DE STEM DER BISSCHOPPEN EEN JAAR IN HET WOUD KONINKLIJKE FAMILIE TE KAMPEN ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1937 Ned. Heidemaatschappij Samenwerking met de overheid dringend gewenscht H. M. bezichtigde de Piet Hein, waarna een tochtje op den IJssel werd gemaakt Invoer van rundvleesch uit Denemarken Verruiming van de handels betrekkingen kath. wetenschappelijke VEREENIGING Bezoek aan de Frans Hals tentoonstelling te Haarlem De brand op de Kota Agoeng Post gedeeltelijk verloren gegaan Conversie van Indische leeningen? Project tot conversie van alle Indische 4 pCt. leeningen in 3 pCt. obligaties gereed De Periodieke Pers jubileert Tentoonstelling in Pulchri Studio te Den Haag Hou toch op met dat gefluit, je maakt m« toch f N Vy Ernstige aanrijdingen Drie zwaargewonden te Den Haag DE REDDINGMEDAILLE Viering zilveren jubileum op 28 September Ondersteuningsgelden gestolen Vierhonderd gulden uit geldkist verdwenen Ongevallenverzekering Verdrag tusschen Nederland en Zwitserland STRAATROOF TE HAARLEM OPNIEUW VOOR HET HOF Het weer blijft nog wisselvallig Toch zijn de vooruitzichten niet geheel en al ongunstig UIT DE STAATSCOURANT Onderscheidingen Economische Zaken Bevel over schepen Bevordering practische vakbekwaamheid Aanvullend avondambachts- onderwijs DOOR PAUL KELLER Krügel is bij mij in huis ingetrokken. Ik heb het primitieve leven der Kaja Kaja's van Nieuw Guinea. Door een tot in onderdeelen systema tisch uitgewerkt betoog ontstond voor de hoor ders een uitstekend beeld van het Steenen Tijdperk, waarin zich de primitieve cultuur van dit volk nog heden bevindt. Vervolgens toonde spr. aan hoe de invoer van het ijzer, sinds de laatste decennia, bij den huidigen stand van hun ontwikkeling geen ontwikkeling, geen vooruit gang vermag te brengen. Een verdere doorwer king van den arbeid, door bestuur en missie aan deze menschen besteed, zal hieraan voor af moeten gaan. De velerlei opmerkingen over godsdienst, mo raal, hygiëne, taal, familieleven enz. der Kaja-Kaja's, waarmede spr. zjjn voordracht verrijkte, gaf aan het geheel een nog grootere belangwekkendheid. In de te Enschede voortgezette vergadering van de Ned. Heide-mij. zijn de aftredende be stuursleden jhr. W. H. de Beaufort, mr. J. P. baron Van Haersolte, mr. J. C. A. M. van de Mortel en H. D. Louwes, herkozen, terwijl in de vacature, ontstaan door het overlijden van den heer A. W. J. J. baron Van Nagell, is geko zen jhr. G. P. van Tets van Goidschalxoord. Geheel onverwacht zijn Vrijdagmiddag tegen half zes H.M. de Koningin, Prinses Juliana en Prins Bernhard te Kampen aan gekomen, alwaar H.M. de „Piet Hein" kwam bezichtigen. Het jacht had reeds sinds Vrijdagmorgen half tien aan de IJsselkade gelegen. Den ge- heelen dag stonden drommen belangstellenden de komst van de Koninklijke familie af te Wachten. Onder luid gejuich der menigte begaven de vorstelijke personen zich aan boord. Na een korte bezichtiging vertrok het jacht voor een tocht. De auto's bleven op de kade staan. Na een tocht van drie kwartier op den IJssel in de richting van het Keteldiep, kwam het jacht terug. Het aantal belangstellenden was inmiddels grooter geworden. Onder luid gejuich betrad de Koninklijke Familie de kade, om weldra weer in den auto plaats te nemen en den te rugtocht naar Het Loo te aanvaarden. In de stad reed de auto zeer langzaam, het geen door de bevolking werd gewaardeerd. Hartelijk wuivend verlieten de vorstelijke per sonen Kampen. He minister van Economische Zaken heeft ten Vervolge op de beantwoording van vragen van het Christ-Hist. Tweede Kamerlid Weitkamp, betreffende den invoer van rundvleesch uit De nemarken nog medegedeedl, dat het hem bekend 13 dat het besluit der regeering om voor 1937 oen invoer van 3.600.000 K.G. rundvleesch uit Denemarken toe te staan in landbouwkringen °t critiek aanleiding heeft gegeven. He minister is ter nadere toelichting van het bedoelde besluit der regeering bereid mede te deelen, dat het toestaan van dezen invoer zijn oorzaak vond in dén wensch tot een Verruiming van de handelsbetrekkingen tusschen Denemar ken en Nederland te geraken, waardoor een aan zienlijke uitvoer van Nederlandsche producten niet name ook van sierteeltproducten, mogelijk Werd. De regeering verwachtte daarbij, dat de Nederlandsche rundvleeschmarkt stabiel zou blijken om dezen invoer, welke ten slotte niet meer bedraagt dan 1 pCt. van de totale vleesch- consumptie in 1936, te verdragen, welke ver- Wachting blijkens het marktverloop gedurende den laatsten tijd niet ongegrond is geweest. Gezien het geringe percentage, dat de onderhavige invoer van de totale vleesch- consumptie uitmaakt kan in dezen niet van een maatregel gesproken worden, die het landbouwbedrijf in ongunstigen zin zou kunnen beïnvloeden. He Minister is eveneens van oordeel, dat niet getracht moet worden de bedrijfsresultaten van de slagers te verbeteren door maatregelen, welke de prijzen der koeien omlaag drukken. He Letterkundige Afdeeling van de Katho lieke Wetenschappelijke vereeniging hield dezer dagen haar zomervergadering te Haarlem. In den ochtend kwamen de leden bijeen in het Frans Halsmuseum, waar zjj werden ont vangen door den directeur G. D. Gratama, en Jhr. Dr. J. L. A. A. M. van Rijckevorsel. Deze laatste had met bereidwilligheid de taak op zich genomen het gezelschap rond te leiden langs de tentoonstelling. Na een korte inleidende beschouwing over de In menig opzicht nog duistere levenshistorie van Frans Hals waarbij spr. met name wees °P de Zuidelijke afkomst van den schilder, Waarin het barokke in Hals' werk ten deele zijn verklaring vindt en op de bewering, dat Hals protestant zou zijn geweest, welke bewering door de ons bekende feiten geenszins voldoende Wordt gemotiveerd ving de rondwandeling over de tentoonstelling aan. De deelnemers hebben hierbij in overvloedige mate van de Hjnzichtige voorlichting door hun gids mogen Profiteeren. In de middagvergadering voerde Pater H. v^eurtjens, M.S.C. het woord over Het Moderne Steenen Tijdperk. In een zeer levendige en persoonlijke voor dracht, gebruik makend van tal van typische gebruiksvoorwerpen, welke hij na uitleg onder tie aanwezigen liet circuleeren, schetste spr. Volgens bij het hoofdbestuur der P.T.T. te Den Haag ontvangen inlichtingen heeft de vuurhaard op de „Kota Agoeng" gewoed in de mailkamer. Een gedeelte van de brie ven- en pakketpost is verbrand. In welke mate de post door den brand is verloren gegaan, is nog niet bekend. Naar het „Handelsblad" meedeelt, ligt er op het oogenblik op het Departement van Kolo niën een project gereed voor de conversie van de 4 pet. Indische leeningen. Hoewel er in den breede is gesproken over de mogelijkheid, om aan een nieuwe conversie- leening, hetzij een Nederlandsche of een Indi sche, bepaalde, bijzondere voorwaarden te ver binden, die aan de houders een zekere compen satie zouden kunnen bieden, indien de rente voet later omhoog mocht gaan (b.v. de bepaling van een oploopende rente na verloop van tijd), schijnt men dit denkbeeld te hebben losgelaten. Naar het blad verneemt, zou bij de conver sie tot het 3 pet rentetype worden overgegaan en zou de looptijd der nieuwe leening tusschen 30 en 40 jaar liggen. Daar de koers der bestaan de 3 pet. Indische 'leening van 1937 thans on geveer 97% bedraagt' ligt het voor de hand, dat de uitgifste slechts zal kunnen plaats vin den met een min of meer belangrijk disagio. Een dergelijke leening is bij het publiek waar schijnlijk het meest gevfxtd, omdat zij den houder in geval van een laag blijven van den rentestand of een nog verdere daling de mo gelijkheid van eenig koersavans opent. Hoewel het plan, zooals gezegd, gereed moet liggen, is het mogelijk, dat met de aankondi ging nog even gewacht wordt totdat de inter nationale toestand eenigermate is opgeklaard, Aan het bovenstaande kan nog worden toe gevoegd, dat de conversie-operatie waarschijn lijk in haar geheel zal plaats vinden, d.w.z. voor alle leeningen tegelijk. Het betreft dan een bedrag van ca. 950 millioen. Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan der Vereeniging de Nederlandsche Periodieke Pers is Vrijdagmiddag in Pulchri Studio te Den Haag een tentoonstelling van circa 600 perio dieken en wetenswaardigheden op het gebied van papier, cliché-vervaardiging en adresseer- machines geopend door den waarnemenden burgemeester van 's Gravenhage, prof. ir. C. L. van der Bilt. Onder de talrijke belangstellenden bevonden zich de heeren J. G. Pater als vertegenwoordi ger van den directeur-generaal der P.T.T., A. J. Lievegoed, chef van den regeeringspersdienst, P. Peereboom en mr. W. G. Veenhoven voor de vereeniging „De Nederlandsche Dagbladpers", J. Kuypers voor de R. K. Nederlandsche Dag bladpers, mr. Joh. J. Belinfante voor het „A.N. P." en mr. J. F. E. Belinfante voor „Aneta", mr. J. J. van Bolhuis voor den Ned. Journalis tenkring, G. P. Bon voor de R. K. Journalisten- vereeniging. De voorzitter der jubileerende vereeniging, de heer A. J. G. Strengholt, sprak een inleidend woord, waarin hij de aandacht vroeg voor de periodieke pers, die zooveel jaren voor anderen aandacht heeft gevraagd. Prof. ir. C. L. van der Bilt opende daarna de tentoonstelling, welke hij alleszins belangrijk noemde. Spr. memoreerde de verdiensten der vereeniging ten opzichte van de moeilijkheden der papierdistributie in oor logstijd. Voorts voerden nog het woord de heer Pater voor het hoofdbestuur der P.T.T., jhr. Mollerus voor het genootschap voor reclame, de heer S. Korthuis voor de federatie van Boekdrukkers patroons, de heer Koningsveld voor de Chemi- grafische Vereeniging en de heer Lehrbuch voor „De Provinciale Pers". Er waren vele bloemen. De commissie voor het nazien van de reke ning over 1936 rapporteerde, dat deze in uit stekende orde was bevonden. Ir. Roebroek, directeur-generaal van den Landbouw, schetste de groote beteekenis van de Ned. Heide-mij. voor den Nederlandschen Landbouw. De Heide-mij. wacht nog een groote taak op het gebied der ontginningen en verbe tering van cultuurgronden. Drie zaken nood zaken hieraan bijzondere aandacht te besteden, n.l. Ie. de uitgroei van den boerenstand, 2e. een blijvende werkverruiming wordt hierdoor op het platteland geschapen, 3e. de economische weerkracht wordt er door versterkt in tijden van gevaar. Nog steeds zijn er groote uitge strektheden woeste grond, welke op ontginning wachten. Ontwatering, ruilverkaveling en drai neering kunnen bovendien een groote verrui ming van cultuurgrond tot stand brengen. In dit verband wees spr. er op, dat de graan oogst nog steeds een zwak punt is voor Neder land. Samenwerking tusschen overheid en Ned. Heide-mij. is dringend gewenscht. Spr. deelde tenslotte mede, dat de minis ter van Economische Zaken thans niet aan wezig kon zijn. Z. Exc. hoopt echter de vol gende vergadering bij te wonen. De directeur van het Staatsboschbeheer, dr. Van Steyn, zeide steeds te zullen streven naar een zoo goed mogelijke samenwerking. De heer J. H. van Heek (Enschede) richtte worden van hulde tot dr. Lovink voor hetgeen deze ook in het verleden voor de Ned. Heide- mij. heeft gedaan. De heer Jordens (Deventer) bepleitte open stelling van de landgoederen voor de leden der Ned. Heide-mij. De voorzitter zegde onderzoek toe. Hou zenuwachtig. Het Comité van Katholieke Actie „Voor God" schrijft ons: De gaafheid van het religieuse leven is essentieel voor een volk en het zou dwaas zjjn zeer zeker in Nederland geen ge hoor te geven aan de stem der Bisschoppen. Aan de Kerk valt niet te tornen. Benito Mussolini. De G.GD. te Den Haag moest in den loop van Vrijdag bij een aantal verkeersongelukken assistentie verleenen. Twee van deze ongelukken hadden zeer ernstige gevolgen. Het eerste ongeluk gebeurde Vrijdagochtend 10 uur, toen in de Wouwermanstraat een taxi in botsing kwam met een particulieren auto. De botsing was zoo hevig, dat de 55-jarige heer G. V., wonende in de Vin Breestraat te Amster dam, die in de taxi zat, met ernstige verwon dingen naar het ziekenhuis aan den Zuidwal moest worden vervoerd. Zijn toestand is zeer ernstig. Zijn 13-jarig zoontje, dat naast hem zat, kreeg een hersenschudding en werd even eens naar het ziekenhuis gebracht, vanwaar het later naar huis is teruggekeerd. Het tweede ongeluk gebeurde Vrijdagmiddag half twee aan de Sportlaan. Bij het nemen van een bocht viel de 23-jarige J. B. uit Poeldijk van een vrachtauto. De man werd met een schedelbasisfractuur opgenomen en is in zeer bedenkelijken toestand naar het Roode Kruisziekenhuis vervoerd. Het was 1 Juli 1.1. 25 jaar geleden, dat de vereeniging ,,De Reddingmedaille" werd op gericht, waarna zij 28 September d.a.v. konink lijk goedgekeurd werd. Dit feit zal op 25 September a.s. in de groo te zaal van „De Seinpost", te Den Haag fees telijk worden herdacht. Voor dezen feestavond is een eere-comité ge vormd, waarin zitting hebben: jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek, Commissaris van de Konin gin in Zuid-Holland, mr. S. J. R. de Monchy, burgemeester van 's-Gravenhage, mr. J. B. Kan, minister van Staat, mr. dr. K. J. Frede- riks, secretaris-generaal bij het departement van Binnenlandsche Zaken, jhr. mr. A. M. Snoeck Hurgronje, secretaris-generaal bij het departement van Buitenlandsche Zaken, N. G. van der Mey, hoofdcommissaris van politie te 's-Gravenhage en mevrouw S. J. E. van Lier— Enthoven. Op genoemden datum zal van 2—5 uur door het bestuur van de jubileerende vereeniging ge recipieerd worden in den foyer van „De Sein post". 's Avonds zal de Scheveningsche tooneel- vereeniging ,,T. O. V." het bekende tooneel- stuk „Het Witte Paard" opvoeren. Tevens zul len een vijftal leden der vereeniging, die een kwart eeuw lid zijn, worden gehuldigd. Uit een ijzeren geldkist, welke was opge borgen in het kantoor van de gemeentelijke arbeidsbeurs aan de Lange Boonestraat te Maassluis is een bedrag van ongeveer vier honderd gulden ontvreemd. Het geld was bestemd voor de uitkeering aan ondersteunden van het Burgerlijk Arm bestuur, welke uitkeering Vrijdagavond om zeven uur zou geschieden. De penningmeester van het B. A. had het geld Vrijdagmiddag bi) den gemeente-ontvan ger in ontvangst genomen en naar het gebouw van de arbeidsbeurs gebracht, waar het in een kast werd weggesloten. Toen hij de geldkist opende, was de inhoud verdwenen. De onder steunden werden heengezonden met net ver zoek hedenmiddag terug te komen. Het onderzoek wordt ten zeerste bemoeilijkt, doordat elk spoor omtrent dezen diefstal ont breekt. Het personeel van de arbeidsbeurs was om vijf uur naar huis gegaan, waarna het gebouw, dat alleen staat, geheel verlaten was. Ingediend is een ontwerp van wet, hou dende goedkeuring van het op 27 Januari 1937 te Bern tusschen Nederland en Zwit serland gesloten verdrag betreffende onge vallenverzekering. Aan de memorie van toelichting ontleenen Wij: Het toenemend verkeer in het bijzonder het scheepvaartverkeer langs den Rijn met Zwitserland doet de behoefte gevoelen om met dat land te komen tot een regeling van de be trekkingen der beide landen tot elkander qp het gebied der wettelijke ongevallenverzekering, zooals zulks op dit gebied reeds is geschied tus schen ons land en Duitschland en België. Deze regeling is nedergelegd in het verdrag, waarvan de tekst als bijlage is gevoegd bij het onderhavige wetsontwerp tot goedkeuring van dat verdrag. De inhoud van het met Zwitser land gesloten verdrag is vrijwel gelijkluidend aan dien van het met België gesloten verdrag, goedgekeurd bij de wet van 18 Februari 1922. Het verdrag berust op het territorialiteitsbe ginsel, op welk beginsel uitzondering is ge maakt: le. voor personen, die ten behoeve van een in het land hunner woonplaats gevestigde on derneming in het andere land werkzaam zijn, en 2e. voor het zich bewegend deel van een in een der beide landen gevestigde transport onderneming. Een handelsreiziger stond voor het Amster- damsche Hof terecht, verdacht van straatroof. Deze zaak is reeds herhaaldelijk voor geweest; de laatste maal werd de behandeling geschorst om nog een getuige te hooren, die verd.'s alibi zou kunnen bevestigen. In gezelschap van een vriend had verdachte op 3 Maart van het vorige jaar een handtasch aan een onderwijzeres ontrukt. Zij had eenige oogenblikken tevoren haar salaris bij een bank te Haarlem geïncasseerd. In de buurt van het bankgebouw bad het tweeetal een auto gepar- keeerd en om de beurt waren zij naar binnen gegaan om uit te kijken naar een slachtoffer. Toen de dame buitenkwam maakten zij een kleinen omweg en reden haar met den auto tegemoet. Op een stille plaats zou de verdach te, die thans terecht stond, zijn uitgestapt en haar het taschje hebben ontrukt. Enkele dagen later zijn zij te Bilthoven aan gehouden na een diefstal van benzine. Het nummerbord bleek valsch. Door den politie deskundige konden echter de overgeschilderde werkelijke nummers weer te voorschijn worden gebracht. Het bleek, dat beide mannen ook debet waren aan een straatroof te Den Haag. Zij werden daar tot zware straffen veroordeeld. De ver dachte hoorde zich daar door het Hof te 's Gra venhage tot twee jaar veroordeelen. Voor de Haarlemsche berooving kreeg hij anderhalf jaar. Van dit vonnis stond hij thans in hooger be roep terecht. De man, een nog jeugdig handels reiziger, ontkende. De getuige, die thans zijn alibi zou kunnen bewijzen en die zou kunnen verklaren, dat het verhaal van den medever dachte niet klopt (deze bekende) wist over den dag en het uur, waarop de overval was ge pleegd, weinig te vertellen Verdachte hield vol, dat hij op 3 Maart in Door verschillende veranderingen en verschijn selen is deze week een groote wijziging geko men in den algemeenen weerstoestand, die grooten invloed heeft op de weersgesteldheid in ons land en de vooruitzichten voor de eerstvolgende dagen. In de eerste plaats valt op te merken, dat zich al eenigen tijd over een groot gedeelte van Europa een gebied van hoogen druk uitstrekte, waarin vooral sedert de vorige week het weer veel was opgeklaard. Dit gebied van hoogen druk, dat wij gerust mooi weer-gebied kunnen noemen, breidde zich aan het begin der week over Centraal-Europa uit, hetgeen een zeer gunstige omstandigheid is voor de weersgesteld heid in ons land, daar wij by verdere ontwik keling konden rekenen op mooi Septemberweer. Tot zoover ging het dus heel goed met de ontwikkeling van den algemeenen weerstoestand. De laatste dagen is er echter een verandering gekomen in ongunstigen zin, doordat de de pressies, die altijd in het Noordwesten voorbij trekken en die het weer in West-Euroga wei nig storen, wanneer zij veraf blijven, hoe lan ger hoe meer in de richting van het Vasteland hun invloed doen gelden en ten slotte het weer in geheel West-Europa veranderden, dat hier door van rustig in omstuimig en wisselvallig overging. Tegelijk werd het gebied van hoogen druk over Centraal-Europa naar het Zuiden teruggedrongen, waardoor de kansen op stil Septemberweer veel kleiner zijn geworden al zijn zü nog niet geheel van de baan. Maar wanneer eenmaal een rustige weerstoestand overgaat in een onrustige of onstuimige, is daar weer niet zoo gauw een einde aan en moeten wij voorloopig rekenen op het voort duren van den nieuw geschapen weerstoestand, die tamelijk veel wind en sterke afwisseling in bewolking ten gevolge heeft. Overigens is het altijd moeilijk, lang van te voren te zeggen, hoe het verder verloop zal zijn. Hoe het weer aan het einde der week en bondag zal zijn, is thans heel moeilijk te zeggen. Zooals gezegd, zijn alle kansen op het rustige Septemberweer niet verkeken, maar als het terugkeert, zal dit wel niet vóór Zondag zijn. Het weer zal nog wel eenigen tijd wisselvallig blijven met sterke afwisselingen in de bewolking, met veel kans op onweer en korte regenperioden, met vrij veel wind en een temperatuur, die vrijwel normaal voor den tijd van het jaar is. Hooge zomer temperaturen zijn nu niet da delijk te verwachten, bij helder weer nog zeer koele nachten. Over het geheel genomen zijn de voor uitzichten dus nog niet zeer ongunstig. (Nadruk verboden) H<Mn was en dus nooit een overval te Haar lem kon plegen. De procureur-generaal, mr. "dr. D. Reilingh, achtte het bewijs uit de getuigenverklaringen bewezen. De medeverdachte heeft een volledige bekentenis afgelegd en verd. als zijn mededader aangewezen. In verband met het langdurige voorarrest re- quireerde spr. een gevangenisstraf voor den tijd van een jaar en twee maanden, daarbij ook re kening houdende met het vonnis, dat verdachte nog moet ondergaan voor het misdrijf te Den Haag gepleegd. Arrest 17 September. Toegekend de aan de Orde van Oranje-Nas- sau verbonden eere-medaille in brons aan C. Hop, schilder bij de N.V. Alkmaarsche IJzer en Metaalgieterij, te Alkmaar. Benoemd tot ridder in de Orde van Oranje- Nassau P. J. Hamers, te Amersfoort, mede directeur van de Vereenigde Nederlandsche Ta- pijtfabrieken te Hilversum. Benoemd tot ridder in de Orde van Oranje- Nassau A. E. Langenhorst, directeur van de R. K. Landbouwwinterschool, le secretaris van de Landbouwtentoonstelling Hulst 1937, te Hulst. Benoemd tot ridder in de Orde van Oranje- Nasau dr. J. Weener, predikant bij de Neder- duitsch-Hervormde gemeente te Haarlem. Met ingang van 1 October 1937 bij het depar tement van Economische Zaken bevorderd tot referendaris in vasten dienst mr. H. C. Schok ker, thans hoofdcommies. Bij K. B. van 1 September 1937 is met ingang van 16 September 1937: le de kapitein ter zee H. Jolles eervol ont heven van het bevel over Hr. Ms. pantserschip Hertog Hendrik en het bevel over dien bodem opgedragen aan den kapitein-luitenant ter zee L. F. Klaassen; 2e de kapitein-luitenant ter zee L. F. Klaas sen eervol ontheven van het bevel over Hr. Ms. instructieschip Schorpioen en dit bevel opge dragen aan den kapitein-luitenant ter zee J. Varkevisser. De opleving in het bedrijfsleven maakt de vraag bijzonder belangrijk, in hoeverre de oud leerlingen van de ambachtsscholen voor hun toekomstige taak berekend zullen zijn. Telkens meer dringt het besef door, dat aanvullend on derwijs in werkplaats-practijk voor in het be drijfsleven werkzame jongelieden van 14 tot 24 jaar zeer wenschelijk is. Het blijkt namelijk voortdurend, dat in te genstelling met vroegere toestanden de voort gaande specialiseering in vele bedrijven en werkplaatsen en het gebruik van in massa voortgebrachte artikelen en onderdeelen in an dere bedrijven het den leerling en den halfwas steeds moeilijker, zoo niet onmogelijk maken, zich gedurende de dagtaak in allerlei werk zaamheden en handgrepen- van zijn vak vol doende te bekwamen. Zoodoende ontgaat hem een kans, om in zijn beroep vooruit te komen. Voor een plaats in het arbeidskader, als baas, voorman, mees terknecht, opzichter of voor zelfstandigen pa troon kan hem de weg afgesneden zijn. Ook zal hem dan de toegang tot het leeraarschap bij het nijverheidsonderwijs versperd zijn. Bij verandering in de werkwijze in zijn vak loopt hij gevaar, uit het productieproces te worden gestooten. Niet alleen de jonge vak man, maar niet minder de gemeenschap heeft belang bij de mogelijkheid tot ontwikkeling van de vakbekwaamheid en de handvaardig heid. Dit geldt voor het platteland, zoowel als voor vele takken van industrie. De technische ambachtsman op het platteland b.v. moet van allerlei markten thuis zijn. v In vele industrieën en bedrijven openen zich kansen voor jongelieden, die grootere prac tische vakbekwaamheid blijken te bezitten dan die welke in de dagelijksche routine in massa- of seriefabricage verkregen kan worden. Voor vele en velerlei beroepen en ambachten opent het aanvullend ambachtsonderwijs mo gelijkheden, welke bij juiste toepassing door de nijverheidsschoolbesturen aan vele jongeren en aan vele bedrijven ten zegen kunnen strekken, en die ook voor de versterking van de econo mische weerkracht van ons volk van belang zullen blijken. De in verband met de vestigingswet te stellen eischen zullen het belang van dit aanvullend en practijkonderwijs nog vergrooten. In 1936 heeft de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen voor dit onderwijs „richtsnoeren" vastgesteld, die sindsdien reeds aanleiding geweest zijn voor verscheidene am bachtsschoolbesturen om stappen te doen, ten einde dergelijk onderwijs aan hun ambachts scholen te verbinden. De overheidskassen ver goeden ingevolge de Nijverheidsonderwijswet het geheele bedrag der netto-kosten. Het Rijk draagt 70 pCt. bij en de gemeenten, waar de leerlingen wonen, samen de overige 30 pO*. Naar het schijnt, aarzelt hier en daar nog een ambachtsschoolbestuur om tot den inlei denden stap over te gaan. Voor de in practijk werkzame jongeliede*». die vakteekenen, aanvullend theoretisch alge meen vormend en vakonderwijs wenschen te volgen, is reeds sedert vele jaren ruimschoots gezorgd. Voor dergelijk onderwijs zijn over het geheele land o.a. 311 ingevolge de Nijverheids- onderwijswet gesubsidieerde avondnijverheids scholen voor jongens met ongeveer 33.000 leer lingen werkzaam. De gelegenheid tot aanvul lende oefening in de practijk ontbrak veelal. Voor de jongelieden van verschillende vak groepen bestaat de mogelijkheid, met behulp van dit aanvullend practijkonderwijs waarde volle vakdiploma's te verwerven, zooals die van de vereeniging ter veredeling van het ambacht, de vereeniging voor electrotechnisch vakonder wijs, enz. Voor de ambachtsscholen zelf kan nog een bijzonder voordeel worden verwacht, namelijk een gunstige wisselwerking tusschen practijk en school. 45 In zijn verdedigingsrede voerde hij aan, dat hij den ambtenaar niet had wil len krenken, maar slechts critiseeren; ieder een had het in deze zaak bij het verkeerde eind gehad; zijn eigen detecive-pogingen en die van mijnheer Hubertus waren eveneens idioot ge weest. Zoo offerde hij zichzelf en mij op het zoenaltaar der gerechtigheid, maar hij ontkwam ®r niet mee aan een veroordeeling. De beleedig- de ambtenaar was iemand zonder humor en trok derhalve zijn aanklacht niet terug. Ue tweede rol, die Balthassar bij Krügel's in- Vrijheidstelling speelde, was werkelijk schooner en verheffender. Hij zelf is den ouden Kriigel m een koets met twee paarden aan de gevange nis gaan afhalen, terwijl hij te voren de vol gende bekendmaking aan het brandspuithuisje nad laten bevestigen: Attentie Onze dorpsgenoot Joseph Krügel werd on schuldig veroordeeld en bijna ten gronde ge acht. Hij heeft een vreeselijken tijd achtei den rug. onze gemeente moet hem bij zijn terugkeer een feestelijke ontvangst bereiden. Eere, wien eere toekomt, en wien komt meer eer toe dan hem, die onschuldig geleden heeft? Tot deze feestelijke samenkomst van de ge meente Zaterdag a.s. des avonds te zeven uur in de „Druiventros" noodigt u uit Balthassar, baljuw. De voordeur vn de „Druiventros" was met guirlandes versierd. In de zaal stond een ver sierde stoel. Biervaten waren gereed gezet. De heele gemeente was vereenigd. Een wagen reed voor. Balthassar betrad met den ouden Krügel de zaal. Eerst heeft hij zich met hand en tand tegen deze hem toegedachte hulde verzet. Bal thassar heeft hem toen bepraat en toen dat niet hielp, heeft hij hem onzacht toegebeten dat hij zich had te schikken en tegen geen staatsmacht verzet had te plegen als deze hem wilde huldi gen.» Met het gevolg, dat Krügel's schuchtere ziel heelemaal in elkaar kroop en hij zich alle hulde- en vriendelijkheidsbetuigingen willoos liet welgevallen. „Alleen niet meer opsluiten!" herhaalde hij telkens weer. Zooals eens op de beklaagdenbank, zoo zat hij nu op den omkransten eerezetel: als een hoopje ellende. Schuw spiedde hij om zich heen en schaamde zich klaarblijkelijk halfdood. Balthassar hield een toespraak: „En dan noemt men het hier nog een vredig wouddal. Het zou wat! Het is dit jaar bij ons toegegaan, dames en heeren.... ik wil niets an ders zeggen dan: dat het is toegegaan! In dit woord ligt alles besloten. Bij Indianen kan het niet woester toegaan. Maar hoe komt dat? Het komt van de menschelijke hartstochten, die steeds meer de overhand nemen, het komt van de toenemende oneerbiedigheid jegens de over heid en het komt omdat de zeden onzer voor vaderen niet genoeg meer in eere worden ge houden. Dames en heeren! Gij weet, wat Bianca voor iemand was en welken gruwelijken dood zij heeft gevonden. Het is niet aan ons, iemand te oor- deelen. Zij ruste in vrede! En gij weet, wat de houtzager voor iemand was. Ook hij ruste in vrede!" Toen knikte de oude Krügel met het hoofd en zei luid: „Ja!" De heele gemeente schrok; ook door Balthassar's lichaam ging een schok toen Krügel „ja" zei. Met weeke stem vervolgde Bal thassar: „En zoo willen wij diep in ons hart vrede sluiten en ook Emil Bönisch en Elisabeth Ranke en den schilder Werner Lohmann in vrede laten gaan. Zij zullen wel nimmer in ons wouddal te- rugkeeren; zij hebben hier gefaald, zij hebben hier geleden, zij moesten uit ons schoone woud wegtrekken, en het past ons niet, dat wij achter hun rug tegen hen te keer gaan; veeleer moeten wij denken aan datgene, wat goed in hen was en aan het feit, dat zij onze mede-gemeente naren waren, die vele vrienden bij ons telden. Vandaag hebben wij echter iemand in ons midden, wien een groot onrecht is aangedaan. Als het op oordeelen of afmeten van schuld aan komt, zijn alle menschen stumpers. Wij hebben ons allen vergist, niet slechts de heeren van het gerecht, maar ook ik en mijnheer Hubertus en, juffrouw Isenloh en jullie allemaal. Niemand heeft juist gezien; allen bevonden wij ons op een dwaalspoor. Maar dit heb ik geweten, en dit hebben de meesten van jullie geweten, dat onze oude brave Krügel geen misdadiger kon zijn, dat hij onschuldig was." Krügel brak hierop in snikken uit. „Nu, beste vader Krügel, huil maar niet; alles is nu immers terecht gekomen en weer goed ge worden; wij zullen er nu allen voor helpen zor gen, dat je in je geliefd woud een vreedzamen levensavond genieten kunt. Huil niet zoo vader Krügel, anders breng je me van de wijs. Je ziet 't, de heele gemeente is ter eere van jou hier aanwezig, allen hebben ze hun Zondagsche klee- ren aangetrokken, hoewel het pas Zaterdag is. Dat is allemaal ter eere van jou. En wij staan allemaal aan jouw kant, en het zal je aan niets ontbreken. Mijn beste mede-gemeentenaren! Het woud is een streng rechter; de schuldigen wijst het uit, die moeten den vreemde in of zelfs het graf in; de onschuldigen beschermt het en roept het tot zich terug. Vader Krügel was altijd een eenvou dig arm man, hem is in zijn leven weinig eer te beurt gevallen. Maar vandaag, nu wij hem weer in ons midden terug hebben, willen wij uitdrukking geven aan onzen eerbied voor den onschuldig gestrafte door ons van onze plaatsen te verheffen." De heele gemeente stond op. Alleen de oude Krügel zat, heelemaal in elkaar gezakt, op zijn stoel. een prettig kamertje voor hem laten inrichten. Mijn oude Mathilde zorgt voor hem. Hij leeft als in een droom en blijft dikwijls met knipperende oogen in het zonlicht staan. Eerst zoo'n woest leven en toen die gevangenis.... en nu zulk een vrede! Hij kan het wonder maar niet gelooven. Zelfs vrouw Sturz respecteert den ouden Krü gel en gedraagt zich zelden onbehoorlijk tegen hem. Ook zij is op de bijeenkomst in de .Drui ventros" geweest, heeft mijnheer Balthassar's redevoering gehoord en had zich „van haar plaats verheven." Dat vrouw Sturz eenigszins afgunstig is, ligt in haar aard. Zij heeft zich er over beklaagd, dat haar man zaliger ook eens onschuldig was opgesloten (acht dagen, wegens een vechtpartij); maar daar had zich destijds geen mensch druk over gemaakt. In de wereld is alles afhankelijk van de gunst der menschen! De oude Krügel zei me, dat hij graag alle soort werk wilde verrichten; hij wilde alleen geen boomen meer omhakken. Dat kon hij niet meer; dan zou het hem in zijn armen slaan. Ik begreep het wel; deze zoon van het woud had in de gevangenis zoo bitter naar het woud ver langd, dat hij het nu met geen bijl meer pijn kon doen. Er valt nog iets te vertellen over de geldkist, die Emil Bönisch na den brand in de heksen- keuken had gesmeten. De kist bevatte bijna achtduizend taler, hoofdzakelijk waardepa pieren. Wij moesten dien schat natuurlijk zien te vinden, hem voor Emil en Elisabeth behou den. Ik ben toen met Balthassar in de heksen- kloof afgedaald. De kloof is smal en diep en heeft loodrechte wanden. Wij moesten ons van lange koorden bedienen om er in af te dalen. Door vroegere klimpartijen in de Alpen bezat ik eenige routine en ervaring. Wij vonden niets, en reeds wilden wij weer naar boven klimmen, toen Balthassar, die nog steeds om zich heen speurde, zei: „Daarer is iemand vóór ons hier geweest, die de kist heeft meegenomen en die zoo vrien delijk was, een visitekaartje achter te laten En hij haalde tusschen het struikgewas en den rotswand een smoezelige speelkaart te voor schijn: klaveren zeven. „De oude vrouw Krügel?" „Ja! Dat mensch moet op de een of andere manier lucht hebben gekregen van den rijkdom, die hier lag. Maar wie heeft haar dat gezegd? Beslist geen levend wezen. Geen mensch wist er van, tenzij Emil Bönisch en wij beiden. Hoe is ze er dus achter gekomen? Door de kaarten? Weet u, ik krijg er dikwijls koude rillingen van als van iets demonisch." „Zij kan hier hebben gezocht naar bepaalde kruiden voor haar kwakzalverskunsten, en toen toevallig de kist bemerkt hebben. Dat zij ze toen meenam, ligt voor de hand." „Jawel, maar hoe is die vrouw beneden geko men? Wij zelf hebben de allergrootste moeite gehad!" „Zij zal er minder moeite mee hebben gehad dan wij. Ze is van kindsbeen af in het woud op gegroeid." (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 3