tffdimhaal mn den day
De avonturen van Prof je en Struis je
J
1
TWEE NICHTEN
TWEE NEVEN
WOENSDAG 15 SEPTEMBER 1937
CIRCUS SARRASANI
DAMMEN
Seizoens-opening Nieuwe Haar-
Iemsche Kunstkring
Programma Haarl. Radio-centrale
Donderdag 16 September
Districtsbond Noord-Holland
NIEUWE R.K. SCHOOL
IN NOORD
KATHOLIEKE ESPERANTO-
BEWEGING
Orgelbespeling
m?rdmrendfee tij Radio-hoorspel
DE INBRAAK TE HEEMSTEDE
Wat er zooal vermist wordt
NEEM VOOR DE WASMACHINE
ALLÉÉN „OVERVETTE RINSO"!
NAAR HET ENGELSCH
m
STAD
Is er wel één amusementsgelegenheid, waar-
Van de naam alleen al zóó romantisch klinkt,
en de gedachte eraan alleen al den mensch
overgeeft aan heerlijke fantasieën, en herinne
ringen aan z'n kinderjaren, als het circus?
Wie was zoo snood te durven beweren, dat
het circus uit den tijd is, of als 't nog ver
toond wordt slechts 'n afschaduwing is
yan z'n vroegere glorie? Het tegendeel is toch
frnmers waar!
Zeker, we zijn door de film zeer verwend, en
staan niet vlug meer verbaasd over sterke
staaltjes, maar kan men op de film ooit die
aparte circussfeer meemaken, de zaagsellucht
inademen, op dezelfde wijze van 't „hoempa"-
orkest genieten, welks muziek steeds iets onde
finieerbaars, iets: er-staat-je-wat-te-wachten
heeft? En kan men op de film echt zoo intens
tneegriezelen, als iemand geblinddoekt van de
hok van 't dak 'n dubbele salto mortaie maakt,
®n op goed geluk af naar de rekstokken moet
grijpen, als wanneer men zelf midden in de
oircusdrukte zit en met eigen oogen al dit won
derlijks kan aanschouwen? Dat bestaat niet.
Als men dan nog weet, dat het circus Sar-
ïasani is, dat u heeft uitgenoodigd, 'n bezoek
Je brengen, is men er heelemaal „in" en vindt
t zelfs zoo nu en dan jammer, dat alles zoo
goed gaat, en iedereen topprestaties levert, ejn
ieder voor zich hoopt in stilte, dat er 'ns iets
hiis zal loopen, zonder dat er ongelukken
gebeuren natuurlijk. Maar neen, alles gaat per
fect en 't drie uur lange programma wordt
Vlot achter elkaar afgewerkt, 't publiek heeft
zich geen twee minuten te vervelen, want bij 't
Verwisselen van de verschillende nummers ko-
hien de kostelijk-uitgedoste clowns, die 't pu
bliek met hun dolle invallen uitstekend amu
seeren.
Wat zijn die beren, getemd door mademoi
selle Betty, gezellige lompe beesten, en men
Zou kunnen wenschen ze als schoothonden te
kunnen hebben, wanneer ze uit 'n flesch drin
ken, of op 'n autoped ronddansen, zóó lief zijn
Ze>
De leeuwen en tijgers kunnen slechts ontzag
Afdwingen, tevens voor hun dresseur, vooral
Wanneer kapitein Schneider 't stoute stukje
Uithaalt ze van voedsel te voorzien, nadat hij
2e om zich heen verzameld heeft.
Als kapitein Bunte 't klaarspeelt 'n motor
rijwiel van 215 kilo, plus 'n juffrouw van ette
lijke kilo's boven z'n hoofd te tillen, denkt men
onwillekeurig aan 't gezegde van: liever eten
tian vechten
Wat al herinneringen krijgt men niet aan boe
ken uit z'n jeugd, prachtige ontroerende boeken
ovre 't circursleven, waarmij men haast kon hui
len, als men de paarden ziet binnendraven, die in
be rondte loopen, door elkaar heen galoppee-
fen, op hun achterste pooten staan, terwijl in
kun midden 'n heer in rok loopt, die met 'n
lange zweep van die harde knallen kan geven,
Öie nooit na zijn te doen, en daarom zoo in
drukwekkend zijn.
Voegt men bij dit beeld nog meisjes in bonte
kleedjes, die van- en op 't paard springen, sal-
Jo's maken, en op één been op 't paard z'n rug
oalanceeren, dan heeft men 't volledige tooneel
Van 't oude circus voor zich.
'n Bezoek aan dit alles doet u weer jong
Worden en zal u een avond van onvergetelijke
romantiek schenken.
Programma 5: 8.007.00 Diversen, 7.00 Eigen
gramofoonplatenconcert: Engelsche walsen,
tango's, rumba: 1. Dera Senorita, 2. Poema, 3.
Tonight, 4. Sin-ti, 5. The missouri Waltz, 6.
Diez Annos, 7. Es fiel ein Stern von Himmel, 8.
My cavalier, 9. Negro Craddle song, 10 El mo-
nito, 11. La sitiera, 12. Love me, my loved one,
13. Delilah waltz, 14. Serenata, 15. While the
tan go moans, 16. Gute Nacht. 8.0012.00 Di
versen.
Ter opening van het nieuwe tooneelseizoen
Zullen voor de leden van den „Nieuwen Haar-
'ernschen Kunstkring"* op 27 en 28 September
a s een tweetal voorstellingen worden gegeven
door het „Nieuw-Schouwtooneel" te Amster
dam, onder leiding van Prits Bouwmeester.
Voor deze voorstellingen is vastgesteld: „At
las-Hotel", tooneelspel in 3 bedrijven door Ar-
dïand Salacrou, in de vertaling van J. C. van
der Horst en onder regie van Richard Flink, die
tevens de ontwerpen vervaardigde voor de nieu
we decors.
In „Atlas-Hotel" treden op, behalve Tilly Lus,
Jules Verstraete en Frits Bouwmeester, die de
drie hoofdrollen vervullen: Annie van Duyn,
Lena Kley, Richard Flink, Rienl^ Brouwer, Sam
de Vries, Adolf Rijkens, Johan Schmitz en Ko
van Dijk Jr.
De voorstellingen voor den „Nieuwen Haar-
'emschen Kunstkring" zullen de allereerste op
voeringen zijn, die door het „Nieuw-Schouw
toneel" van „Atlas-Hotel" gegeven worden.
Programma 1- Hilversum 2.
Programma 2: Hilversum L
Programma 3: 8.00 Keulen, 9.50 Pauze, 10.05
Keulen, 10.50 Parijs Radio, 12.35 Ned. Brussel,
2-20 Keulen, 3.20 Parijs Radio, 3.35 London Re
gional, 4.20 Keulen, 5.20 Fr. Brussel, 5.50 Keu-
Ieh, 7.20 Ned. Brussel, 7.50 Keulen, 8.20 London
Regional, 9.05 Berlijn, 10.20 Ned. Brussel, 10.30
Pr. Brussel, 11.20 Berlijn.
Programma 4: 8.00 Ned. Brussel, 9.20Diversen;
10.35 London Regional, 2.50 Droitwich, 6.40 Lon
don Regional, 7.50 Parijs Radio, 8.20 Droitwich.
In Café-Restaurant Brinkmann te Haarlem
vond onder groote belangstelling de algemeene
jaarvergadering van den Districtsbond Noord-
Holland plaats. Deze vergadering werd o.m.
bijgewoond door den lsten secretaris van den
Nederl. Dambond, den heer W. H. Lieve.
De notulen der vorige vergadering werden,
behoudens enkele kleine wijzgingen, goedge
keurd; alleen Damclub „Wormer" stemde
tegen.
Het uitstekend verzorgde jaarverslag van
den lsten secretaris, den heer H. Brussel
(Wormerveer) getuigde van een grooten bloei
van den bond; het jaarverslag van den pen
ningmeester sloot met een voordeelig saldo
van ruim f 140. Het jaarverslag der Propa-
ganda-commissie mocht zich eveneens in een
groote aandacht verheugen.
By de bestuursverkiezingen werden, op
voorstel van den heer P. H. Meure (Haarlem-
sche Damclub) alle aftredende bestuursleden bij
acclamatie herkozen, terwijl in de vacature M.
van Leeuwen (Damclub „Haarlem") werd voor
zien door de verkiezing van den heer H. Kroon
(Damclub „Haarlem") tot 2den voorzitter van
den bond. De bespreking der a.s. competities
1937/1938 nam veel tijd in beslag, aangezien
vooral de reiskosten voor vele vereenigingen
een groot bezwaar bleken te zijn. Tenslotte
konden toch alle vereenigingen op de Hel-
dersche Damclub na de toezegging doen aan
deze competitie deel te nemen. De regeling
der Haarlemsche competitie werd opgedra
gen aan de heeren H. Kroon, P. H. Meure en
C. M. Beek. Het bestuursvoorstel, om de reis
kosten der afgevaardigden naar de vergade
ringen van den bond hoofdelijk om te slaan
over de aangesloten vereenigingen, werd zon
der stemming aangenomen. De bespreking in
zake de persoonlijke kampioenschappen van
Noord-Holland werd aangehouden tot na de
competitie; wel werd besloten, dat de beide
hoogstaankomenden in den wedstrijd om het
kampioenschap van Haarlem, IJmuiden, Zaan
dam enz. tot deelname gerechtigd zullen zijn.
Thans kwam ter sprake een ingekomen stuk
inzake de onlangs beëindigde match om het
wereldkampioenschap tusschen Raichenbach en
Springer, waaruit bleek, dat verscheidene leden
zich met de organisatie van dit tournooi niet
konden vereenigen.
Na de rondvraag, welke geen nieuwe gezichts
punten opleverde, werd deze zeer geanimeerde
vergadering gesloten.
3CH&T.3 bOUW. G.K.JONGfcPO SCHOOL, fc fcMDTOAAT. HAAGLfcM
In naam van het belang van onze volks
gemeenschap vraag ik TJ voort te
gaan met in uw kringen gelegenheid
te bieden tot beginselvaste, godvreezende
scholing en vorming,
Jhr. Ruys de Beerenbrouck bi) het
gouden feest der Vrije Universiteit 1930.
Haarlem-Noord groeit met den dag! Wat
vandaag past is misschien over een jaar weer
te nauw en wat drie jaar geleden op flinke
uitbreiding berekend was, wan thans nóg weer
te klein zijn.
Zoo is het ook met de R K. scholen in deze
stadswijk gegaan. Binnen enkele jaren is het zoo
ver gekomen, dat èn de jongens- èn de meisjes
school te klein zijn. Ze zijn zelfs overvol en
sommige klassen hebben een onderdak gevon
den in een ander gebouw of zelfs op zolder. De
toestand is dan ook onhoudbaar geworden,
zoodat met het bouwen van een nieuwe school
niet gewacht kan worden tot het volgend
jaar.
Architect Jacques van Velsen heeft boven
staand ontwerp gemaakt en hij zal reeds 25
September de aanbesteding houden.
Verwacht mag worden, dat de inwijding in
April 1938 kan geschieden, zoodat de noodtoe
stand binnen het half jaar zal zijn opgehe
ven.
De nieuwe school is fraai gelegen in het
katholieke dorpje rondom de Eemstraat. Daar
zijn al de woningen van den R.K.Bond voor
Groote Gezinnen, daar is al het mooie gebouw
tje van het St. Franciscus-Liefdewerk, daar
komt nu een frissche, lichte, moderne school
met 6 klassen.
Het ligt in de bedoeling in het nieuwe ge
bouw een gedeelte der jongens- en een
gedeelte der meisjesschool onder te brengen,
omdat daardoor het ruimte-tekort het beste
wordt opgelost.
Een gymnastieklokaal is niet geprojecteerd,
omdat één lokaal, los van alle scholen, in de
totale behoefte kan voorzien;
Is er nu straks rust onder de bewoners
van het uiterste noordelijke puntje onzer ge
meente? Waarschijnlijk niet, want er is nóg
een school tekort. Of dit wordt een jongens
school en dan moet er nog een voor de meisjes
komen, of omgekeerd.
Maar op dit oogenblik is er in ieder geval
reden tot dankbaarheid, vooral ook door den
spoed, die betracht wordt.
Ter inleiding van de a.s. wintercursussen in
Esperanto organiseert de Katholieke Esperan-
to-Vereeniging „Abbé Richardson", alhier, een
propaganda-bij eenkomst, welke morgenavond zal
gehouden worden in café-rest. Gebr. Brink
mann, Groote Markt.
Dank zij de medewerking van pers en paro
chiebladen heeft ieder den laatsten tijd het een
en ander over Esperanto kunnen vernemen,
zoodat hierover thans niet behoeft te worden
uitgeweid. Dat is bovendien best toevertrouwd
aan den spreker, den eerw. fr. Wigbertus Van
Zon, chef van den Esperanto-persdienst in
ons land. Voor velen misschien een onbeken
de naam, maar in elk geval een esperantist van
internationaal formaat; de eerw. spreker is na
melijk lid van het „Internationaal Taaicomi
té", de hoogste instantie in de Esperanto-bewe-
ging.
Er dient op gewezen te worden, dat deze
avond ook bedoeld is voor hen, die buiten
Haarlem wonen. Wegens de groote kosten is
het niet mogelijk meer dan één avond te hou
den, doch wel kunnen bij voldoende belang
stelling cursussen in een bepaald rayon worden
gegeven. Vergeleken bij andere plaatsen telt
de katholieke esperanto-beweging in Haarlem
speciaal onder de intellectueelen nog te
weinig aanhangers. Moge daarom de opzet van
frater Van Zon slagen! Men zie verder de ad
vertentie in dit nummer.
in de Groote- of St. Bavokerk te Haarlem op
Donderdag 16 September 1937, des namiddags
van 34 uur door den heer George Robert.
Programma:
1. Dorische Toccata, J. S. Bach.
2. Choralvorspiel und Fuge:
„O Traurigkeit, o, Herzeleid",
Joh. Brahms.
3. a. Allegretto; b. Moderato, N. W. Gade.
4. Vierde Sonate, A. Guilmant.
Menschen vangen is een moeilijke karwei,
vooral als het beroepsmisdadigers geldt.
Het komt er dan op aan, hen op heeter-
daad te betrappen, 't Is gauw gezegd, maar om
het te volvoeren is er naast een eindeloos ge
duld een groote dosis vakkennis en.... veel tijd
voor noodig.
Inspecteur Bob Glancer van Scotland Yard
was er achter gekomen, dat Lawrence Trick er
vannacht naar alle waarschijnlijkheid op uit
zou trekken. Een villa aan de rue Bordain
moest de levendige belangstelling van dezen in
ternationalen geveltoerist hebben opgewekt. In
verschillende vermommingen hadden beambten
van de Süreté hem daar tenminste zien langs
flaneeren.
Gewend zijn zaken deugdelijk te doen, be
sloot inspecteur Glancer na het diner wat te
gaan slapen; de daarvoor van nature bestemde
uren kon hij er helaas maar zelden voor
benutten. Hij placht zich dan te troosten met
den dooddoener „Een mensch went aan alles"
en zocht zijn bed op. De meeste gasten waren
Parijs ingegaan om zich in de tallooze gelegen
heden wat te laten amuseeren. Het onophou
delijk heen en weer loopen der kamermeisjes
was eindelijk ook tot bedaren gekomen, zoodat
in het ruime hotel een ongestoorde rust
heerschte.
Inspecteur Glancer keerde zich nog eens be
haaglijk om, schikte zijn dekens nog wat en
wilde net zijn oogen sluiten, toen in de aan
grenzende kamer plotseling aangekondigd werd:
./Hallo, hallo! Hier radio Nancy! Wij vragen
uw aandacht voor een hoorspel „Moord met
voorbedachten rade?" van Leon Lemanche. De
rolverdeeling is als volgt: Hij: Armand Du-
manche; zij: Emilie d'Argaut."
„Verdorie," bromde Bob Glancer, „laat die
kerel dat ding afzetten. Allemaal schrijvers-
onzin." Meer kon hij er ook niet van zeggen, en
evenmin er iets aan veranderen. Het hotel
reglement n.l. bepaalde, dat het van des avonds
10 uur tot 's morgens 9 uur verboden was de
radio aan te zetten. En nu was het pas 8 uur.
Inspecteur Glancer woelde rusteloos in zijn bed,
maar kon den slaap niet vatten. De stemmen
uit de radio dwongen hem te luisteren. Daar
kwam nog bij, dat hij Armand Dumanche ken
de, zij het dan ook oppervlakkig. Bob Glancer
luisterde scherp toe, maar het was hem toch
onmogelijk in de mannenstem die van Armand
Dumanche te herkennen. Maar door de radio
klinkt iemands stem vaak heel anders, dan men
in werkelijkheid gewend is. Hoe ter wereld zou
Armand Dumanche er toe gekomen zijn voor
de radio op te treden? En nog wel heel in
Nancy? Toen moest Glancer om zijn eigen ge
dachten lachen: wat deed een Engelsch politie
man eigenlijk in Frankrijk? De schets is anders
niet zoo beroerd geschreven als de meeste van
haar soortgenooten, dacht Glancer verder. In
alle geval wordt het met zoo'n werkelijkheidszin
opgevoerd, dat menig echtgenoot (e) herinne
ringen zal krijgen aan momenten, die men het
liefst zoo spoedig mogelijk vergeet. /Rijkelijk
veel stof" critiseerde Glancer, toen hij op zijn
horloge zag, dat de huiselijke oneenigheid al
meer dan een kwartier duurde, „met gelijke
kansen. Ik ben eigenlijk benieuwd, wie er nu
zal schieten."
Plotseling sloeg de vrouwenstem schril over.
Tusschen korte hysterische lachjes door gilde
ze: „Schiet dan! Nu! Wat let je! Ik weet tóch
wel, dat je niets meer om me geeft!" Glancer
glimlachte. „Alle vrouwen zijn toch precies het
zelfde. Als je ook maar één oogenblik je atten-
ghig
weg
I MtMM 11 ••IIMItf
tie laat verslappen, zijn ze er nog erger aan toe
dan het misdeelde kind!'
Dan knalde een schot en was het even dood
stil. Klaarblijkelijk was het hoorspel afgeloopen.
Weer klonk de stem van den omroeper. /Hallo,
hallo! Hier radio Nancy! U hoorde zoo juist
het hoorspel Moord met voorbedachten rade?"
door Leon Lemanche. Over enkele oogenblikkea.
wordt ons programma voortgezet met dans
muziek!".... De radio knetterde nog even, toen
was alles weer stil. Maar Bob Glancer's slaap
was met .Radio Nancy" verdwenen. Eensklaps
had hij een onbedwingbaren lust, in de bar wat
te drinken. Tusschen denken en doen lag bij
inspecteur Glancer niet zoo heel veel verschil,
zoodat hij nog geen tien minuten later over de
prachtige marmeren trap naar beneden ging.
Glancer opende de deur en nam in een oog
wenk de aanwezigen op. Dan sloot hij de deur
weer en
denzelfden
als hij gekomen
met een krachti-
gen schouderduw j
forceerde, was
niet de zijne, maar die van waaruit hij de
radio-uitzending had kunnen hooren.
Een man van middelbaren leeftijd, die blijk
baar naar de vrij stille straat had staan kijken,
keerde zich met een ruk om. Het zien van een
gerichte revolver deed hem even weinig als het
afgesnauwde bevel .Randen hoog!" Hü ver
trok geen spier en deed wat hem bevolen werd.
Enkele oogenblikken stonden de beide mannen
zoo tegenover elkaar, toen Glancer's gevangene
eensklaps hard, maar welluidend begon te
lachen.
,Ra, ha, neen, die is goed! Wat vind ik die
mop eenig! U hebt natuurlijk in mijn kamer
rumoer gehoord en bent nu in de vaste overtui
ging, dat ik mijn vrouw heb vermoord! Maar
als u wat beter had geluisterd, dan had u kun
nen hooren, dat het 'n radio-hoorspel was! Is
die even goed
„Zooscheen Glancer te weifelen. De man
liet zijn handen wat zakken, maar onmiddellijk
beet de inspecteur hem weer toe: .Randen
hoog en verroer geen vin!" Met enkele stappen
stond hij naast een groote hutkoffer en ont
sloot deze. Met een slag ging het deksel los.
Oogenschijnlijk bevatte ze niets dan japonnen,
maar inspecteur Glancer liet zich hierdoor niet
misleiden. Zonder den man een oogenblik uit
het oog te verliezen, schoof hij de kleeren wat
ter zijde, tot het hoofd van een vrouw zicht
baar werd. Haar oogen waren gesloten.
„Jij, ellendige politiehond!" Met een katach-
tigen sprong wilde de moordenaar den inspec
teur te lijf. Dan knalde er een schot en ker
mend viel de man op den grond, vlak voor de
voeten van Glancer. Een kogel had hem in het
rechterbeen getroffen. In een oogwenk waren
hem de handboeien omgedaan en werd om as
sistentie getelefoneerd.
„Niet onaardig verzonnen, dat moet ik zeg
gen," was het eerste, dat inspecteur Glancer nu
tegen zijn arrestant zei. „Een radio-hoorspel
zelf aankondigen en dan nog wel met zoo'n
pakkenden titel, het getuigt van een zekere ge
nialiteit. Je had enkel met de namen van je
acteurs wat voorzichtiger moeten zijn. Want
toen ik zoo juist in de bar kwam, moest ik er
varen, dat Armand Dumanche niet voor de mi
crofoon van Radio Nancy stond, maar zich hier
te goed deed aan een glaasje likeur."
(Nadruk verboden)
Op zekeren morgen ontwaakte professor
Snuffelgraag met een nieuw idee. Professor
Snuffelgraag, in de wandeling Profje ge
noemd, was iemand, die er veel van hield, de
heele wereld te kennen en liefst niet uit boe
ken doch uit ondervinding. Op zijn laatste
reis had hij kennis gemaakt met een struis
vogel, die hem sedert dien overal vergezelde.
Dezen morgen nu, belde hij vanuit zijn bed
en meteen verscheen zijn trouwe trawant,
Struisje, om hem te vragen wat er van zijn
dienst was. „Je moet onze koffers pakken,
want we gaan weer op reis," zei Profje.
Struisje was al verdwenen. Hij had een
paar lange beenen en sterke vleugels die hem
overal naar toe brachten. Zoodoende had hy
in een seconde den zolder bereikt en daar al
spoedig gevonden wat hü zocht.
De Heemsteedsche politie heeft thans een
lijst samengesteld van de voorwerpen, die
Maandagavond gestolen zyn uit het perceel
aan den Crayenestersingel.
24 zilveren vorken en lepels, zilveren soep
lepels, sauslepels, limonadelepels etc., heeren
horlogeketting met gouden ornamenten, twee
zilveren bonbonmandjes, 2 gouden trouwrin
gen, gouden damesring met parel, klein gouden
ringetje met turquoise steentjes, lange gouden
dameshorlogeketting, gouden dameshorloge,
bijbeltje met gouden slot, ovaal mozaïek broche
met gouden rand, een van goud gevlochten hals
ketting ter breedte van 1% c.M., twee gouden
armbanden, 1 wit gouden broche van ongeveer
4 c.M. in den vorm van een Turksche halve
maan, bezet met 4 diamanten, 1 glad-gouden
armband, breed pl.m. 2J4 cM. met gouden
gesp van ongeveer 2 cM, bezet met roode
steentjes en pareltjes, 1 gouden armband, in
het midden een zwarte steen en bewerkt
ornament, 1 halsketting van zilveren hanger
tjes met roode steentjes, 1 zilveren armband,
lintmodel, breed 1 c.M., voorzien van verschil
lende figuren, een gevlochten en een schuine
zilveren armband, een schidpad haarspeld, het
blad met goud bewerkt, een gouden broche in
den vorm van een klimopblad met in het
midden een diamantje, 3 tijgernagels, met goud
bewerkt en een gouden bandje aan onderkant,
van achteren voorzien van een speld om als
broche te dragen.
Eindelijk een speciaal wasmiddel, waarbij nu eens
terdege rekening is gehouden met de mogelijkheden,
die de wasmachine biedt De nieuwe Rinso lost on
middellijk in lauw water op en geeft een overvloedig
schuim, omdat zij „overvet" is. Bovendien bevat
Rinso bijzonder werkzame bestanddelen, die het tijd
rovende voorweken van de was overbodig maken.
En liet Rinso-sop, waarin U heeft gewassen, behoeft U niet
weg te doenNa het' witte goed kunt U achtereenvolgens nog
het gekleurde goed, het flanel en het tricotgoed in hetzelfde Rinso-
sop wassen voor 'slechts 12^ ets. Lees slechts de eenvoudige
gebruiksaanwijzing. Als U een wasmachine bezit, neem dan
voortaan geen ongeschikte wasmiddelen meer, maar uitsluitend:
R8-0309 m
5
Toen Janie alleen was, ging ze nog een tydje
op den rand van het versmade bed zitten en
keek naar de koffers met de etiketjes er op, die
Elizabeth met haar keurige hand geschreven
had.
„Je hoeft niet te denken, dat ik je hier uit
pak!" zei ze tegen deze stomme getuigen. „Mor
gen gaan we regelrecht terug naar Mrs. Rugg-
les en dan hoop ik, dat ik die griezelige „Gran
ge" niet weerzie!"
HOOFDSTUK V
Een goede nachtrust en een zonnige ochtend
Öeden Janie toch van opvatting veranderen. Ze
Was nog altyd besloten, Redwall te verlaten,
hiaar toch wilde ze geen stap doen in deze rich
ting, eer Mrs. George Gilchrist terug zou zijn;
en dus zou ze dezen dag maar eens wyden aan
de kennismaking met haar nieuwe omgeving.
Ze bracht den morgen door met het huis en
den tuin eens nader te bekijken. Het huis leek
«aar nu lang niet zoo somber meer en den tuin
vond ze verrukkeiyk! Ze zag niemand anders
dan Minnie. Familiemaaltijden bestonden ar
niet. De tweelingbroers hulpbehoevend als ze
waren verlieten nooit hun kamers; Mrs.
George als ze er was bleef ook in haar
eigen vertrek en werd bediend door haar kame
nier; Rorke had zyn kamer in een vèrverwijderd
deel van het huis waar hy zijn eenzame maal-
tyden gebruikte en af en toe eens een kennis
bij zich had.
Janie deelde Minnie's middagmaal in de keu
ken op één uur en na afloop daarvan zette ze
haar hoed op en zei, dat ze de buurt eens ging
„verkennen."
Het was een zachte, heldere voorjaarsdag en
lustig kweelden de vogels. Het was hier heer
lijk; ofschoon niet ver verwijderd van het druk
ke fabrieksdistrict van Bradlington, was de
lucht er zoo zuiver en prikkelend; de rivier
straalde in het zonlicht en in het verschiet zag
ze enkel vroolijk-verlichte heuveltoppen.
Misschien zou ze het hier toch wel een maand
kunnen uithouden. Ze zou althans vandaag
maar niet schrijven aan Elizabeth en aan oud
tante Sara.
In vier weken zou ze wel wat anders kunnen
vinden; dus zou ze zich maar geen zorgen ma
ken vóór den tijd en van dezen mooien dag
genieten.
Om ongeveer vier uur liep ze op den hoofd
weg dicht by een dorpslogementje, waar ze een
paar fietsen tegen den muur zag staan. Haar
tong kleefde haar aan het verhemelte en ze
smachtte naar een kopje thee.
Binnen zaten een dame en een heer, ieder
aan een tafeltje, thee te drinken. De dame keek
even op, de heer hield haar steeds in het oog;
dit voelde zy. Het was een lange, jonge man
met een grooten neus, hooge jukbeenderen en
licht-bruine oogen.
Janie ging aan het derde tafeltje zitten met
den rug naar den heer, maar hy veranderde
van plaats, zoodat hy haar van ter zijde steeds
zien kon. Tevergeefs trachtte zij zich al te ver
diepen in een oude krant, die daar lag; steeds
voelde zy, dat hij met den blik ieder van haar
bewegingen volgde.
Als om moreelen steun keek ze nog eens naar
de dame, maar die scheen zóózeer in beslag ge
nomen door het bestudeeren van een toeristen-
kaart dat ze hier niets van merkte.
Op dat oogenblik kwam er nog iemand bin
nen en wel haar neef, Rorke Gilchrist. Blijk
baar waren ze beiden evenzeer verrast over deze
onverwachte ontmoeting en ze wist eigenlyk
niet, of hy haar gegroet had of niet. Voor de
andere dame nam hy den hoed af; die boog
even en hy knikte eens tegen den onbeschaam-
den jongen man, die dezen groet op dezelfde
wyze beantwoordde.
Rorke trad aan de toonbank, bestelde zyn
verversching, die hy daar gebruikte en verliet
toen weer het logementje.
Haar tydelijke verwarring was niet onopge
merkt gebleven door den onbeschaamden be
zoeker. Met schrik zag zy het oogenblik tege
moet, dat ze alleen werden gelaten en ook durf
de ze niet weggaan, want ze was bang, dat bij
haar dan volgen zou.
De toeriste stond op, betaalde haar vertering
en ging. Janie volgde ijlings.
Op weg naar de deur stootte ze met den voet
tegen de opgevouwen toeristenkaart, die de
dame blykbaar verloren had. Dit leek Janie een
uitkomst; ze gaf het ding aan de eigenares te
rug, juist toen de onbeschaamde ook uit de
deur kwam; maar toen hy de dames in gesprek
zag, kon hij niet anders doen, dan zyn fiets ne
men en wegryden.
De toeriste bleef hem nog in het oog houden
en zei toen vriendelyk:
„Neem my niet kwalijk, dat ik u nog een paar
vragen doe. Ik geloof, dat u hier in de buurt
thuis hoort? Ik zag u althans gisteren door
Chatbeck ryden met Mr. Rorke Gilchrist. Lo
geert u op „The Grange"?"
„Ik logeer er niet, maar ik denk, dat ik er een
tyd blijven zal. Ik heb een betrekking als „hulp
van de moeder" bij een kleinen jongen."
„O, ik hoop, dat u my niet erg bemoeiziek
vindt, maar wonen uw ouders ook hier dichtbij?
Heeft u een persoonlyk onderhoud gehad met
Mrs. George Gilchrist, vóór u de betrekking
aannam?"
„Ik heb geen ouders. Myn familie woont voor
het grootste deel in het Zuiden van Engeland.
Ik heb de advertentie van Mrs. Gilchrist be
antwoord, maar ik heb haar nog niet gezien.
Zij en de kleine jongen zyn beiden weg."
„Dat begryp ik. Ik geloof niet, Miss....?"
„Carleton", viel Janie in.
dat wy u hier lang houden zuHen; maar
waarschynlyk zullen wij elkaar nog wel eens
ontmoeten. Ik ben Mrs. Carpmael en myn man
is hier dokter. Ambtshalve komt hij met op
„The Grange"; maar daar Chatbeck maar heel
klein is, zullen wij elkaar af en toe wel eens
spreken. Als het u ooit eens mocht invallen"
en dit met een emstigen blik Janie in de oogen
kijkend dat u een vriendin noodig heeft, of
althans een vriendschappelijken raad, dan moet
u niet dralen, om u tot mij te wenden."
In gedachten verdiept, zette Janie haar weg
voort. Blijkbaar achtte Mrs. Carpmael „The
Grange" geen geschikt verblijf voor een jong
meisje, een opvatting, die zeker zou gedeeld
worden door Elizabeth, om nog niets te zeggen
van Tante Hermione. Was het haar plicht niet,
zich terug te trekken en een andere positie
trachten te vinden?
Toch voelde Janie er ook niet zooveel voor,
terug te gaan naar Londen, want haar en
thousiasme voor de wereldstad was wel wat be
koeld.
,,'t Is hard, om Stoneshire juist te moeten
verlaten, nu ik tot de ontdekking ben gekomen,
dat het de heerlijkste plaats ter wereld is!"
dacht zij. „Waarschynlijk doet mijn afkomst uit
het Noorden van het land zich toch gelden. Ik
heb nu het gevoel, of mijn hart altyd naar het
Noorden heeft gewezen, als de naald van het
kompas. Die heerlyke Noordenwind, die brengt
vrijheid aan!"
De „heerlijke Noordenwind" die anders
juist uit het Zuiden blies was ineens zóó hef
tig, dat hy haar den hoed van het hoofd rukte,
die nu vroolyk in de rivier lag te drijven.
In haar streven, om het ding nog te pakken
te-krygen, boog zy! zich voorover langs den-kant.
bleef haken tusschen de lange halmen en het
riet en viel vóórover met dit gevolg, dat de
eenige speld, waarmee ze het haar bijeenhield,
ook hopeloos verloren ging en dat zy dus terug
moest naar het huis van haar werkgeefster;
zónder hoed en met het haar loshangend.
„Ik hoop maar, dat ik Rorke Gilchrist al
thans niet meer ontmoet! Als hij mij zóó zag,
zou hy zeker vinden, dat ik niet goed genosg
was voor hem! Dus dan zouden de rollen pre
cies omgekeerd zijn."
Het werd dan ook met recht een ongeluks
middag voor Janie. Ze was nog altijd in strijd
met het weerbarstige haar en trachtte het al te
vlechten, maar ook hiér had de wind op tegen,
zoodat dit niet zoo grif gingIneens hoorde
zij een fiets aankomen; iemand stapte af en met
den hoed in de hand naderde daar haar schrik
beeld uit het logementje.
„Pardon. Is u iets overkomen? Kan ik u som»
op de een of andere manier van dienst zyn?"
„Neen, dank u. Er is my eigenlijk niets over
komen, maar de wind heeft myn hoed in het
water gewaaid!"
„Ja, dat is lastig."
Intusschen bleef hy haar weer even onbe
schaamd aanstaren en Janie had wel kunnen
stampvoeten van ergernis.
(Wordt vervolgt»