De avonturen van Prof je en Struis je tKét miaal van den dag twee nichten VERKEERSBORDEN EN TWEE NEVEN MAANDAG 20 SEPTEMBER 1937 De hockeydag titel in het enkelspel Amsterdam wint te zeist Resultaten der verschillende wedstrijden M). DAMME—RAMAN Vierde en vijfde partij VERBOD GEBOD J. GOEDRAAD WINT DEN Kampioenschappen voor oefen- meesters te Den Haag De interdistrictswedstrij den TWEEDE KLASSE K.N.V.B. KENNEMERS—W.F.C. 0—4 WEST-FRISIAO.S.V. 5—3 H.F.C.—A.F.C. 2—5 VELOX—R.C.H. 1—2 Z.V.V.—D.W.V. 0—2 H.V.C.—HILVERSUM 1—2 DE SPARTAAN—Z.F.C. O—l B.F.C.D.O.S. 2—5 E.D.O.—ZEEBURGIA 2—2 NAAR HET ENGELSCH In verschillende plaatsen van ons land zijn ««teren wedstrijden gehouden voor den door Ned. Hockeybond georganiseerden Hockey- flag. In Rotterdam waren de resultaten: Berste ronde: VictoriaMaasstad 30; Delft- jjChe StudentenLaonidas 20; Victoria 2 ®ÏHC 2 5—1; EMHC 1—Maasstad 1 3—1. Tweede ronde: Victoria 1Victoria 2 71; °MHCDelftsche Studenten 21. Victoria en EMHC komen a.s. Zondag te Am- 'ferdan^ jn het eindtoumooi. De uitslagen van de wedstrijden te Enschede 'Hidden Eerste ronde: DeventerDKS 20; Hengelo 1 ^"Arnhem 1 0—8; PW 1—Apeldoorn 1 2—1; PW r-Union 1 06; Groningen 1Nijmegen 2 02; °eventer 2Nijmegen 1 010. Tweede ronde: Devènter 1Arnhem 1 11 (na '««schoten 3—4)Union 1—PW 1 1—1 (na doel- •choten 3—2). .Derde ronde: Union 1Nijmegen 2 10; Am- te® 1—Nijmegen 1 11 (na doelschoten 14). De beide Nijmeegsche eerste klassers Nijme- sen en Union komen in het eindtoumooi te Amsterdam uit. Te Haarlem waren de uitslagen als volgt: Eerste ronde: Strawberries 2HBS 01; Alk maarHarlekijn 31; BMHC 1Alliance 30; J^tVJ 2—Zandvoort 1—4; THC—Harlekijn 2 M; Oh Kay—Hurley 2—1; BMHC 2—Straw- erries 3—0; AMVJ—Alkmaar 2 2—0. Tweede rondeHBSAlkmaar 12BMHC t&ndvoort 80. Derde ronde: Oh Kay—THC 2—1; BMHC 2— 2—0; BMHC—Alkmaar 5—1. Oh Kay, BMHC - en BMHC 2 hebben zich in 'et eindtoumooi te Amsterdam geplaatst. De in Den Haag gespeelde wedstrijden hadden "et volgende verloop: Terrein Clubhuis te Werve: Te WerveHHYC 12—1; TOGO—Rijswijk 5—0; TOGO—Te Werve TOGO komt in het eindtoumooi te Amsterdam tit. Terrein HDM: HDMSCS 2 4—0; HOC 1— fcOs 1 1—2; HOC 2—Leiden 0—0. Hoe komt in het eindtoumooi te Amster dam uit. Sos—Cadetten 2—2; HDM—HOC 7—0; HDM SOS 4—2. Hdm en SOS komen in het eindtoumooi te Aflasterdam uit. De wedstrijden, welke te Bussum werden ge beld, verhepen aldus: Gooi 1Pinokkio 1 51; Pinokkio 2Be Pair <2—i; Gooi 2Be Pair 1 32; Hilversum 2 kameleon 31; Gooi 1Pinokkio 2 81; Gooi '"-Hilversum 2 1—3. .Gooi 1 en Hilversum 2 komen in het eind- ^drnooi te Amsterdam uit. In Laren werden de volgende resultaten föboekt: Amersfoort 1BHV 50; Amsterdam 1 ®CRc 2 10; Baarn 1Laren 2 31; Amster dam 2HIC 20; Amersfoort 2Laren 1 06; *etii0 1Schaerweyde 12; AmersfoortSCHC ~-4; PamosAmsterdam 1 06; BHV 1—Am sterdam 2 01; Laren 1Schaerweyde 1 0—2; Amsterdam 1Amsterdam 2 10. Schaerweyde is niet opgekomen. Brauw 63, 61; Cabot sl. Boon 86, 57, 64. Heeren-dubbelspel: Fabius en Marinkelle sl. ir. Bartelds en mr. baron Van Till 108, 64. Gemengd dubbelspel: mevr. Jonquière en Marinkelle verl. van mej. A. Knottenbelt en De Brauw 26, 86, 36. Dames-dubbelspel: mej Rellin Couqouerque en mej. Kerckhoff verl. van mej. A. Knottenbelt en mej. R. Mechel 63, 9—11, 8—10. Den Haag—Gelderland (60): heeren-enkel- spel: Cabot sl. Klinkspoor 60, 62. Dames enkelspel: mej. Den Hertog sl. mej. Van Lerven 64, 60. Gem. dubbelspel* mej: Hartog en Wilton sl. mevr. Bodemeyer en mr. Van der Berg 64, 79, 63. Heeren-dubbelspel: Ma rinkelle en Wilton sl. Thomassen en mr. Van der Berg 61, 63. UtrechtGelderland (64): gem. dubbelspel: mej. Knottenbelt en Bartelds sl. mej. Sluis en Lysen 108, 64; mej. Mechel en mr. baron Van Till sl. mej. Van Lerven en Klinkspoor 62 6—1. Hier laten wij nog twee partijen volgen uit de match tusschen Damme en Raman. Vierde partij: Wit: A. K. W. Damme; Zwart: P. Raman. 1. 34—29, 20—25; 2. 40—34, 14—20; 3. 4440, 20—24; 4. 29 x 20, 25 x 14; 5. 35—30, 19—23; 6. 30—25, 14—19; 7. 34—30, 10—14; 8. 30—24, 19 x 30; 9. 25 x 34, 5—10; 10. 32—28, 23 x 32; 11. 37 x 28, 14—19; 12. 41—37, 10—14; 13. 46— 41, 18—23; 14. 50—44, 23 x 32; 15. 37 x 28, 12— 18; 16. 41—37, 7—12; 17. 37—32, 1—7; 18. 42— 37, 17—22; 19. 28 x 17, 11 x 22; 20. 32—27, 19— 23; 21. 37—32, 14—19 22. 31—26, 22 x 31; 23. 26 x 37, 9—14; 24. 34—29, 28 x 34; 25. 40 x 29, 4—9; 26. 47—41, 14—20; 27. 32—28, 16—21; 28. 37—32, 21—26; 29. 41—37, 19—24; 30. 37—31, 26 x 37; 31. 32 x 41, 6—11; 32. 41—37, 11—17; 33. 38—32, 20—25; 34. 29 x 20, 25 x 14; 35. 43—38, 14—19; 36. 44—40, 7—11; 37. 36—31, 11—16; 38. 31—27, 17—22; 39. 28 x 17, 12 x 21; 40. 33—28, 9—14; 41. 49—44, 14—20 42. 40—35, 8—12 43. 39—33, 20—24; 44. 44—39, 15—20; 45. 28—22, 20—25; 46. 22—17, 21—26; 47. 17 x 8, 3 x 12; 48. 32—28, 18—23; 49. 37—32, 2—7; 50. 48—42, 7—11; 51. 42—37, 11—17; 52. 28—22, 17 x 28; 53. 33 x 22, 12—17. Remise. Vijfde partij P. Raman (wit); A. K. W. Damme (zwart). 1. 3126, 19—23; 2. 37—31, 20—24; 3. 34—29, 23 x 34; 4. 39 x 19, 13 x 24; 5. 41—37, 14—19; 6. 46—41, 10—14; 7. 44—39, 9—13; 8. 50—44, 4—9; 9. 40—34, 18—23; 10. 31—27, 12—18; 11. 44—40, 8—12; 12. 33—28, 2—8; 13. 27—21, 16 x 27; 14. 32 x 21, 23 x 32; 15. 37 x 28, 17—22; 16. 28 x 17, 11 x 22; 17. 41—37, 18—23; 18. 34—30, 12—18; 19. 21—16, 7—12; 20. 37—32, 1—7; 21. 36—31, 7—11; 22. 16 x 7, 12 x 1; 23. 31—27, 22 x 31; 24. 26 x 37, 1420; 25. 30—25, 1—7; 26. 25 x 14, 19 x 10; 27. 38—33, 10—14; 28. 33—28, 14— 19; 29. 37—31, 5—10; 30. 42—38, 10—14; 31. '39—33, 14—20; 32. 31—27, 24—29; 33. 33 x 24, 20 x 29; 34. 40—34, 29 x 40; 35. 45 x 34, 15—20; 36. 43—39, 8—12 37. 39—33, 20—24; 38. 34—30, 6—11; 39. 47—42, 11—17; 40. 42—37, 7—11; 41. 37—31, 17—21; 42. 31—26, 3—8; 43. 49—44, 17—21; 44. 26 x 17, 12 x 21; 45. 44—39, 8—12; 46. 48—42, 21—26 47. 42—37, 9— 19; 48. 30—25, 12—17; 49. 28—22, 17 x 28; 50. 33 x 22, 16—21; 51. 27 x 16, 18 x 27; 52. 32 x 21, 26 x 17. Remise. AAMW'JZKTQ GEVAAD VO0DRAMG5WEQ MADEDiriG VOORRAH05WE6 Tengevolge van de Invoering der „voorrangswegen" is het Nederlandsche verkeersbordensysteem, waarbij uit den vorm van het bord de hoofdbetee- kenls is af te lelden, met twee nieuwe „silhouetten" verrijkt. Er zijn nu de volgende vijf grondvormen. Een rond bord ter aanduiding van een absoluut verbod of een gebod, dus b.v. een parkeerverbod of een gebod om een bepaald rijwielpad te berijden. Rechthoekige borden voor het aangeven vqp aanduidingen, welke men desgewenscht kan opvolgen, zooals b.v. richtingsaanduidingen. Een driehoekig bord met de punt naar boven voor een gevaar, hetwelk den weggebruiker dreigt: een wegkruising, een scherpe bocht, enz. Het driehoekige bord met de punt naar beneden duidt aan, dat men een samenkomst met een voorrangsweg nadert, terwijl tenslotte een op de punt geplaatst vierkant bord aangeeft, dat men zich op een voorrangsweg bevindt. Dit laatste wordt eveneens aangegeven door oranje koppen op de hectometerpalen beste van het spel. Zij voegden tenslotte nog een vierde doelpunt aan de score toe, zoodat zij met 40 wonnen. iyaajjja v De uitslagen van de Zondag in Den Haag ^speelde wedstrijden zijn: .Groep a, enkelspel: J. Goedraad slaat A. aasdorp met 62, 68, 52, 79, 61. De Altslag in deze groep luidt: 1. en kampioen J. goedraad, 2. A. Waasdorp, 3. W. Hemmes, 4. D. Mos, 5. M. Goedraad. ^Dubbelspel: J. Goedraad en W. Hemmes slaan de Mos en G. van Beem met 63, 63, 62. De eindstand in het dubbelspel is: 1. Goedraad A Waasdorp, 2. De Mos en van Beem. De Zondag te Zeist voortgezette en beëin- 'ó'de interdistrictswedstrijden zijn door Am- ?fldam gewonnen. De uitslagen van den tweeden dag waren: Ij -Amsterdam—Den Haag (7—1): heeren-dub- w'spel: Hughan en v. Swol slaan Marinkelle en ."ton 61, 63; Van Olst en Van der Heide Aan Cabot en Pabius 63, 61. Dalles-enkelspel: mej. Kiek slaat mevr. Jon- 'Aière 7—5, 3—6, 3. .A®sterdam-Utrecht (61): dames-enkelspel: Kiek verliest van mej. Van der Horst 75, ft' 1—€' -neeren-dubbelspelHughan en v. Swol slaan ^Bartelds en Verloop 75, 63. Van Olst en «Aft der Heide slaan Boon en jhr. De Brauw "^3, 46, 6—3. 5 Amsterdam-Gelderland (64): heeren-enkel- Cel; Hughan slaat Lysen 63, 63; Leem- v "ggen verl. van Ketjen 64, 46, 4—6. Da- i As-enkelspel: mej. Terwindt gewonnen gegeven .gen mej Sluis; mej. Kiek slaat mevr. Bode- ,eyer 60, 60. Gemengd dubbelspel: mej. j^Tema—Van Olst slaan mej. SluisLysen 6-4 mej. Kiek en Hughan slaan mej. v. Ler- en Ketjen 6—2, 6—3. Den HaagUtrecht (42) heeren-enkelspel: sl. Verloop 97, 63; Marinkelle sl. De ^US Aanvankelijk had de thuisclub het beste van het spel, maar de W.F.C.'-achterhoede was goed op dreef, zoodat alle aanvallen op niets uit liepen. Geleidelijk werkten de gasten zich los en toen er ongeveer een kwartier was gespeeld, namen zij door den rechtsbuiten de leiding (01). Door een fout in de verdediging van de Kennemers kon W.F.C. al spoedig den voor sprong vergrooten door toedoen van den links buiten, terwijl de gasten nog voor de rust den stand op 03 brachten. Ook na de hervatting hadden de gasten het Na wat heen en weer getrap is de eerste aanval voor O.S.V., waarbij de gasten door hun middenvoor reeds scoren. De vreugde is van korten duur, want als de O.S.V.-linkshalf den bal met de hand bewerkt, wordt de toegekende strafschop in een doelpunt omgezet. Na den aftrap neemt West-Prisia den bal direct over: de West-Prisia-spil geeft een fraaien pass naar den linksbuiten, die vervolgens den bal in het doel werkt. Met een 21-voorsprong voor West-Frisia breekt de rust aan. Na de rust heeft O.S.V. het spel direct in handen en de Oostzaners doelpunten tweemaal kort na elkander. De West-Friezen gaan dan enthousiaster spelen en hun werken wordt be loond met drie doelpunten, zoodat de Enk- huizer club tenslotte met 53 wint. Na den aftrap zijn de H.P.C.-ers even aan het woord, maar zonder succes. Dan krijgt de A.F.C.-linksbuiten den bal goed voor zijn voe ten en hij bezorgt zijn club de leiding, 01. Een tijd lang niet meer dan vrij verdeeld spel, tot Drijver een voorzet van Ligtenstein weet te benutten, 11. Door een ongeval moet er een tijd lang ge stopt worden. De rechtsbuiten van A.F.C. kwam n.l. te vallen en brak zijn been. Als weder begonnen wordt is H.F.C. wel iets sterker, maar de Haarlemmers weten dit niet in doelpunten uit te drukken. Nog even vóór rust geeft Lungen na een corner den Amster dammers de leiding. Rust 1—2. Als de strijd hervat wordt is H.F.C. het meest aanvallend. Succes komt evenwel van A.P.C. als Lungen een der vele voorzetten van den rechtsbuiten benut, 13. Höck en J. ten Have verwisselen van plaats. Dit heeft succes en al spoedig scoort Höck, 23. Hierna komen de A.F.C.-ers sterk in de meerderheid. Zij doel punten nog tweemaal, zoodat het einde komt met een 52-overwinning van A.F.C. De Utrechtsche geel-zwarten hebben nu juist geen fortuinlijken middag gehad. In de eerste helft van den strijd tegen R. C. H. waren ze een weinig in de meerderheid. Spoedig werd uit een voorzet van Dam door Eymers het eerste doelpunt gescoord en hoewel er kansen genoeg kwamen om den voorsprong te vergrooten, bleef de 10-stand tot rust gehandhaafd. In de tweede helft, toen Swanink was vervangen door Agterberg, ging het gelijk op. Lenselink bezorgde R. C. H. den gelijkmaker. De kansen op een overwinning waren en bleven gelijk. Ten slotte was het geluk aan de zijde der gas ten, want uit een voorzet van Kedde bracht Lenselink den stand op 12, waardoor de ne derlaag van Velox een feit was. De eerste helft kenmerkt zich door een snel op- en neergaanden strijd met een klein over wicht der gasten. Vermeldenswaardig is een kopbal van Visser, die tegen de deklat van de Zaandamsche veste terecht komt. Aan de an dere zijde bezorgt v. Halderen doelman Sinkel- man eenige lastige momenten. Spoedig na de hervatting krijgt Z. V. V. een penalty wegens haken toegewezen, maar J. Hetteling weet door naast schieten deze kans niet te benutten. Na een Z. V. V.-offensief weet D. W. V. zich geleidelijk te herstellen en na 30 minuten heeft Visser succes (01). Door wijziging in de opstelling tracht Z. V. V. het verloren ter rein te herwinnen, maar het pleit is dan be slecht als Ooms enkele minuten voor het einde met een kopbal den voorsprong vergroot (02). „Maar beste vriend," zei Prof je nu. Ik ben professor Snuffelgraag en dit is mijn vriend Struisje, die mij overal op mijn wereldreizen vergezelde. Nu veranderde de houding van den conducteur, en kreeg hü opeens veel eerbied voor de beide wereldreizigers. Hij steekt zijn hoofd door de schuifdeur van de tram en ontdekt dat de beste plaatsen nog vrij rijn. Die zijn voor Profje en Struisje. Struisje gaat gezellig naar buiten kijken. Na een poosje haalde hij van onder zijn vleugel de krant van den professor te voor schijn en begon te lezen. Tenminste hij deed zoo. Hij zette zijn bril óp zijn neus, maar lezen kon hij niet. Hij hield ook de krant ondersteboven in zijn rechterpoot. In een banketbakkerij in de Engelsche oor logshaven Plymouth woonde een vlieg, een gewone huisvlieg. Zeer waarschijnlijk was zij een afstammelinge van een andere gewone huisvlieg, wier voorouders van geslacht op ge slacht in die zelfde banketbakkerij huisden. Het diertje in kwestie was echter vreeselijk verwaand en kon zelfs de gedachte aan een zoo bescheiden afkomst niet verdragen. Eens had ze een bezoek gebracht in de Leeszaal in Ply mouth en daar ontdekt, dat zij van adel was! Haar familie had een zeer belangrijke rol ge speeld in de wereldgeschiedenis! Zoo was een harer voorouders bij de verove ring van Jerusalem op den helm van Godfried van Bouillon neergestreken en had door haar raadgevingen aan den kruisheld niet weinig bijgedragen tot de verovering der Heilige Stad! Ook had, naar zij beweerde, tot haar voorge slacht behoord, de vlieg, die door haar gebrom en gekietel de koets met zes paarden, uit de fabel van Lafontaine, omhoog had gebracht tegen een hoogen heuvel op, en tal van andere beroemde dieren, die in de verhalen der men- schen voorkwamen, waren bloedverwanten van haar. Men heeft niet veel verbeeldingskracht noo- dig, om zich in te denken, dat die adellijke vlieg heel wat gegons veroorzaakte in dien banket bakkerswinkel in Plymouth. Zij dreef het per soneel der bakkerij tot grooter werkzaamheid aan. Zij bracht door haar gekietel en gekrie bel de knechts bijna tot wanhoop. Zij zoemde aan hun ooren, terwijl zij de vormen in den oven schoven. Zij zag critisch toe bij 't versieren der gebakjes, proefde ze, gaf raad over de soorten suikerwerk en room, controleerde, keurde goed en af, vergezelde het lekkers naar de etalage en plaagde onvermoeid de klanten waarbij ze zich verbeeldde, dat ze hun leiding gaf in de keuze der lekkernijen. Zoo leefde onze vlieg haar nutteloos druk bestaan, tot zij op zekeren dag de vrouw van den bakker aan een loopjongen bevel hoorde geven, een pracht van een taart aan boord van het admiraalschip „de Formidable" te bren gen, dat in de haven van Plymouth lag. De taart was bestemd voor een galalunch, gegeven ter eere van buitenlandsche zeeofficieren. Direct meende onze vlieg, dat de boodschap niet goed uitgevoerd zou worden, als zij er zich niet mee bemoeide. Zij vloog dus op de witte muts van den jongen en liet zich meedragen naar de kade, waaraan een motorbootje lag te wachten. Daar klemde zij zich aan de taart vast en ging mee over het water naar de geweldige „Formidable", die op de reede voor anker lag. Met de taart beklom zü de trap, kwam aan boord, drong door in de eetzaal en toen de taart op het witte tafellaken was neergezet, stelde zij zich ter zijde om de wacht te houden. Toen de maaltijd ten einde en de taart ver dwenen was, meende onze vlieg de Engelsche vloot groote eer te bewijzen als zij de gast bleef van den admiraal en zonder de minste bescheidenheid vloog zij in de hut van den vlootvoogd. Zij nam deel aan den zeetocht die volgde, snuffelde overal rond, bemoeide zich met alles, gaf wenken aan de roergangers, blies den officieren raad in 't oor en ging van tijd tot tijd zorgen, dat óe stokers niet stil zaten. Maar eens, op een ochtend, dat het oorlogs schip tegenover een kust voor anker lag, en ons bemoeiziek insect de knoopen der touwen in specteerde, werd er onverwachts een kanon schot gelost, een saluutschot met los kruit, en dat veroorzaakte een zoodanige luchtverplaat sing, dat onze verwaande vlieg in 't water werd geslingerd. Zij bleef echter, dank zij haar soor telijk gewicht drijven, en daar een gelukkig toe val wilde, dat er geen haai in de onmiddellijke nabijheid op de loer lag, had zij overvloed van tijd, om bij zinnen te komen. Verschrikt gaf zij zich rekenschap van haar toestand. Zij was onervaren in de zwemkunst en daarom zou ze nooit in staat zijn, den ver ren wand van het schip te bereiken. De „Formidable" verwijderde zich steeds ver der en liet haar achter op de onmetelijke wa tervlakte. Wat beteekende, bij deze ramp vergeleken, die vroegere val in een eenvoudige kom melk, waardoor ze toch zoo van streek geweest was? O, als ze dien dikken ketting maar kon berei- O, als ze dien dikken ketting maar kon berei- j VeTWCUUlde ken, waarvan de zware schakels op 't oogenblik, één i vóór één uit de zee opstegen; dan zcu ze door een gat in den stalen romp weer op den oorlogsbodem kunnen komen. Helaas, al haar inspanning was tevergeefs; ze kon zich slechts in een kringetje rondbewe- gen! Maar toch, het wonder geschiédde! Daar voelde de vlieg zich oplichten. Er was iets ltards boven het water gekomen; daar kreeg ze vasten voet op en' dat harde vlak droeg haar met een gestadig stijgende beweging de lucht ii>! Het was een der armen van het anker, dat den ketting volgde, en Juist onder haar uit het water was gerezen! Langs het anker bereikte onze vlieg den ket ting en langs den ketting het interieur van het schipen vandaar werd ze eenigen tijd later naar de kade van Plymouth ge bracht en via een zak suiker belandde ze weer in haar banketbakkerij. En daar, in die banketbakkerij, was het, dat zij tegen het einde van haar leven want de herfst, het seizoen waarin de vliegen sterven, naderde haar herinneringen te boek stelde, met een echt kriebelpootje, maar in schoone vliegentaal. En in die gedenkschriften kwam het volgen de voor, dat wij hier overnemen ten dienste en tot stichting van onze lezers en lezeressen die zich met wijsgeerige bespiegelingen onledig houden: „De menschen bouwen groote rare huizen, van ijzer, die op het water drijven; er zitten kolossale machines in en monsterachtige Ka nonnen, en een groote bemanning, en het doel van die geweldige bouwwerken is, voorname vliegen te huisvesten. Er wordt nauwgezette zorg voor gedragen, dat die huizen voorzien zijn van groote haken, aan ontzaglijke kettingen bevestigd, ten ein de de vliegen op te kunnen halen, als die per ongeluk in 't water mochten zijn gevallen." (Nadruk verboden) Reeds na vijf minuten spelen namen de gasten de leiding door een kopbal van Van Schaick, maar na 'n half uur slaagde Emp er in 'den Hilversum-doelman het nakijken te ge ven, zoodat de rust met gelijken stand aanbrak. Na de hervatting waren de Amersfoorters sterker, maar hun aanvallen brachten geen succes. Door een tweede doelpunt, waarvan v. Schaick wederom de maker was, namen de Hilversummers opnieuw de leiding om deze niet meer af te staan. Het was jammer, dat bij dezen eersten com petitie-wedstrijd reeds een dissonant te con- stateeren viel. De arbiter zag zich namelijk in het midden van de eerste helft genoodzaakt den Z.F.C.-middenvoor Kaathé wegens natrap pen. uit het veld te zenden. Z.F.C. had zich toen reeds door van Marle een 10 voorsprong verworven. De eerste helft bracht een open strijd, waarbij van weerszijden vrij forsch ge speeld werd, hetgeen deze ontmoeting weinig aantrekkelijk maakte. Voorloopig bleek de voorhoede van de thuisclub te zwak om de stug spelende Zaansche achterhoede te pas- seeren. Na de rust geraakten de gastheeren in de meerderheid en werd aanval op aanval on dernomen. Z.F.C. had echter in aanvoerder Dijkstra een uitmuntend doëlverdediger, die vele gevaarlijke schoten van Ohm en v. Heu- ven onschadelijk maakte. Z.F.C. verdedigde zijn magere 10 voorsprong met hand en tand en daar het den Spartanen maar niet gelukken wilde een tegenpunt te scoren, behaalde h'.F.C. een zwaar bevochten overwinning, welke onder de gegeven omstandigheden gedurende een groot deel van den wedstrijd werd met tien man gespeeld volkomen verdiend mag wor den genoemd. D. O. S. trapt af, maar al dadelijk neemt B. F. C.'s voorhoede den bal over en dringt ge vaarlijk naar het D. O. S.-doel op. Beugelaar schiet hard op het doel, waarbij de keeper den bal met moeite weet te houden. D. O. S. weet zich eenigszins los te werken, 'n Mooien voorzet van links stompt keeper Loeff weg. Het spe) speelt zich dan hoofdzakelijk op de B. F. C- helft af. De rechtsbuiten van D. O. S. krijgt den bal toegespeeld en schiet hard op 't doel. De keeper valt voorover, maar de bal gaat over zijn hoofd in het net, 1. Dan is het weer de beurt aan B. F. C. 'n Vrije schop volgt op het middenveld, waar Boerhout den bal tegen den paal kopt. Dezelfde speler krijgt den bal terug en plaatst nu den bal in het net, 11. Dan onderneemt D. O. S. weer eenige aanvallen, "n Corner volgt, waarbij de rechtsbinnen den bal vrij krijgt en hard in schiet, 12. Kort hierna zet de rechtsbuiten scherp voor en de Bruin kopt langs den keeper in het net, 22. Kort hierna neemtD. O. S. weer de leiding, 2—3. Nog eenige aanvallen van B. F. C. volgen en dan is het rusten. Na de thee toont D. O. S. zich weer *t sterk ste en de achterhoede van B. F. C. heeft het zwaar te verantwoorden. B. F. C. blijkt na eenigen tijd het gevaar te beseffen en probeert zijn achterstand in te ha- halen. Dit gelukt echter niet en de thuisclub krijgt weer een inzinking, waarvan de D. O. S.- voorhoede dankbaar weet te profiteeren. Eerst volgt een schot van den midvoor welk doel treft, 24. Daarna krijgt dezelfde speler een vrijen schop te nemen, welke eveneens in een doelpunt wordt omgezet, 25. Kort hierna breekt het einde aan met een verdiende over winning van D. O. S. Als Zeeburgia heeft afgetrapt neemt EDO al spoedig het spel in handen. Reeds na vijf mi nuten heeft Schijvenaar succes als hij hard inschiet, waarna van Wijk den bal laat vallen en de eerste er vlug bij is om hem in het doel te werken (10). In deze periode is EDO sterker en moet v. Wijk al zijn kunnen toonen. Bij een snellen uitval van Zeeburgia weet v. d. Berg gelijk te maken (11). Nog geen minuut hierna weet Schijvenaar wederom te doelpunten (21). Even hierna is de stand weer gelijk als een EDO-back den bal hard tegen een Zeeburgia- speler aantrapt en het leder in het doel vliegt (22). Even voor rust wordt Zeeburgia ster ker, maar de EDO-verdediging houdt stand. De tweede helft is de beste geweest. Beide partijen spelen nu heel goed. Geleidelijk neemt EDO de overhand en wordt Zeeburgia op eigen helft teruggedrongen. Schoten van Timmerman en vooral v. Spek weet v. Wijk alle te stop pen. Bovendien speelt de back Wikkel "n solide partij, waardoor succes uitblijft voor EDO. Tegen het einde wordt het Zeeburgia-doel als het ware bekogeld, maar de stand blijft 22. .Ben paar ochtenden later kwam Minnie, die ^eeselijk aan kiespijn leed, 's morgens beneden verklaarde, dat er niets anders voor haar Pzat, dan dat ze naar den tandarts ging en JjAn moest ze meerijden met een van de mannen, jj'e naar de markt gingen. Goedhartig bood Janie jjAdeljjk aan, of ze ook enkele van haar huishou- "elÜke plichten voor haar zou kunnen waar omen. M*Hu, als u misschien alleen wat stof zou willen «lemen? Ik ben er al mee klaar, op de kin- j^kamer en de kamer van Mr. Rorke na. lj,e®n, hij is er niet. Hij is naar een race gegaan 11 Kelsey. Ik zag hem al heel vroeg wegrijden." Gp uit punt gerustgesteld, ging Janie dus met A'doek en plumeau gewapend naar het heilig- m van haar neef. j-Bet was er veel netter en veel gerieflijker, dan verwacht had. Zijn zin voor sport sprak bi Uit heel de inrichting. Vmi gewone lectuur v em hij zeker niet veel; althans zijn boeken- ^°Taad was gering en zag er naar uit, of hij Het veel gebruik van had gemaakt. Alles rook naar tabak. Geen foto's van schoonheids koninginnen aan den muur. Het vrouwelijk ele ment ontbrak er geheel en dit deed hem weer wat rijzen in haar achting. Toch had zij het beklemmend gevoel of zij hier niet hoorde; of ze er maar binnengedrongen was; en, ondanks de verzekering van Minnie, keek ze schuldig op bij iederen voetstap, dien ze vernam. Charlie scheen dit gevoelen te deelen. Natuurlijk was hij haar als haar schaduw ge volgd, maar op den drempel was hij blijven staan, om onmiddellijk te kunnen vluchten, mocht zijn broer soms ineens verschijnen. „Kom toch binnen, Charlie, en sluit de deur!" drong Janie al. „Waarom blijf je daar nu staan?" „Neen, ik kom liever niet binnen, Janie. Ik...." „Waar ben je dan bang van?" „Van diè!" zei hij, naar een paar geweren wijzend, die boven den haard hingen. „Maar ze gaan toch niet uit zichzelf af, vent!" ,De menschen schieten er mee," fluisterde hü. „Maar ze schieten niet op kleine jongens." Het kind keek nog altijd zóó ontsteld, dat zij hèèl goad begreep, hoe zün angst tè diep zat, om door een paar kalmeerende woorden yerdre- ven te worden. En zijzelf werd er ook al ernsti ger onder. Want alweer rees die vraag by haar op: Kwam Charlie's vrees nu alleen voort uit een zenuwachtige schuchterheid, of was het kind in waarheid iets overkomen? Zou Rorke, óf uit boosaardigheid, Of uit verkeerd begrepen scherts, den kleinen jongen eens hebben geplaagd?.... Veel liever achtte zy hem niet in staat tot zulk een wreedaardigheid, maar zijn houding jegens het broertje was van dien aard, dat zü het niet gehele voor een onmogelükheid kon houden. Methodisch, maar werktuiglük zette Janie het stof-afnemen voort; met haar opgewektheid voor dien dag was het echter gedaan. De schaduw, die lag over dit vreemde, vereen zaamde huishouden had zich ook over haar ver spreid. Zü legde enkele verstrooide papieren by'een en ook een paar brieven, die in de volle zon lagen. Onwillekeurig keek ze er naar een, die boven op het stapeltje lag en de uitdrukking van haar gelaat veranderde ineens, terwyl ze met moeite een kreet van verrassingterugdrong: Het was een brief, evenals de andere, geadresseerd aan Rorke Gilchrist en geschreven met Elizabeth's hand. Janie zou die uit duizenden herkend hebben. Maar waarom ter wereld zou Elizabeth corres- pondeeren, zonder dat het hóór bekend was, met haar neef, Rorke Gilchrist? Dit raadsel drong voor het oogenblik de andere op den achtergrond. Het viel toch niet aan te nemen, dat Betty, zonder haór te waarschuwen, Rorke op de hoogte had gebracht van de eigen- lüke identiteit van Jane Carleton? En even ondenkbaar was het, dat, mocht dit soms het geval zün geweest, Rorke dan die mededeeling in stilte aanvaard zou hebben en kalm naar de race zou zijn gegaan, in plaats van een ver klarend onderhoud te verzoeken met héér.... Maar daar lég de brief: Betty moest toch over iéts geschreven heben.... En de enveloppe was open; dus Rorke had 'm gelezen! Er hoe langer hoe minder van begrüpend, stond Janie met het epistel in de hand en was zóózeer verdiept in dit mysterie; dat zü niet eens het geluid van voetstappen bulten had ge hoord en slechts opkeek, toen er een schaduw viel over het licht en Rorke, over het kozün, in zün kamer stapte. „Wat doet u hier?" vroeg hü. Zelfs tóen nog was Janie zóó bezig met allerlei gissingen, dat het nauwelüks tot haar door drong, welken indruk de situatie wel op hém moest maken. Ze zag, dat zün gelaat betrok en eerst toen hü schamper zei: „Ik meende, dat het opruimen van mün kamer Minnie's werk was," besefte zü ten volle het onaangename van haar positie. Maar uit die opmerking bleek ook, dat hem niet w.as meegedeeld wié zü was. Wéérover Betty dan ook geschreven had, dèitrover niét. Hü beschouwde haar niet als een bloedverwante, als een gelüke; zü was altijd nog voor hem: „Miss Carleton, de hulp voor de moeder," en die nu huishoudelüke bezigheden verrichtte, waar hü die niet verlangde. Zij lichtte de omstandig heden toe: „Minnie is naar den tandarts en nu neem ik stof voor haar af. Maar ik dacht, dat u uit was." „Ja, dat begrijp ik," zei Rorke droog, met een blik op den brief, dien zü nog in de hand hield. Ijlings liet ze 'm nu los, zeggend: „Neem mü'niet kwalük, het was mün bedoe ling niet, om uw correspondentie in te küken. .Maar onwillekeurig viel mün oog op dezen brief en het handschrift deed mü zoo duidelük den ken aan dat van een vriendin; een bloedver wante zoodat ik er wel even naar zien moest." „Een eigenaardig samentreffen was dat!" Toen zü de cynische uitdrukking in zün oogen gewaar werd, begreep zü onmiddellük, wat hü van haar dacht: een nieuwsgierige ondergeschikte.... En met hoogroode kleur riep zü: „Gelooft u my niet? Houdt u mü waarlük voor zoo'n onbeschaamde gedienstige?" Rorke antwoordde niet. Hü had een lade open getrokken van de tafel naast zich en was bezig met den inhoud daarvan. Hy kon onmogelük de vraag niét gehoord hebben, maar waar- schünlük meende hü, dat ze geen antwoord be hoefde. Dit deed Janie uit haar vel springen en driftig riep ze: „Denkt u waarlük, dat ik hoor tot die soort?" „Hoe weet ik nu, tot welke soort u hoort?" „In ieder geval niet tot het slag, waar u mü voor houdt en ik verzoek u bü deze, in het ver volg niet meer zoo'n toon tegenover mü aan te slaan. Dat verkies ik niet!" „Zoo? Verkiest u dat niet?" „Neen," bevestigde zü met uitdagenden blik in de blauwe oogen. „Hoe zult u het voorkomen, dat ik tegenover u den toon aansla, dien ik verkies?" „Als u denkt, dat u mü schrik aanjaagt, dan heeft u het mis! Ik ben Charlie niet!" „Vindt u zelf, dat uw toorn tegenover mü heel gepast is?" „Zeker, als u mü beleedigk" ,Maar heb ik u dan beleedigd? Ik verraste u met een brief van mü in uw hand." „Ik heb u de reden meegedeeld. Denkt u, dat het mü iets schelen kan, waar u uw brieven vandaan krügt? Zooals ik reeds zei: ik keek alleen even, omdat het handschrift mij zoo be kend voorkwam." „Al wés dit nu ook zoo, dan wist u nóg, dat de brief niet voor u bestemd was; tenzü u Gilchrist heette." Janie keek verschrikt op en ze meende achter docht te lezen in zyn blik. Dacht hü misschien, datze graag zün naam zou dragen? Innig- verontwaardlgd wist ze betrekkelijk nog kalm te zeggen: „Ik weet niet, welke bedoelingen u mü toe schrijft; maar dat weet ik wél, dat u geneigd is het slechtste te denken. En ieder hier in huis schünt er op uit, de anderen te verdenken van ondeugd en bedrog. Aan een dergelyke atmos feer ben ik niet gewoon. Dan ga ik liever. Maar daarom hoeft u tot zoolang uw laden nog niet te sluiten! Uw papieren kunnen duimen dik onder het stof liggen, eer ik er aan denken zou, er aan te raken. Geen macht ter wereld zou mü weer in dit vertrek brengen! Ik zou vandaag aan den dag wel willen gaan, als...." Ineens hield zy op, want een klein figuurtje kwam uit de schaduw te voorschün en hield haar bü den rok: „O, Janie, gé toch niet, als je blieft niét!.... Je hebt immers beloofd, dat Je blüven zou? Laat ze je toch niet wegsturen! Ik kan niet buiten je. O, Janie, Janie!" (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 11