w HE£mstedb Bestaan hier onderaardsche gangen? ROLLUIKEN 'n Bril WEBER "AARLEM Oud-Kamerlid v. d. Bilt gehuldigd Haarlem, 4 Nov. van PROF. HOLWERDA GLIMLACHTE J. P. SENFT DOOR DE PROPAGAN DISTEN DONDERDAG 4 NOVEMBER 1937 Luchtverdediging LIEFDADIGHEIDSCONCERT Door Mannenkoor Caecilia en „Inter Nos" Programma Radio-centrale niet duurder, wel beter. GR. HOUTSTRAAT 166, bij de Houtbrug Ziekenfondsleverancier. Om de onbetrouwbaarheid van de wichelroede is van haar ook geen heil te wachten Geen bewijs, maar toch.... IDEALE AFSLUITING TEGEN INBRAAK EN STORM worden zeer voordeelig geleverd AFNEMEN EN VERZORGEN van Markiezen en Zonschcrmen NASSAULAAN 76 - TEL. 10743 Een welgeslaagde „bonte avond in het gebouw St. Bavo Huldiging v. d. Bilt Ovatie en community- singing Positief en negatief Heeft de wichelroede waarde? AGENDA Bioscopen 5 November Bioscopen Wetenschappelijke proeven Verklaringen STAD De geslaagde luchtverdedigingsdag in Amster dam heeft er de aandacht van de Haarlemmers Weer eens op gevestigd, dat zij van luchtverdedi ging te Haarlem betrekkelijk weinig hooren. De laatste maal, dat er over gesproken is, was ver leden jaar bij de behandeling van de gemeente- begrooting, toen de toelage voor het hoofd van de Haarlemsche luchtverdediging ter sprake kwam en later nog eens toen het voorstel van B. en W., om daarvoor f 1000 beschikbaar te stellen, in den Raad aan de orde was. Intusschen moeten wij niet vergeten, dat het voorbereidend werk voor het inrichten van een goed sluitende luchtverdediging zeer tijdroovend is en dat er veel werk bij is, dat alleen voor de direct daarbij betrokkenen van belang is. Zoo bijvoorbeeld het werk van de brandweer, Van het Roode Kruis, van de eigenaren van schuilplaatsen tegen luchtovervallen, enz. Er kan dus achter de coulissen heel wat werk verzet zijn, waarvan wij niet het flauwste vermoeden hebben! Toch zal men er niet buiten kunnen, ook het groote publiek vertrouwd te maken met wat zich bij een luchtaanval kan voordoen, want anders loopt men kans, dat er in tijden van gevaar reeds een paniek ontstaat als er in de verte hiaar een vliegmachine nadert. En nu moge een aanval uit de lucht iets vreeselijks zijn, vooral Wanneer daarbij met brand- en gasbommen Wordt gewerkt, de ondervinding in Spanje en China opgedaan bewijst, dat er ook geen reden is om reeds bij voorbaat van schrik te sterven als er vliegmachines in aantocht zijn. Wanneer de bevolking weet wat haar te wachten staat, dan is het gevaar tot 25 pet. gereduceerd. Wij hopen dus, dat er langzaam aan wat ge daan wordt aan de algemeene instructie der Haarlemmers op dit gebied, maar wij zouden er toch op aan willen dringen, dat elk streven in Kiilitairistische richting, in den slechten zin van het woord, daarbij vermeden wordt. Wij moeten biet groot gaan op militaire macht, maar het ons alleen tot heiligen plicht rekenen ons zoo goed mogelijk te weren als ons vaderland, d.w.z. onze vrouwen, kinderen, ouders, vrienden en haasten, wordt aangevallen en tegen zijn wil in een oorlog wordt betrokken en het moet onze trots zijn om, door onze tanden te laten zien, te bereiken, dat het oorlogsgeweld aan onze grenzen voorbij gaat. Elke verheerlijking van den oorlog of slecht begrepen heldengedoe moet ons vreemd zijn. Daarom willen wij niet aandringen op een herhaling van de vertooning, welke Zaterdag in Amsterdam heeft plaats gehad. Er werd in de hoofdstad een luchtverdedigings dag gehouden, een demonstratie met oorlogs- viiegtuigen van de land- en zeemacht en afweer middelen, als nog nimmer in ons land gegeven Was. Tot dusver waren er wel luchtbeschermings oefeningen in de hoofdstad gehouden, welke ten doel hadden na te gaan hoe de burgerbevolking in de geheel passieve afwachting van aanvallen uit de lucht daartegen te vrijwaren, maar Za terdag was het de bedoeling den Amsterdam mers te toonen, hoe tegen de ernstige bedrei ging actief verweer mogelijk is. Hoe nuttig een her gelijke demonstratie als onderdeel van een luchtbeschermingsoefening ook kan zijn, voor Haarlem vinden wij haar niet noodig. Wel dient ef echter eens een luchtbeschermingsoefening te borden gehouden of zou eens kunnen worden bekend gemaakt hoe de luchtbescherming in Haarlem in elkaar zal worden gezet. Wij krijgen dikwijls den indruk, dat men in Haarlem huiverig is de trieste werkelijkheid van een mogelijken oorlog onder het oog te zien. De een schijnt voor den ander bang te zijn voor een oorlogsmisdadiger, een militairist te worden ge houden. Laten wij nu toch eens breken met die struisvogelpolitiek en van elkaar overtuigd zijn, dat niemand den oorlog wil, dat iedereen be reid zou zijn zijn leven te geven als hij daar- hiede den wereldvrede zou kunnen verzekeren. Maar, dat helaas niet iedereen op de wereld er 200 over denkt en dat er menschen zijn, die ons legen onzen wil in een oorlog kunnen en zullen Wikkelen. Solisten: Annie Woud (zang), Cor Kint (viola d'amore) Op het liefdadigheidsconcert ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van „Brederodeduin" van de Vereeniging tot Bestrijding der Tuber- cUlose traden bovengenoemde instanties giste ravond op in de Gemeentelijke Concertzaal. We konden niet zeggen, dat, gezien toch de Uitstekende faam waarin zich de soliste zoowel ais het Mannenkoor en het Dubbel Mannen- hwartet zich mogen verheugen, de belangstelling °Pvaliend groot is geweest. We hadden een volle Zaal verwacht met belangstellenden, en de op- toedenden van dezen avond hadden zulks dan °°k zeker wel verdiend. Om te beginnen met het Mannenkoor „Caeci lia', dat door Nico Hoogerwerf weer met zijn bekende souplesse en muzikale opvatting werd aangevoerd, en bij voorbeeld een inzet gaf van Hoeske's Bede, zoo blank en teer als we nog Zelden hebben gehoord. Dit werk ligt het koor ban ook uitstekend, en geeft ook den fraaien bas- Partijen gelegenheid tot de ontwikkeling hunner volie sonoriteit. Ook het Morgenlied van Loots- ingewijden weten hoe moeilijk en tevens hoe hiooi dit origineel en kundig geschreven Werk is verkreeg een fraaie vertolking in Pittig tempo en met een goeden climax en slot. Het Glockenlied van Lendvai achten we een blinder gelukkig koornummer, althans het vol deed ons bij deze meest ingehouden expressie biet zooals Dorpsvesper van Hoogerwerf zelf dit vermocht, hoewel hierin een enkele maal het ai te zwaftr en dik aanzetten der bassen minder Haai klonk. Neumann's Vexilla Regis is een rijk bewerkt nummer, maar wij prefereeren als slot koor toch Hoogerwerf's eigen compositie Jam *01 recedit igneus. Het Dubbelmannenkwartet trad op met een yiortal nummers, met twee waarvan het ook op bet 1.1. gehouden concours te Valkenburg zooveel succes mocht oogsten. Het Cecho-Slowaaksch liedje van Janacek met zijn over elkaar heen- schuivende stemzetting in een eigenaardigen slavischen toonaard deed heel frisch en nieuw aan. Schubert's Hymne, die zeker in haar acht stemmigheid beter geschikt is voor mannenkoor, mits zuiver gezongen, kon ons niet bekoren, ondanks goede momenten. Over het zoetelijke Abendsegen van Werth schreven we reeds, en het Popule Meus van Vittoria denken we ons nog strakker en statischer. Zoowel koor als dubbelkwartet had met zijn dirigent een overigens welverdiende hulde in ontvangst te nemen. De zangeres Annie Woud, wier omvangrijk en sonoor alt-geluid voor de grootst mogelijke ruimte nog vullend zou werken, gaf voor de pauze een drietal aria's ten beste van nogal uit eenloopenden stijl, waarvan Meyerbeer's Ro mance uit „Der Prophet" ons het meest bekoorde om de diepe dramatische expressie, waarin de groote kracht ligt van deze geweldige zangeres. Toch bekoorden ook haar na de pauze gezongen liederen van Wagenaar, van Oort en Spoel, waarvan het laatste Ons lied met de toegift „De Nacht" van Cath. van Rennes zeker het meest, om de breede magistrale en imponee- rende voordracht. Willem Rettich, die zich voor de pauze in zijn begeleiding wat al te beschei den op den achtergrond had gehouden, doch na de pauze zich wat meer aanpaste bij het sonore geluid der soliste, kweet zich kunstzin nig van zijn taak, en mocht terecht in het succes deelen dat onze stadgenoote ruim en wel verdiend werd toegemeten. En ten slotte verleende ook de violist Cor Kint zijn medewerking en wel met een tweetal composities voor viola d'amore, het oude veel- snarige instrument met den typischen, weeken klank. De al te groote en niet geheel bezette ruimte der Concertzaal deed zeker veel afbreuk aan den geproduceerden klank, zoodat niet alles even bevredigend klonk. Willem Rettich bege leidde ook hier volgzaam en accuraat, en samen deelden zij welverdiend het behaalde succes. Een welgeslaagde, zij het wat langademige concert-avond, waarvan we hopen, dat de baten voor het „Brederodeduin" zullen zijn meegeval len. J. S. VRIJDAG 5 NOVEMBER Programma 1: Hilversum 1. Programma 2: Hilversum 2. Programma 3: 8.00 Keulen, 8.50 Parijs, 11.20 Keulen, 1.20 Ned. Brussel, 2.20 Diversen, 3.20 Keulen, 4.20 Diversen, 5.20 Parijs, 6.20 London, 7.20 Diversen, 8.20 Pr. Brussel, 9.15 Beromün- ster, 9.45 Fr. Brussel, 11.20 Parijs. Programma 4: 8.00 Ned. Brussel, 9.20 Diver sen, 5.20 Droitwich, 9.40 Weenen, 10.00 Droit- wich, 11.00 London, 11.20 Droitwich. Programma 5: 8.007.00 Diversen, 7.00 Eigen gramofoonplatenconcert: 1. Dixon Hits, 2. Bella Ragazzina, 3. Ho, ho, 4. Flowery Path, 5. Ay, ay, ay, 6. Faros Boubla, 7. Singing Marine, 8. Night in the dessert, 9. Loin des guitares, 10. Big hit Parade, 11. Broadway melodies of 1938, 12. Ho ra, 13. Si vous l'aviez compris, 14. Climbing up. 8.0012.00' Diversen. Behalve van den directeur van Bouw- en Wo ningtoezicht te Haarlem en van den Directeur van den Geologischen Dienst, wier afwijzend oordeel wij in onze courant van gisterenavond publiceerden, hebben wij ook de meening ge vraagd van prof Dr. J. H. Holwerda uit Leiden. Professor Holwerda is de beroemde, meest bekende archeoloog van Nederland, de man, die bij elke belangrijke opgraving in Nederland be trokken wordt, die beter dan wie ook over de te verwachten resultaten bij opgravingen kan oordeelen. Professor Holwerda glimlachte, toen wij te genover hem mochten plaats nemen in zijn ka mer in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. ,,Zoo, gaan ze in Haarlem onderaardsche gangen ontdekken!" „En doortrekken tot Leiden, professor!" „Toe maar. Kijk eens hier, ik wil ieder in zijn waarde laten, maar ik ben en blijf zoo vrij om niet aan onderaardsche gangen te gelooven, vooraleer door een serieuze proef bewezen is, dat ze bestaan. Dan hier, dan daar duiken zul ke geruchten op en dorpen zijn er vooral sterk in. Ik heb nooit veel aandacht geschonken aan die fabeltjes, omdat ze me niet interesseeren." „Men heeft toch ingangen gevonden, die wij zen op het bestaan van een onderaardsch net. Prof. de Visser heeft dit ook verklaard „Ik wensch geen polemiek over dit onderwerp te 'voeren, maar ik ben alweer zoo vrij om er bij te voegen, dat een, twee of drie ingangen nog geen net van tunnels maken. Een kelder van een meter of zes lang kan heel gemakke lijk verborgen zijn achter een gang, dien men aan een tunnel toeschrijft. Ik herhaal: laat eerst eens een ernstige proef slagen." „Men denkt die in Haarlem te nemen, pro fessor. Men gaat wellicht boren „Wil men een goed bewijs leveren, dan is er toch minstens 1500— mee gemoeid. Boren is waardeloos, men zal een put van behoorlijke af meting moeten graven en experts moeten raad plegen. Vindt men eventueel een gewelf in de nabijheid van de Groote Kerk, dan is de eerste De verkiezingslei van de Algemeene R. K. Propagandaclub te Haarlem was na de verkie zingen nog niet geheel schoon. Wel was de over winning op een daverende wijze gevierd, maar er viel altijd nog iets „af te rekenen". En wel met het oud-Tweede Kamerlid, den heer Ch. v. d. Bilt, die nog een afscheid tegoed had. Er is gisteravond in het gebouw „St. Bavo" een streep door de rekening gehaald: de heer v. d. Bilt is er op een korte, maar hartelijke en rake wijze gehuldigd op een „bonten avond", die in derdaad in velerlei opzicht bont was: een bont programma, bontgeschakeerde sprekers en tot slot een klucht, waarin de tooneelfiguren het ook al bont maakten. Aan den hoofdschotel, de huldiging, gingen een hors d'oeuvre en een eerste gang vooraf. De hors d'oeuvre was het openingswoord van den voorzitter, Dr. Th. Th. Koot, die weer de oude sfeer en bekende klanken uit het bijna vergeven en vergeten verleden opriep. Hij zeide, dat het Centraal bestuur van de R. K. Staatsparty de zen avond aan de propagandisten aanbood als een bewijs van dank en erkentelijkheid voor de voortreffelijke wijze, waarop zy hun ondankbaar werk hebben verricht. Niets was hun te veel, on danks critiek. Hun voorganger, Mr. Bomans, aan wien de Propagandaclub veel te danken heeft, was hun een voorbeeld. Haarlem heeft dan ook belangrijk bygedragen tot het succes van de partij en thans hebben wij weer vier Katholieke ministers in de regeering. Maar spr. waarschuwde ervoor, de ver wachtingen nu niet te hoog te stellen. Ons partijprogram is geen regeeringsprogram. Het is een kwestie van geven en nemen. Als de Katholieke ministers na vier jaar erin slagen, de fundamenten voor een nieu wen staat te hebben gelegd, kunnen we te vreden zijn. Eén blijven, niet becritiseeren, is 's lands belang. Ondanks tegenvallers moeten wy ook in de toekomst blijven vol houden. Op dit behartigenswaardige woord volgde een „waterig" nummer, dat door zijn lengte ver oorzaakte, dat de rest haast in het water viel. Men verwachtte de film „Das Meer ruft", maar eerst kwam een verrassing, zooals deze geheele bonte avond eigenlijk een verrassing was! Op het witte doek verscheen een reportage van den Katholiekendag te Utrecht en van den landdag te Alkmaar met Mr. Goseling o.a. als spreker. En daarna kon Heinrich George zich den robus- ten, heldhaftigen zeeman toonen in het reeds ge noemde prachtige, sterkboeiende en fotografisch bijzonder goed geslaagde Eidophon-filmwerk, dat echter niet geheel tot zijn recht kon komen, doordat er aan het afdraaien soms wel iets ha perde. En toen verscheen Dr. Koot ten tweeden male ten tooneele hy zou het tenslotte nog een derden keer doen om alle medewerkenden te be danken voor de huldiging van den heer v. d. Bilt. Om de belangen van uw kiezers te behar tigen, aldus Dr. Koot tegen 't oud-Kamer lid, hebt gij de beste jaren van uw leven gegeven. En wy nemen thans afscheid van onzen vriend, onzen admiraal, propagandist, voorbeeldig Christen en goed afgevaardigde, die altijd klaar stond om te helpen, goed gehumeurd zelfs in voor hem moeilijke tij den. Voor u kloppen de harten nog steeds warm van de Katholieke en niet-Katholieke visschers, wier belangen gij zoo uitnemend hebt verdedigd. Door een goed geplaatst woord wist gy ont moedigden te bevredigen. Als deskundige in ma rine-aangelegenheden hebt gy den tyd tegen u gehad, maar toch was ge een apostel ter zee voor de matrozen. Namens de kiezers bracht spr. hem hartelyken dank voor zijn trouwe plichtsbetrachting. Toen bij de laatste candidaatstelling de jonge generatie haar plaats eischte, hebt ge opnieuw uw nobel hart laten spreken door als propagandist te zeggen: Kiest niet mij, maar No. 1 van ltfst 1! Vooral dit laatste hebben wy zeer gewaardeerd. Spr. betrok ook mevr. v. d. Bilt, die haar man had aangevuld op sociaal-charitatief gebied, in de huldiging en bood haar een fraai bloemstuk aan. Het lid van de Tweede Kamer, de heer Loer akker, besprak dan op humoristische wijze het „verdriet", dat hy van zijn oud-collega onder vonden had, maar er bleek, dat ook hij nog wel wat te waardeeren had, n.l. vooral het zeer nauwe contact, dat de heer v. d. Bilt. met zijn kiezers wist te bewaren. Prof. Steger, Lid van de Eerste Kamer, huldigde den heer v. d. Bilt namens de propagandisten. De propagandisten deden met genoegen hun werk, omdat zy gaarne den heer v. d. Bilt In de Tweede Kamer terugzagen en het was voor hen dan ook een groot offer, toen zij bij de laatste verkiezingen met hetzelfde élan en geestdrift voor een anderen lijstaanvoerder moesten werken. De zeer talrijke aanwezigen onderstreepten het gesprokene met een krachtig applaus, dat nu en dan aanzwol tot een ovatie, ook toen de gehuldigde zelef het podium betrad. D heer v. d. Bilt zeide blij te zijn, dat ook zyn echtgenoote bij de huldiging aanwezig was. Ze kon nu im mers eens hooren, wat voor een goeden braven man ze tocl). eigenlijk had. Maar spr. geloofde niet, dat ze het heelemaal zou aanvaarden en ook'spr. wilde het gesprokene slechts aanvaar den onder beneficie van boedelbeschrijving! Spr. heeft 19 jaar lang getracht als Kamerlid zijn plicht te doen. Hy dankte op zyn beurt de beide sprekers: zijn vriend Loerakker, wien hy diens vriendelijkheid terugkaatste en den „opperpro- pagandist" prof. Steger. En voorts allen, die hem zijn vertrouwen hebben geschonken. Vooi anderen dan hijzelf had spr. veel weten te be reiken en dat stemt hem tot voldoening. Meer speciaal dankte hij de Haarlemsche propagan disten, die in yver, durf en opoffering boven anderen staan! (Applaus.) Met een krachtige opwekking om te blijven strijden voor het beginsel, besloot spr. zyn toe spraak, waarna de aanwezigen de huldiging nog eens in zang overdeden in een mooi, door den heer Hurkmans ontworpen lied: i „Met een hart, gaaf, groot en mild, Heeft hy heel zijn vruchtbaar leven Zich aan Godes zaak gegeven. Hulde onzen van de Bilt!...." 9 De band van de St. Josephsgezellen van de Spaarne-parochie zorgde voor de muzikale be geleiding en verder ook voor opgewekte entre- acte-muziek. Scheiden doet zeer, maar niettemin had de avond een vroolijk slot, n.l. een geestige klucht „De gezellige kamer", door de R. K. Tooneel- vereeniging „Ludamus" met veel verve en too- neelroutine gespeeld. De aanwezigen hebben er een leutig half uurtje aan beleefd! Het bijna middernachtelijk uur het was weer echt Roomsch-laat! deed het „strydlied" niet meer aan de beurt komen, dat nog wel in een paar regels den heelen verkiezingsstryd zoo raak weergaf: I Gestook van rood, gebrul van zwart en Musserts groote mond, Gekonkel van de K.D.P. en bluf van het Zwarte Front. De Staatsparty werd fel belaagd, beklad, intens gemeen, Maar ondanks dat als resultaat: de winst was voor lijst één! Een welgeslaagd staartje van een even wel geslaagden verkiezingsstryd! vraag of het een gang is en de tweede of we als gevolg daarvan moeten aannemen, dat er een Metro tot Leiden bestaat. Hoe diep denkt men die gangen?" „Zes tot acht meter." Professor schrok en verborg zyn gezicht in z'n handen. „Ook onder het Spaarne loopen geheime ka nalen," gingen wij voort. „Zoo, zoo. Ook maar weer bewijzen! De kar dinale vraag is echter: hoe hebben onze voor vaderen die gangen in onzen drassigen bodem gebouwd? Ik vind nergens in de historie eenige aanwijzing „Ook de Rijks Geologische Denst is er nieuwsgierig naar, professor." Hoewel het den directeur groote moeite kostte om over deze kwestie een serieus gesprek te voeren, durfden wy toch de vraag te stellen, wat hy over de wichelroede denkt. Het ant woord was even verrassend als belangrijk: „Eenigen tijd geleden meldde zich bij mij een man, die groote bekendheid genoot als wichelroedelooper en zijn sporen als ont dekker verdiend zou hebben. Wij hadden een brok van een Romeinschen weg ge vonden en waren zeer nieuwsgierig om daar meer van te weten. De wichelroedelooper mocht een drietal experimenten doen en zou den loop van den wgg aangeven. Drie maal gaf hy de richting zeer positief aan en wij ik was er zelf by met eenige zeer kundige assistenten teekenden de plek ken even positief op. Maar toen wij gingen graven was de uitkomst volkomen negatief. Juist om ons standpunt nu eens voor goed te bepalen, hebben wij kosten noch moeite gespaard en zeer uitgebreide opgravingen bevolen. Het resultaat was nihil. ^Waar schijnlijk hebben er wateraders ter plaatse geloopen, maar wateraders ontdekken, wil nog niet zeggen oude bouwwerken aan de vergetelheid ontrukken „Tot slot, professor: meent u dat de gangen er niet zyn?" „Ik wil niemand de pret en het genoegen ontnemen om te denken, dat ze er wèl zyn En professor Holwerda liet ons glimlachend uit De hooggeleerde heer F. J. J. Buytendijk is professor in de physiologie en histologie aan- de universiteit van Groningen en wanneer men zou vragen: wie is in Nederland het meest be voegd om een oordeel over de waarde van de wichelroede te geven, zou zyn naam zeer stel lig onder de eersten, die genoemd zouden wor den, voorkomen. Onze lezers gelieven op te mer ken, dat wij slechts met de allerbeste kantoren in Nederland den Rijks Geologischen Dienst, Prof. Holwerda, Prof. Buytendijk werken. De hooggeleerde heer Buytendijk heeft in De Telegraaf van 12 October 1937 een artikel ge schreven over de vraag: Heeft de wichelroede waarde? Zijn oordeel is dus nog gloednieuw, immers nauwelijks twintig dagen oud. Met toe stemming van de. redactie van De Telegraaf ontleenen wij aan bedoeld artikel het volgende: De meeste referaten in het „Neues Jahrbuch" en het „Centralblatt für Mineralogie, Geologie und Palaontologie", in het „Zeitschrift fur praktische Geologie" en andere wetenschappe- ïyke tijdschriften, leeren ons, dat de geologen verre van overtuigd zyn en er telkens weer op wijzen, dat een zeker aantal personen min of meer in staat is om uitsluitend op grond van hun zeer fijne opmerkingsgave ten aanzien van bodem, landschap, vegetatie enz. en door hun jarenlange ervaring, zy het ook, dat deze zuiver practisch en onberedeneerd is (men spreekt dan gaarne van „intuïtie") met eenige waarschijnlijkheid het verloop bijv. van water aders enz. aan te geven. De meesten zijn van oordeel, dat deze z.g.n. „intuïtieve" kennis omtrent de bodemstructuur de nu en dan vastgestelde, soms zelfs verras sende, resultaten, kunnen verklaren. In ieder geval moet met dezen factor ernstig rekening worden gehouden, indien men ten minste zich de vraag voorlegt of de roedelooper inderdaad de aanwezigheid van de te zoeken substantie direct bemerkt, er een invloed van ondervindt. Indirecte ontdekking van ver borgen erts, wateraders enz. bestaat er natuur- iyk wel en veelal zal de persoon niet kunnen zeggen, dat beteekent bewust kunnen analy seeren, waaraan hij het „ziet". Elke boer, die goed het weer van morgen kan voorspellen, elke Arabier, die „weet" waar water te vinden is, is zich niet van zyn indrukken bewust, maar bezit daarom nog niet onbekende, geheimzin nige „vermogens". In het bijzonder zullen schijnsuccessen met de wichelroede verkregen worden, als de roede looper zelf een geoloog is, zooals nu en dan voorkwam. Een andere oorzaak van proeffouten en schijnbaar goede uitkomsten bestaat er bijv. in een gebied, waar op zeer vele plaatsen wa ter voorkomt, vooral als de proefboring zeer Gebouw St. Bavo: Verg. R.K. Volksbond, 8 uur, Melkh. St. Joseph, 8.30, Fed. Gr. en Fr.- handel, 8 uur, Best. Trampers. 8 uur, Rechtsk. advies, 7—8 uur, Best, Slagers, 8 uur, Bevol kingsbureau, 8 uur. Frans Halsmuseum: Eere-tentoonstelling A. L. Koster, 105 uur. Stadsschouwburg: Frits Hirsch-operette, 8.15 Cinema Palace: Palace Filmac, 115' uur, „Menschenjacht", 7 en 9.15 uur. Luxor Theater: „Kerels uit een stuk", 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Halstheater: „Dame op commando", 2.30, 7 en 9.15 uur. Cineone Theater: Het lied der zon", 1.30 —5.30, 7—11 uur. Gebouw St. Bavo Bazar Winterhulp. 8.30; Haarl. Gem. Koor, 8 uur; Transportarb., 8 uur; Bevolkingsbureau, 8 uur. Stadsschouwburg Lener Strijkkwartet, 8.15 uur. Frans Halsmuseum: Eere-tentoonstelling A. L. Koster, 10—5 uur. Rembrandt-theater: De koning en het revue meisje. Cinema-Palace: Palace Filmac, 11—5 uur. Tusschen 5 en 6. Luxor-theater: Ben Hur, 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals-theater: Kardinaal Richelieu, 2.30, 7 en 9.15 uur. Cineone-theater: Ein Mann mit Herz, 1.30— 5.30, 7—11 uur. diep wordt voortgezet. Zoo vermeldt de Lan- desgeologe prof. Berg (1931), dat een roede looper aangaf, dat er op 30 meter diepte water moest zijn. Toen het hier by boring niet ge vonden werd gaf de roedelooper aan, dat het dieper moest' liggen. Ten slotte vond men op 130 meter diepte, in een geheel ander gesteen te, water. In andere gevallen werd de die pere boring wegens de kosten gestaakt, enz. enz. Het is een troostelooze lectuur, zonder eenig eindresultaat, een doolhof van meeningen, on derstellingen en vermoedens, onzuivere of niets bewijzende proeven. Daarbij schuiven de voor standers, de geloovigen, den bewijslast naar de sceptici en dezen omgekeerd en terecht naar hen, die beweren, dat de wichelroede een bruikbaar hulpmiddel is. Wat leeren nu de weinige proefreeksen. die meer dan de incidenteele waarnemingen aan da wetenschappelijke eischen voldoen? In 1917 heeft dr. van Gulik in Wagenin- gen proeven genomen met als conclusie, dat „de wichelroede een sprookje is". Hy grondde deze uitspraak, die natuurlijk in het kamp der „geloovigen" hevige verontwaardiging wekte, op zijn critische proeven, waarby bleek, dat het aantal goede antwoorden overeenkomt met wat op grond van het toeval kan worden ver wacht. De proeven van dr. Van Gulik werden in een terrein genomen en kwamen neer op het aanwijzen van de ligging eener hoofdbuis der waterleiding en op het aangeven of al dan niet het water door deze buis stroomde. De rappor teurs en de controleurs der proef waren met de ligging der buis bekend en onbewuste tee kenoverdracht waarvan het bestaan volko men zeker bewezen is (men denke aan Rubini c.s.) was dus n i e t geheel uitgesloten. Wellicht zyn de proeven, die dr. Haschek en Herzfeld met den geoloog dr. Waage als proef persoon namen, wel een der beste pogingen om het wichelroedeprobleem tot een oplossing te brengen. De plm. 200 experimenten werden in den loop van twee jaren (1920—'21) genomen, waarby voorwerpen (stukken metaal enz.) in kartonnen doozen werden gebracht en de roedelooper moest aangeven, of de in een zaal geplaatste doozen al of niet leeg waren. De proefnemers, beiden psysici, hebben vele voorzorgen genomen en in den aanvang ook mogelijke teekenoverdacht uitgesloten: later echter niet meer. De proefpersoon was niet altyd even goed gedisponeerd, waardoor het opstellen van proefreeksen slechts zelden mo gelijk was. Eerst aan het einde van het on derzoek werden proeven genomen, waarby het aantal der juiste en foutieve aangiften statis tisch verzameld werd. Sommige reeksen ga ven een slecht resultaat, hetgeen werd toege schreven aan de stemming en „examenvrees" van den roedelooper. Een enkele reeks proeven met goed resultaat (11 goede en 6 foutieve aan giften) wordt door de onderzoekers uitvoerig vermeld. Zy zijn er volkomen van overtuigd, dat veel meer proeven, onder vermijding van alle mogelyke fouten, noodig zouden zijn om een overtuigend bewijs te leveren. Zij zyn ech ter door hun proeven, maar vooral doordat zij tot het aannemen van een verklaring gedwon gen werden, die van hun oorspronkelijke mee ning afweek, wel overtuigd van de objectiviteit van het verschijnsel. De critische lezer zal echter minder over tuigd zyn. Het 11 maal goed raden tegen 6 maal fout, zooals in de succesreeks proeven, kan zeer wel een enkele maal bij toeval voorko men, zooals men gemakkelijk kan constateeren door de kleur van speelkaarten te laten raden of bij roulette of een ander spel, waar de kan sen 50 pCt. zijn. Slechts bij lange reeksen proeven zijn de uitkomsten met de waarschijn lijkheidsrekening in overeenstemming. Maar over het „raden" zelf is het laatste woord ook nog niet gesproken! Ten slotte een enkel woord over de z.g. ver klaringen, die men van de vermeende wichel roede-successen heeft gegeven. Sluit men alle leekengepraat over aardstralen e.d. uit en houdt men zich aan het physisch bekende, dan kan men zeggen, dat de mogelijkheid van het gewaarworden eener deformatie van het elec- trisch veld theoretisch niet uit te sluiten is. Wellicht ook, dat de door dr. J. Wüst (1934: ontwikkelde theorie, gebaseerd op de straling (van 1—70 C.M. golflengte), die hy in de om geving van anorganische en organische objec ten meende te constateeren, eenig aanknoo- pingspunt geeft. In ieder geval kan men tot de conclusie ko men, dat het feit zelf van de wichelroede reactie op ver verwijderde substanties neg niet wetenschappelijk bewezen is; dat er echter wel aanleiding bestaat, exacte proeven hierover te verrichten. Tot zoover het oordeel van Prof. Buytendyk. Men is buitengewoon mild tegenover de voor standers van de wichelroede, wanneer men zijn meening samenvat met te zeggen, dat er om trent de werking van de wichelroede nog niets met zekerheid te zeggen valt en dat men zich wachten moet met aan de resultaten van de wichelroede een al te groote beteekenis te hechten. Wij gaan echter verder over de vraag of er al of niet een net van onderaardsche gangen in Haarlem bestaat. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 5