tKduM&aal
vonden do§
De avonturen van Profje en Struisje
TWEE NICHTEN
EN TWEE NEVEN
MAANDAG 27 SEPTEMBER 1937
WIELRENNEN
Nieuwe plannen voor
den tour in 1938
Gewijzigde bepalingen
in het reglement
KAERS WINT CRITERIUM
VAN ZUERICH
Pellenaars derde en Slaats
zevende
Een school voor stayers te Parijs
Smits wint sprint te Landau
Alkema vierde te Erfurt
Rijswijksche Wielerbaan
Goede race van Schulte
tegen Pijnenburg
Domhof wint op de Veka-baan
Hilversum wint den
hockeydag
't Gooi in de finale met 21
geklopt
TWEEDE KLASSE K.N.V.B.
W.F.C.Z.V.V. 2—1
O.s.v.—KENNEMERS 0—0
HILVERSUM—VELOX 1—1
D W.V.DE SPARTAAN 3—2
ZEEBURGIAB.F.C. 1—1
öSSin r MP I Een ongepaste
Z.F.C.—H.R.C. 1—3
A.F.C.—E.D.O. 1—4
NAAR HET ENCELSCH 1
Henri Desgrange heeft dezer dagen het schema
voor den Tour de France 1938 opgesteld. Zooals
men weet, zal de Ronde het volgende jaar in
omgekeerde volgorde verreden worden. De eer
ste etappe zal eindigen in Caen, de tweede in
Kt. Brieuc en de derde in Nantes. Vervolgens
gaat het via Royan. (waar een dag gerust zal
worden), naar Arcachon en Bordeaux, voorts
Bayonne, Pau, Luchon en Perpignan. De route
wordt hier eenigszins gewijzigd, aangezien de
beklimming van den Puymaurens Desgrange te
gemakkelijk schijnt geworden. De renners zul
len het via Foix en Quillan heel wat moeilijker
hebben. Van Perpignan gaat de route over Mont»
pellier naar Marseille, dan direct naar Cannes,
waarbij ditmaal Toulon niet wordt aangedaan
Over de bergen Alios, Vars en Izoard gaat het
in één etappe naar Cannes, Nice, Sospel, Nice—
Digne. Briancon is de volgende plaats, vervol
gens bestijging van de ook in ons land (dank zij
Middelkamp) bekend geworden Galibier en Ize-
ran en aankomst in Aix-les-Bains, vanwaar de
route rechtstreeks via Lons le Saunier, Straats
burg, Metz, Reims naar Noord-Frankrijk gaat.
Het einde is dan in zicht. Nog even naar Lille
om vervolgens terug te keeren naar Parijs.
In den loop van de volgende maand zal in
Parijs een bijeenkomst worden gehouden, waar
ook Italianen en Belgen zullen aanzitten en
Waar een nieuw reglement zal worden samen
gesteld ten einde onaangename incidenten als
bii den jongsten Tour te verhinderen.
Zondag is onder groote belangstelling het
criterium van Zürich over een afstand van
106.8 K.M. verreden.
Winnaar werd de Belg Kaers voor zijn land
genoot, den wereldkampioen Meulenberg. Pel
lenaars eindigde als derde, terwijl Slaats de
zevende plaats bezette.
De uitslag luidde: 1 Kaers (België), 2 uur
39 min. 27.8 sec., 39 pnt.; 2 Meulenberg (Bel
gië) 30 pnt.; 3 Pellenaars (Nederland), 23 pnt.;
4 Kijewski (Duitschland) 16 pnt.; 5 Kocher
(Zwitserland) 13 pnt.; 6 Nievergeldt (Zwitser
land) 9 pnt.; 7 Slaats (Nederland) 5 pnt.
De directeur van de Parijsche Winterbaan,
Delblatt, is van plan nog dit winterseizoen in
het Velodrome d'Hiver te Parijs een school voor
stayers te creëeren. De heer, Delblatt heeft ver
schillenden belovenden jongeren toegezegd, dat
ook het stayersmateriaal voor hen zonder kosten
zal worden beschikbaar gesteld.
Op deze wijze hoopt Delblatt een categorie
jonge stayers te kweeken, die over enkele jaren
in staat zijn hun beroemde voorgangers als
Laquehay, Faillard, Terreau, Wambst en. op
Waardige wijze te vervangen.
Te Landau bij Karlsruhe zijn internationale
Wielerwedstrijden voor amateurs gehouden,
Waaraan ook de Nederlandsche renner Smits
deelnam. Deze wist den sprintwedstrijd te win
den voor den Zuid-Duitscher Stueber. In den
twee-uurs-koppelwedstrijd won het koppel
Ackermann—Stueber met een ronde voor
sprong op PlappertWeischedel en Smits
Aeymans.
De wielerbaan te Erfurt heeft Zondag haar
sluitingswedstrijden gehouden, waaraan ook
onze landgenoot Alkema deelnam. Zoowel in
den rit over 20 K.M. als in den uurwedstrijd
achter motoren, bezette Alkema de vierde
Plaats.
De uitslagen luidden;
Wedstrijd achter motoren over 20 K.M.: 1.
Rille, 17 min. 40 sec.; 2. Wiessbroecker op 40
toeter; 3. Schindler op 100 meter; 4. Alkema
op 120 meter; 5. Schumann op 500 meter.
Een-uurswedstrijd achter motoren: 1.
Schindler, afstand 10.700 K.M.; 2. Hille op
35 meter; 3. Wiessbroecker op 280 meter; 4.
Alkema op 350 meter; 5. Schumann op 7130
toeter.
Gisteren heeft het Rijswijksche hout zijn
Seizoen besloten met den traditioneelen popu-
lairen wedstrijd, waarvoor veel belangstelling
bestond.
Naast de gebruikelijke nummers bij den slui
tingswedstrijd bevatte het programma een wed
strijd achter kleine motoren over 10 en 15 K.M.
De voornaamste uitslagen luiden:
Wedstrijd achter kleine motoren: le manche
lO K.M., 1 Grünme (Groen); 2 v. d. Wildt
(Boot) op 180 M.; 3 Leysse (Berkhout) op 200
*t.; 4 v. Rijn (Ceurremans) op 2 ronden plus
l50 M.
2e manche: 15 K.M., 1 Grimme (Groen); 2
v. d. Wildt (Boot) op 1 ronde plus 10 M.; 3
Leysse (Berkhout) op 1 ronde plus 100 M.; 4
Van Rijn (Ceurremans) op 4 ronden.
Totaal uitslag: 1 Grimme 1 1 2 punten;
2 v. d. Wildt 2 2=4 punten; 3 Leysse
3 3 6 punten; 4 v. Rijn 4 4 6 punten.
Op de Veka-baan daverden Zondagmid
dag weer de motoren en het publiek, dat
nog altijd een voorkeur blijkt te hebben voor
de stayerswedstrijden, was derhalve in groo-
ten getale naar Duivendrecht gekomen. En
het kreeg waar voor zijn geld, want er was
spanning te over.
In drie ritten van 20 K.M. betwistten Los-
kamp, Domhof en Wals elkander de zege. De
eerste maal vertrok Wals aan den kop, gevolgd
door Loskamp en Domhof. Gemakkelijk kreeg
Wals het niet, want steeds opnieuw trachtte
Loskamp den -""naar de leiding te ont
nemen. Maar steeds ook was Wals op zijn hoe
de en het resultaat was, dat Loskamp terug
moest. Tegen het einde raakte Loskamp los. Hij
was daardoor uit den strijd en Domhof nam
direct zijn kans waar. De Amsterdammer kwam
snel naar voren, doch hij kon evenmin Wals
passeeren. Met gering verschil werd hij tweede.
De volgende rit was voor Loskamp, die uit
stekend reed en steeds fel aanviel. Domhof, die
als eerste vertrokken was, hield lang stand,
maar moest tenslotte Loskamp laten passeeren.
Wals voerde een langdurigen strijd met Los
kamp, maar raakte los en was er toen heele-
maal uit.
De derde rit was vooral spannend, omdat
alle renners evenveel punten hadden. Langen
tijd reed men in hoog tempo, zonder dat er
iets gebeurde. Eerst na vijftig ronden profiteerde
Domhof van een afgeslagen aanval van Los
kamp op Wals en nam de leiding. Er was voort
durend strijd, want zoowel Domhof als Loskamp
probeerden Wals ronden-achterstand te bezor
gen. Bij 'n aanval van Loskamp reed gangmaker
Schlebaum zeer ontactisch en door zijn onoplet
tendheid kreeg Loskamp grooten achterstand.
Tegen het einde wist Loskamp hiervan op kra
nige wijze een gedeelte in te loopen, waardoor
hij toch nog tweede werd. In totaal zegevierde
Domhof, terwijl Wals als laatste eindigde.
Met belangstelling werd het eerste optreden
van den jongen en veelbelovenden wegrenner
Schulte tegemoet gezien, die in een omnium
tegen den specialist Pijnenburg uitkwam. Hoe
wel Schulte zich op dit kleine baantje niet op
zijn gemak gevoelde, hetgeen vooral ir. den sprint
en de tijdrace bleek, leverde hij toch een goede
prestatie. Op uitstekende wijze reed hij in de
achtervolging, waarin hij twintig meter op Pij
nenburg wist in te loopen. In totaal won echter
Pijnenburg, die in de beide andere onderdeden
van den omnium gezegevierd had.
De sprintwedstrijd voor amateurs was voor
Van Gelder, die gemakkelijk de baas bleef over
zijn tegenstanders. Schenk, die verrassend goed
reed en in zijn serie den favoriet v. Breda
wipte, eindigde op de tweede plaats.
De uitslagen luidden:
Achtervolging om den Joco-brassard over max.
4 K.M.: 1. M. Mensen, na 2 K.M. B. Remkes
ingehaald in 2 min. 19 4/5 sec.
Wedstrijd voor nieuwelingen over 5 K.M.: 1.
J. v. Iperen, 6 min. 44 3/5 sec.; 2. C. de Groot;
3. A. Floor.
Sprintwedstrijd voor amateurs: le rit: 1. C.
Schenk, 131/5 sec.; 2. J. v. Breda; 2e rit: 1.
M. v. Gelder, 141/5 sec.; 2. A. Verhey; 3e rit:
1. F. Herbershof, 13 2/5 sec.; 2. M. Mensen;
4e rit: 1. B. Remkes, 13 3/5 sec.; 2. R. Lodewijks;
5e rit: 1. O. Moeke, 13 2/5 sec.; 2. J. Gerritsen.
Herkansing: 1. J. v. Breda, 124/5 sec.; 2. A.
Verhey; 3. M. Mensen. Halve finale: le rit: 1.
Schenk, 13 sec.; 2. Herbershof; 3. Moeke; 2e rit:
1. v. Gelder, 13 4/5 sec.; 2. v. Breda; 3. Remkes
(gevallen). Om den derden en vierden prijs: 1.
Herbershof, 13 2/5 sec.; 2. v. Breda. Om den
eersten en tweeden prijs: L v. Gelder, 13 2/5
sec.; 2. Schenk.
Profje schudde zijn hoofd. Onbegrijpelijk
was dat. Maar ze moesten weer verder. Hü
heesch zich weer op den rug van zijn trek
dier en dienaar en voort ging het weer.
Totaal: 1. M. v. Gelder; 2. C. Schenk; 3. F.
Herbershof; 4. J. v. Breda.
Omnium-wedstrijd tussehen J. Pijnenburg en
G. Schulte: Sprint: 1. J. Pijnenburg, 13 sec.;
2. G. Schulte. Tijdrace over 1 K.M.: 1. J. Pij
nenburg, 1 min. 9 4/5 sec.; 2. G. Schulte, 1 min.
13 sec. Achtervolging over max. 5 K.M.: 1. G
Schulte, 6 min. 36 sec.; 2. J. Pijnenburg op
20 meter.
Totaal: 1. J. Pijnenburg, 4 pnt.; 2. G. Schulte,
5 pnt.
Wedstrijd achter motoren over 3 X 20 KM.:
le rit: 1. O. Wals (Bustraan), 19 min. 35 3/5 sec.;
2. B. Domhof (Slesker) op 15 meter; 3. R. Los
kamp (Schlebaum) op 110 meter; 2e.rit: 1. R.
Loskamp, 19 min. 49 3/5 sec.; 2. B. Domhof op
200 M.; 3. C. Wals op 340 M.; 3e rit: 1. B. Dom
hof, 20 min. 31 sec.; 2. R. Loskamp op 460 M.;
3. C. Wals op 740 M.
Totaal: 1. B. Domhof 5 pnt.; 2. R. Loskamp
6 pnt.; 3. C. Wals 7 pnt.
De groeiende belangstelling voor de hockey-
sport blijkt wel uit het groot aantal toeschou
wers dat den laatsten hockeydag, die Zondag op
de terreinen naast het Olympisch. Stadion, ge
houden werd, bijwoonde. Om 10.30 uur werd met
de afwerking van het programma begonnen. De
eerste ronde leverde reeds eenige verrassende
uitslagen op. H. H. IJ. C. n.l. kon het tegen
de Hilversum-reserves niet verder dan een ge
lijk spel 2—2 brengen.
De Hagenaars lieten in hun lsten wedstrijd
geen 1ste klasse spel zien en kwamen door be
ter doelschieten in de 2de ronde. De Oostelij
ke kampioenen wonnen tegen de verwachting
in van B. M. H. C. I dat met een tweetal in
vallers voor Brusse en Out in het veld kwam,
doch laten wij dadelijk zeggen dat Nijmegen de
overwinning allerminst verdiende. De Haarlem
mers speelden gedecideerd beter hockey en in
de eerste 25 minuten werd het Nijmeegsche doel
belegerd. De ettelijke straf- en lange corners die
B. M. H. C. toegewezen kreeg bleven deels door
pech, deels door uitstekend werk van den doel-
verdediger onbenut. B. M. H. C. kreeg 15 cor
ners te nemen tegen Nijmegen 2, doch niets
lukte. In de 2de helft maakte Nijmegen van
een fout in de Haarlemsche verdediging gebruik
om Dalmeyer te passeeren. Vijf minuten voor
het einde schoot Gunning nog eens tegen den
paal doch het bleef 01. B. M. H. C. II
eveneens onvolledig H. D. M. prachtig partij.
Tot 10 minuten vóór het einde stond de score
nog blank. Een ormoodig uitloopen van de Kadt
bezorgde H. D, M. dat zeer tegenviel het lste
doelpunt, spoedig door een gelijksoortig 2de ge
volgd. Schaerwijde maakte een goeden indruk
en verloor slechts met 10 van 't Gooi dat met
een verjongd doch veelbelovend team verscheen.
Hilversum maakte korte metten met het zwak
spelende E. M. H. C., Amsterdam won gemakke
lijk met 40 van de ex-lste klassers S. C. H. C.
en de 2de Oostelijke club Union won met 61
van de Delftsche studenten.
In de 2de ronde speelden Amsterdam en H.
H. IJ. C. een aantrekkelijken wedstrijd. De par
tijen waren volkomen aan elkaar gewaagd en
ook in deze ontmoeting kwam de verzwakking
van het Amsterdamsche team door het gemis
van Ernst v. d. Berg sterk naar voren.
Bij H. H. IJ. C. speelde Dupont een goede
partij. H. H. IJ. C. was wederom gelukkig door
na 22 door doelschieten te winnen. Het en
thousiast en snel spelende doch in techniek te
kort schietende Union stond tot kort voor het
ein<Je met 10 voor tegen H. D. M. dat zijn
spel niet kon vinden. Na den gelijkmaker won
Union met doelschieten. Hilversum won met
10 van het zich met hand en tand verde
digende Nijmegen, door beter combinatie- en
voorboedespel. Na een spannenden strijd won
't Gooi verdiend met 32 van Togo dat over
een goede ploeg beschikte. De halve finales
gingen derhalve tussehen Union en 't Gooi en
H.H.IJ.C. en Hilversum,. Union gaf ook nu 't
Gooi goed partij, doch het werd een strijd tus
sehen een technisch goed spelend en vlot com
bineerend Gooi en een op afbreken gebaseerd
Zoo gingen er eenige uren voorbij. Struis-
Je's lange beenen namen steeds grooter
passen en weldra was de grens van Profje's
vaderland bereikt. Hij keerde zich nog eens
voor het laatst om en wuifde vriendelijk
naar een kraai, die in een ouden iepenboom
zat. Deze sperde zijn bek open van verbazing
over zooveel vriendelijkheid.
tegenspel van de Nijmegenaren die hun gebrek
aan techniek door enthousiasme trachtten te
vergoeden. Na een 11 stand in de lste helft
maakte 't Gooi 2 fraaie doelpunten. Hilversum
had weinig moeite met H. H. IJ. C. De snelle
Hilversumsche voorhoede met Schook en J. v. d.
Hagen als uitblinkers overspeelde geregeld de
Haagsche achterhoede. Met 50 speelde Hilver
sum zich in de finale. Het werd met recht
een Gooische eindstrijd, die in de lste helft
het aanzien ten volle waard was. De vermoeid
heid deed zich intusschen bij de spelers ge
ducht gelden. Hilversum mm na fraai werk
van J. v. d. Hagen de leiding, die Doyer na
een vrijen slag met een hard schot wist te ver-
grooten.
Hoe 't Gooi zich ook inspande, de Hilversum
sche verdediging met Cor v. d. Hagen aan het
hoofd gaf geen kans. Enkele minuten vóór het
einde slaagde de hard werkende Keip erin het
net te vinden.
Hilversum won de speldjes verdiend door een
21 overwinning op 't Gooi. Sinds 1931 is het
aan Hilversum dat meermalen na dien de fina
le bereikte, niet meer mogen gelukken den
hockeydag te winnen. Een fraai succes voor de
club van Quarles van Ufford.
Gedurende de eerste helft ging de strijd vrij
wel gelijk op met de Zaandammers een tikje in
de meerderheid. Dit veldoverwicht wisten de be
zoekers nog voor de rust uit te drukken in een
fraai doelpunt toen Hetteling een voorzet van
Hartog vallende inkopte (0—1).
Na de hervatting wogen de partijen tegen
elkaar op, totdat na 15 minuten Bleeker van eer
misverstand in de ZW-achterhoede profiteerde
(1—1). De gasten bleven goed partij geven,
waarbij doelman Verwer op verdienstelijke wijze
zijn heiligdom verdedigde. Een kwartier voor het
einde wist Gorter de balans naar de Wormer-
veersche zijde te doen omslaan (21). Nadat bij
ZW Voorthuis door Koeletnay vervangen was,
wijzigden de blauw-zwarten hun opstelling, doch
het mocht niet baten.
Het blijkt al spoedig, dat beide elftallen, waar
van Kennemers volledig en OSV twee invallers
heeft voor Hottentot en Bode, aan elkaar ge-
.waagd zijn. Het technisch betere spel der bezoe
kers geeft den Oostzaners soms handen vol werk,
maar doelman Engel heeft er uitstekend het oog
r Aan de andere zijde heeft de Kennemers-
achterhoede met Dinkla aan het hoofd het
minder zwaar.
Ook na de hervatting behoudt Kennemers het
beste van het spel, maar de OSV-aanvallen blij
ven uiterst gevaarlijk en op een gegeven mo
ment komt de deklat keeper van Urk zelfs te
hulp. Hoe Kennemers ook zwoegt, het winnende
doelpunt blijft uit en alleen een buitenspel-goal
is het resultaat van de talrijke aanvallen, welke
door te kort spel steeds onderbroken konden
worden.
Hilversum speelde met een nieuwen man op
de linksbinnenplaats, Bruil. Velox had twee
invallers.
De gastheeren gaven een goede partij ten beste
en waren veel in den aanval. Voor het doel was
het spel echter weinig productief. Waarbij kwam
dat Velox uitstekend verdedigde.
Na 40 minuten wist v. Ek de score te openen
(Io), met welken stand de rust kwam.
Ook de tweede helft gaf aanvankelijk een
voortdurend aanvallend Hilversum te zien. Sue-:
ces bleef echter uit. Aan den anderen kant
wist De Rooij, die midden-voor speelde, na goed
samenspel der Utrechtsche voorhoede een doel
punt te maken (1—1). Hierbij bleef het, ofschoon
de bezoekers, blijkbaar door hun succes ge
ïnspireerd, het initiatief overnamen.
Bouwman c.s. wist evenwel verdere door
boring van het doel te voorkomen, en het einde
kwam met ongesvijzigden stand. De verdedigin
gen waren den aanvallinies vrijwel voortdurend
de baas gebleven.
Struisje vond, dat hij een vaarwel moest
toeroepen aan het land, dat zij zoojuist had
den verlaten. Met zijn rechterpoot trok hij
een zakdoek uit Profje's Jas en wuifde aan
alles een vaarwel toe.
Mijnheer en mevrouw Mercoeur gaven elk
jaar een bal masqué, gevolgd door een
souper. Op de bedrukte kaarten, die ze
dit jaar verzonden, stond o.m. het volgende:
„Maskers streng verplicht! Na het souper al
gemeen démasqué!"
,,'t Zal verbazend gezellig worden," meende
mevrouw Mercoeur, „en heel interessant, want
de dansende paren zullen trachten onbekend
voor elkaar te blijven en aan den anderen kant,
zal iedereen trachten om eens ander incognito
te weten te komen."
Om aan haar bal masqué iets sensationeels
te geven, had ze besloten haar gasten bij 't
binnenkomen niet zelf te ontvangen. Zij en d'r
man zouden niet eerder gecostumeerd en ge
maskerd te voorschijn komen, dan als de
meeste gasten er al zouden zijn. Dan eerst zou
den zij zich onder de menigte begeven, zoodat
niemand wist, dat zij er waren. Wat voor oogen
zouden de eerstkomenden opzetten, als ze in
een leegen salon werden gelaten en door de vol
gende gasten voor mijnheer en mevrouw Mer
coeur zouden gehouden worden.
Helaas, dit aardige programma viel jammer
lijk in duigen, omdat op dien avond een regen
van telegrammen op het huis der Mercoeurs
neerdaalde, met een verontschuldiging van een
of meer der genoodigden, dat ze nflst konden
komen.
,,'t Wordt een mislukte avond!" riep mevrouw
Mercoeur, der wanhoop nabij. Ze rekende uit,
dat het aantal bedankjes meer dan de helft
harer uitgenoodigde gasten bedroeg.
,,'t Is een beleediging in optima forma, die
men ons aandoet!" zei ze woedend; dat is nu
de dank van vrienden, voor wie men zich zoo
veel kosten en moeiten getroost, om ze te amu
seeren!"
„Ik voor mij geloof," opperde mijnheer Mer
coeur, „dat de crisis er weer de schuld van is.
De meesten zullen opzien tegen de kosten der
costuums."
„Dan hadden ze niet juist op't nippertje be
hoeven te bedanken," foeterde z'n vrouw, „we
hadden dan nog anderen kunnen uitnoodigen."
De bewuste avond was aangebroken en tegen
een uur of tien achtten mijnheer en mevrouw
Mercoeur het oogenblik gekomen, om zich tus
sehen de gasten te mengen. Stil slopen ze door
de vestibule, toen zich daar niemand in be
vond, en maakten hun entrée als gewone ge
noodigden.
Tot hun verbazing waren de vertrekken over
vol. In tegenstelling met hun verwachting be
woog zich een groote menigte gemaskerden in
hun woning.
Wat beteekende dit toch? vroeg mevrouw
Mercoeur zich af: waren de bedankers dan toch
gekomen?
„Ik denk, dat ze ons een poets hebben willen
bakken,", meende ze na eenig nadenken, en
scherp en onderzoekend keek ze rond in af
wachting van het démasqué. Daarbij kwam ze
tot de bevinding, dat op haar feest niet de
stemming heerschte, die er eigenlijk moest zijn.
Een deel der gasten scheen tè zeer op z'n ge
mak te wezen, het andere deel te weinig. Een
gedeelte scheen zich te amuseeren ten koste
der anderen. Mevrouw Mercoeur begreep, dat
er een aantal gasten waren, die in haar huis
niet thuisbehoorden. Waarschijnlijk was er hier
een vergissing van de chauffeurs in 't spel, die
hen naar d'r huis hadden gebracht. Ze kon de
„vergissingen" er zelf zoo uithalen.
Het was die z.g. trouwpartij daar, waarvan
de personen een groote, afzonderlijke groep
vormden: De grappenmaker, die de bruidegom
scheen te zijn, en z'n vrij havelooze bruid, en
die bruidsmeisjes en bruidsjonkers, die er een
groot vermaak in schenen te scheppen, om
Beide ploegen deden in deze ontmoeting niet
voor elkaar onder en hebben een feilen strijd
om de punten geleverd. De Spartaan kwam
in de eerste helft goed voor den dag en wist
zelfs een niet onverdienden 20-voorsprong
te nemen. Bleeker scoorde uit een scrimmage
met een fraai hoog schot het eerste doelpunt
voor De Spartaan. Het was Ohm, die even
later van een goeden voorzet van rechts pro
fiteerde en doelman Sinkeldam het nakijken
gaf (0—2). D. W. V., dat voor de rust bij de
Spartaandefensie geen kans had gekregen,
boekte na de thee meer succes. De geel
zwarten kwamen overdonderend opzetten en
wisten door Visser en Ooms hun achterstand
geheel en al in te loopen (22). Een scherpe
strijd om de leiding volgde en reeds had een
ieder zich met een gelijk spel verzoend, toen
Montelban in de laatste minuut doelman
Oerlemans van dichtbij passeerde en zijn club
een overwachte overwinning bracht (3—2).
In een over het algemeen goed gespeelden
wedstrijd hebben beide clubs de punten gedeeld
Al dadelijk na den aftrap ontstond een gelijk
opgaande strijd, waarbij zich voor beide doelen
enkele goede kansen voordeden. Voorloopig ech
ter beheerschten de verdedigingen den strijd
en bleven doelpunten uit. Vooral de Zeeburgia-
defensie, waar Wüstenhof den geblesseerden
van Wijk verving, weerde zich kranig en liet
den Bussummers geen kans. Na ongeveer een
half uur spelen kreeg Bonkink een vrijen schop
te nemen, waaruit de bal in het BFC-doel ver
dween (10).
Na de rust oefende BFC een licht overwicht
uit en de gasten slaagden erin na ongeveer 25
min. spelen een verdiend tegenpunt te maken.
Het was Beugelaar die uit een vrijen schop, door
Boerhout genomen, de balans in evenwicht
bracht. Nadien kregen beide voorhoeden nog
eenige scoringskansen, doch zij vermochten
hiervan geen gebruik te maken, zoodat met on-
veranderden stand het einde kwam. Dit 11
gelijk spel gaf de krachtsverhouding uitstekend
weer.
herrie en wanorde onder de gasten te veroor
zaken. Dan, die dikke, vreemd toegetakelde
gestalten van schoonouders en de rest van de
familie! Van al die menschen ging iets eigen
aardigs, tegen de borst stuitend, uit.
Zich weinig bekommerend om haar eigen in
cognito, trad mevrouw Mercoeur op den luid-
ruchtigen bruidegom toe en fluisterde hem in
t oor:
„Ik heb je herkend."
„Wat zeg je daar, oudje?" antwoordde haar
een totaal onbekende stem; „wel, wel," en een
hand pakte ruw haar arm vast.
Maar dit was te veel voor de gastvrouw. Zul
ke misplaatste grappen mocht ze in haar wo
ning niet dulden. Ze wilde weten met wie ze
te doen had.
„Mijne vrien-
den, ik verzoek i
ze met luide
stem, en klapte t*P I
daarbij in d'r
- - •filMltlOtMIIMMMIIMIXMMIIMtlllflIlltrilitlt
handen, om de
algemeene aandacht op zich te vestigen.
Ze gaf het voorbeeld. Mijnheer Mercoeur, die
in haar nabijheid stond, volgde haar. Maar niet
meer dan de helft der aanwezigen voldeed aan
haar verzoek De bruidspartij protesteerde
heftig.
.Eerst het souper! Ja, eerst het souper!"
brulden ze meer dan ze riepen.
Mevrouw Mercoeur dacht even naen
gaf toe. Op een wenk van haar openden de
bedienden, die bij de portières stonden, de deu
ren van de eetzaal. Alleen zij, die geprotesteerd
hadden, en zich niet van hun maskers hadden
willen ontdoen, gingen naar binnen. De ande
ren bleven bij de vrouw des huizes.
Deze verbleekte en vroeg zich angstig af wat
dit toch beteekende.
„Er schijnt een bende uit de Parijsche onder
wereld bij ons binnengedrongen te zijn, die
van mijn bal gebruik gemaakt heeft," sprak ze
tot haar man. „Achter deze maskers zullen zich
allerlei boeventronies verbergen. Wat te be
ginnen?"
Men raadde haar de politie te roepen. Zij
gaf aan dien raad gehoor en een kwartier later
moesten de weerbarstigen op bevel van een
inspecteur, die met 3 agenten verschenen was,
hun maskers laten vallen. Het waren inderdaad
allen totaal onbekenden voor het echtpaar
Mercoeur.
„Het was een ongepaste grap, mijnheer de
inspecteur," gaf de bruidegom nederig toe.
„Maar, wat moest ik doen? Bruiloftsdiners zijn
in dezen tijd peperduur, en we wisten niet wat
we onzen genoodigden moesten voorzetten. Toen
de concierge van onze w-oning mij van het
groote bal-masqué vertelde, dat juist op den
avond van ons huwelijk bij mevrouw Mercoeur
gegeven zou worden, vond ik dit een eenige en
prachtige gelegenheid, om voor niets lekker te
eten en te drinken. U kunt me gelooven, als ik
u zeg, dat wij direct na het souper zouden ver
trokken zijn, zonder onze maskers te hebben
afgenomen; dus onbekend, als ze de politie
maar niet hadden geroepen. Och, mijnheer de
inspecteur, ik ben toch de bruidegom vandaag.
Vraagt u even aan mevrouw Mercoeur, of ze
het mij wil vergeven. We hebben zelfs een
beetje leven in de brouwerij gebracht. Zonder
ons zou het een saaie boel geweest zijn."
Mijnheer en mevrouw Mercoer deden wat
in dit geval nog het verstandigste was. Ze lie
ten den bruidsstoet ongemoeid vertrekken,
maar vastbesloten in de eerste jaren geen ge
maskerd bal meer te geven.
(Nadruk verboden)
Met een invaller bond HRC den strijd tegen
het volledige ZFC aan, dat vrij spoedig de Hel-
derschen op eigen helft terugdrong, doch het
schieten der Zaandammers was vrij zwak en
uiterst onzeker. Geleidelijk herstelden de gasten
zich, waarbij bleek, dat hun schot beter ver
zorgd was en door het verrassende karakter de
volle aandacht van doelman Dijkstra vroeg. Na
dat het HRC-doel weer eens bestookt was, wist
de Jong uit een plotselinge doorbraak de
score te openen (01), terwijl enkele minuten
later Dissel op een zelfde wijze den voorsprong
vergrootte (0—2). De thuisclub legde er toen een
schepje op, maar weer kwam het succes aan de
andere zijde, ditmaal door een kogel van
Zymmi (03).
Ook na de rust was de thuisclub voortdurend
in het offensief, maar het schieten en ook het
vleugelspel bleef zwak. Ofschoon de druk op
het HRC-doel steeds heviger werd, wisten de be
zoekers meester van het terrein te blijven totdat
van Marle uit een hoekschop de eer redde
(1—3). Met dezen stand kwam tevens het einde.
Volgens de regelen der kunst heeft EDO AFC
in eigen huis een in alle opzichten verdiende
nederlaag toegebracht. De Haarlemmers speel
den een zeer goeden wedstrijd en zijn vrijwel
gedurende den geheelen speeltijd in de meer
derheid geweest. AFC toonde zich allerminst
tegen het doortastende spel van EDO opgewas
sen en maakte een zeer pooveren indruk.
Na ongeveer 10 minuten spelen opende Tim
mermans voor EDO de score en vijf minuten
later was het v. d. Spek, die doelman Gerrits
voor de tweede maal passeerde. Kort voor de
rust vertoonde Lungen een bijzonder staaltje
voetbal, dat hij met een fraai doelpunt be
kroonde (12). Na de thee hadden de
gasten het heft gröotendeels in handen en toen
Schijvenaar na 10 min. een derde doelpunt voor
EDO scoorde, was AFC een geslagen team.
De EDO-spil v. d. Schalie zorgde nog voor
een vierde doelpunt. Met 'n 41 nederlaag voor
AFC kwam het einde.
=r
14
„Pen, de man, dien u verafschuwt?"
„Juist, de man, dien ik verafschuw! Maar
liever dan toch nog dan de man dien ik niet
Vertrouw!"
Het wielgeratel kwam al nader. Rorke ging
Vlak vóór haar staan, toen zij zich bewoog in
de richtipg naar de dogcart.
„Janie, als je gaatdan beduidt dit het
einde van alles!"
,Er valt niets te eindigen!"
Ze gleed langs hem heen.
De volgende minuut hoorde Rorke haar
Spreken tegen den man in de dogcart, die haar
toet groote hoffelijkheid hielp instappen, waarna
zij pijlsnel wegreden.
HOOFDSTUK XII
De dagen, die volgden op dit gekibbel met
Rorke, waren niet heel aangenaam voor Janie.
2e kreeg berouw, over hetgeen zij gedaan had.
Rorkes gelaat, bleek van drift, dook telkens op
haar geestesoog, terwijl ze, bij voorbeeld, -
zat te schrijven aan Elizabeth, of te lezen, in het
meest belangwekkende boek. Zelfs haar genoe
gen, Charlie weer te zien, werd er voor een deel
door bedorven. Ze kon het niet hebben, dat de
kleine jongen vragen stelde over zijn broer en
dat hij klaagde, dat Rorke in het geheel geen
tijd meer scheen te hebben, oto met hem te
spelen.
Al heel gauw werd het kind weer zoo schuch
ter en Rorke nam heel weinig notitie van hem.
Janie passeerde hij met een gelaat, zoo strak als
maar mogelijk was; haar enkele pogingen tot
toenadering werden totaal genegeerd. Ze zag
maar heel weinig van hem; hij was den heelen
dag uit, keerde eerst laat in den avond terug
en bracht soms een paar van zijn oude kame
raden mee. Al wat hij door haar invloed aan
beschaving en vriendelijkheid gewonnen had,
was weer verloren gegaan!
Een tweede uitwerking van de dwaasheid van
dien middag was de grootere familiariteit van
dokter Pell! Mrs. George had weer zoo'n ge
duchte „zenuwbui" en de gezondheid van den
ouden Andrew Gilchrist werd ook hoe langer
hoe minder. Het leek Janie, dat de dokter nooit
weg was uit huis!
Selina en Ludlow hadden de handen vol en
Janie's diensten werden soms verlangd, ofschoon
zü nooit op een van beide ziekenkamers werd
toegelaten.
Bij een van die gelegenheden, toen ze den
dokter iets vragen moest en hi) het gesprek van
verband en verbandwatten heel handig op iets
persoonlijks wist te brengen, wat haar verach
telijk deed „blozen, kwam, juist Rorkd «oorbil.
Ze deed een stil beroep op hem en herinnerde
zich nog den vorigen keer, dat ze hem ook zoo
zwijgend en niet te vergeefs te hulp geroepen
had. Ditmaal ging hij haar echter voorbij met
strak, onbewogen gelaat.
„Ik vrees, dat we hier een terugslag moeten
constateeren," zei dokter Peil met sarrenden lach.
„We dachten ééns allen, dat hij onder goeden
invloed bekeerd was, maar nu....! Toevallig
ging ik gisteren langs „De Hazewind", èn,
onnoodig in bijzonderheden te treden, maar van
een bekeering had het waarlijk niet veel!"
„Dus u zult zorgen, dat verkoelende water
voor Mr. Gilchrist te zenden?" ging Janie voort,
alsof ze niets gehoord had, „en dan hoef ik u
niet langer op te houden."
Ze ging met fier opgericht hoofdje, maar met
bezwaard gemoed.
Hetgeen Peil betreffende Rorke had gezegd,
kwam weer bij haar boven, toen ze een paar
dagen later, op een heerlijken zomeravond, aan
het venster van haar eigen kamer zat. Ze was
dien avond naar de kerk geweest en had later
het avondeten gebruikt bij Mrs. Carpmael.
De maan was opgekomen, terwijl ze over de
velden naar huis ging. Wat had zij de oude
„Grange" al lief gekregen, voelde zij nu!
Toen ze dichterbij kwam, weerklonk er luid
gelach door het venster van Rorke's kamer.
Iemand zong met onvaste stem een cabaret
liedje en heel het gezelschap drinkende mannen
zat aan de tafel.
Na het wijdende gezang in de kerk en de
plechtige stilte op de met dauw overdekte vel
den en.de.vredige, vriendelijke atmosfeer in het
huis van den dokter, klonk haar dit afschuwelijk
in de ooren.
Ze ging naar haar eigen kamer, maar het
was nog te vroeg, om naar bed te gaan. Ze zou
immers toch niet kunnen slapen met al dat
lawaai beneden!
Ze was zeer somber gestemd. Het leven was
wel droevig voor haar veranderd in deze laatste
dagen. De vrie: dschap, die een paar weken ge
leden zoo schoon ging opbloeien tussehen haar
neef en haar, was nu met èèn slag te niet ge
daan!.... Ze was nog al zóó gelukkig geweest,
over wat zij bereikt had, met hetgeen Betty eerst
voor zoo'n dwaas ondernemen had gehouden!
Het venster in de kamer van Rorke was
precies onder het hare en telkens weerklonken
er nieuwe uitbarstingen van het drinkgelag.
Op den Zondag, nu veertien dagen geleden,
hadden ze samen genoten van den prachtigen
zomeravond. Rorke had haar gezien in de portiek
van de kerk en samen waren ze naar huis
gewandeld door de velden.
Ze herinnerde zich, hoe ze even uitgerust had
op een opstap en Rorke de armen gevouwen had
over de spijlen van het hek naast haar en ze
samen heel vertrouwelijk hadden gesproken,
wat den edelsten kant van zijn karakter had ge
toond.
Toén had het geleken, of er iets tussehen hen
was gekomen, wat door geen tijd of omstandig
heden vernietigd kon worden en nü was
ineens alle vriendschap tussehen hen tot een on
mogelijkheid geworden!
- Zouden <Ue wannen nu nóóit gaan? Zou hun
luid gelach en getier steeds de vreedzame stilte
van den avond blijven ontwijden?....
Eindelijk hoorde zij geschuifel van stoelen en
vanaf haar beschaduwde plaats aan het venster
zag ze hen langs het tuinpad gaan. Rorke was
er ook bij.
Het licht uit de kamer viel over het pad.
Ze bleef daar zitten en wachtte ze wist niet
waarom tot hij terug zou zijn.
Ineens kwam er een zwakke brandlucht naar
boven.... Ze vloog op en de gedachte flitste
haar door het hoofd, of er doorjeen van die
benevelde mannen soms een lucifer brandend
was weggeworpen met al de mogelijke gevolgen
daarvan....
Als Rorke nu dadelijk terugkwam, zou het
vuur nog gauw gedoofd kunnen worden; maar,
wie weet, wat een omvang de brand anders
kreeg!.... Zoo iets kon zij toch niet aan het
toeval overlaten.
Een achtertrap, die naar de gang leidde,
waarop de kamer van Rorke uitkwam, was pre
cies tegenover haar eigen deur. Geruischloos
en vliegensvlug ijlde ze die trap af, liep de gang
door en trad het vertrek binnen.
Ze gruwde van den overhoop gehaalden boel,
dien ze daar te zien kreeg. Er hing een zware
tabaksrook; leege flesschen lagen op den vloer;
een stoel was omvergegooid; het kleed lag dwars
over de tafel. Tegen het zware, ouderwetsche
gordijn zag zij een rood tongetje opvlammen....
Ijlings nam ze een karaf, die op tafel stond en
wierp het water er op, waardoor de vlam met
sissend geluid gedoofd werd. .De smeulende von
ken trapte ze uit en jui^was ae_hiern*ee_ b^tig,
toen ze zag, dat Rorke haar door het venster
stond gade te slaan.
Gedurende enkele oogenblikken spraken ze niet
en Janie stond stil met onstuimig kloppend hart.
Nog nooit had zij haar neef zóó zien kijken.
Ongetwijfeld verkeerde hij onder den invloed
van sterken drank. Hij was nu bleek en zijn
oogen hadden een eigenaardigen, onnatuurlijken
glans. Zijn haar hing hem in alles-behalve be
vallige wanorde over het voorhoofd. Er lag
een glimlach over zijn gelaat verspreid, maar
een lach, die allesbehalve vroolijkheid be
duidde.
„Wat doe je hier?" vroeg hij; en zelfs de
toon van zijn stem klonk vreemd.
Met bovenmenschelijke inspanning herwon zij
haar zelfbeheersching.
„Ik rook een brandlucht en ben beneden ge
komen, om daarnaar te kijken. Ik zag, dat het
gordijn brandde en bluschte de vlam."
Rorke stapte over de vensterbank:
,Heb ik niet gezegd, dat ik niet verlangde,
dat je in mijn kamer kwam?"
„Maar hier dreigde gevaar.... Binnen een
minuut zou het gordijn geheel vlam gevat heb
ben!"
„Dat was je zaak niet! Wat gaat het joü
aan, of het heele huis al verbrandde en wij er
bij! Dan zou de wereld van ons verlost zijn!
Dat is de eenige manier, om van zulk onkruid
af te komen!"
Janie zette de karaf water op tafel en hoopte
maar, dat hij niet zag, hoe haar handen trilden.
Hu het vuur gedoofd is, kan ik ook weer
gaan.? .(Wordt vervolgd)