van een voor aanstaand lid van de Seyoekai in het Ja pansche Lagerhuis, zeide minister-president Konoje, dat hij de hoop op een vreedzame regeling van het Incident in Noord-China nog niet heeft opgegeven, zoodat nog geen Chineesch-Japansche oorlog zal uitbreken. De verdere ontwikkeling van den toestand zou evenwel de regeering kunnen noodzaken het volk te vragen ook verder met ha,ar mede te werken. De regeering zal alles doen wat in haar macht is, om een vreedzame regeling tot stand te brengen. In antwoord op vragen over de betrekkingen tusschen Nanking en de komintern zeide de minister van Buitenlandsche Zaken Hirota, dat het mogelijk is, dat de komintern invloed heeft op Nanking, doch het is niet zeker, dat deze invloed groot is. Ten aanzien van het nieuwe visscherijverdrag met de Sovjet-unie verklaarde de minister, dat de Japansche regeering aan de Sovjet-regeering heeft gevraagd de nieuwe over eenkomst te onderteekenen, doch hieraan is nog niet voldaan. In antwoord op een vraag heeft Hirota uit eengezet, wat werd bedoeld met een „plaatse lijke regeling" van de incidenten in Noord- China. De Chineesche regeering, aldus spreker, heeft een politiek van niet-erkennen van Mandsjoekwo aangenomen, en derhalve heeft de Japansche regeering besloten de gebieden, welke Mandsjoekwo omringen, als „plaatselijk" te beschouwen, aangezien in deze gebieden het handhaven van den vre de en de rust noodzakelijk is voor het hand haven van den vrede in Mandsjoekwo. Nader meldt het hoofdkwartier van de Japansche troepen in Noord-China, dat de Japansche troepen de Joengting-rivier zijn overgetrokken en een bruggehoofd bij Tsjang Sin Tien hebben opgeworpen. Ver moedelijk zijn zij hiermede binnen gevechts- al'stand van de troepen van de Nanking- regeering gekomen. Tusschen Peiping en Tientsin zijn plaatse lijke schermutselingen gevoerd tusschen de troepen van het 29e Chineesche leger en de Japansche troepen. SJANGHAI, 30 Juli. (Havas). Uit Nan king wordt gemeld, dat verscheidene Ja pansche vliegtuigen vanmiddag Pau Ting Foe en Lioe Li Ho hebben gebombardeerd. Te Lioe Li Ho aan de spoorlijn Peiping- Hankau, veertig kilometer ten Zuidwesten van Peiping, is de schade aanzienlijk. Te Peiping verluidt, dat burgerwachten van de regeering van Oost-Hopei, die terugtrokken, vanmiddag zijn slaags geraakt met Japansche troepen. Te Tientsin heerscht een ware chaos. In de Chineezenstad zijn de straten bezaaid met lijken; duizenden personen, wier woningen ver nield waren door de bombardementen, brachten den nacht op straat door. Zij hadden verzocht toegelaten te worden in de Italiaansche neder zetting, doch de poorten bleven gesloten. Eerst in den ochtend werd toegestaan door de Itali aansche concessie naar de Fransche te gaan. In den treinenloop tusschen Haarlem en de hoofdstad is Vrijdagavond ernstige stagnatie ontstaan door het heetloopen van een rijtuig van een Duitschen trein, welke deelnemers aan de Jamboree naar Vogelenzang had gebracht en van Haarlem-goederenstation, naar Bent- heim terugkeerde. Tusschen Halfweg en Amsterdam liep van de 21 rijtuigen tellenden trein het middelste rijtuig warm, zoodat herhaaldelijk moest worden stil gehouden en het afleggen van den afstand Halfweg-Amsterdam niet minder dan drie kwartier vorderde. Het gevolg was een gewel dige stagnatie op het drukbezette baanvak. De trein uit Zandvoort, welke daar om 21.42 uur vertrekt, was het eerste slachtoffer. Hij had 31 minuten vertraging, zoodat een reserVbtrein moest worden ingelegd, teneinde om 22.20 uur naar Zandvoort te vertrekken. De reeds ver traagde boottrein uit Vlissingen kwam vijftig minuten te laat binnen. Voor de daarna uit Haarlem komende treinen bedroeg de vertraging 38, 19 en 15 minuten. Het heetgeloopen rijtuig van den leegen Duit schen trein is op het Westelijk emplacement uit gerangeerd, waarna deze trein om 23.29 uur naar Bentheim is vertrokken. Onder voorzitterschap van mevrouw van Zee land is een comité gevormd voor den bouw van een kerk ter gedachtenis aan Koningin Astrid. De kerk die in de parochie Floréal-Logis in Boitsfort bij Brussel zal worden gebouwd, zal toegewijd zijn aan de H. Brigitta, die een Zweed- sche prinses was. Vrijdagmorgen is onder de gemeente Veld hoven een ernstig motorongeluk voorgevallen. De ruim 28-jarige J. van O., wonende te Veld hoven, kwam van zijn woning met zijn motor rijwiel den straatweg oprijden. Hij had echter te laat opgemerkt, dat uit de richting Eindho ven een autobus naderde. Er was geen gelegen heid meer om uit te wijken, met het gevolg, dat Van O. recht op den bus inreed. De man werd tegen den grond geslingerd en liep een zware hersenschudding en een beenfractuur op. In zeer ernstigen toestand werd het slacht offer naar het Binnen-Gasthuis te Eindhoven vervoerd, waar hij des avonds aan zijn verwon dingen is bezweken. B. en W. der gemeente Sleen bieden den Raad ter vaststelling aan een ontwerp-ver- ordening ter bescherming van het iand- schapsschoon, waarin is opgenomen een verbod van het afgraven van terreinen. Dit is de eerste verordening van dezen aard, welke in de provincie Drenthe aan de orde komt. Men is in breeden kring benieuwd naar de ontvangst daarvan bij hoogere instanties. Voor een kort bezoek aan den ex-keizer en zijn gemalin is op Huize Doorn gearriveerd de ex-koningin van Spanje. HAARLEM, 30 Juli. Geëxamineerd 8 mnl. cand. Geslaagd de heeren H. J. Eizema, Haar lem; H. Le Febre, Haarlem; w. Th. Wildenberg, Den Helder; J. H. Wolkorte, de Rijp; P. A. Hinze, Aalsmeer; J. Verhagen, Haarlem. Rudyard Kipling's „Jungle Books" zijn na tuurlijk velen bekend en velen zullen dus ook de geschiedenis kennen van dien inlandschea jongen Toomai die een groot jager wilde wor den en met Sahib Petersen uittrok op de oli- fanïlnjacht. Dat verhaal: „Toomai of the Elephants" is nu door United Artists verfilmd. Al aanstonds zal ieder die het verhaal kent begrijpen, dat dit een reuzenonderneming is geweest en al zijn de filmmenschen, waar het gaat om re clame voor hun producten, niet bang voor een beetje bluf, de mededeeling dat de regisseur Robert Flaherty met zijn staf acht maanden in de binnenlanden van Voor-Indië gewerkt heeft om deze film te kunnen maken, geloo- ven we grif. Want wat we te zien krijgen is geen klei nigheid! Allereerst hebben we daar de geheimzinnige, angstwekkende en toch zoo grootsche Jungle, die woeste streken met hun reusachtige oer wouden, die we alleen in Indië met zijn weel- derigen plantengroei kunnen vinden en die op hen die ze nooit zagen een ontzagwekkenden indruk moeten maken, met hun verborgen ge varen, hun tijgers en olifanten, hun apen en ander gedierte. In die omgeving, waarin de inlanders met hun karakteristieke koppen en hun schilder achtige kleederdracht met den Sahib op de olifantenjacht uittrekken .speelt zich deze ge weldige film af, waarin we kudden van hon derden olifanten door de drijvers zien opja gen naar de te voren met sterke palen om geven open ruimte, waaruit ze niet meer kun nen ontkomen. Er is in deze film, hoeveel menschen, op een enkelen, den Sahib na, uitsluitend inlanders, er ook in optreden, eigenlijk maar één persoon die de aandacht tot zich trekt, die van den kleinen Toomai en Flaherty is zoo gelukkig geweest, voor die rol den kleinen inlandschen jongen Sabu te vinden, die zich meesterlijk van zijn taak kwijt. Zijn omgang met, zijn zorg voor den tam- men olifant Kola Nag, waarmede hij ter jacht op de wilde olifanten trekt zijn vaak aandoenlijk en geweldig is het te zien hoe die twee elkaar begrijpen en hoe het reus achtige dier het kleine nietige ventje gehoor zaamt. En als dan Toomai, uit vrees dat men zijn olifant wil dooden, omdat deze een man, die hem mishandelde, tegen den grond gesmakt heeft, met zijn Kola Nag er van door gaat, heel alleen de wildernis in en daardoor ein- '<y. delijk de kudde olifanten ontdekt, die men al maanden tevergeefs gezocht heeft zoo dat men al aan de aanwezigheid ervan in deze streek begon te wanhopen, dan krijgen we die schitterende drijfjacht te zien waarmee deze prachtige film eindigt. Dat juist nu, in de schoolvacantie deze film vertoond wordt, is voor onze jongens een bui tenkansje, waarvan vader en moeder hen moe ten laten profiteeren ze zullen er van smul len en vader en moeder zelf zullen er even zeer van genieten. Het bijprogramma geeft, behalve de jour naals, een mooie wintersport-film van Kitzbüh») in Tirol en een gekleurde teekenfilm: Carnaval in Luilekkerland. die Als men het woord „Sahara" zegt, den denkt men onmiddellijk aan heete zandwoestijnen en aan menschen die daar van dorst en honger omkomen. Het woord „toendra" daarentegen zal de meeste menschen koud laten en toch beteekent het evenzoo eindelooze velden, dich te bosschen, geweldige onbewoonde uitgestrekt heden, ïjsrotsen en sneeuwvelden, kortom tal rijke gevaren voor den mensch, ook door de aanwezigheid van vele wilde dieren en het ge mak, waarmede men er verdwalen kan. Dit nu brengt de film, die thans in het Frans Hals theater draait, in beeld. In die toendra's wo nen dokters, die naar hun patiënten, op dui zenden mijlen van hen af wonend, vliegen, maar het kan natuurlijk gebeuren dat zoo'n dokter met zijn vliegtuig panne krijgt en een noodlanding moet maken. De dokter van deze film ondervindt dit ook als hij op weg is naar een dorp, dat door de pest is aangetast. Zijn vliegtuig verbrandt, hij redt zijn leven maa,r is alles kwijt en eenzaam in de toendra. In gezelschap van twee kleine wolven gaat hij op weg naar de bewoonde wereld, waarbij wat hij maar vangen kan als zijn voedsel moet dienen. Het is natuurlijk een wel buitengewoon zware tocht vol avonturen (dikwijls zeer gevaarlijke!) dien hij zoo onderneemt en als hij eindelijk in een dorp aankomt, blijkt dit het dorp te zijn, dat door de pest is aangetast en uitgestorven is. De honden van het dorp willen hem ver scheuren, maar op het laatste nippertje wordt hij nog gered door een vliegenier, die per boot erop uitgetrokken was om hem te ontdekken nadat hij dit per vliegtuig verfeefs gespro- beerd had. Het is een spannende film van zui ver gehalte en zeer fraaie photografie, die ver schillende wilde dieren van nabij in beeld brengt, zooals ze in hun natuurstaat leven. Er treden geen revuemeisjes noch zangers in op, geen komieken of gangsters, het is een eenvoudige film, die bijna onder de natuur wetenschappelijke is te rangschikken. De dia loog (eigenlijk monoloog) is wel wat sentimen teel en den inhoud aandikkend. In ieder geval wekt dé rolprent de bewondering op voor de wijze, waarop de dokters daar onder zoo moei lijke omstandigheden in Noord-Amerika (de film speelt in Alaska) werken. Het voorprogramma lijkt haast even lang als de hoofdfilm en bestaat uit wel heel wat vroo- lijker genre, al blijft de weer geweldig geestige teekenfilm „in stijl". De lange juffrouw is n.l thans verpleegster en Popeye, de zeeman en zijn logge rivaal willen allebei in het ziekenhuis komen om door haar verpleegd te worden. In uiterst grappige teekeningen probeeren nu bei den op de een of andere manier te veronge lukken en dus gevormd te worden. lederen keer is het echter mis, tot dat Popeye nu eens niet zijn spinazie zelf inslikt, maar ze zijn rivaa/. naar binnen duwt, waardoor die hem zulke opstoppers gaat geven, dat Popeye nu snel toch het ziekenhuis moet binnengedragen worden Behalve de journaals zijn ook nog te vermel den een Amerikaansche studentenfilm met zeer goeden zang en muziek en een film, die een Amerikaansch sportpaleis laat zien, waarvan de groote zaal den eenen dag voor een ijswedstrijd en den volgenden dag voor een bokswedstrijd of een wielerwedstrijd gebruikt kan worden. Echt Amerikaansch! A big success! Haarlem is in Jamboree-stemming. En al werd de Jamboree nog dertig mijlen verder van de bloemenstad gehouden, dan nog zou deze dol-komische film het hebben klaar gespeeld, om de prettige sfeer rond deze geweldige pad- vinders-bijeenkomst ten top te doen stijgen. Want we hebben werkelijk nog zelden een publiek zóó enthousiast gezien en gehoord als na deze uitstekend geslaagde première van een komische show-film, waarin Ralph Reader de gangmaker was van de uitbundige vroolijkheid, welke van begin tot einde onder de bezoekers heeft geheerscht. En de apotheose was na tuurlijk het optreden van den assistent kamp vuurleider zelf op het romantisch aangekleede tooneel, met een groep van zijn Londensche padvinders, geschaard om het vroolijk flakke rende kampvuur, zingend zijn geestige liedjes van Sunshine en Rainbow en van The twinkling eyes, met een vaart en een entrain, die waarlijk verbluffend waren. Het contact met het publiek, waarover we in ons interview reeds gewaagden, was er, en wel onmiddellijk en fel! Over den inhoud van de film zelf schreven we reeds een en ander in ons blad van Don derdag. Maar het is de reactie van de uitste kend bezette zaal, welke misschien nog sterker dan onze eigen overtuiging, voor ons het be wijs is, dat deze film de juiste snaar heeft we ten te treffen, en dat deze film zij moge dan slechts een show- en amusementsfilm we zen met de daaraan onvermijdelijk klevende fouten een goede film is, een film, waarom men zich van begin tot einde kostelijk amu seert. En waarin toch ook weer door de uit nemend aangebrachte tegenstellingen, zooals Een scène uit de fantastische Ameri kaansche film: „She" Zij, die ge hoorzaamd moet worden. (Luxor Theater) bijvoorbeeld de tragische scène van den een zamen knaap op den koningstroon, als een uiterst ontroerend element, gegrepen is naar een hooger filmniveau. We kunnen dus den bezoekers van het Rem- brandt-theater in deze Jamboree-dagen een avond voorspellen van uitbundige vroolijkheid en we twijfelen er dan ook niet aan, of heel Haarlem zal deze film willen gaan zien. Het was een alleraardigst moment, toen de hoofdrolspeler namens de directie van het Rem- brandt-theater en namens de directie van de Nova-film Mij. met een lauwerkrans werd ge huldigd, na de door hem met zooveel verve voorgedragen songs. En in een enthousiaste speech beloofde Ralph Reader op zijn beurt, dankbaar voor de hem gebrachte ovaties door het publiek, terug te zullen komen en Hollandsch te leeren spreken, om het Nederlandsche pu bliek in de eigen taal te kunnen dankzeggen voor de hartelijke ontvangst van deze Gang ster Show. We behoeven op het interessante bijprogram ma natuurlijk verder niet omstandig te wijzen, maar we maken toch gaarne een uitzondering voor de Dufay-Cromex-film, waarin, in kleur en toon, de groote parade is opgenomen, ge houden ter gelegenheid van den verjaardag van Koning George VI. Een allergelukkigste coïncidentie bij dit feest van Engelschen humor en gezonde vroolijkheid. dat ons in de hoofdfilm wordt geboden, waar aan we zonder overdrijven een groot en ver diend succes op den verderen tocht door Ne derland durven voorspellen. Wie het bekende griezelverhaal van Sir Rider Haggard kent, zal nog eens extra over griezelen, wanneer hij de verfilming van „She Zij, die gehoorzaamd moet worden" deze week in het Luxor Theater gaat zien. Wie de film gaat zien en het boek niet kent, zal verstomd staan over zoo'n opeenstapeling van fantasie. Het gegeven komt eigenlijk hierop neer, dat een schoone vrouw, wonende in een onbekend gebergte op het uiterste Noordelijke puntje van de wereld, 500 jaar wacht op den man, dien ze lief heeft. Eindelijk komt hij, niet zoozeer om haar dan om „de eeuwige vlam", die ze on der haar macht moet hebben en die menschen eeuwig kan doen leven. Vooraleer de jonkman er is, storten ijsbergen en gletschers ineen en als hij er met zijn gezelschap inclusief een schoon meiske uit de Noordpoolstreken aan komt, stormen wilde menschenetende stammen op hem af. „She", de mysterieuze vrouw, in een wit ge waad en met wapperende haren, kijkt niet op een moordje meer of minder, ze zegt zelf, dat ze niet door macht, maar door wreedheid re geert. Als ze na 500 jaar wachten nóg ziet, dat haar concurrente, het Noordpoolsche meiske, het pleit dreigt te winnen, laat ze een kannibalen- bal houden, met dansende maagden met schrik aanjagende maskers, schaduwen van demonen etc. Op het allerlaatste moment doorziet haar geliefde den opzet en een grandioze vechtpartij is het gevolg. Tenslotte blijkt de eeuwige vlam geen vat meer op haar te hebben en langzamer hand ziet men haar jeugd en schoonheid ver anderen in ouderdom en weerzinwekkendheid. Fantastisch is alles. Maar de regisseur Irving Pichel heeft de fantasie zóódanig uitgebuit, dat men van het begin tot aan het eind in adem- looze spanning kijkt naar de avonturen van Randolph Scott, Helen Gahagan en Helen Mack. Een zeer opmerkelijke film, sterk gespeeld en met vele, bijna onbegrijpelijke scènes, die her inneringen wakker roepen aan Cecil de Mill's kruistochten, Cleopatra etc. Voor volwassenen geen bezwaar. In het voorprogramma een show-twee-acter- tje, een intellectfilm over Fakirs en het Fox- wereldnieuws. Wie op de pas ingestelde voorrangs wegen rijdt, heeft bij kruisingen óók voorrang boven het voor hem van rechts komende verkeer (dat aan 'n rooden driehoek met punt naar beneden zien kan, dat het 'n voorrangsweg nadert).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 4