De acht beroepen n Heerepoort bij den hintree van Hulvenout EENVOUDIGE RECEPTEN ZONDAG 8 AUGUSTUS 1937 Bloem die van kleurverandert Nieuwe reclametruc Gezondheidsrecept van een apotheker uit de 18e eeuw SC g* ONS PRIJSRAADSEL Had de geboorteplaats niet moe ten worden vermeld? Kruiswoordpuzzle van de maand Oplossing vorig raadsel Prijswinnaars Napoleon en de vrouwen Schoonheid in Venetië Sprekende boeken voor blinden Schoenen in de garderobe afgeven Moeder der matrozen overleden BRABANTSCHE BRIEVEN Jan Schellekens zwigt veur de hillemenatie Maud je bent gewoon gek! Wie doet dat nou! Een kind van vier! Doe dien rom mel er af! En dadelijk! Bah!!" Freek was woest. Hiep ongelukkig keek Maud haar man aan eri dan naar Pim, die zijn met moeders rouge ^Werkt snoetje angstig van de(n) een naar ^6<h) ander draaide. •>Hy ziet ook zoo ellendig bleek altijd!" échtte Maud wanhopig. Och, u kent ze ook wel, die kindertjes, die er altijd zoo bleek uitzien en daardoor de on- ^t en helaas ook de Wrevel van hun moeders °Pwekken. Geen enkele moeder toch vindt het prettig, als haar kind er zoo bleek uitziet, dat aanstonds de aandacht trekt. Oat is heel Begrijpelijk. ^e willen er niet alleen zelf goed uitzien, ■Paar we willen ook graag blozende wangen en eVendige oogen voor onze kinderen. Toch moeten we over die bleekheid van onze ^hitjes niet al te bezorgd zijn. Het is immers best mogelijk, dat het niets te beteekenen heeft etl dat het kind ondanks die bleekheid toch g0cd gezond is. Het bleek zien kan n.l. veroorzaakt worden ^°ordat de huid van het kind minder doorschij- n«na is. En daar kunt u niets aan veranderen, °ver kleinen Pim, die ook zulk een weinig Weerschijnende huid had, maakte zijn' moeder 2'ch ernstig bezorgd. Fie huisdokter kon echter geen enkele afwy- 'hg vinden. Doch de onrust van zijn moeder *erd door deze verklaring niet minder. Inte- Satideel, haar angst, dat Pim iets onder de zou hebben, werd steeds grooter. Zoo werd haar vrees, dat zij besloot met Pim |"'aar een specialist te gaan, toen onverwacht Ko kwam en roet in het eten gooide. ®et bezoek aan den specialist werd een dagje "^gesteld. Tante Ko was nog geen tien minuten in huis, Pirns moeder vroeg haar met angstige oogen: *^aar vindt u niet, dat hij erg bleek ziet?" Tante Ko is een echte schat. kent het soort Wel: zilvergrijs haar, levens- 'JZe blauwe oogen en een mond, die graag en 8alw lacht. keek eens naar Pim, die keurig netjes met blokkendoos speelde. ■•Komt hij wel genoeg buiten?" vroeg ze. .,ïk ga eiken dag een uur met hem wandelen!" Hm! Wandelen!" Tante Ko keek eens naar buiten. Wandelen! de stad! Misschien in het park! Maar dat toch-niet echt buiten! Pims moeder zuchtte. ■■Kom eens hier, Pim," zei tante Ko. ,.Wat belieft u tante?" Pim is keurig opgevoed, werkelijk een gentle- in zakformaat. «Zou je met mij mee willen?" •Mee, tante?" «Ja, naar buiten, naar Soest!" Pim keek naar zijn moeder. ■•Meent u dat, tante Ko?" -Als ik je daar een plezier mee kan doen, "aiici, dan wil ik wel eens probeeren om Pim r°ode wangen te geven!" «Wanneer gaan we tante?" vroeg Pim gretig, «öan moest hij morgen maar meteen mee 8aan. wil je Pim?" «Ja, tante!" zei Pim. ,,Mag ik dan ook weer 6aar Arie?" «Hatuurlijk!1 Arie is het zoontje van den groentekweeker, naast tante Ko woont. Toen Pims vader thuis kwam, Was hij erg benomen met het plan van tante Ko. dus ging Pim mee. Van 's morgens tot 's avonds mocht hij bui- k; in den zandbak, in de wei met het geitje, j^t Arie naar de kweekerij. Hij sjouwde met 6e§e manden en raffia als een echte knecht. Ha enkele dagen begon zijn matbleek ge itje al te verkleuren. En gaandeweg kreeg jw de ook i iOor ons, grooten, zoo begeerde roos- ^ine tint. Zijn groote flu eel-zwaxte oogen ^bitterden als sterren. Hij zag er uit als Hol- ^ds welvaren, toen zijn moeder hem kwam Wghalen. ^°n, buitenlucht en vrijheid om zich te bewe rk hadden wonderen bij Pim gedaan! En juist 'kze drie zijn het, die de bleekneusjes in de stad te kort komen. Toch hebben ook zij deze drie zoo noodig, al kost het eenige moeite ze hun te geven. Maar met wat inspanning en goeden wil (en wie heeft dat niet voor zijn schat over!) lukt het toch wel. Pim heeft niet alleen zijn roos-bruine wangen bij tante Ko gekregen, zijn moeder heeft er ook voor Weten te zorgen, dat hij ze hield. Inplaats van een uur met hem te gaan wan delen door de stad, of in het park, gaat ze te genwoordig met Pim naar een onbebouwd stuk terrein. Die zijn er in de stad gelukkig genoeg. En met de tram, of per fiets is ze er in tien minuten. In het begin nam ze een eenvoudig klap stoeltje mee en liet Pim daar naar hartelust draven en spelen, terwijl zij zat te lezen of te handwerken. Nu is Pim wat grooter en wijzer geworden en terwijl hij zijn hart ophaalt en stoeit en speelt, gaat zijn moeder boodschappen doen en komt hem na ongeveer een uur weer halen. En Pims wangen blijven prachtig roos-bruin tot groote vreugde van zijn moeder. De Mexicaansche tuin-experts zijn tegenwoor dig bezig een merkwaardige lelie-achtige bloem nauwkeurig te onderzoeken, die in het binnen land van Mexico in de jungle ontdekt werd. De bloem heeft de zeer eigenaardige eigenschap, dat zij van kleur verandert, 's Morgens is zij namelijk prachtig wit, tegen tien uur in den morgen wordt zij langzaam zacht rose. Om twaalf uur is zij helrood, tegen den middag wordt zij oranje en 's avonds is de bloem violet, terwijl zij 's nachts donkerblauw is. Tegen den ochtend wordt zij dan weer wit. Het merkwaar dige van deze plant is, dat men haar tot nu toe nog niet heeft kunnen overplanten. Zelfs po gingen, om de bloem per vliegtuig naar Noord- Amerika over te brengen, zijn mislukt. De bloem met de wisselende kleuren blijft voor- loopig nog een plantkundig raadsel. Een firma voor sausen in Chicago is op een zeer origineele gedachte gekomen, om haar producten bij het publiek bekend te maken. Men ziet dan in de meest verschillende deelen van de stad een ouden, waardigen heer met een elegante jonge dame in een autobus stappen. Nadat beiden met zeer veel drukte een plaats gekozen hebben, haalt de oude, blijkbaar hard- hoorende heer een hoorapparaat uit zijn zak en dan ontspint zich het volgende gesprek: „Oom, vergeet niet, de saus van de firmate koo- pen". Oom verstaat het echter niet. Dan zegt het meisje nog eens met luide stem: „Oom, wij hebben-beslist de saus van de firma.... voor het middageten noodig. Het is de beste saus van de heele wereld". Nadat dit gesprek zich nog eenige malen herhaald heeft en alle men- schen het gehoord hebben, schijnt de oom het eindelijk verstaan te hebben. Bij de volgende halte stappen beiden uit, om op de volgende autobus te wachten. Neem een kop vol opgeruimdheid Met een dosis goeden moed; Daags twee lepels lijfsbeweging Even lauw gebruikt, is goed. Vijftig pillen vaste spijzen, Aangemengd met goeden wijn •En tinctuur van vergenoegen Is de beste medicijn. Twintig druppels geest der vreugden Met een poeier levenszout, En wat balsem der vertroosting Is een raad, zoo goed als goud; Doch, ziet gij, bij dit receptje, Uwen wensch nog niet vervuld, Neem dan, voor het allerlaatste, Nog een pleister van geduld. Niets veranderlijker dande mode. Een herfsthoedje dat achter op het hoofd wordt gedragen Misschien wil de dochter des huizes zoo in de vacantie wel eens wat gezelligs in de keuken brouwen. Ik heb daar om wat eenvoudige recepten opgezocht, die zelfs een kleine kookster van 1012 jaar, als ze een beetje handig is, wel maken kan. Vooral de eerste drie eigenen zich daar toe. 1. Sinaasappel-crème. Bestanddeelen: 2 a 3 sinaasappelen, 130 gr. suiker, drie eierdooiers, 1 citroen, 1/8 L. slag room. Men maakt een papje van de 2 a 3 sinaas appels, welk aantal natuurlijk van de grootte afhangt, van den citroen, eierdooiers en de suiker en raspt daardoor de schil van 1 a 1]A sinaasappel en de schil van den citroen. Dit al les wordt op een zacht vuurtje gezet en men blijft roeren tot de massa dik is geworden. Dan neemt men het van de vlam af en wanneer het koud is wordt er de slagroom doorgeroerd. Men kan deze vla op kleine schoteltjes doen en opdienen met lange vingers er bij. Wat ook erg leuk is, is de vla in den uitgeholden sinaasappel doen, maar daarvoor moet men natuurlijk mooie schillen hebben. 2. Bliksem-koek. Bestanddeelen: 100 gr. boter, 100 gr. suiker, 2 eieren, 100 gr. meel. De boter, suiker en eieren een kwartier lang goed dooreen roeren en dan pas de meel er bij doen, dit bakken in een bakvorm. De be doeling is dat het wordt gevuld met jam of fruit. Gebruikt men jam, dan moet de koek door midden gesneden worden en tusschen de beide helften smeert men de jam. Gebruikt men fruit, dan legt men dit op het baksel, wanneer 't gedurende 10 minuten in den oven heeft gelegen. Men legt het er niet dadelijk op, daar dan het baksel niet zoo mooi wordt. 3. Een smakelijk dessert. Men begiet lange vingers, die op een lange schaal naast elkaar zijn gelegd, met sterk kof- fie-extract, hierover heen gaat een laagje slag room, dan weer 'n rij lange vingers en weer voor zichtig, zoodat er niet te veel op komt, met koffie begieten, hierover weer slagroom en daarop schijfjes banaan. Het geheel mag niet te lang staan, zoodat men het beste doet met alles klaar te zetten en vlak voordat het op gediend wordt dit dessert te maken. Inplaats van lange vingers kan men schijf jes sinaasappel, bestrooid met suiker, gebruiken. De volgende twee taarten zijn een beetje bewerkelijker, maar zóó smakelijk, dat ik zeker aanraad ze eens een keer te maken. 4. Noten-rollade. Bestanddeelen: 6 eieren, 140 gr. suiker, 200 gr. meel, 140 gr. fijn gesneden noot, 1 citroen. Men maakt een deeg van de zes eierdooiers, suiker, meel, citroen-sap en de fijn geraspte schil. Het eiwit wordt tot schuim geklopt en er bij gevoegd. Dit alles wordt op het bak- blad uitgerold en in een zachte warmte ge- Ijverig zijn onze puzzelaars de afge- loopen week bezig geweest om het geheim van de acht visitekaarten te ontwarren. Hier ging het gemakkelijk, daar vlotte het wat minder, maar hoe het ook zij, dit raadsel bleek voor de liefhebbers weer een zeer goede tijdpasseering te zijn. We zijn het niet eens met een onzer trouwe puzzelaars, dat we die geboorteplaats- niet hadden moeten vermelden: de puzzle zou dan een echt „winternummer" geworden zijn! Men had toch nog wel wat te stellen naar we van meerdere inzenders vernamen, met een paar onzer visitekaarten, o.a. met die heeren Sleur en Negendonder. Dat onze puzzeltjes wel in den smaak blij ven vallen, mochten we weer eens in rijmvorm vernemen, o.a. uit Amsterdam van een onzer vaste klanten: „Ziezoo, die staat weer op papier Zoo'n puzzle geeft toch veel plezier. Vooral die geregelde variatie Maakt het oplossen tot een ware traktatie! Geeft U nog maar veel raadsels op: We smullen ervan... 't is heusch geen mop!" De oplossing is aldus: Van Arie L. Wijnhaalder maken we den Rijwielhandelaal Van Nico Offerdier maken we den Onderofficier Van Ir. C. E. Cilente maken we den Electricien Van Gerard N. Sleur maken we den Runderslager Van M. A. Meebulker maken we den Meubelmaker Van Leo Wurgboer maken we den Orgelbouwer Van I. Negendonder maken we den Neringdoende Van D. I-Caasmepper maken we den Dameskapper Zoodat de beginletters ons de Limburgsche stad Roermond leveren. Het lot wees de uitgeloofde prijzen toe aan: mej. A. van Antwerpen, Nieuwe Gracht 21, Utrecht; R. Hettema, Cattepoelscheweg 234, Arnhem; mevr. A. de Hoog-Prencken, Ooster hout (N.B.)J. Huisinga, Westerkade 4III, Am sterdam-C.; M. Stam, S. P. Kuyperstraat 3, IJmuiden; J. Verspaandonk, Voordam 4a, Alkmaar. Het nieuwe raadsel Als Augustus-nummer volgt deze week het gebruikelijke maandelijksche kruiswoordraadsel. Horizontaal 1. Nederlandsche provincie; 6. op grooten af stand; 7. gehoororgaan; 9. voertuig; 11. graan; 13. geneesmiddel; 14. stomp, schok; 16. biljart- stok; 18. lengtemaat; 20. visch; 22. gezond voed sel; 23. voddenboel; 26. boetetijd vóór Kerst mis; 29. lofdicht; 30. korenhalm; 31. land, door water omgeven; 34, lichaamsdeel van dieren; 36. notennaam; 37. wereldtaal; 39. water in Friesland; 40. halt!; 42. verhinderd; 44. voch tig, koud; 45. lijfeigene; 47. vaartuig; 49. per cent (afk.); 51. roem, hulde; 52. plaats in Noord-Brabant. Vertikaal: 1. groote watervlakte; 2. delfstof; 3 noten naam; 4. vrucht; 5. onvruchtbaar; 6. gevuld; 8. latwerk; 9. gewicht; 10. dierenverblijf; 11. Rus sisch schiereiland; 12. ontkenning; 13. verdorven; 15. „onder anderen"; 17. opschorting; 19. voeg woord van reden; 21. eirond; 24. insectenvanger; 25. telwoord; 27. aanwijzend voornaamw.; 28. tijd perk; 32. onbepaald voornaamw.; 33. oneerlijk persoon; 34. vloeibare spijs; 35. tocht; 38. lid woord; 41.. hooge berg; 42. voordeel; 43. tel woord; 44. voertuig; 46 uitroep; 48. ons Vader land (gew. afk.); 50. voorzetsel. Onder de inzenders van een goede oplossing worden weer zes fraaie prijzen verloot. Oplossingen worden tot Donderdagmiddag 12 uur ingewacht bij den heer G. M. A. Jansen, Ruysdaelstraat 60, Utrecht. bakken tot het mooi geel is. Dan bestrooit men een papier met suiker en zoodra het deeg Uit den oven komt, wordt het op het papier gelegd en men maakt van het papier en het deeg een rol, waarna men het papier er tus schen uit trekt. Wanneer de gebak-rol hard en koud is geworden, vult men haar op met jam, vruchten of slagroom. 5. Linzer-taart. Bestanddeelen: 140 gr. boter, 140 gr. suiker, 140 gr. amandelen, 140 gr .meel, 2 hard gekook te eierdooiers, 1 ei, 6 koffieboonen. De koffieboonen worden eerst heel fijn ge malen en dan nog eens tot poeder fijn ge klopt. Dan maakt men van al deze bestand deelen een deeg en belegt het bakbord er mee; van het apart gehouden deeg legt men reepjes over de marmelade of jam, die men op het deeg heeft gesmeerd. Weer in een zachten oven alles mooi licht-bruin laten worden. Napoleon Bonaparte is een der grootste stra tegen van alle tijden geweest. Ten opzichte van de vrouwen kan evenwel deze „stelling" moei lijk volgehouden worden. De Fransche keizer moet zelfs al heel weinig verstand van de vrou wen gehad hebben, wanneer hy de volgende bewering, die hem in de schoenen geschoven wordt, inderdaad zelf gelooft. Hij zou namelijk eens gezegd hebben: De grootste overwinning die men in de liefde kan behalen, is de vlucht. Vast staat echter, dat de groote veldheer beter met soldaten dan met vrouwen om kon gaan. In den omgang met de laatsten was hy vrij onhandig en ontactisch om niet te spreken van onbeleefd. Zoo wilde de keizer eens een der schoonste vrouwen uit het keizerrijk de hertogin de Che- vreuse, die beroemd was om haar prachtig blond haar, op een bal een compliment maken. Hij zeide: „Ze is inderdaad prachtig, mevrouw, die roode kleur van uw haar!" De hertogin ging door voor zeer ad rem en antwoordde onmiddeliyk: „Waarlijk, Sire? En toch is u de eerste man, die ze opmerkt. Op een ander bal sprak de keizer de vrouw van den prefect aan, die voor zeer coquet door ging. „Wel mevrouw, vroeg de keizer, houdt ge nog altyd zoo van de mannen?" „Ja sire, als zij ten minste beleefd zyn," was het gevatte antwoord van de dame. Nu zijn de erwten aan de beurt en Janneman helpt moeder bij het plukken Volgens een nieuwe wet van het Italiaan- sche kabinet zal de Italiaansche Staat zich voortaan zelf bezig houden met de instandhou ding van de schoone bouwwerken in Venetië. De architectonische problemen van deze stad wachten reeds lang op een oplossing. Voor al de armere stadsdeelen vormen een groote zorg voor het bestuur, want hoe romantisch de huizen daar er ook van buiten uitzien, achter de mooie gevels zyn zij vervallen en ongezond. Daarby komt nog, dat de mooie paleizen ook in verval geraken, daar zy niet langer bestand zijn tegen de invloeden van het zeewater. Zoo als men weet, is een groot deel van Venetië op palen gebouwd, die reeds lang eens door nieuwe vervangen hadden moeten worden. Het bedrag voor de noodzakeiyke restauratie is echter zoo groot, dat dit niet van particuliere zijde opge bracht kan worden, zoodat nu de Staat als redder in den nood moet optreden. De Japansche filmbezoeker zit niet in een stoel, maar op een dikke gevlochten mat op den grond. De stoel zou voor hem veel te ongemakkelijk zijn, daar een Japansch film programma niet 2 tot 3 uur, maar minstens 7 tot 8 uur duurt. Ook moet men in de garderobe niet alleen zijn hoed en jas, maar ook zyn schoenen afgeven. Dat komt natuuriyk hier door, dat men de matten, waar men op gaat zitten, niet met de schoenen bevuilen mag. Het bezoek aan een filmtheater is gewoon een uit stapje; men laat zyn maaltijd uit een naburig restaurant komen, neemt zyn kinderen mee, die lustig tusschen de toeschouwers rondkrui pen, terwyi iemand achter een lessenaar pro beert uit te leggen, wat er op het doek zicht baar is. Een geheel andere wereld vindt men daar entegen in een Egyptisch filmtheater. Daar mogen alleen mannen naar de film. Aan weers zoden van het groote witte doek vindt men daar meestal nog twee kleinere doeken, die aan de zijkanten bevestigd zyn. Behalve de Fran sche en Engelsche tekst wordt ook nog de Arabische of Grieksche tekst er bij gebruikt. Op deze wijze houdt men rekening met de kleurige bevolking van het land. Binnen zitten de mannen met hun fez op, terwijl ze voort durend hun zoete Oostersche tabak rooken of uien eten. Zeer interessant zyn ook de openluchtfilm theaters, zooals men ze in de Vereenigde Staten, Zuid-Amerika en Afrika aantreft. De autobe stuurders biyven rustig zitten, nadat zy hun auto's naast elkaar opgesteld hebben en voor de inboorlingen worden hangmatten uitgedeeld, zoodat men de filmvoorstelling in het oerwoud liggend bij kan wonen. Maar ook in Europa vindt men merkwaardige filmvoorstellingen. Zoo vertoont men byvoor- beeld in Frankrijk een film in een koffiehuis. Het zoogenaamde „promenoir" is een goedkoope plaats aan de zykanten van de zaal, waar men staat of heen en weer loopt, terwyi men tevens zijn hond mee mag nemen. Ten slotte heeft men in Tsjecho-Slowakije de gewoonte, om mid den in een drama de film af te breken, om even een kopje koffie te gaan drinken. Na deze pauze komen dan eerst weer een reeks recla mes en dergelyke, voor de film verder vertoond wordt. Terwijl het scheen, dat de radio de gra- mofoonplaten-industrie bedreigde, heeft men thans door de vervaardiging van „spreken de boeken" voor het gebruik door blinden nieuwe mogeiykheden gevonden. In Amerika zyn door de blindenvereeniging onder de 120.000 blinden van het land 16.000 platen verspreid, die aan de vereeniging blijven behooren. Onge veer 200 boeken met gedichten, romans en der gelijke worden op de platen besproken, die voortaan de sprekende bibliotheek van de blin- denvereenigingen zullen vormen. Voor de ver vaardiging der platen heeft men de bekendste radio-omroepers van Amerika gebruikt, zoodat op deze wijze vyftig platen der week „bespro ken" worden. Alexander Woolcott zal bijvoor beeld zijn eigen roman „While Rome Bums" voorlezen, terwyl Margaret Mitchell van plan is haar roman, die 1000 bladzyden omvat, ook voor te lezen, wat 50 platen en een tydsduur van 30 uur in beslag zal nemen. Alle zeelieden, die de haven van Londen aan doen, kennen de grijze, oude dame, die zich tot taak gesteld had, hen te helpen, wanneer zy in nood waren. Eenigen tyd geleden vorm men in een eenvoudig Londensch missiehuis het lijk van de 90 Jaar oude barones Emma Leijonhjelm. In haar jeugd was zy in Londen met een Zweedschen baron getrouwd, die kort na zijn huwelijk bij een scheepsramp door een matroos gered werd. De jonge vrouw deed destijds de gelofte, dat zij de noodlijdende zeelieden zoo veel mogeiyk zou helpen. Toen haar echtgenoot overleed, wijdde zy zich geheel aan haar menschlievend werk. Zoo werd zü de bescherm ster der matrozen, die in den dubbelen zin des woords gestrand waren. Hollanders, Portugee- zen, Noren en Amerikanen, ja zelfs Chineezen en Japanners kenden haar en noemden haar „onze moeder." ^Ivenhout, 5 Aug. '37 Amico, °P de leste verga ring zee den veur- tter Fielp. Ha ge zult den- ek: wèèr vergadering! ,Ja, jonk, dat staat hier nie stil. Veural nou 1(2mee die aanstaande feesten! ^ant zie, 't is mee zoo'n feest, dat 't heele ?°rP aangaat, zóó gesteld: elke vereeniging wil „steentje bydragen", ïyk dat hiet. En als ge j?ari, als geboren vereenigingsmensch, van de T^este vereenigingen lid zyt....! Nou dan Br§adert ge veur 't zelfde doel vandaag als lid de propclub, mergen als lid van de „Mik- rs", overmergen vanweuge de „Morianen' de rookclub, dan weer als niet-werkend lid ah d'Hermonie, enz. En den Fielp veurzit- er van al die dingen, nou, die is ook den be- °erdste nie! Die zurgt wel dat g'op tyd oew *cuus ik bedoel: oew convocatie ontvangt. er slot is den Fielp óók veertig jaar getrouwd! ïk heb 't oe al 'n? meer geschreven in dieën 8epst: misschien zyde gy ze ook wel 'ns teu- ?®hgekomen, van die lui, die zweren by veree- „Singen. Ik veur my, ik ben er ok nie teugen, aöiico! fc'n vent, die „de vereeniging" uitgevonden hee, was vast en zekers steuvig getrouwd En als ie al dood mocht zijn ik denk 't haast wel, want vereenigingen zyn bekanst net zoo oud als 't huweiyksgeluk, dan hoop ik veur dieën kearel, dat Onzenlievenheer 'm binnengelaten hee in den Vrygezellenhemel. tls kolossaal wat ge mee 't instrument „ver eeniging" allegaar kunt klaarspeulen. Kunt gaarstoven. Ge kunt, om te beginnen, 'ns mee 'n ordente lijk smoeske van huis af, naai; „de" vergade ring. En als ge 'n goei en nuttig lid zijt, dan slaat ge gin enkele vergadering over, zelfs nie de „vergadering", waarvan 't bestuur eigens niks afweet. Tweedens kunt ge 't tot veurzitter brengen, zoodat ge, als getrouwd man, toch ook nog 'ns iets te beweren hebt, al is 't dan buiten de deur. Ge „mot" nou en dan 'ns heel noodzakeiyk op reis, op kosten van de kas (als tenminste den penningmeester thuis is, want teugenwoordig zitten er heel veul penningmeesters in den krententuin). Wat g' ook ifle uitbezemen mot: ge komt nou en dan 'ns in de krant te staan mee oew ïyf en oew redevoering, wat veur veul veurzitters, die thuis alty veur 'n harstikkedoove Trui redenee ren, wel 'n féést mot zijn, al trekken ze dan ook net 'n gezicht of ze „die" krant nooit heb ben gelezen. Enge bent nog 'ns van huis.. ochja, dat had ik al gezeed! En als ge dat allegaar als 'n trouw en opoffe rend lid jarenlang veur oew vereeniging over had, dan komt vaneigens den dag van oew rid derorder, waarmee dan, als ge 't eigens nie ge loofde, officieel is vastgesteld 't nut en den offerzin van oew persoonlijkheid als vereeni- gingsman! Neeë, gekkigheid is gekkigheid, maar veree nigingen zijn dingen, die nooit afgeschaft meu- gen worden. Evengoed als er 'n dierenbescher ming is veur 't stomme dier, mot er de veree niging zijn veur den getrouwden man! Da's gewoonweg 'n kwestie van humaniteit Jegens de stomme dieren. Af! Ja, amico, dat wordt teugenwoordig al "ns vergeten: maar ook den man is 'n schepsel- Gods. 1 Ik wou dan gezeed hebben g'ad: op de leste vergadering verklaarde den Fielp dat „den hondersten steen veur zyn part kost boven- draaien, maar dat er by den hantree van 't dorp 'n heerepoort moest komen, alen waar alen," zee-t-ie en meteen maakten z'n vingers den mimiek van geldtellen. Alen waar alenwy zwegen. Daar w&s nie veul meer te halen, docht ons. D'n eenen keek 'ns naar 't plafond, d'n an der naar 'n motje, dat om 't lamplicht danste, nommer drie keek 'ns in z'n bier,- nommer vier trok 'n trutlip en knikte 'ns teugen z'n eigen en den Fielpden Fielp genoot van den in druk dien ie gemaakt had. In die stilte trok den Fielp aan z'n sigaar, moffelde zynen kleinen secretaris weg in 'n rookgordyn en streng vroeg ie deuzen on- zichtbaar-geworden steunpilaar: „alen waar alenstaat 't hin de notulen, Bult?" „Jawel," klonk 't ferm, daar ergens uit dieën krinkelenden smoor. wyers bleef 't nadenkend stil: den rook wierd dikker en de glazen leeger. „Beljot", zou den Blaauwe zeggen: We had den al zóóveul hooi op den vurk genomen....! Toen kuchte-n-er iemand. Die wou dus ge kost in den dikken smoor nie sjuust nagaan wie die wou dus 'n handsvolleke roet in den Fielp z'n pap gaan strooien. Want, amico, als z' op 'n vergadering eerst kuchen, veur ze iets gaan zeggen, dan ge verstaat! (Ook ge trouwd niewaar? Ook veul vergaderingserva ring!) Maar den Fielp was dieën onbekenden X rap veur! „My'ne-eeren," zee-t-ie indrukwekkend: „Zyn guilie misschien plotselings te lam en te broerd geworren hom hoew pooten huit de mou wen te stekenZeg 't dan maar heeriyk. „Dat was, zacht uitgedrukt, 'nen steek onder water," vond den Blaauwe. „De oofdzaak his, da ge me verstaat," lee den Fielp uit. „Wat da-d-aanbetreft," stelde den Blaauwe 'm gerust: „Hoefde gin zurgen te hebben, veur zitter; daar was gin woord Spaansch by." „Zijde soms gehaffronteerd?" vroeg den Fielp verdacht-zoetsappig. „As ge mijn wil beleedigen," zee den Blaau we seerjeus: „Dan motte veul vroeger opstaan, hedelhachtbare eer." „Mot deus dispuut in de notulen?" vroeg Bultje de Bie. En veur den Fielp den Blaauwe geraadpleegd had, gaf ie z'n volle goedkeuring al, mee de woorden: „wees je donders!" Toen klom Nolleke Gommers op z'n stoel. Ge kent 'm: dat 60-jarig-vrygezellen dwergkeareltje mee z'n groote-menschenhoofd en -manieren. Als 't Nolleke op den stoel kraffelt, is dat alty 'n evenement op de vergadering, amico. Want ge weet, Nol en Bultje de Bie kunnen malkanders bloed drinken. Overigens zyn ze samen lid van de meeste vereenigingen. „Ik vraag 't woord," requireerde Nolleke, lyk 'nen Officier van Justitie-(-wyd onder de maat). „Hij zeit wat," bromde B. de B. „Hou je bek, haliekriek," adviseerde Nolleke. „Motte my-n-hebben?" vroeg B. de B. vuil. „Jouw??" vroeg Nolleke en hy keek zoo vies of B. de B. plakte: „Jouw?? 'kHeb nog liever de derdedaagsche koorts!" „Kryg ze dan," siste B. B. „Dè, liet ik m'n eigen nie zeggen," zee den Blaauwe verontweerdigd. „Maar ikke-n-ok nie, soode.... (Nolleke han teert gèren groote woorden!) Mee de beste bedoelingen maakte-n-ie z'n eigen gereed veur 'nen sprong over de tafel, maar op 't zelfde moment had Kee van „de Gouwen Koei", die 't spul zag aankomen, Nol leke te grazen by den bojem van z'n broek en ze zee: „Zulde gaan zitten, vatje buskruit; en denken om m'n meubels! Of ik zet oe onderst boven in den spoelbak." Toen probeerde Nolleke, mee z'n oogen, twee gaten deur Kee d'r zielement te boren, maar veur ie er deurhenen was, gaf Kee 'm 'n flèèr om z'n ooren, dat 't allegaar zwiemde. ,,'tls," brieste Nolleke: „Dat ge 'n weerlooze vrouw zyt, maar anderss....l" „Ja?" vroeg Kee lief. „Dan gaf ik oe 'n pak slaag, da-da-da.... dat g'oew buffet veur "n vuurwerk versleet! Kkanalje!" Dat brocht den Fielp op "n idee. 'De rest laat ik zoo, amico; 't staat uitvoe rig in de notulen, dat kunt ge in zoo'n geval aan 't Bie-ke overlatenDus als ge komt, mee de feesten, kunt ge 'r "n schoon stuk lite ratuur op naslaan). „Vuurwerkprevelde den Fielp. "Bult, vraag prijs! In Leiën en in Antwerpen, veur 'n schoon vlamwerk, daverend, kleurig en vol zonnen, meulens, watervallen en begaalsch vuur!" „Kost oe duuzend gulden," zee de Bie, „Dan zonder begaalsch vuur." „Kost 't oe negenhonderdtachtig." „Hapseluut?" De Bie z'n kopke knikte lyk 'n duikelerke. „Dan zonder watervallen!" „Bleft te duur!" „Vraagt dan prijzen veur defrente program ma's!" „Oem," zee den Bult. „Zoo in den koers van 'n onderd gulden." ,|as ik iets zeggen mag," riep den Blaauwe: .Schrap dan ineens royaal 'n pak lucifers af!" „Deerepoort!" antwoordde den Fielp, zon der den Blaauwe te bezien. „Zyn we 't 'r in principiep hover heens, dat 'r zo'n Hink by den hintree van Hulvenout mót staan Zwygen. 'Nen klap van den Fielp z'nen hamer. „Haangenomen! Genotuleerd, Bie?" „Yes!" „Dan, mijne eeren, gaan we nouw hover tot de halgemeene beschouwingen nopens .Noppes," riep Toon van Eggermond, 'n zwa ger van den Joep. .Nopens 't huiterlyk haanzien. Mee gloeiende letters mot 'r geschreven staan...." „Hulven-out mot Hekselsior!" kwekte den Blaauwe. Goedkeurend knikte den Fielp. „Ge aalt me de woorden huit m'nen mond, Blaauwe! Jan Schellekens, gy zyt honzen helectrieker, wilde gij dus veur die hillemenatie zurgen. Horanje- lampen van onderd keers. Ze motten er blind van worren, de feestgangers. De stroom beklasjeneer ik wel mee den bur gemeester." .Honderd keers per stuk?" vroeg den Jan. „Zoo hiets, ja." Den Jan tikte mee z'nen wysvinger teugen z'n veurhoofd. ,Mokt er dan maar twee-onderd van," suste den bakker: „Den stroom Nadrukkelyker vroeg den Jan zonder woor den, of den Fielp 't hier had. Afyn, amico, d'eerepoort is op pampier veur malkaar gekomen. Iedereen hee iets toegezeed te leveren, of lie ver gezeed: den Fielp hee die „toezeggingen" eigens in malkaar gedraaid en laten notuleeren en ons toen arteiyk bedankt veur de spontane medewerking.. Nolleke hee z'n eigen beschikbaar gesteld om 's avonds op de verlichting te passen en „al 't kleine krapuul, dat 'n hand of vinger naar de eerepoort zou uitsteken, den nek om te draaien." By die woorden zag ik naar Kee en in gedach ten wierd die erme Kee op t zelfde oogenblik gemarteld deur dat valsche Nolleke.... allee. Nol kneep er alle leven uit Maar nou mot ik er toch af gaan scheien, want ik zie daar op de klok, dat t tyd is veur.. de vergadering!!! Dus: veul groeten van Trui, Dré III en als alty gin horke minder van oewen t. a. v. DRfi.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 7