UIT DEN OMTREK Het sprookjesland langs de Vecht OP ZOEK NAAR OUD IJSELSTEIN EEN WICHELROEDE- PROEF MIJMERINGEN MAANDAG 8 NOVEMBER 1937 HILLEGOM HEEMSTEDE OVER VEEN ZAANDAM Beste schuilplaats van Nederland? Verleden en heden Voor arme parochies De terugtrekking van gezanten S.D.Z.Bloemendaal 06 K.N.V.B. KinheimD.E.C. 21 HillegomScheveningen 02 A.S.C.Hillinen 11 Onderaardsche gangen en oude fundamenten aangewezen Dwalend langs de rivier in be wondering voor de statige pracht der oude huizingen Indien het water spreken kon Het schilderachtige Maarssen Sic transit gloria mundi Landelijk schoon Uit den gulden riddertijd Herderlijk schrijven van Z. H. Exc. Mgr. 'J. P. Huibers Maatregel ook, tegen Nederland?i Winkels open De winkels mogen hier op Zondag 5 December geopend zijn in verband met het St. Nicolaasfeest. Gestolen rijwiel Een rijwiel, dat voor de St. Josephkerk geplaatst was, werd ontvreemd. Later vond men aan de overzijde der straat 'n zeer goed rijwiel, zoodat men vermoedde, dat hier een „ruiling" was gebeurd, al was het dan niet met goedvinden der respectievelijke eige naren. Bij onderzoek is komen vast te staan, dat het laatstgenoemde rijwiel te Leiden was gestolen. Burgerlijke Stand Geboren: zoon van J. Veth—Boertje; zoon van J. M. SteekersMooye- kind. Ondertouwd: A. P. Verhaar en M. E. Jansen. Getrouwd: J. P. J. van der Laan en C. C. TJitendaal; W. Krieger en E. Dekkers; H. Mul ler en G. den Boer; J. C. Weitz en J. van Kes- teren. Baldadigheid Bij de steenfabriek vermaak ten zich eenige baldadige jongens met het gooien naar voorbijrijdende auto's.' Van een der passeerende auto's werd de voorruit verbrijzeld. De politie stelt een onderzoek in. i Benoemingen bij de politie. Met ingang van 8 November zijn door den burgemeester al hier benoemd tot agenten van politie 2e klasse, de heer G. A. de Boer, voorheen gemeente-veld wachter te Berkhout, en P. van Duyn, voorheen agent van politie te Katwijk. Auto ramt lantaarnpaal. Zondagmiddag reed een autobestuurder uit Haarlem per auto over den Bronsteeweg in de richting Haarlem. Toen hij den vluchtheuvel op het kruispunt BronsteewegPieter Aertslaan wilde passeeren, werd hij vermoedelijk afgeleid door een van rechtsch komenden wielrijder, waardoor hij met zijn auto in botsing kwam met een op de vlucht heuvel staanden lantaarnpaal. Deze knapte af, terwijl de auto aan de voorzijde werd bescha digd. Twee inzittende kinderen bekwamen lich te hoofdwonden. Tooneelavond St. Jos. Gezellen Een geani meerde stemming in de zaal van Domi bewees reeds dat er iets op komst was. Familieleden en belangstellenden onzer St. Jos. Gezellen vulden de zaal, en bij 't opgaan van 't doek waren allen in stemming. Het stuk ,,'t Kan nou lije" deed het best, vooral door de vertolking van de hoofdrol door Jul. v. d. Veldt, die als Jaap Slen- kers goed spel gaf, en de rol van huisgenoot, Frederik (P. Roosen). Dit kwam des te meer uit door goed optreden van P. Koelemij en W. v. Roode, resp. als de schoenmaker en huiseige naar met het tegenspel van de „heerenrollen'' van Fr. v. Galen en Sim. v. d. Meij. Al werd het nogal laat, de stemming nam steeds toe en een langdurig applaus beloonde de tooneelisten. De grime was goed verzorgd door Maison Zuijd. Een woord van lof voor den regisseur, den heer P. Plukker. Uitgesteld Men verzoekt ons mede te dee- len, dat de uitvoering van St. Genesius, die op 11 November e.k. zou gehouden worden, we gens ongesteldheid van een der medewerken den niet kan doorgaan. Gemeenteraad. Na afhandeling van de nog resteerende bedrijfsbegrootingen, heeft de Raad Vrijdagavond een begin gemaakt met de arti- kelsgewijze bespreking der groote de alge- meene begrooting. Hierbij kwam ter sprake de motie van de soc.- dem. fractie, behelzende het verzoek om de laatste 5 procent loonsverlaging ongedaan te maken en aan de Regeering daartoe het verlof te vragen. Deze motie kon geen genade vinden in de cogen van de heeren Dorjé (C.H.) en Krom mendijk (A.R.), wijl B. en W. in hun toelichting hebben te kennen gegeven, dat thans nog niet aan verhooging der loonen kan gedacht wor den. Ook de heer VAN DITSHUIZEN (R.K.) wijst op de styging van het levenspeil en steunt op dien grond het voorstel van den heer Plooyer. waaraan sprekers fractie gaarne haar stem zal geven. De heer TELKEMA CA.R.) doet uitkomen, dat men ook zijnerzyds voor verhooging der loonen is, maar de gemeente heeft het geld er niet voor en is het nu niet dwaas aan de Regeering te vragen, wat men zelf niet heeft? Dat is politieke kunstenmakerij. De heer KAMPHUYS (R.K.) zegt, dat de motie zoo voorzichtig en bescheiden is gesteld, dat iedereen er gerust voor kan stemmen. Wat men aan de Regeering vraagt, wordt alleen ge daan onder de reserve dat het mogeiyk zal zijn. Is die mogelijkheid er niet, welnu, dan vervalt alles. De heer R. PLOOIJER (S.D.) vestigt de aan dacht op de zeer gebrekkige inrichting van het gemeentehuis, waarin, behalve de burgemeesters kamer, eigeniyk niets deugt. Het archief ligt te beschimmelen. Voorts vraagt spr. aan alle leden van den Raad een vrij telefoon-abonnement te verstrekken. De heer FLENTROP (V.D.) zegt, dat ook de vrijzinnig-democraten van heeler harte voor de motie-Plooijer zullen stemmen. Spr. gelooft, dat het daardoor ontstane gat in de begrooting best gedicht zou kunnen worden. De wethouder, de heer HALLIE (V.D.) ant woordt zün partijgenoot Flentrop, dat er geen muziek in de begrooting zit. Hoe dan het geld voor de verhooging van 5 pet., die 35.000 40.000 zou bedragen, te vinden? Bovendien was het antwoord van de Regeering zoo duideiyk mogelijk, nJ. dat er van verhooging geen sprake kan zijn. De heer KAN (A.R.), wethouder, deelt mede, dat een nadere regeling is gemaakt voor dc werklooze raadsleden, waarbij niet het volle be drag der ontvangen presentiegelden van den steun zal worden afgetrokken. De VOORZITTER geeft volmondig toe, dat het gemeentehuis niet veel comfort biedt. Ge tracht zal worden hier en daar wat verbeterin gen aan te brengen. Wat de salarisverhooging aangaat, is er niet op te rekenen, dat de Regeering goed zal vin den, dat Zaandam op eigen houtje de laatste loonsverlaging zal intrekken. De motie-Plooyer wordt in stemming gebracht en aangenomen met 17 tegen 6 stemmen. Tegen stemden de drie anti-revolutionnaire leden en verder de heeren Dorjé (C.H.), Köhne (V.B.) en Hallie (V.D.). De heer EMMER (S.D.) bespreekt het ver- keersvraagstuk, bepaaldelijk in verband met den toestand op het plein voor het gemeentehuis Ook het parkeeren op den Zuiddijk zal nader onder het oog moeten gezien worden. De heer BOSMAN (R.S.A.P.) vindt „de pan- nekoek" op het stadhuisplein wel wat groot, waardoor er vele bekeuringen worden uitgedeeld. De heer KöHNE (V.B.) waarschuwt opnieuw tegen het gevaar op den Dam door de autobus sen. Het verkeer is daar niet goed geregeld. De heer FLENTROP (V.D.) komt op voor een maximum-snelheid voor den Provincialen weg tusschen den Hoogendijk en het Volkspark, op welk traject reeds vele ongelukken zyn voorge komen. De heer DORJé vraagt waarom niet meer ge bruik gemaakt wordt van de hulp van de ryks- veldwacht in drukke tyden. Mr. ESKES (S.D.) wijst op de naleving van de winkelsluitingswet, die heel vaak ontdoken wordt. Wat de luchtbescherming aangaat, vestigt hij er de aandacht op, dat men daarvan een parade maakt. Spr. hoopt, dat men dit voorbeeld hier niet zal volgen. Wethouder KAN (A.R.) beantwoordt de op merking van den heer Emmer betreffende het stichten van een brandweerkazerne. Dit zou al leszins wenscheiyk zyn, maar practisch is dit vooralsnog moeilijk uitvoerbaar. Hierna doet de VOORZITTER bescheid om trent opmerkingen van algemeenen aard en be treffende de politie. Het verkeersvraagstuk aan het stadhuisplein is nog niet volledig opgelost. Het ligt in de be doeling daaraan nog toe te voegen één-richting- verkeer naar den Klauwershoek en langs den Zuiddijk en de Prins Hendrikkade. Op den Provincialen weg zullen de verkeers borden worden gewijzigd, zoodat deze beter aan het doel beantwoorden. Er zal worden gewezen op de aanwezigheid van zijwegen. Wat het luchtbeschermingsvraagstuk betreft, stelt spr. den Raad gerust, dat men zich niet op de luchtverdediging wil toeleggen. Het vraagstuk zelf heeft de voortdurende aandacht van B. en W. Op de naleving van de winkelsluitingswet zal bijzonder worden gelet. Het hoofdstuk „Openbare Veiligheid" wordt goedgekeurd. Aan de orde is daarna het hoofdstuk „Volks gezondheid". De heer KROMMENDIJK (A.R.) breekt een lans voor het plaatsen van lighallen voor t.b.c.- ïyders. De heer VAN DITSHüIZEN (R.K.) is van ge voelen, dat voor de t.b.c.-bestrijding veel te wei nig van gemeentewege wordt uitgegeven, vooral als men nagaat, dat van het uitgetrokken bedrag ad 5450 een flink bedrag, nJ. 2400 terug wordt ontvangen van de Provincie. Spr. steunt daarom het voorstel van den heer Bosman, die verhooging van de subsidie aan de T.B.C.-ver- eeniging had voorgesteld. te kogelde hij onhoudbaar in 20. Een zeld zaam fraai doelpunt. Rus.t 20. Na de thee bleek al spoedig dat D.E.C. zich tot het uiterste inspande om het verloren ter rein te herwinnen, doch de Kinheim-halflinie en achterhoede waren er goed in. Toen 't tempo bij Kinheim zakte en D.E.C. kwam opzetten, was er nog weinig van den uitslag te zeggen. Na on geveer 30 minuten wist de midvoor uit een snel len aanval te doelpunten 21. Hierna kwam Kinheim weer meer opzetten. Beide voorhoeden kregen nog een kans, doch tot doelpunten wist geen van beide het te brengen, zoodat Kinheim met 2—1 won. Op het effectvolle terrein van S. D. Z. te Slo- terdijk behaalden de witten wederom een écla tante overwinning. De gasten speelden een snel open spel en na 10 minuten spelen opende Beijk de score uit een strafschop (01). Wel trachtte de thuisclub het spel te verplaatsen, maar zon der veel moeite bleef de Bloemendaal-achter- hoede de situatie meester. Na fraai solospel bracht de Bock met een volkomen onhoudbaar schot den stand op 0—2. Bloemendaal bleef op het veld sterker en v. d. Meij de Bie vergrootte met een listig schot den voorsprong tot O3: Nog vóór rust bracht de actieve voorhoede der witten den stand op 05; resp. door doelpunten van v. d. Meij de Bie en Hartman. Na de her vatting bleek de achterhoede van S.D.Z. zich op het spel der Bloemendaal-voorhoede beter te hebben ingesteld en aangezien de witten lang niet meer zoo goed speelden als vóór rust, wogen de partyen nu beter tegen elkander op. Veel Een blik in Breukelen Een groot aantal toeschouwers was getuige van een mooien snelle nwedstrijd, welke' na de noodige spanning tenslotte verdiend door Kin heim is gewonnen. De eerste minuten verliepen met een doelloos heen en weer getrap, doch allengs kwamen de partijen er beter in. Na 10 uur werd de baï in het midden door gespeeld, welke verloren dreigde te gaan, omdat een D.E.C.-back er dichter bij stond, maar de snelle v. d. Wal startte zoo snel, dat hij den bal bemachtigde om daarna onhoudbaar te doelpunten 1—0. Wel gaf Kinheim den toon aan, doch het open spel van D.E.C. waarbij het goede opstel len opviel, was oorzaak van een gelykopgaanden strijd. Snel golfde het spel op en neer, waarbij de D.E.C.-keeper v. Dijk nog juist een schot van Rem kon stoppen en Druyven eenmaal door uitloopen kon redden. Toen daarna v. d. Wal een bal van links kreeg toegespeeld, trok hy den bal zeer fraai over den toestor menden back en voordat de bal den grond raak- De eerste aanval is voor de thuisclub maar op het nippertje weet Schev. keeper te redden. Dan zet de midhalf der gasten met verre trap pen zyn aanval aan het werk. De achterhoede der thuisclub heeft niet ineens vat op dit snelle spel, want zij neemt een o.i. veel te defensieve houding aan. Langzaam maar zeker gaat de strijd echter weer gelijk op. Als Scheveningen weer doorbreekt ontstaat er een misverstand en de bal wordt met een tam schot ingeschoten 01. De tweede helft begint met een sterk over wicht van de Hillegommers. Snel belagen zij de Scheveninger veste en ieder moment is de ge- lykmaker te verwachten. Krampachtig verzet ten de gasten zich en met forsche verre trappen zuiveren zy hun terrein. Dan een plotselinge doorbraak, de bal wordt ingeschoten, gekeerd door v. Dyk, nogmaals weer gehouden dan te gen de lat en ten slotte schitterend ingekopt door den rechtsbinnen. Een keurig doelpunt. Deze 0—2 achterstand werkte deprimeerend op de thuisclub, deze trachtte nu ook wat forscher aan te pakken, hetgeen ook voor de gasten aan leiding was het nog forscher te doen. Hierop reageerde de scheidsrechter te zwak, zoodat het spel ontaardde in een ruwe vertooning. Met een verdiende overwinning trok Scheveningen ten slotte naar huis. Wanneer Hillinen slechts eenige kansen in de eerste helft had benut, dan was de rust zeker met een flinken voorsprong ingegaan. Nu bleef het bij een doelpunt, dat door E. Scholte, op de hem teekenende wijze, deze gescoord. Na een drietal spelers gepasseerd te hebben, was een kalm doch goedgeplaatst schot voldoende om den Leidschen doelman te passeeren. (01). Kort voor de rust ontstaat er een misverstand in de Hillinen-achterhoede, waarvan de ASC- rechtsbuiten profiteert om den bal in het leege doel te deponeeren, (1I). Na de hervatting moet Hillinen het gedurende een half uur met 10 spelers doen wegens het wegzenden van Hillienen's linksbuiten. Thans krijgt A.S.C. de meeste en beste kan sen, maar ook hier is de voorhoede niet bij machte om te scoren. Hillinen kan Freiser in het Leidsche doel niet meer passeeren, zoodat zonder dat in de tweede helft is gescoord, het einde aantrekt met gelijken stand (11), waar mede beide partyen tevreden mogen zijn. IJselstein is vooral de laatste jaren wel een bekend cultuur-historisch en historisch oord geworden in den lande. IJselstein aan den Hollandschen IJsel is be kend om zyn straten met oude huizen met trapgeveltjes, de prachtige kerk der Neder- Duitsch Hervormde Gemeente, het Mariabeeld- je van Eiteren en zooveel monumenten uit lang vervlogen eeuwen meer. v De Ver. Oud-Utrecht maakte destyds een ex cursie naar het oude stadje met veel moois en het was bij die gelegenheid, dat we voor het eerst IJselstein goed leerden kennen en waar- deeren. Ook toen reeds was de burgemeester van ge noemde stad, de Ed.achtb. heer Mr. Abbink Spaink, de man, die zich voor de oudheden van IJselstein interesseerde en de initiatiefnemer van vele opsporingen in oude archieven, die aan de hand van hetgeen de tand des tyds onaange- vreten had gelaten, zeer waardevolle dingen aan het licht hebben gebracht. Van denzelfden burgemeester ontvingen we een dezer dagen een uitnoodiging, een wichel roede-experiment mede te maken, dat ten doel had, bepaalde veronderstellingen omtrent on deraardsche gangen en fundamenten van oude stadswallen al of niet te bevestigen. Het spreekt van zelf dat we met zeer veel ge noegen deze uitnoodiging hebben aanvaard en zoo arriveerden wy Zaterdagmiddag om onge veer een uur met een bus van den Tram- en Bargedienst op het plein voor het.ïJselsteinsche raadhuis. We werden hier verwelkomd door den burge meester van IJselstein, reeds eerder genoemd, door den heer Stooter, een persoonlykheid op het gebied van opgravingen e.d., die ook in Utrecht zeer waardevolle aanwyzingen heeft ge geven, door den heer Haefkens van de Ver. voor Vreemdelingen Verkeer en door nog enkele andere IJselsteinsche persoonlijkheden. Zoodra de bekende en zeer betrouwbare wichelroede-loopster mevr. KleinSprokkel- horst uit Zeist zich bij ons gezelschap gevoegd had, kon de „loop" beginnen. Het eerst werd de omgeving van het oude kasteel, destyds manhaftig verdedigd door de beroemde Vrouwe Baerte uit het geslacht Arkel en waarvan alleen nog de toren is staande ge bleven, afgezocht. Het vermoeden was namelijk, dat van uit het oude kasteel onderaardsche vluchtgangen zou den loopen in diverse richtingen. Al spoedig bleek dit vermoeden juist, want ter linker en rechterzyde van den toren in noordelyke en zuidelijke richting maakte de wichelroede van mevrouw KleinSprokkelhorst een krachtigen uitslag. Het bleek al spoedig, dat vanuit het kasteel een groot aantal gangen liep, die te zamen een ster vormden, waarvan het middelpunt ligt in het kasteel of den toren. Hoewel mevrouw Klein geen ingang kon aan wijzen, neemt men thans aan, dat deze gelegen is onder den toren in den diepsten kelder. Deze veronderstelling is zeer waarschijnlyk, daar vol gens de wichelroede-loopster de gangen op onge veer acht meter diepte moeten liggen. Hierdoor valt te verklaren, dat de opgravin gen, die destyds gedaan zijn en waarvoor zelfs een gedeelte der slotgracht is drooggelegd, geen succes hadden, want men rekende er niet op, dat de gangen zóó diep lagen. We vertelden, dat de gangen stervormig zijn gelegen. Een van de loten liep in de richting van de Eitersche kapel te Eiteren, dat op onge veer drie a vier kilometer van IJselstein ligt.. Een andere ging in de richting der Neder- Duitsch Hervormde kerk aan 't plantsoen, weer een andere in de richting van het K. J. V.-huis aan hetzelfde plantsoen, onder dit huis door en nog een gang liep in de richting van de Katho lieke kerk. Deze kerk bestond echter nog niet ten tijde van het slot „IJselstein", zoodat de laatste gang een verder en dichterbij gelegen doel moet heb ben. Men vermoedt 't Raadhuis, hoewel hierop ook de gang, die onder het K. J. V.-huis door- oopt, kan uitkomen. Dit zou een „openbaring" zyn voor den burgemeester, want deze had reeds aangenomen dat het stadhuis niet met het slot via een onderaardschen weg verbonden was. De gangen zijn volgens mevrouw Klein Sprokkelhorst plusminus anderhalven meter breed en twee meter hoog. Het ligt in de bedoeling om binnen afzien- baren tyd boringen te gaan verrichten. Wan neer de gangen niet onder water zyn geloopen door instortingen, niet ingestort zyn of op an dere wyze zijn verwoest, wie weet wat er dan n IJselstein nog aan het licht komt en wie weet, of IJselstein nog niet de best beschermde schuilplaats wordt tegen luchtaanvallen in ons land? We zullen ons echter op het oogenblik tevre den moeten stellen met de aanwijzingen door mevrouw KleinSprokkelhorst gegeven, aan- Zware beuken staan te droomen langs den waterkant en werpen hun schaduw terug tot in de eeuwen, toen hier Amsterdamsche koop lieden hun rijkdommen ten toon spreidden. De herfstkleuren geven het gebladerte een warmen gloed, een uitgebreid palet, flonkerend, en ook met meer gedempte tinten; het is een' paradijselyke weelde, waarvan de stille wan delaar intens geniet. Hij mijmert over den waterstroom, de Vecht, die zich door deze streek voortspoelt, in Utrecht te beginnen, en dan, zij het soms op eenigen afstand, eeuwen oude huizen en kasteelen passeert, die alle hun geschiedenis hebben, het poortgebouw van het voormalige Karthuizerklooster Chartroy- sen, het in 1752 gerestaureerde kasteel Zuylen, dat reeds in 838 genoemd werd, in Maarssen het Huis ten Bosch, nu gemeentehuis, waar in de 9e eeuw door de Stichtsche edelen een burcht werd opgericht ter bescherming tegen de Noormannen, het monumentale Oudaen, het kasteel Nijenrode met zyn bewogen verleden aan den anderen oever; onder schilderachtige bruggen door kronkelt naar Muiden met zijn beroemde Muiderslot, waar sluizen het water tegenhouden. Dezen waterweg heeft de groote Missie-Apos tel Bonifacius gevolgd, toen hij optrok naar Friesland, om daar de bewoners tot het licht der waarheid te brengen, en deze rivier heeft tevens zijn heilig lichaam gedragen, toen het zielloos was na den gruwelijken moord en naar Utrecht werd vervoerd. Maar ook heeft de Vecht haar diensten be wezen aan de Noormannen, als zy hun roo- versnatuur volgden. Indien het water spreken kon, zou het zelfs r**'. 'yy Het prachtige landgoed „Over Holland" aan de Vecht kunnen verhalen van de Romeinen, die dezen stroom benutten voor hun strategie en het is alsof we in het geklots een gefluister hooren van gebeurtenissen uit een verleden, dat ver, ver achter ons ligt. We kunnen de rivier niet geheel langs haar boorden volgen en dwalen soms wat meer het land in, om straks weer bij de, nu een breede, dan zeer smalle Vecht uit te komen. Een wandeling slechts van Maarssen naar Breukelen legt reeds veel schoonheid open. Er is genoeg stof voor overpeinzing, indien niet het louter zien onzen geest reeds heeft ver zadigd, waarby alle denken stilstaat. In Maarssen zijn we onder de bekoring ge komen van de Langegracht met haar typische 17e-eeuwsche bebouwing. Het 'is het grootste dorp van de Vechtstreek en de Katholieken be zitten een fraaie kerk, waarover de bekende kunstminnaar, de Zeereerw. Heer Rientjes, vroeger Deken van het St. Bernulphusgilde, pastoor is. Een man, die de geschiedenis van deze streek door en door kent en elk byzonder plekje weet te beschrijven. Als Maarssen achter ons ligt, komen we aan Doornburgh we biyven aan den Oostoever een oud landhuis met een prachtig smeed- yzeren hek. In de 17de eeuw werd het be woond door den Resident van den Koning van Pruisen. Soms zyn het slechts overblijfselen van een vroegere glorie, die we zien. Een koepeltje, zooals byna' alle buitenplaatsen aan de Vecht hadden, een statig inryhek of een paar brok stukken van een tuinmuur en karakteristiek voor de aankleeding, waarmee men vroeger een ingang sierde, zyn enkele beelden, die eenzaam zijn achtergebleven. Telkens komt men onder den indruk van de gedachte hoe 's werelds grootheid toch vergaan kan. Wat is hier in de dagen van de Oost-In dische Compagnie niet 'n weelde uitgesteld en ook in een eeuw daarvoor, toen de Franschen er nog geen huis hadden gehouden. In de jaren 1672 en 1673, toen onze republiek in oorlog was met Lodewyk XIV en zijn bondgenooten, is de Vechtstreek immers bijna geheel verbrand en verwoest. Wat menschenhanden bouwden mag vernie tigd zijn, de natuur weet zich ongeschonden, ja, vaak nog fraaier te handhaven en zoo kun nen wij in onze dagen nog even goed spreken over de glorie van de Vechtstreek. Wie zal ons trouwens zeggen of de kooplieden, die aan de Vecht hun zomerhuizen hadden, al schildert de geschiedenis ons hun verblijf zeer romantisch en kenden zij niet de uitvindingen van dezen tyd, die alle rust schynen weg te nemen, er ook niet veel rumoer brachten, terwyl men er thans op een middag, zooals wij hadden uitgeko zen, een het hart verkwikkende stilte vindt. Als we den naam „Goudestein" lezen, weten we, dat achter het dichte gebladerte een schit terend patriciërshuis ligt, eveneens uit de gouden eeuw. „Een Gouden Steen aan de Zil veren Vecht", noemde Constantijn Huygens het, die er vaak de gast was van den Amsterdam- schen burgemeester Huydecoper. Wat verder op staren we de inry-laan in van .Vegtoever", thans een rusthuis, waar de stil te in de bosschen zingt. Wy kunnen niet voor alle buitenplaatsen stilstaan. Toch trekt ons even het landelijke van een enkele boerderij, een statige woning toch met een groot veld voor het front van het huis. Een varken wentelt zich gemoedelijk in het herfstzonnetje. Of er staat een geit te mekken op de helling van de sloot, die de hoeve van den weg afscheidt. Daar is „Klein Gansenhoef", een boerderij uit 1682, en nog vele andere fraaie verblijven komen we tegen, waarvan de bewoners kenne- lyk den boerenstiel uitoefenen. Dan rijst daar kloek en forsch de oude rid derhofstad „Oudaen" op, een burcht, in de 14e eeuw gesticht en sindsdien vrywel ongewyzigd gebleven. Het moet het huis van ridders ge weest zijn, die hier aan het open haardvuur de verhalen van hun krygsverrichtingen deden, terwyl vanuit gindsch torentje, dat als ge- ïymd lykt tegen den houten- zijgevel, de burcht- vrouwe naar haar gemaal, die thuis verwacht werd, heeft moeten zitten uitstaren, het bor duursel op den schoot Daar staat aan de overzyde van de rivier aan den straatweg, waar het geraas van het drukke verkeer is, dat hier echter niet kan hinderen er passeert ons hoogstens een enkele vracht wagen, die in de buurt moet zijn het trotsche kasteel Nyenrode, fier zyn torens in de lucht priemend. Bourgondiërs hebben er in 1481 hun vernielzucht bot gevierd; het is in 1673 door de Franschen opnieuw verwoest, doch het werd spoedig herbouwd en na zyn grondige restau ratie in het begin van deze eeuw, maakt het den trots van heel den omtrek uit. Het geldt als een der mooiste kasteelen van Nederland. Wel troont hier niet meer een graaf of zwaait er een edele ridder den schepter. Op de binnen plaatsen trappelen niet meer de paarden van ongeduld om over de ophaalbrug, die neerge laten zal worden, naar buiten te trekken, en eens heeft een bewoner in onze dagen het slot in opspraak gebracht. Nu worden er van tijd tot tijd partyen gehouden, waarbij alle hoofsch- heid, zoo die er nog mocht zyn, is aangeleerd, maar het huis blijft zijn naam dragen als een der oudste en aanzienlykste van de Vecht- We zijn Breukelen genaderd, het dorp, dat reeds in 838 bekend was. Ook hier hebben de Franschen verwoestingen aangericht, maar nu ademt alles vrede en vriendelyk blikt alles u tegen. Moeten we u hier ook nog oude huizin gen noemen? Welnu, in Breukelen ligt Gunterstein, dat in de 13e eeuw door Ridder Gunter is gesticht en bekendheid verwierf, doordat Johan van Ol- denbarneveldt, de raadspensionaris, er woonde van 1611 tot aan den dag van zyn terechtstel ling in 1619. Het gemeentehuis van Breukelen-Nyenrode (Breukelen bestaat uit twee afzonderlyke ge meenten: Breukelen-Nyenrode en Breukelen- St. Pieters, het eene is westelijk, het andere oostelyk gelegen) is het prachtige buiten „Boom en Bosch", dat van 1680 tot 1683 toebehoorde aan vice-admiraal Engel de Ruyter, een zoon van den grooten Michiel Adriaenszoon. En als ge even de brug over de Vecht voor- by loopt, welke plaats een pittoresk hoekje van Breukelen vormt, komt ge aan het meer mo derne landhuis „Fluytesteyn", bewoond door den heer Hans Matthes, in de wandeling ge noemd de bijenkoning, vanwege zijn bijen stand, by wien schryver dezes kort geleden nog de gast was. Het is een gezellig huis, zeer romantisch öp een eind afstand van den weg gelegen. Toen de familie zich hier een jaar of dertig kwam ves tigen, was deze afstand voor leveranciers van levensmiddelen zoo'n bezwaar, dat men moeite had de melk aan huis geleverd te krijgen. Er is sindsdien wel wat veranderd, want al woont men tegenwoordig nog zoo afgelegen, men wordt bestormd door de bakkers, melkboeren, slagers en meer van deze menschen. Merkwaardig is de steen, die in den gevel van het huis gemetseld zit, afkomstig uit een oud huis te Utrecht en van 1645 dateert. ,Die mijnen naam wil weten, Fluytestijn ben ik geheeten'. De lezer zal het billijken, dat we in Breuke len den autobus hebben opgezocht en na een middagdronk de terugreis naar onze haardstede hebben aanvaard. Hèt is een wondermooi oord, onze Vecht streek. Een sprookjesland met een werkelyken achtergrond In alle kerken van het bisdom Haarlem is Zondag het volgende herderlijk schrijven van Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers voorgelezen, be treffende den steun aan noodlijdende parochies in dit diocees. Beminde Geloovigen. Met dankbare vreugde vieren wy vandaag het feest van den H. Willibrordus, den Apostel van Nederland, onzen eersten Bisschop en den Pa troon van ons Bisdom. Door zijn edelmoedige opoffering, door zijn gebed en zyn prediking hebben onze voorvaderen den goeden God lee- ren kennen en de onwaardeerbare genade ont vangen van het H. Katholiek Geloof. Op meerdere plaatsen van ons Bisdom bouwde hy kerken, waar God zelf zou komen wonen onder ons. waar dagelyks het H. Offer zou worden opgedragen en waar het woord Gods zou worden verkondigd. En wij lezen in zijne levensgeschie denis, dat ook bij hem geschiedde, wat van den H. Paulus wordt gemeld: de geloovigen kwamen hem hun goud en zilver aanbieden om hem te helpen en zijn werk mogelijk te maken. Dat voorbeeld van de eerste Hollandsche Christenen is door Katholiek Nederland altoos gevolgd. De offervaardigheid van Nederlands Katholieken is bekend over de geheele wereld. Onze H. Vader Paus Pius XI pryst ze bij elke gelegenheid. En ook Wij, die reeds menigmaal die offer vaardigheid zoo heerlijk hebben ondervonden, zijn innig dankbaar aan u maar bovenal aan. den goeden God, die u dezen goeden geest heeft ingestort. Want het is een genade Gods dat ge geven kunt en inderdaad dit ook doet. Met vertrouwen komen wy dan ook heden tot u, Wij die niettegenstaande onze ge ringheid door Gods ondoorgrondelijke Voor zienigheid gesteld zyn over de gewesten van Holland en Zeeland, waar St. Willibrord het H. Geloof eens predikte. Wij komen tot u met een zelfde bede. De vol gende week zal weer in alle kerken van ons bis dom de collecte gehouden worden voor de nood lijdende parochies. Gij kent onzen nood. Gy kent vooral den nood van velen, die door de ongunst der tijden in hun vertrouwen op het vermogen van het Kerkelijk bezit zyn teleur gesteld. Het is die telkens terugkeerende ver plichting om rente en aflossing te voldoen, die ons dagelijks met de grootste :;org vervult. Gij weet het Beminde Geloovigen. Alleen door vrije en milde gaven kan die nood worden gelenigd. Daarom: wij zeggen het zoo dikwijls en zoo terecht, dat wij één zyn met elkander als lede maten van het lichaam des Heeren toont u dan één van geest en één van geloof met uwe voorvaderen ook met onze onmiddellyke voor gangers, die de schuld hebben gemaakt om voor uwe geestelijke belangen te zorgen; toont u één met uwe broeders en zusters die in nood zijn; toont u één ook met uwe nakomelingen, die eens uw voorbeeld zullen kennen en daardoor bemoedigd zullen worden om ook op hun beurt op daadwerkelijke wyze het H. Katholiek Ge loof te beleven. De collecte op a.s. Zondag zal weer het spre kend bewijs geven van uw geloof en uw liefde. Moge de H. Willibrordus uit den hoogen hemel u allen zegenen en uwe gaven aan God aan bieden. Wij uit naam van den driewerf heiligen God zegenen u van ganscher harte. Gegeven te Haarlem, 1 Nov. 1937. t JOANNES PETRUS, Bisschop van Haarlem. Op last van Z. H. Excellentie: H. W. AGTEROF Secretaris. wijzingen, die zelfs de verwachtingen van den IJselsteinschen burgemeester Mr. Abbink Spaink en historici hebben overtroffen. We begeven ons thans naar de z.g. „Nieuw- poort", een terrein, dat ten Oosten van IJsel stein is gelegen, tusschen de Brandweer-kazerne en de Paardenlaan, een terrein, dat vroeger door een stadsmuur omgeven bij het tegenwoordige IJselstein moet hebben behoord, een terrein overigens vol geheimzinnigheid. Het is zeer heu velachtig, vol kuilen en greppels en gaten alsof de fundamenten zoo maar boven den grond wil len uitsteken. Trouwens men is hier reeds aan het graven geweest en reeds op één meter diep te vond men de fundamenten van een kerk, waarop zich duidelyk de door steunbeeren ge stutte muren afteekenden en waarnaast nog het ruwe plaveisel en het gootje van een smal straatje te zien waren. Mevrouw Klein toonde hier zeer uitgestrekte fundamenten aan, o.a. van het in 1482 ver woeste Cisterciënserklooster „Onze Lieve Vrou- wenberg", in 1394 door Johan van Egmond ge sticht. Dit klooster is later, toen het voor de vyanden van de stad IJselstein een prachtige operatie-basis was, om het eens modern te zeg gen, verwoest en in de tegenwoordige stad her bouwd, momenteel het Ewouds-Gasthuis. Tenslotte wees mevrouw Klein nog een wal aan, ongeveer twee meter breed die begon tegen over den z.g. „dwangmolen" en vervolgens rond het terrein „Nieuwpoort" liep, zoodat het ver moeden, dat hier het „IJselstein-Oost" heeft ge legen wellicht juist is. Deze muur sluit dus zees: waarschynlijk aan op den muur by den ge noemden molen en de fundamenten zullen door- loopen onder de gracht die IJselstein en Nieuw poort scheidt. Men heeft trouwens van deze fundamenten in de gracht reeds iets gevonden bij opgravingen, die eerder zyn verricht. Dit zijn dan de resultaten van de wichelroede- proef door mevrouw Klein—Sprokkelhorst op initiatief van burgemeester Mr. Abbink Spaink, den heer Stooter, en V.V.V. IJselstein Zaterdag middag genomen. Als norm nemend, datgene wat men wist en niet wist, vermoedde en niet vermoedde, is zij zeker geslaagd, want zóóveel gangen van uit het kasteel had men niet gedacht en een muur rond de Nieuwpoort daar was men nog niet zeker van. Men kan nu dus met trots zeggen, „IJselstein was vroeger tweemaal zoo groot!" Evenwel het zit niet altyd in de qualiteit. Met het tegen woordige IJselstein willen we het gaarne doen. Het is een mooi oud stadje, waar voor den nauwkeurigen opmerker veel valt te zien en te genieten. ROME, 6 Nov. Omtrent het gerucht, dat de Italiaansche regeering haar gezanten by de mogendheden, die het Imperium niet erkend hebben, zou willen terugroepen, meldt Havas nader, dat tot de landen, die in een soortgelyke positie als Frahkryk verkeeren, behooren o.a Nederland. Zweden en FinlaiV

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 2