HUBERTUSJACHT TE OIRSCHOT
EEN EXPRESSE
HENK
Zoekt gij betrouwbaar I Plaats dan een „Omroeper
Personeel? vrIV l/mVIL voor 80.000 gezinnen
ZOO'N STOUTE WIND!
DONDERDAG 4 NOVEMBER 1937 auiiirmiHiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiniiiuiiiiiiiiuiiiiiiiiiwiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiuuiiiiiiiiraiBuius
loopt. Dien knol zie je het best, als je den
steel heelemaal uitgraaft. Dan zie je ook
een zak, die bij de groene om den knol
heen zit. De witte steel draagt hooger op,
dus naar den hoed toe een manchet. De
hoed is bij de gele knolzwam steeds met-
plakjes bedekt, bij de groene knolzwam
niet. Een goed herkenningsteeken is verder
de geur, want de knolzwammen ruiken al
lemaal naar vochtige aarde, rauwe aardap
pels of rapen, terwijl de echte champignon
naar anijs ruikt. Vergelijken we de andere
genoemde kenmerken van de knolzwammen
met die van de champignons, dan blijkt
dat de plaatjes bij de echte champignons
(Fig. 1) steeds gekleurd zijn, rose, grijs
of donkerbruin, bij de knolzwammen wit.
De steel van de champignons is niet hol,
zooals hij knolzwammen en de zak, die bij
de groene knolzwam aanwezig is, ontbreekt
bij de champignons. Vooral op den geur
moet je goed letten en als je niet heel zeker
van je zaak bent, laat de paddenstoelen
dan liever staan. Dan zijn er andere soor
ten, die je gerust eten kunt. Daar heb je
bijvoorbeeld het eekhorentjesbrood (Fig. 2).
Als je er op let, dat die paddenstoel gaatjes
aan den onderkant van den hoed heeft in-
thuisgekomen. Dat was me 'n vreugde,
t-oen Mariëtta en Marianna hun moeder
terugzagen. Ze moesten nu alles vertellen,
wat er gebeurd was en natuurlijk lieten ze
ook al gauw zien, wat ze geleerd hadden.
Nu moesten vader en moeder toch zeg
gen, dat bij al het ongeluk, dat hun en hun
kinderen overkomen was, er toch nog een
goede kant was, want nu zij zelf geen
kunsten meer mochten maken, konden de
meisjes ten minste in hun plaats vertoo
ningen geven en den kost ophalen.
CEDA
Er liepen drie kaboutertjes,
Te wandelen in het bosch.
't Was herfst en menig blaadje viel,
Al dwarrelend op het mos.
De wind blies door de takken heen,
Het werd al aardig frisch.
Tot plotseling een windvlaag kwam,
En die was lang niet mis!
Hup1 Vlogen er drie puntmutsen,
Meteen door 't groote bosch.
De wind speelde er kaatsbal mee,
En liet ze niet meer los!
En onze drie kaboutertjes,
Die grepen naar hun bol.
Weg was hun muts en 't drietal ging
Metéén maar aan den hol.
ze zagen in de verte hun hond aankomen.
De man pakte hen echter gauw beet en
smeet met een stok naar den hond. Zoo
ging het telkens als het trouwe beest po
gingen deed om de kinderen te bevrijden.
Als de man uit moest, bleef er een leelijke
oude vrouw op hen passen. Ze verloor de
meisjes geen oogenblik uit het oog en als
ze maar even de deur open deden en naar
buiten keken, kregen zij al een klap om
hun ooren.
Vreeselijk vonden Marianna en Mariëtta
dit leven en 's avonds, voor zij gingen sla
pen, baden ze samen: „Och, lieve Vrouwtje,
geef ons toch onze lieve vader en moeder
terug en laat ons weer naar onzen eigen
wagen gaan!"
En op zekeren dag werd hun gebed ver
hoord.
Pietro en Pietra waren er slecht aan toe
geweest. De vrouw had een hersenschud
ding gehad en werd maar langzaam be
ter. De man had vreeselijke pijn aan zijn
rechteroog gehad en moest het ten slotte
toch nog missen. Toch mochten ze einde
lijk het gasthuis verlaten en hun eerste
gedachte was natuurlijk, om naar hun
twee kleine meisjes te gaan zoeken, want
de menschen hadden hun verteld, dat de
kinderen gestolen waren en nergens te
vinden.
Toen de ouders dan ook bij hun woon
wagen kwamen, kwam de hond al op hen
af, terwijl hij telkens blaffend naar den
wagen keek, als om te beduiden, dat er
iets gebeurd was.
„Ja, ja, ik weet er alles van, maar ver
tel jij me nu maar eens, waar de kinderen
zijn," zei de man en liet het beest de
kleertjes van de meisjes ruiken. De hond
liep meteen den landweg op, terwijl hij tel
kens omkeek, of de baas hem wel volgde.
Toen ze al wel een half uur geloopen had
den pagen ze heel in de verte een ouden
woonwagen staan. De hond begon nu vlug
ger te loopen en met zijn staart te kwis
pelen. Daaruit begreep de man, dat zijn
dochtertjes in dien wagen moesten zijn.
Hij wipte met ééne sprong het trapje op,
deed de deur open en voordat de oude
vrouw, die op de kinderen paste het kor.
verhinderen, had hij ze al allebei in zijn
armen. Toen hij reeds een heel eind met
ze op weg was stond ze nog te schelden
en te tieren, want ze was natuurlijk doods
bang, dat de man, als hij thuiskwam, haar
zou afranselen, omdat ze de meisjes had
laten weghalen. Pietra was intusschen al
in een ouden woonwagen, die van de
eene kermis naar de andere trok, leef
de een heele familie bij elkaar: Vader
en moeder, twee kleine meisjes, Mariëtta
en Marianna, een hond, een aap en een
zwarte kat. Dan was er ook nog het paard,
maar dat woonde natuurlijk niet in den
wagen, maar er buiten.
Als zij op een kermis of een markt kwa
men, trok vader een geruite broek aan en
een fluweelen jasje. Hij zette een roode
pruik op en een valschen neus, nam een
grooten scheepsroeper én riep hierdoor
eenige malen:
.Dames en heeren-, komt en ziet de acro
baten Pietro en Pietra, de grootste kunsten
makers van de wereld!"
Als er dan genoeg menschen bij elkaar
waren, legde hij een kleed op den grond
en begon allerlei kunsten te maken; op
zijn hoofd staan, op zijn handen loopen,
door een hoepel springen, enzoovoort en-
zoovoort. Tot slot riep hij zijn vrouw. Pietra
verscheen met een wijd rokje aan en een
strak rose satijnen lijfje. Pietro ging op
den grond liggen, nam een stoel bij de
twee achterpooten vast en Pietra ging op
den stoel zitten. De man spande al zijn
krachten in en tilde het heele zaakje in
de hoogte. Zoo bleef hij wel 'n 20 seconden
liggen. Tot slot kwam Pietra boven op den
stoel en maakte kushandjes naar de men
schen. Dezen klapten in hun handen en
de beurzen kwamen voor den dag. De aap
met een rood rokje aan en een puntmuts
op gingmet het geldbakje rond en de
hond üep op zijn achterpooten en tikte
telkens tot dank met zijn poot aan het
petje, dat hij op z'n kop droeg.
Mariëtta en Marianna zaten al dien tijd
voor het kleine venster van den woonwa
gen te kijken naar de kunsten van de fa
milie, want zelf behoefden zij heelemaal
niets te doen. Vader wilde hen niet als
kermiskinderen opvoeden. Hij wilde zoo
veel geld verdienen, dat hij ze iets kon
laten leeren, zoodat ze later in een be
trekking konden gaan en behoorlijk hun
brood verdienen.
Maar op zekeren dag gebeurde er een
ongeluk.
Toen de acrobaten aan het hoogtepunt
van hun vertooning gekomen waren, kreeg
Hun roode mutsjes achterna,
Ze liepen op een draf.
Ze holden en ze draafden maar,
Het heele boschpad af!
Maar och, die stoute, stoute wind,
Die hield ze voor den mal.
Die blies de mutsen in een boom.
Dat was een naar geval!
Er stonden drie kaboutertjes,
En keken in de lucht.
Daar hangen onze mutsjes nu!"
Zei 't drietal met een zucht!
Ting, ting, ting" ging de bel. De fa
milie van Voorden zat rustig bijeen,
tot 't geluid van de bel haar deed op
schrikken. De meisjes, die rustig zaten te
werken, mevrouw, die zat te naaien, en
mijnheer, die de krant zat te lezen, allen
keken op van hun werk en vroegen zich af,
wie er in 't late avonduur nog bellen kon.
Mijnheer van Voorden ging opendoen. Het
was de brievenbesteller, die gebeld had,
met een expressebestelling. „Alsjeblieft
mijnheer" en weg was de man. Mijnheer
bekeek den brief. Een expresse van Henk.
Even kijken, wat die te vertellen zou heb
ben. Toch geen moeilijkheden? Neen, de
brief was aan allemaal gericht. „Dan moet
hij in den familiekring worden voorgele
zen" en mijnheer stapte naar bihnen, waar
de anderen al nieuwsgierig zijn komst af
wachtten. „Een brief van Henk, jongens!
Ik zal hem aan jullie voorlezen:
Toen zijn de drie kaboutertjes
Maar weer naar huis gegaan;
Ze huilden: „O..." en „och...
Die nare wind gedaan!1'
Pietro kramp in zijn rechterarm. Hij kon
den stoel niet meer houden. Moeder viel op
den grond en bleef bewusteloos liggen, ter
wijl vader den poot van den stoel juist in
zijn oog kreeg. De arme kunstenmakers
werden naar het gasthuis gebracht en de
kinderen bleven alleen in den wagen ach
ter. Ze huilden den heelen dag, de hond
jankte en de aap zat zwaarmoedig te kij
ken. Tegen den avond vielen ze allemaal
van vermoeidheid in slaap. De twee kleine
meisjes sliepen in hun bedje vlak onder
het venster. Toen het donker was en alle
straten in den omtrek stil en verlaten,
ging het raampje van den woonwagen voor
zichtig open, een lange arm werd naar
binnen gestoken en greep eerst Mariëtta en
toen Marianna. De meisjes begonnen te
gillen, maar de groote man zei: „Stil
maar, ik zal je naar je moeder brengen!"
Toen waren ze natuurlijk gauw bedaard.
Maar die leelijke kinderdief nam de zus
jes mee naar zijn eigen wagen, die een
heel eind buiten het dorp in de hei stond
en telkens, als de kinderen vroegen: „Breng
je me naar vader en moeder? zei hij: „Ja,
morgen, maar eerst moeten jullie de#kun-
sten kunnen maken, die ik je zal leeren."
Of die Mariëtta en Marianna hun best
deden! Ze moesten op hun teenen dansen,
over elkaar heen springen, over een koord
loopen en al dat moois meer. Na 'n paar
dagen hoorden zij een bekend geblaf en
wilden dadelijk naar buiten loopen, want
plaats van plaatjes, dat het vleesch bij
doorsnijden of doorbreken niet blauw
wordt, maar wit blijft (ook niet rose), dan
loop je nooit gevaar dezen paddenstoel met
de zwaar vergiftige satansboleet (Fig. 2)
te verwarren. Het eekhorentjesbrood be
hoort tot een groep paddenstoelen, die we
boleten noemen. Dezer dagen vond ik nog
een aardigen paddenstoel aan den voet
van een eik, namelijk den eikhaas (Fig. 3).
't Is een hoop paddenstoelen, dicht op el
kaar gegroeid, die van onderen wit en van
boven grijsbruin zijn. Ze zijn erg vleezig,
zooals je maar zelden bij boompaddenstoe
len aantreft en schijnen lekker te sma
ken. Ik zal het eens probeeren, als ik er
meer vind.
Nu, ik hoop, dat jullie het niet gek vin
den, dat ik zoo'n ernstige waarschuwing
stulir, maar als je zoo'n vergiftigingsgeval
van nabij meemaakt, schrik je onwille
keurig.
Hartelijke groeten van
Henk."
Henk had bij den brief een paar teeke-
ningetjes gevoegd, die met aandacht be
keken werden. Die goede Henk. Nu, ze zou
den zijn raad ter harte nemen.
A. U
DooAdlijK g'ft-ig e.<
Beste allemaal!
Jullie zult wel verbaasd zijn zoo opeens
een brief van mij te krijgen en nog wei
een expresse. Maar ik ben, misschien een
beetje overdreven, bang geworden door dat
geval van paddenstoelenvergiftiging, dat
zich nu pas weer heeft voorgedaan. En
daar ik voorloopig in geen geval kan over
komen, wil ik jullie allen nog eens extra
op het hart drukken, toch vooral voorzich
tig te zijn met paddenstoelen zoeken. Deze
laatste vergiftiging heeft weer plaats ge
had door het eten van knolzwammen en
ik wil nog eens een beschrijving van die
gevaarlijke dingen geven en zeggen hoe je
ze van de echte champignons kunt onder
scheiden. De twee boosdoeners, die al zoo
veel menschenlevens gekost hebben, zijn
de gele en de groene knolzwam. (Fig. 1).
Beide hebben, zooals de naam al aangeeft,
een steel, die van onderen in een knol uit-
linninniiiiiiiiiiiiiiffliiiHiiiniiiiiiiiniiiüiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiHriiiiiiiiiiiiiiiiiiimnminiTiiiniiimnn^
De internationale conferentie te
Brussel in het Palais des Acade
mies is Woensdag aangevangen.
De Belgische minister Spaak,
voorzitter der conferentie, tijdens
zijn openingsrede
Op de heide te Oirschot werd Woensdag een groote Hubertusjacht
gehouden, waarvoor zeer veel belangstelling bestond uit alle deelen
van ons land en zelfs uit het buitenland. Tijdens de rust bij een waterput
Louis van Tulder, de bekende tenor, is Woensdagavond na afloop der
uitvoering van de Kon. Oratorium Ver. in het Concertgebouw te
Amsterdam officieel gehuldigd ter gelegenheid van zijn zilveren zangers
jubileum. De jubilaris (links) had vele kransen in ontvangst te nemen
De locomotief van den ineltrein naar Calais ontspoorde tn de onmid
dellijke nabijheid van laatstgenoemde stad. De machinist en de stoker
werden gedood
Op d« Staatsmijn «Emma» te Hoensbroek is een nieuwe schacht in
aanbouw voor de ontginning van kolenlagen op grootere diepte
Mr. J. P. de Meijere, sécretaris-gene-
raal van het Departement van Justitie,
heeft eervol ontslag uit zijn functie
aangevraagd
Jr t broe.i\C.
KnotzxJAtT) C ha.iv>
Et|<kot-e-nt\e.s
b'OocL
ee.-tWa.a-i-