tKduM&aal vonden do§ De avonturen van Profje en Struisje TWEE NICHTEN EN TWEE NEVEN MAANDAG 27 SEPTEMBER 1937 WIELRENNEN Nieuwe plannen voor den tour in 1938 Gewijzigde bepalingen in het reglement KAERS WINT CRITERIUM VAN ZUERICH Pellenaars derde en Slaats zevende Een school voor stayers te Parijs Smits wint sprint te Landau Alkema vierde te Erfurt Rijswijksche Wielerbaan Goede race van Schulte tegen Pijnenburg Domhof wint op de Veka-baan Hilversum wint den hockeydag 't Gooi in de finale met 21 geklopt TWEEDE KLASSE K.N.V.B. W.F.C.Z.V.V. 2—1 O.s.v.—KENNEMERS 0—0 HILVERSUM—VELOX 1—1 D W.V.DE SPARTAAN 3—2 ZEEBURGIAB.F.C. 1—1 öSSin r MP I Een ongepaste Z.F.C.—H.R.C. 1—3 A.F.C.—E.D.O. 1—4 NAAR HET ENCELSCH 1 Henri Desgrange heeft dezer dagen het schema voor den Tour de France 1938 opgesteld. Zooals men weet, zal de Ronde het volgende jaar in omgekeerde volgorde verreden worden. De eer ste etappe zal eindigen in Caen, de tweede in Kt. Brieuc en de derde in Nantes. Vervolgens gaat het via Royan. (waar een dag gerust zal worden), naar Arcachon en Bordeaux, voorts Bayonne, Pau, Luchon en Perpignan. De route wordt hier eenigszins gewijzigd, aangezien de beklimming van den Puymaurens Desgrange te gemakkelijk schijnt geworden. De renners zul len het via Foix en Quillan heel wat moeilijker hebben. Van Perpignan gaat de route over Mont» pellier naar Marseille, dan direct naar Cannes, waarbij ditmaal Toulon niet wordt aangedaan Over de bergen Alios, Vars en Izoard gaat het in één etappe naar Cannes, Nice, Sospel, Nice— Digne. Briancon is de volgende plaats, vervol gens bestijging van de ook in ons land (dank zij Middelkamp) bekend geworden Galibier en Ize- ran en aankomst in Aix-les-Bains, vanwaar de route rechtstreeks via Lons le Saunier, Straats burg, Metz, Reims naar Noord-Frankrijk gaat. Het einde is dan in zicht. Nog even naar Lille om vervolgens terug te keeren naar Parijs. In den loop van de volgende maand zal in Parijs een bijeenkomst worden gehouden, waar ook Italianen en Belgen zullen aanzitten en Waar een nieuw reglement zal worden samen gesteld ten einde onaangename incidenten als bii den jongsten Tour te verhinderen. Zondag is onder groote belangstelling het criterium van Zürich over een afstand van 106.8 K.M. verreden. Winnaar werd de Belg Kaers voor zijn land genoot, den wereldkampioen Meulenberg. Pel lenaars eindigde als derde, terwijl Slaats de zevende plaats bezette. De uitslag luidde: 1 Kaers (België), 2 uur 39 min. 27.8 sec., 39 pnt.; 2 Meulenberg (Bel gië) 30 pnt.; 3 Pellenaars (Nederland), 23 pnt.; 4 Kijewski (Duitschland) 16 pnt.; 5 Kocher (Zwitserland) 13 pnt.; 6 Nievergeldt (Zwitser land) 9 pnt.; 7 Slaats (Nederland) 5 pnt. De directeur van de Parijsche Winterbaan, Delblatt, is van plan nog dit winterseizoen in het Velodrome d'Hiver te Parijs een school voor stayers te creëeren. De heer, Delblatt heeft ver schillenden belovenden jongeren toegezegd, dat ook het stayersmateriaal voor hen zonder kosten zal worden beschikbaar gesteld. Op deze wijze hoopt Delblatt een categorie jonge stayers te kweeken, die over enkele jaren in staat zijn hun beroemde voorgangers als Laquehay, Faillard, Terreau, Wambst en. op Waardige wijze te vervangen. Te Landau bij Karlsruhe zijn internationale Wielerwedstrijden voor amateurs gehouden, Waaraan ook de Nederlandsche renner Smits deelnam. Deze wist den sprintwedstrijd te win den voor den Zuid-Duitscher Stueber. In den twee-uurs-koppelwedstrijd won het koppel Ackermann—Stueber met een ronde voor sprong op PlappertWeischedel en Smits Aeymans. De wielerbaan te Erfurt heeft Zondag haar sluitingswedstrijden gehouden, waaraan ook onze landgenoot Alkema deelnam. Zoowel in den rit over 20 K.M. als in den uurwedstrijd achter motoren, bezette Alkema de vierde Plaats. De uitslagen luidden; Wedstrijd achter motoren over 20 K.M.: 1. Rille, 17 min. 40 sec.; 2. Wiessbroecker op 40 toeter; 3. Schindler op 100 meter; 4. Alkema op 120 meter; 5. Schumann op 500 meter. Een-uurswedstrijd achter motoren: 1. Schindler, afstand 10.700 K.M.; 2. Hille op 35 meter; 3. Wiessbroecker op 280 meter; 4. Alkema op 350 meter; 5. Schumann op 7130 toeter. Gisteren heeft het Rijswijksche hout zijn Seizoen besloten met den traditioneelen popu- lairen wedstrijd, waarvoor veel belangstelling bestond. Naast de gebruikelijke nummers bij den slui tingswedstrijd bevatte het programma een wed strijd achter kleine motoren over 10 en 15 K.M. De voornaamste uitslagen luiden: Wedstrijd achter kleine motoren: le manche lO K.M., 1 Grünme (Groen); 2 v. d. Wildt (Boot) op 180 M.; 3 Leysse (Berkhout) op 200 *t.; 4 v. Rijn (Ceurremans) op 2 ronden plus l50 M. 2e manche: 15 K.M., 1 Grimme (Groen); 2 v. d. Wildt (Boot) op 1 ronde plus 10 M.; 3 Leysse (Berkhout) op 1 ronde plus 100 M.; 4 Van Rijn (Ceurremans) op 4 ronden. Totaal uitslag: 1 Grimme 1 1 2 punten; 2 v. d. Wildt 2 2=4 punten; 3 Leysse 3 3 6 punten; 4 v. Rijn 4 4 6 punten. Op de Veka-baan daverden Zondagmid dag weer de motoren en het publiek, dat nog altijd een voorkeur blijkt te hebben voor de stayerswedstrijden, was derhalve in groo- ten getale naar Duivendrecht gekomen. En het kreeg waar voor zijn geld, want er was spanning te over. In drie ritten van 20 K.M. betwistten Los- kamp, Domhof en Wals elkander de zege. De eerste maal vertrok Wals aan den kop, gevolgd door Loskamp en Domhof. Gemakkelijk kreeg Wals het niet, want steeds opnieuw trachtte Loskamp den -""naar de leiding te ont nemen. Maar steeds ook was Wals op zijn hoe de en het resultaat was, dat Loskamp terug moest. Tegen het einde raakte Loskamp los. Hij was daardoor uit den strijd en Domhof nam direct zijn kans waar. De Amsterdammer kwam snel naar voren, doch hij kon evenmin Wals passeeren. Met gering verschil werd hij tweede. De volgende rit was voor Loskamp, die uit stekend reed en steeds fel aanviel. Domhof, die als eerste vertrokken was, hield lang stand, maar moest tenslotte Loskamp laten passeeren. Wals voerde een langdurigen strijd met Los kamp, maar raakte los en was er toen heele- maal uit. De derde rit was vooral spannend, omdat alle renners evenveel punten hadden. Langen tijd reed men in hoog tempo, zonder dat er iets gebeurde. Eerst na vijftig ronden profiteerde Domhof van een afgeslagen aanval van Los kamp op Wals en nam de leiding. Er was voort durend strijd, want zoowel Domhof als Loskamp probeerden Wals ronden-achterstand te bezor gen. Bij 'n aanval van Loskamp reed gangmaker Schlebaum zeer ontactisch en door zijn onoplet tendheid kreeg Loskamp grooten achterstand. Tegen het einde wist Loskamp hiervan op kra nige wijze een gedeelte in te loopen, waardoor hij toch nog tweede werd. In totaal zegevierde Domhof, terwijl Wals als laatste eindigde. Met belangstelling werd het eerste optreden van den jongen en veelbelovenden wegrenner Schulte tegemoet gezien, die in een omnium tegen den specialist Pijnenburg uitkwam. Hoe wel Schulte zich op dit kleine baantje niet op zijn gemak gevoelde, hetgeen vooral ir. den sprint en de tijdrace bleek, leverde hij toch een goede prestatie. Op uitstekende wijze reed hij in de achtervolging, waarin hij twintig meter op Pij nenburg wist in te loopen. In totaal won echter Pijnenburg, die in de beide andere onderdeden van den omnium gezegevierd had. De sprintwedstrijd voor amateurs was voor Van Gelder, die gemakkelijk de baas bleef over zijn tegenstanders. Schenk, die verrassend goed reed en in zijn serie den favoriet v. Breda wipte, eindigde op de tweede plaats. De uitslagen luidden: Achtervolging om den Joco-brassard over max. 4 K.M.: 1. M. Mensen, na 2 K.M. B. Remkes ingehaald in 2 min. 19 4/5 sec. Wedstrijd voor nieuwelingen over 5 K.M.: 1. J. v. Iperen, 6 min. 44 3/5 sec.; 2. C. de Groot; 3. A. Floor. Sprintwedstrijd voor amateurs: le rit: 1. C. Schenk, 131/5 sec.; 2. J. v. Breda; 2e rit: 1. M. v. Gelder, 141/5 sec.; 2. A. Verhey; 3e rit: 1. F. Herbershof, 13 2/5 sec.; 2. M. Mensen; 4e rit: 1. B. Remkes, 13 3/5 sec.; 2. R. Lodewijks; 5e rit: 1. O. Moeke, 13 2/5 sec.; 2. J. Gerritsen. Herkansing: 1. J. v. Breda, 124/5 sec.; 2. A. Verhey; 3. M. Mensen. Halve finale: le rit: 1. Schenk, 13 sec.; 2. Herbershof; 3. Moeke; 2e rit: 1. v. Gelder, 13 4/5 sec.; 2. v. Breda; 3. Remkes (gevallen). Om den derden en vierden prijs: 1. Herbershof, 13 2/5 sec.; 2. v. Breda. Om den eersten en tweeden prijs: L v. Gelder, 13 2/5 sec.; 2. Schenk. Profje schudde zijn hoofd. Onbegrijpelijk was dat. Maar ze moesten weer verder. Hü heesch zich weer op den rug van zijn trek dier en dienaar en voort ging het weer. Totaal: 1. M. v. Gelder; 2. C. Schenk; 3. F. Herbershof; 4. J. v. Breda. Omnium-wedstrijd tussehen J. Pijnenburg en G. Schulte: Sprint: 1. J. Pijnenburg, 13 sec.; 2. G. Schulte. Tijdrace over 1 K.M.: 1. J. Pij nenburg, 1 min. 9 4/5 sec.; 2. G. Schulte, 1 min. 13 sec. Achtervolging over max. 5 K.M.: 1. G Schulte, 6 min. 36 sec.; 2. J. Pijnenburg op 20 meter. Totaal: 1. J. Pijnenburg, 4 pnt.; 2. G. Schulte, 5 pnt. Wedstrijd achter motoren over 3 X 20 KM.: le rit: 1. O. Wals (Bustraan), 19 min. 35 3/5 sec.; 2. B. Domhof (Slesker) op 15 meter; 3. R. Los kamp (Schlebaum) op 110 meter; 2e.rit: 1. R. Loskamp, 19 min. 49 3/5 sec.; 2. B. Domhof op 200 M.; 3. C. Wals op 340 M.; 3e rit: 1. B. Dom hof, 20 min. 31 sec.; 2. R. Loskamp op 460 M.; 3. C. Wals op 740 M. Totaal: 1. B. Domhof 5 pnt.; 2. R. Loskamp 6 pnt.; 3. C. Wals 7 pnt. De groeiende belangstelling voor de hockey- sport blijkt wel uit het groot aantal toeschou wers dat den laatsten hockeydag, die Zondag op de terreinen naast het Olympisch. Stadion, ge houden werd, bijwoonde. Om 10.30 uur werd met de afwerking van het programma begonnen. De eerste ronde leverde reeds eenige verrassende uitslagen op. H. H. IJ. C. n.l. kon het tegen de Hilversum-reserves niet verder dan een ge lijk spel 2—2 brengen. De Hagenaars lieten in hun lsten wedstrijd geen 1ste klasse spel zien en kwamen door be ter doelschieten in de 2de ronde. De Oostelij ke kampioenen wonnen tegen de verwachting in van B. M. H. C. I dat met een tweetal in vallers voor Brusse en Out in het veld kwam, doch laten wij dadelijk zeggen dat Nijmegen de overwinning allerminst verdiende. De Haarlem mers speelden gedecideerd beter hockey en in de eerste 25 minuten werd het Nijmeegsche doel belegerd. De ettelijke straf- en lange corners die B. M. H. C. toegewezen kreeg bleven deels door pech, deels door uitstekend werk van den doel- verdediger onbenut. B. M. H. C. kreeg 15 cor ners te nemen tegen Nijmegen 2, doch niets lukte. In de 2de helft maakte Nijmegen van een fout in de Haarlemsche verdediging gebruik om Dalmeyer te passeeren. Vijf minuten voor het einde schoot Gunning nog eens tegen den paal doch het bleef 01. B. M. H. C. II eveneens onvolledig H. D. M. prachtig partij. Tot 10 minuten vóór het einde stond de score nog blank. Een ormoodig uitloopen van de Kadt bezorgde H. D, M. dat zeer tegenviel het lste doelpunt, spoedig door een gelijksoortig 2de ge volgd. Schaerwijde maakte een goeden indruk en verloor slechts met 10 van 't Gooi dat met een verjongd doch veelbelovend team verscheen. Hilversum maakte korte metten met het zwak spelende E. M. H. C., Amsterdam won gemakke lijk met 40 van de ex-lste klassers S. C. H. C. en de 2de Oostelijke club Union won met 61 van de Delftsche studenten. In de 2de ronde speelden Amsterdam en H. H. IJ. C. een aantrekkelijken wedstrijd. De par tijen waren volkomen aan elkaar gewaagd en ook in deze ontmoeting kwam de verzwakking van het Amsterdamsche team door het gemis van Ernst v. d. Berg sterk naar voren. Bij H. H. IJ. C. speelde Dupont een goede partij. H. H. IJ. C. was wederom gelukkig door na 22 door doelschieten te winnen. Het en thousiast en snel spelende doch in techniek te kort schietende Union stond tot kort voor het ein<Je met 10 voor tegen H. D. M. dat zijn spel niet kon vinden. Na den gelijkmaker won Union met doelschieten. Hilversum won met 10 van het zich met hand en tand verde digende Nijmegen, door beter combinatie- en voorboedespel. Na een spannenden strijd won 't Gooi verdiend met 32 van Togo dat over een goede ploeg beschikte. De halve finales gingen derhalve tussehen Union en 't Gooi en H.H.IJ.C. en Hilversum,. Union gaf ook nu 't Gooi goed partij, doch het werd een strijd tus sehen een technisch goed spelend en vlot com bineerend Gooi en een op afbreken gebaseerd Zoo gingen er eenige uren voorbij. Struis- Je's lange beenen namen steeds grooter passen en weldra was de grens van Profje's vaderland bereikt. Hij keerde zich nog eens voor het laatst om en wuifde vriendelijk naar een kraai, die in een ouden iepenboom zat. Deze sperde zijn bek open van verbazing over zooveel vriendelijkheid. tegenspel van de Nijmegenaren die hun gebrek aan techniek door enthousiasme trachtten te vergoeden. Na een 11 stand in de lste helft maakte 't Gooi 2 fraaie doelpunten. Hilversum had weinig moeite met H. H. IJ. C. De snelle Hilversumsche voorhoede met Schook en J. v. d. Hagen als uitblinkers overspeelde geregeld de Haagsche achterhoede. Met 50 speelde Hilver sum zich in de finale. Het werd met recht een Gooische eindstrijd, die in de lste helft het aanzien ten volle waard was. De vermoeid heid deed zich intusschen bij de spelers ge ducht gelden. Hilversum mm na fraai werk van J. v. d. Hagen de leiding, die Doyer na een vrijen slag met een hard schot wist te ver- grooten. Hoe 't Gooi zich ook inspande, de Hilversum sche verdediging met Cor v. d. Hagen aan het hoofd gaf geen kans. Enkele minuten vóór het einde slaagde de hard werkende Keip erin het net te vinden. Hilversum won de speldjes verdiend door een 21 overwinning op 't Gooi. Sinds 1931 is het aan Hilversum dat meermalen na dien de fina le bereikte, niet meer mogen gelukken den hockeydag te winnen. Een fraai succes voor de club van Quarles van Ufford. Gedurende de eerste helft ging de strijd vrij wel gelijk op met de Zaandammers een tikje in de meerderheid. Dit veldoverwicht wisten de be zoekers nog voor de rust uit te drukken in een fraai doelpunt toen Hetteling een voorzet van Hartog vallende inkopte (0—1). Na de hervatting wogen de partijen tegen elkaar op, totdat na 15 minuten Bleeker van eer misverstand in de ZW-achterhoede profiteerde (1—1). De gasten bleven goed partij geven, waarbij doelman Verwer op verdienstelijke wijze zijn heiligdom verdedigde. Een kwartier voor het einde wist Gorter de balans naar de Wormer- veersche zijde te doen omslaan (21). Nadat bij ZW Voorthuis door Koeletnay vervangen was, wijzigden de blauw-zwarten hun opstelling, doch het mocht niet baten. Het blijkt al spoedig, dat beide elftallen, waar van Kennemers volledig en OSV twee invallers heeft voor Hottentot en Bode, aan elkaar ge- .waagd zijn. Het technisch betere spel der bezoe kers geeft den Oostzaners soms handen vol werk, maar doelman Engel heeft er uitstekend het oog r Aan de andere zijde heeft de Kennemers- achterhoede met Dinkla aan het hoofd het minder zwaar. Ook na de hervatting behoudt Kennemers het beste van het spel, maar de OSV-aanvallen blij ven uiterst gevaarlijk en op een gegeven mo ment komt de deklat keeper van Urk zelfs te hulp. Hoe Kennemers ook zwoegt, het winnende doelpunt blijft uit en alleen een buitenspel-goal is het resultaat van de talrijke aanvallen, welke door te kort spel steeds onderbroken konden worden. Hilversum speelde met een nieuwen man op de linksbinnenplaats, Bruil. Velox had twee invallers. De gastheeren gaven een goede partij ten beste en waren veel in den aanval. Voor het doel was het spel echter weinig productief. Waarbij kwam dat Velox uitstekend verdedigde. Na 40 minuten wist v. Ek de score te openen (Io), met welken stand de rust kwam. Ook de tweede helft gaf aanvankelijk een voortdurend aanvallend Hilversum te zien. Sue-: ces bleef echter uit. Aan den anderen kant wist De Rooij, die midden-voor speelde, na goed samenspel der Utrechtsche voorhoede een doel punt te maken (1—1). Hierbij bleef het, ofschoon de bezoekers, blijkbaar door hun succes ge ïnspireerd, het initiatief overnamen. Bouwman c.s. wist evenwel verdere door boring van het doel te voorkomen, en het einde kwam met ongesvijzigden stand. De verdedigin gen waren den aanvallinies vrijwel voortdurend de baas gebleven. Struisje vond, dat hij een vaarwel moest toeroepen aan het land, dat zij zoojuist had den verlaten. Met zijn rechterpoot trok hij een zakdoek uit Profje's Jas en wuifde aan alles een vaarwel toe. Mijnheer en mevrouw Mercoeur gaven elk jaar een bal masqué, gevolgd door een souper. Op de bedrukte kaarten, die ze dit jaar verzonden, stond o.m. het volgende: „Maskers streng verplicht! Na het souper al gemeen démasqué!" ,,'t Zal verbazend gezellig worden," meende mevrouw Mercoeur, „en heel interessant, want de dansende paren zullen trachten onbekend voor elkaar te blijven en aan den anderen kant, zal iedereen trachten om eens ander incognito te weten te komen." Om aan haar bal masqué iets sensationeels te geven, had ze besloten haar gasten bij 't binnenkomen niet zelf te ontvangen. Zij en d'r man zouden niet eerder gecostumeerd en ge maskerd te voorschijn komen, dan als de meeste gasten er al zouden zijn. Dan eerst zou den zij zich onder de menigte begeven, zoodat niemand wist, dat zij er waren. Wat voor oogen zouden de eerstkomenden opzetten, als ze in een leegen salon werden gelaten en door de vol gende gasten voor mijnheer en mevrouw Mer coeur zouden gehouden worden. Helaas, dit aardige programma viel jammer lijk in duigen, omdat op dien avond een regen van telegrammen op het huis der Mercoeurs neerdaalde, met een verontschuldiging van een of meer der genoodigden, dat ze nflst konden komen. ,,'t Wordt een mislukte avond!" riep mevrouw Mercoeur, der wanhoop nabij. Ze rekende uit, dat het aantal bedankjes meer dan de helft harer uitgenoodigde gasten bedroeg. ,,'t Is een beleediging in optima forma, die men ons aandoet!" zei ze woedend; dat is nu de dank van vrienden, voor wie men zich zoo veel kosten en moeiten getroost, om ze te amu seeren!" „Ik voor mij geloof," opperde mijnheer Mer coeur, „dat de crisis er weer de schuld van is. De meesten zullen opzien tegen de kosten der costuums." „Dan hadden ze niet juist op't nippertje be hoeven te bedanken," foeterde z'n vrouw, „we hadden dan nog anderen kunnen uitnoodigen." De bewuste avond was aangebroken en tegen een uur of tien achtten mijnheer en mevrouw Mercoeur het oogenblik gekomen, om zich tus sehen de gasten te mengen. Stil slopen ze door de vestibule, toen zich daar niemand in be vond, en maakten hun entrée als gewone ge noodigden. Tot hun verbazing waren de vertrekken over vol. In tegenstelling met hun verwachting be woog zich een groote menigte gemaskerden in hun woning. Wat beteekende dit toch? vroeg mevrouw Mercoeur zich af: waren de bedankers dan toch gekomen? „Ik denk, dat ze ons een poets hebben willen bakken,", meende ze na eenig nadenken, en scherp en onderzoekend keek ze rond in af wachting van het démasqué. Daarbij kwam ze tot de bevinding, dat op haar feest niet de stemming heerschte, die er eigenlijk moest zijn. Een deel der gasten scheen tè zeer op z'n ge mak te wezen, het andere deel te weinig. Een gedeelte scheen zich te amuseeren ten koste der anderen. Mevrouw Mercoeur begreep, dat er een aantal gasten waren, die in haar huis niet thuisbehoorden. Waarschijnlijk was er hier een vergissing van de chauffeurs in 't spel, die hen naar d'r huis hadden gebracht. Ze kon de „vergissingen" er zelf zoo uithalen. Het was die z.g. trouwpartij daar, waarvan de personen een groote, afzonderlijke groep vormden: De grappenmaker, die de bruidegom scheen te zijn, en z'n vrij havelooze bruid, en die bruidsmeisjes en bruidsjonkers, die er een groot vermaak in schenen te scheppen, om Beide ploegen deden in deze ontmoeting niet voor elkaar onder en hebben een feilen strijd om de punten geleverd. De Spartaan kwam in de eerste helft goed voor den dag en wist zelfs een niet onverdienden 20-voorsprong te nemen. Bleeker scoorde uit een scrimmage met een fraai hoog schot het eerste doelpunt voor De Spartaan. Het was Ohm, die even later van een goeden voorzet van rechts pro fiteerde en doelman Sinkeldam het nakijken gaf (0—2). D. W. V., dat voor de rust bij de Spartaandefensie geen kans had gekregen, boekte na de thee meer succes. De geel zwarten kwamen overdonderend opzetten en wisten door Visser en Ooms hun achterstand geheel en al in te loopen (22). Een scherpe strijd om de leiding volgde en reeds had een ieder zich met een gelijk spel verzoend, toen Montelban in de laatste minuut doelman Oerlemans van dichtbij passeerde en zijn club een overwachte overwinning bracht (3—2). In een over het algemeen goed gespeelden wedstrijd hebben beide clubs de punten gedeeld Al dadelijk na den aftrap ontstond een gelijk opgaande strijd, waarbij zich voor beide doelen enkele goede kansen voordeden. Voorloopig ech ter beheerschten de verdedigingen den strijd en bleven doelpunten uit. Vooral de Zeeburgia- defensie, waar Wüstenhof den geblesseerden van Wijk verving, weerde zich kranig en liet den Bussummers geen kans. Na ongeveer een half uur spelen kreeg Bonkink een vrijen schop te nemen, waaruit de bal in het BFC-doel ver dween (10). Na de rust oefende BFC een licht overwicht uit en de gasten slaagden erin na ongeveer 25 min. spelen een verdiend tegenpunt te maken. Het was Beugelaar die uit een vrijen schop, door Boerhout genomen, de balans in evenwicht bracht. Nadien kregen beide voorhoeden nog eenige scoringskansen, doch zij vermochten hiervan geen gebruik te maken, zoodat met on- veranderden stand het einde kwam. Dit 11 gelijk spel gaf de krachtsverhouding uitstekend weer. herrie en wanorde onder de gasten te veroor zaken. Dan, die dikke, vreemd toegetakelde gestalten van schoonouders en de rest van de familie! Van al die menschen ging iets eigen aardigs, tegen de borst stuitend, uit. Zich weinig bekommerend om haar eigen in cognito, trad mevrouw Mercoeur op den luid- ruchtigen bruidegom toe en fluisterde hem in t oor: „Ik heb je herkend." „Wat zeg je daar, oudje?" antwoordde haar een totaal onbekende stem; „wel, wel," en een hand pakte ruw haar arm vast. Maar dit was te veel voor de gastvrouw. Zul ke misplaatste grappen mocht ze in haar wo ning niet dulden. Ze wilde weten met wie ze te doen had. „Mijne vrien- den, ik verzoek i ze met luide stem, en klapte t*P I daarbij in d'r - - •filMltlOtMIIMMMIIMIXMMIIMtlllflIlltrilitlt handen, om de algemeene aandacht op zich te vestigen. Ze gaf het voorbeeld. Mijnheer Mercoeur, die in haar nabijheid stond, volgde haar. Maar niet meer dan de helft der aanwezigen voldeed aan haar verzoek De bruidspartij protesteerde heftig. .Eerst het souper! Ja, eerst het souper!" brulden ze meer dan ze riepen. Mevrouw Mercoeur dacht even naen gaf toe. Op een wenk van haar openden de bedienden, die bij de portières stonden, de deu ren van de eetzaal. Alleen zij, die geprotesteerd hadden, en zich niet van hun maskers hadden willen ontdoen, gingen naar binnen. De ande ren bleven bij de vrouw des huizes. Deze verbleekte en vroeg zich angstig af wat dit toch beteekende. „Er schijnt een bende uit de Parijsche onder wereld bij ons binnengedrongen te zijn, die van mijn bal gebruik gemaakt heeft," sprak ze tot haar man. „Achter deze maskers zullen zich allerlei boeventronies verbergen. Wat te be ginnen?" Men raadde haar de politie te roepen. Zij gaf aan dien raad gehoor en een kwartier later moesten de weerbarstigen op bevel van een inspecteur, die met 3 agenten verschenen was, hun maskers laten vallen. Het waren inderdaad allen totaal onbekenden voor het echtpaar Mercoeur. „Het was een ongepaste grap, mijnheer de inspecteur," gaf de bruidegom nederig toe. „Maar, wat moest ik doen? Bruiloftsdiners zijn in dezen tijd peperduur, en we wisten niet wat we onzen genoodigden moesten voorzetten. Toen de concierge van onze w-oning mij van het groote bal-masqué vertelde, dat juist op den avond van ons huwelijk bij mevrouw Mercoeur gegeven zou worden, vond ik dit een eenige en prachtige gelegenheid, om voor niets lekker te eten en te drinken. U kunt me gelooven, als ik u zeg, dat wij direct na het souper zouden ver trokken zijn, zonder onze maskers te hebben afgenomen; dus onbekend, als ze de politie maar niet hadden geroepen. Och, mijnheer de inspecteur, ik ben toch de bruidegom vandaag. Vraagt u even aan mevrouw Mercoeur, of ze het mij wil vergeven. We hebben zelfs een beetje leven in de brouwerij gebracht. Zonder ons zou het een saaie boel geweest zijn." Mijnheer en mevrouw Mercoer deden wat in dit geval nog het verstandigste was. Ze lie ten den bruidsstoet ongemoeid vertrekken, maar vastbesloten in de eerste jaren geen ge maskerd bal meer te geven. (Nadruk verboden) Met een invaller bond HRC den strijd tegen het volledige ZFC aan, dat vrij spoedig de Hel- derschen op eigen helft terugdrong, doch het schieten der Zaandammers was vrij zwak en uiterst onzeker. Geleidelijk herstelden de gasten zich, waarbij bleek, dat hun schot beter ver zorgd was en door het verrassende karakter de volle aandacht van doelman Dijkstra vroeg. Na dat het HRC-doel weer eens bestookt was, wist de Jong uit een plotselinge doorbraak de score te openen (01), terwijl enkele minuten later Dissel op een zelfde wijze den voorsprong vergrootte (0—2). De thuisclub legde er toen een schepje op, maar weer kwam het succes aan de andere zijde, ditmaal door een kogel van Zymmi (03). Ook na de rust was de thuisclub voortdurend in het offensief, maar het schieten en ook het vleugelspel bleef zwak. Ofschoon de druk op het HRC-doel steeds heviger werd, wisten de be zoekers meester van het terrein te blijven totdat van Marle uit een hoekschop de eer redde (1—3). Met dezen stand kwam tevens het einde. Volgens de regelen der kunst heeft EDO AFC in eigen huis een in alle opzichten verdiende nederlaag toegebracht. De Haarlemmers speel den een zeer goeden wedstrijd en zijn vrijwel gedurende den geheelen speeltijd in de meer derheid geweest. AFC toonde zich allerminst tegen het doortastende spel van EDO opgewas sen en maakte een zeer pooveren indruk. Na ongeveer 10 minuten spelen opende Tim mermans voor EDO de score en vijf minuten later was het v. d. Spek, die doelman Gerrits voor de tweede maal passeerde. Kort voor de rust vertoonde Lungen een bijzonder staaltje voetbal, dat hij met een fraai doelpunt be kroonde (12). Na de thee hadden de gasten het heft gröotendeels in handen en toen Schijvenaar na 10 min. een derde doelpunt voor EDO scoorde, was AFC een geslagen team. De EDO-spil v. d. Schalie zorgde nog voor een vierde doelpunt. Met 'n 41 nederlaag voor AFC kwam het einde. =r 14 „Pen, de man, dien u verafschuwt?" „Juist, de man, dien ik verafschuw! Maar liever dan toch nog dan de man dien ik niet Vertrouw!" Het wielgeratel kwam al nader. Rorke ging Vlak vóór haar staan, toen zij zich bewoog in de richtipg naar de dogcart. „Janie, als je gaatdan beduidt dit het einde van alles!" ,Er valt niets te eindigen!" Ze gleed langs hem heen. De volgende minuut hoorde Rorke haar Spreken tegen den man in de dogcart, die haar toet groote hoffelijkheid hielp instappen, waarna zij pijlsnel wegreden. HOOFDSTUK XII De dagen, die volgden op dit gekibbel met Rorke, waren niet heel aangenaam voor Janie. 2e kreeg berouw, over hetgeen zij gedaan had. Rorkes gelaat, bleek van drift, dook telkens op haar geestesoog, terwijl ze, bij voorbeeld, - zat te schrijven aan Elizabeth, of te lezen, in het meest belangwekkende boek. Zelfs haar genoe gen, Charlie weer te zien, werd er voor een deel door bedorven. Ze kon het niet hebben, dat de kleine jongen vragen stelde over zijn broer en dat hij klaagde, dat Rorke in het geheel geen tijd meer scheen te hebben, oto met hem te spelen. Al heel gauw werd het kind weer zoo schuch ter en Rorke nam heel weinig notitie van hem. Janie passeerde hij met een gelaat, zoo strak als maar mogelijk was; haar enkele pogingen tot toenadering werden totaal genegeerd. Ze zag maar heel weinig van hem; hij was den heelen dag uit, keerde eerst laat in den avond terug en bracht soms een paar van zijn oude kame raden mee. Al wat hij door haar invloed aan beschaving en vriendelijkheid gewonnen had, was weer verloren gegaan! Een tweede uitwerking van de dwaasheid van dien middag was de grootere familiariteit van dokter Pell! Mrs. George had weer zoo'n ge duchte „zenuwbui" en de gezondheid van den ouden Andrew Gilchrist werd ook hoe langer hoe minder. Het leek Janie, dat de dokter nooit weg was uit huis! Selina en Ludlow hadden de handen vol en Janie's diensten werden soms verlangd, ofschoon zü nooit op een van beide ziekenkamers werd toegelaten. Bij een van die gelegenheden, toen ze den dokter iets vragen moest en hi) het gesprek van verband en verbandwatten heel handig op iets persoonlijks wist te brengen, wat haar verach telijk deed „blozen, kwam, juist Rorkd «oorbil. Ze deed een stil beroep op hem en herinnerde zich nog den vorigen keer, dat ze hem ook zoo zwijgend en niet te vergeefs te hulp geroepen had. Ditmaal ging hij haar echter voorbij met strak, onbewogen gelaat. „Ik vrees, dat we hier een terugslag moeten constateeren," zei dokter Peil met sarrenden lach. „We dachten ééns allen, dat hij onder goeden invloed bekeerd was, maar nu....! Toevallig ging ik gisteren langs „De Hazewind", èn, onnoodig in bijzonderheden te treden, maar van een bekeering had het waarlijk niet veel!" „Dus u zult zorgen, dat verkoelende water voor Mr. Gilchrist te zenden?" ging Janie voort, alsof ze niets gehoord had, „en dan hoef ik u niet langer op te houden." Ze ging met fier opgericht hoofdje, maar met bezwaard gemoed. Hetgeen Peil betreffende Rorke had gezegd, kwam weer bij haar boven, toen ze een paar dagen later, op een heerlijken zomeravond, aan het venster van haar eigen kamer zat. Ze was dien avond naar de kerk geweest en had later het avondeten gebruikt bij Mrs. Carpmael. De maan was opgekomen, terwijl ze over de velden naar huis ging. Wat had zij de oude „Grange" al lief gekregen, voelde zij nu! Toen ze dichterbij kwam, weerklonk er luid gelach door het venster van Rorke's kamer. Iemand zong met onvaste stem een cabaret liedje en heel het gezelschap drinkende mannen zat aan de tafel. Na het wijdende gezang in de kerk en de plechtige stilte op de met dauw overdekte vel den en.de.vredige, vriendelijke atmosfeer in het huis van den dokter, klonk haar dit afschuwelijk in de ooren. Ze ging naar haar eigen kamer, maar het was nog te vroeg, om naar bed te gaan. Ze zou immers toch niet kunnen slapen met al dat lawaai beneden! Ze was zeer somber gestemd. Het leven was wel droevig voor haar veranderd in deze laatste dagen. De vrie: dschap, die een paar weken ge leden zoo schoon ging opbloeien tussehen haar neef en haar, was nu met èèn slag te niet ge daan!.... Ze was nog al zóó gelukkig geweest, over wat zij bereikt had, met hetgeen Betty eerst voor zoo'n dwaas ondernemen had gehouden! Het venster in de kamer van Rorke was precies onder het hare en telkens weerklonken er nieuwe uitbarstingen van het drinkgelag. Op den Zondag, nu veertien dagen geleden, hadden ze samen genoten van den prachtigen zomeravond. Rorke had haar gezien in de portiek van de kerk en samen waren ze naar huis gewandeld door de velden. Ze herinnerde zich, hoe ze even uitgerust had op een opstap en Rorke de armen gevouwen had over de spijlen van het hek naast haar en ze samen heel vertrouwelijk hadden gesproken, wat den edelsten kant van zijn karakter had ge toond. Toén had het geleken, of er iets tussehen hen was gekomen, wat door geen tijd of omstandig heden vernietigd kon worden en nü was ineens alle vriendschap tussehen hen tot een on mogelijkheid geworden! - Zouden <Ue wannen nu nóóit gaan? Zou hun luid gelach en getier steeds de vreedzame stilte van den avond blijven ontwijden?.... Eindelijk hoorde zij geschuifel van stoelen en vanaf haar beschaduwde plaats aan het venster zag ze hen langs het tuinpad gaan. Rorke was er ook bij. Het licht uit de kamer viel over het pad. Ze bleef daar zitten en wachtte ze wist niet waarom tot hij terug zou zijn. Ineens kwam er een zwakke brandlucht naar boven.... Ze vloog op en de gedachte flitste haar door het hoofd, of er doorjeen van die benevelde mannen soms een lucifer brandend was weggeworpen met al de mogelijke gevolgen daarvan.... Als Rorke nu dadelijk terugkwam, zou het vuur nog gauw gedoofd kunnen worden; maar, wie weet, wat een omvang de brand anders kreeg!.... Zoo iets kon zij toch niet aan het toeval overlaten. Een achtertrap, die naar de gang leidde, waarop de kamer van Rorke uitkwam, was pre cies tegenover haar eigen deur. Geruischloos en vliegensvlug ijlde ze die trap af, liep de gang door en trad het vertrek binnen. Ze gruwde van den overhoop gehaalden boel, dien ze daar te zien kreeg. Er hing een zware tabaksrook; leege flesschen lagen op den vloer; een stoel was omvergegooid; het kleed lag dwars over de tafel. Tegen het zware, ouderwetsche gordijn zag zij een rood tongetje opvlammen.... Ijlings nam ze een karaf, die op tafel stond en wierp het water er op, waardoor de vlam met sissend geluid gedoofd werd. .De smeulende von ken trapte ze uit en jui^was ae_hiern*ee_ b^tig, toen ze zag, dat Rorke haar door het venster stond gade te slaan. Gedurende enkele oogenblikken spraken ze niet en Janie stond stil met onstuimig kloppend hart. Nog nooit had zij haar neef zóó zien kijken. Ongetwijfeld verkeerde hij onder den invloed van sterken drank. Hij was nu bleek en zijn oogen hadden een eigenaardigen, onnatuurlijken glans. Zijn haar hing hem in alles-behalve be vallige wanorde over het voorhoofd. Er lag een glimlach over zijn gelaat verspreid, maar een lach, die allesbehalve vroolijkheid be duidde. „Wat doe je hier?" vroeg hij; en zelfs de toon van zijn stem klonk vreemd. Met bovenmenschelijke inspanning herwon zij haar zelfbeheersching. „Ik rook een brandlucht en ben beneden ge komen, om daarnaar te kijken. Ik zag, dat het gordijn brandde en bluschte de vlam." Rorke stapte over de vensterbank: ,Heb ik niet gezegd, dat ik niet verlangde, dat je in mijn kamer kwam?" „Maar hier dreigde gevaar.... Binnen een minuut zou het gordijn geheel vlam gevat heb ben!" „Dat was je zaak niet! Wat gaat het joü aan, of het heele huis al verbrandde en wij er bij! Dan zou de wereld van ons verlost zijn! Dat is de eenige manier, om van zulk onkruid af te komen!" Janie zette de karaf water op tafel en hoopte maar, dat hij niet zag, hoe haar handen trilden. Hu het vuur gedoofd is, kan ik ook weer gaan.? .(Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 11