Wat de stars verdienen <3{& veïfiaal wn den dag De avonturen van Stan en Pol 4 BLONDONA BRUNETTA lf LICHT en| GELUK DONDERDAG 19 AUGUSTUS 1937 OP HEARST VOLGT MAE WEST Greta Garbo blijft een wandelend mysterie Een Londensch „wonder" Het nieuwe tentoonstellings gebouw van Earl's Court 3 cuctóê haast -elkaar! RETRAITES Retraitehuis Bergen (bij Alkmaar) Waarom y j heb ik NI niet zulk stralend haar? Él ^aar het INcelsch Ne Njven!" Shirley Temple had in 1935 reeds een inkomen van 75.000 dollar Ieder jaar publiceert de Amerikaansche Se naat de naamlijst der hoogst aangeslagenen 'n de belastingen. De Amerikanen nemen net noch den Senaat, noch de directie der be- JSstingen kwalijk, dat zij dergelijke onbescheiden jnededeelingen doen. Integendeel, menig belas- nfgbetaler beschouwt heel deze aangelegenheid ais een aardige reclame. Ook de bladen in New York publiceeren de listen van deze rijkaards. Op de eerste plaats wijkt de naam van den krantenkoning Hearst, n,e dus blijkbaar het meeste verdient. Dan volgt filmster Mae West. Met opzet worden deze namen bijna in één adem genoemd, omdat terecht van zekere zijde aanmerkingen ge- Waakt werden op het meer dan lichtzinnig le- ensgedrag van genoemde filmster. De kranten jong heeft heel zijn pers gemobiliseerd om het edbliek te wijzen .op den verkeerden levenswan- jwi van Mae West, maar blijkbaar heeft het *itte doek hier de overwinning behaald op de Want, want ondanks de actie van Hearst heeft filmster in het afgeloopen jaar toch nog W°veel successen in verschillende nieuwe films <W°ogst, en daarbij zóóveel geld verdiend, dat jjaar naam thans in de lijst der hoogstaan geslagenen naast dien van den krantenkoning wijkt. Zwijgen is dikwijls beter dan spreken. .Wie weet echter of heel deze actie in de pers Wgen Mae West, niet een doorgestoken kaart is jjeWeest en gediend heeft als de beste reclame- Nïpagne die men zich kan indenken? Hearst O aantoonen, dat hp in het afgeloopen jaar zuiver inkomen heeft gehad van 500.000 •WUar, terwijl Mae West bewijzen overlegde dat 483.000 dollar had verdiend. Dan volgen de machthebbers der groot- Wdustrie, n.l. de Staalkoning C. W. Gutzelt Wat 400.000 dollar en Sloan, de directeur-gene- aal van de General Motors, die eveneens 400.000 dollar inkomen heeft. °ok Mariene Dietrich heeft in het afgeloopen laar 400.000 dollar verdiend. De Amerikaansche Waden merken daarbij op, dat men wel wist "Wt ook deze gevierde filmster 'n aardigen duit °°r haar optreden voor de camera kreeg, maar ?at zij een inkomen had van 400.000 dollar, lag klten de lijn der verwachtingen. Hierbij zij op- jWhierkt dat b.v. de directeur van de Fox-film- Waatschappij Sheerman in het afgeloopen jaar Rechts" 375.000 dollar toucheerde, eenzelfde Wdrag als de onder-directeur van de General °tors, Mr. Knudsen. ..Be bekende radio-zanger Bing Crosley ver eende met zijn optreden in totaal 350.000 dollar, j*r*ijl de directeur van het Woolworth-Waren- Wks 300.000 dollar kreeg uitbetaald. Bovengenoemde lijst is natuurlijk bij lange na Wet volledig,en de cijfers zijn zelfs tamelijk rWïzijdig, want zij geven slechts de inkomsten Jjh enkele personen, die een vast salaris hebben. zullen b.v. tevergeefs naar de namen van ord of Rockefeller zoeken, die toch ongetwij- de grootste industrieelen zijn en ook zeker N Paar slordige duiten verdienen. De zoon van ,°rd is ambtenaar en heeft een salaris van Wtooo dollar per jaar, terwijl de bekende wa- JW^fabrikant Du Pont de Nemours slechts °0.ooo dollar verdient. Doch dit cijfer is niet jWheel juist, want wat hp op zijn enorm bedrag N aandeelen in de groote concerns der Wapen- Odustrle verdient, is bp zijn salaris niet in grepen. 2eer interessant zijn de cijfers betreffende de ^horaria die de filmsterren uitbetaald krijgen. 6 noemden reeds Mae West, die 483.000 dollar W Mariene Dietrich die 400.000 dollar opstreken; ah volgt Gary Cooper met 300.000; Warner r^fer met 250.000; de Jazz-koning Paul White- ah met 240.000 dollar De komiek Joe Brown Wdient 170.000, Stan Laurel 150.000, zijn part ner Oliver Hardy daarentegen krijgt veel min- „W. doch in ieder geval toch ook nog „slechts'' 5.000 dollar, Eddie Cantor, Irene Dunn, Paul jWni ieder 150.000 dollar; Charles Boyer 125.000, **ed Astaire 120.000; zijn partnerin Ginger Ro- rrs verdient thans reeds meer, doch in 1935 Weeg Zp nog slechts 75.000 dollar uitbetaald, ot de artisten die een inkomen van meer dan °0.oqo hebben, behooren J.an Kiepura, Clau- Jjtte Colbert, Marion Davies, Kay Francis, Jack ^■kie en Herbert Marshall. >.En Shirley Temple?" zullen velen wellicht agen. We gelooven niet dat een kind ooit eer geld verdiend heeft dan deze kleine, die w 1935 reeds een inkomen had van 75.000 dollar, 3 het vorig jaar nog belangrijk gestegen is. s men haar zuiver inkomen beschouwt, verdient jj' reeds meer dan sterren als Wallace Beery en N' wat meer dan Adolf Menjou en Dolores W Rio, die „maar" 50.000 dollar krijgen. Hoeveel Greta Garbo verdient is nog steeds een raadsel gebleven. Hoe zij het klaar gespeeld heeft dat haar naam niet op de lijst der hoogst aangeslagenen voorkomt is evenmin opgehel derd. Het wandelend mysterie! Het feit dat Charley Chaplin niet op de lijst staat, is verklaarbaar, want hij is tevens film producent, wiens inkomsten niet gepubliceerd worden. De bekende regisseur Ernst Lubitsch verdient 25,0.000 dollar; Frank Borsage 150.000; Max Reinhardt, die in het tijdsverloop van één jaar slechts één film vervaardigde (Een Mid zomernacht-droom) verdiende toch nog 100.000 Mark. De journalisten Mac Cormick en Jack Lait krijgen ieder een salaris van 100.000 dollar. Voor Europeesche journalisten is dit om achterover te vallen. Er zijn ook ingenieurs en scheikun digen die salarissen verdienen van 150.000 en 175.000 dollar. De voormalige Amerikaansche ge zant in Parijs, Strauss, kreeg jaarlijks 120.000 dollar. Thans, nu de groote lijsten met de namen der hoogstaangeslagenen gepubliceerd zijn, wor den er reeds voorspellingen gedaan hoe de lijst voor het volgende belastingjaar er uit zal zien. Er worden zelfs weddenschappen afgesloten wie er wel en wie er niet op zullen prijken, zooals men trouwens in Amerika overal op kan wed den, niet alleen op paarden of bokswedstrijden, maar ook hoe de samenstelling van de Kamer van Afgevaardigden er in 1938 zal uitzien. Men kan er van overtuigd zijn, dat een groot gedeelte van deze rijke menschen doodongeluk kig is. Ook zal. een gedeelte, dat de centjes niet bij elkaar houdt, in de goot sterven. En daarom happen wij maar, zielsgerust en zonder jalousie (zelfs waar wij van de sala rissen der journalisten lezen) in ons meege brachte boterhammetje met kaas, en slurpen onze goedkoope koffie. Het grootste gebouw van Londen nadert zijn voltooiing. Het ligt halverwege Wembley (vermaard om zijn Stadion en zijn Empire Swimming Pool) in 't Noorden, en Sydenham (vermaard om de puinen van het Crystal Palace) in 't Zuiden, en zal, als het vol tooid is, onder de „wonderen" van Londen wor den gerekend. Het is het nieuwe tentoonstellingsgebouw van Earl's Court. Het oude Earl's Court had sinds lang zijn glorie overleefd, evenals de eenmaal beroemde Whity City van Shepherd's Bush. Vóór den oor log 't is vreemd voor hoeveel dingen, die er niets mee te maken hadden, de oorlog een keer punt geweest is waren Shepherd's Bush en Earl's Court groote middelpunten van vermaak. Er werden elke season tentoonstellingen gehou den, die honderdduizenden menschen lokten, want behalve het bezienswaardige dat daar te aanschouwen was, werden den bezoekers ook op groote schaal die kermisachtige .vermaken geboden, welke tentoonstellingen nu eenmaal plegen op te luisteren, en die dertig jaren ge leden misschien nog meer in trek waren dan in den tegenwoordigen tijd. De „Giant Flappers" van Shepherd's Bush, reusachtige hefboomen, die de menschen honderd of meer meters boven den grond hieven en het „Groote Wiel" van Earl's Court waren attracties van den eersten rang. Avond aan avond werd feest gevierd op de tentoonstellingsterreinen, zooals het Lon den van Edward VII, rijk, levenslustig en onbe zorgd, feestvieren kon. De tentoonstellingen in Earl's Court waren jaar op jaar gewijd aan een Kerk op den akker of andere vreemde natie: Frankrijk, Italië, Oos tenrijk, Hongarije, ,,'t Gouden Westen van Ame rika", en deden tienduizenden vreemdelingen naar Londen stroomen. Na den oorlog ontstond niet alleen uiterlijk maar ook innerlijk een ander Londen, dat veel van wat onder Edward VII gehuldigd was, ver loochende. Earl's Court en Shepherd's Bush werden nog wel voor het houden van tentoon stellingen gebruikt, maar de glans was van die een zoo bewonderde gebouwen verdwenen. De vermaken van 't volk waren ook andere gewor den. De feeststemming, zoo uitbundig nog om streeks 1908, was van Shepherd's Bush en Earl's Court geweken; de geweldige Rijksten toonstelling van 1924—1925 trok de honderddui zenden naar Wembley, in het Noorden van Londen, en zelfs ouderen, wier hart nog klopte bij de herinneringen aan den tijd waarin Earl's Court bloeide, moesten erkennen dat wat toen zoo hooglijk bewonderd was, lang had opge houden aan de eischen van een later geslacht te voldoen. Het nieuwe Earl's Court, dat wel aan die eischen voldoen zou, verrees in den loop der laatste twaalf maanden, terwijl millioenen Londenaars niet of ternauwernood wisten welke geweldige arbeid in het Westen der stad uitge voerd werd. Het is een van de gevolgen van Londens onmetelijke uitgestrektheid, dat on telbare groote gebouwen opgericht worden zon der dat de overgroote meerderheid der bevol king hiervan iets gewaar wordt. Het tentoonstellingsgebouw, dat thans zijn voltooiing nadert, beslaat een oppervlakte van twaalf acres, hetgeen wil zeggen dat het aan zienlijk meer ruimte inneemt dan de St. Pie terskerk te Rome en het Paleis van Justitie te Brussel te zamen. Komt men aan het onder- grondsche station van Earl's Court aan, dan bereikt men het inwendige van het gebouw per bewegende trap. Loopt men het gebouw door, dan bereikt men den ingang van een onder- grondsch station, dat van West Brompton, het geen dus wil zeggen, dat het zich uitstrekt tus- schen twee stations van den ondergrondschen spoorweg. Wandelt men aldus van het eene station naar het andere, dan doorschrijdt men de eene groote hall na de andere; men gaat langs een der grootste overdekte zwembassins, die ooit zijn aangelegd en bovendien door drie machtige feestzalen. Dit alles onder één en 't zelfde dak. Het zwembassin zal 214 millioen gallons wa ter bevatten maar lijkt ondanks zijn indrukwek kende afmetingen klein in die zaal, die zit plaatsen bevat voor 23000 personen. De bodem van het bassin kan opgevoerd worden tot de hoogte van den vloer der hall, wanneer deze voor andere doeleinden, zooals tentoonstellingen, dienst moet doen. De 23.000 zetels zijn alle voorzien van kleine wielen en kunnen in en kele minuten tijds naar een ander deel van het gebouw overgebracht worden. De benedenverdieping van het gebouw rust op duizend zuilen. Ruim 3000 arbeiders hebben thans twaalf maanden lang aan het geweldige gebouw ge werkt. 2000 ton staal en 28.000 kubieke yards beton drukken thans op de vier tunnels van den ondergrondschen spoorweg, die onder Earls' Court doorloopen. Indien een,auto bezig is een voor hem rijdende andere auto In te halen mag men dit voertuigen- paar niet voorbijrijden, dus: nooit drie auto's naast elkaar. Fridolin had een pracht van een tea-room in het hart van de „city." De city was één dier groote, flinke provinciesteden, waar juist nog iedereen bijna iedereen kent en waar „men" zóó begaan is met andermans leed en zich zóó verheugt in andermans welvaren, zoolang „anderman" aanwezig is. Fridolin kende de vrouwen en zijn vak, hij had roddelen met slagroom en thee allerhan- digst weten te combineeren en daardoor was zijn zaak een bij uitstek gezochte gelegenheid om de nieuwste schandaaltjes te bespreken en uit te vinden. Hoe meer er gesproken werd, des te droger werden de lippen en hoe meer thee er daarom gedronken werd, des te beter smaakte daarbij een gebakje „voor het oog van de vriendinnen". Niet in het minst floreerde Fridolin's tea-room, omdat madame een vol maakte aanbeveling was voor alle heerlijkhe den, welke haar man met kunstenaarshanden in zijn bakkerij vervaardigde. Madame Fridolin voerde de kassa met de on geëvenaarde zelfverzekerdheid van een matro ne. Madame vond tevens gelegenheid op de meest duidelijke wijze vanaf den hoogen stoel voor de kassa haar schepter over het geheele bedrijf te zwaaien en zich tegelijk te onderhou den met de cliënteele, die in haar geheel tot haar intieme vriendinnen scheen te behooren. Madame Fridolin droeg kleeren van een be nijdenswaardige kwaliteit, doch tot grootst genoegen van al die vriendinnen voldeed geen enkel van haar costumes. Want madame Fridolin mocht men zonder overdrijving vet noemen. Doch madame zag het niet of bemerk te het niet, zij meende zichzelf een elegante verschijning als „gezette" vrouw en de vrien dinnen genoten er van voor zichzelf en be wonderden haar in het openbaar. Niettegenstaande dit alles bleef madame Fri dolin een „vrouw als iedere vrouw", zooals een onverantwoorde spreekwijs wil, en ook madame Fridolin beantwoordde aan de raadselachtige duidelijkheid daarvan. Het duurde wel lang, doch tenslotte greep ook haar de manie van de slanke lijn. Toen die gedachte eenmaal in haar gegroeid was tot een verlangen, begon ook in haar alle specifiek vrouwelijke sluwheid op hoogspanning te werken. Daar madame de kuur niet „in het bedrijf" aandurfde, werd ze ziek en vanzelfsprekend schreef de huisdokter een rust-kuur-buitenshuis voor. Als madame Fridolin na drie maanden terug keerde, was zij slanker dan de cassière, die Fri dolin in haar plaats had aangesteld en er ont stond een révolte onder de vriendinnen. De iet wat ruimige plooien in haar gelaat had maSa- me Fridolin voortreffelijk weggeschminkt, haar japon zat onberispelijk en wanneer zij niet liep, was madame een buitengewone verschijning. Fridolin zag dit alles met een vagen angst, die vervormde tot verontwaardiging als hij zijn vrouw tot haar vriendinnen hoorde zeggen, dat zij haar lijn behouden zou, zelfs ten koste van het fijnste gebak van haar echtgenoot, want ze wist bij ervaring, hoe verderfelijk cakes en slag room waren voor de moderne figuur. De vrien dinnen waren dat roerend met haar eens en langzaam begon de cliënteele weg te blijven, om dat „slagroom" zoo dik maakt. Madame kon het zich indenken, doch Fridolin begreep, dat het uit afgunst was, dat de vriendinnen zijn zaak gingen mijden. De magerte van madame Fridolin was de oor zaak, dat het in alle opzichten vroeger zoo welvarend paar thans de eerste woordenwisse lingen kreeg sinds zijn huwelijksdag; zij wer den beiden steeds meer humeurig en minder verdraagzaam. Toen kreeg Fridolin de reddende gedachte en hij sloeg enkele slagroomgebakjes door elkaar uit kwaadheid, dat hij. niet eerder op die stom- eenvoudige idee gekomen was. Met opmerkelijk weinig moeite vond Fridolin een drietal der meest gevreesde vriendinnen be reid op uitnoodiglng van den eigenaar een mid dag gratis te komen thee drinken in zijn salon, wanneer zij dat in de onmiddellijke nabijheid der kassa zich lieten serveeren. Madame Fridolin genoot er van juist deze Het was erg stil op straat en er liepen geen menschen. Pol Wat waren ze blij dat ze elkander weer zagen. Stan had keek eens rond of hij Stan ook zag en ja hoor, vlak by het zich al een beetje ongerust gemaakt over het uitblijven van ziekenhuis zat zijn kleine vriend op den stoep van een huis zijn vriendje. De vreugde van het weerzien was erg groot en geduldig te wachten. Pol had heel wat te vertellen. Toen Pol alles had verteld zei Stan: „Wat zullen we nu gaan doen?" Ik weet wat, zei Pol. De muis die ik in de oude doos ontmoette, vertelde me dat er pas een paar kleintjes waren geboren bij de familie van Knabbelen. Die wil ik wel eens zien. Samen togen ze naar het huis van de familie van Knabbelen. drie vriendinnen zoo nabij zich te zien en zij groette haar uiterst hartelijk. Na eenige conver satie hoorde echter madame een op fluis terenden toon, doch voor haar vrouwenooren volkomen verstaanbaar gevoerd gesprek aan, waardoor een hoogrood onder de poeder op haar magere wangen te voorschijn kwam. Zij wilde wegvluchten, doch zij kón niet, zij moest luisteren naar hetgeen die vrouwen over haar, over haar figuur zeiden. Madame Fridolin voel de zich machteloos; wat zij hoorde, kon haar niet in woede doen losbarsten en een scène veroorzaken. Het was alles zoo afschuwelijk openhartig, zoo pijnlijk waar, dat de arme ma dame Fridolin, de onbeteekenende schaduw van de vroegere matrone, thans volkomen in het niet geloofde te verzinken. Haar vriendinnen wisten zóó geraffineerd al haar dwaas toege ven aan modegrilligheid naar voren te brengen en tegelijk haar thans erbarme lijke verschijning Yatl 71pf zoo onweerlegbaar L juist uit te schil- - deren, dat mada- i tOt 7flO§Cf me haar schoon ste droomen zag verdwijnen als een natte spons het krijt op een lei wegwischt. Opeens hoorden de dames achter zich een gilletje, kort en afgebroken; de stoel bij de kassa verschoof, een val hoorde men niet, daar madame Fridolin er te licht van gewicht voor was. Zij was tegen den rand van de kassa gegleden, doodsbleek en bewusteloos werd ze door Fridolin weggedragen. Vanzelfsprekend schreef de huisarts een rust-kuur-buitenshuis voor. Drie maanden later keerde de voor-vorige madame Fridolin met zware passen en schom melende bewegingen in de kassa van de tea room terug. Het was of er aan de vroegere ma trone niets veranderd was, zelfs of ze eigenlijk nooit was weg geweest. Fridolin glimlachte voldaan, de cliënteele keerde terug, de zaak marcheerde als nooit te voren en madame Fridolin was weer de levende en beste reclame voor Fridolin's prachtzaak in het hart van de „city." (Nadruk verboden) AUGUSTUS 2124 Aug. Mannen, A'dam St. Ignatiusclub II en anderen. 24—27 Aug. Congreganisten (Meisjes), Den leider en anderen. 2831 Aug. Heeren, A'dam H. Rita en ande ren. SEPTEMBER Zaterdag 1114 H. Fam. afd. Mannen, O. L. Vr. van Altijdd. Bijst. en ande ren, f 6.50. Dinsdag 1417 Meisjes boven 17 j„ f6.50. taterdag 1821 Militieplichtigen, f 6.50. Dinsdag 21—24 Gehuwde Dames, Haarlem, O. L. Vr. v. d. Rozenkrans en an deren, f6.50. ■HÏjÉÉi Dit zult U zich meermalen afgevraagd hebben, wanneer U zag, dat zovele vrou wen fraai glanzend haar bezitten, terwijl het Uwe dood en glansloos blijft. Toch is de oplossing hiervan eenvoudig. U hebt niets anders te doen dan de ouderwetse haarwasmethoden vaarwel te zeggen en Uw haar in het vervolg te verzorgen met Blondona of Brunetta-Dezemoderne haar wasmiddelen zijn absoluut aikalivrij, wat de zo gevreesde witte neerslag op het haar voorkomt en elke tijdrovende nabe handeling overbodig maakt. Blondona is het enige haarwasmiddel, dat Kamilloflor bevat, het beroemde, natuurlijke middel voor het „blonder maken" van blond haar, terwijl alleen Brunetta het zuiver plantaar dige preparaat Hequil bevat, dat donker haar een prachtige, diepe glans geeft. WAARBORGEN VOLMAAKTE HAARVERZORGING YH (66:0101 AT I T A D/^MTVTU 'C! op dit blad zijn Ingevolge de verzekenngsvoorwaarden tegen U *T CH bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door P *7^0 bij een ongevalmet p 25Ö." C\l .1 ,r. M nl^/jAI 1^| jj ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen verlies van belde armen, beide beenen of beide oogen A doodelijken afloop 6611 Toe' ®0®' AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTENGESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL 12 "H ziet er ook wat moe uit. Maar u moet toch g èèn ding voor mij spelen; iets met een be- kjMde melodie er in. 't Hoeft ook volstrekt geen assiek stuk te zijn: Handel of Mozart gaan mij te hoog!" ^Zonder iets hierop te zeggen, begon Evelyn het jjj®19 van een van Mozarts meest geliefde date's en toen zij ophield, zei hij goedkeurend: "Bat is heel mooi!" •^Ziet u, dus ik heb u toch bekeerd! Ja, die Mozart kon ook nog wel melodieën .»l! met zoo'n beslist gebaar sloot zij toen de lN°> dat George er niet meer over dacht, haar der tot spelen aan te zetten. HOOFDSTUK X onderen dag wist George Illingworth het een ït. ander excuus je te verzinnen, om zich op V>a vertoonen en in den regel zag hij het dap wel heen te sturen, dat hij een uitnoodi- hvj5 kreeg, om voor den avond te blijven. Zoo dan maakte hij wal eens een ritje met twee van de meisjes en meestal met Evelyn en Grace. Zoo zouden zij zich juist op weg begeven, op een zeer warmen achtermiddag, vroeg in April, toen Rosamond uit de schuur geloopen kwam en in groote opgewondenheid riep: „Tiddley heeft zijn „regenbeen" gevonden!" George tuurde naar den strak-blauwen hemel en zei: „Als Tiddly kans ziet, regen te voorschijn te tooveren uit deze lucht, dan zal ik voor altijd in hem gelooven." „Tiddly is een oude grappenmaker," zei Evelyn en liet zich, licht als een veer, door George in het zadel helpen. „De kinderen hechten nog altijd aan hem, zélfs Grace, maar ik heb al te dikwijls gezien, dat hij faalde." „Ik zal niet zeggen, dat ik geloof sla aan zijn „regenbeen", zei Grace, „maar ik weet zeker, dat hij een uitstekende weerprofeet is." „Zij hebben kenteekenen, waarvan wij niets weten," gaf George toe. „Maar voor mijn part blijft de regen nog wat uit." „Dan moet u wel een monster van zelfzucht wezen!" zei Evelyn, met een blik, die de hardheid van deze bewering eenigszins matigde. „Ik zie mijn vader steeds bezorgder kijken en denkt u niet, dat het verschrikkelijk is, als je de dieren zoo van dorst moet zien bezwijken?" „Wees u maar niet te boos op mij voor een enkel onbedachtzaam woord. Voor uw vader zou ik wel willen, dat de regen met emmers uit de lucht werd gegoten, maar als er maar een drup peltje regen viel op het eiland, dan zouden mijn kameraden zeker weg willen." «Als wij een zwaren regenval kregen, dan zou u niet kunnen blijven kampeeren, want dan zouden de tenten onderloopen en zou u in door weekte dekens moeten slapen en rheumatische koortsen kunnen opdoen en van allerlei ver schrikkingen!" „In dit klimaat toch niet. En, als het dan zoo moest wezen, nü dan zou ik het nog niet zoo heel erg vinden, als ik maar op Iriya kon ver pleegd worden." Evelyn lachte. „Ik denk, dat wij allen, u liever in gezondheid, dan in ziekte hier hebben! Maar laten wij nu wat vlugger rijden!" Een uur later waren zij dus een heel eind van het huis af en opeens verscheen het hoofd van Tiddly tusschen de heg, dicht bij de plek, waar dokter Underwood en Anthony Stogdale bezig waren, een hok te timmeren voor een paar prachtige rashoenders, die het bijzonder eigen dom waren van Grace. Zijn donkere oogen en zijn witte tanden schitterden om het hardst. „Hebt u ook een shilling voor mij, dokter?" begon hij op zangerig-bedelenden toon, die ge heel in tegenspraak was met het zegevierende van zijn uiterlijk. Dokter Underwood stond op uit zijn gebukte houding en moest zich verscheidene malen het gelaat afwisschen, zóó warm had hij het. „Wel, Tiddly, wat zou je doen met een shilling?" „Ik heb mijn „regenbeen" teruggevonden. Als u mij nu een shilling geeft, zult u eens zien, hoe gauw er een bui komt! Maar krijg ik er géén, dan drijft de bui over." En nog heel veel zei Tïddly er bij, steeds op dien zeurig-bedelenden toon, dat de dokter ten slotte, om van hem af te komen, hem een shil ling toewierp. Nóg waren de heeren met het kippenhok bezig, toen zij een donderslag vernamen, maar de lucht was nog onbewolkt en van een diep, donker blauw, dat een troosteloozen blik biedt aan degenen, die zoo innigverlangend naar regen uit kijken. Eer zij nog uit den hoenderhof waren, volgde een lange, ratelende slag, die alle ruiten in huis deden rinkelen en dreunen. In een ommezien stond de lucht nu donker en dreigend, terwijl in noord-oostelijke richting, boven den heuvel, een lange, scherpe wolk oprees, in den vorm van een vinger, die zijwaarts wees; even later steeg et onder nog een op en ten slotte vereenigden die beide zich tot een massief gevaarte, dat alleronheilspellendst samenpakte. Tegen den tijd, dat de drie ruiters het huis weer bereikt hadden, huilde er een stormwind tusschen de toppen van de boomen en sloegen de hagelsteenen, met sissend geluid, op den warmen grond. „O, kinderen, wat ben ik dankbaar, dat wij je weer veilig en wel thuis zien!" riep Mrs. Under wood. „Evelyn had nog nooit onze groote hagel steenen gezien," zei Grace. „Vóór we hier kwamen, moet het gegalvaniseerd ijzer op het dak van den stal bij een dergelijke gelegenheid doorboord zijn. De steenen waren toen zóó groot, dat één voldoende was, om een mensch te dooden." „Kom, hoe kan dat nu?" riep Evelyn onge- loovig. Mrs. Underwood, die de stem van haar man hoorde, ging naar de hall, hem tegemoet. „Ja, ik kon dat nu niet zoo zeggen, waar moeder bij was," ging Grace voort, „maar dien vorigen keer moeten er ook twee kinderen doode- Hjk getroffen zijn door den hagel, juist op dien heuveltop, waar wij vandaan komen." „Ik had geen idéé, dat de hagel zóó gevaarlijk kon zijn," meende Evelyn. „En al is iets ook bij lange na niet zoo ge vaarlijk, dan moet je er je nu toch voor ontzien," zei Grace weer, met dien overtuigenden ernst, die zoo zeldzaam is in een jong ding. „Want je moet bedenken, dat je ook aan iemand anders toebehoort." „Ja, is wel zoo," zei Evelyn ongeduldig, „maar herinner mij nu daar maar niet aan." „Waaróm niet?" vroeg Grace met vlammenden blik en bleek van verontwaardiging. „Wel omdat...." Maar verder kwam zij niet, want de gong ging en de meisjes moesten zich nog verkleeden. Misschien dat er een ommezien een gedachte bij Evelyn opflitste, die zy het volgend oogenblik weer terugdrong. Ze kleedde zich in een oude jurk, die haar schoonheid echter nog ééns zoozeer deed uit komen. In de hall stond een groepje van drie: Mrs. en Mr. Underwood en Sir George te luiste ren naar het vallen van den regen, dat een ieder als de schoonste muziek in de ooren klonk. „Nu, Tiddly, heeft ditmaal zijn shilling wel verdiend," zei Anthony. Aan de thee werd er weinig gesproken, be halve dan door George, die niet genoegzaam den zegen van dien regenval kon bevroeden. Anthony Stogdale had Mary niet meer alleen gesproken, sinds dien keer, dat zij hem beleedigd had door gebruik te maken van George's dien sten en hij die halve bedreiging had uitgespro ken, dat hij maar weer naar de wildernis zou terugkeeren. Zij had niet èèns zijn kant meer uitgekeken; maar toevallig ontmoetten hun oogen elkaar toch èèn keer gedurende den maal tijd en het leek hem, dat zij even gewoon en vriendelijk keek, als.... vóór hij zich zoo gek had aangesteld, zooals hij het nu bij zichzelf noemde. Intusschen voelde hij er zich veel door verlicht en voor het eerst sinds dat „gekibbel" richtte hij een vraag tot haar. „Hoe komt het, dat u vandaag niet gereden heeft, Miss Underwood? U is in geen drie dagen uit geweest." „In plaats daarvan ben ik 's avonds gegaan. Op den middag vind ik de zon te warm" „Uw zuster schijnt niet veel voor de gezellig heid te voelen, Miss Grace," zei Anthony. „Zij wil haar genot niet deelen met een van ons." „Soms gaat niets boven het genot van alleen zijn," antwoordde de philosophe. ,Jk geloof ook, dat zü de gezelligheid zoo weinig op prijs stelt, maar soms heeft je heele machinerie eens rust noodig" {Wordt vervolg® 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 9