Wat de stars verdienen
<3{& veïfiaal wn den dag
De avonturen van Stan en Pol
4 BLONDONA
BRUNETTA
lf LICHT en|
GELUK
DONDERDAG 19 AUGUSTUS 1937
OP HEARST VOLGT
MAE WEST
Greta Garbo blijft een
wandelend mysterie
Een Londensch
„wonder"
Het nieuwe tentoonstellings
gebouw van Earl's Court
3 cuctóê haast -elkaar!
RETRAITES
Retraitehuis Bergen
(bij Alkmaar)
Waarom y j
heb ik NI
niet zulk
stralend
haar?
Él
^aar het
INcelsch
Ne
Njven!"
Shirley Temple had in 1935
reeds een inkomen van
75.000 dollar
Ieder jaar publiceert de Amerikaansche Se
naat de naamlijst der hoogst aangeslagenen
'n de belastingen. De Amerikanen nemen
net noch den Senaat, noch de directie der be-
JSstingen kwalijk, dat zij dergelijke onbescheiden
jnededeelingen doen. Integendeel, menig belas-
nfgbetaler beschouwt heel deze aangelegenheid
ais een aardige reclame.
Ook de bladen in New York publiceeren de
listen van deze rijkaards. Op de eerste plaats
wijkt de naam van den krantenkoning Hearst,
n,e dus blijkbaar het meeste verdient. Dan volgt
filmster Mae West. Met opzet worden deze
namen bijna in één adem genoemd, omdat
terecht van zekere zijde aanmerkingen ge-
Waakt werden op het meer dan lichtzinnig le-
ensgedrag van genoemde filmster. De kranten
jong heeft heel zijn pers gemobiliseerd om het
edbliek te wijzen .op den verkeerden levenswan-
jwi van Mae West, maar blijkbaar heeft het
*itte doek hier de overwinning behaald op de
Want, want ondanks de actie van Hearst heeft
filmster in het afgeloopen jaar toch nog
W°veel successen in verschillende nieuwe films
<W°ogst, en daarbij zóóveel geld verdiend, dat
jjaar naam thans in de lijst der hoogstaan
geslagenen naast dien van den krantenkoning
wijkt. Zwijgen is dikwijls beter dan spreken.
.Wie weet echter of heel deze actie in de pers
Wgen Mae West, niet een doorgestoken kaart is
jjeWeest en gediend heeft als de beste reclame-
Nïpagne die men zich kan indenken? Hearst
O aantoonen, dat hp in het afgeloopen jaar
zuiver inkomen heeft gehad van 500.000
•WUar, terwijl Mae West bewijzen overlegde dat
483.000 dollar had verdiend.
Dan volgen de machthebbers der groot-
Wdustrie, n.l. de Staalkoning C. W. Gutzelt
Wat 400.000 dollar en Sloan, de directeur-gene-
aal van de General Motors, die eveneens 400.000
dollar inkomen heeft.
°ok Mariene Dietrich heeft in het afgeloopen
laar 400.000 dollar verdiend. De Amerikaansche
Waden merken daarbij op, dat men wel wist
"Wt ook deze gevierde filmster 'n aardigen duit
°°r haar optreden voor de camera kreeg, maar
?at zij een inkomen had van 400.000 dollar, lag
klten de lijn der verwachtingen. Hierbij zij op-
jWhierkt dat b.v. de directeur van de Fox-film-
Waatschappij Sheerman in het afgeloopen jaar
Rechts" 375.000 dollar toucheerde, eenzelfde
Wdrag als de onder-directeur van de General
°tors, Mr. Knudsen.
..Be bekende radio-zanger Bing Crosley ver
eende met zijn optreden in totaal 350.000 dollar,
j*r*ijl de directeur van het Woolworth-Waren-
Wks 300.000 dollar kreeg uitbetaald.
Bovengenoemde lijst is natuurlijk bij lange na
Wet volledig,en de cijfers zijn zelfs tamelijk
rWïzijdig, want zij geven slechts de inkomsten
Jjh enkele personen, die een vast salaris hebben.
zullen b.v. tevergeefs naar de namen van
ord of Rockefeller zoeken, die toch ongetwij-
de grootste industrieelen zijn en ook zeker
N Paar slordige duiten verdienen. De zoon van
,°rd is ambtenaar en heeft een salaris van
Wtooo dollar per jaar, terwijl de bekende wa-
JW^fabrikant Du Pont de Nemours slechts
°0.ooo dollar verdient. Doch dit cijfer is niet
jWheel juist, want wat hp op zijn enorm bedrag
N aandeelen in de groote concerns der Wapen-
Odustrle verdient, is bp zijn salaris niet in
grepen.
2eer interessant zijn de cijfers betreffende de
^horaria die de filmsterren uitbetaald krijgen.
6 noemden reeds Mae West, die 483.000 dollar
W Mariene Dietrich die 400.000 dollar opstreken;
ah volgt Gary Cooper met 300.000; Warner
r^fer met 250.000; de Jazz-koning Paul White-
ah met 240.000 dollar De komiek Joe Brown
Wdient 170.000, Stan Laurel 150.000, zijn part
ner
Oliver Hardy daarentegen krijgt veel min-
„W. doch in ieder geval toch ook nog „slechts''
5.000 dollar, Eddie Cantor, Irene Dunn, Paul
jWni ieder 150.000 dollar; Charles Boyer 125.000,
**ed Astaire 120.000; zijn partnerin Ginger Ro-
rrs verdient thans reeds meer, doch in 1935
Weeg Zp nog slechts 75.000 dollar uitbetaald,
ot de artisten die een inkomen van meer dan
°0.oqo hebben, behooren J.an Kiepura, Clau-
Jjtte Colbert, Marion Davies, Kay Francis, Jack
^■kie en Herbert Marshall.
>.En Shirley Temple?" zullen velen wellicht
agen. We gelooven niet dat een kind ooit
eer geld verdiend heeft dan deze kleine, die
w 1935 reeds een inkomen had van 75.000 dollar,
3 het vorig jaar nog belangrijk gestegen is.
s men haar zuiver inkomen beschouwt, verdient
jj' reeds meer dan sterren als Wallace Beery en
N' wat meer dan Adolf Menjou en Dolores
W Rio, die „maar" 50.000 dollar krijgen.
Hoeveel Greta Garbo verdient is nog steeds
een raadsel gebleven. Hoe zij het klaar gespeeld
heeft dat haar naam niet op de lijst der hoogst
aangeslagenen voorkomt is evenmin opgehel
derd. Het wandelend mysterie!
Het feit dat Charley Chaplin niet op de lijst
staat, is verklaarbaar, want hij is tevens film
producent, wiens inkomsten niet gepubliceerd
worden. De bekende regisseur Ernst Lubitsch
verdient 25,0.000 dollar; Frank Borsage 150.000;
Max Reinhardt, die in het tijdsverloop van één
jaar slechts één film vervaardigde (Een Mid
zomernacht-droom) verdiende toch nog 100.000
Mark.
De journalisten Mac Cormick en Jack Lait
krijgen ieder een salaris van 100.000 dollar. Voor
Europeesche journalisten is dit om achterover
te vallen. Er zijn ook ingenieurs en scheikun
digen die salarissen verdienen van 150.000 en
175.000 dollar. De voormalige Amerikaansche ge
zant in Parijs, Strauss, kreeg jaarlijks 120.000
dollar.
Thans, nu de groote lijsten met de namen
der hoogstaangeslagenen gepubliceerd zijn, wor
den er reeds voorspellingen gedaan hoe de lijst
voor het volgende belastingjaar er uit zal zien.
Er worden zelfs weddenschappen afgesloten wie
er wel en wie er niet op zullen prijken, zooals
men trouwens in Amerika overal op kan wed
den, niet alleen op paarden of bokswedstrijden,
maar ook hoe de samenstelling van de Kamer
van Afgevaardigden er in 1938 zal uitzien.
Men kan er van overtuigd zijn, dat een groot
gedeelte van deze rijke menschen doodongeluk
kig is. Ook zal. een gedeelte, dat de centjes
niet bij elkaar houdt, in de goot sterven.
En daarom happen wij maar, zielsgerust en
zonder jalousie (zelfs waar wij van de sala
rissen der journalisten lezen) in ons meege
brachte boterhammetje met kaas, en slurpen
onze goedkoope koffie.
Het grootste gebouw van Londen nadert
zijn voltooiing. Het ligt halverwege
Wembley (vermaard om zijn Stadion en
zijn Empire Swimming Pool) in 't Noorden, en
Sydenham (vermaard om de puinen van het
Crystal Palace) in 't Zuiden, en zal, als het vol
tooid is, onder de „wonderen" van Londen wor
den gerekend.
Het is het nieuwe tentoonstellingsgebouw van
Earl's Court.
Het oude Earl's Court had sinds lang zijn
glorie overleefd, evenals de eenmaal beroemde
Whity City van Shepherd's Bush. Vóór den oor
log 't is vreemd voor hoeveel dingen, die er
niets mee te maken hadden, de oorlog een keer
punt geweest is waren Shepherd's Bush en
Earl's Court groote middelpunten van vermaak.
Er werden elke season tentoonstellingen gehou
den, die honderdduizenden menschen lokten,
want behalve het bezienswaardige dat daar te
aanschouwen was, werden den bezoekers ook
op groote schaal die kermisachtige .vermaken
geboden, welke tentoonstellingen nu eenmaal
plegen op te luisteren, en die dertig jaren ge
leden misschien nog meer in trek waren dan in
den tegenwoordigen tijd. De „Giant Flappers"
van Shepherd's Bush, reusachtige hefboomen,
die de menschen honderd of meer meters boven
den grond hieven en het „Groote Wiel" van
Earl's Court waren attracties van den eersten
rang. Avond aan avond werd feest gevierd op
de tentoonstellingsterreinen, zooals het Lon
den van Edward VII, rijk, levenslustig en onbe
zorgd, feestvieren kon. De tentoonstellingen in
Earl's Court waren jaar op jaar gewijd aan een
Kerk op den akker
of andere vreemde natie: Frankrijk, Italië, Oos
tenrijk, Hongarije, ,,'t Gouden Westen van Ame
rika", en deden tienduizenden vreemdelingen
naar Londen stroomen.
Na den oorlog ontstond niet alleen uiterlijk
maar ook innerlijk een ander Londen, dat veel
van wat onder Edward VII gehuldigd was, ver
loochende. Earl's Court en Shepherd's Bush
werden nog wel voor het houden van tentoon
stellingen gebruikt, maar de glans was van die
een zoo bewonderde gebouwen verdwenen. De
vermaken van 't volk waren ook andere gewor
den. De feeststemming, zoo uitbundig nog om
streeks 1908, was van Shepherd's Bush en
Earl's Court geweken; de geweldige Rijksten
toonstelling van 1924—1925 trok de honderddui
zenden naar Wembley, in het Noorden van
Londen, en zelfs ouderen, wier hart nog klopte
bij de herinneringen aan den tijd waarin Earl's
Court bloeide, moesten erkennen dat wat toen
zoo hooglijk bewonderd was, lang had opge
houden aan de eischen van een later geslacht
te voldoen.
Het nieuwe Earl's Court, dat wel aan die
eischen voldoen zou, verrees in den loop der
laatste twaalf maanden, terwijl millioenen
Londenaars niet of ternauwernood wisten welke
geweldige arbeid in het Westen der stad uitge
voerd werd. Het is een van de gevolgen van
Londens onmetelijke uitgestrektheid, dat on
telbare groote gebouwen opgericht worden zon
der dat de overgroote meerderheid der bevol
king hiervan iets gewaar wordt.
Het tentoonstellingsgebouw, dat thans zijn
voltooiing nadert, beslaat een oppervlakte van
twaalf acres, hetgeen wil zeggen dat het aan
zienlijk meer ruimte inneemt dan de St. Pie
terskerk te Rome en het Paleis van Justitie te
Brussel te zamen. Komt men aan het onder-
grondsche station van Earl's Court aan, dan
bereikt men het inwendige van het gebouw per
bewegende trap. Loopt men het gebouw door,
dan bereikt men den ingang van een onder-
grondsch station, dat van West Brompton, het
geen dus wil zeggen, dat het zich uitstrekt tus-
schen twee stations van den ondergrondschen
spoorweg. Wandelt men aldus van het eene
station naar het andere, dan doorschrijdt men
de eene groote hall na de andere; men gaat
langs een der grootste overdekte zwembassins,
die ooit zijn aangelegd en bovendien door drie
machtige feestzalen. Dit alles onder één en 't
zelfde dak.
Het zwembassin zal 214 millioen gallons wa
ter bevatten maar lijkt ondanks zijn indrukwek
kende afmetingen klein in die zaal, die zit
plaatsen bevat voor 23000 personen. De bodem
van het bassin kan opgevoerd worden tot de
hoogte van den vloer der hall, wanneer deze
voor andere doeleinden, zooals tentoonstellingen,
dienst moet doen. De 23.000 zetels zijn alle
voorzien van kleine wielen en kunnen in en
kele minuten tijds naar een ander deel van
het gebouw overgebracht worden.
De benedenverdieping van het gebouw rust op
duizend zuilen.
Ruim 3000 arbeiders hebben thans twaalf
maanden lang aan het geweldige gebouw ge
werkt. 2000 ton staal en 28.000 kubieke yards
beton drukken thans op de vier tunnels van
den ondergrondschen spoorweg, die onder
Earls' Court doorloopen.
Indien een,auto bezig is een voor
hem rijdende andere auto In te
halen mag men dit voertuigen-
paar niet voorbijrijden, dus:
nooit drie auto's naast elkaar.
Fridolin had een pracht van een tea-room
in het hart van de „city." De city was
één dier groote, flinke provinciesteden,
waar juist nog iedereen bijna iedereen kent en
waar „men" zóó begaan is met andermans leed
en zich zóó verheugt in andermans welvaren,
zoolang „anderman" aanwezig is.
Fridolin kende de vrouwen en zijn vak, hij
had roddelen met slagroom en thee allerhan-
digst weten te combineeren en daardoor was
zijn zaak een bij uitstek gezochte gelegenheid
om de nieuwste schandaaltjes te bespreken en
uit te vinden. Hoe meer er gesproken werd,
des te droger werden de lippen en hoe meer
thee er daarom gedronken werd, des te beter
smaakte daarbij een gebakje „voor het oog van
de vriendinnen". Niet in het minst floreerde
Fridolin's tea-room, omdat madame een vol
maakte aanbeveling was voor alle heerlijkhe
den, welke haar man met kunstenaarshanden
in zijn bakkerij vervaardigde.
Madame Fridolin voerde de kassa met de on
geëvenaarde zelfverzekerdheid van een matro
ne. Madame vond tevens gelegenheid op de
meest duidelijke wijze vanaf den hoogen stoel
voor de kassa haar schepter over het geheele
bedrijf te zwaaien en zich tegelijk te onderhou
den met de cliënteele, die in haar geheel tot
haar intieme vriendinnen scheen te behooren.
Madame Fridolin droeg kleeren van een be
nijdenswaardige kwaliteit, doch tot grootst
genoegen van al die vriendinnen voldeed
geen enkel van haar costumes. Want madame
Fridolin mocht men zonder overdrijving vet
noemen. Doch madame zag het niet of bemerk
te het niet, zij meende zichzelf een elegante
verschijning als „gezette" vrouw en de vrien
dinnen genoten er van voor zichzelf en be
wonderden haar in het openbaar.
Niettegenstaande dit alles bleef madame Fri
dolin een „vrouw als iedere vrouw", zooals een
onverantwoorde spreekwijs wil, en ook madame
Fridolin beantwoordde aan de raadselachtige
duidelijkheid daarvan. Het duurde wel lang,
doch tenslotte greep ook haar de manie van
de slanke lijn. Toen die gedachte eenmaal in
haar gegroeid was tot een verlangen, begon ook
in haar alle specifiek vrouwelijke sluwheid op
hoogspanning te werken. Daar madame de
kuur niet „in het bedrijf" aandurfde, werd ze
ziek en vanzelfsprekend schreef de huisdokter
een rust-kuur-buitenshuis voor.
Als madame Fridolin na drie maanden terug
keerde, was zij slanker dan de cassière, die Fri
dolin in haar plaats had aangesteld en er ont
stond een révolte onder de vriendinnen. De iet
wat ruimige plooien in haar gelaat had maSa-
me Fridolin voortreffelijk weggeschminkt, haar
japon zat onberispelijk en wanneer zij niet liep,
was madame een buitengewone verschijning.
Fridolin zag dit alles met een vagen angst,
die vervormde tot verontwaardiging als hij zijn
vrouw tot haar vriendinnen hoorde zeggen, dat
zij haar lijn behouden zou, zelfs ten koste van
het fijnste gebak van haar echtgenoot, want ze
wist bij ervaring, hoe verderfelijk cakes en slag
room waren voor de moderne figuur. De vrien
dinnen waren dat roerend met haar eens en
langzaam begon de cliënteele weg te blijven, om
dat „slagroom" zoo dik maakt. Madame kon
het zich indenken, doch Fridolin begreep, dat
het uit afgunst was, dat de vriendinnen zijn
zaak gingen mijden.
De magerte van madame Fridolin was de oor
zaak, dat het in alle opzichten vroeger zoo
welvarend paar thans de eerste woordenwisse
lingen kreeg sinds zijn huwelijksdag; zij wer
den beiden steeds meer humeurig en minder
verdraagzaam.
Toen kreeg Fridolin de reddende gedachte en
hij sloeg enkele slagroomgebakjes door elkaar
uit kwaadheid, dat hij. niet eerder op die stom-
eenvoudige idee gekomen was.
Met opmerkelijk weinig moeite vond Fridolin
een drietal der meest gevreesde vriendinnen be
reid op uitnoodiglng van den eigenaar een mid
dag gratis te komen thee drinken in zijn salon,
wanneer zij dat in de onmiddellijke nabijheid
der kassa zich lieten serveeren.
Madame Fridolin genoot er van juist deze
Het was erg stil op straat en er liepen geen menschen. Pol Wat waren ze blij dat ze elkander weer zagen. Stan had
keek eens rond of hij Stan ook zag en ja hoor, vlak by het zich al een beetje ongerust gemaakt over het uitblijven van
ziekenhuis zat zijn kleine vriend op den stoep van een huis zijn vriendje. De vreugde van het weerzien was erg groot en
geduldig te wachten. Pol had heel wat te vertellen.
Toen Pol alles had verteld zei Stan: „Wat zullen we nu gaan
doen?" Ik weet wat, zei Pol. De muis die ik in de oude doos
ontmoette, vertelde me dat er pas een paar kleintjes waren
geboren bij de familie van Knabbelen. Die wil ik wel eens zien.
Samen togen ze naar het huis van de familie van Knabbelen.
drie vriendinnen zoo nabij zich te zien en zij
groette haar uiterst hartelijk. Na eenige conver
satie hoorde echter madame een op fluis
terenden toon, doch voor haar vrouwenooren
volkomen verstaanbaar gevoerd gesprek aan,
waardoor een hoogrood onder de poeder op
haar magere wangen te voorschijn kwam. Zij
wilde wegvluchten, doch zij kón niet, zij moest
luisteren naar hetgeen die vrouwen over haar,
over haar figuur zeiden. Madame Fridolin voel
de zich machteloos; wat zij hoorde, kon haar
niet in woede doen losbarsten en een scène
veroorzaken. Het was alles zoo afschuwelijk
openhartig, zoo pijnlijk waar, dat de arme ma
dame Fridolin, de onbeteekenende schaduw van
de vroegere matrone, thans volkomen in het
niet geloofde te verzinken. Haar vriendinnen
wisten zóó geraffineerd al haar dwaas toege
ven aan modegrilligheid naar voren te brengen
en tegelijk haar
thans erbarme
lijke verschijning Yatl 71pf
zoo onweerlegbaar L
juist uit te schil- -
deren, dat mada- i tOt 7flO§Cf
me haar schoon
ste droomen zag
verdwijnen als een natte spons het krijt op een
lei wegwischt.
Opeens hoorden de dames achter zich een
gilletje, kort en afgebroken; de stoel bij de
kassa verschoof, een val hoorde men niet, daar
madame Fridolin er te licht van gewicht voor
was. Zij was tegen den rand van de kassa
gegleden, doodsbleek en bewusteloos werd ze
door Fridolin weggedragen. Vanzelfsprekend
schreef de huisarts een rust-kuur-buitenshuis
voor.
Drie maanden later keerde de voor-vorige
madame Fridolin met zware passen en schom
melende bewegingen in de kassa van de tea
room terug. Het was of er aan de vroegere ma
trone niets veranderd was, zelfs of ze eigenlijk
nooit was weg geweest.
Fridolin glimlachte voldaan, de cliënteele
keerde terug, de zaak marcheerde als nooit te
voren en madame Fridolin was weer de levende
en beste reclame voor Fridolin's prachtzaak in
het hart van de „city."
(Nadruk verboden)
AUGUSTUS
2124 Aug. Mannen, A'dam St. Ignatiusclub
II en anderen.
24—27 Aug. Congreganisten (Meisjes), Den
leider en anderen.
2831 Aug. Heeren, A'dam H. Rita en ande
ren.
SEPTEMBER
Zaterdag 1114 H. Fam. afd. Mannen, O. L.
Vr. van Altijdd. Bijst. en ande
ren, f 6.50.
Dinsdag 1417 Meisjes boven 17 j„ f6.50.
taterdag 1821 Militieplichtigen, f 6.50.
Dinsdag 21—24 Gehuwde Dames, Haarlem, O.
L. Vr. v. d. Rozenkrans en an
deren, f6.50.
■HÏjÉÉi
Dit zult U zich meermalen afgevraagd
hebben, wanneer U zag, dat zovele vrou
wen fraai glanzend haar bezitten, terwijl
het Uwe dood en glansloos blijft. Toch is
de oplossing hiervan eenvoudig. U hebt
niets anders te doen dan de ouderwetse
haarwasmethoden vaarwel te zeggen en
Uw haar in het vervolg te verzorgen met
Blondona of Brunetta-Dezemoderne haar
wasmiddelen zijn absoluut aikalivrij, wat
de zo gevreesde witte neerslag op het
haar voorkomt en elke tijdrovende nabe
handeling overbodig maakt. Blondona is
het enige haarwasmiddel, dat Kamilloflor
bevat, het beroemde, natuurlijke middel
voor het „blonder maken" van blond haar,
terwijl alleen Brunetta het zuiver plantaar
dige preparaat Hequil bevat, dat donker
haar een prachtige, diepe glans geeft.
WAARBORGEN VOLMAAKTE
HAARVERZORGING
YH (66:0101
AT I T A D/^MTVTU 'C! op dit blad zijn Ingevolge de verzekenngsvoorwaarden tegen U *T CH bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door P *7^0 bij een ongevalmet p 25Ö."
C\l .1 ,r. M nl^/jAI 1^| jj ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen verlies van belde armen, beide beenen of beide oogen A doodelijken afloop 6611 Toe' ®0®'
AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTENGESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
12
"H ziet er ook wat moe uit. Maar u moet toch
g èèn ding voor mij spelen; iets met een be-
kjMde melodie er in. 't Hoeft ook volstrekt geen
assiek stuk te zijn: Handel of Mozart gaan mij
te hoog!"
^Zonder iets hierop te zeggen, begon Evelyn het
jjj®19 van een van Mozarts meest geliefde
date's en toen zij ophield, zei hij goedkeurend:
"Bat is heel mooi!"
•^Ziet u, dus ik heb u toch bekeerd! Ja, die
Mozart kon ook nog wel melodieën
.»l!
met zoo'n beslist gebaar sloot zij toen de
lN°> dat George er niet meer over dacht, haar
der tot spelen aan te zetten.
HOOFDSTUK X
onderen dag wist George Illingworth het een
ït. ander excuus je te verzinnen, om zich op
V>a vertoonen en in den regel zag hij het
dap wel heen te sturen, dat hij een uitnoodi-
hvj5 kreeg, om voor den avond te blijven. Zoo
dan maakte hij wal eens een ritje met twee
van de meisjes en meestal met Evelyn en Grace.
Zoo zouden zij zich juist op weg begeven, op een
zeer warmen achtermiddag, vroeg in April, toen
Rosamond uit de schuur geloopen kwam en in
groote opgewondenheid riep:
„Tiddley heeft zijn „regenbeen" gevonden!"
George tuurde naar den strak-blauwen hemel
en zei:
„Als Tiddly kans ziet, regen te voorschijn te
tooveren uit deze lucht, dan zal ik voor altijd in
hem gelooven."
„Tiddly is een oude grappenmaker," zei Evelyn
en liet zich, licht als een veer, door George in
het zadel helpen. „De kinderen hechten nog
altijd aan hem, zélfs Grace, maar ik heb al te
dikwijls gezien, dat hij faalde."
„Ik zal niet zeggen, dat ik geloof sla aan zijn
„regenbeen", zei Grace, „maar ik weet zeker, dat
hij een uitstekende weerprofeet is."
„Zij hebben kenteekenen, waarvan wij niets
weten," gaf George toe. „Maar voor mijn part
blijft de regen nog wat uit."
„Dan moet u wel een monster van zelfzucht
wezen!" zei Evelyn, met een blik, die de hardheid
van deze bewering eenigszins matigde. „Ik zie
mijn vader steeds bezorgder kijken en denkt u
niet, dat het verschrikkelijk is, als je de dieren
zoo van dorst moet zien bezwijken?"
„Wees u maar niet te boos op mij voor een
enkel onbedachtzaam woord. Voor uw vader zou
ik wel willen, dat de regen met emmers uit de
lucht werd gegoten, maar als er maar een drup
peltje regen viel op het eiland, dan zouden mijn
kameraden zeker weg willen."
«Als wij een zwaren regenval kregen, dan zou
u niet kunnen blijven kampeeren, want dan
zouden de tenten onderloopen en zou u in door
weekte dekens moeten slapen en rheumatische
koortsen kunnen opdoen en van allerlei ver
schrikkingen!"
„In dit klimaat toch niet. En, als het dan zoo
moest wezen, nü dan zou ik het nog niet zoo
heel erg vinden, als ik maar op Iriya kon ver
pleegd worden."
Evelyn lachte.
„Ik denk, dat wij allen, u liever in gezondheid,
dan in ziekte hier hebben! Maar laten wij nu wat
vlugger rijden!"
Een uur later waren zij dus een heel eind van
het huis af en opeens verscheen het hoofd van
Tiddly tusschen de heg, dicht bij de plek, waar
dokter Underwood en Anthony Stogdale bezig
waren, een hok te timmeren voor een paar
prachtige rashoenders, die het bijzonder eigen
dom waren van Grace. Zijn donkere oogen en
zijn witte tanden schitterden om het hardst.
„Hebt u ook een shilling voor mij, dokter?"
begon hij op zangerig-bedelenden toon, die ge
heel in tegenspraak was met het zegevierende
van zijn uiterlijk.
Dokter Underwood stond op uit zijn gebukte
houding en moest zich verscheidene malen het
gelaat afwisschen, zóó warm had hij het.
„Wel, Tiddly, wat zou je doen met een
shilling?"
„Ik heb mijn „regenbeen" teruggevonden. Als
u mij nu een shilling geeft, zult u eens zien,
hoe gauw er een bui komt! Maar krijg ik er
géén, dan drijft de bui over."
En nog heel veel zei Tïddly er bij, steeds op
dien zeurig-bedelenden toon, dat de dokter ten
slotte, om van hem af te komen, hem een shil
ling toewierp.
Nóg waren de heeren met het kippenhok bezig,
toen zij een donderslag vernamen, maar de lucht
was nog onbewolkt en van een diep, donker
blauw, dat een troosteloozen blik biedt aan
degenen, die zoo innigverlangend naar regen uit
kijken.
Eer zij nog uit den hoenderhof waren, volgde
een lange, ratelende slag, die alle ruiten in huis
deden rinkelen en dreunen.
In een ommezien stond de lucht nu donker en
dreigend, terwijl in noord-oostelijke richting,
boven den heuvel, een lange, scherpe wolk
oprees, in den vorm van een vinger, die zijwaarts
wees; even later steeg et onder nog een op en
ten slotte vereenigden die beide zich tot een
massief gevaarte, dat alleronheilspellendst
samenpakte.
Tegen den tijd, dat de drie ruiters het huis
weer bereikt hadden, huilde er een stormwind
tusschen de toppen van de boomen en sloegen
de hagelsteenen, met sissend geluid, op den
warmen grond.
„O, kinderen, wat ben ik dankbaar, dat wij je
weer veilig en wel thuis zien!" riep Mrs. Under
wood.
„Evelyn had nog nooit onze groote hagel
steenen gezien," zei Grace. „Vóór we hier
kwamen, moet het gegalvaniseerd ijzer op het
dak van den stal bij een dergelijke gelegenheid
doorboord zijn. De steenen waren toen zóó groot,
dat één voldoende was, om een mensch te
dooden."
„Kom, hoe kan dat nu?" riep Evelyn onge-
loovig.
Mrs. Underwood, die de stem van haar man
hoorde, ging naar de hall, hem tegemoet.
„Ja, ik kon dat nu niet zoo zeggen, waar
moeder bij was," ging Grace voort, „maar dien
vorigen keer moeten er ook twee kinderen doode-
Hjk getroffen zijn door den hagel, juist op dien
heuveltop, waar wij vandaan komen."
„Ik had geen idéé, dat de hagel zóó gevaarlijk
kon zijn," meende Evelyn.
„En al is iets ook bij lange na niet zoo ge
vaarlijk, dan moet je er je nu toch voor ontzien,"
zei Grace weer, met dien overtuigenden ernst,
die zoo zeldzaam is in een jong ding. „Want je
moet bedenken, dat je ook aan iemand anders
toebehoort."
„Ja, is wel zoo," zei Evelyn ongeduldig,
„maar herinner mij nu daar maar niet aan."
„Waaróm niet?" vroeg Grace met vlammenden
blik en bleek van verontwaardiging.
„Wel omdat...."
Maar verder kwam zij niet, want de gong ging
en de meisjes moesten zich nog verkleeden.
Misschien dat er een ommezien een gedachte bij
Evelyn opflitste, die zy het volgend oogenblik
weer terugdrong.
Ze kleedde zich in een oude jurk, die haar
schoonheid echter nog ééns zoozeer deed uit
komen.
In de hall stond een groepje van drie:
Mrs. en Mr. Underwood en Sir George te luiste
ren naar het vallen van den regen, dat een ieder
als de schoonste muziek in de ooren klonk.
„Nu, Tiddly, heeft ditmaal zijn shilling wel
verdiend," zei Anthony.
Aan de thee werd er weinig gesproken, be
halve dan door George, die niet genoegzaam
den zegen van dien regenval kon bevroeden.
Anthony Stogdale had Mary niet meer alleen
gesproken, sinds dien keer, dat zij hem beleedigd
had door gebruik te maken van George's dien
sten en hij die halve bedreiging had uitgespro
ken, dat hij maar weer naar de wildernis zou
terugkeeren. Zij had niet èèns zijn kant meer
uitgekeken; maar toevallig ontmoetten hun
oogen elkaar toch èèn keer gedurende den maal
tijd en het leek hem, dat zij even gewoon en
vriendelijk keek, als.... vóór hij zich zoo gek
had aangesteld, zooals hij het nu bij zichzelf
noemde. Intusschen voelde hij er zich veel door
verlicht en voor het eerst sinds dat „gekibbel"
richtte hij een vraag tot haar.
„Hoe komt het, dat u vandaag niet gereden
heeft, Miss Underwood? U is in geen drie dagen
uit geweest."
„In plaats daarvan ben ik 's avonds gegaan.
Op den middag vind ik de zon te warm"
„Uw zuster schijnt niet veel voor de gezellig
heid te voelen, Miss Grace," zei Anthony. „Zij
wil haar genot niet deelen met een van ons."
„Soms gaat niets boven het genot van alleen
zijn," antwoordde de philosophe. ,Jk geloof ook,
dat zü de gezelligheid zoo weinig op prijs stelt,
maar soms heeft je heele machinerie eens rust
noodig"
{Wordt vervolg®
1