Hitier over het Duitsche volkslied CEBUTO Na de ramp der „Flamingo" Op zijn hospita geschoten DOE WEL EN ZIE NIET OM NIET IMPERIALISTISCH „Fuehrer redt ons" De toestand van den H. Vader ACTIE IN DE HAVEN BEDRIJVEN MAANDAG 2 AUGUSTUS 1937 BUITENLANDSCH OVERZICHT Een stuk historie Politieke demonstratie van Oostenrijksche zangers te Breslau De Concordaatsstrijd in Joego-Slavië Een verklaring van Stojadinowitsj Z. H. slaapt minder en werkt meer dan vroeger Amerikaansch oorlogs monument onthuld Redevoeringen van Roosevelt en Lebrun Ds. Roehricht over den kerkstrijd Cebuto THANS NOG PLAATS VOOR ONDERSTAANDE REIZEN: REIZEN ZONDER ZORGEN Het stoffelijk overschot van zeven slachtoffers naar Nederland overgebracht MOEDIG OPTREDEN VAN EEN CHAUFFEUR Nederlandsche vracht-auto in Nieuw-België uitgebrand 56-jarige weduwe te Den Haag ernstig gewond De bioscoopbrand te Helmond Onderzoek naar de oorzaak ingesteld Dreigt na het antwoord der werk gevers opzegging der arbeids overeenkomsten Intern. R.K. Esperantistencongres Vacantiegids van Bergen Geschenk voor museum Boymans Zestig leden der Belijdeniskerk bevinden zich in hechtenis ZZÏim Zaterdagmiddag is het detachement van de Amsterdamsche politie, dat aan de Vierdaagsche te Nijmegen heeft deelgenomen, in de hoofdstad teruggekeerd Er was tijdens den wereldoorlog geen ge- hater lied In het grootste deel van de wereld dan het „Deutschland, Deutsch- land über alles". Het lied werd beschouwd als de uitdrukking van het Duitsche Imperialisme. Duitschland voerde aanvankelijk, toen ln Augus tus 1914 plotseling de wereldoorlog ten gevolge van allerlei onvoorziene omstandigheden uitbrak, zonder dat één mogendheid dezen eigenlijk had gewild, een verdedigingsoorlog. Maar na de groo- te militaire successen in het Westen en vooral in het Oo6ten kregen de imperialistische stroo mingen in Duitschland de overhand. De pan- Germanisten, de Hakatlsten, de al-Duitschers. de groot-Duitschers vormden machtige bonden en eischten onbewimpeld de annexatie van Bel gië en net Fransche industriegebied van Long- wy en de beheersching der groote riviermonden van Schelde, Maas en Rijn in het Westen en de annexatie der randstaten en de Oekraine in het Oosten. Zij legden den tekst van het Deutschlandlied-letterlijk uit, Duitschland moest het eerste land ter wereld worden, moest bo ven alle andere landen staan: „über alles". De Rijkskanseliers, die na Bethmann Hollweg kwa men, begunstigden deze imperialistische 3troo mingen. Michaëlls door over de vredesresolutie van den Rijksdag, die li vrede vorderde zonder annexaties, sarcastisch en ironisch te verklaren: „so wie ich sie auffasse" en Von Hertling door koppig vasthouden der bezette gebieden (vooral België) als „vuistpanden". Toen kwam in 1918, in die sombere Novembermaand, de algeheele ineenstorting. De Duitsche imperialistische droom was voorloopig uit gedroomd. De nationalistische stroomingen bleven on verminderd voortbestaan. Reeds in de dagen, dat de Rijksdag der jonge repu bliek nog in Weimar zetelde, leefden zij weer krachtig op. Dit bleek vooral in den strijd over de vlag, die de republiek zou voeren. De door drijvers in de coalitie van sociaal-democraten en Centrum wilden niets meer weten van de nationale vlag, de zwart-wit-roode, die het Kei zerrijk had gevoerd. Zij begeerden de vrijheids- vlag van 1848, de zwart-rood-gouden. Vergeefs wezen meer gematigde elementen er op, dat door den vlaggenstrijd de republiek in twee kam pen zou worden gescheurd. Niets baatte. De extremen wonnen het pleit, de zwakke broeders van de coalitie met zich meesleepende. Het was een onvergeeflijke fout. die zich zwaar heeft ge wroken. Al wat rechtsch stond, maakte zich vaa de nationale vlag meester en kreet iedereen, die den „Reichsbanner" volgde uit voor niet-natio- naal. Hier lag reeds de basis van Hitler's latere opkomst. Het lag voor de hand, dat de „natio- nalen" ook het Deutschlandlied voor zich be gonnen op te elschen. In 1921 was Rijkskanselier de energieke jonge Centrumsman Dr. Wirth. Deze wist. den wijzen en bezadigden Rijkspre sident Friedrich Ebert over te halen, het Deutschlandlied tot het officieele volkslied te verklaren. De zaak was niet zoo simpel als zij eruit zag. In het binnenland verzetten zich aanvankelijk de partijgangers van Ebert, de sociaal-demo craten, tegen dit plan. En een andere kwestie was, hoe zou het buitenland, vooral de wereld oorlog-overwinnaars van Versailles daarop rea- geeren? Men kon niet over het hoofd zien, dat het lied als uitdrukking van imperialistisch streven in het buitenland diep gehaat was en men mocht in geen geval den indruk vestigen, dat ook de republiek van Weimar, evenals het ineengestorte Keizerrijk, imperialistische plan nen had. Bij gelegenheid van het grondwets- feest van 1921 waagden Ebert en Wirth even wel den stap en zij gaven een verklaring, waarmede de wereld vrede nam. President Ebert verklaarde namelijk in zijn feestrede, dat van nu af het „über Alles" in het Duitschland- lied niet beteekende, dat Duitschland zich wil de stellen als eerste boven alle andere landen, maar alleen moest en wilde uitdrukken in de toekomst, dat iedere Duitscher zijn eigen land in zijn hart „über Alles" zou stellen. Dit was een buitengewoon taktische verkla ring die in het buitenland zeer gunstig werd opgenomen en in het binnenland den „natio- nalen" veel wind uit de zeilen nam. Het is er, blijft een groote verdienste en eer voor Ebert en Wirth, dat zij aan het Duitsche volk als ge heel voor het eerst een éénige „National- hymne" hebben geschonken. Toen Adolf Hitler de macht in Duitsch land veroverde, het Derde Rijk stichtte, de kluisters van Versailles verbrak, den Rijn hermilitairiseerde en een nieuw groot en machtig leger uit den grond stampte, begon het .Deutschland, Deutschland über Alles" weer anders te klinken, vooral omdat het al tijd met bijzondere en nadrukkelijke geestdrift werd gezongen bij het aankondigen en vol tooien der vele voldofigen feiten, waardoor Hitier Duitschland terugbracht in de rij dei groote wereldmogendheden. De wereld was ge neigd aan te nemen, dat langzamerhand weet de imperialistische beteekenis van het Deutsch landlied naar voren zou komen. En daarom is het een gelukkige geste van Hitier geweest, dat hij op het groote zangersfeest, dat dezer dagen te Breslau wordt gehouden, zich geheel aan sloot bij de opvatting en verklaring van het lied, gegeven door wijlen Rijkspresident Friedrich Ebert en den vroegeren Rijkskanse lier Dr. Joseph Wirth. De Führer zeide namelijk letterlijk, te protesteeren tegen de bij andere volken bestaande opvatting, dat het Duitsche volkslied een Imperialistisch lied is. „Er kan", zoo vervolgde hij, „voor een volk geen schooner lied zijn dan een, waarin het zegt zijn heil en geluk in het eigen volk te zoeken en het eigen volk boven alles te plaatsen wat er op aarde moge zijn." De wereld zal met genoegen nota nemen van de vreedzame uitlegging van het Duitschlandlied, ook door den Führer aller Duitschers binnen het Rijk en het op conto der feeststemming te Breslau zetten, dat hij in één adem er op wees, dat de Duitsche taal niet alleen gesproken wordt door 68 millioen Rijks-Duitschers, maar in het geheel door 95 millioen Duitschers in de wereld. Want door dit te constateeren schemerden plotseling de brandende kwesties der Sudeten-Duitschers en Oostenrijkers. Maar daarover willen wij het nu niet hebben en alleen maar blij zijn om het feit, dat Hitler in het openbaar, ten over staan van heel de wereld, wat het Deutschland lied betreft zich niet aansluit bij de imperia listische uitlegging, maar bij de vredelievende van de republiek van Weimar. WEEN EN, 1 Aug. (Havas.) Volgens berichten uit Breslau aan de Weensche Maandagochtend bladen heeft tijdens het défilé voor Hitier een tamelijk groote groep Oostenrijksche zangers den Duitschen Rijkskanselier begroet met de kreten: één volk, één land. Oostenrijk groet den Fuehrer." De meeste zangers onthielden zich echter van deelneming aan deze demonstratie, die door de afgevaardigden van enkele Oosten rijksche zangvereenigingen werd gehouden. Een nader telegram van Havas meldt nog de volgende bijzonderheden: Tijdens het défilé der 30.000 Duitsche zan gers uit het buitenland voor Hitier, verbrak eer. groep Sudeten-Duitschers, hoofdzakelijk vrou wen, de afzetting om tot den Rijkskanselier door te dringen en hem bloemen aan te bieden. Van alle buitenlandsche groepen waren de 18.000 Oostenrijkers, die in verband met de be palingen van het verdrag van Juli 1936, van hun regeering verlof hadden gekregen aan het zangersfeest deel te nemen, de eenigen, die niet hun nationale vlag meevoerden. Op het oogenblik, dat de vrouwen de tribu ne naderden, begonnen zij te roepen: „Oosten rijk groet den Fuehrer." „Fuehrer red ons." Er ontstond eenige verwarring. De afzetting werd opnieuw doorbroken en een dichte massa Oostenrijksche zangers stelde zich voor de tri bune op en bleef roeper.: „Fuehrer red ons.' BELGRADO, 1 Augustus (Havas). Of schoon sommigen verwachtten, dat het von nis der heilige synode, waarbij negen regee- ringsleden en 125 afgevaardigden van hun rechten in de orthodoxe kerk vervallen ver klaard worden, vandaag in de kerken zou worden voorgelezen, is dit niet geschied. De heilige synode erkent thans, evenals men in orthodoxe kringen zulks doet, dat volgens de statuten der kerk de betrokkenen eerst ge hoord moeten worden, alvorens veroordeeld te kunnen worden, en dat er nog wel geruime tijd zal verstrijken alvorens dit vonnis in het open baar zal worden voorgelezen en tot uitvoering worden gebracht. Stojadinowitsj heeft te Losovats een rede ge houden waarbij hij ook kwam te spreken over het conflict met de orthodoxe kerk. Het is eer. groote vergissing, aldus Stojadinowitsj, te mee- nen, dat het concordaat op welke wijze dan ook schade kan doen aan de orthodoxe Servi sche kerk. Ik zou dit nooit toelaten en het is onmogelijk. De hartstochten van onze politieke vijanden, die zich hebben laten meesleepen door blinden haat jegens mijn regeering hebben den tempel Gods tot een politieke arena gemaakt. Ik heb gedaan wat ik kon, om de kerk tegen haar valsche vrienden te beschermen. Ik zal er naar blijven streven, dat geen enkele godsdienst bo ven den anderen geplaatst zal worden, doch ook dat geen enkele godsdienst boven den staat wor de geplaatst. Een van de nieuwigheden op de Berlijn- sche radio-tentoonstelling. Het inwen dige van een ontvangtoestel, geheel gepantserd, waardoor de diverse onder deden volkomen zijn afgedekt VATICAAN-STAD, 2 Aug. (K.W.P.) Ter- Wijl de H. Vader in zijn zomerresidentie van Castel Ganöolfo is, duiken nu hier, dan daar berichten op over den gezondheidstoe stand van den H. Vader. Sommige noemen den toestand verontrustend, andere uit muntend. De waarheid ligt ook hier in het midden. De H. Vader is werkelijk niet al te goed. Met buitengewone wilsinspanning vervolgt Zijne Heiligheid de gewone werkzaamheden. Hij leest veel, ontvangt voortdurend zijn medewer kers en staat tweemaal in de week een collec tieve audiëntie toe aan ongeveer 200 bezoekers. Zeker, de tijd is voorbij dat men de witte figuur van den Paus van de eene ontvangstka mer naar de andere zag gaan, doch toch moet men groote bewondering hebben voor dezen krassen grijsaard, die tot het laatste moment van den dag uiterst actief blijft. Bij gelegenheid van een particuliere audiëntie, die de H. Vader aan een groep vrouwelijke stu denten verleende, gaf de H. Vader te kennen, dat haar werk in 't kader der Katholieke Actie ten zeerste gewaardeerd werd. „Ofschoon ik slechts 's avonds tevoren het om vangrijke rapport over uwe studieweken ont vangen heb, zoo sprak de Paus haar toe, heb ik toch dit rapport van het begin tot het einde gelezen. De groote Ascoli heeft op hoogen leeftijd ge zegd, dat hij ook van den nacht enkele uren nuttig kon besteden, want op zijn leeftijd slaapt men niet zoo goed meer als vroeger. Zoo kan ook de H. Vader in zijn 81ste levensjaar getui gen dat hij daardoor meer uren om te werken ter beschikking heeft gekregen. Hij is God ner gens meer dankbaar voor dan voor het bewust zijn God en de Kerk te dienen." PARUS, 2 Aug. (Havas). Te Montfau- con is gisteren het eerste der Amerikaansche oorlogsmonumenten, die op de Fransche en Belgische slagvelden, waar de Amerikaansche troepen zich tijdens den wereldoorlog onder scheiden hebben, zijn opgericht, ingewijd. De plechtigheid werd bijgewoond door pre sident Lebrun, de Fransche ministers Chau- temps, Delbos en Riviere, den Amerikaanschen ambassadeur, Bullitt, den commandant van het Amerikaansche hulpleger, generaal Persh ing en den opperbevelhebber van het Fran sche leger, maarschalk Pétain. Nadat Bullitt, Pershing en Pétain toespra ken hadden gehouden, luisterde men naar de per radio overgebrachte woorden van presi dent Roosevelt, die voor deze gelegenheid zijn kruistocht aan boord van de „Potomac'' had onderbroken, om van Quantico uit te spreken. De president zeide onder meer: „Wij geven thans opnieuw uiting aan ons geloof in het democratische ideaal. Frankrijk noch Ameri ka zocht en zoekt veroveringen te maken. Zij hebben geen imperialistische bedoelingen, zij willen in vrede leven met alle naties: zij wil len de vriendschap van de vrienden der vrij heid." Vervolgens nam president Lebrun het woord. Hij gaf uiting aan zijn dankbaarheid jegens de Amerikanen en zeide verder: „De Amerikanen voelden, dat de beginselen, waar op iedere vrije beschaving gebouwd moet zijn, bedreigd werden en zij kwamen die beginselen verdedigen." 8 AUGUSTUS 4 dg VALKENB., EIFEL, ARDENNEN 25.— 6 dg. VIERLANDENTOCHT t 48. 7 dg. SCHWARZ-WALDRIJN 53.50 9 AUGUSTUS 3 dg. VALKENB., ARDENNEN 19.— 6 dg. VALKENB., EIFEL, ARDENNEN 38.75 4 dg. ARDENNEN m/LESSETOCHT 29.50 6 dg. ARDENNEN—LUXEMBURG 47.— 3 dg. EIFELAHRRIJN 21.50 4 dg. EIFEL en RIJN 29.50 6 dg RIJNLAND—WIESBADEN 45.— 6 dg. HARZGEBERGTE 1 47.— 6 dg. PARIJS en EXPOSITIE 60.— 11 AUGUSTUS 4 dg. VALKENB., EIFEL, ARDENNEN 25.— 4 dg. RIJN en EIFEL 29.50 12 AUGUSTUS 3 dg. VALKENB., EIFELGEB19. 3 dg. EIFELAHR—RIJN 21.50 Eerste klas Hotels, maaltijden, leiders, materiaal, dagverdecllng DEZE REIZEN GAAN IEDERE WEEK Geen paspoort Inlichtingen en reisprogramma bil de bekende CEBUTO-REISBUKEAUX of schriftelijk: P. C. Hooftstraat22, A'dam Met den Parijschen trein, die te 16.29 uur aan hef station Hollandsche Spoor te Den Haag moet aankomen, is Zondagmiddag al daar het stoffelijk overschot gearriveerd van de zeven slachtoffers van de ramp van de „Flamingo", die in Nederland ter aarde be steld zullen worden. Achter den D-trein, die ruim twintig minuten te laat was, was een goederenwagon gekoppeld, welke te Brussel aan den trein was gehaakt en waarin de zeven kisten met de stoffelijke om hulsels der slachtoffers stonden. Terstond na het binnenkomen van den trein werd deze wagon afgekoppeld en gerangeerd naar het goederenemplacement aan den ach terkant van het station, waar zeven automobie len van de firma Innemee stonden te wachten, om de kisten naar de rouwkamer dezer firma te vervoeren. Aan het station waren o.m. aanwezig de al- gemeene secretaris van de K.L.M., mr. L. H. Slotemaker en twee ooms van den om het leven gekomen vliegtuigbestuurder Steensma. Slechts in tegenwoordigheid van dezen en van eenige leden van het spoorwegpersoneel werden op het emplacement de zeven blank eikenhouten kisten uit den spoorwegwagon ge tild en in de lijkauto's gedragen. Het waren de kisten van de vijf leden van het K.L.M.-perso- neel, n.l. van den bestuurder Steensma, den tweeden bestuurder Geering, de stewardess mej. Van der Laan, den radiotelegrafist Van Lude- kuize en den werktuigkundige Wapperon, als mede van de om het leven gekomen passagiers, de heeren N. Nathans en Trillo. Op elk der kisten had de Belgische Lucht vaartmaatschappij Sabena een krans iaten leg gen met een lint in de Belgische kleuren. Bo vendien lag op de kist van Steensma nog een krans van den Nederlandschen zaakgelastigde te Brussel, Jhr. Van Lennep. van -het bestuur der Belgische Luchtvaart en van het Nederland- sche consulaat-generaal te Brussel met de Ne derlandsche kleuren. Met korte tusschenpoozen reden de auto's met hun droeven last van het stationsemplacement naar de Hooigracht, waar de kisten werden op gebaard. De kist met het stoffelijk overschot van den heer Nathans is Zondagavond per auto naar Amsterdam overgebracht, waar het is opge baard in een tot chapelle ardente ingericht vertrek van het gebouw der Internationale Transportarbeiders-Federatie, van welke orga nisatie de heer Nathans adjunct-secretaris-ge neraal was. De Katholieke Universiteit steunen ls een praktisch apostolaat en een ware Kruistocht voor weten schap en geloof. Zondagmiddag omstreeks half een heeft zich ln een perceel aan de Nieuwe'Haven te 's-Gravenhage een drama afgespeeld, waarbij een vrouw zeer ernstig gewond is. De '49-jarige grondwerker Van der M., die in genoemd perceel in den kost is bij de be woonster, de 56-jarige weduwe W„ heeft na een woordenwisseling, waarbij hij zich zeer op wond, met een revolver op de vrouw geschoten. De weduwe W. werd daarbij zeer ernstig ge wond aan de linkerzijde van het hoofd. Ten zeerste ontsteld over wat hij gedaan had, liep de dader het huis uit en de straat op. Zeer korten tijd later meldde hij zich bij de politie in de Prinsestraat, waar hij een relaas deed van wat er gebeurd was. Onmiddellijk stelde de politie een onderzoek in en werd de geneeskundige dienst gewaarschuwd. Men vond de gewonde vrouw, die er ernstig aan toe bleek te zijn. In bewusteloozen toestand werd zij naar het ziekenhuis aan den Zuidwal vervoerd. Het schijnt, dat de grondwerker, die als kostganger bij de weduwe in huis woonde, voor de vrouw gevoelens koesterde, die door haar niet beantwoord werden en dat hij in opgewon den toestand tot zijn daad is gekomen. De po litie stelt een onderzoek in. De dader zal ter beschikking van de justitie gesteld worden. De Helmondsche commissaris van politie, de heer Loves, heeft een deskundige der afdeeling projectie en geluidsfilmapparaten der Philips- fabrleken verzocht een rapport uit te brengen over de vermoedelijke oorzaak van den brand in de projectiecabine van het Alcazartheater te Helmond op Vrijdagavond j.l., waarbij drie menschen den dood hebben gevonden. Afgaande op den toestand in de cabine en op verschillende aanwijzingen, is deze deskundige van oordeel, dat niet de gewone voorzorgsmaat regelen zijn genomen. Bij het inzetten van de film zou het beeldvenster opengemaakt zijn, met het gevolg, dat de lichtstraal van de reeds te voren ontstoken projectielamp het filmbeeld gedurende het inzetten belichtte. Toen nu door oververhitting het celluloid vlam vatte, bleef de brand niet tot een enkel filmbeeldje bepaald, doch sloeg aanstonds door naar de geheele film, aangezien de bovenste trommel van de filmrol niet was gesloten. Een en ander valt mede a,f te leiden uit het feit, dat ih de onderste trom mel het begihgédeelte van de film gevonden is met een afgebrand uiteinde. De besturen van den Centralen Bond van Transportarbeiders, den Ned. Bond van Chr. Fabrieks- en Transportarbeiders en den Ned. R. K. Bond van Transportarbeiders ,,St. Boni- facius" zijn sedert April van dit jaar in overleg met de besturen van de Scheepvaartvereenigin- gen Zuid en Noord over verbetering der arbeids voorwaarden voor de havenarbeiders van Rot terdam en Amsterdam. De besturen der arbeidersorganisaties "nebben zich na gepleegd overleg met hun leden aan vankelijk beperkt tot den eisch van het intrek ken van tijdens de crisis genomen maatregelen en van in de crisisperiode tot stand gekomen wijzigingen in de arbeidsvoorwaarden. Zy hebben tevens verlangd, wijzigingen in de arbeidsvoorwaarden aan te brengen, waardoor de arbeiders grootere bestaanszekerheid kon den verkrijgen en door beperking van overwerk de werkgelegenheid zou worden bevorderd. De besturen der werkgeversorganisaties heb ben aan de arbeidersbonden medegedeeld, dat men op enkele punten aan de gestelde verlan gens wilde tegemoetkomen. De gedane toezeggingen hebben de besturen der werknemersorganisaties echter absoluut on voldoends geacht. Zij vormen h.i. geen basis voor overeenstemming. Daar bovendien tijdens de gevoerde onder handelingen de kosten van het levensonderhoud steeds zijn gestegen en nog steeds een stijgende tendenz vertoonen, zijn de besturen van oordeel, dat, nu vernieuwing der huidige overeenkom sten aan de orde is, ook herziening der loonen ter sprake moet worden gebracht. De besturen hebben aan de beide scheep- vaartvereenigingen medegedeeld, dat zy met hun leden op korten termijn over het verder in te nemen standpunt moeten be raadslagen. Daarbij zal de mede voor het bedrijf belangrijke vraag van opzegging der overeenkomsten, na het onbevredigend ant woord der werkgevers, aan de orde worden gesteld. Aan de werkgeversorganisaties is de vraag voorgelegd of zij, voor met de leden over een en ander wordt beslist, op zeer korten termijn alsnog een bespreking gewenscht achten. De contracten kunnen met een maand opzegging direct worden beëindigd. Dinsdag 3 Augustus, des middags 3 uur, zal ln het Gemeentemuseum aan de Stadhouders laan te 's-Gravenhage van gemeentewege een ontvangst worden aangeboden aan de deelne mers van het 19e internationaal R.K. Esperan tistencongres, dat aldaar wordt gehouden. De Vereeniging tot bevordering van 't Vreem delingenverkeer te Bergen N.-H., heeft een fraai ultgevoerden gids uitgegeven met een zeer dui delijke kaart in kleurendruk. De befaamde onrechtvaardige rent meester, uit het Evangelie, die zich bij voorbaat „dekte" tegen de ge volgen van zijn voorzien ontslag, ver klaarde: „Spitten kan ik niet, te bede len schaam ik mij." En daar hij blijkbaar niets voelde voor het leeren van de ele mentaire spitkunst, vervalschte hij de pachtbrieven ten voordeele van de pach ters en ten nadeele van den landheer, opdat zij hem straks, wanneer hij werk loos zou zijn geworden, in hun hoeven een gastvrij onderdak zouden verleenea Deze rentmeester zou in onze dagen wellicht anders gesproken hebben, want ten eerste is er geen onbeperkte spit- gelegenheid, zelfs niet voor hen, die gaarne met moeizaam spitten hun kast zouden verdienen, ten tweede is het speculeeren op de dankbaarheid van den evenmensch te riskant geworden, sinds het „ondank is 's werelds loon" spreek woordelijk werd, en ten derde heeft de crisis zoovelen buiten hun schuld van geld en goed en werk beroofd, dat be delen niet in even sterke mate als vroe ger zoowel door de bedelaars zelf als door degenen, bij wie zij aankloppen, beschouwd wordt als iets, waarover men zich zou hebben te schamen. Het bede len als beroep is nagenoeg overal ver boden, maar het bedelen in den vorm van werkzoeken of aanspraak maken op de hulpvaardigheid van den evennaaste om uitkomst in onmiddellijk nijpenden nood, wordt officieel geduld, ook al houdt dit eigenlijk een aanklacht in tegen de maatschappelijke en economische ver houdingen van onzen tijd. Aan het vraagstuk der bedelaars heeft het maandblad van de Ned. Vereeniging van Huisvrouwen onlangs een artikel gewijd, waaraan wij een en ander willen ontleenen: „Het is voor iedere vrouw, die warm voelt en enkel opgaat in de belangen van eigen gezin, altijd weer een pijnlijk iets den man, die klaagt over maandenlange werkloosheid, of over den nood van zijn gezin, en die met koopwaren, hartroe rende brieven of mondelinge smeekbe den aan haar deur klopt, zonder meer weg te zenden, al weet zij duizendmaal, dat van de zeer velen, die een beroep doen op haar hulp, of die een bedelbrief in haar bus werpen, de meesten niet te helpen zijn en zeker niet met een gift van één keer en dat zij niet bevoegd is, uit te maken, of de vrager in aanmer king komt voor steun of de aalmoes zal verdrinken." Aldus schrijft voornoemd maandblad om dan de goedhartige vrouwen, die zeggen, dat zij liever tienmaal vergeefs geven, dan één enkele te laten honger lijden, als minder verstandig achter te stellen bij de huisvrouw, die aan ar menzorg en tal van andere vereenigin- gen geeft en zich eraan houdt noch op straat noch aan dé deur iets te geven." Deze laatste neemt volgens de redactie van het maandblad van de neutrale Ne derlandsche Vereeniging van Huisvrou wen het zuiverste standpunt in en loopt het minst kans degenen, die het wél noodig hebben, de dupe te laten worden van de vragers, die van het gekregen geld geen goed gebruik maken. Zij geeft den huisvrouwen dan ook tenslotte den volgenden, zeker niet duren raad: „Men vertrouwe dus niet te veel op eigen menschenkennis en wachte zich voor de gemakkelijke zelfvoldoening der goedkoope goedhartigheid, die steeds een kleinigheid geeft, maar zich niet bekom mert om de vraag aan wien de weldaad ten goede komt. Ieder steune de instel lingen van weldadigheid na_ar vermogen en zende de vragers naar hen, die kun nen beoordeelen, wie steun behoeft en in welken vorm die steun moet worden verstrekt." Ook wij zijn van meening, dat de instellingen van weldadigheid nooit, en zeker niet in dezen tijd, genoeg gesteund kunnen worden, maar van den anderen kant vinden wij de huisvrouw, die liever tien keer te vergeefs geeft, dan één enkele te laten hongeren, misschien wel minder „verstandig" maar in ieder geval veel edelmoediger dan zij, die alleen maar de officieele liefdadigheids instellingen steunt. Het beoefenen van liefdadigheid is een persoonlijke plicht van naastenliefde evenals het een per soonlijke plicht van den vrager is om niet noodeloos te vragen en het ontvan- gene niet te misbruiken. Wie het „doe wel en zie niet om" letterlijk in prac- tijk brengt met zuivere bedoeling in echt-Christelijken geest, doet een goed en Gode-welgevallig werk. Op hem zul len de woorden van Christus: „Wat gij aan den minste der Mijnen gedaan hebt, hebt gij Mij gedaan" ten volle toepasse lijk zijn. Wanneer iemand ten onrechte een beroep op onze hulp en steun doet, draagt hij zelf en niet degene, die hem in goed vertrouwen iets geeft, daarvoor de verantwoordelijkheid. Wie een aal moes misbruikt en dientengevolge die gift aan een an'der, die er een beter ge bruik van gemaakt zou hebben, ont houdt, begaat een ernstig vergrijp te genover zijn noodlijdenden medemensch. Wie onwetend, maar met goede bedoe lingen aan een onwaardige geeft, ver richt een zuivere weldaad, welke hem evenzeer als verdienste zal worden aan gerekend, als wanneer hij een waardige had geholpen. Deze waarheden worden o.i. maar al te vaak vergeten. Aan het museum Boymans te Rotterdam is, ter plaatsing in het museum, een bronzen kin derkopje aangeboden van den beeldhouwer Theo van Reijn te Haarlem. Het beeldhouwwerk is afgestaan door me vrouw A. H. te Heemstede. BERLIJN, 1 Aug. (Havas). Tijdens den dienst in de kerk van Dahlem heeft ds. Roehricht ver klaard, dat zich op het oogenblik zestig dominé's of leden der Belijdeniskerk in hechtenis bevin den. Alleen in de parochie Dahlem, zoo voegde hij hieraan toe, zijn drie van de vier dominé's gearresteerd, n.l. ds. Niemoeller, ds. Mueller, en ds. Hlldebrandt. Men moet zich afvragen, a$us ds. Roehricht, waarheen deze maatregelen zullen leiden. De Belijdeniskerk heeft slechts een wensch: Christus. Hoe kan men veronderstellen dat Christus een gevaar beteekent voor staat of volk? In Eupen ls een Nederlandsche Che- vrolet-vrachtwagen, die hoog met stroo beladen was, hetwelk voor Stockem bestemd was, met de electrische trambaan-bovenleiding ln aan raking gekomen en in brand gevlogen. De chauffeur toonde koelbloedigheid, door eerst alle benzine te laten wegloopen en daarna den wagen uit de vrije hand weg te duwen naar een plaats, waar de brand geen kwaad kon. De brandweer kon tegen de vuurzee niets uitrichten; ofschoon zij er verscheidene stralen op richtte, brandde de wagen onder enorme zwarte rookontwikkeling tot op het geraamte uit. De schade wordt op een kleine 1000 gulden geraamd. Het strootransport van Nederland naar deze streken neemt zeer toe, in verband met den lageren kostprijs van het vrachtautovervoer bo- Y.en dat per spoor.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 2