w
HE£mstedb
Bestaan hier onderaardsche
gangen?
ROLLUIKEN
'n Bril
WEBER
"AARLEM
Oud-Kamerlid v. d. Bilt gehuldigd
Haarlem, 4 Nov.
van
PROF. HOLWERDA
GLIMLACHTE
J. P. SENFT
DOOR DE PROPAGAN
DISTEN
DONDERDAG 4 NOVEMBER 1937
Luchtverdediging
LIEFDADIGHEIDSCONCERT
Door Mannenkoor Caecilia en
„Inter Nos"
Programma Radio-centrale
niet duurder,
wel beter.
GR. HOUTSTRAAT 166, bij de Houtbrug
Ziekenfondsleverancier.
Om de onbetrouwbaarheid van de
wichelroede is van haar ook
geen heil te wachten
Geen bewijs, maar
toch....
IDEALE AFSLUITING TEGEN
INBRAAK EN STORM
worden zeer voordeelig geleverd
AFNEMEN EN VERZORGEN
van Markiezen en Zonschcrmen
NASSAULAAN 76 - TEL. 10743
Een welgeslaagde „bonte avond
in het gebouw St. Bavo
Huldiging v. d. Bilt
Ovatie en community-
singing
Positief en negatief
Heeft de wichelroede
waarde?
AGENDA
Bioscopen
5 November
Bioscopen
Wetenschappelijke proeven
Verklaringen
STAD
De geslaagde luchtverdedigingsdag in Amster
dam heeft er de aandacht van de Haarlemmers
Weer eens op gevestigd, dat zij van luchtverdedi
ging te Haarlem betrekkelijk weinig hooren. De
laatste maal, dat er over gesproken is, was ver
leden jaar bij de behandeling van de gemeente-
begrooting, toen de toelage voor het hoofd van
de Haarlemsche luchtverdediging ter sprake
kwam en later nog eens toen het voorstel van
B. en W., om daarvoor f 1000 beschikbaar te
stellen, in den Raad aan de orde was.
Intusschen moeten wij niet vergeten, dat het
voorbereidend werk voor het inrichten van een
goed sluitende luchtverdediging zeer tijdroovend
is en dat er veel werk bij is, dat alleen voor
de direct daarbij betrokkenen van belang is.
Zoo bijvoorbeeld het werk van de brandweer,
Van het Roode Kruis, van de eigenaren van
schuilplaatsen tegen luchtovervallen, enz. Er
kan dus achter de coulissen heel wat werk verzet
zijn, waarvan wij niet het flauwste vermoeden
hebben!
Toch zal men er niet buiten kunnen, ook het
groote publiek vertrouwd te maken met wat zich
bij een luchtaanval kan voordoen, want anders
loopt men kans, dat er in tijden van gevaar
reeds een paniek ontstaat als er in de verte
hiaar een vliegmachine nadert. En nu moge een
aanval uit de lucht iets vreeselijks zijn, vooral
Wanneer daarbij met brand- en gasbommen
Wordt gewerkt, de ondervinding in Spanje en
China opgedaan bewijst, dat er ook geen reden
is om reeds bij voorbaat van schrik te sterven
als er vliegmachines in aantocht zijn. Wanneer
de bevolking weet wat haar te wachten staat,
dan is het gevaar tot 25 pet. gereduceerd.
Wij hopen dus, dat er langzaam aan wat ge
daan wordt aan de algemeene instructie der
Haarlemmers op dit gebied, maar wij zouden er
toch op aan willen dringen, dat elk streven in
Kiilitairistische richting, in den slechten zin van
het woord, daarbij vermeden wordt. Wij moeten
biet groot gaan op militaire macht, maar het
ons alleen tot heiligen plicht rekenen ons zoo
goed mogelijk te weren als ons vaderland, d.w.z.
onze vrouwen, kinderen, ouders, vrienden en
haasten, wordt aangevallen en tegen zijn wil in
een oorlog wordt betrokken en het moet onze
trots zijn om, door onze tanden te laten zien,
te bereiken, dat het oorlogsgeweld aan onze
grenzen voorbij gaat. Elke verheerlijking van
den oorlog of slecht begrepen heldengedoe moet
ons vreemd zijn.
Daarom willen wij niet aandringen op een
herhaling van de vertooning, welke Zaterdag in
Amsterdam heeft plaats gehad.
Er werd in de hoofdstad een luchtverdedigings
dag gehouden, een demonstratie met oorlogs-
viiegtuigen van de land- en zeemacht en afweer
middelen, als nog nimmer in ons land gegeven
Was. Tot dusver waren er wel luchtbeschermings
oefeningen in de hoofdstad gehouden, welke ten
doel hadden na te gaan hoe de burgerbevolking
in de geheel passieve afwachting van aanvallen
uit de lucht daartegen te vrijwaren, maar Za
terdag was het de bedoeling den Amsterdam
mers te toonen, hoe tegen de ernstige bedrei
ging actief verweer mogelijk is. Hoe nuttig een
her gelijke demonstratie als onderdeel van een
luchtbeschermingsoefening ook kan zijn, voor
Haarlem vinden wij haar niet noodig. Wel dient
ef echter eens een luchtbeschermingsoefening te
borden gehouden of zou eens kunnen worden
bekend gemaakt hoe de luchtbescherming in
Haarlem in elkaar zal worden gezet.
Wij krijgen dikwijls den indruk, dat men in
Haarlem huiverig is de trieste werkelijkheid van
een mogelijken oorlog onder het oog te zien. De
een schijnt voor den ander bang te zijn voor een
oorlogsmisdadiger, een militairist te worden ge
houden. Laten wij nu toch eens breken met die
struisvogelpolitiek en van elkaar overtuigd zijn,
dat niemand den oorlog wil, dat iedereen be
reid zou zijn zijn leven te geven als hij daar-
hiede den wereldvrede zou kunnen verzekeren.
Maar, dat helaas niet iedereen op de wereld er
200 over denkt en dat er menschen zijn, die ons
legen onzen wil in een oorlog kunnen en zullen
Wikkelen.
Solisten: Annie Woud (zang),
Cor Kint (viola d'amore)
Op het liefdadigheidsconcert ter gelegenheid
van het 10-jarig bestaan van „Brederodeduin"
van de Vereeniging tot Bestrijding der Tuber-
cUlose traden bovengenoemde instanties giste
ravond op in de Gemeentelijke Concertzaal.
We konden niet zeggen, dat, gezien toch de
Uitstekende faam waarin zich de soliste zoowel
ais het Mannenkoor en het Dubbel Mannen-
hwartet zich mogen verheugen, de belangstelling
°Pvaliend groot is geweest. We hadden een volle
Zaal verwacht met belangstellenden, en de op-
toedenden van dezen avond hadden zulks dan
°°k zeker wel verdiend.
Om te beginnen met het Mannenkoor „Caeci
lia', dat door Nico Hoogerwerf weer met zijn
bekende souplesse en muzikale opvatting werd
aangevoerd, en bij voorbeeld een inzet gaf van
Hoeske's Bede, zoo blank en teer als we nog
Zelden hebben gehoord. Dit werk ligt het koor
ban ook uitstekend, en geeft ook den fraaien bas-
Partijen gelegenheid tot de ontwikkeling hunner
volie sonoriteit. Ook het Morgenlied van Loots-
ingewijden weten hoe moeilijk en tevens hoe
hiooi dit origineel en kundig geschreven
Werk is verkreeg een fraaie vertolking in
Pittig tempo en met een goeden climax en slot.
Het Glockenlied van Lendvai achten we een
blinder gelukkig koornummer, althans het vol
deed ons bij deze meest ingehouden expressie
biet zooals Dorpsvesper van Hoogerwerf zelf dit
vermocht, hoewel hierin een enkele maal het
ai te zwaftr en dik aanzetten der bassen minder
Haai klonk. Neumann's Vexilla Regis is een rijk
bewerkt nummer, maar wij prefereeren als slot
koor toch Hoogerwerf's eigen compositie Jam
*01 recedit igneus.
Het Dubbelmannenkwartet trad op met een
yiortal nummers, met twee waarvan het ook op
bet 1.1. gehouden concours te Valkenburg zooveel
succes mocht oogsten. Het Cecho-Slowaaksch
liedje van Janacek met zijn over elkaar heen-
schuivende stemzetting in een eigenaardigen
slavischen toonaard deed heel frisch en nieuw
aan. Schubert's Hymne, die zeker in haar acht
stemmigheid beter geschikt is voor mannenkoor,
mits zuiver gezongen, kon ons niet bekoren,
ondanks goede momenten. Over het zoetelijke
Abendsegen van Werth schreven we reeds, en
het Popule Meus van Vittoria denken we ons
nog strakker en statischer. Zoowel koor als
dubbelkwartet had met zijn dirigent een
overigens welverdiende hulde in ontvangst te
nemen.
De zangeres Annie Woud, wier omvangrijk en
sonoor alt-geluid voor de grootst mogelijke
ruimte nog vullend zou werken, gaf voor de
pauze een drietal aria's ten beste van nogal uit
eenloopenden stijl, waarvan Meyerbeer's Ro
mance uit „Der Prophet" ons het meest bekoorde
om de diepe dramatische expressie, waarin de
groote kracht ligt van deze geweldige zangeres.
Toch bekoorden ook haar na de pauze gezongen
liederen van Wagenaar, van Oort en Spoel,
waarvan het laatste Ons lied met de toegift
„De Nacht" van Cath. van Rennes zeker het
meest, om de breede magistrale en imponee-
rende voordracht. Willem Rettich, die zich voor
de pauze in zijn begeleiding wat al te beschei
den op den achtergrond had gehouden, doch
na de pauze zich wat meer aanpaste bij het
sonore geluid der soliste, kweet zich kunstzin
nig van zijn taak, en mocht terecht in het
succes deelen dat onze stadgenoote ruim en wel
verdiend werd toegemeten.
En ten slotte verleende ook de violist Cor
Kint zijn medewerking en wel met een tweetal
composities voor viola d'amore, het oude veel-
snarige instrument met den typischen, weeken
klank. De al te groote en niet geheel bezette
ruimte der Concertzaal deed zeker veel afbreuk
aan den geproduceerden klank, zoodat niet alles
even bevredigend klonk. Willem Rettich bege
leidde ook hier volgzaam en accuraat, en samen
deelden zij welverdiend het behaalde succes.
Een welgeslaagde, zij het wat langademige
concert-avond, waarvan we hopen, dat de baten
voor het „Brederodeduin" zullen zijn meegeval
len.
J. S.
VRIJDAG 5 NOVEMBER
Programma 1: Hilversum 1.
Programma 2: Hilversum 2.
Programma 3: 8.00 Keulen, 8.50 Parijs, 11.20
Keulen, 1.20 Ned. Brussel, 2.20 Diversen, 3.20
Keulen, 4.20 Diversen, 5.20 Parijs, 6.20 London,
7.20 Diversen, 8.20 Pr. Brussel, 9.15 Beromün-
ster, 9.45 Fr. Brussel, 11.20 Parijs.
Programma 4: 8.00 Ned. Brussel, 9.20 Diver
sen, 5.20 Droitwich, 9.40 Weenen, 10.00 Droit-
wich, 11.00 London, 11.20 Droitwich.
Programma 5: 8.007.00 Diversen, 7.00 Eigen
gramofoonplatenconcert: 1. Dixon Hits, 2. Bella
Ragazzina, 3. Ho, ho, 4. Flowery Path, 5. Ay, ay,
ay, 6. Faros Boubla, 7. Singing Marine, 8. Night
in the dessert, 9. Loin des guitares, 10. Big hit
Parade, 11. Broadway melodies of 1938, 12. Ho
ra, 13. Si vous l'aviez compris, 14. Climbing
up. 8.0012.00' Diversen.
Behalve van den directeur van Bouw- en Wo
ningtoezicht te Haarlem en van den Directeur
van den Geologischen Dienst, wier afwijzend
oordeel wij in onze courant van gisterenavond
publiceerden, hebben wij ook de meening ge
vraagd van prof Dr. J. H. Holwerda uit Leiden.
Professor Holwerda is de beroemde, meest
bekende archeoloog van Nederland, de man, die
bij elke belangrijke opgraving in Nederland be
trokken wordt, die beter dan wie ook over de
te verwachten resultaten bij opgravingen kan
oordeelen.
Professor Holwerda glimlachte, toen wij te
genover hem mochten plaats nemen in zijn ka
mer in het Rijksmuseum van Oudheden te
Leiden.
,,Zoo, gaan ze in Haarlem onderaardsche
gangen ontdekken!"
„En doortrekken tot Leiden, professor!"
„Toe maar. Kijk eens hier, ik wil ieder in
zijn waarde laten, maar ik ben en blijf zoo vrij
om niet aan onderaardsche gangen te gelooven,
vooraleer door een serieuze proef bewezen is,
dat ze bestaan. Dan hier, dan daar duiken zul
ke geruchten op en dorpen zijn er vooral sterk
in. Ik heb nooit veel aandacht geschonken aan
die fabeltjes, omdat ze me niet interesseeren."
„Men heeft toch ingangen gevonden, die wij
zen op het bestaan van een onderaardsch net.
Prof. de Visser heeft dit ook verklaard
„Ik wensch geen polemiek over dit onderwerp
te 'voeren, maar ik ben alweer zoo vrij om er
bij te voegen, dat een, twee of drie ingangen
nog geen net van tunnels maken. Een kelder
van een meter of zes lang kan heel gemakke
lijk verborgen zijn achter een gang, dien men
aan een tunnel toeschrijft. Ik herhaal: laat
eerst eens een ernstige proef slagen."
„Men denkt die in Haarlem te nemen, pro
fessor. Men gaat wellicht boren
„Wil men een goed bewijs leveren, dan is er
toch minstens 1500— mee gemoeid. Boren is
waardeloos, men zal een put van behoorlijke af
meting moeten graven en experts moeten raad
plegen. Vindt men eventueel een gewelf in de
nabijheid van de Groote Kerk, dan is de eerste
De verkiezingslei van de Algemeene R. K.
Propagandaclub te Haarlem was na de verkie
zingen nog niet geheel schoon. Wel was de over
winning op een daverende wijze gevierd, maar
er viel altijd nog iets „af te rekenen". En wel
met het oud-Tweede Kamerlid, den heer Ch.
v. d. Bilt, die nog een afscheid tegoed had. Er
is gisteravond in het gebouw „St. Bavo" een
streep door de rekening gehaald: de heer v. d.
Bilt is er op een korte, maar hartelijke en rake
wijze gehuldigd op een „bonten avond", die in
derdaad in velerlei opzicht bont was: een bont
programma, bontgeschakeerde sprekers en tot
slot een klucht, waarin de tooneelfiguren het
ook al bont maakten.
Aan den hoofdschotel, de huldiging, gingen een
hors d'oeuvre en een eerste gang vooraf. De
hors d'oeuvre was het openingswoord van den
voorzitter, Dr. Th. Th. Koot, die weer de oude
sfeer en bekende klanken uit het bijna vergeven
en vergeten verleden opriep. Hij zeide, dat het
Centraal bestuur van de R. K. Staatsparty de
zen avond aan de propagandisten aanbood als
een bewijs van dank en erkentelijkheid voor de
voortreffelijke wijze, waarop zy hun ondankbaar
werk hebben verricht. Niets was hun te veel, on
danks critiek. Hun voorganger, Mr. Bomans, aan
wien de Propagandaclub veel te danken heeft,
was hun een voorbeeld. Haarlem heeft dan ook
belangrijk bygedragen tot het succes van de
partij en thans hebben wij weer vier Katholieke
ministers in de regeering.
Maar spr. waarschuwde ervoor, de ver
wachtingen nu niet te hoog te stellen. Ons
partijprogram is geen regeeringsprogram.
Het is een kwestie van geven en nemen. Als
de Katholieke ministers na vier jaar erin
slagen, de fundamenten voor een nieu
wen staat te hebben gelegd, kunnen we te
vreden zijn. Eén blijven, niet becritiseeren,
is 's lands belang. Ondanks tegenvallers
moeten wy ook in de toekomst blijven vol
houden.
Op dit behartigenswaardige woord volgde een
„waterig" nummer, dat door zijn lengte ver
oorzaakte, dat de rest haast in het water viel.
Men verwachtte de film „Das Meer ruft", maar
eerst kwam een verrassing, zooals deze geheele
bonte avond eigenlijk een verrassing was! Op
het witte doek verscheen een reportage van den
Katholiekendag te Utrecht en van den landdag
te Alkmaar met Mr. Goseling o.a. als spreker.
En daarna kon Heinrich George zich den robus-
ten, heldhaftigen zeeman toonen in het reeds ge
noemde prachtige, sterkboeiende en fotografisch
bijzonder goed geslaagde Eidophon-filmwerk,
dat echter niet geheel tot zijn recht kon komen,
doordat er aan het afdraaien soms wel iets ha
perde.
En toen verscheen Dr. Koot ten tweeden male
ten tooneele hy zou het tenslotte nog een
derden keer doen om alle medewerkenden te be
danken voor de huldiging van den heer v. d.
Bilt.
Om de belangen van uw kiezers te behar
tigen, aldus Dr. Koot tegen 't oud-Kamer
lid, hebt gij de beste jaren van uw leven
gegeven. En wy nemen thans afscheid van
onzen vriend, onzen admiraal, propagandist,
voorbeeldig Christen en goed afgevaardigde,
die altijd klaar stond om te helpen, goed
gehumeurd zelfs in voor hem moeilijke tij
den. Voor u kloppen de harten nog steeds
warm van de Katholieke en niet-Katholieke
visschers, wier belangen gij zoo uitnemend
hebt verdedigd.
Door een goed geplaatst woord wist gy ont
moedigden te bevredigen. Als deskundige in ma
rine-aangelegenheden hebt gy den tyd tegen u
gehad, maar toch was ge een apostel ter zee
voor de matrozen.
Namens de kiezers bracht spr. hem hartelyken
dank voor zijn trouwe plichtsbetrachting.
Toen bij de laatste candidaatstelling de
jonge generatie haar plaats eischte, hebt ge
opnieuw uw nobel hart laten spreken door
als propagandist te zeggen: Kiest niet mij,
maar No. 1 van ltfst 1! Vooral dit laatste
hebben wy zeer gewaardeerd.
Spr. betrok ook mevr. v. d. Bilt, die haar man
had aangevuld op sociaal-charitatief gebied, in
de huldiging en bood haar een fraai bloemstuk
aan.
Het lid van de Tweede Kamer, de heer Loer
akker, besprak dan op humoristische wijze het
„verdriet", dat hy van zijn oud-collega onder
vonden had, maar er bleek, dat ook hij nog wel
wat te waardeeren had, n.l. vooral het zeer
nauwe contact, dat de heer v. d. Bilt. met zijn
kiezers wist te bewaren.
Prof. Steger, Lid van de Eerste Kamer,
huldigde den heer v. d. Bilt namens de
propagandisten. De propagandisten deden met
genoegen hun werk, omdat zy gaarne den heer
v. d. Bilt In de Tweede Kamer terugzagen en
het was voor hen dan ook een groot offer, toen
zij bij de laatste verkiezingen met hetzelfde élan
en geestdrift voor een anderen lijstaanvoerder
moesten werken.
De zeer talrijke aanwezigen onderstreepten
het gesprokene met een krachtig applaus, dat
nu en dan aanzwol tot een ovatie, ook toen de
gehuldigde zelef het podium betrad. D heer v. d.
Bilt zeide blij te zijn, dat ook zyn echtgenoote
bij de huldiging aanwezig was. Ze kon nu im
mers eens hooren, wat voor een goeden braven
man ze tocl). eigenlijk had. Maar spr. geloofde
niet, dat ze het heelemaal zou aanvaarden en
ook'spr. wilde het gesprokene slechts aanvaar
den onder beneficie van boedelbeschrijving! Spr.
heeft 19 jaar lang getracht als Kamerlid zijn
plicht te doen. Hy dankte op zyn beurt de beide
sprekers: zijn vriend Loerakker, wien hy diens
vriendelijkheid terugkaatste en den „opperpro-
pagandist" prof. Steger. En voorts allen, die
hem zijn vertrouwen hebben geschonken. Vooi
anderen dan hijzelf had spr. veel weten te be
reiken en dat stemt hem tot voldoening. Meer
speciaal dankte hij de Haarlemsche propagan
disten, die in yver, durf en opoffering boven
anderen staan! (Applaus.)
Met een krachtige opwekking om te blijven
strijden voor het beginsel, besloot spr. zyn toe
spraak, waarna de aanwezigen de huldiging nog
eens in zang overdeden in een mooi, door den
heer Hurkmans ontworpen lied:
i
„Met een hart, gaaf, groot en mild,
Heeft hy heel zijn vruchtbaar leven
Zich aan Godes zaak gegeven.
Hulde onzen van de Bilt!...."
9
De band van de St. Josephsgezellen van de
Spaarne-parochie zorgde voor de muzikale be
geleiding en verder ook voor opgewekte entre-
acte-muziek.
Scheiden doet zeer, maar niettemin had de
avond een vroolijk slot, n.l. een geestige klucht
„De gezellige kamer", door de R. K. Tooneel-
vereeniging „Ludamus" met veel verve en too-
neelroutine gespeeld. De aanwezigen hebben er
een leutig half uurtje aan beleefd!
Het bijna middernachtelijk uur het was
weer echt Roomsch-laat! deed het „strydlied"
niet meer aan de beurt komen, dat nog wel in
een paar regels den heelen verkiezingsstryd zoo
raak weergaf:
I
Gestook van rood, gebrul van zwart en Musserts
groote mond,
Gekonkel van de K.D.P. en bluf van het Zwarte
Front.
De Staatsparty werd fel belaagd, beklad, intens
gemeen,
Maar ondanks dat als resultaat: de winst was
voor lijst één!
Een welgeslaagd staartje van een even wel
geslaagden verkiezingsstryd!
vraag of het een gang is en de tweede of we
als gevolg daarvan moeten aannemen, dat er
een Metro tot Leiden bestaat.
Hoe diep denkt men die gangen?"
„Zes tot acht meter."
Professor schrok en verborg zyn gezicht in
z'n handen.
„Ook onder het Spaarne loopen geheime ka
nalen," gingen wij voort.
„Zoo, zoo. Ook maar weer bewijzen! De kar
dinale vraag is echter: hoe hebben onze voor
vaderen die gangen in onzen drassigen bodem
gebouwd? Ik vind nergens in de historie eenige
aanwijzing
„Ook de Rijks Geologische Denst is er
nieuwsgierig naar, professor."
Hoewel het den directeur groote moeite kostte
om over deze kwestie een serieus gesprek te
voeren, durfden wy toch de vraag te stellen,
wat hy over de wichelroede denkt. Het ant
woord was even verrassend als belangrijk:
„Eenigen tijd geleden meldde zich bij mij
een man, die groote bekendheid genoot als
wichelroedelooper en zijn sporen als ont
dekker verdiend zou hebben. Wij hadden
een brok van een Romeinschen weg ge
vonden en waren zeer nieuwsgierig om daar
meer van te weten. De wichelroedelooper
mocht een drietal experimenten doen en
zou den loop van den wgg aangeven. Drie
maal gaf hy de richting zeer positief aan
en wij ik was er zelf by met eenige zeer
kundige assistenten teekenden de plek
ken even positief op. Maar toen wij gingen
graven was de uitkomst volkomen negatief.
Juist om ons standpunt nu eens voor goed
te bepalen, hebben wij kosten noch moeite
gespaard en zeer uitgebreide opgravingen
bevolen. Het resultaat was nihil. ^Waar
schijnlijk hebben er wateraders ter plaatse
geloopen, maar wateraders ontdekken, wil
nog niet zeggen oude bouwwerken aan de
vergetelheid ontrukken
„Tot slot, professor: meent u dat de gangen
er niet zyn?"
„Ik wil niemand de pret en het genoegen
ontnemen om te denken, dat ze er wèl zyn
En professor Holwerda liet ons glimlachend
uit
De hooggeleerde heer F. J. J. Buytendijk is
professor in de physiologie en histologie aan-
de universiteit van Groningen en wanneer men
zou vragen: wie is in Nederland het meest be
voegd om een oordeel over de waarde van de
wichelroede te geven, zou zyn naam zeer stel
lig onder de eersten, die genoemd zouden wor
den, voorkomen. Onze lezers gelieven op te mer
ken, dat wij slechts met de allerbeste kantoren
in Nederland den Rijks Geologischen Dienst,
Prof. Holwerda, Prof. Buytendijk werken.
De hooggeleerde heer Buytendijk heeft in De
Telegraaf van 12 October 1937 een artikel ge
schreven over de vraag: Heeft de wichelroede
waarde? Zijn oordeel is dus nog gloednieuw,
immers nauwelijks twintig dagen oud. Met toe
stemming van de. redactie van De Telegraaf
ontleenen wij aan bedoeld artikel het volgende:
De meeste referaten in het „Neues Jahrbuch"
en het „Centralblatt für Mineralogie, Geologie
und Palaontologie", in het „Zeitschrift fur
praktische Geologie" en andere wetenschappe-
ïyke tijdschriften, leeren ons, dat de geologen
verre van overtuigd zyn en er telkens weer op
wijzen, dat een zeker aantal personen min of
meer in staat is om uitsluitend op grond
van hun zeer fijne opmerkingsgave ten aanzien
van bodem, landschap, vegetatie enz. en door
hun jarenlange ervaring, zy het ook, dat deze
zuiver practisch en onberedeneerd is (men
spreekt dan gaarne van „intuïtie") met eenige
waarschijnlijkheid het verloop bijv. van water
aders enz. aan te geven.
De meesten zijn van oordeel, dat deze z.g.n.
„intuïtieve" kennis omtrent de bodemstructuur
de nu en dan vastgestelde, soms zelfs verras
sende, resultaten, kunnen verklaren.
In ieder geval moet met dezen factor ernstig
rekening worden gehouden, indien men ten
minste zich de vraag voorlegt of de roedelooper
inderdaad de aanwezigheid van de te zoeken
substantie direct bemerkt, er een invloed
van ondervindt. Indirecte ontdekking van ver
borgen erts, wateraders enz. bestaat er natuur-
iyk wel en veelal zal de persoon niet kunnen
zeggen, dat beteekent bewust kunnen analy
seeren, waaraan hij het „ziet". Elke boer, die
goed het weer van morgen kan voorspellen, elke
Arabier, die „weet" waar water te vinden is,
is zich niet van zyn indrukken bewust, maar
bezit daarom nog niet onbekende, geheimzin
nige „vermogens".
In het bijzonder zullen schijnsuccessen met
de wichelroede verkregen worden, als de roede
looper zelf een geoloog is, zooals nu en dan
voorkwam.
Een andere oorzaak van proeffouten en
schijnbaar goede uitkomsten bestaat er bijv.
in een gebied, waar op zeer vele plaatsen wa
ter voorkomt, vooral als de proefboring zeer
Gebouw St. Bavo: Verg. R.K. Volksbond, 8
uur, Melkh. St. Joseph, 8.30, Fed. Gr. en Fr.-
handel, 8 uur, Best. Trampers. 8 uur, Rechtsk.
advies, 7—8 uur, Best, Slagers, 8 uur, Bevol
kingsbureau, 8 uur.
Frans Halsmuseum: Eere-tentoonstelling A. L.
Koster, 105 uur.
Stadsschouwburg: Frits Hirsch-operette, 8.15
Cinema Palace: Palace Filmac, 115' uur,
„Menschenjacht", 7 en 9.15 uur.
Luxor Theater: „Kerels uit een stuk", 2.30,
7 en 9.15 uur.
Frans Halstheater: „Dame op commando",
2.30, 7 en 9.15 uur.
Cineone Theater: Het lied der zon", 1.30
—5.30, 7—11 uur.
Gebouw St. Bavo Bazar Winterhulp. 8.30;
Haarl. Gem. Koor, 8 uur; Transportarb., 8 uur;
Bevolkingsbureau, 8 uur.
Stadsschouwburg Lener Strijkkwartet, 8.15
uur.
Frans Halsmuseum: Eere-tentoonstelling A.
L. Koster, 10—5 uur.
Rembrandt-theater: De koning en het revue
meisje.
Cinema-Palace: Palace Filmac, 11—5 uur.
Tusschen 5 en 6.
Luxor-theater: Ben Hur, 2.30, 7 en 9.15 uur.
Frans Hals-theater: Kardinaal Richelieu,
2.30, 7 en 9.15 uur.
Cineone-theater: Ein Mann mit Herz, 1.30—
5.30, 7—11 uur.
diep wordt voortgezet. Zoo vermeldt de Lan-
desgeologe prof. Berg (1931), dat een roede
looper aangaf, dat er op 30 meter diepte water
moest zijn. Toen het hier by boring niet ge
vonden werd gaf de roedelooper aan, dat het
dieper moest' liggen. Ten slotte vond men op
130 meter diepte, in een geheel ander gesteen
te, water. In andere gevallen werd de die
pere boring wegens de kosten gestaakt, enz. enz.
Het is een troostelooze lectuur, zonder eenig
eindresultaat, een doolhof van meeningen, on
derstellingen en vermoedens, onzuivere of niets
bewijzende proeven. Daarbij schuiven de voor
standers, de geloovigen, den bewijslast naar de
sceptici en dezen omgekeerd en terecht
naar hen, die beweren, dat de wichelroede een
bruikbaar hulpmiddel is.
Wat leeren nu de weinige proefreeksen. die
meer dan de incidenteele waarnemingen aan da
wetenschappelijke eischen voldoen?
In 1917 heeft dr. van Gulik in Wagenin-
gen proeven genomen met als conclusie, dat
„de wichelroede een sprookje is". Hy grondde
deze uitspraak, die natuurlijk in het kamp der
„geloovigen" hevige verontwaardiging wekte,
op zijn critische proeven, waarby bleek, dat het
aantal goede antwoorden overeenkomt met
wat op grond van het toeval kan worden ver
wacht. De proeven van dr. Van Gulik werden
in een terrein genomen en kwamen neer op het
aanwijzen van de ligging eener hoofdbuis der
waterleiding en op het aangeven of al dan niet
het water door deze buis stroomde. De rappor
teurs en de controleurs der proef waren met
de ligging der buis bekend en onbewuste tee
kenoverdracht waarvan het bestaan volko
men zeker bewezen is (men denke aan Rubini
c.s.) was dus n i e t geheel uitgesloten.
Wellicht zyn de proeven, die dr. Haschek en
Herzfeld met den geoloog dr. Waage als proef
persoon namen, wel een der beste pogingen om
het wichelroedeprobleem tot een oplossing te
brengen.
De plm. 200 experimenten werden in den loop
van twee jaren (1920—'21) genomen, waarby
voorwerpen (stukken metaal enz.) in kartonnen
doozen werden gebracht en de roedelooper
moest aangeven, of de in een zaal geplaatste
doozen al of niet leeg waren.
De proefnemers, beiden psysici, hebben vele
voorzorgen genomen en in den aanvang ook
mogelijke teekenoverdacht uitgesloten: later
echter niet meer. De proefpersoon was niet
altyd even goed gedisponeerd, waardoor het
opstellen van proefreeksen slechts zelden mo
gelijk was. Eerst aan het einde van het on
derzoek werden proeven genomen, waarby het
aantal der juiste en foutieve aangiften statis
tisch verzameld werd. Sommige reeksen ga
ven een slecht resultaat, hetgeen werd toege
schreven aan de stemming en „examenvrees"
van den roedelooper. Een enkele reeks proeven
met goed resultaat (11 goede en 6 foutieve aan
giften) wordt door de onderzoekers uitvoerig
vermeld. Zy zijn er volkomen van overtuigd,
dat veel meer proeven, onder vermijding van
alle mogelyke fouten, noodig zouden zijn om
een overtuigend bewijs te leveren. Zij zyn ech
ter door hun proeven, maar vooral doordat zij
tot het aannemen van een verklaring gedwon
gen werden, die van hun oorspronkelijke mee
ning afweek, wel overtuigd van de objectiviteit
van het verschijnsel.
De critische lezer zal echter minder over
tuigd zyn. Het 11 maal goed raden tegen 6
maal fout, zooals in de succesreeks proeven,
kan zeer wel een enkele maal bij toeval voorko
men, zooals men gemakkelijk kan constateeren
door de kleur van speelkaarten te laten raden
of bij roulette of een ander spel, waar de kan
sen 50 pCt. zijn. Slechts bij lange reeksen
proeven zijn de uitkomsten met de waarschijn
lijkheidsrekening in overeenstemming. Maar
over het „raden" zelf is het laatste woord ook
nog niet gesproken!
Ten slotte een enkel woord over de z.g. ver
klaringen, die men van de vermeende wichel
roede-successen heeft gegeven. Sluit men alle
leekengepraat over aardstralen e.d. uit en
houdt men zich aan het physisch bekende, dan
kan men zeggen, dat de mogelijkheid van het
gewaarworden eener deformatie van het elec-
trisch veld theoretisch niet uit te sluiten is.
Wellicht ook, dat de door dr. J. Wüst (1934:
ontwikkelde theorie, gebaseerd op de straling
(van 1—70 C.M. golflengte), die hy in de om
geving van anorganische en organische objec
ten meende te constateeren, eenig aanknoo-
pingspunt geeft.
In ieder geval kan men tot de conclusie ko
men, dat het feit zelf van de wichelroede
reactie op ver verwijderde substanties neg niet
wetenschappelijk bewezen is; dat er echter wel
aanleiding bestaat, exacte proeven hierover te
verrichten.
Tot zoover het oordeel van Prof. Buytendyk.
Men is buitengewoon mild tegenover de voor
standers van de wichelroede, wanneer men zijn
meening samenvat met te zeggen, dat er om
trent de werking van de wichelroede nog niets
met zekerheid te zeggen valt en dat men zich
wachten moet met aan de resultaten van de
wichelroede een al te groote beteekenis te
hechten.
Wij gaan echter verder over de vraag of er
al of niet een net van onderaardsche gangen
in Haarlem bestaat.
(Wordt vervolgd.)