De acht beroepen
n Heerepoort bij den hintree van
Hulvenout
EENVOUDIGE RECEPTEN
ZONDAG 8 AUGUSTUS 1937
Bloem die van kleurverandert
Nieuwe reclametruc
Gezondheidsrecept
van een apotheker uit de 18e eeuw
SC g*
ONS PRIJSRAADSEL
Had de geboorteplaats niet moe
ten worden vermeld?
Kruiswoordpuzzle van
de maand
Oplossing vorig raadsel
Prijswinnaars
Napoleon en de vrouwen
Schoonheid in Venetië
Sprekende boeken voor
blinden
Schoenen in de garderobe
afgeven
Moeder der matrozen
overleden
BRABANTSCHE BRIEVEN
Jan Schellekens zwigt veur
de hillemenatie
Maud je bent gewoon gek! Wie doet dat
nou! Een kind van vier! Doe dien rom
mel er af! En dadelijk! Bah!!"
Freek was woest.
Hiep ongelukkig keek Maud haar man aan
eri dan naar Pim, die zijn met moeders rouge
^Werkt snoetje angstig van de(n) een naar
^6<h) ander draaide.
•>Hy ziet ook zoo ellendig bleek altijd!"
échtte Maud wanhopig.
Och, u kent ze ook wel, die kindertjes, die
er altijd zoo bleek uitzien en daardoor de on-
^t en helaas ook de Wrevel van hun moeders
°Pwekken. Geen enkele moeder toch vindt het
prettig, als haar kind er zoo bleek uitziet, dat
aanstonds de aandacht trekt.
Oat is heel Begrijpelijk.
^e willen er niet alleen zelf goed uitzien,
■Paar we willen ook graag blozende wangen en
eVendige oogen voor onze kinderen.
Toch moeten we over die bleekheid van onze
^hitjes niet al te bezorgd zijn. Het is immers
best mogelijk, dat het niets te beteekenen heeft
etl dat het kind ondanks die bleekheid toch
g0cd gezond is.
Het bleek zien kan n.l. veroorzaakt worden
^°ordat de huid van het kind minder doorschij-
n«na is. En daar kunt u niets aan veranderen,
°ver kleinen Pim, die ook zulk een weinig
Weerschijnende huid had, maakte zijn' moeder
2'ch ernstig bezorgd.
Fie huisdokter kon echter geen enkele afwy-
'hg vinden. Doch de onrust van zijn moeder
*erd door deze verklaring niet minder. Inte-
Satideel, haar angst, dat Pim iets onder de
zou hebben, werd steeds grooter. Zoo
werd haar vrees, dat zij besloot met Pim
|"'aar een specialist te gaan, toen onverwacht
Ko kwam en roet in het eten gooide.
®et bezoek aan den specialist werd een dagje
"^gesteld.
Tante Ko was nog geen tien minuten in huis,
Pirns moeder vroeg haar met angstige oogen:
*^aar vindt u niet, dat hij erg bleek ziet?"
Tante Ko is een echte schat.
kent het soort Wel: zilvergrijs haar, levens-
'JZe blauwe oogen en een mond, die graag en
8alw lacht.
keek eens naar Pim, die keurig netjes met
blokkendoos speelde.
■•Komt hij wel genoeg buiten?" vroeg ze.
.,ïk ga eiken dag een uur met hem wandelen!"
Hm! Wandelen!"
Tante Ko keek eens naar buiten. Wandelen!
de stad! Misschien in het park! Maar dat
toch-niet echt buiten!
Pims moeder zuchtte.
■■Kom eens hier, Pim," zei tante Ko.
,.Wat belieft u tante?"
Pim is keurig opgevoed, werkelijk een gentle-
in zakformaat.
«Zou je met mij mee willen?"
•Mee, tante?"
«Ja, naar buiten, naar Soest!"
Pim keek naar zijn moeder.
■•Meent u dat, tante Ko?"
-Als ik je daar een plezier mee kan doen,
"aiici, dan wil ik wel eens probeeren om Pim
r°ode wangen te geven!"
«Wanneer gaan we tante?" vroeg Pim gretig,
«öan moest hij morgen maar meteen mee
8aan. wil je Pim?"
«Ja, tante!" zei Pim. ,,Mag ik dan ook weer
6aar Arie?"
«Hatuurlijk!1
Arie is het zoontje van den groentekweeker,
naast tante Ko woont.
Toen Pims vader thuis kwam, Was hij erg
benomen met het plan van tante Ko.
dus ging Pim mee.
Van 's morgens tot 's avonds mocht hij bui-
k; in den zandbak, in de wei met het geitje,
j^t Arie naar de kweekerij. Hij sjouwde met
6e§e manden en raffia als een echte knecht.
Ha enkele dagen begon zijn matbleek ge
itje al te verkleuren. En gaandeweg kreeg
jw de ook i iOor ons, grooten, zoo begeerde roos-
^ine tint. Zijn groote flu eel-zwaxte oogen
^bitterden als sterren. Hij zag er uit als Hol-
^ds welvaren, toen zijn moeder hem kwam
Wghalen.
^°n, buitenlucht en vrijheid om zich te bewe
rk hadden wonderen bij Pim gedaan! En juist
'kze drie zijn het, die de bleekneusjes in de
stad te kort komen. Toch hebben ook zij deze
drie zoo noodig, al kost het eenige moeite ze
hun te geven. Maar met wat inspanning en
goeden wil (en wie heeft dat niet voor zijn
schat over!) lukt het toch wel.
Pim heeft niet alleen zijn roos-bruine wangen
bij tante Ko gekregen, zijn moeder heeft er
ook voor Weten te zorgen, dat hij ze hield.
Inplaats van een uur met hem te gaan wan
delen door de stad, of in het park, gaat ze te
genwoordig met Pim naar een onbebouwd stuk
terrein. Die zijn er in de stad gelukkig genoeg.
En met de tram, of per fiets is ze er in tien
minuten.
In het begin nam ze een eenvoudig klap
stoeltje mee en liet Pim daar naar hartelust
draven en spelen, terwijl zij zat te lezen of te
handwerken. Nu is Pim wat grooter en wijzer
geworden en terwijl hij zijn hart ophaalt en
stoeit en speelt, gaat zijn moeder boodschappen
doen en komt hem na ongeveer een uur weer
halen.
En Pims wangen blijven prachtig roos-bruin
tot groote vreugde van zijn moeder.
De Mexicaansche tuin-experts zijn tegenwoor
dig bezig een merkwaardige lelie-achtige bloem
nauwkeurig te onderzoeken, die in het binnen
land van Mexico in de jungle ontdekt werd. De
bloem heeft de zeer eigenaardige eigenschap,
dat zij van kleur verandert, 's Morgens is zij
namelijk prachtig wit, tegen tien uur in den
morgen wordt zij langzaam zacht rose. Om
twaalf uur is zij helrood, tegen den middag
wordt zij oranje en 's avonds is de bloem violet,
terwijl zij 's nachts donkerblauw is. Tegen den
ochtend wordt zij dan weer wit. Het merkwaar
dige van deze plant is, dat men haar tot nu toe
nog niet heeft kunnen overplanten. Zelfs po
gingen, om de bloem per vliegtuig naar Noord-
Amerika over te brengen, zijn mislukt. De
bloem met de wisselende kleuren blijft voor-
loopig nog een plantkundig raadsel.
Een firma voor sausen in Chicago is op een
zeer origineele gedachte gekomen, om haar
producten bij het publiek bekend te maken.
Men ziet dan in de meest verschillende deelen
van de stad een ouden, waardigen heer met een
elegante jonge dame in een autobus stappen.
Nadat beiden met zeer veel drukte een plaats
gekozen hebben, haalt de oude, blijkbaar hard-
hoorende heer een hoorapparaat uit zijn zak en
dan ontspint zich het volgende gesprek: „Oom,
vergeet niet, de saus van de firmate koo-
pen". Oom verstaat het echter niet. Dan zegt
het meisje nog eens met luide stem: „Oom, wij
hebben-beslist de saus van de firma.... voor
het middageten noodig. Het is de beste saus
van de heele wereld". Nadat dit gesprek zich
nog eenige malen herhaald heeft en alle men-
schen het gehoord hebben, schijnt de oom het
eindelijk verstaan te hebben. Bij de volgende
halte stappen beiden uit, om op de volgende
autobus te wachten.
Neem een kop vol opgeruimdheid
Met een dosis goeden moed;
Daags twee lepels lijfsbeweging
Even lauw gebruikt, is goed.
Vijftig pillen vaste spijzen,
Aangemengd met goeden wijn
•En tinctuur van vergenoegen
Is de beste medicijn.
Twintig druppels geest der vreugden
Met een poeier levenszout,
En wat balsem der vertroosting
Is een raad, zoo goed als goud;
Doch, ziet gij, bij dit receptje,
Uwen wensch nog niet vervuld,
Neem dan, voor het allerlaatste,
Nog een pleister van geduld.
Niets veranderlijker dande mode.
Een herfsthoedje dat achter op het
hoofd wordt gedragen
Misschien wil de dochter des huizes zoo
in de vacantie wel eens wat gezelligs
in de keuken brouwen. Ik heb daar
om wat eenvoudige recepten opgezocht, die
zelfs een kleine kookster van 1012 jaar, als
ze een beetje handig is, wel maken kan.
Vooral de eerste drie eigenen zich daar toe.
1. Sinaasappel-crème.
Bestanddeelen: 2 a 3 sinaasappelen, 130 gr.
suiker, drie eierdooiers, 1 citroen, 1/8 L. slag
room.
Men maakt een papje van de 2 a 3 sinaas
appels, welk aantal natuurlijk van de grootte
afhangt, van den citroen, eierdooiers en de
suiker en raspt daardoor de schil van 1 a 1]A
sinaasappel en de schil van den citroen. Dit al
les wordt op een zacht vuurtje gezet en men
blijft roeren tot de massa dik is geworden. Dan
neemt men het van de vlam af en wanneer
het koud is wordt er de slagroom doorgeroerd.
Men kan deze vla op kleine schoteltjes doen
en opdienen met lange vingers er bij. Wat
ook erg leuk is, is de vla in den uitgeholden
sinaasappel doen, maar daarvoor moet men
natuurlijk mooie schillen hebben.
2. Bliksem-koek.
Bestanddeelen: 100 gr. boter, 100 gr. suiker,
2 eieren, 100 gr. meel.
De boter, suiker en eieren een kwartier lang
goed dooreen roeren en dan pas de meel er
bij doen, dit bakken in een bakvorm. De be
doeling is dat het wordt gevuld met jam of
fruit. Gebruikt men jam, dan moet de koek
door midden gesneden worden en tusschen de
beide helften smeert men de jam. Gebruikt
men fruit, dan legt men dit op het baksel,
wanneer 't gedurende 10 minuten in den oven
heeft gelegen. Men legt het er niet dadelijk
op, daar dan het baksel niet zoo mooi wordt.
3. Een smakelijk dessert.
Men begiet lange vingers, die op een lange
schaal naast elkaar zijn gelegd, met sterk kof-
fie-extract, hierover heen gaat een laagje slag
room, dan weer 'n rij lange vingers en weer voor
zichtig, zoodat er niet te veel op komt, met
koffie begieten, hierover weer slagroom en
daarop schijfjes banaan. Het geheel mag niet
te lang staan, zoodat men het beste doet met
alles klaar te zetten en vlak voordat het op
gediend wordt dit dessert te maken.
Inplaats van lange vingers kan men schijf jes
sinaasappel, bestrooid met suiker, gebruiken.
De volgende twee taarten zijn een beetje
bewerkelijker, maar zóó smakelijk, dat ik zeker
aanraad ze eens een keer te maken.
4. Noten-rollade.
Bestanddeelen: 6 eieren, 140 gr. suiker, 200
gr. meel, 140 gr. fijn gesneden noot, 1 citroen.
Men maakt een deeg van de zes eierdooiers,
suiker, meel, citroen-sap en de fijn geraspte
schil. Het eiwit wordt tot schuim geklopt en
er bij gevoegd. Dit alles wordt op het bak-
blad uitgerold en in een zachte warmte ge-
Ijverig zijn onze puzzelaars de afge-
loopen week bezig geweest om het geheim
van de acht visitekaarten te ontwarren.
Hier ging het gemakkelijk, daar vlotte het
wat minder, maar hoe het ook zij, dit
raadsel bleek voor de liefhebbers weer een
zeer goede tijdpasseering te zijn.
We zijn het niet eens met een onzer trouwe
puzzelaars, dat we die geboorteplaats- niet
hadden moeten vermelden: de puzzle zou dan
een echt „winternummer" geworden zijn! Men
had toch nog wel wat te stellen naar we
van meerdere inzenders vernamen, met een
paar onzer visitekaarten, o.a. met die heeren
Sleur en Negendonder.
Dat onze puzzeltjes wel in den smaak blij
ven vallen, mochten we weer eens in rijmvorm
vernemen, o.a. uit Amsterdam van een onzer
vaste klanten:
„Ziezoo, die staat weer op papier
Zoo'n puzzle geeft toch veel plezier.
Vooral die geregelde variatie
Maakt het oplossen tot een ware traktatie!
Geeft U nog maar veel raadsels op:
We smullen ervan... 't is heusch geen mop!"
De oplossing is aldus:
Van Arie L. Wijnhaalder maken we den
Rijwielhandelaal
Van Nico Offerdier maken we den
Onderofficier
Van Ir. C. E. Cilente maken we den
Electricien
Van Gerard N. Sleur maken we den
Runderslager
Van M. A. Meebulker maken we den
Meubelmaker
Van Leo Wurgboer maken we den
Orgelbouwer
Van I. Negendonder maken we den
Neringdoende
Van D. I-Caasmepper maken we den
Dameskapper
Zoodat de beginletters ons de Limburgsche
stad Roermond leveren.
Het lot wees de uitgeloofde prijzen toe aan:
mej. A. van Antwerpen, Nieuwe Gracht 21,
Utrecht; R. Hettema, Cattepoelscheweg 234,
Arnhem; mevr. A. de Hoog-Prencken, Ooster
hout (N.B.)J. Huisinga, Westerkade 4III, Am
sterdam-C.; M. Stam, S. P. Kuyperstraat 3,
IJmuiden; J. Verspaandonk, Voordam 4a,
Alkmaar.
Het nieuwe raadsel
Als Augustus-nummer volgt deze week het
gebruikelijke maandelijksche kruiswoordraadsel.
Horizontaal
1. Nederlandsche provincie; 6. op grooten af
stand; 7. gehoororgaan; 9. voertuig; 11. graan;
13. geneesmiddel; 14. stomp, schok; 16. biljart-
stok; 18. lengtemaat; 20. visch; 22. gezond voed
sel; 23. voddenboel; 26. boetetijd vóór Kerst
mis; 29. lofdicht; 30. korenhalm; 31. land, door
water omgeven; 34, lichaamsdeel van dieren;
36. notennaam; 37. wereldtaal; 39. water in
Friesland; 40. halt!; 42. verhinderd; 44. voch
tig, koud; 45. lijfeigene; 47. vaartuig; 49. per
cent (afk.); 51. roem, hulde; 52. plaats in
Noord-Brabant.
Vertikaal:
1. groote watervlakte; 2. delfstof; 3 noten
naam; 4. vrucht; 5. onvruchtbaar; 6. gevuld; 8.
latwerk; 9. gewicht; 10. dierenverblijf; 11. Rus
sisch schiereiland; 12. ontkenning; 13. verdorven;
15. „onder anderen"; 17. opschorting; 19. voeg
woord van reden; 21. eirond; 24. insectenvanger;
25. telwoord; 27. aanwijzend voornaamw.; 28. tijd
perk; 32. onbepaald voornaamw.; 33. oneerlijk
persoon; 34. vloeibare spijs; 35. tocht; 38. lid
woord; 41.. hooge berg; 42. voordeel; 43. tel
woord; 44. voertuig; 46 uitroep; 48. ons Vader
land (gew. afk.); 50. voorzetsel.
Onder de inzenders van een goede oplossing
worden weer zes fraaie prijzen verloot.
Oplossingen worden tot Donderdagmiddag 12
uur ingewacht bij den heer G. M. A. Jansen,
Ruysdaelstraat 60, Utrecht.
bakken tot het mooi geel is. Dan bestrooit
men een papier met suiker en zoodra het deeg
Uit den oven komt, wordt het op het papier
gelegd en men maakt van het papier en het
deeg een rol, waarna men het papier er tus
schen uit trekt. Wanneer de gebak-rol hard
en koud is geworden, vult men haar op met
jam, vruchten of slagroom.
5. Linzer-taart.
Bestanddeelen: 140 gr. boter, 140 gr. suiker,
140 gr. amandelen, 140 gr .meel, 2 hard gekook
te eierdooiers, 1 ei, 6 koffieboonen.
De koffieboonen worden eerst heel fijn ge
malen en dan nog eens tot poeder fijn ge
klopt. Dan maakt men van al deze bestand
deelen een deeg en belegt het bakbord er mee;
van het apart gehouden deeg legt men reepjes
over de marmelade of jam, die men op het
deeg heeft gesmeerd. Weer in een zachten
oven alles mooi licht-bruin laten worden.
Napoleon Bonaparte is een der grootste stra
tegen van alle tijden geweest. Ten opzichte van
de vrouwen kan evenwel deze „stelling" moei
lijk volgehouden worden. De Fransche keizer
moet zelfs al heel weinig verstand van de vrou
wen gehad hebben, wanneer hy de volgende
bewering, die hem in de schoenen geschoven
wordt, inderdaad zelf gelooft. Hij zou namelijk
eens gezegd hebben: De grootste overwinning
die men in de liefde kan behalen, is de vlucht.
Vast staat echter, dat de groote veldheer
beter met soldaten dan met vrouwen om kon
gaan. In den omgang met de laatsten was hy
vrij onhandig en ontactisch om niet te spreken
van onbeleefd.
Zoo wilde de keizer eens een der schoonste
vrouwen uit het keizerrijk de hertogin de Che-
vreuse, die beroemd was om haar prachtig blond
haar, op een bal een compliment maken. Hij
zeide:
„Ze is inderdaad prachtig, mevrouw, die
roode kleur van uw haar!"
De hertogin ging door voor zeer ad rem en
antwoordde onmiddeliyk:
„Waarlijk, Sire? En toch is u de eerste man,
die ze opmerkt.
Op een ander bal sprak de keizer de vrouw
van den prefect aan, die voor zeer coquet door
ging.
„Wel mevrouw, vroeg de keizer, houdt ge nog
altyd zoo van de mannen?"
„Ja sire, als zij ten minste beleefd zyn," was
het gevatte antwoord van de dame.
Nu zijn de erwten aan de beurt en
Janneman helpt moeder bij het plukken
Volgens een nieuwe wet van het Italiaan-
sche kabinet zal de Italiaansche Staat zich
voortaan zelf bezig houden met de instandhou
ding van de schoone bouwwerken in Venetië.
De architectonische problemen van deze
stad wachten reeds lang op een oplossing. Voor
al de armere stadsdeelen vormen een groote
zorg voor het bestuur, want hoe romantisch de
huizen daar er ook van buiten uitzien, achter
de mooie gevels zyn zij vervallen en ongezond.
Daarby komt nog, dat de mooie paleizen ook
in verval geraken, daar zy niet langer bestand
zijn tegen de invloeden van het zeewater. Zoo
als men weet, is een groot deel van Venetië op
palen gebouwd, die reeds lang eens door nieuwe
vervangen hadden moeten worden. Het bedrag
voor de noodzakeiyke restauratie is echter zoo
groot, dat dit niet van particuliere zijde opge
bracht kan worden, zoodat nu de Staat als
redder in den nood moet optreden.
De Japansche filmbezoeker zit niet in een
stoel, maar op een dikke gevlochten mat
op den grond. De stoel zou voor hem veel te
ongemakkelijk zijn, daar een Japansch film
programma niet 2 tot 3 uur, maar minstens 7
tot 8 uur duurt. Ook moet men in de garderobe
niet alleen zijn hoed en jas, maar ook zyn
schoenen afgeven. Dat komt natuuriyk hier
door, dat men de matten, waar men op gaat
zitten, niet met de schoenen bevuilen mag. Het
bezoek aan een filmtheater is gewoon een uit
stapje; men laat zyn maaltijd uit een naburig
restaurant komen, neemt zyn kinderen mee,
die lustig tusschen de toeschouwers rondkrui
pen, terwyi iemand achter een lessenaar pro
beert uit te leggen, wat er op het doek zicht
baar is.
Een geheel andere wereld vindt men daar
entegen in een Egyptisch filmtheater. Daar
mogen alleen mannen naar de film. Aan weers
zoden van het groote witte doek vindt men
daar meestal nog twee kleinere doeken, die aan
de zijkanten bevestigd zyn. Behalve de Fran
sche en Engelsche tekst wordt ook nog de
Arabische of Grieksche tekst er bij gebruikt.
Op deze wijze houdt men rekening met de
kleurige bevolking van het land. Binnen zitten
de mannen met hun fez op, terwijl ze voort
durend hun zoete Oostersche tabak rooken of
uien eten.
Zeer interessant zyn ook de openluchtfilm
theaters, zooals men ze in de Vereenigde Staten,
Zuid-Amerika en Afrika aantreft. De autobe
stuurders biyven rustig zitten, nadat zy hun
auto's naast elkaar opgesteld hebben en voor
de inboorlingen worden hangmatten uitgedeeld,
zoodat men de filmvoorstelling in het oerwoud
liggend bij kan wonen.
Maar ook in Europa vindt men merkwaardige
filmvoorstellingen. Zoo vertoont men byvoor-
beeld in Frankrijk een film in een koffiehuis.
Het zoogenaamde „promenoir" is een goedkoope
plaats aan de zykanten van de zaal, waar men
staat of heen en weer loopt, terwyi men tevens
zijn hond mee mag nemen. Ten slotte heeft
men in Tsjecho-Slowakije de gewoonte, om mid
den in een drama de film af te breken, om
even een kopje koffie te gaan drinken. Na deze
pauze komen dan eerst weer een reeks recla
mes en dergelyke, voor de film verder vertoond
wordt.
Terwijl het scheen, dat de radio de gra-
mofoonplaten-industrie bedreigde, heeft men
thans door de vervaardiging van „spreken
de boeken" voor het gebruik door blinden
nieuwe mogeiykheden gevonden. In Amerika
zyn door de blindenvereeniging onder de 120.000
blinden van het land 16.000 platen verspreid,
die aan de vereeniging blijven behooren. Onge
veer 200 boeken met gedichten, romans en der
gelijke worden op de platen besproken, die
voortaan de sprekende bibliotheek van de blin-
denvereenigingen zullen vormen. Voor de ver
vaardiging der platen heeft men de bekendste
radio-omroepers van Amerika gebruikt, zoodat
op deze wijze vyftig platen der week „bespro
ken" worden. Alexander Woolcott zal bijvoor
beeld zijn eigen roman „While Rome Bums"
voorlezen, terwyl Margaret Mitchell van plan is
haar roman, die 1000 bladzyden omvat, ook voor
te lezen, wat 50 platen en een tydsduur van
30 uur in beslag zal nemen.
Alle zeelieden, die de haven van Londen aan
doen, kennen de grijze, oude dame, die zich
tot taak gesteld had, hen te helpen, wanneer zy
in nood waren. Eenigen tyd geleden vorm men
in een eenvoudig Londensch missiehuis het lijk
van de 90 Jaar oude barones Emma Leijonhjelm.
In haar jeugd was zy in Londen met een
Zweedschen baron getrouwd, die kort na zijn
huwelijk bij een scheepsramp door een matroos
gered werd. De jonge vrouw deed destijds de
gelofte, dat zij de noodlijdende zeelieden zoo
veel mogeiyk zou helpen. Toen haar echtgenoot
overleed, wijdde zy zich geheel aan haar
menschlievend werk. Zoo werd zü de bescherm
ster der matrozen, die in den dubbelen zin des
woords gestrand waren. Hollanders, Portugee-
zen, Noren en Amerikanen, ja zelfs Chineezen
en Japanners kenden haar en noemden haar
„onze moeder."
^Ivenhout, 5 Aug. '37
Amico,
°P de leste verga
ring zee den veur-
tter Fielp.
Ha ge zult den-
ek: wèèr vergadering!
,Ja, jonk, dat staat hier nie stil. Veural nou
1(2mee die aanstaande feesten!
^ant zie, 't is mee zoo'n feest, dat 't heele
?°rP aangaat, zóó gesteld: elke vereeniging wil
„steentje bydragen", ïyk dat hiet. En als ge
j?ari, als geboren vereenigingsmensch, van de
T^este vereenigingen lid zyt....! Nou dan
Br§adert ge veur 't zelfde doel vandaag als lid
de propclub, mergen als lid van de „Mik-
rs", overmergen vanweuge de „Morianen'
de
rookclub, dan weer als niet-werkend lid
ah d'Hermonie, enz. En den Fielp veurzit-
er van al die dingen, nou, die is ook den be-
°erdste nie! Die zurgt wel dat g'op tyd oew
*cuus ik bedoel: oew convocatie ontvangt.
er slot is den Fielp óók veertig jaar getrouwd!
ïk heb 't oe al 'n? meer geschreven in dieën
8epst: misschien zyde gy ze ook wel 'ns teu-
?®hgekomen, van die lui, die zweren by veree-
„Singen. Ik veur my, ik ben er ok nie teugen,
aöiico!
fc'n vent, die „de vereeniging" uitgevonden
hee, was vast en zekers steuvig getrouwd
En als ie al dood mocht zijn ik denk 't haast
wel, want vereenigingen zyn bekanst net zoo
oud als 't huweiyksgeluk, dan hoop ik veur dieën
kearel, dat Onzenlievenheer 'm binnengelaten
hee in den Vrygezellenhemel.
tls kolossaal wat ge mee 't instrument „ver
eeniging" allegaar kunt klaarspeulen. Kunt
gaarstoven.
Ge kunt, om te beginnen, 'ns mee 'n ordente
lijk smoeske van huis af, naai; „de" vergade
ring. En als ge 'n goei en nuttig lid zijt, dan
slaat ge gin enkele vergadering over, zelfs nie
de „vergadering", waarvan 't bestuur eigens
niks afweet.
Tweedens kunt ge 't tot veurzitter brengen,
zoodat ge, als getrouwd man, toch ook nog 'ns
iets te beweren hebt, al is 't dan buiten de deur.
Ge „mot" nou en dan 'ns heel noodzakeiyk op
reis, op kosten van de kas (als tenminste den
penningmeester thuis is, want teugenwoordig
zitten er heel veul penningmeesters in den
krententuin).
Wat g' ook ifle uitbezemen mot: ge komt nou
en dan 'ns in de krant te staan mee oew ïyf en
oew redevoering, wat veur veul veurzitters, die
thuis alty veur 'n harstikkedoove Trui redenee
ren, wel 'n féést mot zijn, al trekken ze dan
ook net 'n gezicht of ze „die" krant nooit heb
ben gelezen. Enge bent nog 'ns van huis..
ochja, dat had ik al gezeed!
En als ge dat allegaar als 'n trouw en opoffe
rend lid jarenlang veur oew vereeniging over
had, dan komt vaneigens den dag van oew rid
derorder, waarmee dan, als ge 't eigens nie ge
loofde, officieel is vastgesteld 't nut en den
offerzin van oew persoonlijkheid als vereeni-
gingsman!
Neeë, gekkigheid is gekkigheid, maar veree
nigingen zijn dingen, die nooit afgeschaft meu-
gen worden. Evengoed als er 'n dierenbescher
ming is veur 't stomme dier, mot er de veree
niging zijn veur den getrouwden man! Da's
gewoonweg 'n kwestie van humaniteit Jegens
de stomme dieren. Af!
Ja, amico, dat wordt teugenwoordig al "ns
vergeten: maar ook den man is 'n schepsel-
Gods. 1
Ik wou dan gezeed hebben g'ad: op de leste
vergadering verklaarde den Fielp dat „den
hondersten steen veur zyn part kost boven-
draaien, maar dat er by den hantree van 't
dorp 'n heerepoort moest komen, alen waar
alen," zee-t-ie en meteen maakten z'n vingers
den mimiek van geldtellen.
Alen waar alenwy zwegen. Daar w&s
nie veul meer te halen, docht ons.
D'n eenen keek 'ns naar 't plafond, d'n an
der naar 'n motje, dat om 't lamplicht danste,
nommer drie keek 'ns in z'n bier,- nommer vier
trok 'n trutlip en knikte 'ns teugen z'n eigen
en den Fielpden Fielp genoot van den in
druk dien ie gemaakt had.
In die stilte trok den Fielp aan z'n sigaar,
moffelde zynen kleinen secretaris weg in
'n rookgordyn en streng vroeg ie deuzen on-
zichtbaar-geworden steunpilaar: „alen waar
alenstaat 't hin de notulen, Bult?"
„Jawel," klonk 't ferm, daar ergens uit dieën
krinkelenden smoor.
wyers bleef 't nadenkend stil: den rook wierd
dikker en de glazen leeger.
„Beljot", zou den Blaauwe zeggen: We had
den al zóóveul hooi op den vurk genomen....!
Toen kuchte-n-er iemand. Die wou dus
ge kost in den dikken smoor nie sjuust nagaan
wie die wou dus 'n handsvolleke roet in den
Fielp z'n pap gaan strooien. Want, amico, als
z' op 'n vergadering eerst kuchen, veur ze iets
gaan zeggen, dan ge verstaat! (Ook ge
trouwd niewaar? Ook veul vergaderingserva
ring!)
Maar den Fielp was dieën onbekenden X
rap veur!
„My'ne-eeren," zee-t-ie indrukwekkend: „Zyn
guilie misschien plotselings te lam en te
broerd geworren hom hoew pooten huit de mou
wen te stekenZeg 't dan maar heeriyk.
„Dat was, zacht uitgedrukt, 'nen steek onder
water," vond den Blaauwe.
„De oofdzaak his, da ge me verstaat," lee den
Fielp uit.
„Wat da-d-aanbetreft," stelde den Blaauwe
'm gerust: „Hoefde gin zurgen te hebben, veur
zitter; daar was gin woord Spaansch by."
„Zijde soms gehaffronteerd?" vroeg den Fielp
verdacht-zoetsappig.
„As ge mijn wil beleedigen," zee den Blaau
we seerjeus: „Dan motte veul vroeger opstaan,
hedelhachtbare eer."
„Mot deus dispuut in de notulen?" vroeg
Bultje de Bie.
En veur den Fielp den Blaauwe geraadpleegd
had, gaf ie z'n volle goedkeuring al, mee de
woorden: „wees je donders!"
Toen klom Nolleke Gommers op z'n stoel. Ge
kent 'm: dat 60-jarig-vrygezellen dwergkeareltje
mee z'n groote-menschenhoofd en -manieren.
Als 't Nolleke op den stoel kraffelt, is dat
alty 'n evenement op de vergadering, amico.
Want ge weet, Nol en Bultje de Bie kunnen
malkanders bloed drinken. Overigens zyn ze
samen lid van de meeste vereenigingen.
„Ik vraag 't woord," requireerde Nolleke, lyk
'nen Officier van Justitie-(-wyd onder de
maat).
„Hij zeit wat," bromde B. de B.
„Hou je bek, haliekriek," adviseerde Nolleke.
„Motte my-n-hebben?" vroeg B. de B. vuil.
„Jouw??" vroeg Nolleke en hy keek zoo
vies of B. de B. plakte: „Jouw?? 'kHeb nog
liever de derdedaagsche koorts!"
„Kryg ze dan," siste B. B.
„Dè, liet ik m'n eigen nie zeggen," zee den
Blaauwe verontweerdigd.
„Maar ikke-n-ok nie, soode.... (Nolleke han
teert gèren groote woorden!)
Mee de beste bedoelingen maakte-n-ie z'n
eigen gereed veur 'nen sprong over de tafel,
maar op 't zelfde moment had Kee van „de
Gouwen Koei", die 't spul zag aankomen, Nol
leke te grazen by den bojem van z'n broek en
ze zee: „Zulde gaan zitten, vatje buskruit; en
denken om m'n meubels! Of ik zet oe onderst
boven in den spoelbak."
Toen probeerde Nolleke, mee z'n oogen, twee
gaten deur Kee d'r zielement te boren, maar
veur ie er deurhenen was, gaf Kee 'm 'n flèèr
om z'n ooren, dat 't allegaar zwiemde.
,,'tls," brieste Nolleke: „Dat ge 'n weerlooze
vrouw zyt, maar anderss....l"
„Ja?" vroeg Kee lief.
„Dan gaf ik oe 'n pak slaag, da-da-da....
dat g'oew buffet veur "n vuurwerk versleet!
Kkanalje!"
Dat brocht den Fielp op "n idee.
'De rest laat ik zoo, amico; 't staat uitvoe
rig in de notulen, dat kunt ge in zoo'n geval
aan 't Bie-ke overlatenDus als ge komt,
mee de feesten, kunt ge 'r "n schoon stuk lite
ratuur op naslaan).
„Vuurwerkprevelde den Fielp.
"Bult, vraag prijs! In Leiën en in Antwerpen,
veur 'n schoon vlamwerk, daverend, kleurig en
vol zonnen, meulens, watervallen en begaalsch
vuur!"
„Kost oe duuzend gulden," zee de Bie,
„Dan zonder begaalsch vuur."
„Kost 't oe negenhonderdtachtig."
„Hapseluut?"
De Bie z'n kopke knikte lyk 'n duikelerke.
„Dan zonder watervallen!"
„Bleft te duur!"
„Vraagt dan prijzen veur defrente program
ma's!"
„Oem," zee den Bult.
„Zoo in den koers van 'n onderd gulden."
,|as ik iets zeggen mag," riep den Blaauwe:
.Schrap dan ineens royaal 'n pak lucifers af!"
„Deerepoort!" antwoordde den Fielp, zon
der den Blaauwe te bezien.
„Zyn we 't 'r in principiep hover heens, dat
'r zo'n Hink by den hintree van Hulvenout mót
staan
Zwygen.
'Nen klap van den Fielp z'nen hamer.
„Haangenomen! Genotuleerd, Bie?"
„Yes!"
„Dan, mijne eeren, gaan we nouw hover tot
de halgemeene beschouwingen nopens
.Noppes," riep Toon van Eggermond, 'n zwa
ger van den Joep.
.Nopens 't huiterlyk haanzien. Mee gloeiende
letters mot 'r geschreven staan...."
„Hulven-out mot Hekselsior!" kwekte den
Blaauwe.
Goedkeurend knikte den Fielp. „Ge aalt me
de woorden huit m'nen mond, Blaauwe! Jan
Schellekens, gy zyt honzen helectrieker, wilde
gij dus veur die hillemenatie zurgen. Horanje-
lampen van onderd keers. Ze motten er blind
van worren, de feestgangers.
De stroom beklasjeneer ik wel mee den bur
gemeester."
.Honderd keers per stuk?" vroeg den Jan.
„Zoo hiets, ja."
Den Jan tikte mee z'nen wysvinger teugen
z'n veurhoofd.
,Mokt er dan maar twee-onderd van," suste
den bakker: „Den stroom
Nadrukkelyker vroeg den Jan zonder woor
den, of den Fielp 't hier had.
Afyn, amico, d'eerepoort is op pampier veur
malkaar gekomen.
Iedereen hee iets toegezeed te leveren, of lie
ver gezeed: den Fielp hee die „toezeggingen"
eigens in malkaar gedraaid en laten notuleeren
en ons toen arteiyk bedankt veur de spontane
medewerking..
Nolleke hee z'n eigen beschikbaar gesteld om
's avonds op de verlichting te passen en „al 't
kleine krapuul, dat 'n hand of vinger naar de
eerepoort zou uitsteken, den nek om te draaien."
By die woorden zag ik naar Kee en in gedach
ten wierd die erme Kee op t zelfde oogenblik
gemarteld deur dat valsche Nolleke.... allee.
Nol kneep er alle leven uit
Maar nou mot ik er toch af gaan scheien,
want ik zie daar op de klok, dat t tyd is veur..
de vergadering!!!
Dus: veul groeten van Trui, Dré III en als
alty gin horke minder van oewen
t. a. v.
DRfi.