Keres' fraaie prestatie in den
achtkamp
DE VLUCHTELING
VAN CAYENNE
SPELER MET BIJZONDERE
KWALITEITEN
DONDERDAG 30
SEPTEMBER 1937
Aanklacht ingetrokken
Geen proces tegen oud-burge
meester Maarschalk van Haarlem
VAN EEN RIJDENDEN AUTO
GESPRONGEN
Jongen aan de gevolgen van zijn
val overleden
REORGANISATIE IN DE N.S.B.
Hergroepeering van diverse
onderdeelen
PARKEERGELDHEFFINGEN
Een goede stap van de Regeering
De opbrengst van de
zomerpostzegels
Ruim f 13.000.meer dan
vorig jaar
HET VERKEER IN ONS LAND
Engelsche verkeersdeskundigen
bezoeken Nederland
KLASSIKALE INDEELING
VAN RIJKSWEGEN
Het bezoek van ir. de Kok
aan Kaapstad
Militaire auto geslipt
Eén zwaar en twee licht gewonden
DE BELASTINGDRUK
Sinds 1933 nog verzwaard
OUDE MAN UIT EEN BOOM
GEVALLEN
Hij wilde eenige peren plukken
DANK VAN HONGARIJE AAN
ONS LAND
Oprichting van een monument
MINDER BIGGENMERKEN
UITGEREIKT
OPERA ITALIAN A
Het jubileum-seizoen
DOODELIJK GEWOND DOOR
TRAP VAN EEN PAARD
Gevaarlijk kinderspel
Jongetje levensgevaarlijk gewond
Toestand van de vischhaven
te IJmuiden
Generaal Snijders 85 jaar
Van de 56 partijen in dit tournooi
eindigden er 33 in remise
Flohr en Capablanca
stelden teleur
UIT DE STAATSCOURANT
Posterijen
Verzekeringskamer
Rechterlijke macht
Eervol ontslag
Directeur en leeraar
Curatoren Universiteit
DOOR OTTWELL BINNS
NNS
4
Het onderzoek naar de oorzaak van het
auto-ongeluk, dat de heer Maarschalk, 'oud
burgemeester van Haarlem, op 26 Juni op den
weg van Nederland naar Wezel heeft gehad en
waarbij, zooals men zich herinnert, mevr. Maar
schalk en de chauffeur C. Roskam, den dood
vonden en de heer Maarschalk zelf zwaar ge
wond werd, is thans beëindigd. De export, die
hiermede was belast is, zoo meldt de Tele
graaf, na een grondige bestudeering van de
omstandigheden en van de overblijfselen van
den auto, tot de conclusie gekomen, dat de
stuurinrichting zonder twijfel ook door het on
geval is beschadigd, waardoor het hem niet
mogelijk was met absolute zekerheid te con-
stateeren, of niet inderdaad (zooals de heer
Maarschalk had verklaard) vóór het ongeval
deelen van de stuurinrichting hebben gewei
gerd, hetgeen dan het ongeluk veroorzaakt
zou hebben.
Dientengevolge is de deskundige niet in staat
onaanvechtbaar te bewijzen, dat hier sprake
is van nalatigheid van den bestuurder.
Daar er twijfel bestaat en twijfel steeds ten
gunstige van den verdachte wordt uitgelegd,
hebben de autoriteiten zich bij het rapport van
den deskundige aangesloten en heeft het O.M.
de aanklacht tegen den heer Maarschalk, we
gens dood door schuld, ingetrokken.
Het achtjarig zoontje van den heer U. te
Alkmaar klom eenige dagen geleden achter op
een vrachtauto en reed een eind mee. Toen de
jongen van den wagen wilde afspringen sloeg
hij eenige malen over den kop en bleef be
wusteloos liggen. Hoewel de geneeskundige
dienst een hersenschudding constateerde meen
de .de dienstdoende arts, dat de toestand niet
ernstig was en liet den knaap naar de ouder
lijke woning overbrengen. Dinsdag evenwel ver
ergerde de toestand plotseling, zoodat overbren
ging naar het ziekenhuis noodzakelijk werd ge
acht. Hier is de jongen Woensdag overleden.
Met Ingang van 1 October zal de reorganisatie
der N.S.B. haar beslag krijgen. Naar men aan
de Telegraaf op het hoofdkwartier mededeelde,
zal deze reorganisatie het karakter dragen van
een her-groepeering der verschillende onder
deden en functies. Zoo zullen b.v. de geweste
lijke commissariaten komen te vervallen, terwijl
ook de kringen en gewesten worden gesplitst
en saamgevoegd tot nieuwe groepeeringen. In
verband daarmede worden verschillende be
stuursfuncties opgeheven, terwijl er een onge
veer evengroot aantal nieuwe functies wordt ge
creëerd. Ten einde deze reorganisatie zoo spoe
dig mogelijk te kunnen uitvoeren, "hebben alle
functionarissen der N. S. B. met ingang van 1
October ontslag gekregen. Voor het overgroots
deel van hen is dat ontslag echter niet defini
tief. Immers zij worden met ingang van den
zelfden datum in een nieuwe functie benoemd.
Als opvolger van mr. D. F. Pont voor de N.S.B.
in de Eerste Kamer der Staten Generaal zal
volgens het blad zitting nemen jhr. mr. E. J.
B. M. von Bönninghausen te Tubbergen.
De K. N. A. O. schrijft ons o. a.:
By voortduring heeft de K. N. A. O. gestre
den tegen het voortwoekerende kwaad der par-
keergeldheffingen, die voor vele gemeenten een
welkome bron voor inkomstenvermeerdering
gingen beteekenen.
Reeds in 1935 liet de Regeering bij monde
van den toenmaligen minister van Binnenland-
sche Zaken weten, dat naar haar oordeel de
cumulatie van belastingen, welke in den vorm
van personeele belasting, motorrijtuigenbelas
ting en benzine belasting op de schouders van
houders van motorrijtuigen drukken, een zoo-
danigen last vormt, dat deze niet nog eens
door de heffing van gemeentelijke parkeergel-
den mocht worden verzwaard.
Desondanks werd te 's-Gravenhage nog een
parkèergeldheffing ingevoerd, welke tot 1 Ja
nuari 1938 van kracht is.
Ook in Rotterdam is de bestaande precario-
verordening, waarop de parkeergeldheffing is
gebaseerd, slechts tot 1 Januari 1938 van kracht.
De regeering heeft thans aan het gemeente
bestuur doen weten, dat het in haar voornemen
ligt de goedkeuring van- de verordening niet
te verlengen, zoolang niet uitdrukkelijk is vast
gelegd, dat voor motorrijtuigen de heffing niet
zal gelden.
Met deze krachtige houding van de Regee
ring kan dan tenslotte een einde worden ge
maakt aan de opstapeling van nieuwe lasten
voor het reeds zoo overbelaste motorwegver-
keer.
Zoowel het gemeentebestuur van 's-Graven
hage als dat van Rotterdam klaagt, dat van
de hooge opbrengsten van motorrijtuigenbelas
ting en benzinebelasting niets aan de gemeenten
ten goede komt. Beide brengen echter niet de
personeele belasting ter sprake, welke wel in de
gemeentekas vloeit en door beide boven het
oorspronkelijke „wettelijke tarief" werd op
gevoerd.
Van het comité voor de Zomerpostzegels 1937
ontvingen wij de volgende specificatie:
Overwaarde der verkochte zomerpost
zegels 86.095.54
Extra geplakte porto bij luister
wedstrijd A.V.R.O. 9.243.30%
Te verkoopen voorraad postzegels
(schatting) 600.
Totaal 95.938.84%
Onkosten P.T.T. plus bijdrage aan
personeelfonds P.T.T. 10.000.
Onkosten centraal propaganda-co-
mité (globaal) 5.000.
15.000.—
Vermoedelijke netto-opbrengst 80.938.84%
De netto-opbrengst 1936 was 67.760.56.
In hotel „De Oude Doelen" te Den Haag zijn
afgestapt de leden van de „Transport Advisory
Council", te weten Sir Seymour Williams k.b.e,
W. H. Gaunt o.b.e., J. J. Hughes, Sir John Mac-
Donald j.p., F. J. Urry, F. Gordon Tucker o.b.e.,
t.d.
Deze commissie bestaat uit niet-ambtelijke
adviseurs van het Britsche ministerie van ver
keerswezen. Met het doel, een studie te maken
van de in de verschillende landen geldende wet
telijke regelingen ten aanzien van het rijwiel-
verkeer, maakt deze commissie een reis door
Europa, Na Kopenhagen en Berlijn te hebben
bezocht, is zij thans in Den Haag gearriveerd,
om hedenavond naar Brussel door te reizen.
Bij de bestudeering van het rijwielverkeer in
Nederland zal ir. W. W. E. von Hemert, inge
nieur in bijzonderen dienst bij de directie van
den Rijkswaterstaat, de gasten van voorlichting
dienen. In het gebouw van den Rijkswaterstaat
aan de Carel van Bijlandtlaan te Den Haag zal
hedenochtend een bespreking worden ge
houden omtrent de voorschriften van het motor
en rijwielreglement met de heeren ir. J. J. M.
Aangenendt, ir. J. F. L. van Gils en ir. W. W.
E. von Hemert. Daarna volgt een conferentie op
het Haagsche hoofdbureau van politie.
De Engelsche deskundigen zullen na deze be
sprekingen het rijwielverkeer in de residentie
op het spitsuur van twaalf uur bezichtigen. Een
autotocht naar Amsterdam via Haarlem zal ge
legenheid bieden, het verkeer op de groote rijks
wegen in oogenschouw te nemen. Na een con
ferentie bij den commissaris voor het verkeer
te Amsterdam, den heer C. Bakker, zal het rij
wielverkeer aldaar op het spitsuur van vijven
het onderwerp van de deskundige belangstelling
zijn. Langs een anderen weg (via Schiphol)
keeren de kasten van avond naar Den Haag
terug, waar de Brusselsche trein hun wacht.
Voorheen werden de rijkswegen, zoo men
weet, ingedeeld in drie klassen, al naar gelang
deze wegen bereden mochten worden door
auto's van een bepaalde breedte en met een
bepaalde snelheid. Toen op I November 1936
het nieuwe motor- en rijwielreglement van
kracht werd, is de oorspronkelijke indeeling te
ruggebracht tot een in twee klassen, n.l. A en
B-wegen.
Thans heeft de minister van Waterstaat een
circulaire het licht doen zien, aangevende da
indeeling van wegen in de B-klasse, gerang
schikt naar de directiën en het district van den
rijkswaterstaat, waarbinnen ze zijn gelegen.
De vliegers ir. J. E. F. de Kok en Schmidt
Crans hebben van hun verblijf in Kaapstad ge
bruik gemaakt om verschillende plaatsen in
Zuid-Afrika per eigen vliegtuig te bezoeken.
Zij hebben het voornemen om Zaterdag de
terugreis van Johannesburg uit te aanvaarden.
Woensdagmorgen is een militaire auto te
Oosterbeek geslipt, en tweemaal tegen een boom
gebotst, waarna de wagen omviel. Van de ach-
terinzittende militairen werden eenige ge
wond, van wie W. uit Nijmegen zeer ernstig.
Hfj is met een schedelbasisfractuur naar het
gemeente-ziekenhuis te Arnhem overgebracht.
Twee andere gewonden zijn in het hospitaal
te Arnhem opgenomen. De auto werd vrijwel
geheel vernield.
i
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft
wederom de -nieuwste gegevens op belastingge
bied vereenigd tot een publicatie, die onder den
naam van „Belastingdruk in Nederland 1937
'38" zoo juist het licht heeft gezien.
De inleiding somt allereerst op welke wijzi
gingen in de jarén 1933 tot en met 1937 in de
belastingen gebracht zijn. Behalve van de in
voering van nieuwe of van opcenten op be
staande belastingen wordt melding gemaakt
van de wijzigingen in de tarieven dezer belastin
gen, die meerendeels verzwaring, doch soms ook
vermindering van den belastingdruk ten gevolge
hadden, van de opheffing van het leeningfonds
pn de instelling van het werkloosheidssubsidie-
fonds. Blijkt uit de vermelding van alle boven
bedoelde wijzigingen reeds, dat de belastingdruk
sinds 1933 nog is verzwaard, aan de hand van
uitvoerig in de inleiding voorkomend cijfermate
riaal wordt dit nader aangetoond.
Het aantal gemeenten, waarin geen opcenten
op de gemeentefondsbelasting rechtstreeks wor
den geheven, is gedaald van 113 over 1933-'34 tot
19 over 1937'38, terwijl het aantal gemeenten
met het hoogst mogelijk aantal opcenten in dit
tijdvak is gestegen van 272 tot 700.
Verder blijken verscheidene gemeenten, die
zich met betrekking tot deze belasting voor 1933/
1934 in de eerste, respectievelijk tweede klasse
hadden gerangschikt voor volgende jaxen naar
de tweede, respectievelijk derde klasse te zijn
overgegaan. Van 1933/1934 tot 1937/1938 is het
aantal gemeenten der eerste klasse dientenge
volge 69 en dat der tweede klasse 116 kleiner
geworden, terwijl het aantal gemeenten der der
de klasse 165 grooter is geworden. Opgemerkt
zij, dat door deze verandering van klasse onder
overigens gelijke omstandigheden r een grooter
aantal personen in de gemeentefondsbelasting
valt, waadoor een hoogere belasting-opbrengst
wordt verkregen.
Voor de overige belastingen zijn de verschil
len ook belangrijk. Zoo is het aantal gemeenten,
waarin geen opcenten op de vermogensbelasting
worden geheven, die rechtstreeks aan de ge
meente ten goede komen, gedaald van 265 over
1933/1934 tot 69 over 1937/1938.
Daarentegen is het aantal gemeenten met het
hoogst mogelijk aantal opcenten op deze belas
ting gestegen van 739 tot 938.
H-et aantal gemeenten met een zakelijke be
lasting op het bedrijf is gedaald van 86 tot 72.
Het aantal gemeenten, waarin geen opcenten
worden geheven op de personeele belasting,
blijkt gedaald te zijn van 17 over 1935 tot 5 over
1937, terwijl het aantal gemeenten met 200 of
meer opcenten over deze jaren gestegen is van
543 tot 618.
Zit„Zoo'n zonsondergang zou ik den!
heelen dag wel kunnen bewonderen...."j
Op de boerderij van den heer E. v. d. Koe
vering te Den Dungen heeft zich een tragisch
ongeval voorgedaan, waarvan een oude man 't
slachtoffer is geworden.
De 80-jarige vader wilde eenige peren van
een boom plukken en was daartoe in den boom
geklommen. Plotseling gleed de grijsaard uit en
kwam zoo ongelukkig terecht, dat hij zwaar ge
wond de woning moest worden binnengebracht.
In den vorigen nacht is het slachtoffer, zonder
tot bewustzijn te zijn gekomen, aan de gevolgen
bezweken.
j
Op initiatief van de kunstenaarssociëteit te
Budapest is een monumentcommissie gevormd,
onder protectoraat van Aartshertog Albrecht,
welke commissie zich ten doel stelt, in de lan
den, waar men na den oorlog Hongaarsche kin
deren gastvrij opnam, monumenten van dank
baarheid op te richten.
Het eerste van die monumenten, zoo melden
de Hongaarsche bladen, zal in 1938 in Neder
land worden opgericht, daarna volgen in 1939
en 1940 monumenten in België en Zwitserland.
Het aantal aangebrachte biggenmerken be
droeg in de week van 13 September tot 18 Sept.
j.l. 41.506, tegenover 45.152 in de overeenkom
stige week van het vorige jaar.
Van de toekenning 1937 zijn van 1 Januari
Buurman: „Ik wist niet, dat je vrouw
koorddanseres was**.
Echtgenoot„Dat is ze ook niet, maar
ze is zoo bang voor een muis".
tot 18 Sept. in totaal aangebracht 1.260.03S
merken, tegenover 1.476.796 merken in dé over
eenkomstige periode van 1936.
Bij de beoordeeling dezer cijfers dient niet uit
het oog te worden verloren, dat dit jaar zes
pCt. minder biggenmerken werden toegekend
dan vorig jaar.
Voor de viering van het 40-jarig bestaan van
de N.V. Italiaansche Opera is een eere-comité
gevormd, waarin o. m. zitting hebben: Z. Exc
prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine, minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen,
Z. Exc. F. M. Taliani, gezant van Italië te 's Gra-
venhage, en de burgemeesters van Amsterdam
en Den Haag.
Het comité van uitvoering bestaat uit: mr. A.
A. Reepkamer te Wassenaar, voorzitter; mevr.
J. C. Baron van Wassenaar, te 's Gravenhage,
secretaresse, en mr. H. van Lanschot te 's Gra
venhage, penningmeester.
Het operaseizoen zal aanvangen op 28 October
a.s. met de opvoering van de opera „Nabucco"
van Verdi.
Het ligt in het voornemen van de N.V. Ita
liaansche Opera om gedurende het aanstaande
seizoen drie galavoorstellingen te geven, resp.
te Amsterdam, 's Gravenhage en Rotterdam.
Voor de galavoorstelling is de opera „Manon
Lescaut" van Puccini gekozen. Sara Scuderi zal
de titelrol vervullen. Ook Marchi krijgt een rol
van beteekenis te vertolken, terwijl als tenor
een gast van naam zal optreden.
Woensdagmiddag is het tienjarig zoontje van
den heer Vriend, wonende in de Zuidermeer te
Spierdijk, die met een paar kameraadjes in een
weiland aan het spelen was, door een jong
paard dat in de wei graasde, tegen het hoofd
getrapt. De hoef van het paard kwam juist
tegen den slaap van den jongen en de slag was
zoo hevig dat de hersenen bloot kwamen te lig
gen.
In hopeloozen toestand is het slachtoffer naar
het ziekenhuis vervoerd.
Toen de kinderen van den heer Van Vugt te
St. Michielsgestel met een mes aan het spelen
waren, had een der jongens het ongeluk zijn
broertje in het oog te steken. De kleine jongen
bleek ernstig gewond te zijn. Hij is onmiddel
lijk naar bet ziekenhuis overgebracht, waar
bleek, dat het gekwetste oog zoo ernstig was
geraakt, dat de jongen het niet kan behouden.
Het achtjarig jongetje Van W., uit Eelden,
gemeente Eist, stak Woensdagavond nabij den
Rijnbandijk onverwacht den drukken rijksweg
ArnhemNijmegen over, met het gevolg, dat
hij door een zwaren vrachtauto, bestuurd door
den chauffeur A. uit Oss, werd aangereden en
op den weg geslingerd. In levensgevaarlijken
toestand is het knaapje naar het St. Elisabeth-
gasthuis te Arnhem vervoerd.
De rapporten betreffende problemen inzake
productie- en distributie-apparaat, door mr.
Kiewiet de Jonge aangehaald in zijn voordracht
te IJmuiden gehouden over den toestand der
IJmuider vischhaven, zijn samengesteld door
de Ned. Visscherijcentrale, in samenwerking
met den Economisch-Technologischen dienst
voor Noord-Holland.
Dit laatste instituut werd abusievelijk niet
vermeld in het verslag.
De oud-opperbevelhebber van land- en zee
macht, generaal C. J. Snijders bereikte Woens
dag den vijf-en-tachtigjarigen leeftijd.
Dr. M. Euwe schrijft:
De Oostenrijksche wedstrijd is geëindigd
en hoewel de laatste ronden nog door ver
schillende verrassingen gekenmerkt werden,
kan men dat aan den einduitslag heele-
maal niet meer zien, want deze vertoont
precies dezelfde volgorde der topspelers als
een halve week geleden, t.w. 1 Keres, 2 Fine,
3 en 4 Capablanca en Reshevsky, 5 Flohr.
De Estlandsche grootmeester heeft zich dan
toch op de eerste plaats gehandhaafd, niette
genstaande zijn tegenslagen der laatste ronden.
Zeer moeilijk is dit overigens niet geweest,
want ook met een nul in de laatste ronde
dat zouden dan drie nederlagen na elkaar ge
weest zijn was Keres nog nummer één ge
ëindigd. Wel een bewijs, welk een grooten voor.
sprong de jongste deelnemer van het tournooi
op zijn concurrenten had. Het valt dan ook
bijna niet te verwonderen, dat Keres onder
deze omstandigheden wat lichtzinnig gewor
den is en vooral niet, wanneer men bedenkt,
dat Keres nog niet veel tournooi-ervaring heeft
en dientengevolge in de eerste plaats de „fi
nishing touch" mist.
Zien we echter van deze ongelukkige finale
af, dan kan men vaststellen, dat Keres een
prachtigen wedstrijd achter den rug neeft en
wel in de eerste plaats op grond van het ge
halte zijner partijen. De manier, waarop hij
den eindspelkunstenaar Reshevsky in een bijna
gelijkstaand eindspel versloeg, waarop hij den
tacticus Flohr door een onverwachten paard-
zet tot capitulatie dwong, waarop hij Capablan
ca door fijne manoeuvres in een totaal verlo
ren stelling bracht, waarop hij ten slotte den
verdediger Eliskases totaal overrompelde, dat
alles stempelt Keres tot een speler van veel
zijdige kwaliteiten, zooals de schaakwereld er
nog maar weinig gekend heeft. Juist de om
standigheid, dat men in Keres' spel nog fou
ten kan aanwijzen en heusch niet zoo wei
nig verschaft de zekerheid, dat hij een
prachtige toekomst tegemoet gaat.
De tweede prijswinnaar Fine heeft zich na
zijn falen in den wedstrijd te Kemeri volko
men gerehabiliteerd. Hij was de eenige in dii
tournooi, die geen enkele partij, verloor, het.
geen ook weer min of meer het gevolg was van
hypervoorzichtig spel, om toch vooral te voor
komen, dat SemmeringBaden een herhaling
van Kemeri zou worden. Tegen het einde van
den wedstrijd scheen het even, dat Fine zelfs
een kans op den eersten prijs zou krijgen, maar
de Amerikaan was wel zoo verstandig zich niet
onnoodig bloot te geven, want tegenover deze
kleine kans om Keres in te halen, stond de
veel grootere kans, om naar de vijfde plaats
af te dalen, daar zijn volgers slechts halve of
heele punten achter stonden. Fine won in den
geheelen wedstrijd slechts twee maal en maak
te niet minder dan twaalf maal remise
Van deze twaalf remises kwamen er zes zon
der veel strijd tot stand, maar in de overige
zes heeft Fine hard moeten vechten.
Tegen Capablanca (eerste partij) en Reshevs
ky (tweede partij) bereikte hij slechts op het
kantje af remise maar tegen Eliskases (eer
ste partij) en Reshevsky (tweede partij) had
Fine bijna gewonnen. Alles bijeengenomen kan
Fine op een goeden wedstrijd terugzien.
Capablanca zal wel niet tevreden zijn met
zijn gedeelden derden prijs, maar objectief be
keken verdiende hij ook niet beter. Als zwart-
speler koos hij steeds dezelfde opening (Sla
visch damegambiet) en nam vaak zeer vroeg
tijdig met remise genoegen, 'n Dergelijke tactiek
moge in een tweekamp tot succes leiden, in
een tournooi is zij volkomen misplaatst.
Wie niet steeds op het volle punt speelt, is
practisch reeds bij voorbaat voor den eersten
prijs uitgeschakeld. In dit opzicht gaf Keres
allen deelnemers een uitstekend voorbeeld, dat
helaas te weinig navolging vond.
Capablanca won slechts tweemaal, eenmaal
door zeer sterk spel en eenmaal door een blun
der van zijn tegenstander (Flohr). Geluk heeft
de Cubaan verder nog gehad in zijn partij te
gen Keres, maar in de partijen tegen Fine en
Ragozin was hij minder gelukkig, geluk en
ongeluk houden elkaar dus ongeveer in even
wicht.
Capablanca heeft derhalve teleurgesteld, op
een oogenblik, dat hij een overwinning voor
de bevestiging van zijn reputatie zoo dringend
noodig had. Misschien zal de Cubaan zijn scha
de in latere wedstrijden inhalen, zooals hij dat
ook het vorig jaar deed; na zijn falen te Mar
gate volgden de eerste prijs te Moskou en de
gedeelde prijs te Nottingham. Voorloopig zijn
er echter nog geen belangrijke wedstrijden in
zicht, welke den Cubaan de gelegenheid kun
nen bieden zich te herstellen.
Reshevsky is er niet in geslaagd zijn succes
van Kemeri te herhalen. Hij is een onderne
mend speler, maar hij heeft te sterk zijn ups
and downs. Bovendien is het een fout van hem,
dat hij het te zeer op de laatste minuten laat
aankomen, want als zijn tegenstanders daar
eenmaal op ingesteld zijn, kan deze gevaarlijke
tactiek gemakkelijk tot een débacle leiden. Toch
kan Reshevsky met voldoening op dit tournooi
terugzien; de oefening met Europeesche spe
lers zal zonder twijfel een weldadigen invloed
op zijn spel hebben, zij het ook niet kwantita.
tief, dan toch kwalitatief.
Flohr, die in Kemeri en Stockholm geen en
kele partij verloor, en op grond van zijn con
stant spel door de F. I. D. E. als eerste can-
didaat voor het wereldkampioenschap werd
uitverkoren, verloor te Semmering en Baden
niet minder dan drie partijen, (het voorspel
meegerekend Blijkbaar heeft ditmaal de
scherpe prikkel ontbroken mede als gevolg van
het moreele succes op de F I D. E.-vergade-
ring te Stockholm.
Het blijft intusschen te betreuren, dat
zoowel de officieele candidaat Flohr, als
ook de officieuze candidaat Capablanca zoo
weinig gepresteerd hebben. Het is als het
ware een waarschuwing tegen het systeem,
den pretendent voor den eeretitel reeds
jaren van te voren te bepalen. Intusschen
is het de vraag, of men dit systeem door
een beter kan vervangen, omdat voor wed
strijden om het schaak-wereldkampioen
schap gewoonlijk een lange tijd van voor
bereiding vereischt wordt.
Eliskases, de Oostenrijksche kampioen, heeft
zich na een zeer slechten start (1 y2 uit 7) aar
dig omhoog gewerkt (6 uit 14) en smaakte o.m.
het genoegen zoowel van Capablanca als van
Keres te winnen.
Ragozin, ciie als de tweede speler van Rus
land beschouwd wordt, heeft enkele goede din
gen gedaan, maar alles bij elkaar toch teleur,
gesteld. Het is weer eens gebleken, dat Sovjet
Rusland behalve Botwinnik geen anderen
speler van extra klasse bezit.
Petrov sluit de lijst der deelnemers en laat
daarmede zien, dat zijn fraai resultaat te Ke
meri toch tot op zekere hoogte op toeval be
rustte. Vooral het eindspel beteekent een ern
stige zwakte van den Let, welke vooral in de
eerste helft van dit tournooi tot uitdrukking
kwam.
Van de 56 partijen, welke in dit tournooi ge
speeld werden, eindigden er 33 met remise,
dat is dus bijna 60 pet., hetgeen inderdaad een
zeer hoog percentage beteekent.
De remises zonder strijd, de z.g. salonremi
ses zijn echter belangrijk geringer in aantal,
zooals het best blijkt uit den gemiddelden tijds
duur der partijen, welke ruim vijf uur bedraagt.
Een blik op de eindlijst laat zien, dat de extra
klasse zich tenslotte toch nog gehandhaafd
heeft (hun vertegenwoordigers immers bezetten
de vijf eerste plaatsen) al is het verschil ook
niet zoo frappant als men aanvankelijk mocht
verwachten (1911).
Belangrijker dan dit feit is echter de onver
wachte zege van Keres, welke mogelijk een
nieuw tijdperk van den romantisctien schaak-
stijl inleidt.
Met ingang van 1 October 1937 zijn benoemd
tot referendaris der P. T. en T., J. Drenthen,
A. Huisman, J. Beijer, A. B. Kelder, en met
ingang van 1 November J. T. J. M. Theunis-
sen en H. Geitenbeek, thans allen referendaris
2e klasse der P. T. en T.
Met ingang van 1 October 1937 is benoemd
tot commies bij de Verzekeringskamer te Am
sterdam: G. F. W. H. N. Keijser, thans adjunct
commies bij gemelde Kamer.
Benoemd is tot kantonrechter-plaatsvervan-
ger in het kanton Zwolle: mr. O. W. de Haan,
oud-Indisch rechterlijk ambtenaar, wonende te
Zwolle.
Aan H. L de Jong is op zijn verzoek met
ingang van 1 October 1937 eervol ontslag ver
leend als commissaris van politie te Amster
dam, met dankbetuiging voor de bij de politie
bewezen diensten.
Benoemd is tot directeur van en leeraar aan
de Rijks H. B. S. te Sappemeer dr. D. van der
Veen, onder gelijktijdige toekenning van eervol
ontslag aan de Rijks H. B. S. te Wageningen.
Aan dr. J. P. Fockema Andreae te Bilthoven
is op zijn verzoek eervol ontslag verleend als
lid en voorzitter van het college van curatoren
der Rijksuniversiteit te Groningen met bijzon
dere dankbetuiging voor de door hem ten be
hoeve van het universitair onderwijs bewezen
gewichtige diensten, terwijl bij dat college zijn
benoemd:
a. tot lid en voorzitter dr. E. van Weideren
baron Rengers, lid van het college;
b. tot lid mr. J. Linthorst Homan, Commis
saris der Koningin in de provincie Groningen.
n
20
Nogmaals schreeuwde hij wild, en sloeg op
goed geluk met zijn bijl in de richting van den
snuivenden bek, terwijl de klauwen van het
woeste dier zijn borst opnieuw openhaalden.
Weer sloeg hij toe, zijn bijl drong ver in het
vlèesch van den jaguar, waarop deze nog woes
ter begon te blazen. Hij voelde, dat de strijd op
een eind liep, maar vocht wanhopig door, en
bleef wild schreeuwen, gedeeltelijk in de hoop
het dier erdoor te verschrikken, en tevens ver
wachtend, dat Sandy Muir toch eindelijk een
van zijn kreten zou vernemen. Een gevoel van
misselijkheid overmeesterde hem. Het geblaas
zoo vlak bij zijn ooren was verschrikkelijk om
aan te hooren. Reeds had hij de hoop op red
ding geheel opgegeven en voelde hij hoe hij
flauw ging vallen, toen hij eindelijk zwak door
den regen de stem van Sandy vernam.
„Om Gods wil, kerel, waar
Weer flitste een felle schicht door het lucht
ruim en op 't zelfde oogenblik schoot van vlakbij
een roode straal door het bosch, de scherpe knai
van een geweer klonk, als de voorbode van den
onmiddellijk -daarop volgenden donderslag en
terwijl het ondier stuiptrekkend de klauwen door
zijn vleesch trok, gleed hij weg in een duisternis,
vele malen dieper dan die van de wouden.
Hij kwam weer bij onder een stroomende
stortbui, en kon zich de eerste oogenblikken to
taal niet herinneren, wat er geschied was. Een
electrische toorts flitste aan en met een zorg
zame uitdrukking op zijn gezicht boog Sandy
zich over hem.
„Goddank," riep de Schot verheugd uit, toen
hij zag, dat Langdon zijn oogen opende. „Ik
dacht zeker, dat dat kreng je gedood had."
Bij deze woorden schoot Langdon weer alles
te binnen, en op hetzelfde oogenblik doorstroom
de hem een gevoel van ondraaglijke pijn, zoo
hevig, dat hij kreunend in elkaar kromp.
„Houd je taai, kerel," sprak Sandy. ,Het is nog
niet heelemaal met je gedaan, alhoewel die ja
guar je veranderd heeft in één bloedige massa
rauw vleesch. Ik zal oogenblikkelijk de wonden uit
moeten wasschen, anders loop je groot gevaar,
bloedvergiftiging op te loopen, hoewel deze stort
bui ruimschoots in staat is, al het vergif eruit
te spoelen."
Hij ging weg, om even later weer terug te ko
men met een rubberbak vol water.
„Ik heb er een antiseptisch middeltje in ge
daan," verklaarde hij, en begon zijn werk. „Ver
vloekt," riep hij uit, toen hij het verscheurde
hemd wegsneed. „Het beest heeft je ribben vrij
wel blootgelegd. Maar," voegde hij er haastig
aan toe. „Dat kan in een dag of twee alweer ge
nezen zijn. Daar hoef je niet aan te twijfelen."
Van wat er het volgende half uur met hem
gebeurde, kon Langdon zich later vrijwel niets
herinneren. Twee keer gedurende de behande
ling door den Schot raakte hij geheel buiten
westen. Toen eindelijk de wonden uitgewasschen
en verbonden waren, lag hij doodstil met geslo
ten oogen op den grond, terwijl de regen op zijn
gezicht kletterde.
Sandy Muir liet hem alleen en begon een ste
vige waterdichte hut op te bouwen, intusschen
onophoudelijk in zichzelf brommend:
„Lieve hemel, wat heeft die kerel een pech.
Morgen zal de koorts hem volkomen in haar
macht hebben, en ik heb maar twee of drie ki-
ninetabletten bij me."
Zoo snel hij kon, werkte hij in de duisternis
verder. De storm hield onverminderd aan, en de
regen bleef met kracht doorstroomen, maar de
duisternis verminderde een weinig, waardoor zijn
taak vergemakkelijkt werd. Toen eindelijk de
hut gereed was, beurde hij Langdon zorgzaam
op en droeg hem naar de hangmat.
„Blijf hier maar kalm liggen, en probeer een
beetje te slapen. Maar eerst zal ik je tien gram
kinine ingeven en over een half uurtje nog een
even groote hoeveelheid. Misschien houdt het de
koorts weg."
Hij hielp zijn gewonden metgezel zoo goed hij
kon en maakte daarna, begrijpend, dat het on
begonnen werk zou zijn, te trachten in deze
stortbui een vuur aan te maken, een blik vleesch
open, om hiermee en met een paar harde be
schuiten zijn avondmaal te nuttigen.
„Ik denk niet, dat het goed voor je is, iets te
eten, ventje. Het is het beste een aanval van
.koorts uit te hongeren. En bovendien zoo ziek als
je bent, denk ik niet, dat je iets binnen zult
kunnen houden."
Dudley Langdon verlangde niet in het minst
naar eten. De herinnering aan den stinkenden
adem van den jaguar maakte hem nog steeds
misselijk, en de wonden in zijn beenen en zijn
borst brandden, alsof ze behandeld waren met
helschen steen, terwijl het dreunend geluid van
den regen in zijn ooren overstemd werd door een
voortdurend 1 loppen en hameren alsof zijn
trommelvlies moest barsten. Met zijn oogen wijd
open lag hij te luisteren naar het helsche con
cert van den regen, en af en toe kon hij bij het
licht van den bliksem een blik werpen op de ge
stalte van den Schot, die buiten op een pak
bagage zat, terwijl het water over zijn gezicht en
door zijn baard stroomde.
Uren gingen voorbij. De pijn, welke zijn won
den veroorzaakten, werd ondraaglijk. Ondanks
de door den regen veroorzaakte koelte, die door
het dak van de hut heendrong, voelde hij zich
gloeiend heet. Hij wist, dat de koorts was geko
men en wanhopig vocht hij er tegen, zonder re
sultaat. Hij begon hevig te rillen en verloor alle
begrip van tijd en plaats. Allerlei wilde droom
beelden schoven in fantastische vormen aan
zijn jjlenden geest voorbij.
Tot tegen den morgen bleef de storm doorra
zen. Toen bedaarde hij, de regen hield op te
vallen en de maan kwam door de aan flarden
gereten wolken te voorschijn, een vreemd licht
werpend op het door regen doorweekte bosch,
en de rivier weer herscheppend in een lint van
vloeibaar zilver. Donkergevleugelde dieren vlogen
de schuilplaats binnen. De Schot hoorde ze
binnenvliegen en trachtte met behulp van zijn
lantaarn de oorzaak van het vleugelgerucht op
te sporen, hetgeen hem echter niet gelukte. Na
eenige oogenblikken hield het gefladder op en
Sandy staakte zijn zoeken. Hij begon te knikke
bollen, maar werd plotseling weer wakker, door
dat de gewonde eenige woorden mompelde in
zijn koortsijlen. Hij keerde zich onderzoekend
naar hem om en ging te keer bij hetgeen hij
toen zag.
„Wel vervloekte, smerige beesten."
Drie huiveringwekkende beesten hadden zich
op het lichaam van Langdon neergezet, een op
zijn hals, de ander op zijn borst en de derde op
zijn blootliggenüen arm. Hun vleugels trilden als
die van een rustenden vlinder, terwijl hun kop
pen gebogen waren in een gruwzamen maaltijd.
Sandy Muir begreep maar al te goed, wat dat
voor beesten waren vampiers, die druk bezig
waren bloed te zuigen uit het lichaam van zijn
machteloozen vriend. Snel vatte hij den eersten
van den arm en vertrapte het dier woest onder
zijn hakken. De twee andere lieten uit eigen be
weging los, en fladderden wild in het rond,
verblind door het licht van zijn lantaarn. Hij
slaagde erin, een hunner neer te slaan en te
dooden, maar de andere vond den weg naar bui
ten en vloog weg in den nacht. Bezorgd boog
hij zich dan over den bewusteloos liggenden
Langdon en onderzocht de plaatsen, waar de
beesten hun gruwelijken maaltijd gevierd had
den. De ruwe tongen hadden op deze plekken
de huid geheel weggelikt en langzaam welde het
bloed uit de gekwetste plaatsen te voorschijn.
„Vervloekte ondieren," mompelde hij toornig,
wetend hoezeer dit bloedverlies zijn vriend moest
hebben verzwakt. Met grooten angst zag hij den
komenden dag tegemoet.
Zijn vrees ging volkomen in vervulling. Lang
don had hooge koorts. De door den jaguar open
gehaalde plekken toonden sporen van infectie
en de plekken, waar de vampiers hadden gezeten
waren rood ontstoken.
„God helpe je, jongetje," mompelde de Schot,
„want hier kan menschelijke hulp alleen niet
veel meer baten."
Hij maakte zijn ontbijt gereed en onder het
eten overdacht hij zorgvuldig, hoe hij het beste
handelen kon. Hoofdschuddend keek hy naar
den zieken man in de hut.
„Het zal je geen steek helpen, al blijven we
hier de heele week, jochie," meende hij bij zich
zelf. „En als die smerige boevenvangers weer te
rugkwamen en hoorden, wat je allemaal uit
kraamt, zouden ze zeker lont ruiken."
Opnieuw dacht hij een tijdje na, en kwam dan
tot een besluit.
„Juist, een van die stores van Chinks. Dat is
het beste. Ik heb geld genoeg en Chinks zal zijn
mond wel houden."
(Wordt vervolgd.)