Het manifest van den Führer aller Duitschers V Op 10 September bestaat de N.L.S. tien jaar het primitief begin mÊÊÊÊ?K AARDSCHE GOEDEREN DE PARTIJDAG VAN NEURENBERG IN 1927 WOENSDAG 8 SEPTEMBER 1937 BUITENLANDSCH OVERZICHT „Blind vertrouwen" geëischt Wereldmissie-Zondag Oproep van Mgr. Costantini Het Prinselijk Paar HEREENIGING DER KERKEN Studiedagen te Nijmegen De brand op de Kota Agoeng Bartholomeuskerk te Schoonhoven Moeilijkheden na de restauratie HUIS- EN GRONDEIGENAREN WONING AFGEBRAND Organisatie opgebouwd Oude liefde roest niet Nieuwe perspectieven Congres Internationaal Chr. Vakverbond Neurenberg staat weer in de volle be langstelling der wereld. Hitier kwam aan in de stad van het jaarlijksche con gres der Nationaal-Socialistische Duitsche Ar beiderspartij. Het was triomfaal. Een Fransch Journalist laat in zijn blad dit drukken: „Hitier boet zijn solemneel entrée. In de lucht; vier honderd vliegtuigen van geriferaal Goering, in öe stad: een millioen menschen, in twee extra- treinen het corps diplomatique. Allen begroeten ben meester van het Rijk." Het fascistische Europeesche front wordt gesymboliseerd door be aanwezigheid van Italiaansche balilla en Spaansche phalanxisten-jongens naast de Hit- lerjeugd. Op de jeugd wordt de nadruk gelegd. Het is gewoonte geworden, dat op den ope ningsdag van het congres een manifest van ben Führer in diens tegenwoordigheid wordt voorgelezen. Dit manifest vormt de basis van het congres zonder debatten. Het geeft ook de leuze aan van het congres. Dit jaar luidt deze leuze; Partijdag van den arbeid, natuurlijk in verband met het vierjaren plan. Het manifest van dit jaar bracht geen verrassingen. Over het brandend vraagstuk van ben kerkstrijd zwijgt het geheel. De hier en baar rebelsche industrie en de ongehoorzame hoeren, die nog steeds graan aan hun vee voederen, kregen eenige zeer duidelijke „Winke bht dem Zaunpfahl". Er werd gedreigd met haasting van opstandige fabrieken en boer derijen door den staat. Over de buitenlandsche Politiek laat het manifest zich zeer sober uit. memoreert alleen de verhoogde beteekenis van de goede verstandhouding met Italië, de Vriendschap met Japan, zweeg van Polen en rangschikte Spanje niet onder de zeer be vriende staten. Natuurlijk weidt het manifest uitvoerig uit °ver de successen der nationaal-socialistische beweging en richt zich, naar gewoonte, tegen de in Duitschland niet meer bestaande sociaal- bemoeratische en communistische bewegingen, bie buiten Duitschland „een drama van den Waanzin" ontketenen. Duitschland kan rustig toeschouwer zijn, dank zij de kracht van het hationaal-socialisme. Er werden bij deze uiteen- Zettingen soms groote woorden gebruikt, maar óver het algemeen was het manifest van dit laar veel kalmer dan in vorige jaren. Op een paar punten willen wij de aan dacht vestigen. De Führer verklaarde, dat er in Duitschland een geheel eigen aardige omwenteling had plaats gehad door het optreden van het nationaal-socialisme. Andere zevoluties vernietigen de bestaande maat- schappelijke orde en doen alles verkeeren in 'n chaos. Het nationaal-socialisme liet de bestaan- ba orde bestaan, blies deze echter nieuw leven 111 door een élite van leiders te kweeken. Ieder- een, die er geschikt voor is, kan tot de hoogste athbten opklimmen. Dit is „een der groote feiten geworden van de geschiedenis van het ^uitsche volk." Hier komt weer eens duidelijk aan het licht de geboorte van het nationaal- socialisme uit burgerlijk milieu in staten zon- ber democratische sfeer. In het geboorteland Van Hitler, onder het autoritair bewind der ■^absburgers, was het uiterst moeilijk voor den Sewonen man, tot leidende kringen op te klimmen. Eie adel bezette de meeste posten. Zoo wilde ^6t de traditie. En dit was ook het geval in bet keizerrijk der Hohenzollern, vooral in den Srootsten bondsstaat Pruisen, waar zij als ko ningen zoo goed als absoluut regeerden. Niet- adelijjken of zij die niet stamden uit oer-oude atnbtenarenfamüies hadden geen kans in het openbare leven en in Pruisen waren alle lei bende posities weggelegd voor de Borussen, de adellijke oud-studenten van Bonn. Hitier be- r°emt zich er nu op dit veranderd te hebben en noemt deze „omwenteling", zooals wij zagen >.een der grootste feiten van de geschiedenis van et Duitsche volk." Hij vergeet dat in landen jnet democratische instellingen en vrijheden al- 6 leidende posities en regeeringsambten reeds eeUwenlang voor de „tüchtigsten" hebben open- Gestaan en nog openstaan. De democratie brengt bit zich zelf de élite voort. En in dit verband bloest de Führer zich eens verdiepen in de Geschiedenis der Katholieke Kerk, door den be- r°emden Engelschen historicus Macaulay eens "be zuiverste democratische inrichting der we- reld" genoemd, waar ook de nederigsten van aikomst door de eeuwen heen opklommen tot e zetels der bisschoppen, tot den troon der ausen. les beeit, be ter punten gaf Hitier aan als resulta ten van het nationaal-socialistische regi me. Ten eerste: het verdrag van Versail- Is dood. Inderdaad, voor het grootste ge- ,e is het dood, ofschoon het op verschillen- Punten, bijvoorbeeld op dat der koloniën, b°g ten volle vigeert. Dat Hitier zoo snel kon afrekenen met Versailles had hij echter te dan- en aan het geduldswerk van een Wirth, een resemann en een Brüning, die den weg der be vrijding hadden gebaand en reeds betreden Pheffing der annuïteiten en bevrijding van e.t bezette Rijnland). Hitier eischte de kolo- en terug. Dat is zijn goed recht. De wijze, ar°P hij den eisch echter motiveerde: mtschland heeft destijds zijn koloniën noch r°°fb noch gestolen" moet wel zeer pijnlijk onken hebben in het Abessijnsch-gevoelig oor n den spilpartner te Rome, die straks op vi- v' e m Duitschland komt. Uit de vernietiging an Versailles leidde Hitier het tweede resul- a H hameliik .dat Duitschland weer yrjijs en ook het derde, dat de garant der herwon nen vrijheid de eigen weermacht is. Accoord. Doch die vrijheid bestaat alleen in politieken zin. En het staat te bezien, of die politieke vrijheid onder alle omstandigheden gegaran deerd kan blijven worden door de weermacht, wanneer het economische leven door de zoo zware bewapening hoe langer hoe meer in de verdrukking raakt. Hier ligt voor Duitschland een uiterst gevaarlijke „circulus vitiosus". Het „Führerprinzip" blijft in vollen omvang gehandhaafd: „Overal en immer blijft één man verantwoordelijk". Dit verklaart Hitier uitdruk kelijk in zijn manifest en hij vraagt, vooral op economisch gebied waar de schoen het meest drukt „blind vertrouwen". Een eisch, die ont zettende verantwoording inhoudt. „Agentia Fides" meldt uit Rome, dat ter voorbereiding van den Wereldmissie-Zondag, die telkenjare op den voorlaatsten Zondag van October gehouden wordt, de secretaris van de Propaganda Fide, die tevens voorzitter is van het Pauselijk Liefdewerk van de Voortplanting des Geloofs, Mgr. Celso Costantini, een op roep heeft gericht tot de geheele wereld, om dezen Wereldmissie-Zondag nog beter te doen slagen dan vorige jaren. Met een beroep op het gebed en de offer vaardigheid van de geloovigen der geheele we reld besluit dit belangrijk schrijven. Een Chineesch Missiebisschop schreef aan de Propaganda: „Ondanks de moeilijke om standigheden waarin ons Vicariaat verkeert is de Missie-Zondag verleden jaar overal gevierd. Ondanks den uitersten nood, waarin onze chris tenen verkeeren, hebben zij toch nog 155 dollar bijeengebracht. Vele Chineezen hebben heel den dag niet gegeten, om hetgeen zij hierdoor be spaard hebben, aan de missie te kunnen afdra gen. Op dezen Zondag zal er geen enkele schoorsteen rooken: zoodoende had men 10 dollar uit den mond gespaard." meensche theologie en liturgie, terwijl des avonds Prof. Dr. M. A. van den Ouderijn O.P. uit Fribourg een inleiding hield over de Mechi- taristen en hun werk. Woensdag, tweede dag, werd ingezet met een plechtige H. Mis volgens den Armeenschen Ritus, opgedragen in de Carmelietenkerk van St. Augustinus, O. L. Vr. van den Carmel. De tweede Lustrum-herdenking werd gehou den in het St. Canisiushuis. Prof. Dr. Titus Brandsma O. Carm. gaf een historisch over zicht. Z. H. Exc. Mgr. Dr. Jan Olaf Smit uit Rome sprak de feest-herdenkingsrede uit. Naar Soestdijk terug Prinses Juliana en Prins Bernhard zijn heden per auto van het Loo naar het paleis te Soest dijk teruggekeerd. Dinsdagnamiddag zijn in hotel Bellevue te Nijmegen de jaarlijksche Studiedagen van de Hereeniging der Kerken geopend met een in leidingswoord van den voorzitter der Studie club Prof. Dr. Alph. Mulders die vorig jaar als zoodanig Prof. Dr. Titus Brandsma O. Carm. is opgevolgd. De voorzitter herinnerde in zijn begroetings woord aan het tienjarig bestaan der Hereeni ging in Nederland, welke gedurende de afge- loopen tien jaar veel nuttig werk heeft kun nen doen en de banden met de Oostersche Kerk heeft versterkt, het Oostersch vraagstuk ernstig heeft kunnen bestudeeren. Prof. Dr. Des. Franses O. F. M. gaf vervol gens een van diepgaande studie getuigende beschouwing over de geschiedenis der Armeen- sche Kerk, welke teruggaat tot de Kruistochten, toen in 1196 het Koninkrijk Armenië gesticht werd. Prof. Dr. Alph. Mulders behandelde de Ar- Vuurhaard bleef beperkt tot de mailkamer MEDAN, 8 September (Aneta) De kapitein van het m.s. „Kota Agoeng" van den Rotter- damschen Lloyd, aan boord van welk schip, zoo als eerder gemeld, ter hoogte van Colombo brand heeft gewoed, verklaarde na aankomst te Bela- wan, dat de vuurhaard hoofdzakelijk beperkt bleef tot de mailkamer. Van de 1.200 postzakken zijn er 230 verbrand. Het blusschingswerk werd ten zeerste bemoeilijkt door de aanwezigheid van eenige zakken met flesschen ammoniak, die door de hitte gesprongen waren. De passagiers waren door het gebeurde zeer geschrokken, doch er ontstond geen paniek. De passagiers waren spoedig gerustgesteld. De verbrande post bestaat hoofdzakelijk uit voor Java bestemde mail. Alle poststukken voor Sumatra's Oostkust zijn nagenoeg onbeschadigd. De oorzaak van den brand is een volslagen mysterie. ...;:y.ï.ï ,:i WM mm I. li ft- jonrri^^iv^T%ti)i)iM iff**-- Bij het ernstig ongeluk in de haven van Stein (L.), waar tengevolge van het wegzakken van den kademuur een geheele transporttrein in het water verdween, werd één persoon gedood en één zwaar gewond. De plaats van het ongeluk De kerkgangers der Herv. gemeente te Schoonhoven werden Zondag onaangenaam verrast door de mededeeling, dat de noordelijke galerij in de Bartholomeuskerk niet mocht wor den gebruikt, zoodat zij, die daar hun plaatsen hadden, thans aan de andere zijde van de kerk moesten zitten. Het gold hier een veiligheidsmaatregel, toe gepast op last van den heer C. Kromhout te Voorburg, den architect, die voor de Rijkscom missie voor de monumentenzorg de jarenlange en kostbare restauratie van dit fraaie 14e eeuw- sche gebouw met zijn bijzonder schoon interieur, heeft geleid. De reden voor dit ingrijpen was, dat de zware 7 M. lange balken, waarop de ga lerijen rusten, bij het drogen zijn gaan trekken, wat bij die aan de noordelijke zijde van het ge bouw het ergst aan den dag trad. Daardoor hebben de hoofdbalken en de daarin bevestigde dwarsbalken zich gedeeltelijk uit elkaar gewerkt en is de geheele voorzijde van het noordelijke balcon naar achteren gedrukt. Een nader onderzoek, dat de heer Kromhout Dinsdag zelf in de kerk heeft ingesteld, gaf hem geen aanleiding het verbod van het gebruik der galerij te handhaven, doch er zijn dadelijk maatregelen genomen voor herstel van het ge brek, dat op het oogenblik ook aan het inwen dig schoon van het kerkgebouw veel afbreuk doet. Door stevige verankeringen tusschen hoofd- en dwarsbalken hoopt men de afwijkin gen op te heffen. Men hoopt, dat deze niet zeer kostbare reparatie binnen enkele weken tot stand zal zijn gebracht. De restauratiewerken aan de Bartholomeus kerk en den toren zijn in 1927 begonnen. Ze waren in 1932 zoover gevorderd, dat de gods dienstoefeningen in de kerk konden worden hervat, doch daarna moesten nog het koor en een gedeelte van den toren hun beurt hebben. Eerst in het laatst van 1934 was het geheele werk, dat ƒ500.000 heeft gekost, voltooid. Congresvergadering te Zeist De Nederlandsche Bond van Huis- en Grond eigenaren en Bouwondernemers heeft Woens dag te Amersfoort zijn bondscongres gehouden. Na de samenkomst der congressisten in hotel Birkhoven, waar de begroeting door de ontvan gende afdeeling geschiedde, volgde een offi- cieele ontvangst van het bondsbestuur door het gemeentebestuur van Amersfoort. Op de congresvergadering te Zeist heeft prof. mr. dr. J. A. Veraart, hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft, een rede uit gesproken over het onderwerp: „Het private eigendomsrecht op het terrein van de volks huisvesting in verband met het ordeningsstre- ven". Dinsdagavond is te Beekbergen (gemeente Apeldoorn) de woning van het landbouwersge zin Mulder, aan den Kanaaldijk, afgebrand. Van het huisraad kon slechts weinig worden gered. De voorraden hooi op den zolder gingen mede verloren. De oorzaak van den brand is onbekend. Ver zekering dekt de schade. Hein Schmidt Crans was de eerste instructeur Vrijdag 10 September is het de dag, waarop vóór tien jaren de Na tionale Luchtvaartschool, welke zoo veel zou bijdragen tot den opbouw van de Nederlandsche luchtvaart, werd opgericht. De N. L. S. begon haar bedrijf op Waalha ven met slechts twee kleine Pandertjes en een personeel van zegge en schrijve één man, zoo herinnert de heer J. A. Bach in „Vliegwereld Die man was Hein Schmidt Crans. En de zaak werd gedreven in een opkamertje in 't portiers gebouwtje van Waalhaven, terwijl de boekhou ding werd verricht in een tandartsenboek. Nu, bij haar tienden verjaardag, beschikt de N. L. S. over een hoofdzetel op Ypenburg, die er zijn mag, een vloot van twaalf vliegtuigen, alsmede een staf van 6 instructeurs en verder goed on derlegd technisch personeel. De N. L. S. is ontstaan uit de Rotterdamsche Aero Club. Deze was op 20 Juli 1926 opge richt, waarbij direct de heer Kolff als leiden de figuur op den voorgrond trad. De R. A. C. was de eerste Nederlandsche vliegclub en de leden hadden geld en het vaste voornemen om te gaan vliegen. Hiervoor waren noodig een vliegtuig en een instructeur. De keuze op het vliegtuig was reeds gedaan. Het werd de be roemde anderhalf dekker Pander, voorzien van een 45 pk Anzani motortje, waarmede Joep van Vloten destijds zooveel naam maakte. En de instructeur werd Hein Schmidt Crans, die toen op Soesterberg diende met een mooien gebor- duurden verrekijker op zijn kraag. Hein bofte, maar de R. A. C. kon eveneens van geluk spreken. Hein had, na jarenlang bij de Marine te hebben gevlogen, een jaar terug zijn valhelm aan den kapstok gehangen, om zich te werpen op het verkoopen van automobielen. Had hü als vlieger behoorlijk naam weten te maken, het verkoopen van auto's lag hem niet. We ge- looven in tusschen toch, dat hij er wel eens eentje verkocht heeft. Heintje kwam dikwijls met mooie wagens naar Soesterberg, maar ver kocht daar natuurlijk nooit iets, want over zoo veel geld beschikte men daar niet. Maar Hein zat het liefst in een kist en toen we de nieuwe Fokker C-5 kregen, was Hein tje niet meer te houden; hij moest en zou weer vliegen. Dat is hem gelukt. Hij werd officier van den Luchtvaartdienst vandaar die verrekijker en kwam toen op de vliegschool waar hij even later liet zien, dat hij het vliegen nog niet verleerd was. De verrekijker moest dan ook al gauw het veld ruimen voor den propeller. Maar toen leek de toekomst toch ook weer niet zóó rooskleurig. Hij moest, even als wij allemaal, maandvlieger worden. Maar net voordat dit vonnis voltrokken werd, kwam Kolff eens met den Commandant spreken, of deze de R.A.C. mogelijk aan een goeden in structeur kon helpen. Wel, lange Rede kurzer Sinn, Hein werd die instructeur en daar heeft niemand ooit spijt van gehad. Dus trok Hein naar Waalhaven, liet zijn burgerpakje opper sen en schafte zich het beroemd geworden tandartsenboek aan. Het vliegbedrijf kostte een hoop geld, zoodat de Rotterdammers wel iets voelden voor staatssubsidie. Maar dat ging niet. Al stond de regeering zeer sympathiek tegenover het opleiden van sportvliegers, subsidie geven aan een club, die ballotage toepaste, ging niet en tevens zou zoodoende de verwachting gewet tigd zijn, dat de vliegclubs als paddenstoelen uit den grond zouden rijzen, die dan allemaal op haar beurt natuurlijk om subsidie zouden aan kloppen. De Rotterdammers staken de pientere kop pen eens bij elkaar en besloten werd tot op richting van een luchtvaartschool. Want hier door zou het mogelijk worden, dat de burger vlieginstructie in de toekomst gecentraliseerd kon blijven. Zoo werd op 10 September 1927 het bedrijf der N.V. Nationale Luchtvaart school geopend door niemand minder dan den Minister van Waterstaat, die hiermede te ken nen gaf, dat de regeering met deze oprichting sympathiseerde. De regeering heeft later op stoffelijke wijze van die sympathie blijk ge geven door het beschikbaar stellen van een jaarlijksche subsidie, zij het dan ook 'een kleine. De N. L. S. begon haar bedrijf met de twee Pandertjes en het gereedschap, dat de R.A.C. bij de oprichting aan de N.V. had geschonken. Hoe het groeide De N.L.S. groeide snel, onder de kundige leiding van den heer Kolff, welke terzijde wordt gestaan door een commissie van toezicht, waar in zijn vertegenwoordigd de militaire vlieg- diensten, de luchtvaartdienst, het nationaal luchtvaartlaboratorium en de K. L.M. Al spoedig werden meerdere vliegclubs op gericht en de N.L.S. zorgde door het vestigen van afdeelingen ter plaatse, dat de leden dezer nieuwe clubs steeds hun instructies bij de N.L.S. konden krijgen. Zoo is het nu mogelijk, op bijna alle Nederlandsche vliegvelden instructies te verkrijgen. Toch kreeg de N.L.S. al spoedig te kampen met het feit, dat Nederland zoo klein is. De eerste jaren was vliegen de sport bij uitne mendheid van de upperten. Alleen rijke jonge lui leerden vliegen, maar toen kwam er alras een tijd, dat er geen nieuwe rijke jongelui meer voorhanden waren. Daarna kwamen de lieden, die van het vliegen hun beroep wilden maken. Deze konden precies het lesgeld betalen, maar als zij het brevet hadden gehaald, kwamen zij niet meer terug, want dan werd er getracht een positie te krijgen bij een der Nederlandsche vliegdiensten, wat gelukkig nog steeds heel dik wijls lukt. De instelling van de Rijksopleiding voor ver keersvliegers blies de N.L.S. nieuw leven in. De leerlingen van deze opleiding krijgen hun theorie bij de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam, doch de eerste vlieginstructie tot het behalen van het sportbrevet en de oefenvluchten daarna zijn direct aan de Nii.3. toevertrouwd. De opleiding begon met vier leer lingen, doch werd geleidelijk uitgebreid, zoodat in 1936 reeds twaalf leerlingen in opleiding wa ren. Deze opleiding zorgt voor een behoorlijk aantal vlieguren. In 1936 werden in totaal door de vliegtuigen der N.L.S. 3625 vlieguren ge maakt, waarvan er 794 voor rekening van d« Rijksopleiding kwamen. In 1936 stichtte de vliegtuigconstructeur Fok ker, ter gelegenheid van zijn vijf en twintig jarig jubileum, het Fokkerfonds, dat zich ten doel stelt, jonge lieden, die zelf niet over vol doende contanten beschikken, financieel bij hun vliegopleiding te steunen. Het uiteindelijk doel van dit fonds is, in Nederland zoodoende een reserve van bruikbare jonge vliegers te vormen, die in tijden van oorlog snel zijn op te leiden tot militaire piloten. Dit zeer natio nale streven bracht de vliegsport binnen het bereik van veel grootere lagen der bevolking en het resultaat was een steeds groeiend leer lingental voor de N.L.S. Sinds kort steunen ook het Luchtverdedigingsfonds en het Natio nale Luchtvaartfonds, waarbij men wil komen tot het opleiden van de daarvoor in aanmer king komende jongelui tot een semi-militair brevet. Deze vliegers zijn dan in tijden van gevaar direct voor verschillende militaire op drachten te gebruiken. Daarom gaat de N. L. S. het tweede decen nium met groote verwachtingen tegemoet. Want wat tot nu toe het euvel was, het te geringe aantal verkochte vlieguren, schijnt tot het ver leden te gaan behooren en een goede tijd staat voor de deur. De organisatie van de school is er klaar voor. Deze dure organisatie heeft altijd zwaar gedrukt op den kostprijs van het vlieg uur; de eenige mogelijkheid om dezen kostprijs omlaag te brengen is een verhoogen van het aantal vlieguren. En dat dit in de nabije toekomst moge ge schieden, wenschen wij de jubileerende ven nootschap en haar sympathieken leiders va» harte toe Jaarverslag van den secretaris generaal, Serrarens Onze Parijsche correspondent meldt ons; Maandagavond is in het „Palais de la Chimie" het zevende Congres van het Internationaal Christelijk Vakverbond geopend, een Congres dat voor Nederland van bijzonder belang is, zoowel om de belangrijke plaats, die Nederland in het christelijke vak verenigingsleven inneemt, als om de be teekenis van de Nederlandsche groep deelnemers aan het Congres. Wij merkten o.a. op de Eer ste Kamerleden A. C. de Bruyn en F. D. L. Nivard en de Tweede Kamerleden H. J. Ame- link en P. J. S. Serrarens, welke laatste als secretaris-generaal van het I.C.V. aan de be stuurstafel had plaats genomen. Verder waren zoowel het R.K. Werkliedenverbond als het Christelijk Nationaal Vakverbond talrijk ver tegenwoordigd. De begroetingsrede, uitgesproken door den voorzitter van het Congres, den heer Harrie Pauwels (Brussel), begon met een optimistischen klank te laten hooren: ondanks al hetgeen de laatste jaren is voorgevallen, heeft het I.C.V. zijn invloed zien groeien en hebben zich nieuwe perspectieven voor de verdere uitbreiding der Intern. Christelijke Vakbeweging geopend. De christelijke vakbeweging mag echter nooit ver geten, dat zij bovenal den voorrang van het geestelijke op het materieele heeft hoog te hou den, alsook de waardigheid van den mensche- lijken persoon. Het is thans een tijd, waarin men zich zou kunnen schamen mensch te zijn, indien men niet diep-christelijk was. Het ontgaat het ICV niet, dat het oor logsgevaar vandaag voor de geheele wereld groot is; om dat te kunnen bezweren drukt het den politici op het hart, geen prestige-politiek te voeren, maar een politiek die op het alge meen welzijn van de menschheid is gericht, bedenkend, dat het welvaren van den een af hankelijk is van het welvaren van den ander. Veel aandacht had de rede van den heer Serrarens, waarin deze het verslag toelichtte, dat hij als secretaris-generaal van het I. C. V. had uitgebracht. Doel van dit verslag is de po sitie te bepalen, waarin op het oogenblik de christelijke vakbeweging verkeert. Hebben wij, zoo vraagt de heer Serrarens, zooveel nederlagen geleden, dat wij maar beter doen, ons testament te maken? Hij constateert, dat het ledental niet af-, maar toeneemt. In Frankrijk zijn de christelijke vakverbonden erin geslaagd tegen den stroom op te roeien, en zij zijn er, sinds de marxistische vloedgolf alles dreigde te overstroomen, in geslaagd hun leden tal te vervijfvoudigen. In België, Nederland, Zwitserland, Tsjecho Slowakije, stijgt de in vloed en het gezag der christelijke vakbeweging. De economische opleving schept een atmo- spheer, die gunstig is voor de vakbeweging in het algemeen en daarmee ook voor de christe lijke vakbeweging. De christelijke vakbeweging heeft niets van haar bestaansrecht verloren. Zij is integendeel meer en meer het eenige bolwerk van de arbei ders, het eenige vakbewegingsschao dat met be slistheid de fascistische Scilla, zoowel als de communistische Charibdis vermijdt, omdat het vaart op het kompas van het Kruis. De vrijheid van vakvereeniging heeft het I.C.V. onder alle omstandigheden verdedigd. In de gevallen van Italië, Duitschland en Oosten rijk deed zy het samen met de socialisten, in het geval van Sovjet-Rusland werd zij echter door de heeren in den steek gelaten. Over de dictatuur in dat land, over zijn arbeidersver tegenwoordiging, had het I.C.V. te Genève niets in het midden te brengen, noch ervoor, noch ertegen. Op internationaal gebied is het I.C.V., met handhaving van zijn autonomie en volle ver- antwoordeiykheid, bereid met anderen tot een heid van actie te komen voor de verdediging van wat het met die anderen als rechtvaardig beschouwt. De praktijk bewijst, dat de verscheidenheid van richting in de vakbeweging de eenheid van actie en de energieke verdediging van de arbeidersrechten niet schaadt. De christeiyke vakbonden zijn organisaties, die niet terug schrikken voor den strijd, als dit noodig is, maar die tenslotte wiUen: den vrede die vol gens St. Augustinus is: de rust van de orde, die ontstaat als de sociale verhoudingen gere geld worden op de grondslagen van rechtvaar digheid en liefde. Het is in dezen zin, dat de christeiyke vakbeweging werkt voor het tot stand komen van een corporatieve orde, die volkomen bevredigend zal zijn, maar die geba seerd moet zyn op de formule van de christe- ïyke vakbeweging, die de rechten en vrijheid van de menschelijke persoonlijkheid eerbiedigt in het volledige begrip van de sociale hypo theek, die op iedere economische actie en op iedere persoonlijke werkzaamheid rust. De christeiyke vakbeweging is er niet mee tevreden een minderheid te blijven. Tegenover de socialistische vakbeweging, de communis tische propaganda en de houding van sommige Van jongsaf hebben wij geleerd dat wij ons van aardsche goederen moeten onthechten, dat het voor een rijke moeilijker is den hemel bin nen te gaan dan voor een kameel door het oog van de naald te kruipen, en dat aardsche goederen in allerlei vorm slechts den weinig aantrekkelijken titel van aardsch slijk verdienen te dragen. Men heeft ons met nadruk ingeprent, dat 't slechts sterke beenen zijn, die de weelde kunnen dragen en dat de om vele zaken bekommerde Martha het slechtste deel had verkoren vergeleken bij de aan de voeten van den Zaligmaker luisterende Maria. Ieder jaar hooren wij het Evan gelie over de vogelen des hemels en de leliën des velds en de vermaning, dat wij eerst het rijk Gods moeten zoeken en dat dan al het overige ons zal worden toegeworpen, en meermalen 's jaars wordt ons het woord op het hart gebon den: „Wat baat het den mensch, wan neer hij geheel de wereld wint, maar schade lijdt aan zijn ziel." En toch is gehechtheid aan aardsche goederen ve len onzer niet geheel vreemd. Toch zijn er onder ons verschillenden, die het moeilijker willen hebben dan een ka meel. Toch vindt het aardsche slijk ook in onze kringen vurige liefhebbers. Hoe- velen onder ons meenen niet bijzonder sterke beenen te bezitten. En zijn de Ma ria's talrijker onder ons dan de Martha's? Doen wij den vogelen des hemels en den leliën des velds ernstige concurrentie aan en hebben wij zooveel vertrouwen op God, wiens rijk wij moeten zoeken, dat wij gelaten wachten op het overige, dat ons zal worden toegeworpen? Treft men onder ons ook niet menschen aan, die gaarne wat schade aan hun ziel lijden, indien zij maar een decimale fractie van een minimaal partikeltje van de wereld daardoor kunnen winnen? Aardsche goederen, hoe begeerens- waardig lijken zij hun, die ze niet be zitten, en hoeveel zorgen baren zij vaak hun, die er wel mede „gezegend" zijn, vooral in onzen tijd. Het bezit van aardsche goederen is vandaag den dag minder dan ooit een onverdeeld genot, in 't bijzonder, wanneer zij de om vangrijke vormen hebben aangenomen van landgoederen en kasteelen. De eigenaar van de Boekhorst onder Noord- wijkerhout, die zijn duinbosch wilde rooien, omdat men het op de lijst van natuuurmonumenten wenschte te plaat sen zonder dat de verkorting van zijn eigendomsrecht door een redelijke scha devergoeding zou worden gecompenseerd, kan daarvan meepraten. En de ervarin gen van den „kasteelheer van Nijenrode,,' zijn zeker ook niet van de alleraange naamste soort geweest. Deze twee markante gevallen, waarbij de persoonlijke gedragin gen van de bezitters mede aan leiding zijn geworden tot de opgedane ervaringen, bieden echter niet zulk een overtuigenden en algemeenen kijk op de bezwaarlijkheden van dit soort van aard sche goederen als de door den Neder- landschen Oudheidkundigen Bond uit geven brochure „De nood der Kastee len" van de hand van Jhr. dr. E. van Nispen tot Sevenaer. In deze brochure wordt ernstig alarm geslagen over de „kwaal die als een venijnige griep door heel Nederland slachtoffers maakt. Be doeld wordt de nood der tijden, die de vroegere kasteeleigenaars dwingt de prachtige bosschen en parken, vervolgens de kasteelen zelf te verwaarloozen om ze tenslotte geheel aan hun lot over te la ten, zoodat zij in plaats van 'n welver zorgd monument van historische en cul- tureele beteekenis, worden tot een triest beeld van verval. Vele kasteelen in Nederland ver keeren in nood tengevolge van den nood hunner eigenaren, die de hooge kosten voor het onderhoud niet meer kunnen opbrengen. Voor een groot deel draagt de fiscus de schuld van dezen betreu- renswaardigen toestand en het is dan ook volkomen terecht, dat het bestuur van den Oudheidkundigen Bond zich met een request tot den Minister van Fi nanciën heeft gericht om de zoo nood zakelijke verlichting van lasten te ge ven, opdat niet vele schatten van na tuurschoon en vaak nationaal histori sche waarde voor goed te loor zullen gaan. Gelukkig heeft de overheid reeds door het helpen behouden van landgoe deren als natuurmonument blijk gegeven van een juist begrip en een juiste waar deering voor onvervangbare of moeilijk te vervangen waarden van algemeen belang. Wanneer de betrekkelijk zeldzame kasteelen in ons land op soortgelijke wijze in haar aandacht en hulp zouden worden betrokken, zou de thans dreigen de onherstelbare schade voor de toe komst kunnen worden afgewend. Deze zorg mag niet uitsluitend overgelaten worden aan een schaarschen enkeling, die nog over voldoende aardsche goede ren beschikt om andere aardsche goe deren ten nutte van het algemeen van den ondergang te redden. Hier is plaats voor overheidszorg omdat het zoowel uit toeristisch als uit cultureel en historisch oogpunt een belang van geheel het land geldt. regeeringen, die om het communisme te ver mijden het fascisme in hun land willen invoe ren, is de christelijke vakbeweging te lang in de verdediging gebleven. Het is nu tijd, dat zö tot den aanval overgaat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 9