Installatie van den burgemeester
Treedt mij onbevangen
tegemoet
DIJJERS
Het nieuws van heden
Vele autoriteitenzoowel wereldlijke als geestelijke,
woonden de plechtigheid bij
VEREENIGDE KATHOLIEKE PERS
DINSDAG 16 NOVEMBER 1937 AVONDBLAD
HOTEL - CAFE - RESTAURANT
Men spreekt over onze keuken
niets dan goeds
DAGBLAD MET OCHTEND- EN AVOND-EDITIE, UITGEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM
GARANTIE
Rede loco-burgemeester
Van Liemt
Rede nieuwe burgemeester
De nieuwe burgemeester en de gemeente-secretaris bij de plechtige
ontvangst hedenmiddag ten stadhuize
Het Weer||||||||||||||l,ll|ll,ll,,llll,l,,llll,ll,,,,lll,,li
illiniumiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
De nieuwe burge
meester
Rede heer De Braai
De verdere plechtigheden
Het vraagstuk der
vrijwilligers
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWAALF BLADZIJDEN
TKmojterd
De eerste kennismaking
Buitenhof Telefoon 117375 Den Haag
OP VASTENDAGEN
SPECIALE SCHOTELS -
MAGER MENU
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
-van
MET
[EN GROS. D. BLAZER S METZ N.V R'DAM
.«-v
De gemeenteraad kwam heden
middag om kwart voor 2 in een spe
ciale zitting bjjeen.
Het S.D.A.P.-raadslid, de heer W. D. Winden,
werd door den loco-burgemeester geïnstalleerd,
waarna de officieele ambtsaanvaarding van dr.
baron de Vos van Steenwijk geschiedde.
Vooraf las de secretaris het Koninklijk
Besluit voor, waarna de commissie, be
staande uit den heer Weustink (R.K.), mej.
Broersma (SDAPen den secretaris, mr. Th.
Wesstra, de familie, die tevoren plechtig
van haar tijdelijke woning was gehaald en
reeds anti-chambreerde, binnenleidde.
In de feestelijk versierde raadzaal hadden
de volgende autoriteiten, naast den volledigen
raad, plaats genomen:
In het midden der eerste rij: Mevr. Baro
nesse de Vos van SteenwijkVan Royen, de
echtgenoote van den nieuwen burgemeester,
die kort vóór den aanvang der vergadering door
den secretaris werd binnengeleid, terwijl haar
twee dochters en haar zoon achter haar waren
gezeten. Verder waren aanwezig de Commissa
ris der Koningin in de provincie Noord-Hol
land en mevrouw B.sse Röell; de schoonvader
van den burgemeester, Mr. Dr. van Royen, oud
burgemeester van Zwolle: de President der
rechtbank Mr. G. Sluis en de Officier van
Justitie Mr. Roeters van Lennep; deken Son-
daal en Dr. Weener, Ned. Herv. predikant; de
garnizoenscommandant Overste van Steensel
van der As en de commandant van het corps
Motordienst, Overste van Loon; Jhr. van Doorn,
burgemeester van Heemstede en tweede voor
zitter van de vereeniging van burgemeesters en
secretarissen in Noord-Holland; voorts de bur
gemeesters van Bloemendaal, Zandvoort, Vel-
sen, Haarlemmerliede, Bennebroek en Haar
lemmermeer; de heer Swens, voorzitter van de
Kamer van 'Koophandel en Fabrieken voor
Haarlem en Omstreken; de wethouders en de
Secretaris van Zwolle met een der hoofdambte
haren en den oud-commissaris "an politie, den
heer Derksema. Voorts merkten wij op de da
mes van de Haarlemsche wethouders en van
den secretaris en verder een zeer groot aantal
familieleden en vrienden van den nieuwen bur
gemeester, van wie wij noemen den broeder van
den burgemeester, Mr. Dr. Baron de Vos van
Steenwijk, Commissaris der Koningin in de
provincie Drente; den burgemeester van Gro
ningen, Mr. Dr. Cort van der Linden, en Jhr.
Mr. van Kinschot, burgemeester van Alkmaar.
Ook de Commissaris van Politie, de heer
Tenckinck, behoorde tot de genoodigden. Op dc
tribune hadden plaats genomen de hoofden
van takken van dienst der gemeente Haarlem
en de afdeelings-chef der secretarie Jhr. C. G.
J. van Winning en mr. J. N. J. E. Heerkens
Thijssen.
Allereerst werd het woord gevoerd door den
Waarnemend burgemeester van Haarlem, den
heer W. J. B. van Liemt.
Nu van den Commissaris der Koningin be
licht is ontvangen, dat gij in zijn handen de
Vereischte eeden hebt afgelegd en nadat zoo-
even door den secretaris het Kon. Besluit, waar
hij gij benoemd zdjt tot burgemeester van Haar
lem, is voorgelezen, heb ik het voorrecht u van
harte welkom te heeten in deze raadsvergade
ring. Tevens wensch ik u van harte geluk met
het vertrouwen, dat H. M. de Koningin in u
Besteld heeft door u te benoemen tot onzen
nieuwen burgemeester.
Toen oniangs in een gesprek over uwe be-
hoeming van aan u welbekende en door mij
hooggewaardeerde zijde de opmerking werd ge
maakt, dat Haarlem in u zou krijgen een goed
burgemeester en in het gesprek Haarlem ge-
'ukgewenscht werd met zoo'n burgemeester,
hunt u zich wel indenken dat mijn verwachtin-
Ben hooggespannen werden, zooals die het
waren van hen, dien ik den inhoud van dit ge
sprek mocht mededeelen.
Nu ik echter j.l. Zaterdag het genoegen mocht
hebben de raadszitting in Zwolle bij te wonen,
Waarin u van den Zwolschen Raad afscheid
ham, heb ik pas goed begrepen wal ge voor
Zwolle zijt geweest.
Met belangstelling heb ik de rede van den
oudsten wethouder Treep en den gemeente
secretaris Mr. van Leyden aangehoord.. Uit die
rede maakte ik op de allereerste plaats op, dat
u bij uw komst in Zwolle in den kortst-mo-
Belijken tijd de grootste interesse voor zeer vele
®aken toonde en u in alle mogelijke vraagstuk
ken inwerkte. Zeer bijzondere aandacht schonk
k aan de saneering van de gemeentefinanciën
*un Zwolle, een gemeente, die zich evenmin als
■Haarlem op dit gebied in weelde baadt. Ook had
u buitengewone belangstelling wat niet te
verwonderen is en mij ten zeerste verheugt
v°or de werklooze en noodlijdende medeburgers,
koor wat in uw vermogen was op het gebied
*an steunverleening en werkverschaffing voor
hen te bereiken.
Niet alleen waart ge daar een burgemeester,
hiaar ook een burgervader. Ge was toegan
kelijk voor allen en had een open oog voor alles
wat ook buiten het bestuur van uw gemeente
*161,
Toen de heer Treep uw heengaan uit Zwolle
®en groot verlies noemde, dacht ik wellicht een
beetje ondeugend: dat is dus voor Haarlem een
Wihst. U zult zich kunnen begrijpen, dat, hoewel
?e thuisreis van den secretaris en mij in duis-
®rnis en plasregens geschiedde, wij vol tevre
denheid en vertrouwen op de toekomst in pret-
'Se stemming naar huis gingen.
Zooals ik zooeven zeide is ook de financieele
°estand van Haarlem niet gunstig. 1938 zal
an ook het moeilijkste jaar zijn, dat we tot
U toe gekend hebben. Wij zuilen er ons echter
et uw deskundige adviezen en medewerking
€h bovenal met Gods hulp door heen slaan.
Natuurlijk wordt een gemeente bij der-
gelijke financieele zorgen sterk gehandicapt
in datgene, wat men op cultureel en sociaal
terrein gaarne anders zon doen. Toch mogen
wij over het/totstandkomen van belangrijke
werken in de laatste jaren niet klagen, zij
het dan, dat we dit konden doen door de
voortreffelijke wijze, waarop het Werkfonds
ons heeft geholpen. In de laatste maanden
hebben zich perspectieven voorgedaan,
welke ons gegronde hoop doen koesteren,
dat wij in de nabije toekomst nog eenige
zeer groote werken kunnen tot stand bren
gen. Ik bedoel o.a. de ophooging van de
spoorbaan, het groote rioleeringsplan en den
aanleg van een haven, werken, die ver
moedelijk te urnen de 8 millioen gld. te bo
ven zullen gaan.
Om uw taak naar behooren. te kunnen ver
vullen, mijnheer de burgemeester, zult U nood
wendig de medewerking van college en Raad
behoeven. Gisteren reeds heb ik u die namens
het college van ganscher harte toegezegd en ik
durf te beweren, dat ook de Raad niet in ge
breke zal blijven. In den Raad vindt u steeds
naast het verschil in beginsel, collegialiteit,
goeden toon, debatten, die op hoog peil staan en
goedetrouw in elkanders bedoelingen. Ook zult
u kunnen rekenen op den steun en de toewij
ding van ons voortreffelijk corps ambtenaren.
Ik wil dan zeer in het bijzonder noemen het
hoofd van de secretarie, onzen gemeentesecre
taris. Van hem zult u een uitstekende voor
lichting, ontstaan door groote kennis van zaken,
ontvangen. Het zij mij vergund op dit moment
en van deze plaats hem in het bijzonder har
telijk te danken voor de medewerking, die ik
van hem mocht ondervinden in de vijf maan
den dat ik het burgemeesterschap heb waar
genomen. Mijn werk is mij, naast het vele dat
ik als wethouder van Sociale Zaken had te be
handelen, licht gevallen.
Ongetwijfeld zult u op een dergelijke aange
name en voorlichtende samenwerking kunnen
rekenen, omdat mij de overtuiging daarvoor ge
schonken is in de ondervinding, die ik in die
vijf maanden heb opgedaan.
Critiek en teleurstelling zullen ook u nis#
gespaard blijven, maar dat ontloopt niemand,
die in het openbare leven staat en zeker niet
iemand, die een ambt bekleed als waartoe u
geroepen zijt.
Moge echter Gods onmisbare zegen op uw
bestuur en beleid rusten tot heil van Haarlem
en tot uw eigen voldoening. Dat geve God!
Na deze rede hing de heer Van Liemt den
nieuwen burgemeester de ambtsketen om, het
teeken van zijn waardigheid, en overhandigde
hij hem den voorzittershamer.
De heer Baron de Vos van Steenwijk sprak
sprak na deze rede als volgt:
Bij mijn ambtsaanvaarding als burgemeester
dezer gemeente wil ik allereerst uiting geven
aan mijn gevoelens van erkentelijkheid voor het
vertrouwen, dat H. M. de Koningin en zij, die
Haar van advies dienden, in mij gesteld hebben.
Door deze benoeming word ik geroepen tot
het uitoefenen van een bestuurstaak in deze
gemeente, die mij met gezag bekleedt, maar mij
tevens aan plichten bindt. Over den oorsprong
van het overheidsgezag loopen de meeningen
sterk uiteen, al naar gelang van onze levensbe
schouwing en onze politieke overtuiging, maar
de noodzakelijkheid ervan aanvaarden wij
allen.
De begrenzing van dit gezag is omschreven
in de wetten die ons volk zichzelf heeft ge
geven en die wij allen gezworen hebben te zul
len eerbiedigen. Geleerde commentatoren van
ons staatsrecht hebben ons den tekst van die
wetten in den breede toegelicht, ook wat be
treft de plaats welke aan den burgemeester in
ons staatsbestel is toebedeeld. Maar voor het
goed uitoefenen van die taak is wetskennis
niet voldoende, ook hier geldt het dat het de
geest is die levend maakt. En de geest waarin
de overheid haar taak moet uitoefenen, zal zij
niet vervallen tot heerschzucht en machtsbe
geerte, is het dienen der gemeenschap waarover
zij gesteld is.
Deze gedachte is niet een product van onzen
modernen tijd; denkers en wijsgeeren der oud
heid hebben dit verkondigd en op hun voet
spoor omschreef de groote Kerkvader Augusti-
nus de ware staatstaak met de begrippen: be
sturen, hoeden, zorgen, wegwijzen.
Buiten en boven alle politieke tegenstellin
gen staan deze begrippen en zij passen won
derwel ook bij den taak van een burgemeester
zooals ik deze zie.
Besturen; de overheidstaak in engeren zin,
door wetten en verordeningen geregeld, zooals
deze zich eiken dag ongevraagd komt aandie
nen. Een gewichtige taak, maar die den bur
gemeester nog slechts stempelt tot den admi
nistrateur zijner gemeente.
Hoeden en zorgen: deze geven eerst de volle
ontplooiing aan zijn werkzaamheid, waar het
eerste bedoelt het beschutten van wat verkre
gen was en waard om behouden te blijven en
het laatste begrip in zijn diepste beteekenis het
dienen der belangen van de gemeenschap in
het heden en voor de toekomst beteekent.
Wegwijzen: het leiden, het stimuleeren van
de activiteit der burgerij zelve. Een belangrijke
taak, zoo bij uitstek passend bij de positie van
den burgemeester, daar zij hem de gelegenheid
geeft ook buiten de ambtelijke sfeer in aanra
king te komen met zijn gemeentenaren
Ik hoop dat het mij gegeven moge zijn in
dezen geest de verantwoordelijke taak, welke
deze zoo eervolle benoeming op mijn schouders
legt, getrouwelijk te vervullen.
Deze eerste gelegenheid waarbij ik als uw
voorzitter de gevoelens van den Raad mag ver
tolken, wensch ik te benutten om den loco
burgemeester, wethouder Van Liemt, ons aller
dank te brengen voor de wijze waarop hij ge
durende zoo vele maanden, naast zijn drukke
werkzaamheden als wethouder, het burgemees
terschap heeft waargenomen. Ik hoop, dat ik
ook in de komende jaren nog dikwijls een be
roep zal mogen doen op zijn veeljarige erva
ring in Haarlemsche gemeenteproblemen. Voor
de hartelijke woorden waarmede hij mij zoo
juist geïnstalleerd heeft, betuig ik hem mijn
oprechten dank.
Mijn ambtsvoorganger, oud-burgemeester
Maarschalk, heeft zich bij mij verontschul
digd, dat hij om redenen van droeven aard,
die ik slechts kan respecteeren, hier heden
niet aanwezig kon zijn.
Ik acht mij zelf niet bevoegd om vanaf deze
plaats in het licht te stellen wat zijn zoo lang
durig burgemeesterschap voor Haarlem heeft
beteekend. Maar ik meen te kunnen volstaan
met te verwijzen naar wat nog zoo kort geleden
in deze zelfde vergaderzaal daaromtrent is
gezegd. Hoe schetsmatig ook het overzicht ge
weest moge zijn, dat bij die gelegenheid ge
geven werd omtrent hetgeen onder zijn be
stuur tot stand kwam, het was voldoende om
mij den indruk te geven, dat in die jaren een
gewichtig hoofdstuk aan de geschiedenis van
Haarlem werd toegevoegd. Dat hij een goede
verstandhouding tusschen voorzitter en Raad
tot een Haarlemsche traditie heeft weten te
maken, effent het pad voor zijn opvolger en
gaarne betuig ik hem hiervoor mijn dank. Na
mens den Raad wensch ik hem een spoedig en
algeheel herstel van gezondheid toe.
Leden van den Raad, wij staan nog als
volkomen onbekenden tegenover elkaar en zijn
geroepen samen te werken bij het besturen de
zer gemeente. Weliswaar heeft de Haarlem
sche pers zich beijverd U zoo- uitgebreid
mogelijk omtrent mijn persoon en mijn verle
den in te lichten, maar ik zou het U niet
euvel kunnen duiden, indien gij een min of
meer sceptische houding aannaamt omtrent
dezo zoo uitermate welwillend gestelde be
oordeelingen en zou U daar bijna om willen
verzoeken, want niéts zou ik meer betreuren
dan te hoog gespannen verwachtingen te
moeten teleurstellen. Mocht gij echter als
grondslag voor Uw oordeel de eischen nemen,
welke de wet aan de benoembaarheid tot bur
gemeester stelt, dan weet ge alleen van mij,
dat ik Nederlander ben, ouder dan 25 jaren en
niet door rechterlijke uitspraak het beheer over
mijn goederen heb verloren of uit mijn verkies
baarheid ben ontzet. Deze zoo sobere eischen
onderstrepen, dat de wetgever bij de keuze van
een burgemeester het zwaartepunt niet heeft
willen leggen in de objectieve normen, maar
in de subjectieve, dat zijn persoonlijkheid ge
toetst wordt en daaromtrent kan niemand U
het recht ontzeggen van een critiek, gegrond op
eigen ervaring.
Het eenigste dat ik daarom van U zou wil
len vragen is: treedt mij onbevangen tegemoet,
sine ira et sine studio (zonder haat en zonder
vooringenomenheid), en laat ons tezamen dit
bedenken: allen hebben wij denzelfden eed
afgelegd: „trouw aan de wetten des lands"
eenerzijds, „bevordering van de belangen van
Haarlem" anderzijds. En al moge dit laatste
ruimte laten voor principieele verschillen en
persoonlijke opvatting, deze gelijke eed geeft
toch een binding, die het gemakkelijk maakt el
kander met vertrouwen tegemoet te treden.
Mijne Heeren wethouders, de collegiale be
stuursvorm is ons in het eerste artikel van de
Gemeentewet uitdrukkelijk voorgeschreven en
de Zwolsche wethouders, wier tegenwoordigheid
hier ik zeer op prijs stel, zullen U kunnen ver
zekeren dat deze bestuursvorm mij nimmer
zwaar viel. Even nuttig als de openbaarheid
van de Raadsvergaderingen acht ik de beslo
tenheid der vergaderingen van B. en W.; deze
biedt gelegenheid tot vrijere gedachtenwisse-
ling, welke de uitvoerende taak vergemakke
lijkt. Een ongedwongen verhouding van we -
derzijdsch vertrouwen zal het doel zijn dat ik
mij daarbij voor oogen stel.
Mijnheer de Secretaris, het optreden van een
nieuwen burgemeester beteekent voor den se
cretaris een aanvankelijke verzwaring van zijn
taak, schier bij eiken stap moet hij den nieu
wen ambtsdrager voorlichten en behulpzaam
zijn. Uw veeljarige ervaring, Uw veelzijdige
kennis, benevens de wijze waarop ge mij reeds
aanstonds tegemoet getreden zijt, staan mij er
borg voor, dat ik in dezen geen vergeefsch be
roep op U zal doen. Banden van hartelijke
vriendschap zijn het resultaat geweest van een
vijfjarige samenwerking met Uw Zwolschen-
collega. Ik kan mij geen beteren wensch den
ken, dan dat dè verhouding tusschen ons zal
worden zooals deze te Zwolle was.
U allen, die alsambtenaren, hetzij in lei
dende hetzij in ondergeschikte positie, in
dienst dezer gemeente staat wil ik van deze
plaats met een enkel woord begroeten, en U
verzekeren hoezeer ik besef dat het mede van
Uw kunde en plichtsbetrachting zal afhangen
of ik zal kunnen volbrengen wat men van mij
verwacht. Ik hoop dat Uw corps zich steeds
door een goeden geest zal kenmerken. Persoon
lijk contact, voorzoover de uitgebreidheid van
Uw corps dit toestaat, zal ik steeds op prijs
stellen.
Maar een Raad, een college en een ambtena
rencorps maken tezamen nog geen stad. Ik zeg
stad, want als kent onze Gemeentewet slechts
gemeenten, Haarlem is een stad en wel een der
oudste en beroemdste onzer Hollandsche ste
den. En het levende organisme zelve van deze
stad is de burgerij, die gü als Raad wel ver
tegenwoordigt, maar die zich daarnaast in tal-
looze andere verschijningsvormen groepeert en
aan het openbare leven deelneemt. Ik hoop, ook
buiten mijn ambtelijke bemoeienissen, met ve
len Uwer, hetzij in georganiseerd verband, hei
zij individueel in aanraking te komen, en bij
dezen wensch sluit mijn echtgenoote zich ten
volle aan. De burgemeester wordt wel eens de
eerste burger van zijn stad genoemd; dit is een
titel die niet bij Koninklijk besluit verleend
kan worden, maar waarvan ik de hoop koester
hem eens te zullen verdienen.
Dat verschillende ambtgenooten uit aan
grenzende gemeenten hier tegenwoordig zijn,
waardeer ik zeer. Het biedt mij de gelegen
heid om reeds terstond door persoonlijk con
tact een gunstige sfeer te scheppen, waarin de
vele vraagstukken die Haarlem en zijn rand
gemeenten raken, besproken kunnen worden. Ik
geef hun de verzekering dat ik het spreek
woord; „een goede buur is beter dan een verre
vriend" ten volle onderschrijf.
De raadszitting van heden heeft een fees
telijk karakter en is niet bestemd om vraag
stukken van gemeentepolitiek te behandelen,
maar spoedig genoeg zullen wij deze te zamen
onder de oogen moeten zien. Ik besef dat deze
hier, evenals in de gemeente die ik verliet,
bijna steeds overschaduwd zullen worden dooi
den financieelen toestand der gemeente. Wel
licht verwacht ge van mij op dit oogenblik
daaromtrent een beginseluitspraak, maar dan
zal ik U moeten teleurstellen. In de eerste
plaats lijkt het mij voor iemand, die als nieuw
lid van een gezin welkom wordt geheeten, niet
kiesch terstond de aandacht te vestigen op de
financieele moeilijkheden, waarin dat. gezin,
VERWACHTING: Aanvankelijk zwakke,
E veranderlijke, later toenemende wind uit EE
Zuidelijke richtingen, gedeeltelijk bewolkt,
later toenemende bewolking, weinig of EE
geen regen, koude nacht, iets zachter
overdag.
Hoogste barometerstand: 767.7 Nancy.
Laagste barometerstand: 738.7 Isafjord. |jj
Zon op v.m. 7.22 onder n.m. 4.07. Licht j§
S op n.m. 4.37 Maan op n.m. 2.50 on-
der v.m. 4.45 Volle Maan 18 Nov.
,Naar wij vernemen is officieel nog niet
bekend waar de heer Dr. Baron de Vos van
Steenwijk, de nieuwe burgemeester van
Haarlem, zal gaan wonen. Zondag is hij met
mevr. De Vos van Steenwijk en een dochter
in Haarlem gearriveerd en nam zijn intrek
bij de familie Jhr. C. G. J. v. Winning, KI.
Houtweg 109.
verkeert en er zijn meening over ten beste te
geven, maar verder heb ik er mij altijd wel bij
bevonden het oude Fransche gezegde indach
tig te zijn: les vieillards parient de ce qu'ils
ont fait, les jeunes gens de ce qu'ils font et
les sots de ce qu'ils se proposent de faire".
Moeilijke tijden beleeft deze stad, maar in
de bijna 700 jaren van haar bestaan heeft ze
het nog wei eens moeilijker gehad. In de ge
schiedenis van ons vaderland zijn er bewijzen
te over te vinden hoe de Haarlemsche burgerij
zich, in den meest letterlijken zin van het
woord soms, door de moeilijkheden heeft we
ten heen te slaan.
Ik meen niet beter te kunnen besluiten dan
met U te wijzen op het gezonde optimisme
van den onbekenden Haarlemmer, die in den
aanvang van de 16e eeuw in den gevel van
zijn huis in de Zijlstraat een steen deed met
selen met het opschrift: „Int Soet Neder
land."
En ik maak gaarne tot de mijne de beide
spreuken die er te weerszijden van staan:
„lek blijf getrou" en „lek wijck niet af."
Hierna was het woord aan den heer de Braai,
die als oudste raadslid namens den Gemeente
raad de volgende rede hield:
Het is voor mij een groot voorrecht niet al
leen en zelfs niet op de eerste plaats dat mij
de eer te beurt valt de eerste te mogen zijn
van ons college, die onder Uw leiding het woord
mag voeren, maar vooral dat ik daarbij de eer
volle taak mag vervullen de gevoelens van den
Raad te vertolken en U namens den Raad een
hartelijk welkom toe te roepen. Het is voor onze
gemeente in het algemeen en voor onzen Raac'.
in het bijzonder een goede ure en een dank
bare voldoening dat we de ledige plaats, die
door het vertrek van Uw ambtsvoorganger, den
oud-burgemeester C. Maarschalk van Egmond
en Rinnegom, weder mogen zien ingenomen en
wei door U, van wien wij voor het belang van
onze gemeente groote Verwachtingen mogen
koesteren, die gewaarborgd zijn door Uw rijpe
ervaring en een zeer belangrijken staat van
dienst in het openbaar leven. Wij zijn ervan
overtuigd dat de man, die de eer had U te
lijksch bestuur, alle waardeering verdient voor
installeeren en tijdelijk de opengekomen plaats
heeft bezet, met het geheele college als dage
de wijze waarop de taak is vervuld, maar een
periode waarin de burgemeestersplaats in wezen
onbezet staat is abnormaal, des te meer voor
een steeds groeiende stad als de onze met zoo
belangrijke toekomst. Want even zoo zeker als
het is dat het U niet aan lust tot arbeiden ont
breekt, even zeker is het, dat ge hier zeer be
langrijken arbeid zult vinden.
Allerminst de vrees van U af te schrikken
weerhoudt mij om hier als het ware een pro
gram van urgentie,.,te ontvouwen, maar ik ben
overtuigd, dat ge daaromtrent niet in het on
zekere verkeert door wat ge zelf hebt waar
genomen en door wat meer bevoegden dan on-
dergeteekenden U hebben medegedeeld. Ook de
moeilijkheden, waarmede wij als groote gemeen
te hebben te worstelen zullen U niet onbekend
zijn.
Liever wil ik het als mijn taak beschouwen
cm U bij het hartelijk welkom, dat wij U toe
roepen, de verzekering te geven, dat ge hier een
Raad zult vinden op wiens krachtige samen
werking ge zult kunnen rekenen bij Uwen ar
beid in het belang van onze mooie stad, aan
welker hoofd ge U thans ziet geplaatst.
Daarbij hebt gij in onze wethouders bij het
dagelijksch bestuur om U heen de beste man
nen en een keurkorps van ambtenaren.
Wij beseffen tenvolle, dat, terwille van onze
gemeente, sterke banden aan Zwolle, moeilijk
te verbreken, door U zijn losgemaakt. Door roy-
alen steun en eerlijke samenwerking zullen
spoedig andere banden gelegd zijn, die wij in
beginsel bij onze eerste ontmoeting al gevoelen.
Alle gevoelens hier te vertolken zou ons te
ver voeren en te veel tijd vragen, daar anderen
weer gereed staan U te ontmoeten. Laat mij
mogen besluiten met den wensch, dat U de
noodige opgewektheid en lust, die U nimmer
ontbreken, ook weer geschonken worden om Uw
nieuwe taak te vervullen, ook tot voldoening
van U zelve en moge zoo onze gemeenschap
peiijke arbeid tot in lengte van dagen onder
Gods onmisbaren zegen strekken tot bevorde
ring van de welvaart van onze gemeente en
tot wezenlijk heil van de Haarlemsche bur
gerij.
De burgemeester en zijn familie begaven zich
daarna weer naar de anti-chambre, waar de
raadsleden nader kennis maakten. Vervolgens
begaf het gezelschap zich naar het stadhuis,
waar een intieme bijeenkomst plaats had in
de burgemeesterskamer, en o. a. de dames van
de wethouders werden voorgesteld. Tenslotte
recipieerde dr. Baron de Vos van Steenwijk in
de oude raadzaal en kwamen talrijke besturen
van vereenigingen en corporaties hun opwach
ting maken.
In de stad was de burgemeestersinstallatie
goed merkbaar. Van vele huizen, vooral in het
Centrum,- wapperde de driekleur en Hout en
Plantsoenen zorgde voor een feestelijke planten-
versiering van de stadhuistrap en o. a. van de
trouwzaal. Op de Groote Markt was het reeds
vroeg zeer druk en toen eenmaal de receptie
begon, een onophoudelijk komen-en-gaan van
personen uit alle kringen, die de receptie be
zochten.
LONDEN, 15 Nov. (Reuter). De niet-
inmengings-subcommissie zal morgenmid
dag vier uur bijeenkomen, in plaats van
morgenochtend.
Inzake de kwestie van het terugtrekken der
vrijwilligers uit Spanje heeft Lord Cranborne
in het Britsche Lagerhuis medegedeeld, dat
voorzoover hij wist, nog geen antwoord was
binnengekomen van een der beide partijen
in Spanje, ten aanzien van het voorstel tot het
zenden van commissies van onderzoek. Echter
waren aanzienlijke vorderingen gemaakt bij de
onderhandsche besprekingen tusschen de ver
tegenwoordigers der voornaamste betrokken
landen, met betrekking tot talrijke technische
punten, die geregeld moeten worden alvorens
de voorstellen tot uitvoering kunnen worden
gebracht.
De blokkade van Spanje's Oostkust door de
rechtschen is voltooid,
Tatarescoe's pogingen een kabinet op breede
basis te vormen schijnen te zijn mislukt.
De autoriteiten te Jeruzalem nemen belang
rijke maatregelen naar aanleiding van de her
leefde terreur.
Japan ernstig verstoord over de resolutie van
Brussel.
De Nanking-regeering verplaatst haar zetel
naar de provincie Setsjoean.
Geen ontheffing van verbodsbepalingen der
Winkelsluitingswet voor het a.s. St. Nicolaas-
feest.
Benoeming in het Aartsbisdom.
Weer een verdachte gearresteerd in verband
met den gouddiefstal te Utrecht.
Ir. Mussert moet toch terecht staan; cassatie
beroep door den Hoogen Raad verworpen.
Beurs: Flauwe stemming.
O
OEBPUIKT SLAOLI EI
I en AZIJN
VINCENTIUS VRAAGT,
WAT U NIET MEER DRAAGT,
HELP ONS VEEL NOOD TE KEEREN
MET UW GEBRUIKTE KLEEREN.
NIEUWE GROENMARKT No. 22
OF TELEFOON 11018
In de deftige raadzaal op het Prinsenhof heeft
hedenmiddag de plechtige installatie plaats ge
had van den heer J. E. Baron de Vos van Steen
wijk tot burgemeester van Haarlem.
Deze eerste kennismaking heeft een prettigen
indruk gemaakt.
Allereerst door de groote en -hooge belang
stelling.
Wij noemen van de gasten den Commissaris
der Koningin in de Provincie Noord-Holland
met zijn echtgenoote, mevr. baronesse RoëlI—
de Vos van Steenwijk, en den Commissaris der
Koningin in de Provincie Drenthe, mr. dr. Ba
ron de Vos van Steenwijk, een broer van den
den nieuwen Haarlemschen burgemeester; den
burgemeester van Groningen, mr. dr. Cort van
der Linden; den burgemeester van Alkmaar,
jhr. mr. van Kinschot, beiden kennissen van
den burgemeester; den hoogeerw. heer Deken
van Haarlem H. C. J. Sondaal, en dr. Weener,
Ned.-Herv. predikant; den president der Haar
lemsche Rechtbank met den Officier van Jus
titie en de burgemeesters van Bloemendaal,
Heemstede, Velsen, Zandvoort, Haarlemmerliede,
Haarlemmermeer en Bennebroek.
De representatie liet bü de installatie alzoo
niets te wenschen over.
En ook de eerste toespraak van den nieuwen
burgemeester wekt de beste verwachtingen voor
de wijze, waarop hij zijn gezagstaak hier ter
stede zal vervullen.
Want ai misten wij daarin noode een bede
tot God om Diens hulp bij de richtige en zegen
rijke vervulling van het verantwoordelijke bur
gemeestersambt, zijn beroep op den „grooten
Kerkvader Augustinus" voor de omschrijving
vin de ware staatstaak, verried een vriendelijke
gezindheid ten opzichte van de christelijke ge
dachte, welke, daar mag de burgemeester ver
zekerd van zijn, op een overgroot deel der Haar
lemsche burgerij en niet uitsluitend het ka
tholieke een goeden indruk heeft gemaakt.
Zijn opvattingen over de gezagsuitoefening
zijn die van den regent van den bloede in den
besten zin van het woord. „Voor het goed- uit
oefenen van de taak van burgemeester is wets
kennis niet voldoende," aldus de heer de Vos
van Steenwijk, „maar het is de geest, die levend
maakt. En de geest, waarin de overheid haar
taak moet uitoefenen, zal zij niet vervallen tot
heerschzucht en machtsbegeerte, is het dienen
der gemeenschap, waarover zij gesteld is." Wij
hopen met den burgemeester, dat het hem ge
geven moge zijn in dezen geest zijn verantwoor
delijke taak te vervullen.
De woorden van dank en waardeering, welks
hij sprak tot den heer van Liemt, den loco-bur
gemeester, den heer Maarschalk, oud-burge
meester van Haarlem, den secretaris, de wet
houders, den Raad, de ambtenaren en allen,
met wie hij geroepen zal zijn samen te werken,
getuigden van een fijne beschaving, en even
eens van grooten tact. En de wijze, waarop hij
reeds zinspeelde op enkele problemen van Haar-
lemsch gemeentebeleid, rechtvaardigen de ver
onderstelling, dat wij een weliswaar omzichtig
man tot burgemeester hebben gekregen, maar
ook iemand, die niet schroomt de moeilijkheden
onder het oog te zien. Bijzonder goed getroffen
waren zijn woorden aan het adres van de bur
gemeesters der naburige gemeenten, die er ge
heel op gericht waren de goede sfeer te schep
pen, die voor het voeren van vruchtbare bespre
kingen gewenscht is.
De Haarlemsche burgerij is, sinds bekend is
geworden wie de nieuwe burgemeester zou zijn,
den heer de Vos van Steenwijk met vertrouwen
tegemoet getreden. Zij heeft hem zijn entrée in
Haarlem gemakkelijk gemaakt en de burge
meester blijkt dat ten volle te waardeeren. Wij
hopen hartelijk, dat de goede indrukken van
de eerste kennismaking van blijvenden aard
mogen zijn.