De Tweede Kamer over de P.T.T.-begrooting Tranen met tuiten zullen zij lachen c de vluchteling van cayenne-I TARIEFSVERLAGING TOEGEJUICHT DINSDAG 9 NOVEMBER 1937 Verscheidene leden zijn van meeningdat de arbeidsvoor' waarden van het personeel zeer slecht zijn Het vraagstuk van den wereldomroep Chronisch personeeltekort Radio Auteursrecht programma's L. F. GUIT HERDACHT In den Haagschen gemeenteraad MINISTER SELDTE IN DEN HAAG Rijkslandbouwconsulenten in het buitenland Vreemden gebruiken de Indië-lijn Waar blijven onze eigen menschen, vraagt de directie der K.L.M. HET BURGERLIJK WETBOEK 1 October 1938 zal het honderd jaar in werking zijn BRANDSTICHTING Dienstmeisje heeft bekend De clearing met onze Oosterburen Duitsche stem tegen voortzetting VONDEL-HERDENKING BIJ DEN K.R.O. Uitzending van een hoorspel: „De bruiloft van Joost van den Vondel" VERBODEN LOTERIJ Veroordeelend vonnis in hoogste instantie Stak winkelier zijn zaak in brand? In de affaire van Medemblik weer één jaar geëischt TEGEN EEN BOOM GEREDEN Berijder maakte verkeerde manoeuvre ONDER ZIJN EIGEN WAGEN GEDOOD Mijnwerker gedood Door vallende betimmering getroffen MAN TE ROTTERDAM VERMIST De politie verzoekt inlichtingen Prins Bernhard neemt rijlessen UIT DE STAATSCOURANT Eervol ontslag Onderscheidingen Burgemeester Centrale Beleggingsraad Rechterlijke macht Rijkslandbouwconsulent DOOR OTTWELL BINNS Blijkens 't Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over de begrooting der Posterijen, Telegrafie en Telefonie voor 1938 spraken Vele leden er hun waardeering over uit, dat het P.T.T.-bedrijf ook in de huidige om standigheden zich zoo uitermate gunstig ontwikkelt. Dat de bedrijfsleiding zoo soepel en actief haar politiek van tariefsverlaging doorzet, is ongetwijfeld zeer toe te juichen. Verscheidene dezer leden hadden er ernstig bezwaar tegen, dat ieder jaar opnieuw de winst te laag wordt geraamd, zooals uit de opbrengst- cijfers van de laatste jaren blijkt. Voor het jaar 1936, waarover het verslag van het hoofd bestuur der P.T.T. onlangs is verschenen, werd b.v. f 5i/2 millioen winst geraamd, terwijl uit be uitkomst bleek, dat deze winst in werkelijk heid f 10% millioen bedroeg. Gevraagd werd of het in de bedoeling van den Minister ligt tot verdere verlaging van de tarie ven over te gaan, en, zoo ja, tot welke. Door vele leden werd geklaagd over de slechte Verzorging van het platteland. De vraag werd gesteld, welke de kosten zijn bij vervoer per vliegpost, nu het luchtrecht is Afgeschaft, en welke bedragen noodig zijn voor bet driemaal per week Verzenden van post naar Ned.-Indië. Enkele leden uitten den wensch, dat tot ver dere automatiseering van de telefoon zal worden overgegaan, terwijl men tevens gaarne zou verne men, welke opzet in het algemeen aan de auto matiseering ten grondslag ligt. In aansluiting op het financieel zoo gun stig beeld van het bedrijf werd van verschil lende zijden aangedrongen op het in het oog houden van de personeelsbelangen. Naar de meening van verscheidene leden zijn be arbeidsvoorwaarden zeer slecht. Stelselmatig Vvordt het loon meer gedrukt dan bij een zoo Winstgevend bedrijf te verantwoorden lijkt. Wederom werd de verkorting van den arbeids duur ter sprake gebracht. Deze is in vele ge vallen bij het lagere personeel aanmerkelijk langer dan 8% uur per dag. Men drong nogmaals aan op invoering van de 48-urige werkweek. De aandacht werd nog gevestigd op de aan merkelijke verzwaring van den werktijd ten ge volge van het postvervoer met de nachtpost- weinen. Opnieuw drongen vele leden aan op vermin- bering van het aantal arbeidscontractanten. Gewezen werd nog op het feit, dat op het ■megraafkantoor te Amsterdam een chronisch Personeeltekort bestaat, hetgeen leidt tot stag natie in den dienst en vertraging in de over- fenging van telegrammen. Aanneming en vak- Undige opleiding van mannelijk telegraafperso- eel werden bepleit om hierin verbetering te bren- Is het gerucht juist, dat de directie stelsel matig de aanvulling van het telegraafpersoneel "der de vrouwelijke krachten zal zoeken? Geklaagd werd over het feit, dat de bevorde- mg van adspirant-bestellers en jongelingen eeds jarenlang vrijwel geheel stilstaat, of- uhoon bij aanstelling de verwachting gerecht- aardigd was, dat bij het bereiken van den 20-, 1 of 22-jarigen leeftijd een benoeming tot be telier 'zou volgen. De loonen van deze personen aijn veel te laag en de arbeid, dien zij moeten ^wichten, is dezelfde als die van de bestellers. Men achtte dezen toestand onhoudbaar. Wederom wezen enkele leden op de weinig rUchtdragende wijze, waarop 't centraal over eg bij het bedrijf van de P.T.T. wordt ge- °erd. Meermalen komt het voor, dat de directie met motiveert, waarom de bemoeiingen van 't verleg haar niet hebben kunnen overtuigen, evraagd werd of de minister bereid is om bü be directie aan te dringen op een wat soepeler 1 vooral vertrouwelijker samenwerking, waar- zou kunnen worden verwezen naar den gang ®-n zaken op dit stuk bij de Nederlandsche sterntWegen' die volcloening en tevredenheid Vele leden betuigden hun ingenomenheid met het beleid, dat ten aanzien van de radio-afdeeling van het P.T.T.-bedrijf werd Sevoerd. De rustige maar gestadige ont wikkeling van dezen dienst verdient allen lof. Verschillende leden zouden gaarne van den minister vernemen, hoe deze zich voorstelt de moeilijkheden op te lossen, welke zijn gere zen tusschen de omroepvereenigingen en den bond van exploitanten van radiocentrales. Deze moeilijkheden betreffen niet alleen de te be talen vergoeding, maar ook het streven der centrales om den eigen plaatselijken uitzend tijd geleidelijk aan uit te breiden. De oorspron kelijke bedoeling van het radiodistributiebedrijf komt daardoor in gevaar, wijl de radiocentrales niet meer distribuanten blijven, maar geleide lijk het zwaartepunt wordt verlegd naar de eigen programmaverzorging. Dit moet zooveel mogelijk worden vermeden. De vraag werd gesteld of de radioraad in zijn huidigen vorm nog wel beantwoordt aan de aanvankelijke bedoeling van uitsluitend advi- seerend lichaam voor de regeering te zijn. Ligt in het overigens zeer te waardeeren werk van den radioraad niet een aanwijzing, dat ook de omroepvereenigingen een nuttige plaats in dien raad zouden kunnén bezetten? Enkele leden zouden gaarne ingelicht worden over de klacht van uitgevers van niet dagelijks verschijnende bladen, aan wie het verboden is om de radioprogramma's op te nemen in hun blad. Zulks is slechts toegestaan aan dagbla den en een vier- of vijftal andere periodiek verschijnende bladen. Wil de minister bevorde ren, dat aan deze discriminatie, die hun on gerechtvaardigd voorkomt, een einde gemaakt wordt? Hiertegen werd opgemerkt, dat het auteurs recht der omroepvereenigingen op haar pro gramma's blijkens de gevoerde procedures wel vaststaat en dat het mitsdien aan den eige naar van dat recht vrijstaat daarover arrange menten te treffen, zooals zulks in het z.g. „agreement" met de Nederlandsche dagblad pers is geschied. Met voldoening hadden vele leden kennis genomen van de instelling van de commissie tot bestudeering van het vraagstuk van den wereldomroep. Hierdoor immers zal bevor derd worden, dat ook de stem van Neder land in dat kader op waardige wijze wordt gehoord. Sommige leden stelden in dit verband de vraag of het niet op den weg van de regeering ligt, den omroepvereenigingen bij de verzorging van deze voor het algemeene nationale belang zoo gewichtige uitzending eenigermate tegemoet te komen. b.v. door het kosteloos ter beschik king stellen van zenders of langs anderen weg- Gevraagd werd in welk stadium de televisie thans is. Zullen de technische en financieele moeilijkheden, die zich hierbij voordoen, kun nen worden overwonnen? Naar men meende te weten, worden in de laboratoria van Philips al lerlei proeven voor de televisie genomen. Hoewel men alle waardeering voor dien arbeid had, was men van oordeel, dat deze zaas volledig in handen van de regeering moet zijn en via de regeering in handen moet worden gelegd van de omroepvereenigingen. Gevraagd werd ten slotte of de minister zijn standpunt ten aanzien van deze aangelegenheid kenbaar wil maken Onder voorzitterschap Van mr. S. J. R. de Monchy is de Haagsche Gemeenteraad Maan dagmiddag bijeengekomen. Voor de agenda in behandeling kwam, wijd de de voorzitter eenige woorden aan de nage dachtenis van het Zaterdag overleden raads lid, den heer L. F. Guit. en goed lid, dat met toewijding de plichten aan deze functie ver bonden vervulde, is heengegaan. De familie moge troost vinden in de ge dachte, dat zijn nagedachtenis ook in den kring van den raad zal voortleven. De Duitsche rijksminister van Arbeid, Seldte, is Maandagmiddag in Den Haag aangekomen. Op het perron van het station Hollandsche Spoor waren ter begroeting aanwezig zijn Ne derlandsche ambtgenoot, prof. mr. C. P. M. Romme, vergezeld van zijn kabinetschef, den heer R. G. Wolf en de Duitsche gezant, graaf Julius von Zech-Burkersroda. Na de begroeting begaf het geheele gezelschap zich in auto's naar de Duitsche legatie, om deel te nemen aan een lunch, aangeboden door den gezant. De directeur-generaal van den landbouw deelt mede, dat het kantoor van den rijksland- bouwconsulent voor België en Luxemburg, te Brussel, met ingang van 11 November gesloten zal zijn. Ir. L. A. H. Peters is met ingang van 1 Dec. 1937 benoemd tot rjjkslandbouwconsulent te Washington. Zijn kantoor zal gevestigd zijn in het gebouw van het Nederlandsche gezantschap, 1470 Euclia street, aldaar. Voor belanghebbenden zal ir. Peters op 22 November a.s., van 10—12 uur en van 14—16 uur, spreekuur houden in een lokaliteit van de directie van den landbouw van het ministerie van Economische Zaken, Bezuidenhout 30 te 's-Gravenhage. Het gebruik, dat vreemdelingen van onzen bij uitstek nationalen dienst tusschen Amsterdam en Batavia maken, is naar telkens blijkt grooter dan het vervoer op deze lijn. dat af komstig is van onzen eigen handel, industrie en cultuurmaatschappijen. Daarom heeft de directie van de K.L.M. zich dezer dagen met een uitvoerig schrijven ge richt tot alle Kamers van Koophandel en Fa brieken in Nederland en tot de directies van op Nederlandsch-Indië georiënteerde handelshuizen en Fabrieken. In dit schrijven wordt de beteekenis van den luchtdienst op Indië, welke thans driemaal per v/eek in beide richtingen wordt onderhouden, uiteengezet en worden de belanghebbenden uit- genoodigd zich persoonlijk omtrent de moge lijkheden van den Indië-dienst door de K.L.M. te laten voorlichten. De Regeeringspersdienst meldt: 1 October 1938 zal het honderd jaar zijn ge leden, dat het burgerlijk wetboek, het 'Vetboek van koophandel en het wetboek van burgerlijke rechtsvordering in Nederland werden ingevoerd, evenals het tot deze codificatie behoorende oude wetboek van strafvordering. In verband met de van verschillende zijden te verwachten en gedeeltelijk reeds ontworpen plannen tot herdenking van deze voor land en volk belangrijke gebeurtenis, aan welke her denking ook de regeering deel zal nemen, is een dezer dagen onder leiding van den minister van Justitie op diens departement een ber spreking gehouden, met het doel ten aanzien van deze herdenkingsplannen van regeerings- wege eenige leiding te geven en samenwerking te verzekeren. Tot deze bespreking, die een algemeen oriën- teerend karakter heeft gedragen, waren naast vertegenwoordigers van de rechterlijke macht, uitgenoodigd de vice-president van den Raad van State, de voorzitters van de beide Kamers der Sta ten-Generaal, de voorzitter van de Staatscommissie voor de burgerlijke wetgeving, vertegenwoordigers van de wetenschappelijke rechtsbeoefenaars czoowel uit de academische wereld als daarbuiten), van de balie en van het notariaat. Op voorstel van den minister van Justitie werd ter nadere uitwerking van het op deze bijeenkomst besprokene een commissie inge steld, bestaande uit: jhr. mr. R. Feith, president van den Hoogen Raad der Nederlanden, mr. J. Limburg, voor zitter van de Staatscommissie voor de burger lijke wetgeving, prof. E. M. Meijers, voorzitter van de Nederlandsche Juristenvereeniging, prof. R. Kranenburg, decaan van de rechtsgeleerde faculteit van de Rijksuniversiteit te Leiden, jhr. mr. A. K. C. de Brauw, voorzitter van de Neder landsche Advocatenvereeniging. Als secretaris is aan de commissie toegevoegd mr. J. J. Woltman, tijdelijk ambtenaar bij het departement van Justitie. In verband met een feilen brand, welke Za terdagavond heeft gewoed in de kapitale boer derij van den landbouwer N. Bouman te Wa genborgen (gem. Termunten) heeft de recher che, na een uitgebreid onderzoek, als verdacht van brandstichting, aangehouden de 21-jarigs dienstbode A. B., die bij de familie Bouman in betrekking was. Na een langdurig verhoor heeft zij ten slotte bekend den brand te hebben gesticht. Zij is ter beschikking van den Officier van Justitie te Groningen gesteld. Het orgaan van de Nederduitsche Kamer van Koophanden „Ruhr und Rhein" schrijft over de Nederlandsch-Duitsche clearingbesprekingen o.a. het volgende: Nu de oude Duitsche verplichtingen aan Ne derland zijn nagekomen en bovendien een klein actief saldo ten gunste van Duitschland bestaat, staat Duitschland met recht op het standpunt, dat met het verdwijnen van de aanleiding, ook de regeling zelf voor een meer doeltreffenden vorm moet plaats maken. Nederland daaren tegen verklaart, dat het tot dusver gevolgde systeem goede resultaten heeft opgeleverd en dat men het daarom wil handhaven. Deze houding wordt niet alleen veroorzaakt door den wensch om zoo snel mogelijk het door Nederland in Duitschland belegde kapitaal te doen repatrieeren, doch ook door de behoefte van de Nederlandsche industrieën, welke door rationalisatie en waardevermindering van de valuta weer in staat zijn te exporteeren, en nu gaarne hun afzet naar Duitschland zouden wil len zien toenemen. Het kan b.v. geen toeval zijn, dat juist nu een groep Nederlandsche scheepsbouwwerven met verwijzing naar den veranderden toestand in de clearing met Duitschland, moeite doet voor het verkrijgen van opdrachten uit het buitenland voor het bouwen van voornamelijk kust- en binnenvaartuigen. Deze pogingen zullen zich waarschijnlijk nog herhalen. Zij zijn zeer natuurlijk en begrijpelijk. Ontoelaatbaar schijnt echter de inschakeling van de Nederlandsche clearinginstanties te zijn en de op deze manier ondernomen pogingen om op het Duitsche standpunt druk uit te oefenen. Het kan niet moeilijk zijn Nederland eraan te herinneren, dat ten eerste van oudsher een naar verhouding grooter Duitsch uitvoer-over- schot ten opzichte van Nederland heeft bestaan en dat ten tweede Duitschland in de laatste drie jaar van de vruchten van dit overschot ge noeg heeft afgestaan, om thans na de delging van de oude schulden, tenminste op een herstel van de vroegere verhoudingen te kunnen rekenen. De Vondel-herdenking bij den K.R.O. is dezer dagen ingezet met een „actueele reportage, ge bouwd op historische herinneringen" onder den titel van: „De Vondelstad aan den Aemstel en 't Y". Als tweede uitzending staat op het program ma voor Zondag 14 November van 9.1010.30 des avonds: „De bruiloft van Joost van den Vondel", een hoorspel door Toon Rammelt, gemaakt naar gegevens van J. A. Alberdingk Thijm, J. F. M. Sterck en prof. B. Molkenboer O.P. De regie is in handen van Henri Eerens. Dit zelfde hoorspel zal Dinsdag 23 November 's morgens van 10.30—11.30 worden heruitgezonden ten dienste van de scholen. Ten laste van den assuradeur C. A. A. en H. C. A. G. te 's Gravenhage heeft de Recht bank aldaar bewezen verklaard, dat zij te za- men te 's-Gravenhage de deelneming hebben opengesteld in de premieleening „Emprunt a Lots 1932 d'un milliard de francs du royaume de Belgique". Als beheerende vennooten van de Commanditaire Vennootschap Algemeen Ne- derlandsch Kantoor voor Administratie stelden zij voor het publiek de gelegenheid open, lid te worden van een club tegen een contributie van f 1.75 per jaar, voor welke club dan 1 obligatie van bedoelde leening werd aangekocht. De Rechtbank verklaarde dit bewezene niet strafbaar, daar bewijzen van deelneming niet zijn certificaten in den zin der Loterijwet en ontsloeg de verdachten van rechtsvervolging. De Officier van Justitie kwam van dit von nis in cassatie. De Hooge Raad, gisteren arrest wijzende, heeft met vernietiging van het bestreden vonnis, het bewezen verklaarde strafbaar geoordeeld en, ten principale rechtdoende, gerequireerden ver oordeeld ieder tot een geldboete van f 50. waarmede U kunt bekomen bij: Uitgeverij „M.K.W.", PI. Fran- B 0 N sehelaan 30 bel-étage, Amsterdam, voor slechts f 0.45 afgehaald, U of franco thuis na ontv. v. t 0.51 p. postwissel of op Giro 201404 DE 8 LEUKE SUCCES-VOORDRACHTEN waarmede iedere Dame of Heer groot succes zal oogsten, telkens als zij een of meerdere dezer nieuwe, leuke Humoristische Voordrachten op rym, van GUUS FREEBO, ten beste geven op Gezellige avondjes, Feesten van allerlei aard, Vereenigingsavonden, enz. Elko voordracht is „een Nummer de verzameling, een keuze van een gemakkelijk voor te dragen blijvend succes-repertoire, waarmede U ten allen tijde leder gezelschap in vroolijke stemming brengt.. 1. Dange Leentje; 2. De Verrassing; 3. Het Voorbeeld; 4. Lientjes Drama; 5. Niet dreigen! 6. Van den wal in de sloot; 7. Een Vliegertje; 8. zyn Liefhebberijt je. OOK geschikt om voor te lezen De 8 Nummers afgehaald slechts 0.45; franco per post na toezending van 1 0.51 per postwissel of op Giro 201404. DE PESSIMIST. „Waarom huil je „Ik zie de toekomst zoo zwart in Op 30 Januari van dit jaar ontstond brand in een perceel aan de Westerhaven te Medem blik, waarin zekere H. W. zijn Manufacturen zaak dreef. Er rezen vermoedens van brandstichting tegen den man, die daarop werd gearresteerd .en ver volgd. De rechtbank te Alkmaar veroordeelde hem tot één jaar gevangenisstraf, tegen welk vonnis hij appèl aanteekende. W. hield steeds zijn onschuld vol en in Juni van dit jaar diende de zaak voor het Hof te Amsterdam. Dit college gelastte de invrijheid stelling van den verdachte en besliste voorts, dat verschillende punten nog nader zouden worden onderzocht. Het voortgezette getuigen verhoor geschiedde Maandag ter zitting van het Hof. De brand was ontstaan op een avond, dat de winkelier niet thuis was. Toen hü verscheen, was alles uitgebrand. W. was voor 2000 ver zekerd, waarvan ƒ500 voor meubilair en ƒ1500 voor winkelgoederen. Het door plaatselijke deskundigen ingestelde onderzoek naar de oorzaak van den brand lever de geen aanwijzingen tegen verd. op. Maar een dag of tien later op 9 Februari verzocht men den Amsterdamschen politiedeskundige, den heer C. J. van Ledden Hulsebos, een on derzoek te willen instellen. Deze ontdekte twee brandhaarden in den kel der, alsmede enkele artikelen, die met petro leum waren doordrenkt. De deskundige was van meening, dat de brand moest zij» aangestoken. Daarbij achtte hij het zeer wel mogelijk, dat de eene brandhaard door middel van een lont den anderen heeft aangestoken. Als deskundige werd thans gehoord ir. M. J. van Thiel van het Provinciaal Electriciteitsbe- drijf te Bloemendaal, die een uitvoerige tech nische uiteenzetting gaf van het verschijnsel van sluiting (een voorstadium van kortsluiting), dat, hoewel zulks zelden voorkomt, na langeren tijd brand kan doen ontstaan, iets wat in dit geval tot de mogelijkheden kan behooren. De heer C. J. van Ledden Hulsebos bleef bij zijn vroeger afgelegde verklaringen. Nadat nog eenige getuigen waren gehoord, hield de procureur-generaal, mr. dr. D. Reilingh, zijn requisitoir. Spr. persisteerde bij zijn op 15 Juni j.l. in- gestelden eisch, namelijk bevestiging van het vonnis: een gevangenisstraf van één jaar. De verdediger, mr. S. de Jong, concludeerde tot vrijspraak. Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald op Donderdag 18 November. Maandagochtend te tien uur is te Uden een ernstig verkeersongeluk gebeurd op den weg Uden-Zeeland. De heer en mej. C. Verburg, uit Eindhoven, zijn op een tandem even buiten het dorp Uden bij het passeeren van een boerenkar tegen een boom gereden. De man werd met een schedel fractuur opgenomen en in ernstigen toestand naar het St. Jansgasthuis te Uden overgebracht. Mej. V. kreeg slechts een kleine wond aan de hand. Het ongeluk is te wijten aan het feit, dat de berijder met te groote vaart direct na het pas seeren der kar te veel naar rechts is uitgewe ken. Het slachtoffer kon nog niet worden ge hoord. Maandag is de ruim 60-jarige voerman C. van der Hom, wonende te Kollum, die een wagenvracht palen voor het electrisch net ver voerde, onder zijn wagen terechtgekomen en op slag gedood. Toen Vail der Horn met zijn wagen, waar voor een paard was gespannen, ter hoogte van de sluis te Dokkumernieuwezijlen was gekomen, wilde hij, omdat de weg ter plaatse nogal hel lend is, den wagen tegenhouden. Hij kwam hierbij te vallen en beide wielen gingen hem over hoofd en borst. De dood trad onmiddellijk in. Maandagmorgen is de 35-jarige houwer A. Petric uit Heerlen, bij het verrichten van werk zaamheden in de ondergrondsche werken van de Oranje Nassaumijn 3 te Heerlerheide, door een omvallende betimmering zoodanig getroffen, dat de dood onmiddellijk intrad. Het slachtoffer was gehuwd en vader van twee kinderen. Sedert 26 October wordt uit zijn woning aan de Eerste Wandeloordstraat te Rotterdam ver mist de 53-jarige schoenmaker J. Heemskerk, die den laatsten tijd nog al zwaarmoedig was, waarom men veronderstelt, dat hem een onge luk is overkomen. Zijn signalement luidt: lengte 1.70 meter, ten ger pospuur, smal bleek gelaat, kaalhoofdig, korte donkere knevel, donkere wenkbrauwen, blauwe oogen. hoog voorhoofd, gaaf gebit, ge brekkige spraak, vingers van linkerhand iets kromgetrokken. De man was gekleed in blauw costuum, grijze vischgraatoverjas, grijze jockeypet, lager zwarte schoenen, tricot ondergoed, grijze sokken en blauwe trui. De politie van het bureau Meermanstraat te Rotterdam verzoekt inlichtingen. Z. K. H. Prins Bernhard heeft Maandag voor de eerste maal deelgenomen aan de rij lessen der rijschool in Amersfoort. Het ligt in de bedoeling van den Prins, deze lessen, welke gegeven worden in een klas van officieren, gedurende langeren tijd te volgen. Jhr. mr. C. H. V. de Villeneuve, te 's-Gra venhage, is op zijn verzoek ontslag verleend als rechtsgeleerd lid, tevens plaatsvervangend voorzitter van de commissie van advies, be doeld in artikel 3, onder sub. 8, van het Cri- sis-organisatiebesluit 1933. Benoemd is tot ridder in de Orde van Oran- je-Nassau H. Clumpkes, directeur van de Coö peratieve Boerenleenbank te Swalmen. Toegekend is de aan de orde van Oranje- Nassau verbonden eere-medaille in goud aan: J. F. C. Meijer te Utrecht, beheerder van het filiaal Utrecht der N.V. Trading Company Late Perry en Co., gevestigd te Amsterdam. In zilver, aan H. J. H. Vennink, boschbaas en jachtopziener bij den heer A. J. Bljjden- stein, te Enschede. Verleend is de eere-medaille, verbonden aan de orde van Oranje-Nassau in goud, aan G. W. H. Kleinhout, organist van de gereformeerde kerk te Arnhem. Aan: N. P. Knape, hoofd van de afdeeling etserij der diepdrukafdeeling bij de N. V. Joh. Enschede en Zonen, Grafische Inrichting, te Haarlem. Aan den heer Jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland, minister van Staat, vice-president van den Raad van State, te 's-Gravenhage, is vergunning verleend tot het aannemen van de onderscheidingsteekenen van het grootkruis der orde van den Duitschen Adelaar, hem door den Duitschen Rijkskanselier verleend. Aan E. J. H. Wolfs is op zijn verzoek, met ingang van 1 December 1937, eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeente Heer. Met ingang van 1 Januari 1938 is benoemd tot lid van den Centralen Beleggingsraad mr. W. M. van Lanschot, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal te Vught; tot plaatsvervangend lid prof. dr. G. M. Ver rijn Stuart, hoogleeraar aan de Rijks Univer siteit te Utrecht. Benoemd is tot rechter-plaatsvervanger in de arrondissements-rechtbank te Zwolle; mr. G. C. D. baron van Hardenbroek, agent der Nederlandsche Handelmaatschappij N. V. te Zwolle; is herbenoemd tot kantonrechter-plaatsver- vanger in het kanton Tilburg met ingang van 10 December 1937; mr. H. J. A. Scheidelaar. Met Ingang van 1 November 1937 is eervol ontslag verleend aan ir. C. P. G. J. Smit, te 's-Gravenhage, als hoofdcommies' bij het de partement van Economische Zaken (directie van den Landbouw! en is hij benoemd tot Rijkslandbouwconsulent aldaar. 64 Bij het licht van de stormlamp zag hij Mimi 0 de doode geknield liggen. Haar handen wa- eh in gebed gevouwen. Langdon boog zwijgend et hoofd. Tenslotte bemerkte het meisje zijn !/anWezigheid, en stond wankelend op. Haar °gen waren gevuld met tranen. Hij nam haar ®cht in zijn armen. - mijn liefste," fluisterde ze met droeve ®m. „Het is vreeselijk, zóó te moeten sterven." Haar stem stokte, en eenige oogenblikken eef ze zwijgend snikken, terwijl hij haar tee- aer vasthield. Ban sprak hü zachtjes: ..Probeer flink te zijn, meisje, even dapper als zich gehouden heeft. Ik ben ervan over bed, dat ze 2jCh met vreugde voor jou heeft Dgeofferd; je moet je altijd blijven herinne- en. dat ze hier kwam om je te beschermen." „Hoe zou ik dat ooit kunnen vergeten? Maar aat me «sjeblieft nog een poosje alleen.... haar." 2e hief het hoofdje naar hem op, en nadat haar aekust had—liet hü. haar alleen met. de doode vrouw. Buiten vond hü Harborough op hem wachten. „Wat is er daarginds allemaal gebeurd, Dud ley? We hoorden den kerel vol doodsangst schreeuwen. Heb je hem „Neen. Ik heb er geen kans voor gekregen. Het was wel André, die dien kreet slaakte, maar waarom, dat mag de hemel weten. Ik wil er ech ter wel om wedden, dat hij een flinlcen schrik kreeg, maar ik heb er geen idee van, waardoor. Het is onder de boomen zoo donker als de nacht." Hü vertelde, wat hij uit de geluiden had kun nen begrijpen. Toen hij zijn verhaal beëindigd had, floot zün vriend peinzend tusschen zün tanden. „Een gekke geschiedenis," merkte hü op. ,Ik zou er duizend dollars voor over hebben, te we ten wat er precies gebeurd is." „Dat kan alleen de kerel zelf je vertellen. Maar misschien zullen we voor morgenochtend meer van hem hooren dan we wel wenschen." „Ik hoop van niet. Voor vannacht is er hier al meer dan genoeg gebeurd. Ik hoop, dat de schurk voorloopig volkomen buiten gevecht ge steld is. Wat moeten we met die twee andere kerels aanvangen?" „Voorloopig rustig gebonden houden, dan kun nen we morgen nog wel over hun lot beslissen. Hoe staat het met Sandy?" „Hij voelt zich wel een beetje beroerd, maar ze hebben hem toch nog niets gedaan. Als de bloedsomloop weer volledig hersteld is, zal hü wel weer heelemaal in orde zün." Lanadon lieD naar ziin vriend, j „Wel Sandy, je bent er nog goed afgekomen!" „Gelukkig wel, maar het heeft niet veel ge scheeld. Jullie kwamen nog maar juist op tüd. Die moordenaars waren van plan me in de ri vier te werpen, en nog wel gebonden, begrüP je?" „Ik hoorde hem het zeggen. Ik stond in het woud te luisteren, en ik hoorde „En wie weet wat er met het meisje gebeurd zou zijn, als Adèle niet geschoten had. God hebbe haar arme ziel. Wat ben je van plan te doen met Le Coq en die anderen?" „Ik weet het nog niet. Het is niet zoo gemak kelijk, daarover te beslissen. Het is onmogelük, ze aan de justitie uit te léveren, zelfs niet als jij of Harborough zich daarmee zouden willen belasten. Le Coq zou terstond alles aan de po litie vertellen, en jullie zoo allebei de das om doen." „Onder het recht moet je niet verstaan de wettelijke macht. Denk er eens aan, dat ze mü in de rivier wilden gooien, dus...." Hij hield lachend op, toen hü de uitdrukking op Langdon's gezicht.zag. „Dat staat je niet erg aan, hé? Dat dacht ik ook wel. Je bent wel bui tengewoon zachtmoedig voor een ontsnapten gevangenisboef. Maar je kunt het gerust aan Jules overlaten, die zal zich geen gewetensbe zwaren maken. Toen die kogel Adèle doodde, zou hij die twee kerels op hetzelfde oogenblik met de bloote hand den nek hebben omgedraaid, als Harborough niet tusschenbeide gekomen was. Hij is een bloeddorstige, kleine duivel." Maar een door en door trouwe makker. Ver geet niet het millieu, waar hü uit komt; zün opvoeding „O, maar zoo bedoelde ik het niet. Hü staat aan onze züde dus.Maar die twee kerels? Je kon ze ook hier in de wildernis vrijlaten, zoo dat ze een kans hadden, zichzelf te redden." „Jawel, maar als ze dan geluk hebben, en veilig in Cayenne terecht komen, wat dan?" „Je bedoelt, d.-.t ze ons onmiddellijk een pa trouille op ons dak zouden sturen. Dat is waar, daar had ik heelemaal niet aan gedacht." Eenige minuten dacht hü zwügend over den toestand na, en grinnikte dan vergenoegd, „Wat zou je er van denken als we hen een poosje dwongen op een eerlijke manier hun kost te verdienen? Ik ben in principe tegen dwangar beid, maar bü deze twee kerels lükt me een beetje slavendrijven niet ongewenscht. Onder drang van een geladen geweer zullen ze heel ge willig werken, net als jü on Jules daar ginds deden." „Dat zou heel goed gaan, als we André maar te pakken hadden. Maar nu...." „Morgen vroeg gaan we dien vrouwenmoorde naar achterna en als we hem niet kunnen vat ten, zullen we hem als een gevaarlük beest neer schieten. Hij verdient eigenlük nog veel erger." „Dat is waar, we mogen hem in geen geval zoo laten loopen." „Maar vannacht zullen we goed de wacht moeten houden. Je weet, dat hun boot op het oogenblik hier gemeerd is?" „Neen." „Daargings ligt ze. Ze hebben haar vanmid dag hierheen gebracht. Als André een gram hersens bezit, zal hü trachten die boot te be reiken om er mee van door te gaan. We zullen dien kant scherp in het oog moeten houden." „Dan denk ik niet, dat er vannacht erg veel geslapen zal worden. We zullen de wachten ver- deelen." De wachten werden verdeeld, maar niemand kon den slaap te pakken krügen en bü het eer ste teeken van den naderenden dageraad stond Langdon, die den geheelen tijd met een geweer over de knieën voor een der hutten gezeten had, op en rekte zich uit. Dan wekte hij de anderen. „We zullen maar meteen op zoek gaan naar André, zoolang hij nog op vrüe voeten is, kun nen we ons niet veilig achten." „Juist," meende Jules, „en ik zal een van de jagers zün." „Neen Jules. Jü kent het woud met zoo goed als Sandy en ik. Wij zullen samen gaan, en jü blijft met Harborough het kamp bewaken." „Maar als ik hem in de gaten krüg, mag ik hem toch als een dollen hond neerschieten, nietwaar?" „Op het eerste gezicht. Het is de eenige vei lige weg." Ver weg in de diepte van het oerwoud vingen door het gekrüsch van papegaaien en andere de apen hun wilden morgenzang aan, gevolgd dieren, en toen de boomen wat beter zichtbaar werden in het spookachtige licht, vertrokken Langdon en Sandy voor hun gevaarlüken tocht, niet wetend of André hun bewegingen bespiedde of niet. Eenmaal tusschen de boomen, spraken ze nog slechts op fluisterenden toon. en bewo gen ze zich met de uiterste behoedzaamheid verder. Na eenig zoeken vonden ze al gauw sporen in den moerassigen bodem, die door zware voet stappen vertrapt was. Een eindje verder was een dunne tak afgebroken en nog verder was een plek waar iemand op den grond moest zün gevallen. „Hier is hü vast een keer gestruikeld" merkte de Schot op. „Ja, dat moet geweest zün, toen hü dien schreeuw hooren liet." Het gehuil van de apen hield plotseling op, een oogenblik later gevolgd door hun tweemaal herhaald geblaf. Dan bleef nog slechts een diepe stilte. De twee spoorzoekers bleven een paar minuten roerloos staan, gespannen luisterend. Geen enkel geluid verried hun echter de nabü- heid van eenig menschelük wezen, en na een tüd je begonnen ze samen voorzichtig het voet spoor te volgen. Plotseling hield de Schot stil en fluisterde: „De kerel heeft in het duister de richting ver loren. Het spoor loopt in een cirkel." „Ik geloof het ook," fluisterde Langdon te rug, en ging weer behoedzaam verder. Een paar minuten later hield hü met een ruk zün pas in, plaatste zich snel achter een dikken boom, en bracht met een waarschuwend gefluister zün geweer aan den schouder. Zün metgezel volgde zün voorbeeld met een lenigheid, die verzazing- wekkend was voor iemand van zün postuur. „Wat is er kerel, heb je niets gezien?" (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 3