(Qy AaaA ffliïSScJuz, Ij&mt Staat ALLES yo&t, Prof. Aalberse neemt afscheid van de Tweede Kamer Verdragen met Rusland en 't anti-Komintern-pact H HET HEENGAAN VALT HEM ZWAAR KOMT'JAPAN NAAR BRUSSEL? Kerkelijk leven DINSDAG 9 NOVEMBER 1937 EE NICE TIJD LATER OM UW TEINT FRISCH EN JEUGDIGTE HOUDEN: PALMOLIVE, MET OLIJFOLIE BEREID! Ontroerend dankwoord BUITENLANDSCH OVERZICHT Tokio zal Vrijdag a.s. beslissen DRIE NIEUWE ARRESTATIES De vergiftigingspoging te Zwaag DE OVERVAL OP EEN DOKTER Langdurige gevangenisstraf voor de daders HET BEZOEK VAN MINISTER SELDTE NAASTING VAN TRAMWEGEN BENOEMINGEN IN HET AARTSBISDOM ^ond! VerJrischt dt gezond! ontvangt U - tegen inzending van zwarte bandjes der bekende Palmolive verpakking aan Palmolive, Amsterdam-C. - één ex. van het mooie UITKNÏPBOEK DER VIJFLINGEN Prachtige omslag (Dr. Dafoe en de vijf- lingen) in veel-kleurendruk; 72 gekl. JJ afbid, van de babies, haar kleertjes, speelgoed enz. VINDT U NIET DAT DIT HOEDJE MIJ GOED STAAT? 'T IS EIGENAARDIG - U KUNT NU ALLES DRAGEN I VROEGER NIET...; HOE KOMT DAT EIGENLIJK? IK VERBAAS MIJ ZEER OVER HET GEVAL VAN MEVROUW R.. EEN VAN UW ELEGANTSTE CLIËNTEN! O JA. MEVROUW R. HEEFT DE PALMOLIVE SCHOONHEIDS METHODE GEVOLGD... EN NU STAAT HAAR ELKE KLEUR EN IEDER MODEL.... WAT EEN CHIQUE HOEDl WAAR KOOP JE JE HOEDEN TE- GENWOORDIG? IK BEN NIET VAN ADRES VERANDERD. IK GEBRUIK ALLEEN RE- GELMATIG PALMOLIVE EN BIJ EEN MOOIE TEINT FLATTEERT ZELFS HET EENVOU- DIGSTE HOEDJE! Elke vrouw kan haar charme verhoogen als zij. thuis, regel matig de Palmolive schoonheids-methode toepast. Masseer 's morgens en 's avonds Uw gelaat, hals en schouders met het verzachtende, verjongende schuim van Palmolive zeep. Spoel af met warm, daarna met koud water. Dat is alles... Bij de bereiding van Palmolive worden groote hoeveelheden olijfolie verbruikt: daarom is deze zeep zoo zuiver en ver kwikkend! Want alle schoonheidsspecialisten bevestigen dat olijfolie op lichaamstemperatuur in de poriën dringt en de huid verjongt. Palmolive zeep reinigt de huid volkomen zonder te irriteeren, en maakt haar zoo zacht als satijn. Palmolive kost zoo weinig, dat duizenden vrouwen ze óók gebruiken voor een dagelijksch Palmolive schoonheidsbad: zoo ondergaat Uw geheele lichaam de goede werking dezer zeep Eerst na rijp beraad kon hij er toe overgaan, zijn nieuwe eervolle functie te aanvaarden Z. Exc. prof. mr. P. J. M. Aalberse heeft hedenmiddag met de volgende rede afscheid genomen van de Twee de Kamer: Gedurende den tijd, dat ik de eer heb ge had Voorzitter van deze Kamer te zijn, is dit voor mij eigenlijk het eerste moeilijke °ogenblik. Toen mij voor enkele weken van Regee- Tingswege de vraag werd gesteld, of ik eventueel een benoeming tot lid van den Raad van State zou willen aanvaarden, was hiijn eerste reactie: neen. In de enkele dagen van beraad, die mij gegeven waren, ben ik, zij het na grooten innerlijken strijd, tot de tegenovergestelde conclusie gekomen. Mijn gevoel zei mij: blijf, waar gij zijt. En het zal u niet onbegrijpelijk voorko ken. Sinds 1903, toen ik na dr. Schaep- kan's dood, op het door hem te kennen gegeven verlangen, in het kiesdistrict Al- kelo tot zijn opvolger werd gekozen, heb ik ö;et een onderbreking van negen jaren tot °P heden in deze Kamer zitting gehad. En gedurende zeven van die negen jaren was ik, zij het aan de andere zijde der Ministers tafel, hier toch ook vaak, wellicht méér dan eén mijner ambtgenooten, aanwezig. Zoo heb ik het grootste deel van mijn openbaar leven doorgebracht in deze sfeer. Wat dit voor mij beteekende, zult gij heseffen, die weet, hoe ik met hart en ziel verknocht ben aan de constitutioneele konarchie met het parlementaire stelsel, E]s den voor een vrij volk, tot een bepaalde hoogte van ontwikkeling gekomen, meest Eeëigenden regeeringsvorm. Wat dit voor mij inhield, zal u duidelijk zÜn, wanneer gij u herinnert, dat ik hier, °hi slechts de namen te noemen van enkele hooden, mannen heb mogen ontmoeten als k-- Kuyper, ds. Talma en mr. Heemskerk, ihr. de Savornin Lohman en dr. de Visser, kr. Kolkman, mr. Loeff en Mgr. Nolens, mr. Troelstra en Schaper, prof. Drucker, mr. Treub en dr. Bos, mr. Goeman Borgesius en kof. van der Vlugt. Al die namen herinne- ren ons aan dagen van strijd, ongetwijfeld, kaar, bij alle principieel meeningsverschil, toch ook aan groote onderlinge persoonlijke ^'aardeering. Ren laatsten tijd bezette ik, mede door vertrouwen, dezen hoogen zetel. Bij het volvoeren van de taak, die ik daar had te vervullen, hebt gij mij gesteund door uw kedewerking en waardeering, zóó zeer, dat 'k thans met voldoening mag constateeren, hat ik in de geheele periode van mijn voor- 2itterschap nimmer ook maar één lid tot de °rde heb behoeven te roepen. Wanneer al enkelen keer de een of ander dreigde zich iets te ver te wagen, was een even wenk brauwfronsen al voldoende, hem voor uit glijden te behoeden. °ok de betrekkingen, die ik als leider k»er werkzaamheden met de regeering kocht onderhouden, laten niet dan goede herinneringen achter. Wanneer gij dit alles bedenkt en u reali- Seert wat het in mijn leven is geweest, dan 2ult gij begrijpen, dat geheel mijn gevoel kij ertoe drong te blijven waar ik was, hoe eervol ook het perspectief mocht zijn, dat kij geopend werd; en hoezeer ik ook, blij kens een voor enkele jaren door mij in deze aker gehouden rede, overtuigd mocht zijn yan de groote waarde en het blijvende nut ^ah het hooge Staatslichaam, waarin mij °P zoo heusche wijze de plaats werd aan geboden, voorheen bezet door mijn ouden eidschen studievriend Struycken, die na kjn vroegen dood waardig opgevolgd werd Qoor mr. Romme. Mijn gevoel bleef zeggen: neen. l^ijn verstand echter raadde mij anders. Re taak van een Kamervoorzitter is Zy,aar, zelfs als hij zooveel waardeering en Semoetkomende medewerking ondervindt, hls gij mij zoo ruimschoots hebt geschon- etl- Het vier a vijf uur achtereen inge spannen luisteren, het altijd op zijn qui- Tive moeten zijn, vooral het leiding geven *aa ©en debat over groote wetsontwerpen. waarop vele amendementen zijn ingediend, vereischen een physieke geschiktheid en nog meer een vermogen tot het zonder be zwaar ondergaan van sterke psychische spanningen, welke alleen van hem kunnen worden verwacht, die, hoewel niet jong meer, toch nog in de kracht van zijn leven is. Hoelang zou ik voor mijzelf daarop nog mogen rekenen? Niemand, die het zeggen kan. Maar dit stond bij mij vast: het eerste symptoom dat mij komt waarschuwen, zal zijn het sein voor mijn heengaan. Eenvou dig plichtsgevoel schreef mij dit voor. En ik deel de opvatting der Engelsche Spea kers, die krachtens een traditie van meer dan anderhalve eeuw, slechts door één uit zondering onderbroken, bij hun heengaan niet aftreden als Speaker, maar bedanken als lid van het Lager Huis, en daardoor op houden Speaker te zijn. Zoo was ook mijn voornemen te handelen. Maar dan? Ik heb mijn leven lang hard gewerkt, en daarin mede mijn levensvreug de gevonden. Zag ik er n u al tegen op, uit het actieve staatkundige leven te^ treden, cok al wacht mij thans een nieuwe eervolle en nuttige werkkring, hoe zou ik d a n den volkomen ambteloozen staat ingaan, ik, die nooit rust heb gezocht, en mij een levens waardig bestaan in ruste voor mijzelf niet denken kan? Voor welk een beslissing zou ik dan, wellicht over twee, drie jaar, komen te staan? Zou ik dan, bij dezen strijd tus- schen het verlangen van te willen blijven werken en den plicht om heen te gaan in ruste, niet diep betreuren, dat ik thans op het aanbod van een even eervollen als nuttigen werkkring, welke echter niet de psychische spanningen kent, eigen aan het voeren van het presidium in een groote vergadering, afwijzend zou hebben geant woord? Vergeeft mij, dat ik, tegen mijn gewoonte, thans zoo lang over mijzelf sprak. Maar na de van waardeering getuigende wijze, waarop Gij mij nog zoo kort geleden andermaal voor de benoeming tot Uw voor zitter aan H. M. de Koningin hebt voorge dragen, en nadat ik con amore deze be noeming heb aanvaard, voelde ik mij ge drongen, ja verplicht, U in alle oprecht heid de motieven mee te deelen, waarop ik ten slotte, na rijp beraad, en niet zonder grooten inwendigen strijd, tot het besluit ben gekomen, dat ik op de vraag, of ik be reid zou zijn een benoeming tot lid van den Raad van State te aanvaarden, gemeend heb te moeten antwoorden met: ja. En zooals ik U, vóór de publicatie, heb mogen mededeelen, deze benoeming is daar op gevolgd met ingang van morgen, 10 No vember. Dit beteekent voor vandaag mijn heen gaan van hier. Maar ik kon niet heengaan, zonder U nog eenmaal te hebben toegesproken, zon der U, en allen, die hier mijn medewerkers zijn geweest, mijn dank te hebben betuigd. U, geachte medeleden, dank ik voor alles, wat Gij mij hier hebt gegeven, uw waar deering, uw vriendschap, uw steun. Ik dank U allen, uit den grond mijns harten. Mocht ik ooit, hetzij vóór hetzij tijdens mijn presidium, iets hebben gezegd, wat iemand persoonlijk onaangenaam heeft ge troffen, ik vraag er vergeving voor. Eerlijk kan ik verklaren: het lag nimmer in mijn bedoeling. Dank breng ik ook aan mijn trouwe me dewerkers, de heeren Griffiers en het per soneel van de Griffie en de Bibliotheek. Het was voor mij vreugdevol, te bemerken, hoe zeer zij allen er steeds naar streefden, het werk van den voorzitter zoo nauwkeurig mogelijk voor te bereiden en zijn arbeid te verlichten. Twee van hen moge ik met name noemen. Ik dank den Griffier, mr. Kesper, die voor mij meer was dan een rechterhand. Wan neer het mij leed doet, heen te gaan, ja dan is dat ook voor een deel, omdat aan die goede, laat ik het precies zeggen: aan die oprechte samenwerking thans een einde komt. En dan dank ik ook mijn ouden vriend Pippel, die, ook toen reeds ervaren vraag baak, mijn eerste schreden heeft geleid in het parlementaire strijdperk. Als wij, jon- et drievoudig verbond tusschen Duitsch- land, Italië en Japan staat in het mid delpunt der geheele Wereldpers. In het Westen is er geen enkel blad de fascistisch en nationaal-socialistisch beïnvloede pers na tuurlijk buitengesloten, ofschoon deze ook nogal huiverig is dat er een woord goeds voor over heeft, omdat niemand geloof kan schenken aan de bewering, dat het pact inderdaad tegen het communisme is gericht. Wij meenen den alge- meen-politieken kant van het verbond gisteren voldoende te hebben toegelicht. Voor heden nog alleen dit: door het sluiten van dit pact hebben Duitschland verleden jaar en Italië thans weer eens duidelijk getoond, hoe ontstellend weinig eerbied autoritaire landen voor gesloten verdra gen hebben. Zoowel Duitschland als Italië staan met Rusland in min of meer nauwe relatie. Duitschland door ontelbare economische en door geografische draden en bovendien door het verdrag van Rapallo, dat, in 1922 door Wirth en Rathenau gesloten, nog altijd van kracht is, en Italië door het non-agressie-verdrag van 1933, op 2 September van dat jaar door Mussolini onderteekend, en dat nog loopt tot 2 September 1938, waarna het met een termijn van één jaar kan worden opgezegd. Het is dan ook te begrij pen, dat Rusland zijn ambassadeur ook dit vergete men niet: Duitschland, Italië en Rus land hebben wederzijds in de hoofdsteden ambassades en handelsafdeelingen aan het werk zet. Toen Duitschland verleden jaar het pact met Japan sloot, dat zoogenaamd tegen de Komintern is gericht, protesteerde de Rus sische ambassadeur te Berlijn, zich beroepend op het vriendschapsverdrag van Rapollo en thans heeft de Russische ambassadeur te Rome geprotesteerd, verwijzend naar het verdrag van 1933, waarvan het eerste artikel bepaalt, dat geen der beide staten met een derde mogend heid verdragen mag afsluiten, waaruit voor de andere partij nadeel zou kunnen voortvloeien. Om zich te verdedigen tegen het verwijt van verdragsschennis heeft Duitschland verleden jaar verklaard en verklaart Italië thans, dat ,,het pact geen betrekking heeft op de Sovjet- Unie, maar op de derde internationale". Men behoeft geen moeite te doen, naar een parle mentair woord te zoeken, om deze verdediging geren toen, iets niet wisten, gingen wij maar naar Pippel, en hij hielp ons altijd. Zoo is het gebleven. Gul heeft hij mij laten dee len in de vruchten van zijn steeds rijker wordende kennis en zijn steeds toenemende ervaring. Hij zag mij komen, hij ziet mij gaan. Maar ik zal altijd met erkentelijkheid aan hem blijven denken. Den ambtenaren der Stenographische Inrichting ben ik evenzeer dank verschul digd voor de diensten, die zij mij èn als lid én als voorzitter bewezen. En ik sluit daar bij in alle anderen, die ons in dit Huis zoo trouw hun diensten- bewijzen. Ten slotte ook mijn dank aan hen, die wel niet tot onze directe medewerkers geteld worden, maar toch tot ons behooren; die niet in ons midden zetelen, maar uit dc hoogte op ons neerzien, steeds in den letter lijken zin, voor een enkele maal misschien ook wel eens in figuurlijken zin. Reeds de oude Burke was van meening, dat in het Engelsche Parlement van zijn tijd niet drie, maar vier standen waren. Die vierde stand zetelde op de perstribune. Burke was geneigd te gelooven, dat deze zelfs verreweg de be langrijkste was. Inzooverre 'is dit juist, dat een Parlement zonder een vrije en onaf hankelijke pers eigenlijk niet goed function- neeren kan. Het parlementaire stelsel i nu eenmaal het regeeringssysteem, dat be rust op de publieke opinie. Is die er niet, of kan zij zich niet vrijelijk uiten, dan valt heel de grondslag voor een goede werking van het parlementaire stelsel weg. En daar om dank ik ook de vertegenwoordigers van de pers, over wie ik mij, althans sinds er geluidversterkers in deze zaal zijn aange bracht, nimmer te beklagen heb gehad, en zij, vertrouw ik, sindsdien ook minder over mij. En zoo is dan voor mij het oogenblik van scheiden aangebroken. Ik beken het in alle oprechtheid: het valt mij zwaar. Van U allen, medeleden en medewerkers, omlaag en omhoog, van U allen moge ik afscheid nemen met dezen ouden Neder - landschen wensch, een wensch, waarin alle goeds besloten ligt: zijt Gode bevolen. Steeds meer licht in de inbraken- serie te Enschedé Dank zij den ijverigen en nauwgezetten naspeu ringen der Enschedesche recherche is een flinke opruiming gehouden onder het inbrekersgildeen daardoor een gevoel van veiligheid onder de bevolking van Enschede teruggekeerd. De vier gearresteerde inbrekers hebben thans een volledige bekentenis afgelegd en als gevolg daarvan zijn Maandag aangehouden M., P. en v. d. B„ die inmiddels ook hun medeplichtigheid hebben bekend. De hoofddader is de 30-jarige B. R., die over 45 inbraken volledige opheldering heeft gegeven. De eerste dezer serie vielen reeds in de jaren 1932 en 1933. Doordat ze zoo lang ongehinderd konden „werken", traden zij steeds driester op. De inbraak in het pension van mevr. L. bijv. werd op touw gezet, toen twee man der bende de dames haar woning zagen verlaten en haar hoorden zeggen, dat zij naar de bioscoop gingen. In een minimum van tijd waren de mannen binnen en hadden ze 120.maand salaris van een der dames in handen. Aan het licht kwam thans ook een diefstal in een textiel fabriek, waarvan nooit aangifte was gedaan. Bjj een inbraak in de Minkimaerstraat vielen hun 30 gouden tientjes in handen, welke bij een bank te Amsterdam werden ingewisseld en 12 per stuk bleken op te brengen. In totaal hebben ze voor eenige duizenden guldens buitgemaakt, ongeacht nog de enorme hoeveelheid goederen, waarvan de waarde bijna even groot is. In de textielfrabriek hebben ze heele stapels manu facturen gestolen. De goederen en het geld werden bewaard in geheime bergplaatsen, welke enkele bendeleden op de zolders hunner wonin gen hadden ingericht. Vermoedelijk zullen nog meer arrestaties volgen, daar bij het verdere onderzoek steeds nieuwe aanwijzingen werden verkregen. Schoonmoeder ter beschikking van de regeering gesteld De Alkmaarsche rechtbank veroordeelde heden de 74-jarige boerenvrouw Antje M.-E., wonende te Zwaag en thans gedetineerd, tot één dag gevangenisstraf met aftrek van één dag pre ventief en tot ter beschikking stelling van de Regeering. De vrouw had getracht, haar schoonzoon B. L., te Zwaag, te vergiftigen door middel van rattenkruid (Rodent), hetwelk zij op zijn boter ham had gesmeerd. De Officier had een straf geëischt gelijk aan het vonnis. Minister De Wilde bezoekt ont ginningen in Overijsel Dezer dagen heeft de minister van Finan ciën, mr. J. A. de Wilde, vergezeld van de hee ren jhr. mr. van Asch van Wjjck, secretaris generaal en mr. De Boer, administrateur van het departement van Financiën, een bezoek ge bracht aan eenige terreinen in Overijsel, onder geleide van ir. J. Nysingh, rentmeester der staatsdomeinen te Zwolle, nadat eerst op diens bureau een bespreking was gehouden. Bezocht werden verbeteringswerken in eenige te Stap horst gelegen complexen, waarna te Giethoorn de ontgonnen gebieden werden bezichtigd, waarbij een drietal nieuw gebouwde domein boerderijen werd bezocht. te kWalificeeren, want iedereen weet, dat Hitier reeds jaren lang en in ontelbare redevoeringen en Mussolini in den laatsten tijd telkens weer herhalen, dat de Sovjet-Unie en de derde in ternationale een ondeelbaar geheel vormen (wat trouwens waar is). Hun verdediging heeft dus geen waarde. Blijft alleen over de weinige eer bied voor de verdragen, die hun landen met „het land van de communistische pest" hebben gesloten en niet hebben opgezegd. Te Brussel verkeert men in afwachting, welk antwoord Japan zal geven op de nota der zoogenaamde negen-mogendheden- conferentie. Er zijn in werkelijkheid veel meer mogendheden vertegenwoordigd. Daartegen richt zich een der bezwaren van Japan. De nota stelt nu vast, dat het negen-mogendheden- verdrag van toepassing is op het huidige con flict tusschen China en Japan, dat de onder teekenaars van het verdrag bevoegd zijn, de rechten uit te oefenen, die het hun toestaat en dat alle mogendheden, die belangen hebben in het Verre Oosten door de vijandelijkheden wor den getroffen. Niettemin acht men het moge lijk de bezwaren van Japan op dit punt weg te nemen door Japan voor te stellen, naar Brus sel te komen, om daar met de vertegenwoordi gers van een beperkt aantal staten van ge dachten te wisselen. Die gedachtenwisseling zou geschieden in het kader van het negen-mogend- heden-verdrag en overeenkomstig de bepalin gen van dit verdrag, met de bedoeling tot bij legging van het conflict te komen. De nota is in duidelijken toon gesteld en is zeer tegemoet komend. Men is te Brussel terecht van meening geweest, dat men meer resultaten bereikt met een druppel honing dan met 'n vat azijn. Vooral is opgevallen de inhoud van een amendement van den vertegenwoordiger der Vereenigde Sta ten, Norman Davis, op den oorspronkelijken in houd, welk amendement werd aangenomen. Het luidde: De geheele werefd is bezorgd over de uitwerking, die de vijandelijkheden hebben op den vrede en de veiligheid van de leden der volkerenfamilie". In conferentiekringen was men over dit amendement zeer verheugd, om dat het de eerste maal is sedert langen tijd, dat de Vereenigde Staten officieel in een inter nationaal diplomatiek document een verklaring doen invoegen, waaruit blijkt, dat Washington niet meer onverschillig staat tegenover het ge beuren op andere continenten en vooral om den toon, die wordt aangeslagen en culmineert in het woord „volkerenfamilie". Het wachten te Brussel zal nog eenigen tijd duren. Zoo juist komt er namelijk een Reuterbericht binnen, dat de regeering te Tokio pas een besluit zal nemen ten opzichte der tweede uitnoodiging, naar Brussel te komen, in de kabinetszitting, welke Vrijdag a.s. zal worden gehouden. Japan heeft dus niet de tweede uitnoodiging zonder verwijl en bruusk van de hand gewezen, zooals het bij de eerste invitatie deed, maar neemt haar in rijp beraad. Dit is reeds veel gewon nen. Klaarblijkelijk staat de tijdsbepaling in verband met de krijgsverrichtingen om Sjang hai, waaruit thans de Chineezen, na dappere, heldhaftige verdediging, zijn weggetrokken Japan zal zich dan sterk gevoelen met Sjang hai en zijn internationale nederzettingen als een soort van vuistpand in de hand, wanneer het mocht besluiten ter conferentie te komen. Het blijft echter zeer onzeker, of het zal komen. Gisteren verklaarde de Japansche pers nog eens, dat Japan „alléén uit zelfverdediging handelt en niet kan deelnemen aan een bespre king, uitgaande van den Volkenbond, waar een onredelijke en arrogante motie tegen Japan werd aanvaard". Voor optimisme is dus nog weinig grond. De Haagsche rechtbank heeft heden uit spraak gedaan in de strafzaak tegen den 23- jarigen kantoorbediende J. C. V. en den even eens 23-jarigen los-werkman J. J. H. Z., die in Augustus van dit jaar een overval gepleegd hebben op dokter De Ridder, in diens woning aan het Oranjeplein te Den Haag. Ter zake van dezen overval en een door hen gepleegde inbraak in een meubelfabriek aan het Smidswater werden beiden tot 3 jaar gevan genisstraf veroordeeld. De eisch was tegen beiden vier jaren geweest. Het tweetal heeft voorts nog terecht gestaan voor een inbraak in een wijnhandel in de Anna Paulownastraat, te zamen met den 19-jarigen kapper L. J. O. Deze laatste werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 jaar, conform den eisch en de beide anderen tot een ge vangenisstraf van ieder 8 maanden, eveneens conform den eisch. Vandaag naar Alkmaar en Wieringermeer De Duitsche Rijksminister van Arbeid, de heer Seldte en zijn gezelschap zullen heden ochtend om half negen per auto naar Alkmaar rijden, waar ir. S. Smeding, direfcteur van den Wieringermeerpolder zich bij hem zal voegen. De heeren Draayer, van Hoeven en Mesu zul len ook heden den Minister vergezellen. De heer Meyer de Vries zal eveneens aan deze excursie deelnemen. Van Alkmaar uit wordt naar de Wieringer- meerwerken gereden. De heer Smeding zal een korte uiteenzetting geven, terwijl eenige boe renhoeven, polderwerken en de afsluitdijk zul len worden bezichtigd. Na de lunch in Mid- denmeer zal de Wieringermeerfilm worden ver toond. De terugtocht van Alkmaar naar Den Haag zal per trein worden gemaakt. Des avonds biedt de Nederlandsche regeering in hotel Wittebrug een diner aan haar Duit sche gasten aan. Ingediend is een wetsontwerp houdende be krachtiging van overeenkomsten betreffende naastingsprijzen van twee tramwegen. Overeenstemming is thans n.l. verkregen voor de krachtens de wet van 1935 genaaste tramwe gen Denekampgrens (Gronau) en Hoorn Grootebroek. Bij de berekening van de voor beide tramwe gen overeengekomen naastingsprijzen is uitge gaan van de grondslagen, die in vorige gevallen steeds door de regeering zijn aangenomen. I Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht heeft benoemd tot kapelaan te Groningen (H. Joseph) den Weleerwaarden heer F. W. J. Kolkman en heeft op voordracht van den Hoogeerwaarden Pater Provinciaal der Paters Carmelieten be noemd tot kapelaan te Doornenburg den Wel eerwaarden Pater G. H. M. Lutz O.Caim.; en heeft voorts benoemd tot kapelaan te Naar- den den Weleerwaarden heer W. G. Nieuwe- boer en heeft op voordracht van den Hoogeer waarden Pater Provinciaal der Paters Carme lieten benoemd tot kapelaan te Zandberg (Dr.) den Weleerwaarden Pater N. E. Th. Schwering O.Carm.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 9