Installatie van den burgemeester Treedt mij onbevangen tegemoet DIJJERS Het nieuws van heden Vele autoriteitenzoowel wereldlijke als geestelijke, woonden de plechtigheid bij VEREENIGDE KATHOLIEKE PERS DINSDAG 16 NOVEMBER 1937 AVONDBLAD HOTEL - CAFE - RESTAURANT Men spreekt over onze keuken niets dan goeds DAGBLAD MET OCHTEND- EN AVOND-EDITIE, UITGEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM GARANTIE Rede loco-burgemeester Van Liemt Rede nieuwe burgemeester De nieuwe burgemeester en de gemeente-secretaris bij de plechtige ontvangst hedenmiddag ten stadhuize Het Weer||||||||||||||l,ll|ll,ll,,llll,l,,llll,ll,,,,lll,,li illiniumiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii De nieuwe burge meester Rede heer De Braai De verdere plechtigheden Het vraagstuk der vrijwilligers DIT NUMMER BESTAAT UIT TWAALF BLADZIJDEN TKmojterd De eerste kennismaking Buitenhof Telefoon 117375 Den Haag OP VASTENDAGEN SPECIALE SCHOTELS - MAGER MENU NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT -van MET [EN GROS. D. BLAZER S METZ N.V R'DAM .«-v De gemeenteraad kwam heden middag om kwart voor 2 in een spe ciale zitting bjjeen. Het S.D.A.P.-raadslid, de heer W. D. Winden, werd door den loco-burgemeester geïnstalleerd, waarna de officieele ambtsaanvaarding van dr. baron de Vos van Steenwijk geschiedde. Vooraf las de secretaris het Koninklijk Besluit voor, waarna de commissie, be staande uit den heer Weustink (R.K.), mej. Broersma (SDAPen den secretaris, mr. Th. Wesstra, de familie, die tevoren plechtig van haar tijdelijke woning was gehaald en reeds anti-chambreerde, binnenleidde. In de feestelijk versierde raadzaal hadden de volgende autoriteiten, naast den volledigen raad, plaats genomen: In het midden der eerste rij: Mevr. Baro nesse de Vos van SteenwijkVan Royen, de echtgenoote van den nieuwen burgemeester, die kort vóór den aanvang der vergadering door den secretaris werd binnengeleid, terwijl haar twee dochters en haar zoon achter haar waren gezeten. Verder waren aanwezig de Commissa ris der Koningin in de provincie Noord-Hol land en mevrouw B.sse Röell; de schoonvader van den burgemeester, Mr. Dr. van Royen, oud burgemeester van Zwolle: de President der rechtbank Mr. G. Sluis en de Officier van Justitie Mr. Roeters van Lennep; deken Son- daal en Dr. Weener, Ned. Herv. predikant; de garnizoenscommandant Overste van Steensel van der As en de commandant van het corps Motordienst, Overste van Loon; Jhr. van Doorn, burgemeester van Heemstede en tweede voor zitter van de vereeniging van burgemeesters en secretarissen in Noord-Holland; voorts de bur gemeesters van Bloemendaal, Zandvoort, Vel- sen, Haarlemmerliede, Bennebroek en Haar lemmermeer; de heer Swens, voorzitter van de Kamer van 'Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken; de wethouders en de Secretaris van Zwolle met een der hoofdambte haren en den oud-commissaris "an politie, den heer Derksema. Voorts merkten wij op de da mes van de Haarlemsche wethouders en van den secretaris en verder een zeer groot aantal familieleden en vrienden van den nieuwen bur gemeester, van wie wij noemen den broeder van den burgemeester, Mr. Dr. Baron de Vos van Steenwijk, Commissaris der Koningin in de provincie Drente; den burgemeester van Gro ningen, Mr. Dr. Cort van der Linden, en Jhr. Mr. van Kinschot, burgemeester van Alkmaar. Ook de Commissaris van Politie, de heer Tenckinck, behoorde tot de genoodigden. Op dc tribune hadden plaats genomen de hoofden van takken van dienst der gemeente Haarlem en de afdeelings-chef der secretarie Jhr. C. G. J. van Winning en mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen. Allereerst werd het woord gevoerd door den Waarnemend burgemeester van Haarlem, den heer W. J. B. van Liemt. Nu van den Commissaris der Koningin be licht is ontvangen, dat gij in zijn handen de Vereischte eeden hebt afgelegd en nadat zoo- even door den secretaris het Kon. Besluit, waar hij gij benoemd zdjt tot burgemeester van Haar lem, is voorgelezen, heb ik het voorrecht u van harte welkom te heeten in deze raadsvergade ring. Tevens wensch ik u van harte geluk met het vertrouwen, dat H. M. de Koningin in u Besteld heeft door u te benoemen tot onzen nieuwen burgemeester. Toen oniangs in een gesprek over uwe be- hoeming van aan u welbekende en door mij hooggewaardeerde zijde de opmerking werd ge maakt, dat Haarlem in u zou krijgen een goed burgemeester en in het gesprek Haarlem ge- 'ukgewenscht werd met zoo'n burgemeester, hunt u zich wel indenken dat mijn verwachtin- Ben hooggespannen werden, zooals die het waren van hen, dien ik den inhoud van dit ge sprek mocht mededeelen. Nu ik echter j.l. Zaterdag het genoegen mocht hebben de raadszitting in Zwolle bij te wonen, Waarin u van den Zwolschen Raad afscheid ham, heb ik pas goed begrepen wal ge voor Zwolle zijt geweest. Met belangstelling heb ik de rede van den oudsten wethouder Treep en den gemeente secretaris Mr. van Leyden aangehoord.. Uit die rede maakte ik op de allereerste plaats op, dat u bij uw komst in Zwolle in den kortst-mo- Belijken tijd de grootste interesse voor zeer vele ®aken toonde en u in alle mogelijke vraagstuk ken inwerkte. Zeer bijzondere aandacht schonk k aan de saneering van de gemeentefinanciën *un Zwolle, een gemeente, die zich evenmin als ■Haarlem op dit gebied in weelde baadt. Ook had u buitengewone belangstelling wat niet te verwonderen is en mij ten zeerste verheugt v°or de werklooze en noodlijdende medeburgers, koor wat in uw vermogen was op het gebied *an steunverleening en werkverschaffing voor hen te bereiken. Niet alleen waart ge daar een burgemeester, hiaar ook een burgervader. Ge was toegan kelijk voor allen en had een open oog voor alles wat ook buiten het bestuur van uw gemeente *161, Toen de heer Treep uw heengaan uit Zwolle ®en groot verlies noemde, dacht ik wellicht een beetje ondeugend: dat is dus voor Haarlem een Wihst. U zult zich kunnen begrijpen, dat, hoewel ?e thuisreis van den secretaris en mij in duis- ®rnis en plasregens geschiedde, wij vol tevre denheid en vertrouwen op de toekomst in pret- 'Se stemming naar huis gingen. Zooals ik zooeven zeide is ook de financieele °estand van Haarlem niet gunstig. 1938 zal an ook het moeilijkste jaar zijn, dat we tot U toe gekend hebben. Wij zuilen er ons echter et uw deskundige adviezen en medewerking €h bovenal met Gods hulp door heen slaan. Natuurlijk wordt een gemeente bij der- gelijke financieele zorgen sterk gehandicapt in datgene, wat men op cultureel en sociaal terrein gaarne anders zon doen. Toch mogen wij over het/totstandkomen van belangrijke werken in de laatste jaren niet klagen, zij het dan, dat we dit konden doen door de voortreffelijke wijze, waarop het Werkfonds ons heeft geholpen. In de laatste maanden hebben zich perspectieven voorgedaan, welke ons gegronde hoop doen koesteren, dat wij in de nabije toekomst nog eenige zeer groote werken kunnen tot stand bren gen. Ik bedoel o.a. de ophooging van de spoorbaan, het groote rioleeringsplan en den aanleg van een haven, werken, die ver moedelijk te urnen de 8 millioen gld. te bo ven zullen gaan. Om uw taak naar behooren. te kunnen ver vullen, mijnheer de burgemeester, zult U nood wendig de medewerking van college en Raad behoeven. Gisteren reeds heb ik u die namens het college van ganscher harte toegezegd en ik durf te beweren, dat ook de Raad niet in ge breke zal blijven. In den Raad vindt u steeds naast het verschil in beginsel, collegialiteit, goeden toon, debatten, die op hoog peil staan en goedetrouw in elkanders bedoelingen. Ook zult u kunnen rekenen op den steun en de toewij ding van ons voortreffelijk corps ambtenaren. Ik wil dan zeer in het bijzonder noemen het hoofd van de secretarie, onzen gemeentesecre taris. Van hem zult u een uitstekende voor lichting, ontstaan door groote kennis van zaken, ontvangen. Het zij mij vergund op dit moment en van deze plaats hem in het bijzonder har telijk te danken voor de medewerking, die ik van hem mocht ondervinden in de vijf maan den dat ik het burgemeesterschap heb waar genomen. Mijn werk is mij, naast het vele dat ik als wethouder van Sociale Zaken had te be handelen, licht gevallen. Ongetwijfeld zult u op een dergelijke aange name en voorlichtende samenwerking kunnen rekenen, omdat mij de overtuiging daarvoor ge schonken is in de ondervinding, die ik in die vijf maanden heb opgedaan. Critiek en teleurstelling zullen ook u nis# gespaard blijven, maar dat ontloopt niemand, die in het openbare leven staat en zeker niet iemand, die een ambt bekleed als waartoe u geroepen zijt. Moge echter Gods onmisbare zegen op uw bestuur en beleid rusten tot heil van Haarlem en tot uw eigen voldoening. Dat geve God! Na deze rede hing de heer Van Liemt den nieuwen burgemeester de ambtsketen om, het teeken van zijn waardigheid, en overhandigde hij hem den voorzittershamer. De heer Baron de Vos van Steenwijk sprak sprak na deze rede als volgt: Bij mijn ambtsaanvaarding als burgemeester dezer gemeente wil ik allereerst uiting geven aan mijn gevoelens van erkentelijkheid voor het vertrouwen, dat H. M. de Koningin en zij, die Haar van advies dienden, in mij gesteld hebben. Door deze benoeming word ik geroepen tot het uitoefenen van een bestuurstaak in deze gemeente, die mij met gezag bekleedt, maar mij tevens aan plichten bindt. Over den oorsprong van het overheidsgezag loopen de meeningen sterk uiteen, al naar gelang van onze levensbe schouwing en onze politieke overtuiging, maar de noodzakelijkheid ervan aanvaarden wij allen. De begrenzing van dit gezag is omschreven in de wetten die ons volk zichzelf heeft ge geven en die wij allen gezworen hebben te zul len eerbiedigen. Geleerde commentatoren van ons staatsrecht hebben ons den tekst van die wetten in den breede toegelicht, ook wat be treft de plaats welke aan den burgemeester in ons staatsbestel is toebedeeld. Maar voor het goed uitoefenen van die taak is wetskennis niet voldoende, ook hier geldt het dat het de geest is die levend maakt. En de geest waarin de overheid haar taak moet uitoefenen, zal zij niet vervallen tot heerschzucht en machtsbe geerte, is het dienen der gemeenschap waarover zij gesteld is. Deze gedachte is niet een product van onzen modernen tijd; denkers en wijsgeeren der oud heid hebben dit verkondigd en op hun voet spoor omschreef de groote Kerkvader Augusti- nus de ware staatstaak met de begrippen: be sturen, hoeden, zorgen, wegwijzen. Buiten en boven alle politieke tegenstellin gen staan deze begrippen en zij passen won derwel ook bij den taak van een burgemeester zooals ik deze zie. Besturen; de overheidstaak in engeren zin, door wetten en verordeningen geregeld, zooals deze zich eiken dag ongevraagd komt aandie nen. Een gewichtige taak, maar die den bur gemeester nog slechts stempelt tot den admi nistrateur zijner gemeente. Hoeden en zorgen: deze geven eerst de volle ontplooiing aan zijn werkzaamheid, waar het eerste bedoelt het beschutten van wat verkre gen was en waard om behouden te blijven en het laatste begrip in zijn diepste beteekenis het dienen der belangen van de gemeenschap in het heden en voor de toekomst beteekent. Wegwijzen: het leiden, het stimuleeren van de activiteit der burgerij zelve. Een belangrijke taak, zoo bij uitstek passend bij de positie van den burgemeester, daar zij hem de gelegenheid geeft ook buiten de ambtelijke sfeer in aanra king te komen met zijn gemeentenaren Ik hoop dat het mij gegeven moge zijn in dezen geest de verantwoordelijke taak, welke deze zoo eervolle benoeming op mijn schouders legt, getrouwelijk te vervullen. Deze eerste gelegenheid waarbij ik als uw voorzitter de gevoelens van den Raad mag ver tolken, wensch ik te benutten om den loco burgemeester, wethouder Van Liemt, ons aller dank te brengen voor de wijze waarop hij ge durende zoo vele maanden, naast zijn drukke werkzaamheden als wethouder, het burgemees terschap heeft waargenomen. Ik hoop, dat ik ook in de komende jaren nog dikwijls een be roep zal mogen doen op zijn veeljarige erva ring in Haarlemsche gemeenteproblemen. Voor de hartelijke woorden waarmede hij mij zoo juist geïnstalleerd heeft, betuig ik hem mijn oprechten dank. Mijn ambtsvoorganger, oud-burgemeester Maarschalk, heeft zich bij mij verontschul digd, dat hij om redenen van droeven aard, die ik slechts kan respecteeren, hier heden niet aanwezig kon zijn. Ik acht mij zelf niet bevoegd om vanaf deze plaats in het licht te stellen wat zijn zoo lang durig burgemeesterschap voor Haarlem heeft beteekend. Maar ik meen te kunnen volstaan met te verwijzen naar wat nog zoo kort geleden in deze zelfde vergaderzaal daaromtrent is gezegd. Hoe schetsmatig ook het overzicht ge weest moge zijn, dat bij die gelegenheid ge geven werd omtrent hetgeen onder zijn be stuur tot stand kwam, het was voldoende om mij den indruk te geven, dat in die jaren een gewichtig hoofdstuk aan de geschiedenis van Haarlem werd toegevoegd. Dat hij een goede verstandhouding tusschen voorzitter en Raad tot een Haarlemsche traditie heeft weten te maken, effent het pad voor zijn opvolger en gaarne betuig ik hem hiervoor mijn dank. Na mens den Raad wensch ik hem een spoedig en algeheel herstel van gezondheid toe. Leden van den Raad, wij staan nog als volkomen onbekenden tegenover elkaar en zijn geroepen samen te werken bij het besturen de zer gemeente. Weliswaar heeft de Haarlem sche pers zich beijverd U zoo- uitgebreid mogelijk omtrent mijn persoon en mijn verle den in te lichten, maar ik zou het U niet euvel kunnen duiden, indien gij een min of meer sceptische houding aannaamt omtrent dezo zoo uitermate welwillend gestelde be oordeelingen en zou U daar bijna om willen verzoeken, want niéts zou ik meer betreuren dan te hoog gespannen verwachtingen te moeten teleurstellen. Mocht gij echter als grondslag voor Uw oordeel de eischen nemen, welke de wet aan de benoembaarheid tot bur gemeester stelt, dan weet ge alleen van mij, dat ik Nederlander ben, ouder dan 25 jaren en niet door rechterlijke uitspraak het beheer over mijn goederen heb verloren of uit mijn verkies baarheid ben ontzet. Deze zoo sobere eischen onderstrepen, dat de wetgever bij de keuze van een burgemeester het zwaartepunt niet heeft willen leggen in de objectieve normen, maar in de subjectieve, dat zijn persoonlijkheid ge toetst wordt en daaromtrent kan niemand U het recht ontzeggen van een critiek, gegrond op eigen ervaring. Het eenigste dat ik daarom van U zou wil len vragen is: treedt mij onbevangen tegemoet, sine ira et sine studio (zonder haat en zonder vooringenomenheid), en laat ons tezamen dit bedenken: allen hebben wij denzelfden eed afgelegd: „trouw aan de wetten des lands" eenerzijds, „bevordering van de belangen van Haarlem" anderzijds. En al moge dit laatste ruimte laten voor principieele verschillen en persoonlijke opvatting, deze gelijke eed geeft toch een binding, die het gemakkelijk maakt el kander met vertrouwen tegemoet te treden. Mijne Heeren wethouders, de collegiale be stuursvorm is ons in het eerste artikel van de Gemeentewet uitdrukkelijk voorgeschreven en de Zwolsche wethouders, wier tegenwoordigheid hier ik zeer op prijs stel, zullen U kunnen ver zekeren dat deze bestuursvorm mij nimmer zwaar viel. Even nuttig als de openbaarheid van de Raadsvergaderingen acht ik de beslo tenheid der vergaderingen van B. en W.; deze biedt gelegenheid tot vrijere gedachtenwisse- ling, welke de uitvoerende taak vergemakke lijkt. Een ongedwongen verhouding van we - derzijdsch vertrouwen zal het doel zijn dat ik mij daarbij voor oogen stel. Mijnheer de Secretaris, het optreden van een nieuwen burgemeester beteekent voor den se cretaris een aanvankelijke verzwaring van zijn taak, schier bij eiken stap moet hij den nieu wen ambtsdrager voorlichten en behulpzaam zijn. Uw veeljarige ervaring, Uw veelzijdige kennis, benevens de wijze waarop ge mij reeds aanstonds tegemoet getreden zijt, staan mij er borg voor, dat ik in dezen geen vergeefsch be roep op U zal doen. Banden van hartelijke vriendschap zijn het resultaat geweest van een vijfjarige samenwerking met Uw Zwolschen- collega. Ik kan mij geen beteren wensch den ken, dan dat dè verhouding tusschen ons zal worden zooals deze te Zwolle was. U allen, die alsambtenaren, hetzij in lei dende hetzij in ondergeschikte positie, in dienst dezer gemeente staat wil ik van deze plaats met een enkel woord begroeten, en U verzekeren hoezeer ik besef dat het mede van Uw kunde en plichtsbetrachting zal afhangen of ik zal kunnen volbrengen wat men van mij verwacht. Ik hoop dat Uw corps zich steeds door een goeden geest zal kenmerken. Persoon lijk contact, voorzoover de uitgebreidheid van Uw corps dit toestaat, zal ik steeds op prijs stellen. Maar een Raad, een college en een ambtena rencorps maken tezamen nog geen stad. Ik zeg stad, want als kent onze Gemeentewet slechts gemeenten, Haarlem is een stad en wel een der oudste en beroemdste onzer Hollandsche ste den. En het levende organisme zelve van deze stad is de burgerij, die gü als Raad wel ver tegenwoordigt, maar die zich daarnaast in tal- looze andere verschijningsvormen groepeert en aan het openbare leven deelneemt. Ik hoop, ook buiten mijn ambtelijke bemoeienissen, met ve len Uwer, hetzij in georganiseerd verband, hei zij individueel in aanraking te komen, en bij dezen wensch sluit mijn echtgenoote zich ten volle aan. De burgemeester wordt wel eens de eerste burger van zijn stad genoemd; dit is een titel die niet bij Koninklijk besluit verleend kan worden, maar waarvan ik de hoop koester hem eens te zullen verdienen. Dat verschillende ambtgenooten uit aan grenzende gemeenten hier tegenwoordig zijn, waardeer ik zeer. Het biedt mij de gelegen heid om reeds terstond door persoonlijk con tact een gunstige sfeer te scheppen, waarin de vele vraagstukken die Haarlem en zijn rand gemeenten raken, besproken kunnen worden. Ik geef hun de verzekering dat ik het spreek woord; „een goede buur is beter dan een verre vriend" ten volle onderschrijf. De raadszitting van heden heeft een fees telijk karakter en is niet bestemd om vraag stukken van gemeentepolitiek te behandelen, maar spoedig genoeg zullen wij deze te zamen onder de oogen moeten zien. Ik besef dat deze hier, evenals in de gemeente die ik verliet, bijna steeds overschaduwd zullen worden dooi den financieelen toestand der gemeente. Wel licht verwacht ge van mij op dit oogenblik daaromtrent een beginseluitspraak, maar dan zal ik U moeten teleurstellen. In de eerste plaats lijkt het mij voor iemand, die als nieuw lid van een gezin welkom wordt geheeten, niet kiesch terstond de aandacht te vestigen op de financieele moeilijkheden, waarin dat. gezin, VERWACHTING: Aanvankelijk zwakke, E veranderlijke, later toenemende wind uit EE Zuidelijke richtingen, gedeeltelijk bewolkt, later toenemende bewolking, weinig of EE geen regen, koude nacht, iets zachter overdag. Hoogste barometerstand: 767.7 Nancy. Laagste barometerstand: 738.7 Isafjord. |jj Zon op v.m. 7.22 onder n.m. 4.07. Licht j§ S op n.m. 4.37 Maan op n.m. 2.50 on- der v.m. 4.45 Volle Maan 18 Nov. ,Naar wij vernemen is officieel nog niet bekend waar de heer Dr. Baron de Vos van Steenwijk, de nieuwe burgemeester van Haarlem, zal gaan wonen. Zondag is hij met mevr. De Vos van Steenwijk en een dochter in Haarlem gearriveerd en nam zijn intrek bij de familie Jhr. C. G. J. v. Winning, KI. Houtweg 109. verkeert en er zijn meening over ten beste te geven, maar verder heb ik er mij altijd wel bij bevonden het oude Fransche gezegde indach tig te zijn: les vieillards parient de ce qu'ils ont fait, les jeunes gens de ce qu'ils font et les sots de ce qu'ils se proposent de faire". Moeilijke tijden beleeft deze stad, maar in de bijna 700 jaren van haar bestaan heeft ze het nog wei eens moeilijker gehad. In de ge schiedenis van ons vaderland zijn er bewijzen te over te vinden hoe de Haarlemsche burgerij zich, in den meest letterlijken zin van het woord soms, door de moeilijkheden heeft we ten heen te slaan. Ik meen niet beter te kunnen besluiten dan met U te wijzen op het gezonde optimisme van den onbekenden Haarlemmer, die in den aanvang van de 16e eeuw in den gevel van zijn huis in de Zijlstraat een steen deed met selen met het opschrift: „Int Soet Neder land." En ik maak gaarne tot de mijne de beide spreuken die er te weerszijden van staan: „lek blijf getrou" en „lek wijck niet af." Hierna was het woord aan den heer de Braai, die als oudste raadslid namens den Gemeente raad de volgende rede hield: Het is voor mij een groot voorrecht niet al leen en zelfs niet op de eerste plaats dat mij de eer te beurt valt de eerste te mogen zijn van ons college, die onder Uw leiding het woord mag voeren, maar vooral dat ik daarbij de eer volle taak mag vervullen de gevoelens van den Raad te vertolken en U namens den Raad een hartelijk welkom toe te roepen. Het is voor onze gemeente in het algemeen en voor onzen Raac'. in het bijzonder een goede ure en een dank bare voldoening dat we de ledige plaats, die door het vertrek van Uw ambtsvoorganger, den oud-burgemeester C. Maarschalk van Egmond en Rinnegom, weder mogen zien ingenomen en wei door U, van wien wij voor het belang van onze gemeente groote Verwachtingen mogen koesteren, die gewaarborgd zijn door Uw rijpe ervaring en een zeer belangrijken staat van dienst in het openbaar leven. Wij zijn ervan overtuigd dat de man, die de eer had U te lijksch bestuur, alle waardeering verdient voor installeeren en tijdelijk de opengekomen plaats heeft bezet, met het geheele college als dage de wijze waarop de taak is vervuld, maar een periode waarin de burgemeestersplaats in wezen onbezet staat is abnormaal, des te meer voor een steeds groeiende stad als de onze met zoo belangrijke toekomst. Want even zoo zeker als het is dat het U niet aan lust tot arbeiden ont breekt, even zeker is het, dat ge hier zeer be langrijken arbeid zult vinden. Allerminst de vrees van U af te schrikken weerhoudt mij om hier als het ware een pro gram van urgentie,.,te ontvouwen, maar ik ben overtuigd, dat ge daaromtrent niet in het on zekere verkeert door wat ge zelf hebt waar genomen en door wat meer bevoegden dan on- dergeteekenden U hebben medegedeeld. Ook de moeilijkheden, waarmede wij als groote gemeen te hebben te worstelen zullen U niet onbekend zijn. Liever wil ik het als mijn taak beschouwen cm U bij het hartelijk welkom, dat wij U toe roepen, de verzekering te geven, dat ge hier een Raad zult vinden op wiens krachtige samen werking ge zult kunnen rekenen bij Uwen ar beid in het belang van onze mooie stad, aan welker hoofd ge U thans ziet geplaatst. Daarbij hebt gij in onze wethouders bij het dagelijksch bestuur om U heen de beste man nen en een keurkorps van ambtenaren. Wij beseffen tenvolle, dat, terwille van onze gemeente, sterke banden aan Zwolle, moeilijk te verbreken, door U zijn losgemaakt. Door roy- alen steun en eerlijke samenwerking zullen spoedig andere banden gelegd zijn, die wij in beginsel bij onze eerste ontmoeting al gevoelen. Alle gevoelens hier te vertolken zou ons te ver voeren en te veel tijd vragen, daar anderen weer gereed staan U te ontmoeten. Laat mij mogen besluiten met den wensch, dat U de noodige opgewektheid en lust, die U nimmer ontbreken, ook weer geschonken worden om Uw nieuwe taak te vervullen, ook tot voldoening van U zelve en moge zoo onze gemeenschap peiijke arbeid tot in lengte van dagen onder Gods onmisbaren zegen strekken tot bevorde ring van de welvaart van onze gemeente en tot wezenlijk heil van de Haarlemsche bur gerij. De burgemeester en zijn familie begaven zich daarna weer naar de anti-chambre, waar de raadsleden nader kennis maakten. Vervolgens begaf het gezelschap zich naar het stadhuis, waar een intieme bijeenkomst plaats had in de burgemeesterskamer, en o. a. de dames van de wethouders werden voorgesteld. Tenslotte recipieerde dr. Baron de Vos van Steenwijk in de oude raadzaal en kwamen talrijke besturen van vereenigingen en corporaties hun opwach ting maken. In de stad was de burgemeestersinstallatie goed merkbaar. Van vele huizen, vooral in het Centrum,- wapperde de driekleur en Hout en Plantsoenen zorgde voor een feestelijke planten- versiering van de stadhuistrap en o. a. van de trouwzaal. Op de Groote Markt was het reeds vroeg zeer druk en toen eenmaal de receptie begon, een onophoudelijk komen-en-gaan van personen uit alle kringen, die de receptie be zochten. LONDEN, 15 Nov. (Reuter). De niet- inmengings-subcommissie zal morgenmid dag vier uur bijeenkomen, in plaats van morgenochtend. Inzake de kwestie van het terugtrekken der vrijwilligers uit Spanje heeft Lord Cranborne in het Britsche Lagerhuis medegedeeld, dat voorzoover hij wist, nog geen antwoord was binnengekomen van een der beide partijen in Spanje, ten aanzien van het voorstel tot het zenden van commissies van onderzoek. Echter waren aanzienlijke vorderingen gemaakt bij de onderhandsche besprekingen tusschen de ver tegenwoordigers der voornaamste betrokken landen, met betrekking tot talrijke technische punten, die geregeld moeten worden alvorens de voorstellen tot uitvoering kunnen worden gebracht. De blokkade van Spanje's Oostkust door de rechtschen is voltooid, Tatarescoe's pogingen een kabinet op breede basis te vormen schijnen te zijn mislukt. De autoriteiten te Jeruzalem nemen belang rijke maatregelen naar aanleiding van de her leefde terreur. Japan ernstig verstoord over de resolutie van Brussel. De Nanking-regeering verplaatst haar zetel naar de provincie Setsjoean. Geen ontheffing van verbodsbepalingen der Winkelsluitingswet voor het a.s. St. Nicolaas- feest. Benoeming in het Aartsbisdom. Weer een verdachte gearresteerd in verband met den gouddiefstal te Utrecht. Ir. Mussert moet toch terecht staan; cassatie beroep door den Hoogen Raad verworpen. Beurs: Flauwe stemming. O OEBPUIKT SLAOLI EI I en AZIJN VINCENTIUS VRAAGT, WAT U NIET MEER DRAAGT, HELP ONS VEEL NOOD TE KEEREN MET UW GEBRUIKTE KLEEREN. NIEUWE GROENMARKT No. 22 OF TELEFOON 11018 In de deftige raadzaal op het Prinsenhof heeft hedenmiddag de plechtige installatie plaats ge had van den heer J. E. Baron de Vos van Steen wijk tot burgemeester van Haarlem. Deze eerste kennismaking heeft een prettigen indruk gemaakt. Allereerst door de groote en -hooge belang stelling. Wij noemen van de gasten den Commissaris der Koningin in de Provincie Noord-Holland met zijn echtgenoote, mevr. baronesse RoëlI— de Vos van Steenwijk, en den Commissaris der Koningin in de Provincie Drenthe, mr. dr. Ba ron de Vos van Steenwijk, een broer van den den nieuwen Haarlemschen burgemeester; den burgemeester van Groningen, mr. dr. Cort van der Linden; den burgemeester van Alkmaar, jhr. mr. van Kinschot, beiden kennissen van den burgemeester; den hoogeerw. heer Deken van Haarlem H. C. J. Sondaal, en dr. Weener, Ned.-Herv. predikant; den president der Haar lemsche Rechtbank met den Officier van Jus titie en de burgemeesters van Bloemendaal, Heemstede, Velsen, Zandvoort, Haarlemmerliede, Haarlemmermeer en Bennebroek. De representatie liet bü de installatie alzoo niets te wenschen over. En ook de eerste toespraak van den nieuwen burgemeester wekt de beste verwachtingen voor de wijze, waarop hij zijn gezagstaak hier ter stede zal vervullen. Want ai misten wij daarin noode een bede tot God om Diens hulp bij de richtige en zegen rijke vervulling van het verantwoordelijke bur gemeestersambt, zijn beroep op den „grooten Kerkvader Augustinus" voor de omschrijving vin de ware staatstaak, verried een vriendelijke gezindheid ten opzichte van de christelijke ge dachte, welke, daar mag de burgemeester ver zekerd van zijn, op een overgroot deel der Haar lemsche burgerij en niet uitsluitend het ka tholieke een goeden indruk heeft gemaakt. Zijn opvattingen over de gezagsuitoefening zijn die van den regent van den bloede in den besten zin van het woord. „Voor het goed- uit oefenen van de taak van burgemeester is wets kennis niet voldoende," aldus de heer de Vos van Steenwijk, „maar het is de geest, die levend maakt. En de geest, waarin de overheid haar taak moet uitoefenen, zal zij niet vervallen tot heerschzucht en machtsbegeerte, is het dienen der gemeenschap, waarover zij gesteld is." Wij hopen met den burgemeester, dat het hem ge geven moge zijn in dezen geest zijn verantwoor delijke taak te vervullen. De woorden van dank en waardeering, welks hij sprak tot den heer van Liemt, den loco-bur gemeester, den heer Maarschalk, oud-burge meester van Haarlem, den secretaris, de wet houders, den Raad, de ambtenaren en allen, met wie hij geroepen zal zijn samen te werken, getuigden van een fijne beschaving, en even eens van grooten tact. En de wijze, waarop hij reeds zinspeelde op enkele problemen van Haar- lemsch gemeentebeleid, rechtvaardigen de ver onderstelling, dat wij een weliswaar omzichtig man tot burgemeester hebben gekregen, maar ook iemand, die niet schroomt de moeilijkheden onder het oog te zien. Bijzonder goed getroffen waren zijn woorden aan het adres van de bur gemeesters der naburige gemeenten, die er ge heel op gericht waren de goede sfeer te schep pen, die voor het voeren van vruchtbare bespre kingen gewenscht is. De Haarlemsche burgerij is, sinds bekend is geworden wie de nieuwe burgemeester zou zijn, den heer de Vos van Steenwijk met vertrouwen tegemoet getreden. Zij heeft hem zijn entrée in Haarlem gemakkelijk gemaakt en de burge meester blijkt dat ten volle te waardeeren. Wij hopen hartelijk, dat de goede indrukken van de eerste kennismaking van blijvenden aard mogen zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 1