De Tweede Kamer over de
P.T.T.-begrooting
Tranen met tuiten zullen zij lachen
c
de vluchteling
van cayenne-I
TARIEFSVERLAGING
TOEGEJUICHT
DINSDAG 9 NOVEMBER 1937
Verscheidene leden zijn van
meeningdat de arbeidsvoor'
waarden van het personeel
zeer slecht zijn
Het vraagstuk van den
wereldomroep
Chronisch personeeltekort
Radio
Auteursrecht programma's
L. F. GUIT HERDACHT
In den Haagschen gemeenteraad
MINISTER SELDTE IN
DEN HAAG
Rijkslandbouwconsulenten in
het buitenland
Vreemden gebruiken de
Indië-lijn
Waar blijven onze eigen menschen,
vraagt de directie der K.L.M.
HET BURGERLIJK WETBOEK
1 October 1938 zal het honderd
jaar in werking zijn
BRANDSTICHTING
Dienstmeisje heeft bekend
De clearing met onze
Oosterburen
Duitsche stem tegen voortzetting
VONDEL-HERDENKING
BIJ DEN K.R.O.
Uitzending van een hoorspel:
„De bruiloft van Joost
van den Vondel"
VERBODEN LOTERIJ
Veroordeelend vonnis in
hoogste instantie
Stak winkelier zijn
zaak in brand?
In de affaire van Medemblik weer
één jaar geëischt
TEGEN EEN BOOM GEREDEN
Berijder maakte verkeerde
manoeuvre
ONDER ZIJN EIGEN WAGEN
GEDOOD
Mijnwerker gedood
Door vallende betimmering
getroffen
MAN TE ROTTERDAM
VERMIST
De politie verzoekt inlichtingen
Prins Bernhard neemt rijlessen
UIT DE STAATSCOURANT
Eervol ontslag
Onderscheidingen
Burgemeester
Centrale Beleggingsraad
Rechterlijke macht
Rijkslandbouwconsulent
DOOR OTTWELL BINNS
Blijkens 't Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer over de begrooting der Posterijen,
Telegrafie en Telefonie voor 1938 spraken
Vele leden er hun waardeering over uit,
dat het P.T.T.-bedrijf ook in de huidige om
standigheden zich zoo uitermate gunstig
ontwikkelt. Dat de bedrijfsleiding zoo soepel
en actief haar politiek van tariefsverlaging
doorzet, is ongetwijfeld zeer toe te juichen.
Verscheidene dezer leden hadden er ernstig
bezwaar tegen, dat ieder jaar opnieuw de winst
te laag wordt geraamd, zooals uit de opbrengst-
cijfers van de laatste jaren blijkt. Voor het jaar
1936, waarover het verslag van het hoofd
bestuur der P.T.T. onlangs is verschenen, werd
b.v. f 5i/2 millioen winst geraamd, terwijl uit
be uitkomst bleek, dat deze winst in werkelijk
heid f 10% millioen bedroeg.
Gevraagd werd of het in de bedoeling van den
Minister ligt tot verdere verlaging van de tarie
ven over te gaan, en, zoo ja, tot welke.
Door vele leden werd geklaagd over de slechte
Verzorging van het platteland.
De vraag werd gesteld, welke de kosten zijn
bij vervoer per vliegpost, nu het luchtrecht is
Afgeschaft, en welke bedragen noodig zijn voor
bet driemaal per week Verzenden van post naar
Ned.-Indië.
Enkele leden uitten den wensch, dat tot ver
dere automatiseering van de telefoon zal worden
overgegaan, terwijl men tevens gaarne zou verne
men, welke opzet in het algemeen aan de auto
matiseering ten grondslag ligt.
In aansluiting op het financieel zoo gun
stig beeld van het bedrijf werd van verschil
lende zijden aangedrongen op het in het oog
houden van de personeelsbelangen.
Naar de meening van verscheidene leden zijn
be arbeidsvoorwaarden zeer slecht. Stelselmatig
Vvordt het loon meer gedrukt dan bij een zoo
Winstgevend bedrijf te verantwoorden lijkt.
Wederom werd de verkorting van den arbeids
duur ter sprake gebracht. Deze is in vele ge
vallen bij het lagere personeel aanmerkelijk
langer dan 8% uur per dag.
Men drong nogmaals aan op invoering van de
48-urige werkweek.
De aandacht werd nog gevestigd op de aan
merkelijke verzwaring van den werktijd ten ge
volge van het postvervoer met de nachtpost-
weinen.
Opnieuw drongen vele leden aan op vermin-
bering van het aantal arbeidscontractanten.
Gewezen werd nog op het feit, dat op het
■megraafkantoor te Amsterdam een chronisch
Personeeltekort bestaat, hetgeen leidt tot stag
natie in den dienst en vertraging in de over-
fenging van telegrammen. Aanneming en vak-
Undige opleiding van mannelijk telegraafperso-
eel werden bepleit om hierin verbetering te bren-
Is het gerucht juist, dat de directie stelsel
matig de aanvulling van het telegraafpersoneel
"der de vrouwelijke krachten zal zoeken?
Geklaagd werd over het feit, dat de bevorde-
mg van adspirant-bestellers en jongelingen
eeds jarenlang vrijwel geheel stilstaat, of-
uhoon bij aanstelling de verwachting gerecht-
aardigd was, dat bij het bereiken van den 20-,
1 of 22-jarigen leeftijd een benoeming tot be
telier 'zou volgen. De loonen van deze personen
aijn veel te laag en de arbeid, dien zij moeten
^wichten, is dezelfde als die van de bestellers.
Men achtte dezen toestand onhoudbaar.
Wederom wezen enkele leden op de weinig
rUchtdragende wijze, waarop 't centraal over
eg bij het bedrijf van de P.T.T. wordt ge-
°erd. Meermalen komt het voor, dat de directie
met motiveert, waarom de bemoeiingen van 't
verleg haar niet hebben kunnen overtuigen,
evraagd werd of de minister bereid is om bü
be directie aan te dringen op een wat soepeler
1 vooral vertrouwelijker samenwerking, waar-
zou kunnen worden verwezen naar den gang
®-n zaken op dit stuk bij de Nederlandsche
sterntWegen' die volcloening en tevredenheid
Vele leden betuigden hun ingenomenheid
met het beleid, dat ten aanzien van de
radio-afdeeling van het P.T.T.-bedrijf werd
Sevoerd. De rustige maar gestadige ont
wikkeling van dezen dienst verdient allen
lof.
Verschillende leden zouden gaarne van den
minister vernemen, hoe deze zich voorstelt
de moeilijkheden op te lossen, welke zijn gere
zen tusschen de omroepvereenigingen en den
bond van exploitanten van radiocentrales. Deze
moeilijkheden betreffen niet alleen de te be
talen vergoeding, maar ook het streven der
centrales om den eigen plaatselijken uitzend
tijd geleidelijk aan uit te breiden. De oorspron
kelijke bedoeling van het radiodistributiebedrijf
komt daardoor in gevaar, wijl de radiocentrales
niet meer distribuanten blijven, maar geleide
lijk het zwaartepunt wordt verlegd naar de
eigen programmaverzorging. Dit moet zooveel
mogelijk worden vermeden.
De vraag werd gesteld of de radioraad in zijn
huidigen vorm nog wel beantwoordt aan de
aanvankelijke bedoeling van uitsluitend advi-
seerend lichaam voor de regeering te zijn. Ligt
in het overigens zeer te waardeeren werk van
den radioraad niet een aanwijzing, dat ook de
omroepvereenigingen een nuttige plaats in
dien raad zouden kunnén bezetten?
Enkele leden zouden gaarne ingelicht worden
over de klacht van uitgevers van niet dagelijks
verschijnende bladen, aan wie het verboden is
om de radioprogramma's op te nemen in hun
blad. Zulks is slechts toegestaan aan dagbla
den en een vier- of vijftal andere periodiek
verschijnende bladen. Wil de minister bevorde
ren, dat aan deze discriminatie, die hun on
gerechtvaardigd voorkomt, een einde gemaakt
wordt?
Hiertegen werd opgemerkt, dat het auteurs
recht der omroepvereenigingen op haar pro
gramma's blijkens de gevoerde procedures wel
vaststaat en dat het mitsdien aan den eige
naar van dat recht vrijstaat daarover arrange
menten te treffen, zooals zulks in het z.g.
„agreement" met de Nederlandsche dagblad
pers is geschied.
Met voldoening hadden vele leden kennis
genomen van de instelling van de commissie
tot bestudeering van het vraagstuk van den
wereldomroep. Hierdoor immers zal bevor
derd worden, dat ook de stem van Neder
land in dat kader op waardige wijze wordt
gehoord.
Sommige leden stelden in dit verband de
vraag of het niet op den weg van de regeering
ligt, den omroepvereenigingen bij de verzorging
van deze voor het algemeene nationale belang
zoo gewichtige uitzending eenigermate tegemoet
te komen. b.v. door het kosteloos ter beschik
king stellen van zenders of langs anderen weg-
Gevraagd werd in welk stadium de televisie
thans is. Zullen de technische en financieele
moeilijkheden, die zich hierbij voordoen, kun
nen worden overwonnen? Naar men meende te
weten, worden in de laboratoria van Philips al
lerlei proeven voor de televisie genomen. Hoewel
men alle waardeering voor dien arbeid had,
was men van oordeel, dat deze zaas volledig
in handen van de regeering moet zijn en via
de regeering in handen moet worden gelegd van
de omroepvereenigingen. Gevraagd werd ten
slotte of de minister zijn standpunt ten aanzien
van deze aangelegenheid kenbaar wil maken
Onder voorzitterschap Van mr. S. J. R. de
Monchy is de Haagsche Gemeenteraad Maan
dagmiddag bijeengekomen.
Voor de agenda in behandeling kwam, wijd
de de voorzitter eenige woorden aan de nage
dachtenis van het Zaterdag overleden raads
lid, den heer L. F. Guit. en goed lid, dat met
toewijding de plichten aan deze functie ver
bonden vervulde, is heengegaan.
De familie moge troost vinden in de ge
dachte, dat zijn nagedachtenis ook in den
kring van den raad zal voortleven.
De Duitsche rijksminister van Arbeid, Seldte,
is Maandagmiddag in Den Haag aangekomen.
Op het perron van het station Hollandsche
Spoor waren ter begroeting aanwezig zijn Ne
derlandsche ambtgenoot, prof. mr. C. P. M.
Romme, vergezeld van zijn kabinetschef, den
heer R. G. Wolf en de Duitsche gezant, graaf
Julius von Zech-Burkersroda.
Na de begroeting begaf het geheele gezelschap
zich in auto's naar de Duitsche legatie, om deel
te nemen aan een lunch, aangeboden door den
gezant.
De directeur-generaal van den landbouw
deelt mede, dat het kantoor van den rijksland-
bouwconsulent voor België en Luxemburg, te
Brussel, met ingang van 11 November gesloten
zal zijn.
Ir. L. A. H. Peters is met ingang van 1 Dec.
1937 benoemd tot rjjkslandbouwconsulent te
Washington. Zijn kantoor zal gevestigd zijn in
het gebouw van het Nederlandsche gezantschap,
1470 Euclia street, aldaar.
Voor belanghebbenden zal ir. Peters op 22
November a.s., van 10—12 uur en van 14—16
uur, spreekuur houden in een lokaliteit van
de directie van den landbouw van het ministerie
van Economische Zaken, Bezuidenhout 30 te
's-Gravenhage.
Het gebruik, dat vreemdelingen van onzen bij
uitstek nationalen dienst tusschen Amsterdam
en Batavia maken, is naar telkens blijkt
grooter dan het vervoer op deze lijn. dat af
komstig is van onzen eigen handel, industrie en
cultuurmaatschappijen.
Daarom heeft de directie van de K.L.M. zich
dezer dagen met een uitvoerig schrijven ge
richt tot alle Kamers van Koophandel en Fa
brieken in Nederland en tot de directies van op
Nederlandsch-Indië georiënteerde handelshuizen
en Fabrieken.
In dit schrijven wordt de beteekenis van den
luchtdienst op Indië, welke thans driemaal per
v/eek in beide richtingen wordt onderhouden,
uiteengezet en worden de belanghebbenden uit-
genoodigd zich persoonlijk omtrent de moge
lijkheden van den Indië-dienst door de K.L.M.
te laten voorlichten.
De Regeeringspersdienst meldt:
1 October 1938 zal het honderd jaar zijn ge
leden, dat het burgerlijk wetboek, het 'Vetboek
van koophandel en het wetboek van burgerlijke
rechtsvordering in Nederland werden ingevoerd,
evenals het tot deze codificatie behoorende oude
wetboek van strafvordering.
In verband met de van verschillende zijden
te verwachten en gedeeltelijk reeds ontworpen
plannen tot herdenking van deze voor land en
volk belangrijke gebeurtenis, aan welke her
denking ook de regeering deel zal nemen, is
een dezer dagen onder leiding van den minister
van Justitie op diens departement een ber
spreking gehouden, met het doel ten aanzien
van deze herdenkingsplannen van regeerings-
wege eenige leiding te geven en samenwerking
te verzekeren.
Tot deze bespreking, die een algemeen oriën-
teerend karakter heeft gedragen, waren naast
vertegenwoordigers van de rechterlijke macht,
uitgenoodigd de vice-president van den Raad
van State, de voorzitters van de beide Kamers
der Sta ten-Generaal, de voorzitter van de
Staatscommissie voor de burgerlijke wetgeving,
vertegenwoordigers van de wetenschappelijke
rechtsbeoefenaars czoowel uit de academische
wereld als daarbuiten), van de balie en van
het notariaat.
Op voorstel van den minister van Justitie
werd ter nadere uitwerking van het op deze
bijeenkomst besprokene een commissie inge
steld, bestaande uit:
jhr. mr. R. Feith, president van den Hoogen
Raad der Nederlanden, mr. J. Limburg, voor
zitter van de Staatscommissie voor de burger
lijke wetgeving, prof. E. M. Meijers, voorzitter
van de Nederlandsche Juristenvereeniging, prof.
R. Kranenburg, decaan van de rechtsgeleerde
faculteit van de Rijksuniversiteit te Leiden, jhr.
mr. A. K. C. de Brauw, voorzitter van de Neder
landsche Advocatenvereeniging.
Als secretaris is aan de commissie toegevoegd
mr. J. J. Woltman, tijdelijk ambtenaar bij het
departement van Justitie.
In verband met een feilen brand, welke Za
terdagavond heeft gewoed in de kapitale boer
derij van den landbouwer N. Bouman te Wa
genborgen (gem. Termunten) heeft de recher
che, na een uitgebreid onderzoek, als verdacht
van brandstichting, aangehouden de 21-jarigs
dienstbode A. B., die bij de familie Bouman in
betrekking was.
Na een langdurig verhoor heeft zij ten slotte
bekend den brand te hebben gesticht.
Zij is ter beschikking van den Officier van
Justitie te Groningen gesteld.
Het orgaan van de Nederduitsche Kamer van
Koophanden „Ruhr und Rhein" schrijft over de
Nederlandsch-Duitsche clearingbesprekingen o.a.
het volgende:
Nu de oude Duitsche verplichtingen aan Ne
derland zijn nagekomen en bovendien een klein
actief saldo ten gunste van Duitschland bestaat,
staat Duitschland met recht op het standpunt,
dat met het verdwijnen van de aanleiding, ook
de regeling zelf voor een meer doeltreffenden
vorm moet plaats maken. Nederland daaren
tegen verklaart, dat het tot dusver gevolgde
systeem goede resultaten heeft opgeleverd en
dat men het daarom wil handhaven.
Deze houding wordt niet alleen veroorzaakt
door den wensch om zoo snel mogelijk het door
Nederland in Duitschland belegde kapitaal te
doen repatrieeren, doch ook door de behoefte
van de Nederlandsche industrieën, welke door
rationalisatie en waardevermindering van de
valuta weer in staat zijn te exporteeren, en nu
gaarne hun afzet naar Duitschland zouden wil
len zien toenemen.
Het kan b.v. geen toeval zijn, dat juist nu een
groep Nederlandsche scheepsbouwwerven met
verwijzing naar den veranderden toestand in de
clearing met Duitschland, moeite doet voor het
verkrijgen van opdrachten uit het buitenland
voor het bouwen van voornamelijk kust- en
binnenvaartuigen.
Deze pogingen zullen zich waarschijnlijk nog
herhalen. Zij zijn zeer natuurlijk en begrijpelijk.
Ontoelaatbaar schijnt echter de inschakeling
van de Nederlandsche clearinginstanties te zijn
en de op deze manier ondernomen pogingen om
op het Duitsche standpunt druk uit te oefenen.
Het kan niet moeilijk zijn Nederland eraan
te herinneren, dat ten eerste van oudsher een
naar verhouding grooter Duitsch uitvoer-over-
schot ten opzichte van Nederland heeft bestaan
en dat ten tweede Duitschland in de laatste
drie jaar van de vruchten van dit overschot ge
noeg heeft afgestaan, om thans na de delging
van de oude schulden, tenminste op een herstel
van de vroegere verhoudingen te kunnen
rekenen.
De Vondel-herdenking bij den K.R.O. is dezer
dagen ingezet met een „actueele reportage, ge
bouwd op historische herinneringen" onder den
titel van: „De Vondelstad aan den Aemstel en
't Y".
Als tweede uitzending staat op het program
ma voor Zondag 14 November van 9.1010.30 des
avonds: „De bruiloft van Joost van den Vondel",
een hoorspel door Toon Rammelt, gemaakt naar
gegevens van J. A. Alberdingk Thijm, J. F. M.
Sterck en prof. B. Molkenboer O.P. De regie
is in handen van Henri Eerens. Dit zelfde
hoorspel zal Dinsdag 23 November 's morgens
van 10.30—11.30 worden heruitgezonden ten
dienste van de scholen.
Ten laste van den assuradeur C. A. A. en
H. C. A. G. te 's Gravenhage heeft de Recht
bank aldaar bewezen verklaard, dat zij te za-
men te 's-Gravenhage de deelneming hebben
opengesteld in de premieleening „Emprunt a
Lots 1932 d'un milliard de francs du royaume
de Belgique". Als beheerende vennooten van de
Commanditaire Vennootschap Algemeen Ne-
derlandsch Kantoor voor Administratie stelden
zij voor het publiek de gelegenheid open, lid te
worden van een club tegen een contributie van
f 1.75 per jaar, voor welke club dan 1 obligatie
van bedoelde leening werd aangekocht.
De Rechtbank verklaarde dit bewezene niet
strafbaar, daar bewijzen van deelneming niet
zijn certificaten in den zin der Loterijwet en
ontsloeg de verdachten van rechtsvervolging.
De Officier van Justitie kwam van dit von
nis in cassatie.
De Hooge Raad, gisteren arrest wijzende, heeft
met vernietiging van het bestreden vonnis, het
bewezen verklaarde strafbaar geoordeeld en,
ten principale rechtdoende, gerequireerden ver
oordeeld ieder tot een geldboete van f 50.
waarmede U kunt bekomen bij: Uitgeverij „M.K.W.", PI. Fran-
B 0 N sehelaan 30 bel-étage, Amsterdam, voor slechts f 0.45 afgehaald,
U of franco thuis na ontv. v. t 0.51 p. postwissel of op Giro 201404
DE 8 LEUKE SUCCES-VOORDRACHTEN
waarmede iedere Dame of Heer groot succes zal oogsten, telkens als zij
een of meerdere dezer nieuwe, leuke Humoristische Voordrachten op rym,
van GUUS FREEBO, ten beste geven op Gezellige avondjes, Feesten van
allerlei aard, Vereenigingsavonden, enz. Elko voordracht is „een Nummer
de verzameling, een keuze van een gemakkelijk voor te dragen blijvend
succes-repertoire, waarmede U ten allen tijde leder gezelschap in vroolijke
stemming brengt..
1. Dange Leentje; 2. De Verrassing; 3. Het Voorbeeld; 4. Lientjes Drama;
5. Niet dreigen! 6. Van den wal in de sloot; 7. Een Vliegertje; 8. zyn
Liefhebberijt je. OOK geschikt om voor te lezen
De 8 Nummers afgehaald slechts 0.45; franco per post na toezending van
1 0.51 per postwissel of op Giro 201404.
DE PESSIMIST.
„Waarom huil je
„Ik zie de toekomst zoo zwart in
Op 30 Januari van dit jaar ontstond brand
in een perceel aan de Westerhaven te Medem
blik, waarin zekere H. W. zijn Manufacturen
zaak dreef.
Er rezen vermoedens van brandstichting tegen
den man, die daarop werd gearresteerd .en ver
volgd. De rechtbank te Alkmaar veroordeelde
hem tot één jaar gevangenisstraf, tegen welk
vonnis hij appèl aanteekende.
W. hield steeds zijn onschuld vol en in Juni
van dit jaar diende de zaak voor het Hof te
Amsterdam. Dit college gelastte de invrijheid
stelling van den verdachte en besliste voorts,
dat verschillende punten nog nader zouden
worden onderzocht. Het voortgezette getuigen
verhoor geschiedde Maandag ter zitting van
het Hof.
De brand was ontstaan op een avond, dat de
winkelier niet thuis was. Toen hü verscheen,
was alles uitgebrand. W. was voor 2000 ver
zekerd, waarvan ƒ500 voor meubilair en ƒ1500
voor winkelgoederen.
Het door plaatselijke deskundigen ingestelde
onderzoek naar de oorzaak van den brand lever
de geen aanwijzingen tegen verd. op. Maar een
dag of tien later op 9 Februari verzocht
men den Amsterdamschen politiedeskundige,
den heer C. J. van Ledden Hulsebos, een on
derzoek te willen instellen.
Deze ontdekte twee brandhaarden in den kel
der, alsmede enkele artikelen, die met petro
leum waren doordrenkt. De deskundige was van
meening, dat de brand moest zij» aangestoken.
Daarbij achtte hij het zeer wel mogelijk, dat
de eene brandhaard door middel van een lont
den anderen heeft aangestoken.
Als deskundige werd thans gehoord ir. M. J.
van Thiel van het Provinciaal Electriciteitsbe-
drijf te Bloemendaal, die een uitvoerige tech
nische uiteenzetting gaf van het verschijnsel
van sluiting (een voorstadium van kortsluiting),
dat, hoewel zulks zelden voorkomt, na langeren
tijd brand kan doen ontstaan, iets wat in dit
geval tot de mogelijkheden kan behooren.
De heer C. J. van Ledden Hulsebos bleef bij
zijn vroeger afgelegde verklaringen.
Nadat nog eenige getuigen waren gehoord,
hield de procureur-generaal, mr. dr. D. Reilingh,
zijn requisitoir.
Spr. persisteerde bij zijn op 15 Juni j.l. in-
gestelden eisch, namelijk bevestiging van het
vonnis: een gevangenisstraf van één jaar.
De verdediger, mr. S. de Jong, concludeerde
tot vrijspraak.
Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald
op Donderdag 18 November.
Maandagochtend te tien uur is te Uden
een ernstig verkeersongeluk gebeurd op den
weg Uden-Zeeland.
De heer en mej. C. Verburg, uit Eindhoven,
zijn op een tandem even buiten het dorp Uden
bij het passeeren van een boerenkar tegen een
boom gereden. De man werd met een schedel
fractuur opgenomen en in ernstigen toestand
naar het St. Jansgasthuis te Uden overgebracht.
Mej. V. kreeg slechts een kleine wond aan de
hand.
Het ongeluk is te wijten aan het feit, dat de
berijder met te groote vaart direct na het pas
seeren der kar te veel naar rechts is uitgewe
ken. Het slachtoffer kon nog niet worden ge
hoord.
Maandag is de ruim 60-jarige voerman C.
van der Hom, wonende te Kollum, die een
wagenvracht palen voor het electrisch net ver
voerde, onder zijn wagen terechtgekomen en op
slag gedood.
Toen Vail der Horn met zijn wagen, waar
voor een paard was gespannen, ter hoogte van
de sluis te Dokkumernieuwezijlen was gekomen,
wilde hij, omdat de weg ter plaatse nogal hel
lend is, den wagen tegenhouden. Hij kwam
hierbij te vallen en beide wielen gingen hem
over hoofd en borst. De dood trad onmiddellijk
in.
Maandagmorgen is de 35-jarige houwer A.
Petric uit Heerlen, bij het verrichten van werk
zaamheden in de ondergrondsche werken van de
Oranje Nassaumijn 3 te Heerlerheide, door een
omvallende betimmering zoodanig getroffen, dat
de dood onmiddellijk intrad.
Het slachtoffer was gehuwd en vader van
twee kinderen.
Sedert 26 October wordt uit zijn woning aan
de Eerste Wandeloordstraat te Rotterdam ver
mist de 53-jarige schoenmaker J. Heemskerk,
die den laatsten tijd nog al zwaarmoedig was,
waarom men veronderstelt, dat hem een onge
luk is overkomen.
Zijn signalement luidt: lengte 1.70 meter, ten
ger pospuur, smal bleek gelaat, kaalhoofdig,
korte donkere knevel, donkere wenkbrauwen,
blauwe oogen. hoog voorhoofd, gaaf gebit, ge
brekkige spraak, vingers van linkerhand iets
kromgetrokken.
De man was gekleed in blauw costuum, grijze
vischgraatoverjas, grijze jockeypet, lager zwarte
schoenen, tricot ondergoed, grijze sokken en
blauwe trui.
De politie van het bureau Meermanstraat te
Rotterdam verzoekt inlichtingen.
Z. K. H. Prins Bernhard heeft Maandag
voor de eerste maal deelgenomen aan de rij
lessen der rijschool in Amersfoort.
Het ligt in de bedoeling van den Prins, deze
lessen, welke gegeven worden in een klas van
officieren, gedurende langeren tijd te volgen.
Jhr. mr. C. H. V. de Villeneuve, te 's-Gra
venhage, is op zijn verzoek ontslag verleend
als rechtsgeleerd lid, tevens plaatsvervangend
voorzitter van de commissie van advies, be
doeld in artikel 3, onder sub. 8, van het Cri-
sis-organisatiebesluit 1933.
Benoemd is tot ridder in de Orde van Oran-
je-Nassau H. Clumpkes, directeur van de Coö
peratieve Boerenleenbank te Swalmen.
Toegekend is de aan de orde van Oranje-
Nassau verbonden eere-medaille in goud aan:
J. F. C. Meijer te Utrecht, beheerder van het
filiaal Utrecht der N.V. Trading Company Late
Perry en Co., gevestigd te Amsterdam.
In zilver, aan H. J. H. Vennink, boschbaas
en jachtopziener bij den heer A. J. Bljjden-
stein, te Enschede.
Verleend is de eere-medaille, verbonden aan
de orde van Oranje-Nassau in goud, aan G. W.
H. Kleinhout, organist van de gereformeerde
kerk te Arnhem.
Aan: N. P. Knape, hoofd van de afdeeling
etserij der diepdrukafdeeling bij de N. V. Joh.
Enschede en Zonen, Grafische Inrichting, te
Haarlem.
Aan den heer Jhr. mr. F. Beelaerts van
Blokland, minister van Staat, vice-president
van den Raad van State, te 's-Gravenhage, is
vergunning verleend tot het aannemen van de
onderscheidingsteekenen van het grootkruis
der orde van den Duitschen Adelaar, hem door
den Duitschen Rijkskanselier verleend.
Aan E. J. H. Wolfs is op zijn verzoek, met
ingang van 1 December 1937, eervol ontslag
verleend als burgemeester der gemeente Heer.
Met ingang van 1 Januari 1938 is benoemd
tot lid van den Centralen Beleggingsraad mr.
W. M. van Lanschot, lid van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal te Vught;
tot plaatsvervangend lid prof. dr. G. M. Ver
rijn Stuart, hoogleeraar aan de Rijks Univer
siteit te Utrecht.
Benoemd is tot rechter-plaatsvervanger in
de arrondissements-rechtbank te Zwolle; mr.
G. C. D. baron van Hardenbroek, agent der
Nederlandsche Handelmaatschappij N. V. te
Zwolle;
is herbenoemd tot kantonrechter-plaatsver-
vanger in het kanton Tilburg met ingang van
10 December 1937; mr. H. J. A. Scheidelaar.
Met Ingang van 1 November 1937 is eervol
ontslag verleend aan ir. C. P. G. J. Smit, te
's-Gravenhage, als hoofdcommies' bij het de
partement van Economische Zaken (directie
van den Landbouw! en is hij benoemd tot
Rijkslandbouwconsulent aldaar.
64
Bij het licht van de stormlamp zag hij Mimi
0 de doode geknield liggen. Haar handen wa-
eh in gebed gevouwen. Langdon boog zwijgend
et hoofd. Tenslotte bemerkte het meisje zijn
!/anWezigheid, en stond wankelend op. Haar
°gen waren gevuld met tranen. Hij nam haar
®cht in zijn armen. -
mijn liefste," fluisterde ze met droeve
®m. „Het is vreeselijk, zóó te moeten sterven."
Haar stem stokte, en eenige oogenblikken
eef ze zwijgend snikken, terwijl hij haar tee-
aer vasthield.
Ban sprak hü zachtjes:
..Probeer flink te zijn, meisje, even dapper als
zich gehouden heeft. Ik ben ervan over
bed, dat ze 2jCh met vreugde voor jou heeft
Dgeofferd; je moet je altijd blijven herinne-
en. dat ze hier kwam om je te beschermen."
„Hoe zou ik dat ooit kunnen vergeten? Maar
aat me «sjeblieft nog een poosje alleen....
haar."
2e hief het hoofdje naar hem op, en nadat
haar aekust had—liet hü. haar alleen met.
de doode vrouw. Buiten vond hü Harborough op
hem wachten.
„Wat is er daarginds allemaal gebeurd, Dud
ley? We hoorden den kerel vol doodsangst
schreeuwen. Heb je hem
„Neen. Ik heb er geen kans voor gekregen.
Het was wel André, die dien kreet slaakte, maar
waarom, dat mag de hemel weten. Ik wil er ech
ter wel om wedden, dat hij een flinlcen schrik
kreeg, maar ik heb er geen idee van, waardoor.
Het is onder de boomen zoo donker als de
nacht."
Hü vertelde, wat hij uit de geluiden had kun
nen begrijpen. Toen hij zijn verhaal beëindigd
had, floot zün vriend peinzend tusschen zün
tanden.
„Een gekke geschiedenis," merkte hü op. ,Ik
zou er duizend dollars voor over hebben, te we
ten wat er precies gebeurd is."
„Dat kan alleen de kerel zelf je vertellen.
Maar misschien zullen we voor morgenochtend
meer van hem hooren dan we wel wenschen."
„Ik hoop van niet. Voor vannacht is er hier
al meer dan genoeg gebeurd. Ik hoop, dat de
schurk voorloopig volkomen buiten gevecht ge
steld is. Wat moeten we met die twee andere
kerels aanvangen?"
„Voorloopig rustig gebonden houden, dan kun
nen we morgen nog wel over hun lot beslissen.
Hoe staat het met Sandy?"
„Hij voelt zich wel een beetje beroerd, maar
ze hebben hem toch nog niets gedaan. Als de
bloedsomloop weer volledig hersteld is, zal hü
wel weer heelemaal in orde zün."
Lanadon lieD naar ziin vriend, j
„Wel Sandy, je bent er nog goed afgekomen!"
„Gelukkig wel, maar het heeft niet veel ge
scheeld. Jullie kwamen nog maar juist op tüd.
Die moordenaars waren van plan me in de ri
vier te werpen, en nog wel gebonden, begrüP
je?"
„Ik hoorde hem het zeggen. Ik stond in het
woud te luisteren, en ik hoorde
„En wie weet wat er met het meisje gebeurd
zou zijn, als Adèle niet geschoten had. God
hebbe haar arme ziel. Wat ben je van plan te
doen met Le Coq en die anderen?"
„Ik weet het nog niet. Het is niet zoo gemak
kelijk, daarover te beslissen. Het is onmogelük,
ze aan de justitie uit te léveren, zelfs niet als
jij of Harborough zich daarmee zouden willen
belasten. Le Coq zou terstond alles aan de po
litie vertellen, en jullie zoo allebei de das om
doen."
„Onder het recht moet je niet verstaan de
wettelijke macht. Denk er eens aan, dat ze mü
in de rivier wilden gooien, dus...."
Hij hield lachend op, toen hü de uitdrukking
op Langdon's gezicht.zag. „Dat staat je niet erg
aan, hé? Dat dacht ik ook wel. Je bent wel bui
tengewoon zachtmoedig voor een ontsnapten
gevangenisboef. Maar je kunt het gerust aan
Jules overlaten, die zal zich geen gewetensbe
zwaren maken. Toen die kogel Adèle doodde,
zou hij die twee kerels op hetzelfde oogenblik
met de bloote hand den nek hebben omgedraaid,
als Harborough niet tusschenbeide gekomen was.
Hij is een bloeddorstige, kleine duivel."
Maar een door en door trouwe makker. Ver
geet niet het millieu, waar hü uit komt; zün
opvoeding
„O, maar zoo bedoelde ik het niet. Hü staat
aan onze züde dus.Maar die twee kerels?
Je kon ze ook hier in de wildernis vrijlaten, zoo
dat ze een kans hadden, zichzelf te redden."
„Jawel, maar als ze dan geluk hebben, en
veilig in Cayenne terecht komen, wat dan?"
„Je bedoelt, d.-.t ze ons onmiddellijk een pa
trouille op ons dak zouden sturen. Dat is waar,
daar had ik heelemaal niet aan gedacht."
Eenige minuten dacht hü zwügend over den
toestand na, en grinnikte dan vergenoegd, „Wat
zou je er van denken als we hen een poosje
dwongen op een eerlijke manier hun kost te
verdienen? Ik ben in principe tegen dwangar
beid, maar bü deze twee kerels lükt me een
beetje slavendrijven niet ongewenscht. Onder
drang van een geladen geweer zullen ze heel ge
willig werken, net als jü on Jules daar ginds
deden."
„Dat zou heel goed gaan, als we André maar
te pakken hadden. Maar nu...."
„Morgen vroeg gaan we dien vrouwenmoorde
naar achterna en als we hem niet kunnen vat
ten, zullen we hem als een gevaarlük beest neer
schieten. Hij verdient eigenlük nog veel erger."
„Dat is waar, we mogen hem in geen geval
zoo laten loopen."
„Maar vannacht zullen we goed de wacht
moeten houden. Je weet, dat hun boot op het
oogenblik hier gemeerd is?"
„Neen."
„Daargings ligt ze. Ze hebben haar vanmid
dag hierheen gebracht. Als André een gram
hersens bezit, zal hü trachten die boot te be
reiken om er mee van door te gaan. We zullen
dien kant scherp in het oog moeten houden."
„Dan denk ik niet, dat er vannacht erg veel
geslapen zal worden. We zullen de wachten ver-
deelen."
De wachten werden verdeeld, maar niemand
kon den slaap te pakken krügen en bü het eer
ste teeken van den naderenden dageraad stond
Langdon, die den geheelen tijd met een geweer
over de knieën voor een der hutten gezeten had,
op en rekte zich uit. Dan wekte hij de anderen.
„We zullen maar meteen op zoek gaan naar
André, zoolang hij nog op vrüe voeten is, kun
nen we ons niet veilig achten."
„Juist," meende Jules, „en ik zal een van de
jagers zün."
„Neen Jules. Jü kent het woud met zoo goed
als Sandy en ik. Wij zullen samen gaan, en jü
blijft met Harborough het kamp bewaken."
„Maar als ik hem in de gaten krüg, mag ik
hem toch als een dollen hond neerschieten,
nietwaar?"
„Op het eerste gezicht. Het is de eenige vei
lige weg."
Ver weg in de diepte van het oerwoud vingen
door het gekrüsch van papegaaien en andere
de apen hun wilden morgenzang aan, gevolgd
dieren, en toen de boomen wat beter zichtbaar
werden in het spookachtige licht, vertrokken
Langdon en Sandy voor hun gevaarlüken tocht,
niet wetend of André hun bewegingen bespiedde
of niet. Eenmaal tusschen de boomen, spraken
ze nog slechts op fluisterenden toon. en bewo
gen ze zich met de uiterste behoedzaamheid
verder.
Na eenig zoeken vonden ze al gauw sporen in
den moerassigen bodem, die door zware voet
stappen vertrapt was. Een eindje verder was
een dunne tak afgebroken en nog verder was
een plek waar iemand op den grond moest zün
gevallen.
„Hier is hü vast een keer gestruikeld" merkte
de Schot op.
„Ja, dat moet geweest zün, toen hü dien
schreeuw hooren liet."
Het gehuil van de apen hield plotseling op,
een oogenblik later gevolgd door hun tweemaal
herhaald geblaf. Dan bleef nog slechts een diepe
stilte. De twee spoorzoekers bleven een paar
minuten roerloos staan, gespannen luisterend.
Geen enkel geluid verried hun echter de nabü-
heid van eenig menschelük wezen, en na een
tüd je begonnen ze samen voorzichtig het voet
spoor te volgen.
Plotseling hield de Schot stil en fluisterde:
„De kerel heeft in het duister de richting ver
loren. Het spoor loopt in een cirkel."
„Ik geloof het ook," fluisterde Langdon te
rug, en ging weer behoedzaam verder. Een paar
minuten later hield hü met een ruk zün pas in,
plaatste zich snel achter een dikken boom, en
bracht met een waarschuwend gefluister zün
geweer aan den schouder. Zün metgezel volgde
zün voorbeeld met een lenigheid, die verzazing-
wekkend was voor iemand van zün postuur.
„Wat is er kerel, heb je niets gezien?"
(Wordt vervolgd.)