Het Vondelcongres geopend
cj7UmAa^dt^
DE KIÈS GETROKKEN
Toasten van Koning Leopold
te Londen
D
MINISTER SLOTEMAKER
AANWEZIG
HET SOVJET-RUSSISCH
RAADSEL
MAGGI5 BOUILLON
DONDERDAG 18 NOVEMBER 1937
Het is een winst voor ons volk,
dat Vondel door breede krin
gen herontdekt wordt"
Rede Prof. Molkenboer
Openingswoord Boekman
Rede minister
Prof. Molkenboer O. P.
Dr. Muls en dr. Romein
7ko\
Het ongeluk bij de
P.E.G.E.M.
Arbeider aan zijn brandwonden
bezweken
DE VAN GALEN NAAR INDIË
Kijk, dat is
mijn merk!
f 66OO verduisterd
Secretaris van woningbouw-
vereeniging veroordeeld
ARBEID VAN VROUWEN IN
CAFÉ'S ENZ.
Woensdag uit Sjanghai vertrokken
OVERVAL TE SUSTEREN
De daders spoorloos
R. K. geëmployeerden wenden
zich tot minister Romme
DE WINTER VOORLOOPIG
WEER GEDAAN?
Verplaatsing secretarie van
de Prinses
Zijn woning en winkel in
brand gestoken
Manufacturier te Medemblik
veroordeeld
De gebeurtenissen te
Heede
GELEENDE GELDSBEDRAGEN
VERDUISTERD
Een te verwachten erfenis als
lokmiddel
VOOR HET SPAANSCHE KIND
Uitgave van een fotoserie
BUIT EN LA NDSCH OVERZICHT
Haldane en Halifax
ZWARE STORM BIJ JAPARA
Zeer ernstige schade aangericht
BIJ ENKHUIZEN HERLEEFT
DE HISTORIE
De onderaardsche gewelven van
den Dromedaris
Hedenmorgen ving in de aula der Am-
sterdamsche Universiteit het Vondelcongres
aan dat ter gelegenheid van den 350sten ge
boortedag des dichters door het Amster-
damsche Vondelcomité in samenwerking
met het Nationaal comité werd georgani
seerd. Z. Exe. minister Slotemaker de
Bruine hield daarbij de openingsrede. Bijna
zeshonderd deelnemers, onder wie ook Vla
mingen en andere buitenlanders, waren
ingeschreven.
Wethouder Boekman, voorzitter van het Am-
sterdamsche comité, verwelkomde de aanwezi
gen en richtte zich in het bijzonder tot den
minister van onderwijs, kunsten en wetenschap
pen, wiens aanwezigheid op hoogen prijs werd
gesteld. De deelneming aan het congres heeft
de stoutste verwachtingen overtroffen. In het
programma der Vondelherdenking neemt dit
congres een eigene plaats in.
Naast de litteraire herdenking van den dich
ter en de herdenking van een burger, beteekent
dit congres aldus wethouder Boekman
een wetenschappelijke waardeering van Vondel
De bestudeering van Vondel en zijn werk vormt
een eigen hoofdstuk. Naarmate de tijd ons
verder van hem verwijderde, heeft de studie
over zijn werk hem nader tot ons gebracht.
Vondel is onder en door de bestudeering be
langrijker geworden. Daarin ligt de rechtvaar
diging van dit congres. Geen andere plaats ir.
Amsterdam leek voor dit congres geëigender
dan de universiteit die Vondel bij de stichting
bezong.
Zou een universiteit zoo schoon een stich-
tingsacte hebben ontvangen als het Athenaeum
ontving van Vondel in zijn inwijding der „door
luchtige schole t' Amsterdam?"
Dat de beide Nederlandsche doctores honores
causa, De Klerk en Molkenboer, tevens behoo-
ren tot de inleiders op dit congres, het is geen
toeval. Want evenzeer als ons congres zonder
hen niet denkbaar ware geweest, sprak het
vanzelf, dat zij, zou de universiteit overgaan tot
het verleenen van eere-doctoraten, tot de be
giftigden zouden behooren.
Met de aanhaling van enkele regels uit de
„inwijding der doorluchtige schole", sprak de
heer Boekman de hoop uit, dat de zin dezer
„inwijding" het congres blijve beheerschen.
De minister van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen, prof. dr. J. R. Slotemaker de
Bruine, heeft vervolgens het congres officieel
geopend met een rede die hem de gelegenheid
bood te zeggen met hoeveel belangstelling en
instemming de minister ontwaarde, dat men in
deze dagen Joost van den Vondel doet leven
voor breede kringen van ons volk. Voor ons
volk kan het enkel winst zijn, dat Vondel door
breede kringen thans her-ontdekt, misschien
zelfs ontdekt wordt. Rond de Vondelkenners en
minnaars staan de velen, die nauwelijks méér
kennen dan zijn naam. Hierin schuilt een stuk
volksverarming. Het groote geestes-goed, dat
aan een volk geschonken is in zijn kunstenaars,
moet voor al breeder kringen present zijn, willen
We als volk niet armer worden.
Hier al mede zie ik ae beduidenis van het
streven om in deze dagen Vondel te doen leven.
Wie in het huidig tijdsgewricht stilzwijgend
aan Vondel zou voorbijgaan, zou zich dra ge-
neeren. De school blijft niet achter en gaarne
heb ik als minister het mijne gedaan, dat thans
ook in het onderwijs Vondel zal leven, gekend
en ietwat gewaardeerd worden zal. Alles louter
verrijking van onze volksziel. Maar bet congres,
dat heden ons samen riep, wil in dit alles een
hoogtepunt en concentratie, een bijzonder ele
ment van wetenschappelijke bezinning bedui
den. Het stalt schatten uit van zeer bijzondere
Waardij.
Gij verstaat intusschen, dat ik in mijn ope
ningswoord slechts de aangeduide algemeene
zijde van de Vondel-herdenking voor den geest
u plaats en dat ik geen bijzonderheden behan
del. Al popelt iets in mij en al zou ik gaarne,
ook mijnerzijds voor het minst iets zeggen over
classicisme, renaissance, religie, christendom,
die elk voor zich en in onderling verband zoo
veel spraken tot Vondel, door hem zooveel
sPreken door ons.
Ik zwijg daarvan, slechts dit eene:
Ons volk moge verstaan, dat verkeer met
wereldbeschouwing en religie, met oude tes
tament en nieuwe testament onontbeerlijk
is reeds voor wie in deze dagen van her
denking het verkeer met Vondel zoekt.
De eerste inleider van het congres was de na
tionale voorzitter, professor dr. B. H. Molken
boer O.P., die sprak over „het dichterlijke in
Vondel".
De eerste en laatste reden van deze Vondel-
bering en van dit Vondelcongres ligt in het
dichterschap van dezen man. Hij was de groot-
Ete dichter, dien de Nederlandsche taal tot nog
toe heeft gekend en die voorloopig ook wel niet
Zal worden getroffen.
Primair geldt die bijna onovertreffelijke groot
heid de intensiteit van zijn poëtisch gehalte. Ook
Wanneer Vondel veel minder geschreven had dan
bij deed, dan zou hij toch altijd onze eerste
dichter geweest zijn, omdat de kernen van zijn
dichterlijkheid reeds in zijn vroegste werken
Aanwezig zijn.
Wat het geheim van Vondel's dichterlijkheid
betreft, valt het moeilijk, zoo niet ondoenlijk,
de psychische motoren van de Vondelsche
•poëzie te demonteeren en in him onderdeelen
te laten zien.
Men kan zeggen dat Vondel een dichter is,
Allereerst omdat hü zich nooit als een dichter
Aanstelt. Juist door 't onbewust te zijn is hü het
h zoo overstelpende mate. In dit verband
®chtte spr. het bedenkelijk, dat er dichters zijn,
die hun eigen ik als het voornaamste en be-
^hgrjjkste beschouwen.
Een waarachtig groot dichter richt zich van
binnenuit en van de feiten af op de dienende
brd«, die alles beheerscht. Hü ziet het verband
vAn „deze wereld die zoo dwerelt" met de vaste
Overtuiging dat „eeuwig vóór oogenblik" gaat!
v°ndel dringt zich nergens op. Hü wüst op den
°°tmoed en acht de bespiegeling van het hoog
ste goed veel belangrü'ker dan zijn eigen levens
feiten, die hü achter de figuren of inkleedingen
camoufleert. Uit dezen drang zün die grootere
poëmen geboren.
Zijn wijsgeerig, ja profetische houding,
ongetwüfeld door zün christendom bepaald,
maar tevens door zijn peinzenden geest
verantwoord, moet het groot dichterlijke
heeten, dat ons in Vondel boven de vorm
schoonheid altüd verbaast en met eerbied
vervult. De dichter en de mensch, de ziener
en de geloover vallen hier samen. Hü wil
dat zijn landgenooten de tegenstelling zien
van het aardsche en hemelsche.
Onvergetelijke taaischoonheden, détailschoon
heden, litteraire vondsten dwarrelen dooreen in
zijn rijk dichterwerk. Zijn levenswerk is een
zeldzame weldaad en nergens geëvenaarde
schat, daarom is onze Vondel zoo door en door
dichterlijk
In de middagzitting spraken prof. dr. Jozef
Muls over „Vondel en Zuid Nederland" en dr.
J. Romein over „Vondels plaats in de Europee-
sche cultuur". Aan de laatste rede ontleenen we:
Vondels plaats in de Europeesche cultuur de
finitief te willen bepalen, is een verkeerd stre
ven. In het pantheon der menschheid zijn geen
besproken plaatsen. Het verleden is onvoltooid,
waardeering wisselt. Vondels hoogste waarde is
Vondels geloof in de waarden: rede en rede
lijkheid en zijn plaats in de Europeesche cul
tuur, nu en voor ons, zag spreker hierin, dat
hij mede het ons mogelijk maakt te blijven ge-
looven aan die uiteindelüke overwinning van
de rede, waaraan wij in de wereld om ons
ziende, wel kunnen twijfelen, maar nimmer
wanhopen.
De arbeider, die Woensdag met ernstige
brandwonden in zorgwekkenden toestand naar
het St. Elisabethsgasthuis te Haarlem werd
overgebracht, is hedenmorgen om half zeven
aan de gevolgen overleden.
Het is de 51-jarige J. P. Schüffelen uit Am
sterdam.
Let U er óók altijd op,
wanneer U een fijne bouil
lon wilt maken, dat U daar
voor MAGGI5 Bouillonblok
jes gebruikt? Dat zijn de
blokjes, die in kwaliteit aan
de spits staan! Daarvan
maakt U een bouillon, die
een zuivere, natuurlijke,
krachtige smaak heeft, die
in alle opzichten „af" is.
Let U dus óók op de
geel-rode etiketten en de
fabrieksmerken: de naam
MAGGI en de Kruisster!
Voor de Haarlemsche rechtbank heeft een
60-jarige smid uit Beverwijk terecht gestaan.
Hü had als secretaris-penningmeester van een
woningbouwvereeniging te Beverwijk totaal voor
f 6600 verduisterd door telkens een gedeelte
van de door hem voor de vereeniging geinde
huren achter te houden. Om deze verduisterin
gen te camoufleeren, toonde hij aan den ac
countant, die met de controle van de boeken
belast was, oude kwitanties uit den tijd, dat
hij geen verduisteringen pleegde, en veranderde
hiervan den datum.
De Officier van Justitie eischte 10 maanden
gevangenisstraf, waarvan 4 maanden onvoor
waardelijk en 6 voorwaardelijk met 3 jaar
proeftüd. De verdediger, Mr. B. W. Stomps, ver
zocht een geheel voorwaardelüke straf.
De rechtbank veroordeelde verdachte conform
den eisch.
BATAVIA, 18 November. (Aneta)De „Van
Galen" is op 17 November j.l. van Sjanghai
naar Indië vertrokken.
Te Susteren is, volgens de „L. K.", de 64-ja
rige winkelier A. O. het slachtoffer geworden
van een roofoverval. Toen de man Dinsdag
avond even weg was, terwijl ook verder nie
mand thuis was, hebben vier onbekenden zich
in den winkel verscholen Bü zün thuiskomst
werd O. door hen overvallen en van f 40 be
roofd, waarna hü op de W.C. werd opgesloten.
Daarna namen de helden de vlucht. De poli
tie/heeft nog geen spoor van hen ontdekt.
De Ned. R.K. Bond van hotel-, café- en
restaurant-geëmployeerden „St. Antonius" heeft
in een adres aan den minister van Sociale Za
ken aangedrongen op een arbeidsverbod voor
alle te werkgestelde vrouwen in het hotel- ca
fé- en restaurantbedrijf na des avonds 10 u., en
vóór des morgens 8 uur; een arbeidsverbod voor
vrouwen in zaken waar gelagen gezet kunnen
worden; een strenge toepassing, speciaal ook
voor de vrouwelijke werkkrachten, van de wet
tot regeling van den arbeid van vreemde werk
krachten.
De huidige weerstoestand in Europa maakt
het Waarschijnlijk, dat de dooi, die reeds in het
Zuiden viel, zich over het geheele land zal uit
breiden. De wind zal afnemen en naar Zuid
draaien en ook in het Noorden komt kans op
regen.
De secretarie van Prinses Juliana is ver
plaatst van het perceel Noordeinde 72 naar
Noordeinde 66 te Den Haag
Conform den eisch van den procureur-gene
raal veroordeelde het Gerechtshof te Amster
dam den manufacturier H. W. te Medemblik
wegens brandstichting tot een jaar gevangenis
straf.
De rechtbank te Alkmaar had hem tot dezelf
de straf veroordeeld. Verd., die dit ontkende,
zou in den avond van Zaterdag 30 Januari
brand hebben gesticht in zijn woning en winkel
aan de Westerhaven. Het perceel brandde vrij
wel geheel uit.
Door inwoners van Denekamp, die dezer dagen
een bezoek brachten aan de nu zoo bekend ge
worden plaats Heede, wordt medegedeeld.dat de
stroom van bezoekers aanhoudt ondanks de
strenge maatregelen der pohtie en dat de kin
deren nog niet zijn teruggekeerd. Den Pastoor
van Heede zou bevolen zijn niet meer te pree-
ken.
De Haagsche rechtbank heeft uitspraak ge
daan in de zaak tegen den 56-jarigen J. E. C.
G., die onder voorwendsel een groote erfenis
van zijn tante wachtende te zün, van tal van
personen te Den Haag geld heeft geleend tor,
een bedrag van ongeveer 28.500, terwül van
terugbetaling van deze sommen meestal geen
sprake was.
De rechtbank achtte het onderzoek niet vol
ledig en wees de zaak naar de instructie terug
om een nieuw onderzoek naar de geestvermo
gens van verdachte G. in te stellen.
De gewezen echtgenoote van G., die zich
wegens medeplichtigheid aan oplichting te ver
antwoorden heeft gehad, werd van het haar ten
laste gelegde vrijgesproken.
Van wege de Federatie vah R. K. Vrouwen
bonden. in Nederland wordt door het Comité
K.A.G. (Kleeding Actie Geloofsvervolgden) een
fotoserie uitgegeven tot steun aan de Spaansche
kinderen.
Op die fotokaarten staat een Spaansch vluch-
telingetje afgebeeld, dat in ons land verblijf
houdt, de kleine Paloma.
Het Comité wil trachten de belangstelling
van alle vrouwen en meisjes te trekken, óók
van hen, die geen lid zijn van den R. K. Vrou
wenbond, om samen een flinke gift aan den
Kardinaal van Toledo te kunnen zenden.
Het batig saldo van den verkoop zal uitslui
tend worden aangewend om de noodlijdende
Spaansche kinderen te helpen. De kaarten zijn
reeds bü vele boekhandelaren verkrijgbaar;
WÜ hebben er reeds op gewezen, hoe
de sociaal-democratische pers er
op uit is een splijtzwam tusschen
de Christelijke regeeringspartijen te kwee
ken door elk meeninasverschil tusschen
haar aan te dikken en de groote en princi-
pieele punten van overeenstemming te klei
neeren of te negeeren. Maar deze kunst
matige splijtzwam wil alleen maar gedijen
in den humus der sociaal-democratische
verbeelding, in werkelijkheid vertoont zij
niet de minste groeikracht De bedoeling
van dezen, imaginairen politieken paöden-
stoelenkweek is natuurlijk te suggereeren,
dat de Katholieken beter met de tot burger
lijk rose verschoten S. D. A. P. dan met hun
protestantsch-christelijke broeders had
den kunnen samengaan om hun ordenings-
en sociale-rechtvaardigheidsprogram uit te
voeren. Al zün we er niet heelemaal ge
rust op, dat de schoone voorspiegelingen,
welke tijdens de verkiezingscampagne aan
het Katholieke kiezersvolk werden gedaan
ook ten volle geconcretiseerd zullen kun
nen worden in een tastbare gedaante, toch
is het thans zeker nog niet de tijd voor wat
Mgr. Nolens eens alleen als „uiterste nood
zaak" acceptabel achtte. Integendeel, het
zal de taak der Katholieken in regeering
en Kamer zijn, ervoor te zorgen, dat de tijd
voor zulk een ..uiterste noodzaak" nooit
zal aanbreken.
Terwij1 de socialistische pers zich druk
maakt over hetgeen de Christelijke partüen
heette te verdeelen, zoodat haar samenwer
king een fictie, een onwezenlijkheid ge
noemd zou moeten worden, heeft zich in de
S. D. A. P. zelve een zeer wezenlijk en
tastbaar conflict voorgedaan, waarvan de
gevolgen nog niet te overzien zijn. Wij be
doelen de voor de S. D. A. P. en haar be
stuur zeer pijnlijke zaak-Kiès.
Van het oogenblik af, waarop het
partij-bestuur der S. D. A. P. on
der drang van de totaal verander
de omstandigheden tot een min of
meer burgerlüke partij met begrip
voor de onvermijdelijkheid van ee:i
nationaal defensief militair apparaat, voor
de democratische waarde van ons constitu
tioneel koningschap en voor de beteekenis
van een zeker christelijk religieus senti
ment evolueerde, moest de radicale pacifis
tische anti-militarist en uiterst linksch ge
richte oud-officier Paul Kies naar den ach
tergrond worden gedrongen. De figuur van
Kiès was te consequent doctrinair Marxis
tisch gebleven en trachtte te stipt te ver
wezenlijken, wat de groote heeren ten be
hoeve van de massa alleen maar zeiden te
willen verwezenlijken. De leiding van de
S. D. A. P. achtte zich in haar nieuwe snel
geleerde burgerlijke rol ietwat gecompro
mitteerd door dezen partügenoot, wien zij
echter niets anders kon verwijten dan dat
hij den oorspronkelijken Marxistischen be
ginselen trouwer was gebleven dan zij zelf.
Albarda en Kupers dweepten in woord en
geschrift wel met de Spaansche Volksfront-
regeering, die zü met papier in de dubbel
zinnige beteekenis van dit woord trachtten
te steunen, maar wat zij als de redding voor
Spanje aanprezen, achtten zij verderfelijk
voor het eigen land. Kiès trok echter naar
het Spaansche Volksfront om er met zijn
vroeger opgedane militaire kennis de roode
recruten militairement te drillen en te oefe
nen voor den burgerkrijg. De sociaal-demo
craten van 't woord waren niet weinig be
ducht voor dezen man niet alleen van het
woord, maar ook van de daad, die als pro
pagandist voor de meest linksch georiën-
teerden in de partij een groote vasthouden
de aantrekkingskracht bezat. Zij wilden hem
wel-is-waar niet kwijt, maar zij konden
hem onder de huidige omstandigheden ook
niet in de Kamer gebruiken. Dies gaven zij
hem een plaatsje op de candidatenlijst, waar
hij geen kans had gekozen te worden. Deze
opzet gelukte.
Paul Kiès werd niet gekozen, ofschoon
in Friesland, het land méér van Domeia
Nieuwenhuis en Pieter Jelles Troelstra dan
van den tegenwoordigen Albarda, een groot
aantal voorkeurstemmen op hem werd uit
gebracht. Maar wat wel beoogd was en niet
bereikt werd, was, dat de Spaansche-peper-
roode Kiès gemuilkorfd werd. Integendeel.
Hadden de roode Friezen reeds vóór de ver
kiezingen duidelük doen blijken, dat zij het
met de behandeling van Kiès door het Cen
traal Partijbestuur niet eens waren, na de
verkiezingen werd de actie voor hun favo
riet zoo mogelijk nog heftiger voortgezet.
Het Partij-bestuur dreigde met dictatoriale
disciplinaire maatregelen tegen den ultra-
rooden frondeur en diens aanhang, maar dit
werkte als olie op het vuur. Kiès weigerde te
verschijnen voor een door het Partijbestuur
ingestelde commissie om verantwoording af
te leggen en ontzegde aan deze commissie
als partijdige instantie de bevoegdheid om
te oordeelen. Zijn aanhangers hielden pro
testvergaderingen tegen de houding van het
Partijbestuur en er werden plannen gesmeed
voor het oprichten van een eigen, niet poli
tieke, maar cultureele vereeniging en een
eigen orgaan „Het Vrüe Woord". Maar de
vrijheid van meeningsuiting moge een der
meest hartstochtelijk verdedigde stellingen
van de S.D.A.P. zijn, wanneer het om de ver
dediging van het Nëo-Malthusianisme en de
Vrijdenkerij gaat, in de eigen partij is zü
blijkbaar minder gewenscht. Kiès en zijn
aanhang werden met royement bedreigd en
zij antwoordden daarop met een open brief
aan het Partijbestuur, waarin zij verklaar
den zijn verdere daden af te wachten en de
consequenties daarvan te aanvaarden.
Het Partijbestuur heeft Kiès c.s. niet
lang meer op verdere daden laten
wachten. Het heeft Paul Kiès, J. H,
Anema, S. de Groot, J. D. v. d. Mei, A. van
Wallinga-Veldman, H. Eisenga en A. H.
Loots geroyeerd. Lang heeft de „bekeerde"
S. D. A. P. geaarzeld om den zieken commu
nistisch geïnfecteerden Kiès en zijn toebe-
hooren te trekken.
Het zal pijn hebben gedaan. Of
daarmee de ontsteking in het kakement van
de S.D.A.P. tot staan zal zijn gebracht, is nog
een tweede. Want hoe braaf de S.D.A.P. op
het oogenblik ook doet, het socialistische
bloed draagt in zich de kiemen van het com
munisme. Zal Kiès c.s. een eigen partü gaan
vormen of zich aansluiten bij de communis
tische partij, in wier orgaan, het „Volks
dagblad", deze anti-militairist reeds gast
vrijheid heeft genoten om zijn blakende be
wondering voor het roode leger en Stalin
uit te spreken? Zal de getrokken en over
den schouder weggeworpen Kiès een drake-
tand blijken, waaruit een nieuw geslacht
van strüdbare opposanten tegen de verbur
gerlijkte S.D.A.P. zal voortkomen?
ook alle afdeelingen van den R. K. Vrouwenbond
zijn er van voorzien. Indien niet verkrijgbaar,
dan kan men de kaarten ook per giro bestellen
aan het Centraal Bureau van R. K. Vrouwen
bonden in Nederland, Lange Nieuwstraat 63 A,
Utrecht, Giro no. 66306, op het formulier er bü
vermeldend K.A.G.-Comité.
Leopold III, Koning der Belgen zooals
zün titel, die allengs in vergetelheid
schünt te raken, officieel luidt ver
trekt heden uit Londen, waar hij een of-
ficieele staatsvisite aan Koning George en het
Engelsche volk heeft gebracht, wederom naar
zün land, waar hem zware zorgen wachten in
verband met de nog altijd slepende regeerings-
crisis. De gedachte aan deze crisis zal den Ko
ning wel niet tüdens zijn reis hebben losgela
ten, wijl hij immers voortdurend daaraan her
innerd werd door de aanwezigheid aan zijn zijde
van den demissionnairen Minister van Buiten-
landsche Zaken, den heer Spaak. De jonge
heerscher van ons broedervolk heeft te Londen
twee officieele redevoeringen gehouden. Tijdens
het galadiner in 't Buckinghampaleis sprak de
Koning een toast uit, waarvan de strekking was
het gevoelen tot uiting te brengen, dat, niette
genstaande recente verklaringen van de züde
eener autoritaire regeering, België toch in En
geland zün natuurlüken verdediger blüft zien.
België behoort, evenals trouwens Nederland,
tot het democratische Westen. Het is met aller
lei natuurlüke banden verbonden met de gfoo-
te Westersche democratieën. De Koning getuig
de daarvan vrijmoedig in zijn rede. Zeker niet
zonder zin heeft hü herinnerd aan den ge-
meenschappelüken constitutioneelen grondslag
der beide landen en zeker niet zonder
zin aan Engelands spontanen bijstand in 1914,
waarbij hü een beroep deed op Engeland, in
dien de catastrofe van 1914 zich zou herha
len. Was deze rede politiek, de rede, die de Ko
ning hield bij een banket in de Londensche
Gildenhal had 'n meer economisch perspectief
en zinspeelde duidelük op zün eigen vroeger ont
vouwde plannen en op de bekende opdracht (van
Roosevelt) aan Van Zeeland. „Een betere or
ganisatie van het economische leven", aldus de
monarch, „is voor de geheele menschheid van
beteekenis. Om de verschillende nationale vraag
stukken top te lossen moeten wij een helder in
zicht in de economische werkelijkheid hebben,
zonder partijdigheid en los van andere over
wegingen. Het Britsche Rijk, dat zulk een aan
zienlijk deel van de menschheid vertegenwoor
digt, moet er zich meer dan welk ander land
ook van bewust zijn, hoe nauw het lot der
menschheid met het zijne verbonden is. Daar
om hebt gij zulk een helder begrip voor de
groote wereldproblemen en daarom mogen wij
hopen dat Engeland een groote rol zal spelen
bij het zoeken naar een oplossing voor de be
langrijkste economische moeilijkheden".
Dat er wisselwerking tusschen beide rede
voeringen bestaat, is duidelük. Beigië blüft op
de eerste plaats bouwen op Engeland.
In de laatste zitting der non-interventie
commissie heeft de Sovjet-vertegenwoordi
ger buitengewoon belangrijke verklaringen
afgelegd. Hü sloot zich plotseling aan bü de
resolutie inzake het terugtrekken der vrijwilli
gers uit Spanje. En een dag later verklaarde
hü, dat Rusland weer zou bijdragen in de
kosten der controle ter zee op de naleving der
non-interventiebepalingen. Die büdragen waren
opgeschort, omdat Rusland die controle ter zee
als 'n wassen neus beschouwde en zich weer
geheel schikte in 't kader der overige mogend-
heden. Deze houding was nog al raadselachtig.
Leon Blum heeft gisteren in een rede, gehou
den voor de socialistische Kamerfractie, een
tip van den sluier opgelicht. Hü bracht Ruslands
houding in verband met de veranderde hou
ding van Engeland tegenover Spanje. Volgens
Havas zou Blum over de wüziging der Engelsche
politiek inzake Spanje gezegd hebben, dat lei
dende Britsche kringen zich geen illusies meer
maken over de kansen van de regeering van
Valencia op een overwinning. Ook de Sowjet-
Unie deed dat volgens Blum niet meer. Daar
om had Engeland een koers ingeslagen, die ten
doel heeft te voorkomen dat de landen, die
hulp hebben verleend aan hen, die zü als de
toekomstige winnaars beschouwen, krachtens
dit feit een overheerschende positie op het
Spaansche schiereiland verkrügen.
Deze mededeelingen van Blum veroorzaakten
natuurlük groote sensatie. Zij waren door indis
cretie bekend geworden. Havas zwakt nu op
last van Blum diens verklaringen af. Blum
zou er zich toe bepaald hebben, het gevoelen
der Britsche openbare meening te analyseeren,
waarbü hij uitlegde, dat te recht of ten on
rechte de Britsche conservatieven over het al
gemeen van opvatting zijn, dat de Spaansche
republikeinen thans voor een nederlaag staan,
dit evenwel minder om militaire redenen dan
wegens politieke meeningsverschillen, die de
politieke fracties verdeelen en de kracht der
regeering verzwakken. Maar, het spreekt van
zelf, dat Blum dezen indruk niet voor eigen re
kening nam, noch er over discussieerde (aldus
Havas). Ten aanzien van Sovjet-Rusland maak
te Blum een toespeling om uitdrukking te ge
ven aan zün vreugde over de adhaesie van
Sovjet-Rusland met het Britsche plan ten gun
ste van de terugtrekking der in Spanje strijden
de vrüwilligers. Dit is van groot gewicht. Want
uit dit in verband brengen van de Engelsche
houding met die van Rusland blükt wel duide
lijk, dat het absoluut niet onwaarschijnlük is,
dat Blum, zü het niet voor de openbaarheid
bedoeld, er op gewezen zal hebben, dat ook Rus
land geen illusies meer koestert ten opzichte
van de eindoverwinning van Valencia.
e reis van Halifax naar Berlün begint
hoe langer hoe meer te lüken op een
pendant van die. Welke Haldane in de
dagen van 1914 naar de Duitsche hoofdstad
maakte. Duitschland meende toen de wereld
kenbaar te moeten maken, dat het voor nie
mand bang was. Het daagde vooral Engeland
uit door zijn vloot onevenredig te versterken.
In dit verband is thans zeer actueel, wat de
toenmalige Engelsche minister van Buitenland-
sche Zaken Viscount Grey later in zijn „Twen-
ty-five Years 18921916" schreef:
„Wij waren voor overleg te vinden, doch twü-
felden aan het resultaat daarvan door de ach
tereenvolgende Duitsche vlootwetten. Toen ik
in het begin van 1912 hoorde, dat de Duitsche
keizer een bezoek van een Britsch minister op
prijs zou stellen, was ik bereid, ofschoon weinig
hoopvol. Ik kreeg de uitnoodiging uit niet-
officieele bron. Dat de Duitsche keizer tot zulk
een uitnoodiging het initiatief had genomen.
Wilde er bü mij niet in. Ik heb nooit geweten,
van wien die uitnoodiging is uitgegaan, van En
gelsche of van Duitsche zijde. Het kon een
Duitsche manoeuvre zijn. Ging een Britsche
minister niet naar Berlijn, dan zou dat in de
wereld kunnen worden uitgelegd als het botte
afwijzen van een vriendelük bedoelde Duitsche
uitnoodiging. Ging de Britsche minister wel,
dan zou men het bezoek hebben kunnen uitleg
gen als een poging van Engeland om met de
Duitschers aan te pappen. In beide gevallen
zouden de Duitschers met de winst gaan strij
ken. Toch besloten wij, dat Lord Haldane naar
Berlijn zou gaan; dan maar winst voor de Duit
schers, liever dan dat men ons zou kunnen be
schuldigen van onbeleefdheid aan het adres
van de Duitschers."
Het bezoek van Haldane werd een volslagen
mislukking. Het is niet te hopen, dat de ge
schiedenis zich zal herhalen. Halifax is nu te
Berlijn en gaat naar Berchtesgaden, om den
Führer te bezoeken. Mogen de Duitsche macht
hebbers te Berlün en de Führer te Berchtes
gaden zich tegemoetkomender toonen dan eene
Wilhelm II en zijn ministers. Alles rolt op hei
oogenblik in de internationale politiek, overal
verschuiven zich de omstandigheden, overal
heerscht koortsachtige diplomatieke activiteit.
En heel de wereld wacht met spanning, wat uit
dit alles kan worden gebrouwen ten gunste van
den wereldvrede.
SEMARANG, 18 Nov. (Aneta). De Locomo
tief verneemt uit Japara, dat gistermiddag een
zware storm zeer ernstige schade aanrichtte in
de dessa's Poerwogondo en Sendang, tusschen
Japara en Koedoes.
Vermoedelijk zijn er dooden te betreuren,
doch in ieder geval werden verschillende per
sonen, gewond.
Nadere bijzonderheden ontbreken.
Nu pogingen in het werk gesteld worden om
de onderaardsche gewelven in den Dromedaris
„watervrü" te maken, is het interessant na te
gaan wat daarin te zien is. Door de activitei-
van den Gemeente-architect heeft men met be
hulp van zuigslang en motorpomp het water
uit deze ruimte kunnen verwijderen. Afgedaald
in deze gewelven, ontdekte men een tweede ver
dedigingswerk. Nissen in de muren met schiet
gaten, de balken, waarop vroeger de zware ka
nonnen hebben gerust zijn nog aanwezig en ook
de zware ijzeren ringen, die het terugloopende
stuk na elk schot moesten keeren. Bovendien
de kijkgaten boven de schietgaten, en de rook
kanalen, die moesten dienen om den kruit-
damp af te voeren. Vijf van die nissen zijn er;
vijf stukken geschut konden hier opgesteld
worden. Wanneer wü weten uit historische ge
gevens, dat de Dromedaris vroeger rondom in
het water stond en de schietgaten juist boven
den waterspiegel kwamen, is het duidelijk, hoe
onderaards geschoten kon worden. De vijand
werd dus op twee manieren met vuur bestookt.
Vermelden wü voorts, dat de onderaardsche
gang van den toren tot het kantoor van de
Werf Vooruit aanwezig is, benevens kruidkamers.
Getracht zal worden deze ruimte droog te
houden. Lukt het, dan zal Enkhuizen, zoo rijk
aan historische gebouwen, voor minnaars van
oudheid een attractie rüker geworden zün.
Maakt van Uw zolder geen pakhuis,
maar stuurt Uw bladen, tijdschriften
of illustraties na lezing door naar een
missionaris en zendt ons Uw oude
boeken. Een mooi en nuttig werk!
Vraagt het adres van een missionaris
bij de MISSIE-BOEKEN-ACTIE van
een der groot-seminaria te Hoeven,
Roermond, Haaren, Driebergen, War
mond.