Keres' fraaie prestatie in den achtkamp DE VLUCHTELING VAN CAYENNE SPELER MET BIJZONDERE KWALITEITEN DONDERDAG 30 SEPTEMBER 1937 Aanklacht ingetrokken Geen proces tegen oud-burge meester Maarschalk van Haarlem VAN EEN RIJDENDEN AUTO GESPRONGEN Jongen aan de gevolgen van zijn val overleden REORGANISATIE IN DE N.S.B. Hergroepeering van diverse onderdeelen PARKEERGELDHEFFINGEN Een goede stap van de Regeering De opbrengst van de zomerpostzegels Ruim f 13.000.meer dan vorig jaar HET VERKEER IN ONS LAND Engelsche verkeersdeskundigen bezoeken Nederland KLASSIKALE INDEELING VAN RIJKSWEGEN Het bezoek van ir. de Kok aan Kaapstad Militaire auto geslipt Eén zwaar en twee licht gewonden DE BELASTINGDRUK Sinds 1933 nog verzwaard OUDE MAN UIT EEN BOOM GEVALLEN Hij wilde eenige peren plukken DANK VAN HONGARIJE AAN ONS LAND Oprichting van een monument MINDER BIGGENMERKEN UITGEREIKT OPERA ITALIAN A Het jubileum-seizoen DOODELIJK GEWOND DOOR TRAP VAN EEN PAARD Gevaarlijk kinderspel Jongetje levensgevaarlijk gewond Toestand van de vischhaven te IJmuiden Generaal Snijders 85 jaar Van de 56 partijen in dit tournooi eindigden er 33 in remise Flohr en Capablanca stelden teleur UIT DE STAATSCOURANT Posterijen Verzekeringskamer Rechterlijke macht Eervol ontslag Directeur en leeraar Curatoren Universiteit DOOR OTTWELL BINNS NNS 4 Het onderzoek naar de oorzaak van het auto-ongeluk, dat de heer Maarschalk, 'oud burgemeester van Haarlem, op 26 Juni op den weg van Nederland naar Wezel heeft gehad en waarbij, zooals men zich herinnert, mevr. Maar schalk en de chauffeur C. Roskam, den dood vonden en de heer Maarschalk zelf zwaar ge wond werd, is thans beëindigd. De export, die hiermede was belast is, zoo meldt de Tele graaf, na een grondige bestudeering van de omstandigheden en van de overblijfselen van den auto, tot de conclusie gekomen, dat de stuurinrichting zonder twijfel ook door het on geval is beschadigd, waardoor het hem niet mogelijk was met absolute zekerheid te con- stateeren, of niet inderdaad (zooals de heer Maarschalk had verklaard) vóór het ongeval deelen van de stuurinrichting hebben gewei gerd, hetgeen dan het ongeluk veroorzaakt zou hebben. Dientengevolge is de deskundige niet in staat onaanvechtbaar te bewijzen, dat hier sprake is van nalatigheid van den bestuurder. Daar er twijfel bestaat en twijfel steeds ten gunstige van den verdachte wordt uitgelegd, hebben de autoriteiten zich bij het rapport van den deskundige aangesloten en heeft het O.M. de aanklacht tegen den heer Maarschalk, we gens dood door schuld, ingetrokken. Het achtjarig zoontje van den heer U. te Alkmaar klom eenige dagen geleden achter op een vrachtauto en reed een eind mee. Toen de jongen van den wagen wilde afspringen sloeg hij eenige malen over den kop en bleef be wusteloos liggen. Hoewel de geneeskundige dienst een hersenschudding constateerde meen de .de dienstdoende arts, dat de toestand niet ernstig was en liet den knaap naar de ouder lijke woning overbrengen. Dinsdag evenwel ver ergerde de toestand plotseling, zoodat overbren ging naar het ziekenhuis noodzakelijk werd ge acht. Hier is de jongen Woensdag overleden. Met Ingang van 1 October zal de reorganisatie der N.S.B. haar beslag krijgen. Naar men aan de Telegraaf op het hoofdkwartier mededeelde, zal deze reorganisatie het karakter dragen van een her-groepeering der verschillende onder deden en functies. Zoo zullen b.v. de geweste lijke commissariaten komen te vervallen, terwijl ook de kringen en gewesten worden gesplitst en saamgevoegd tot nieuwe groepeeringen. In verband daarmede worden verschillende be stuursfuncties opgeheven, terwijl er een onge veer evengroot aantal nieuwe functies wordt ge creëerd. Ten einde deze reorganisatie zoo spoe dig mogelijk te kunnen uitvoeren, "hebben alle functionarissen der N. S. B. met ingang van 1 October ontslag gekregen. Voor het overgroots deel van hen is dat ontslag echter niet defini tief. Immers zij worden met ingang van den zelfden datum in een nieuwe functie benoemd. Als opvolger van mr. D. F. Pont voor de N.S.B. in de Eerste Kamer der Staten Generaal zal volgens het blad zitting nemen jhr. mr. E. J. B. M. von Bönninghausen te Tubbergen. De K. N. A. O. schrijft ons o. a.: By voortduring heeft de K. N. A. O. gestre den tegen het voortwoekerende kwaad der par- keergeldheffingen, die voor vele gemeenten een welkome bron voor inkomstenvermeerdering gingen beteekenen. Reeds in 1935 liet de Regeering bij monde van den toenmaligen minister van Binnenland- sche Zaken weten, dat naar haar oordeel de cumulatie van belastingen, welke in den vorm van personeele belasting, motorrijtuigenbelas ting en benzine belasting op de schouders van houders van motorrijtuigen drukken, een zoo- danigen last vormt, dat deze niet nog eens door de heffing van gemeentelijke parkeergel- den mocht worden verzwaard. Desondanks werd te 's-Gravenhage nog een parkèergeldheffing ingevoerd, welke tot 1 Ja nuari 1938 van kracht is. Ook in Rotterdam is de bestaande precario- verordening, waarop de parkeergeldheffing is gebaseerd, slechts tot 1 Januari 1938 van kracht. De regeering heeft thans aan het gemeente bestuur doen weten, dat het in haar voornemen ligt de goedkeuring van- de verordening niet te verlengen, zoolang niet uitdrukkelijk is vast gelegd, dat voor motorrijtuigen de heffing niet zal gelden. Met deze krachtige houding van de Regee ring kan dan tenslotte een einde worden ge maakt aan de opstapeling van nieuwe lasten voor het reeds zoo overbelaste motorwegver- keer. Zoowel het gemeentebestuur van 's-Graven hage als dat van Rotterdam klaagt, dat van de hooge opbrengsten van motorrijtuigenbelas ting en benzinebelasting niets aan de gemeenten ten goede komt. Beide brengen echter niet de personeele belasting ter sprake, welke wel in de gemeentekas vloeit en door beide boven het oorspronkelijke „wettelijke tarief" werd op gevoerd. Van het comité voor de Zomerpostzegels 1937 ontvingen wij de volgende specificatie: Overwaarde der verkochte zomerpost zegels 86.095.54 Extra geplakte porto bij luister wedstrijd A.V.R.O. 9.243.30% Te verkoopen voorraad postzegels (schatting) 600. Totaal 95.938.84% Onkosten P.T.T. plus bijdrage aan personeelfonds P.T.T. 10.000. Onkosten centraal propaganda-co- mité (globaal) 5.000. 15.000.— Vermoedelijke netto-opbrengst 80.938.84% De netto-opbrengst 1936 was 67.760.56. In hotel „De Oude Doelen" te Den Haag zijn afgestapt de leden van de „Transport Advisory Council", te weten Sir Seymour Williams k.b.e, W. H. Gaunt o.b.e., J. J. Hughes, Sir John Mac- Donald j.p., F. J. Urry, F. Gordon Tucker o.b.e., t.d. Deze commissie bestaat uit niet-ambtelijke adviseurs van het Britsche ministerie van ver keerswezen. Met het doel, een studie te maken van de in de verschillende landen geldende wet telijke regelingen ten aanzien van het rijwiel- verkeer, maakt deze commissie een reis door Europa, Na Kopenhagen en Berlijn te hebben bezocht, is zij thans in Den Haag gearriveerd, om hedenavond naar Brussel door te reizen. Bij de bestudeering van het rijwielverkeer in Nederland zal ir. W. W. E. von Hemert, inge nieur in bijzonderen dienst bij de directie van den Rijkswaterstaat, de gasten van voorlichting dienen. In het gebouw van den Rijkswaterstaat aan de Carel van Bijlandtlaan te Den Haag zal hedenochtend een bespreking worden ge houden omtrent de voorschriften van het motor en rijwielreglement met de heeren ir. J. J. M. Aangenendt, ir. J. F. L. van Gils en ir. W. W. E. von Hemert. Daarna volgt een conferentie op het Haagsche hoofdbureau van politie. De Engelsche deskundigen zullen na deze be sprekingen het rijwielverkeer in de residentie op het spitsuur van twaalf uur bezichtigen. Een autotocht naar Amsterdam via Haarlem zal ge legenheid bieden, het verkeer op de groote rijks wegen in oogenschouw te nemen. Na een con ferentie bij den commissaris voor het verkeer te Amsterdam, den heer C. Bakker, zal het rij wielverkeer aldaar op het spitsuur van vijven het onderwerp van de deskundige belangstelling zijn. Langs een anderen weg (via Schiphol) keeren de kasten van avond naar Den Haag terug, waar de Brusselsche trein hun wacht. Voorheen werden de rijkswegen, zoo men weet, ingedeeld in drie klassen, al naar gelang deze wegen bereden mochten worden door auto's van een bepaalde breedte en met een bepaalde snelheid. Toen op I November 1936 het nieuwe motor- en rijwielreglement van kracht werd, is de oorspronkelijke indeeling te ruggebracht tot een in twee klassen, n.l. A en B-wegen. Thans heeft de minister van Waterstaat een circulaire het licht doen zien, aangevende da indeeling van wegen in de B-klasse, gerang schikt naar de directiën en het district van den rijkswaterstaat, waarbinnen ze zijn gelegen. De vliegers ir. J. E. F. de Kok en Schmidt Crans hebben van hun verblijf in Kaapstad ge bruik gemaakt om verschillende plaatsen in Zuid-Afrika per eigen vliegtuig te bezoeken. Zij hebben het voornemen om Zaterdag de terugreis van Johannesburg uit te aanvaarden. Woensdagmorgen is een militaire auto te Oosterbeek geslipt, en tweemaal tegen een boom gebotst, waarna de wagen omviel. Van de ach- terinzittende militairen werden eenige ge wond, van wie W. uit Nijmegen zeer ernstig. Hfj is met een schedelbasisfractuur naar het gemeente-ziekenhuis te Arnhem overgebracht. Twee andere gewonden zijn in het hospitaal te Arnhem opgenomen. De auto werd vrijwel geheel vernield. i Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft wederom de -nieuwste gegevens op belastingge bied vereenigd tot een publicatie, die onder den naam van „Belastingdruk in Nederland 1937 '38" zoo juist het licht heeft gezien. De inleiding somt allereerst op welke wijzi gingen in de jarén 1933 tot en met 1937 in de belastingen gebracht zijn. Behalve van de in voering van nieuwe of van opcenten op be staande belastingen wordt melding gemaakt van de wijzigingen in de tarieven dezer belastin gen, die meerendeels verzwaring, doch soms ook vermindering van den belastingdruk ten gevolge hadden, van de opheffing van het leeningfonds pn de instelling van het werkloosheidssubsidie- fonds. Blijkt uit de vermelding van alle boven bedoelde wijzigingen reeds, dat de belastingdruk sinds 1933 nog is verzwaard, aan de hand van uitvoerig in de inleiding voorkomend cijfermate riaal wordt dit nader aangetoond. Het aantal gemeenten, waarin geen opcenten op de gemeentefondsbelasting rechtstreeks wor den geheven, is gedaald van 113 over 1933-'34 tot 19 over 1937'38, terwijl het aantal gemeenten met het hoogst mogelijk aantal opcenten in dit tijdvak is gestegen van 272 tot 700. Verder blijken verscheidene gemeenten, die zich met betrekking tot deze belasting voor 1933/ 1934 in de eerste, respectievelijk tweede klasse hadden gerangschikt voor volgende jaxen naar de tweede, respectievelijk derde klasse te zijn overgegaan. Van 1933/1934 tot 1937/1938 is het aantal gemeenten der eerste klasse dientenge volge 69 en dat der tweede klasse 116 kleiner geworden, terwijl het aantal gemeenten der der de klasse 165 grooter is geworden. Opgemerkt zij, dat door deze verandering van klasse onder overigens gelijke omstandigheden r een grooter aantal personen in de gemeentefondsbelasting valt, waadoor een hoogere belasting-opbrengst wordt verkregen. Voor de overige belastingen zijn de verschil len ook belangrijk. Zoo is het aantal gemeenten, waarin geen opcenten op de vermogensbelasting worden geheven, die rechtstreeks aan de ge meente ten goede komen, gedaald van 265 over 1933/1934 tot 69 over 1937/1938. Daarentegen is het aantal gemeenten met het hoogst mogelijk aantal opcenten op deze belas ting gestegen van 739 tot 938. H-et aantal gemeenten met een zakelijke be lasting op het bedrijf is gedaald van 86 tot 72. Het aantal gemeenten, waarin geen opcenten worden geheven op de personeele belasting, blijkt gedaald te zijn van 17 over 1935 tot 5 over 1937, terwijl het aantal gemeenten met 200 of meer opcenten over deze jaren gestegen is van 543 tot 618. Zit„Zoo'n zonsondergang zou ik den! heelen dag wel kunnen bewonderen...."j Op de boerderij van den heer E. v. d. Koe vering te Den Dungen heeft zich een tragisch ongeval voorgedaan, waarvan een oude man 't slachtoffer is geworden. De 80-jarige vader wilde eenige peren van een boom plukken en was daartoe in den boom geklommen. Plotseling gleed de grijsaard uit en kwam zoo ongelukkig terecht, dat hij zwaar ge wond de woning moest worden binnengebracht. In den vorigen nacht is het slachtoffer, zonder tot bewustzijn te zijn gekomen, aan de gevolgen bezweken. j Op initiatief van de kunstenaarssociëteit te Budapest is een monumentcommissie gevormd, onder protectoraat van Aartshertog Albrecht, welke commissie zich ten doel stelt, in de lan den, waar men na den oorlog Hongaarsche kin deren gastvrij opnam, monumenten van dank baarheid op te richten. Het eerste van die monumenten, zoo melden de Hongaarsche bladen, zal in 1938 in Neder land worden opgericht, daarna volgen in 1939 en 1940 monumenten in België en Zwitserland. Het aantal aangebrachte biggenmerken be droeg in de week van 13 September tot 18 Sept. j.l. 41.506, tegenover 45.152 in de overeenkom stige week van het vorige jaar. Van de toekenning 1937 zijn van 1 Januari Buurman: „Ik wist niet, dat je vrouw koorddanseres was**. Echtgenoot„Dat is ze ook niet, maar ze is zoo bang voor een muis". tot 18 Sept. in totaal aangebracht 1.260.03S merken, tegenover 1.476.796 merken in dé over eenkomstige periode van 1936. Bij de beoordeeling dezer cijfers dient niet uit het oog te worden verloren, dat dit jaar zes pCt. minder biggenmerken werden toegekend dan vorig jaar. Voor de viering van het 40-jarig bestaan van de N.V. Italiaansche Opera is een eere-comité gevormd, waarin o. m. zitting hebben: Z. Exc prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine, minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Z. Exc. F. M. Taliani, gezant van Italië te 's Gra- venhage, en de burgemeesters van Amsterdam en Den Haag. Het comité van uitvoering bestaat uit: mr. A. A. Reepkamer te Wassenaar, voorzitter; mevr. J. C. Baron van Wassenaar, te 's Gravenhage, secretaresse, en mr. H. van Lanschot te 's Gra venhage, penningmeester. Het operaseizoen zal aanvangen op 28 October a.s. met de opvoering van de opera „Nabucco" van Verdi. Het ligt in het voornemen van de N.V. Ita liaansche Opera om gedurende het aanstaande seizoen drie galavoorstellingen te geven, resp. te Amsterdam, 's Gravenhage en Rotterdam. Voor de galavoorstelling is de opera „Manon Lescaut" van Puccini gekozen. Sara Scuderi zal de titelrol vervullen. Ook Marchi krijgt een rol van beteekenis te vertolken, terwijl als tenor een gast van naam zal optreden. Woensdagmiddag is het tienjarig zoontje van den heer Vriend, wonende in de Zuidermeer te Spierdijk, die met een paar kameraadjes in een weiland aan het spelen was, door een jong paard dat in de wei graasde, tegen het hoofd getrapt. De hoef van het paard kwam juist tegen den slaap van den jongen en de slag was zoo hevig dat de hersenen bloot kwamen te lig gen. In hopeloozen toestand is het slachtoffer naar het ziekenhuis vervoerd. Toen de kinderen van den heer Van Vugt te St. Michielsgestel met een mes aan het spelen waren, had een der jongens het ongeluk zijn broertje in het oog te steken. De kleine jongen bleek ernstig gewond te zijn. Hij is onmiddel lijk naar bet ziekenhuis overgebracht, waar bleek, dat het gekwetste oog zoo ernstig was geraakt, dat de jongen het niet kan behouden. Het achtjarig jongetje Van W., uit Eelden, gemeente Eist, stak Woensdagavond nabij den Rijnbandijk onverwacht den drukken rijksweg ArnhemNijmegen over, met het gevolg, dat hij door een zwaren vrachtauto, bestuurd door den chauffeur A. uit Oss, werd aangereden en op den weg geslingerd. In levensgevaarlijken toestand is het knaapje naar het St. Elisabeth- gasthuis te Arnhem vervoerd. De rapporten betreffende problemen inzake productie- en distributie-apparaat, door mr. Kiewiet de Jonge aangehaald in zijn voordracht te IJmuiden gehouden over den toestand der IJmuider vischhaven, zijn samengesteld door de Ned. Visscherijcentrale, in samenwerking met den Economisch-Technologischen dienst voor Noord-Holland. Dit laatste instituut werd abusievelijk niet vermeld in het verslag. De oud-opperbevelhebber van land- en zee macht, generaal C. J. Snijders bereikte Woens dag den vijf-en-tachtigjarigen leeftijd. Dr. M. Euwe schrijft: De Oostenrijksche wedstrijd is geëindigd en hoewel de laatste ronden nog door ver schillende verrassingen gekenmerkt werden, kan men dat aan den einduitslag heele- maal niet meer zien, want deze vertoont precies dezelfde volgorde der topspelers als een halve week geleden, t.w. 1 Keres, 2 Fine, 3 en 4 Capablanca en Reshevsky, 5 Flohr. De Estlandsche grootmeester heeft zich dan toch op de eerste plaats gehandhaafd, niette genstaande zijn tegenslagen der laatste ronden. Zeer moeilijk is dit overigens niet geweest, want ook met een nul in de laatste ronde dat zouden dan drie nederlagen na elkaar ge weest zijn was Keres nog nummer één ge ëindigd. Wel een bewijs, welk een grooten voor. sprong de jongste deelnemer van het tournooi op zijn concurrenten had. Het valt dan ook bijna niet te verwonderen, dat Keres onder deze omstandigheden wat lichtzinnig gewor den is en vooral niet, wanneer men bedenkt, dat Keres nog niet veel tournooi-ervaring heeft en dientengevolge in de eerste plaats de „fi nishing touch" mist. Zien we echter van deze ongelukkige finale af, dan kan men vaststellen, dat Keres een prachtigen wedstrijd achter den rug neeft en wel in de eerste plaats op grond van het ge halte zijner partijen. De manier, waarop hij den eindspelkunstenaar Reshevsky in een bijna gelijkstaand eindspel versloeg, waarop hij den tacticus Flohr door een onverwachten paard- zet tot capitulatie dwong, waarop hij Capablan ca door fijne manoeuvres in een totaal verlo ren stelling bracht, waarop hij ten slotte den verdediger Eliskases totaal overrompelde, dat alles stempelt Keres tot een speler van veel zijdige kwaliteiten, zooals de schaakwereld er nog maar weinig gekend heeft. Juist de om standigheid, dat men in Keres' spel nog fou ten kan aanwijzen en heusch niet zoo wei nig verschaft de zekerheid, dat hij een prachtige toekomst tegemoet gaat. De tweede prijswinnaar Fine heeft zich na zijn falen in den wedstrijd te Kemeri volko men gerehabiliteerd. Hij was de eenige in dii tournooi, die geen enkele partij, verloor, het. geen ook weer min of meer het gevolg was van hypervoorzichtig spel, om toch vooral te voor komen, dat SemmeringBaden een herhaling van Kemeri zou worden. Tegen het einde van den wedstrijd scheen het even, dat Fine zelfs een kans op den eersten prijs zou krijgen, maar de Amerikaan was wel zoo verstandig zich niet onnoodig bloot te geven, want tegenover deze kleine kans om Keres in te halen, stond de veel grootere kans, om naar de vijfde plaats af te dalen, daar zijn volgers slechts halve of heele punten achter stonden. Fine won in den geheelen wedstrijd slechts twee maal en maak te niet minder dan twaalf maal remise Van deze twaalf remises kwamen er zes zon der veel strijd tot stand, maar in de overige zes heeft Fine hard moeten vechten. Tegen Capablanca (eerste partij) en Reshevs ky (tweede partij) bereikte hij slechts op het kantje af remise maar tegen Eliskases (eer ste partij) en Reshevsky (tweede partij) had Fine bijna gewonnen. Alles bijeengenomen kan Fine op een goeden wedstrijd terugzien. Capablanca zal wel niet tevreden zijn met zijn gedeelden derden prijs, maar objectief be keken verdiende hij ook niet beter. Als zwart- speler koos hij steeds dezelfde opening (Sla visch damegambiet) en nam vaak zeer vroeg tijdig met remise genoegen, 'n Dergelijke tactiek moge in een tweekamp tot succes leiden, in een tournooi is zij volkomen misplaatst. Wie niet steeds op het volle punt speelt, is practisch reeds bij voorbaat voor den eersten prijs uitgeschakeld. In dit opzicht gaf Keres allen deelnemers een uitstekend voorbeeld, dat helaas te weinig navolging vond. Capablanca won slechts tweemaal, eenmaal door zeer sterk spel en eenmaal door een blun der van zijn tegenstander (Flohr). Geluk heeft de Cubaan verder nog gehad in zijn partij te gen Keres, maar in de partijen tegen Fine en Ragozin was hij minder gelukkig, geluk en ongeluk houden elkaar dus ongeveer in even wicht. Capablanca heeft derhalve teleurgesteld, op een oogenblik, dat hij een overwinning voor de bevestiging van zijn reputatie zoo dringend noodig had. Misschien zal de Cubaan zijn scha de in latere wedstrijden inhalen, zooals hij dat ook het vorig jaar deed; na zijn falen te Mar gate volgden de eerste prijs te Moskou en de gedeelde prijs te Nottingham. Voorloopig zijn er echter nog geen belangrijke wedstrijden in zicht, welke den Cubaan de gelegenheid kun nen bieden zich te herstellen. Reshevsky is er niet in geslaagd zijn succes van Kemeri te herhalen. Hij is een onderne mend speler, maar hij heeft te sterk zijn ups and downs. Bovendien is het een fout van hem, dat hij het te zeer op de laatste minuten laat aankomen, want als zijn tegenstanders daar eenmaal op ingesteld zijn, kan deze gevaarlijke tactiek gemakkelijk tot een débacle leiden. Toch kan Reshevsky met voldoening op dit tournooi terugzien; de oefening met Europeesche spe lers zal zonder twijfel een weldadigen invloed op zijn spel hebben, zij het ook niet kwantita. tief, dan toch kwalitatief. Flohr, die in Kemeri en Stockholm geen en kele partij verloor, en op grond van zijn con stant spel door de F. I. D. E. als eerste can- didaat voor het wereldkampioenschap werd uitverkoren, verloor te Semmering en Baden niet minder dan drie partijen, (het voorspel meegerekend Blijkbaar heeft ditmaal de scherpe prikkel ontbroken mede als gevolg van het moreele succes op de F I D. E.-vergade- ring te Stockholm. Het blijft intusschen te betreuren, dat zoowel de officieele candidaat Flohr, als ook de officieuze candidaat Capablanca zoo weinig gepresteerd hebben. Het is als het ware een waarschuwing tegen het systeem, den pretendent voor den eeretitel reeds jaren van te voren te bepalen. Intusschen is het de vraag, of men dit systeem door een beter kan vervangen, omdat voor wed strijden om het schaak-wereldkampioen schap gewoonlijk een lange tijd van voor bereiding vereischt wordt. Eliskases, de Oostenrijksche kampioen, heeft zich na een zeer slechten start (1 y2 uit 7) aar dig omhoog gewerkt (6 uit 14) en smaakte o.m. het genoegen zoowel van Capablanca als van Keres te winnen. Ragozin, ciie als de tweede speler van Rus land beschouwd wordt, heeft enkele goede din gen gedaan, maar alles bij elkaar toch teleur, gesteld. Het is weer eens gebleken, dat Sovjet Rusland behalve Botwinnik geen anderen speler van extra klasse bezit. Petrov sluit de lijst der deelnemers en laat daarmede zien, dat zijn fraai resultaat te Ke meri toch tot op zekere hoogte op toeval be rustte. Vooral het eindspel beteekent een ern stige zwakte van den Let, welke vooral in de eerste helft van dit tournooi tot uitdrukking kwam. Van de 56 partijen, welke in dit tournooi ge speeld werden, eindigden er 33 met remise, dat is dus bijna 60 pet., hetgeen inderdaad een zeer hoog percentage beteekent. De remises zonder strijd, de z.g. salonremi ses zijn echter belangrijk geringer in aantal, zooals het best blijkt uit den gemiddelden tijds duur der partijen, welke ruim vijf uur bedraagt. Een blik op de eindlijst laat zien, dat de extra klasse zich tenslotte toch nog gehandhaafd heeft (hun vertegenwoordigers immers bezetten de vijf eerste plaatsen) al is het verschil ook niet zoo frappant als men aanvankelijk mocht verwachten (1911). Belangrijker dan dit feit is echter de onver wachte zege van Keres, welke mogelijk een nieuw tijdperk van den romantisctien schaak- stijl inleidt. Met ingang van 1 October 1937 zijn benoemd tot referendaris der P. T. en T., J. Drenthen, A. Huisman, J. Beijer, A. B. Kelder, en met ingang van 1 November J. T. J. M. Theunis- sen en H. Geitenbeek, thans allen referendaris 2e klasse der P. T. en T. Met ingang van 1 October 1937 is benoemd tot commies bij de Verzekeringskamer te Am sterdam: G. F. W. H. N. Keijser, thans adjunct commies bij gemelde Kamer. Benoemd is tot kantonrechter-plaatsvervan- ger in het kanton Zwolle: mr. O. W. de Haan, oud-Indisch rechterlijk ambtenaar, wonende te Zwolle. Aan H. L de Jong is op zijn verzoek met ingang van 1 October 1937 eervol ontslag ver leend als commissaris van politie te Amster dam, met dankbetuiging voor de bij de politie bewezen diensten. Benoemd is tot directeur van en leeraar aan de Rijks H. B. S. te Sappemeer dr. D. van der Veen, onder gelijktijdige toekenning van eervol ontslag aan de Rijks H. B. S. te Wageningen. Aan dr. J. P. Fockema Andreae te Bilthoven is op zijn verzoek eervol ontslag verleend als lid en voorzitter van het college van curatoren der Rijksuniversiteit te Groningen met bijzon dere dankbetuiging voor de door hem ten be hoeve van het universitair onderwijs bewezen gewichtige diensten, terwijl bij dat college zijn benoemd: a. tot lid en voorzitter dr. E. van Weideren baron Rengers, lid van het college; b. tot lid mr. J. Linthorst Homan, Commis saris der Koningin in de provincie Groningen. n 20 Nogmaals schreeuwde hij wild, en sloeg op goed geluk met zijn bijl in de richting van den snuivenden bek, terwijl de klauwen van het woeste dier zijn borst opnieuw openhaalden. Weer sloeg hij toe, zijn bijl drong ver in het vlèesch van den jaguar, waarop deze nog woes ter begon te blazen. Hij voelde, dat de strijd op een eind liep, maar vocht wanhopig door, en bleef wild schreeuwen, gedeeltelijk in de hoop het dier erdoor te verschrikken, en tevens ver wachtend, dat Sandy Muir toch eindelijk een van zijn kreten zou vernemen. Een gevoel van misselijkheid overmeesterde hem. Het geblaas zoo vlak bij zijn ooren was verschrikkelijk om aan te hooren. Reeds had hij de hoop op red ding geheel opgegeven en voelde hij hoe hij flauw ging vallen, toen hij eindelijk zwak door den regen de stem van Sandy vernam. „Om Gods wil, kerel, waar Weer flitste een felle schicht door het lucht ruim en op 't zelfde oogenblik schoot van vlakbij een roode straal door het bosch, de scherpe knai van een geweer klonk, als de voorbode van den onmiddellijk -daarop volgenden donderslag en terwijl het ondier stuiptrekkend de klauwen door zijn vleesch trok, gleed hij weg in een duisternis, vele malen dieper dan die van de wouden. Hij kwam weer bij onder een stroomende stortbui, en kon zich de eerste oogenblikken to taal niet herinneren, wat er geschied was. Een electrische toorts flitste aan en met een zorg zame uitdrukking op zijn gezicht boog Sandy zich over hem. „Goddank," riep de Schot verheugd uit, toen hij zag, dat Langdon zijn oogen opende. „Ik dacht zeker, dat dat kreng je gedood had." Bij deze woorden schoot Langdon weer alles te binnen, en op hetzelfde oogenblik doorstroom de hem een gevoel van ondraaglijke pijn, zoo hevig, dat hij kreunend in elkaar kromp. „Houd je taai, kerel," sprak Sandy. ,Het is nog niet heelemaal met je gedaan, alhoewel die ja guar je veranderd heeft in één bloedige massa rauw vleesch. Ik zal oogenblikkelijk de wonden uit moeten wasschen, anders loop je groot gevaar, bloedvergiftiging op te loopen, hoewel deze stort bui ruimschoots in staat is, al het vergif eruit te spoelen." Hij ging weg, om even later weer terug te ko men met een rubberbak vol water. „Ik heb er een antiseptisch middeltje in ge daan," verklaarde hij, en begon zijn werk. „Ver vloekt," riep hij uit, toen hij het verscheurde hemd wegsneed. „Het beest heeft je ribben vrij wel blootgelegd. Maar," voegde hij er haastig aan toe. „Dat kan in een dag of twee alweer ge nezen zijn. Daar hoef je niet aan te twijfelen." Van wat er het volgende half uur met hem gebeurde, kon Langdon zich later vrijwel niets herinneren. Twee keer gedurende de behande ling door den Schot raakte hij geheel buiten westen. Toen eindelijk de wonden uitgewasschen en verbonden waren, lag hij doodstil met geslo ten oogen op den grond, terwijl de regen op zijn gezicht kletterde. Sandy Muir liet hem alleen en begon een ste vige waterdichte hut op te bouwen, intusschen onophoudelijk in zichzelf brommend: „Lieve hemel, wat heeft die kerel een pech. Morgen zal de koorts hem volkomen in haar macht hebben, en ik heb maar twee of drie ki- ninetabletten bij me." Zoo snel hij kon, werkte hij in de duisternis verder. De storm hield onverminderd aan, en de regen bleef met kracht doorstroomen, maar de duisternis verminderde een weinig, waardoor zijn taak vergemakkelijkt werd. Toen eindelijk de hut gereed was, beurde hij Langdon zorgzaam op en droeg hem naar de hangmat. „Blijf hier maar kalm liggen, en probeer een beetje te slapen. Maar eerst zal ik je tien gram kinine ingeven en over een half uurtje nog een even groote hoeveelheid. Misschien houdt het de koorts weg." Hij hielp zijn gewonden metgezel zoo goed hij kon en maakte daarna, begrijpend, dat het on begonnen werk zou zijn, te trachten in deze stortbui een vuur aan te maken, een blik vleesch open, om hiermee en met een paar harde be schuiten zijn avondmaal te nuttigen. „Ik denk niet, dat het goed voor je is, iets te eten, ventje. Het is het beste een aanval van .koorts uit te hongeren. En bovendien zoo ziek als je bent, denk ik niet, dat je iets binnen zult kunnen houden." Dudley Langdon verlangde niet in het minst naar eten. De herinnering aan den stinkenden adem van den jaguar maakte hem nog steeds misselijk, en de wonden in zijn beenen en zijn borst brandden, alsof ze behandeld waren met helschen steen, terwijl het dreunend geluid van den regen in zijn ooren overstemd werd door een voortdurend 1 loppen en hameren alsof zijn trommelvlies moest barsten. Met zijn oogen wijd open lag hij te luisteren naar het helsche con cert van den regen, en af en toe kon hij bij het licht van den bliksem een blik werpen op de ge stalte van den Schot, die buiten op een pak bagage zat, terwijl het water over zijn gezicht en door zijn baard stroomde. Uren gingen voorbij. De pijn, welke zijn won den veroorzaakten, werd ondraaglijk. Ondanks de door den regen veroorzaakte koelte, die door het dak van de hut heendrong, voelde hij zich gloeiend heet. Hij wist, dat de koorts was geko men en wanhopig vocht hij er tegen, zonder re sultaat. Hij begon hevig te rillen en verloor alle begrip van tijd en plaats. Allerlei wilde droom beelden schoven in fantastische vormen aan zijn jjlenden geest voorbij. Tot tegen den morgen bleef de storm doorra zen. Toen bedaarde hij, de regen hield op te vallen en de maan kwam door de aan flarden gereten wolken te voorschijn, een vreemd licht werpend op het door regen doorweekte bosch, en de rivier weer herscheppend in een lint van vloeibaar zilver. Donkergevleugelde dieren vlogen de schuilplaats binnen. De Schot hoorde ze binnenvliegen en trachtte met behulp van zijn lantaarn de oorzaak van het vleugelgerucht op te sporen, hetgeen hem echter niet gelukte. Na eenige oogenblikken hield het gefladder op en Sandy staakte zijn zoeken. Hij begon te knikke bollen, maar werd plotseling weer wakker, door dat de gewonde eenige woorden mompelde in zijn koortsijlen. Hij keerde zich onderzoekend naar hem om en ging te keer bij hetgeen hij toen zag. „Wel vervloekte, smerige beesten." Drie huiveringwekkende beesten hadden zich op het lichaam van Langdon neergezet, een op zijn hals, de ander op zijn borst en de derde op zijn blootliggenüen arm. Hun vleugels trilden als die van een rustenden vlinder, terwijl hun kop pen gebogen waren in een gruwzamen maaltijd. Sandy Muir begreep maar al te goed, wat dat voor beesten waren vampiers, die druk bezig waren bloed te zuigen uit het lichaam van zijn machteloozen vriend. Snel vatte hij den eersten van den arm en vertrapte het dier woest onder zijn hakken. De twee andere lieten uit eigen be weging los, en fladderden wild in het rond, verblind door het licht van zijn lantaarn. Hij slaagde erin, een hunner neer te slaan en te dooden, maar de andere vond den weg naar bui ten en vloog weg in den nacht. Bezorgd boog hij zich dan over den bewusteloos liggenden Langdon en onderzocht de plaatsen, waar de beesten hun gruwelijken maaltijd gevierd had den. De ruwe tongen hadden op deze plekken de huid geheel weggelikt en langzaam welde het bloed uit de gekwetste plaatsen te voorschijn. „Vervloekte ondieren," mompelde hij toornig, wetend hoezeer dit bloedverlies zijn vriend moest hebben verzwakt. Met grooten angst zag hij den komenden dag tegemoet. Zijn vrees ging volkomen in vervulling. Lang don had hooge koorts. De door den jaguar open gehaalde plekken toonden sporen van infectie en de plekken, waar de vampiers hadden gezeten waren rood ontstoken. „God helpe je, jongetje," mompelde de Schot, „want hier kan menschelijke hulp alleen niet veel meer baten." Hij maakte zijn ontbijt gereed en onder het eten overdacht hij zorgvuldig, hoe hij het beste handelen kon. Hoofdschuddend keek hy naar den zieken man in de hut. „Het zal je geen steek helpen, al blijven we hier de heele week, jochie," meende hij bij zich zelf. „En als die smerige boevenvangers weer te rugkwamen en hoorden, wat je allemaal uit kraamt, zouden ze zeker lont ruiken." Opnieuw dacht hij een tijdje na, en kwam dan tot een besluit. „Juist, een van die stores van Chinks. Dat is het beste. Ik heb geld genoeg en Chinks zal zijn mond wel houden." (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 3