ONS FRANS HALSMUSEUM
m
maakt opgetogen
STOFZUIGERS-,
SITTERStg
Het bloembollenbedrijf geeft aan
vele handen werk
BEWONDERAARS
EEN SCHAKEL IN DE
VOLKSWELVAART
Dat gaat niet samen
WOENSDAG 25 AUGUSTUS 1937
STADSNIEUWS
Er zijn van Hals slechts één teekening en
.ber zeldzame schetsen bekend, geen enkel
bhdschap, geen stilleven: niets dan doelen-
hikken, portretten en vrije figuren. Een der-
jblijke uitsluitende belangstelling voor den
J*ehsch is zoo opvallend en uniek dat men
jbh (jen schilder een uitzonderlijke nuancee-
jbig der psychologische gegevens verwacht,
^h kan, ook na deze schitterende tentoon-
..blling, niet getuigen dat zielkundige studie
hoofdbekommernis van den schilder is ge
lest.
V
ft.
De voormalige tol te Overveen
»H_ jB Sr
Haarlem Schoterweg 1 Telefoon 16659
LAATSTE ZOMERCONCERT
H.O.V.
Solist Hans Bijvanck
Ondanks vermindering van de
beteelde oppervlakte, toch
dezelfde uitvoer in
gewicht
Uitvoermogelijkheden
v Forceeren moeilijk
Wat leert ons nu het surplus bij een zoo be
H.£.
25 jaar tolloosheid
De tollen aan den Oudeweg en
te Overveen opgeheven
Vele tollen om Haarlem
V.I.V.W.
Beiaard-concert op 11 Sept. a.s.
Feesten op Koninginne
dag
In het centrum van Haarlem
Programma Radiocentrale
Orgelconcert
VRAGENBUS
RIJKSVISCHAFSLAG
STAAT VAN BESOMMINGEN
In De (Vlaamsche) Standaard, het bekende
"fusselsche blad, betoont de bekende schrijver
611 kunstcriticus, Marnix Gijsen, zich een en
thousiast bewonderaar van ons Frans Halsmu
seum.
Het Hofje van het Frans Halsmuseum,
Schrijft hij, is van zulk een roerende, regelma
te en subtiele schoonheid, dat het de reis naar
Haarlem ruim rechtvaardigt. Het is een van
®ie zeldzame plaatsen die een beschaafd mensch
^oet kennen, moet ervaren hebben, al was het
r"aar enkele minuten, omdat het de slotsom
ls Van zooveel sociale discipline en van zooveel
tesoonlijke tucht, dat het een heele bescha
dig en een heel verloop van eeuwen symboli
seert in een onverklaarbare en superieure har
monie.
Hangs drie zijden is het omgeven met lage
Èebouwen, langs een kant rijst een gevel met
eén enkele verdieping, deftig en rustig op. De
hiimte daartusschen wordt ingenomen door
Sen keurig laaggesneden plantsoen dat in
Eerlijke kronkels is aangelegd in vier vakken,
b het midden der kruiswegen staat op een
v°etstuk een groot astrolabium dat het spel
her sferen en der hemellichamen in fijne ver
gilden banden gevangen houdt. Hier is de
Beest de natuur zóó meester geworden, dat men
6r verrast bij stil blijft. Zoo zeker is hij hier
Van
zijn stuk, zoo ontzettend ordelijk, zoo vol
komen logisch en regelmatig dat elk toeval.
6'ke dartelheid uitgeschakeld lijkt. Er zijn wel
hikele bloemen die ondergeschikt aan het ge
heel hun plaats weten, er is wel de hemel
daarboven, zoo „bleu" als de Hollandsche vlag.
'b dezen aarzelenden zomerdag, maar de on
betwistbare en plechtige meesters van het heel-
m zijn hier de menschen, de architect die
Juist wist wat hij wilde en niet aan bouwdrift
grootheidszin toegaf, de tuinman die de
"tlmloovers in hun kronkelgang disciplineerde
eb millimeterde om het geheel tot een verba
nde eenheid op te voeren.
Qat redelijke Holland, dat wij kenden uit de
'bgezonden stukken van de N. R. C., uit de
bladzij den-lange-zinnen van de verhandelin-
j>eh der Eerste en Tweede Kamer, uit die ze
kerheid waarmee de Hollander, als een tweede
hdam, in het Nederlandsch taaiparadijs aan
•jk ding precies zijn naam geeft, terwijl wij
stamelen en zoeken, dat Hollandzegeviert
'er op bescheiden en definitieve wijze.
Over de tentoonstelling zelf schrijft hij o.m.:
In dit kader, waar men steeds met belang
stelling en ontroering naar terugkeert, is thans
ken tentoonstelling georganiseerd van 115 wer
ken van Frans Hals, die in Haarlem leefde en
5r Werkte tot zijn dood. Reeds in gewone om
standigheden is dit Museum voor den kunst-
j'efhebber een pelgrimsoord, want het bezit die
wee wondere stukken die Hals, tachtig jaar
bbd schilderde, en die gelden als de eerste ma
nifestaties van de impressionistische visie:
he Regenten en de Regentessen van het Oude
mannenhuis. Men heeft nu niét zoozeer ge
dacht bij mekaar te brengen alles wat men
kan Hals bezit, dan wel een gelegenheid te ge-
*®n tot kennismaking met de doeken die het
Moeilijkst bereikbaar zijn of nog maar kort
en ontdekt werden. Men is daar uitste-
ehd in geslaagd, want al mist men ongaarne
éen dergelijke tentoonstelling den zuren,
aarwichtigen Descartes van 't Louvre, men
gelukkig zijn een aantal vrijwel onbekende
zeer belangrijke doeken uit de Vereenigde
eb
®taten hier bijeen te zien.
Men weet nu dat Frans Hals die in de ar-
bivalia van Haarlem figureert als „weduw-
jaar van Antwerpen" en wonende te Puese-
Uerstege (men merkt dat het een Vlaming is,
bb Felix zeggen), van Antwerpen afkomstig
Jas. Hij ging in de leer bij Carel van Mander,
schrijver van „Het Schildersboeck", die
jam waarschijnlijk weinig heeft bijgebracht,
k's men oordeelt naar wat van diens productie
Verbleef.
Men kent van Hals geen werk van voor zijn
5rtig jaar en men heeft van hem ook niets
bders dan portretten. Hij heeft blijkbaar veel
Jbschilderd, maar het staat vast, dat hij heel
bh leven in zorgen leefde, zijn dochter in
bh werkhuis besteden moest om haar gedrag
,b doodarm stierf, zoodat zijn vrouw op stads
taten moest onderhouden worden. Hij had
bfhaaldelijk last met zijn opdrachtgevers over
niet tijdig uitvoeren van zijn bestellingen
het feit dat hij portretten van Amsterdam
mers te Haarlem ging afwerken en hij ge
bakte op het eind van zijn leven deerlijk uit
tj6 mode. Zes of zeven zonen van dezen pa-
'brch werden schilders.
-Mij heeft ongetwijfeld zijn burgerlijke mo-
.JUen met een scherp oog bekeken, maar hij
3s niet ongenadig. Wie voor hem kwamen
tten waren de solide, deftige, zwaarrijke en
Mirentfeste" burgers en burgeressen van
jjb dagen. Possidentes en beati, prachtproduc-
jjb van dat Holland dat naar het woord van
^bet, toen zoo machtig „uitzwermde" over de
^eld. De vrouwen in hun jeugd hebben een
ere fijnheid en een onmiskenbare distinctie
zij ook hun kleeding, maar de man be-
rl X J
zii
jj'kt het apogeum van het geschilderd worden
^bchts op een leeftijd dat hij reeds staat, zoo-
hpu ^ouis XVI, „debout sur son ventre". Zij
e bben geen zorg om dat lichaam, gehuld in
J1 zwart-blauwe zijde die Hals zal doen leven
5j. trillen. De brouwer Claes D. van Voorhout
j! bekt dit volume kranig vooruit en Hals zet
^bl zijn figuur in een schuine lijn op het doek,
^°als Claes de wereld ook zag, overheen zijn
|btirige en versierde corpulentie. Diepte, on-
verdeeldheid, gespletenheid, al die geeste-
elementen, die thans spontaan onze be-
optelling wekken, zal men bij dezen schilder
ontmoeten. Hij heeft de „trognes" van
opdrachtgevers fideel geschilderd: van
q blvaste kleinstadspotentaten, van protsige
q ^'officieren die semi-burgerwachten van
hh tijd heeft hij geen geteisterde intellec-
üv en gepijnigde gewetens gemaakt. Het
zelf heeft hem, boven de psychologie uit,
L^cineerd. Dat was reeds erkend door zijn
ïA'enooten die hem prezen omdat „in sijn
w,"derij sulcke forse ende leven" aanwezig
een derde heeft den mond nog halfopen,
amechtig in zijn staatsiekleedij, dikke en ver
dwaasde visch, op het droge der toekomst ge
trokken door den harpoen van een fel en vast
talent. Maar de fouten, het maniërisme der
Barok heeft Hals niet. Zijn portretten zijn al
tijd in de kleur rustig geconstrueerd en in
een uiterst eenvoudig kader gesteld. Hun colo-
riet is opvallend sober. De groote doelenstuk
ken geven hem de gelegenheid rijke kleurscha-
keeringen te laten opleven, bonte vaandels en
sluiers te doen oplichten tegen tafelgerei en
zijden draperieën. Haast al zijn portretten zijn
daarentegen gebouwd op een1 harmonie van
blauw-zwart en grijzen, van hei-wit en vaal
groen met hier en daar een klein accent lijk
de roos in de handen van Pieter Tjarck (uit
Bahamas). Zij leven achter allen, van den dik
ken wethouder St. Geraerdts (Museum Ant
werpen), die zijn vrouw in het Louvre inter-
pelleert, tot dien uiterst gedistingeerden, fijnen
jongen man, ietwat weemoedig en misschien
behaagziek, die voor onze verblijding uit een
New-Yorksche collectie ontleend werd en die
mej. E. Reder zoo pas met Cornelis Conine
van het doelenstuk van 1639 heeft geïdentifi
ceerd. Er is een levenspotentie en een volheid
van bestaan in deze menschen, een zekerheid
die tot zulken graad alleen Rubens bereikte.
Men heeft de kunst van Hals en haar gees
telijke houding willen terugvoeren tot atavisti
sche, Vlaamsche elementen, men heeft hem
solidair gemaakt van een losse levenshouding,
een anti-puriteinsche strekking die Holland
wilde vrijwaren van den domper der calvinis
tische waardigheid. Daaraan hebben wellicht
schuld een paar tafereelen lijk de hommelen
de Jonker Ramp en zijn liefje (particulier be
zit), het Vroolijke Gezelschap (Dieren), maar
zijn oeuvre zooals het hier te zien is, met de
35 schilderijen die uit Amerika kwamen, met
tal van andere uit private collecties, heeft stel
lig geen combatief karakter. Misschien was er
wel iets onbeschaamds in die heeren te schil
deren zooals zij waren, in hun soliditeit en hun
trots zonder ze te laten groeien tot hun eigen
caricatuur of zonder dat de oprechtheid van
den schilder tot wrijving met zijn model aan
leiding gaf. Maar een critiek, een opstand, een
geestelijke baldadigheid, die thans bij vele on
zer schilders als de opperste uiting van artis
tiek bewustzijn, zeer ten onrechte, gelden, zoekt
men te vergeefs bij hem.
Heel op het eind van zijn leven, als hij 84
jaar oud, de regenten van het Oudemannen
huis schildert, ziet deze stokoude sukkelaar, die
schilderijen en huisraad ooit moest verkoopen
om zijn bakker te betalen, de heeren regenten
De nieuwe burgemeester van Uitgeest,
de heer P. van de Ven, ambtenaar ter
gemeente-secretarie te Stompwijk
voor zich zooals ze zijn: een groepje verzadigde
kerels, waarvan 'n paar slechts in staat schij
nen 'n redeneering te volgen, terwijl één de
duidelijkste teekenen van verzopenheid geeft en
zijn buur laat veronderstellen dat het over en
kele jaren niet veel beter met hem zal gesteld
zijn. In een vlaag van lyrisme heeft Paul Clau-
del de regentessen meenen te zien als de Par
ken, gruwelijk en ongenadig: ze zijn integen
deel huiselijk en geven een veel soliederen in
druk dan hun mannelijke collega's. Veel goed
heid moet men bij deze duimvaste oude dames
niet verwachten maar wel helder overleg,
zorgzaamheid, zuinigheid. Alleen heeft Hals in
deze twee doeken alle behaagzucht afgelegd en
naar een uiterste soberheid gestreefd: de har
monie van wit en zwart die later zulk een die
pen indruk op Whistier maakte, wordt op beide
doeken slechts door één enkel rood kleurvlek
gestoord: hier is het een boekband, ginder de
knie van het personage, uiterst rechts.
Hij heeft hier ook den vrijen teugel gege
ven aan een techniek die hem met Velasquez
doet beschouwen als de patriarchen van de
impressionistische schilderkunst: van het
zorgvuldige, nauwkeurige schilderen zijner da
gen, onder den invloed der italianisanten, en
in aansluiting bij de traditie, is hij, heel zijn
oeuvre door, af en toe afgeweken om de verf
zelf te laten spelen en om den vorm uit de
stof te boetseeren. Hij kon merkwaardig vast
schilderen, zonder aarzeling en met een onge
looflijke virtuositeit; bij sommige portretten,
zoo b.v. bij dat prachtstuk uit Kassei (portret
met grooten slappen hoed) bestaat het ooglid
uit een veeg die niet hertoetst werd en die als
gesculpteerd is. Dat fulgurante van zijn tech
niek liet hem toe op bestel de portretten reeds
heele deelen te schilderen naar zijn believen,
zonder afwerking der détails, maar met een
ongewone felheid van licht, zoo bijv. de witte
kanten en de kleedij van dien merkwaardigen
Jasper Schade van Westrum (Praag). Maar zijn
ontdekking in de techniek, zijn impressionisme
dat wel ten onrechte zoo heet, omdat het als
verklaring heeft gediend van een impulsieve
schildertechniek bij veel schilders wier im
puls ontoereikend was en wier zakelijke kennis
zwak, zijn impressionisme dat ten slotte veel
nader staat bij het expressionisme van een
Van Gogh, van een Corinth zelfs, dat heeft
hij vooral uitgevierd in zijn genrestukken, in
de voorstelling van strandloopers, volksmeisjes,
speelluiden en drinkers. Men kan niet onver
deeld bewonderend staan tegenover die la
chende kinderkopjes die met kolossaal brio ge
schilderd, al te zeer bij de oppervlakte der
dingen blijven, al te barok zijn in hun in
stantané. Er werden hier echter een groot
aantal van die stukken bijeen gebracht, die
van Hals een beeld geven dat men onvoldoende
kent. Niet alleen verschilt hier zijn gamma
totaal van zijn portretten, maar ook is de
techniek totaal vrij. Zonder voorbereiding
blijkbaar, met groote, felle vegen zijn de vo
lumes aangebracht en het coloriet is, na
eeuwen, van een gratie en een frischheid die
modernen niet evenaren. Men kent denstrand-
looper (Antwerpen) en men zag wel eens de
Hille Bobbe (New-York) en den nar met de
luit (Rotschild, Parijs) maar onvoldoende kent
met voortreffelijke, van leven en kleur over-
rijke doeken zooals het Visschersmeisje (Keu
len en Cincinnati), visschersjongen (Burg-
Steinfurt en Dublin), den Mulat (Parijs) en
den zoo pas ontdekten Lachenden Man met
bierstoop (New-York) en de in 1935 ontdekte
Twee visschersjongens (Dieren), een stralend,
innemend en haast verteederd doek.
Men heeft voor het gemak, en uit zucht naar
toenadering, naar ongepaste familiariteit met
den artist, Hals genoemd den „schilder van
den lach." Dat hij tal van zijn personages
lachend heeft afgebeeld, is blijkbaar geen toe
val maar toch doet men hem met een dergelijk
epitheton voor reisagentschappen tekort: hij
heeft het leven in zijn meest zelf-zekere uitin
gen gecelebreerd: den burger, „ce cochon qui
veut mourir de vieillesse" (dixit Bloy), de
jeugd in haar fijnheid en gebrek aan kommer,
de narren en zangers die den dood negeeren
en de vrouwen die niet verder dan hun lichaam
denken. Maar daarnaast heeft hij enkele men
schen uitgebeeld met een supreme distinctie,
met een kalme wijsheid op het gelaat en heel
op het eind van zijn leven is hij even brutaal
geworden omdat hij als oude man het recht
had te weten: die jonge meneer regent zal in
de kroeg aan zijn einde komen en die andere
gaat denzelfden weg op.
Van Gogh extasieerde zich in zijn brieven
over de grijzen en het coloriet van Hals in 't
algemeen, maar hij zag ook zeer juist tot waar
deze kunst reikte: „Men kan van zijn doeken
zeggen wat men wil, hij blijft altijd op de
aarde, op vasten grond. Rembrandt, dringt zoo
ver in het mysterie dat hij dingen zegt die
geen taal kan uitdrukken."
ZONDEK VOORUITBETALING,
Het Holland uit de dagen van Hals stond „op
vasten grond". Rembrandt zou er de geestelijke
onrust in brengen die een beschaving behoeft.
Hals heeft dat ééne moment vastgehouden; het
is van beteekenis dat de wereld deze getuigenis
bezit en waardeert, deze „menschheid" zonder
twijfels, zonder honger, zonder dorst, deze hee
ren die al een soort van gentlemen waren toen
de Engelschen nog brallend en ontuchtig voor
Hogarth moesten poseeren. Als voorlooper en
inleider van een schildertechniek die eeuwen
nadien ontdekt werd en als een credo voorop
gezet, werd zijn beteekenis wellicht overschat,
maar de Haarlemsche tentoonstelling bewijst
eens te meer dat hij bij de allereerste portret
schilders moet worden gerekend en dat hij,
noch diepzinnig, noch stompzinnig, een uitste
kend, voornaam en ongemeen krachtig schil
der was.
Het bestuur van de H. O. V. vèrzocht ons op
neming van het volgende:
Het zal de bezoekers van de zomerconcerten
zeker spijten te moeten lezen, dat Donderdag
a.s. het laatste Donderdagavondconcert gegeven
zal worden. Alhoewel de belangstelling voor de
H. O. V. in stijgende lijn gaat, is het bestuur
nog niet in staat het orkest langer dan 7 maan
den in verband te houden; de financiën ontbre
ken nog daarvoor. Indien de waardeering van
muziekminnend Haarlem in het komende sei
zoen intensiever wordt, zou het in de toekomst
mogelijk kunnen zijn om het orkest weer een
jaarcontract te geven. Indien iedereen, die voor
muziek voelt, daadwerkelijk steunt, wordt daar
mede niet alleen bereikt, dat 45 orkestleden
meer bestaanszekerheid krijgen, doch ook ieder
een nog meer van de concerten, die de H. O. V.
geeft, kan profiteeren.
Gezien de enorme belangstelling voor de zo
merconcerten, moet het mogelijk zijn om het
orkest op een meer stevige basis te krijgen, de
prestatie van het ensemble verdient het ten
volle.
Voor het laatste zomerconcert is weer een
aantrekkelijk programma samengesteld. Hans
Bijvanck, de concertmeester der H. O. V., is
bereid gevonden om het publiek van zijn prach
tig vioolspel te laten genieten en heeft daarvoor
gekozen het onvolprezen vioolconcert van den
grooten meester L. v. Beethoven.
Het orkest leidt dit in door het spelen van de
ouverture „Don Juan" van W. A. Mozart.
In het 2de gedeelte van het concert speelt
het orkest de 5e Symphonie in c. kl. terts van
L. v. Beethoven, waarmee zeker aan den
wensch van velen wordt voldaan.
Marinus Adam dirigeert dit laatste concert.
<iZ' .,dat hij de natuyr selfs schijnt te bra-
vw11 met zUn Penceel". Zijn personages
'«v JJPen aesem van haer te gheven ende te
Wn'" Indien men hem bij de Barok moet
dj, ^schikken dan is dit vooral omdat hij het
sme van zÜn modellen heeft geëxal-
zooals niemand vóór hem het kon. Al
C menschen bewegen, spreken den toeschou-
aan> grijpen hem vast en dat zonder felle
Van hUn houding neemt Hals een mo-
toPname: de een leunt over een stoel, de
l^j°r kijkt achterom en geeft de volle maat
zijn aandacht en concentratievermogen,
De heer Z. schrijft in „Het Ned. Fabrikaat":
Sedert jaren wordt met medewerking van de
regeering getracht, om door beperjdng van de
teelt en door stabiliseering van den laagsten
kostprijs het bloembollenbedrijf door de moei
lijkheden te helpen, waarin het evenals zoovele
andere bedrijven van den tuinbouw geraakt
was. Door de maatregelen, welke overal in het
buitenland genomen werden, n.l. zeer hooge
invoerrechten, of wat veel erger was contingen-
teering en zelfs hier en daar- invoerverbod,
kwam de zeer belangrijke invoer op een bijzon
der wankel voetstuk te staan. De omstandig
heden, daardoor ontstaan, waren zoo geheel
anders dan in vroeger jaren het geval geweest
is. Bleek toen, dat in het eene land de export
te groote moeilijkheden ondervond, dan wier
pen de onweerstaanbare bloembollenreizigers
zich met volle energie op een ander en meestal
gelukte het om het uitvoercijfer te stabiliseeren
of zelfs op te voeren, zoodat de bloembollen
export een van de belangrijkste inkomsten
werd voor ons vaderland. In de jaren van hoog
conjunctuur werd zelfs een uitvoer-cijfer be
reikt van ƒ46.000.000.
In de jaren van depressie is dit uitvoer
cijfer belangrijk gedaald, doch wat merk
waardig is, het aantal uitgevoerde kilo
grammen bleef niet alleen gelijk, doch steeg
zelfs eenigszins. Nog merkwaardiger is, dat
in de jaren van hoogconjunctuur de beteel
de oppervlakte zoo om en bij 10.000 H.A.
besloeg en dat die oppervlakte tijdens de
crisisjaren tot ongeveer 6000 H.A. is terug
gebracht.
Dit zijn cijfers, welke tot eiken rechtgeaar-
den Nederlander moeten spreken en hem het
besef zullen bijbrengen, dat de bloembollenteelt
van ons vaderland van het allergrootste belang
is en een schakel vormt in de volkswelvaart,
welke niet gemist kan worden.
Duizenden en duizenden arbeiders zijn er
noodig om de zeer intensief gedreven cultuur te
drijven, zoodat alleen reeds wat den arbeid be
treft een groot percentage Nederlanders door
den bloembol een bestaan heeft. We rekenen bij
het contingent arbeiders natuurlijk ook hun
ne gezinnen. Tevens moet rekening gehouden
worden met het groot contingent bloembollen
reizigers, noodig om den verkoop van de bol
gewassen tot een goed einde te brengen.
Tot de velen, die door middel van cultuur en
handel van bloembollen bovendien hun bestaan
vinden, behooren feitelijk op de eerste plaats
de bloembollenkweekers en handelaars zelf en
als we weten, dat bij het begin van de crisis
ongeveer 17.000 bedrijven aangesloten waren bij
de Ned. Sierteelt Centrale en momenteel nog
pl.m. 14.000 bedrijven, dan is dat een getal, dat
menigeen met bewondering zal vervullen. En
nog zijn we er niet! Voor het materiaal dat
noodig is voor de verpakking, zooals kisten,
manden, zakken enz. zijn weer velen noodig,
terwjjl voorts voor het transport van de bollen
in de bloembollenstreek en daarbuiten, vooral
ook bjj de Nederlandsche scheepvaart, vele
handen noodig zijn.
Tot goed begrip van zaken is het noodig om
eenige cijfers wat nader te bezien. We hebben
daarstraks gezegd, dat vóór de crisis 10.000 H.A.
met bloembollen werden beteeld en dat deze
oppervlakte thans tot pl.m. 6000 H.A. is inge
krompen. Welnu, gedurende de vier saneerings-
jaren, welke de bloembollencultuur achter den
rug heeft, is er elk jaar een geweldig groot sur
plus van bloembollen geweest. Een surplus, ver
oorzaakt, doordat door een overvloedigen oogst
een groot percentage bloembollen door de heer-
schende wereldmalaise geen koopers kon vin
den. Dit jaar dreigt er een ommekeer! Door
het abnormaal heete weer, dat we in Mei had
den, zijn in het bijzonder vele Tulpen te on
tijdig afgestorven, waardoor de oogst aanmer
kelijk minder was. Daardoor zal er in 1937 geen
of een zeer klein surplus zijn.
perkte teeltoppervlakte, terwijl het aantal uit
gevoerde bloembollen, zooals aan het begin
van dit artikel gezegd is, toch nog grooter was
dan in de jaren van hoogconjunctuur? O-i. dit,
dat toen de teeltoppervlakte 10.000 H.A. be
droeg, toch niet meer dan de oogst van pl.m.
6000 H.A. kon worden uitgevoerd. En, zult ge
vragen, waar bleef dan de oogst van de overige
oppervlakte? Deze diende voor een gedeelte
voor uitbreiding, wat tot gevolg zou hebben ge
had, dat binnen enkele jaren de beteelde opper
vlakte nog belangrijk grooter zou zijn geworden
en voor een zeer belangrijk gedeelte voor de
forceering van bloembollen hier te lande. De in
bloei gebrachte bolgewassen werden dan als af
gesneden bloemen in zeer groote massa over de
grenzen gezonden. Jammer genoeg is dit for
ceeren heel moeilijk geworden door invoerver
boden, contingenteering, zeer hooge invoerrech
ten, enz., waardoor het thans niet mogelijk is,
meer dan ongeveer een vierde gedeelte te for
ceeren van in de jaren van hoog-conjunctuur.
Dit is jammer, omdat het forceeren van bloem
bollen aan velen arbeid verschafte. Nu dit zoo
sterk ingekrompen is, zou het geheele surplus
moeten dienen voor uitbreiding of het zou in
zijn val duizenden kweekers meesleepen.
O.i. moet men, hoe zeer men ook het ont
nemen van eenige bedrijfsvrijheid betreurt, ach
ter de regeering staan, omdat met het oog op
de buitenlandsche toestanden algeheele vrij
heid bier zou leiden tot een ergerlijke bande
loosheid! Om nog een duidelijk beeld te geven
van de belangrijkheid van de bloembollencul
tuur geven we hieronder eenige cijfers:
beteelde oppervlakte exportwaarde
In
1860
300
H.A.
1.000.000
ft
1870
400
H.A.
1.500.000
ff
1880
600
H.A.
2.250.000
ft
1890
1000
H.A.
3.500.000
ff
1900
2500
H.A.
7.500.000
1910
4000
H.A.
17.000.000
1920
5000
H.A.
19.500.000
ff
1925
pl.m.
7000
H.A.
44.800.000
t,
1926
M
8000
H.A.
39.200.000
ff
1927
f»
8000
H.A.
ƒ39.900.000
1928
10000
H.A.
42.700.000
ff
1929
10000
H.A.
40.400.000
Sf
1930
10000
H.A.
46.500.000
ff
1931
10000
H.A.
29.200.000
ft
1932
10000
H.A.
19.200.000
ft
1933
6000
H.A.
19.400.000
ft
1934
6000
HA
22.250.000
ft
1935
6000
H.A.
ƒ21.650.000
ft
1936
m
6000
22.500.000
Indien de voorteekenen niet bedriegen, zal
dit jaar het exportcijfer wederom sterk stijgen
en zeker wel de 25.000.000 overschrijden. Dus
door de bloembollenteelt komt jaarlijksch een
zeer groot bedrag in ons land, terwijl ander
deels in ons land door de bloembollencultuur
duizenden en duizenden een bestaan vinden.
Zeker wel een reden om er trotsch op te zijn,
maar tevens om dit product van den vaderland-
schen bodem in eigen tuinen aan te planten.
Degene, die thans den rustigen Ouden Weg
van Haarlem naar Spaarndam berijdt en
vooral liefhebbers van de watersport in de
Mooie Nel doen dat nog al eens! zal zich
nauwelijks kunnen realiseeren, dat deze nauwe
bochtige weg eens de voornaamste verbinding
tusschen Amsterdam en Haarlem is geweest. En
wel tot 1631 toe, toen de trekvaart Amsterdam-
Haarlem werd gegraven en het jaagpad
thans de zoo drukbereden Rijksweg! werd
aangelegd. Het is dus een middeleeuwsche weg
en had dan ook middeleeuwsche verkeersobsta
kels: een veer en een tol. Het veer over de
Liede droeg den karakteristieken en tot op
den huidigen dag bewaard gebleven naam van
Penningsveer en werd in 1521 vervangen door
een brug met een tol. De stad Haarlem zorg
de dat de brug er kwam en kreeg het tolrecht.
Een middeleeuwsche instelling is dus deze tol
van oorsprong, maar toch nog niet zoo mid
deleeuwsch of eerst 25 jaar geleden werd de
tol opgeheven. Die opheffing in 1912 door den
gemeenteraad van Haarlemmerliede ging heel
wat vlugger in zijn werk dan de oprichting
er van, hoe vreemd het ook klinke! Meestal
is een tol gauw gesticht, maar om ze weg te
krjjgen is heel wat voor noodig. Daar kan bijv.
Hilversum over meespreken, dat altijd nog tol
len in zijn onmiddellijke nabijheid heeft!
De tol op den Oudenweg kwam, zooals ge
zegd, inplaats van het veergeld, toen de brug
over de Liede werd gebouwd. Daaraan is een
lange strijd voorafgegaan tusschen het Hoog
heemraadschap Rijnland, dat een goede afwa
tering van het land wenschte en dus tegen
een brug met bijbehoorenaen dijk was en
Haarlem, dat een brug wilde bouwen, omdat
dit zoo'n prachtobstakel voor de Scheepvaart
was. Haarlem streefde er vroeger n.l. naar, dat
alle schepen naar Amsterdam via Haarlem
voeren en verstopte daartoe alle doortochten
naar Amsterdam (behoudens de hoofdvaarten)
om de schepen zoo te dwingen in Haarlem aan
te leggen en te lossen. De Grafelijkheid, toen
ook nog bestaande, wilde ook het veer niet
missen, omdat aan haar de opbrengst ten
goede kwam als een soort belasting op het
verkeer. Ook in dien tijd zocht de overheid
gestadig naar „objecten voor belastinghef
fing."
In 1521 werd een compromis gesloten. Rijn
land mocht een nieuwe afwateringssluis in
Spaarndam bouwen, Haarlem bouwde een brug
in de plaats van het veer en de Grafelijkheid
kreeg de opbrengst van den tol. Ruim een eeuw
later werd echter een nieuwe weg tusschen
Amsterdam en Haarlem aangelegd en verliep
dus de belangrijkheid van den Oudeweg en
daarmede de opbrengst van den tol, tot ten
slotte de Raad van Haarlemmerliede, aanwien
blijkbaar het tolrecht intusschen was gekomen,
den tol in 1912 ophief.
Haarlem zat vroeger omringd van tollen. Be
halve die op den Oudeweg was er een op de
Kleverlaan en een op den Vergierdeweg bij
den Slaperdijk eerst bij de annexatie van
Spaarndam door Haarlem in 1927 opgeheven.
Nabij het fort de Liede bij de Ringvaart was
een tol, ook in Bloemendaal en Overveen. De
laatste tol is ook juist 25 jaar geleden opgehe
ven na bijna een eeuw bestaan te hebben. De
tol was daar in 1817 opgericht ter bestrijding
van de kosten voor de bestrating van den weg
Haarlem-Overveen-Bloemendaal, welke kosten
f 19000 bedroegen. Genoemde weg stond onder
een speciale directie, die ook nog de zorg had
over den weg Overveen-Elswout-Zandvoorter-
weg. Voor f 10.000 werd het laatste stuk hier
van in 1853 bestraat. Precieselijk uitgemeten
stond onder de directie: de Zijlweg van de
toenmalige grens Overveen-Haarlem tot den
tweeden talboom en de Bloemendaalscheweg
van den tolboom te Overveen tot de Voorbuurt,
de straatweg voor en langs het raadhuis en
gem. kerkhof te Overveen, de puinweg van
Overveen tot de Elswoutslaan, de puinweg Els-
woutslaan tot de woning van den rentmeester
en de straatweg van deze woning af langs
Oosterduin en Aerdenhout tot ongeveer den
Zandvoorterweg. Na vele aanmaningen en ver
zoeken werd de tol in 1912 door den Raad van
Bloemendaal opgeheven. De directie ontving als
schadeloosstelling een bedrag van 12.375. De
genoemde wegen zijn later aan de gemeente
Bloemendaal gekomen behalve de Elswoutslaan,
die in particuliere handen bleef en wat breedte
en verlichting aangaat nog steeds middeleeuwsch
is, al werd het middeleeuwsch verkeersobstakel,
de tol, al 25 jaar geleden opgeheven!
De Vereeniging voor Internationale Vriend
schap en Wereldvrede heeft een groot inter
nationaal zomerfeest georganiseerd, dat gehou
den zal worden te Haarlem op Zaterdagavond
28 Augustus a.s. in den Stadsschouwburg aan
het Wilsonsplein.
Het is aan het bestuur gelukt om de belang-
looze medewerking te verkrijgen van een aan
tal Nederlandsche kunstenaars. Onder hen
zijn Jan Musch, die zal declameeren, het kwar
tet Helène Ludolph, Ans Stroïnk, Michel Go-
bets en Otto Couperus zal klassieke werken uit
voeren, de pianist Gerard Hengelveld zal den
avond openen, terwijl de bekende danseres An-
kie Heukers een belangrijk deel van het pro
gramma zal verzorgen. Ten slotte zijn er nog
de pianisten Nelie de BockVerdel en Piet
Halsema, die een aantal duetten zullen uit
voeren.
De kaartverkoop is thans ingezet; 740 plaat
sen kunnen bezet worden.
Tal van vooraanstaande personen uit het
openbare leven zullen worden uitgenoodigd.
Enkele liefhebbers van het beiaard-spel hebben
de Stichting „Haarlems Bloei" in de gelegenheid
gesteld opnieuw een beiaard-concert te organi-
seeren.
Dit concert zal, behoudens nadere goedkeuring
van het gemeentebestuur, worden gegeven op
11 September a.s. van 89 uur des avonds op
het carillon van de Groote Kerk door den be
kenden beiaardier den heer Timmermans uit
Rotterdam.
's Morgens om 7 uur reveille door twee
muziekcorpsen. Opstelling Stationsplein en Gr.
Houtbrug.
Vanaf de Dreef zal des morgens om 10 uur
een groote parade gehouden worden, waaraan
80 paarden en ruiters deelnemen. De route is als
volgt: Dreef, Houtplein, Gr. Houtstraat, Gr.
Markt, waar gedéfileerd en door de autoriteiten
inspectie gehouden wordt.
Om kwart over 10 verder in draf door Jans
straat, Jansweg, Kennemerplein, Frans Hals
plein, Schoterweg, Cronjéstraat, Julianaplein,
Soendajrtein, Rijksstraatweg, Zaanenlaan, Mar-
nixstraat, Stuyvesantstraat, Jan Haringstraat,
Kleverlaan, Kleverparkweg, Brederodestraat,
Verspronckweg, Schotersingel, Statenbolwerk,
Kruisweg, Kruisstraat, Barteljoriss'traat, Zijl
straat, Zijlvest, Wilhelminastraat, Koninginne
weg, Stolbergstraat, Julianastraat, Lorenzplein,
Iordensstraat, Wagenweg, Spanjaardslaan, Lin-
neusslaan, Kl. Houtweg, Paviljoen, einde.
Concert Gr. Markt van 2half zes. Om 2 uur
muzikale omgang vanaf Kennemerplein.
Om half 3 uur omgang vanaf Stationsplein.
Om 4 uur omgang Gr. Markt.
Om half 5 uur omgang vanaf Gr. Markt.
Om 7 uur omgang Stationsplein. Om half 8
uur omgang Gr. Houtbrug en vanaf Gr. Markt.
Om half drie precies op het Paviljoen concours
hippique.
Voor leden van „Koninginnedag" bestaat,
zoolang als er plaatsen beschikbaar zijn, gele
genheid om plaatsen te bespreken op vertoon
van diploma 1937 op Maandagavond van 810
uur in het gebouw „St. Bavo", Smedestraat.
Concert van 8half 12 uur Gr. Markt.
Om 9 uur ballet van Tilly Sylon met mede
werking van de H. O. V. op het terrein voor het
Paviljoen.
Om 9 uur muzikale omgang vanaf Gr. Markt.
Om 10 uur omgang vanaf Gr. Markt.
Buiten de concerten om, zal er van den toren
van de Groote Kerk mechanische muziek ten
gehoore worden gebracht, hetgeen een nieuwig
heid is.
Er bestaat ook gelegenheid voor leden van
„Koninginnedag" op vertoon van diploma 1937
plaats te bespreken voor het ballet op dezelfde
plaats en tijd.
DONDERDAG 26 AUGUSTUS
Programma 1: Hilversum 2.
Programma 2: Hilversum 1.
Programma 3: 8.00 Keulen; 9.50 Pauze; 10.05
Keulen; 10.20 Deutschl. sender; 11.05 Pauze;
11.10 Parijs Radio; 12.35 Ned. Brussel; 2.20
Keulen; 3.05 Droitwich; 3.35 London Regional;
4.30 Keulen; 7.35 Parijs Radio; 8.20 Keulen; 9.20
Fr. Brussel; 10.50 Weenen.
Programma 4: 8.00 Ned. Brussel; 9.20 Diversen;
10.35 London Regional; 3.35 Droitwich; 10.20
Ned. Brussel; 10.45 London Regional; 11.20
Droitwich.
Programma 5: 8.007.00 Diversen; 7.00 Eigen
gramofoonplatenconcert: Jazz, Zang, Piano.
1 Heebie, Jeebies, 2 Mr. en Mrs. is the name, 3
Piano Medley 12, 1, 4 Moaning for you, 5 Liza,
6 Piano Medley 14.1, 7 Mood Indigo, 8 The way
you look to night, 9 Piano Modley, 10 Flirtation
Walk, 11 Rockin Chair, 12 Piano Medley 12.2,
13 My future just gandy passed, 14 One sweet
kiss, 15 Piano Medley 2, 16 A fine Romance, 17
Louisiana Hayride, 18 Piano Medley 14.2; 8.00
12.00 Diversen.
Er wordt een orgelconcert gegeven in de
Groote of St. Bavokerk op Donderdag 26
Augustus 1937 des namiddags van 34 uur
door den heer George Robert.
Het programma luidt:
1 Komrn Gott, Schöpfer, heil'ger Geist,
J. S. Bach.
2 Preludium en Fuga b.kl.t., J. S. Bach.
3 Ave Maris Stella, M. Dupré.
(2 versetes)
4 Improvisatie over een Poolschen kerkzang,
M. Surzijnski.
5 Andantino b maj., C. Franck.
6 Toccata, Th. Dubois.
Vr. v. mej. C. C. H. te Haarlem-Noord:
Antw.: Wendt u tot den Raad van Arbeid,
afdeeling ziekteverzekering, Staten Bolwerk,
Haarlem.
Vr. 1: Bestaat er in Haarlem een R.K. Zwem-
vereeniging mét een aparte dames-afdeeling?
2. Tot wien moet ik mij wenden voor inlich
tingen?
Antw.: 1. Ja; 2. Wendt u om inlichtingen tot
den secretaris den heer A. Senden, Zaanen-
straat 55, Haarlem.
Vr. 1: Hoe kan ik een gummi-regenjas was-
schen, verven en weer waterdicht maken?
2. Moet bjj die behandeling de voering ver
wijderd worden?
Antw. 1Glad op tafel leggen. Goed met lauw
zeepsop en boender boenen. Twee maal warm
water naspoelen. Geheel glad in den wind of op
den tocht laten drogen.
2. Neen.
IJMUTDEN, 25 Aug. Rijksvischafslag. Tarbot 78
92 cent per kg. Griet 18.0030 per 50 kg. Tong
I.151.50 per kg. Zetschol 22.0027, kleine Schol
7.5022, Bot 6.5016, Schar 3.10—4.80. per 50
kg. Rog 18.00 per 20 stuks. Kl. midd. Schelvisch
II.5024, kleine Schelvisch 4.009 per 50 kg.
Kabeljauw 33.0070 per 125 kg. Gullen 4.9019
per 50 kg. Leng 1.75—1.85 per stuk. Heilbot 1.15
per kg. Wijting 2.403.20 per 5o kg- Koolvisch
4560 cent per stuk. Makreel 4.507 per 50 kg.
Versche Haring 2.754.20 per kist.
van de Woensdag aan den Rijksvischafslag aan
gekomen
stoomtrawlers
Carolina 775 manden 3760.—, Christine 480
manden 2540.Catharina Duyvis 525 manden
2600Martha 110 manden 1790.IJsselmond
540 manden 2500.Penelope 65 manden 1299.
Limburgia 430 manden 2230.Petten 550 man
den 2700.—, Witte Zee 450 manden 2280.—, Raaf
85 manden 1450.Aneta 1250 manden 3650.
LOGGERS
K.W. 104 640.K.W. 46 350.
Nieuwe Haarlemsche Courant