Raad van Afgevaardigden
van „St. Raphaël"
3-e S-oJste
De werkloosheid
BIJEENKOMST TE
UTRECHT
Dr. W. B.
Huddleston Slater,
Levensgeluk in huwelijk en liefde
DINSDAG 30 NOVEMBER 193'.
De toestand van de organisatie is
niet onbevredigend, al dient
de teruggang van het
ledental te wor
den gestuit
De belangen van het
groote gezin
Een gebed voor Prins
Bernhard
De begrooting
Een onvoorzichtige
zweefvlieger
Jongmensch met te veel
fantasie
In hooger beroep wegens oplich
ting eveneens een jaar geëischt
De gebeurtenissen te
Heede
Het kerkhof wordt door
agenten bewaakt
DE ORDER VAN DE SHELL
Levering van de motoren
Zonder valscherm en de be-
noodigde instrumenten
de wolken in
In de eerste helft van November
iets gestegen, doch lager dan
het vorige jaar
VERHOOGING VAN ONZE
WEERKRACHT
VIERDUIZENDSTE MACHINE
VAN STORK
Braziliaansche gezant toont zijn
belangstelling
Het incident bij den
Jamboree-marsch
DE NATURALISATIE VAN
DEN PRINS
Betreffende wet in het Staatsblad
verschenen
R.K. UNIVERSITEIT
Dinsdag 7 December behandeling
voor het Hoog Militair
Gerechtshof
Kerkelijk leven
Ambtsaanvaarding van prof. dr.
B. Weerenbeck
MILITAIRE WILLEMSORDE
Diploma-uitreiking te Nijmegen
Zilveren kloosterfeest
UIT DE STAATSCOURANT
Arbeidsinspectie
Rijksgebouwendienst
Statistiek
Contingenteer ing
VECHTPARTIJ TE OSS
Landbouwer met een mes
ernstig gewond
I Posterijen
W ater staat
Onderscheidingen
ELF VARKENS VERBRAND
Polderbesturen
NAAR HET ENGELSCH
„Nu zult u my niet dikwijls meer zien," zei
Maandag begon in de Handelsbeurs te
Utrecht de vergadering van den Raad van
Afgevaardigden van „St. Raphaël", de R.K.
organisatie van spoor- en tramwegperso
neel.
In zijn openingsrede heeft de Bondsvoorzitter,
de heer L. H. Wigman, uit Amersfoort, aller
eerst het overleden lid der directie van de Ned.
Spoorwegen, ir. Van Dijk, herdacht, voor wiens
Zielerust ter vergadering werd gebeden.
Spr. belièhtte vooral de verdiensten van den
heer Van Dijk voor personeelsaangelegenheden
en getuigde, dat hij voor de belangen van het
personeel steeds een gewillig oor had.
Overgaande tot bespreking van het werk
van de organisatie, noemde spr. den toe
stand niet onbevredigend, al zal de terug
gang van het ledental gestuit dienen te
worden.
Ook de gepensionneerden hebben alle belang
bij een sterke vakorganisatie.
Vooral nu de regeering te kennen heeft ge
geven, dat de korting op de Indische pensioenen
op het punt staat ingetrokken te worden, moet
het geheele spoorwegpersoneel in beweging ko
men, wat alleen vruchtbaar kan geschieden, als
de erkende Organisaties de actie leiden.
Bij het werk voor de tot stand koming van
het Reglement Dienstvoorwaarden. dat 1 Octo
ber 1938 van kracht zal worden, moeten in het
bijzonder de belangen van het groote gezin be
hartigd worden.
De toestand van het personeel der laagste
loonschalen en van de groote gezinnen vraagt
dringend voorziening.
Het is niet billijk, de noodzakelijke verbete
ringen op het motief „slechte bedrijfsuitkom-
sten" af te wijzen, evenmin als de gerechtvaar
digde verlangens en wenschen inzake de dienst
en rusttijden om deze reden onvervuld te laten.
Te betreuren is het, dat men bij het ministerie
van Sociale Zaken geen aanleiding heeft gevon
den om evenals voor andere bedrijven een
onderzoek voor te bereiden, in hoeverre de
spoorwegen er toe kunnen bijdragen den geesei
der werkloosheid te bestrijden en te verminde
ren.
Door de rationalisatie bij de Spoorwegen is
de taak van de vakorganisatie, belangrijk uitge
breid.
In verband met de herkiezing van de aan de
beurt van aftreden zijnde bestuursleden, onder
wie de voorzitter, bracht de heer H. C. J. Ve-
nings aan de vergadering dank voor het ge
stelde vertrouwen. Er waren geen tegencandi-
daten gesteld.
De werkzaamheden werden even onder
broken voor een mededeeling over den toe
stand van Z. K. H. Prins Bernhard. Er wer
den een Onze Vader en een Weesgegroet
voor den patiënt gebeden.
De .mededeeling, door den voorzitter ge
daan, maakte op allen een diepen indruk.
Bij de behandeling van de begrooting werd
de wenschelijkheid betoogd van een uniforme
contributie voor de Stahdsorganisatie. Het
vraagstuk is reeds meermalen aan de orde ge
weest en gestreefd wordt naar een oplossing.
Na bespreking bleef de contributie, zooals ze
vastgesteld is voor de gepensionneerden. onge
wijzigd.
Besloten werd, thans voor het eerst een be'
drag van ƒ200 op de begrooting uit te trekken
als subsidie voor het „Kanunnik Van Scha.k-
fonds".
De begrooting werd goedgekeurd met een to
taalbedrag van ƒ86.723,20.
Met meerderheid van stemmen werd besloten,
in 1938 den Bondsdag te Eindhoven te houden,
De vergadering van den Raad van Afgevaar
digden zal worden gehouden te Heerlen.
Dan werd overgegaan tot behandeling van
diverse wijzigingen van statuten en huishoude
lijk reglement.
De heer Nivard waarschuwde ernstig, niet al
te makkelijk te spreken over geldelijke zaken,
fondsen e.d. Een fonds, dat zich zelf niet kan
bedruipen, zou een nekslag kunnen beteekenen
voor een vakvereeniging.
Hierop werd de vergadering verdaagd.
Krimpen a.d. Lek en 1 by de Odense Staal-
skibsvaerft te Odense.
Werkspoor had reeds van de Kon. Shell order
gekregen voor het leveren van 7 motoren van
3600 P.K., 3 van 2700 P.K., 5 van 1600 P.K. en
1 van 600 P.K., zoodat met de jongste order
mede totaal 23 motoren voor de Kcm. Shell
worden gebouwd.
De Indische jongeman, die wegens oplich
ting in hooger beroep voor het Haagsche ge
rechtshof moest terechtstaan, heeft bij zijn po
gingen door middel van allerlei verzonnen ver
halen geld van verschillende vooraanstaande
burgers te Rotterdam los te krijgen, zijn fan
tasie zóó ver laten gaan, dat hij op het laatst
zelf aan de door hem opgedischte verhalen is
gaan gelooven en zelfs poogde den president
van het gerechtshof zijn verzinsels op te drin
gen. Dit mislukte natuurlijk, daar de getui
genverklaringen de fantastische verhalen in
geen enkel opzicht konden staven. Verdachte
had n.l. aan verschillende van zijn slachtoffers
verteld, dat hij kunstschilder was, doch dat hij
in Indië beter een positie kan krijgen dan in
Nederland en daarom geld verzamelde voor
den overtocht. Zijn vader was gestorven, zijn
moeder leefde van een klein pensioentje. Dit
alles bleek onwaar te zijn. Verdachte heeft
nooit een streek op linnen gezet. Zijn vader
leeft nog in Indië, doch wilde hem niet meer
in huis hebben en wat de reis naar Indië be
treft, daarmee zal verdachte ook wel niet zoo'n
haast hebben. Hij bleek n.l in Indië de centrale
commissie voor steun aan werkloozen opgelicht
te hebben en zal bij aankomst aldaar vermoe
delijk dadelijk gearresteerd worden. Bovendien
was hij enkele jaren geleden al onderweg naar
Indië geweest, doch was in Marseille uitge
stapt en weer naar Holland gereisd.
„Ik kwam toen te laat voor de boot", voerde
verdachte als poover excuus aan.
„U had niet van boord moeten gaan," wierp
de president hem tegen.
Wat de schilderkunst van verdachte betrof,
hijzelf beweerde eenige schilderijen gemaakt
te hebben, doch kon hiervoor geen enkel bewijs
aanvoeren.
Toen hij in het huis van bewaring in Rotter
dam zat, heeft de rechter-commissaris hem
gevraagd eenige staaltjes van zijn kunnen te
laten zien.
Inderdaad is verdachte toen met eenige tee-
keningetjes te voorschijn gekomen, welke ech
ter later afkomstig bleken te zijn van.... een
lotgenoot van verdachte in het huis van bewa
ring, die ze op verzoek van den pseudo-kunste-
naar heeft vervaardigd.
De Rotterdamsche rechtbank heeft verdachte
een gevangenisstraf van één jaar opgelegd, van
welk vonnis de procureur-generaal bij het
Haagsche gerechtshof bevestiging vroeg.
De zaak is daarom zoo ernstig, zeide de ver
tegenwoordiger van het O. M., omdat deze ver
dachte zooveel schade doet in gevallen, waar
werkelijk hulp verleend moet worden.
De verdediger, mr J J. Veraart, meende, dat
men hier niet van oplichting kon spreken en
concludeerde tot ontslag van rechtsvervolging.
Personen uit Denekamp, die Zondag een be
zoek brachten aan Heede, bevestigen, dat de 4
meisjes, die zeggen een verschijning te hebben
gezien, nog steeds in het gesticht te Göttingen
verblijven. De moeders der kinderen zijn ook
te Göttingen; zij worden af en toe bij de kinde
ren toegelaten.
Te Heede zijn de kerk en het kerkhof afgezet
door Schupo's. Alleen Ingezetenen hebben toe
gang; op vreemdelingen wordt gelet. Streng
wordt opgetreden, om alle bezoekers tegen te
houden op eenigen afstand van de plaats. Door
list of langs omwegen gelukt het sommigen
echter het dorp te bereiken.
De bevolking is overtuigd van de echtheid der
verschijning en vol verontwaardiging over de
genomen politie-maatregelen.
Van de schepen, welke de Koninklijke Shell
kort geleden bij diverse werven in aanbouw
heeft gegeven, zullen voor zeven de motoren
door Werkspoor te Amsterdam worden geleverd,
n.l. twee van 4500 P.K. voor de twee schepen
van 15.000 ton, welke bij de Nederlandsche
Scheepsbouw Mij. te Amsterdam worden ge
bouwd, 1 van 3600 P.K. voor een schip van
12.000 ton, die de Rotterdamsche Droogdok Mij.
te Rotterdam zal bouwen, nog 1 van 3600 P.K.
voor één van de drie 12.000 tonners, in aanbouw
bij Wilton Feyenoord te Rotterdam en drie van
2700 P.K. voor drie schepen van 9000 ton, waar
van 1 gebouwd wordt bij de Nederlandsche Dok
Mij. te Amsterdam, 1 bij Van der Giessen te
In het departement van Waterstaat heeft de
Raad voor de Luchtvaart Maandagmiddag een
nader onderzoek ingesteld naar het ongeval met
het zweefvliegtuig PH-61, dat op 9 Juli van
dit jaar tijdens een vlucht is beschadigd.
De bestuurder, de heer J. van der M.. bleef
daarbij ongedeerd. De heer van der M. verklaar
de bij dit nader onderzoek, dat hij te ongeveer
12 uur was opgestegen, opgesleept door een mo
torvliegtuig. Van te voren had hy gevraagd of
er een valscherm ter beschikking was, doch
daarop heeft hij een ontkennend antwoord ont
vangen. Op een vraag van den voorzitter, mr.
dr. D. A. P. N. Kooien, antwoordde de heer van
der M., dat hij wist, dat een inzittende van een
zweefvliegtuig in het bezit moet zijn van een,
aeugdelijK valscherm en dat hij willens en we
tens de reglementen heeft overtreden.
Voorts verklaarde de heer van der M., dat er
dien dag veel wolken waren, doch dat hy, ge
zien zijn ervaringen op vorige vluchten, van
meening was, dat hij voldoende kon blindvlie-
gen. Hettoestel was echter niet voorzien van
de noodige instrumoiten voor blindvliegen en
hij erkenae thans dan ook, dat hij zeer on
voorzichtig heeft gehandeld om door de wol
ken te vliegen.
Als deskundige werd gehoord ir. A. G. von
Baumhauer, ingenieur by den luchtvaartdienst.
Deze noemde het niet verantwoord zonder val
scherm de lucht in te gaan, ten eerste omdat
het tegen de voorschriften is en voorts met hei
oog op het risico. Ook noemde hij het opzette
lijk blindvliegen zonder instrumenten gevaar
lijk en tegen de goede gewoonte van de meeste
vliegers. Er kan volgens den heer von Baum
hauer zonder stabulo (vast horizontaal staart
vlak) wel aardig gevlogen worden, maar wen-
schelijk is dat niet.
De heer J. K. Hoekstra, instructeur by het
Ned. instituut voor Zweefvliegen, gaf ten slotte
als zijn ervaring te kennen, dat het zeer lastig
is blind te vliegen zonder stabulo en bocht-
aanwijzer. Deze ervaring heeft hy aan verschil
lende vliegers medegedeeld, doch hij gelooft
niet, dat de heer van der M. daar bij was.
De Raad zal later uitspraak doen.
De directeur van den rijksdienst der werk
loosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling
deelt mede, dat in de week van 8 t/m. 13 Nov.
1937 bij gesubsidieerde vereenigingen metwerk-
loozenkas waren aangesloten 469.800 personen
(landarbeiders met 73.700 leden zijn hieronder
niet begrepen).
Van deze 469.800 verzekerden was in ge
noemde week de geheele week werkloos 24,1
pet. (in de vorige verslagweek, 25 t/m.
30 Oct. 1937, was het percentage 23,1).
Het werkloosheidspercentage voor hen,
die de geheele week werkloos waren, was in
de eerste verslagweek van de maand No
vember va nde maand November in de
laatste jaren a.v.': 1934 25,8, 1935 29,4, 1936
29,0, 1937 24,1.
Bij de organen der openbare arbeidsbemid
deling stonden op 13 November 1937 in totaal
376.339 werkzoekenden ingeschreven, onder wie
353.781 mannen. Van deze werkzoekenden wa
ren er 357.761 werkloos, onder wie 341.115 man
nen.
Blijkens een opgave van den directeur-gene
raal van werkverschaffing en steunverleening
waren einde September 1937, 40.616 arbeiders
geplaatst by een werkverschaffing.
In de jaarvergadering van de Vereeniging voor
nationale veiligheid is besloten een telegram te
zenden aan den minister van Defensie, oud
bestuurslid der vereeniging, waarin hulde aan
den minister wordt gebracht voor de degelijke
en krachtige wijze, waarop hy de Nederland
sche weermacht wil brengen op het peil, noo-
dig voor onze nationale veiligheid.
De vereeniging geeft voorts in het telegram
de verzekering, dat zij zal trachten zooveel mo
gelijk landgenooten te blijven overtuigen van
de juistheid en de noodzakelijkheid van de ver
hooging onzer weérkracht.
Maandagmiddag bracht de buitengewoon ge
zant en gevolmachtigd minister der Braziliaan
sche republiek, Z. Exc. dr. Pedro de Moraes
Barros, vergezeld van de heeren J. de Magel-
haes Calvet en M. P. de Hoo, resp. consul en
vice-concul van Brazilië te Rotterdam, eer
bezoek aan de machinefabriek Gebr. Stork en
Co. te Hengelo.
Bij dit bezoek waren - tevens aanwezig de
heeren H. P. Gelderman, mr. E. E. Menten.
E. E. Henny en mr. B. H. Everts, leden van het
Nederlandsch Zuid-Amerikaansch Instituut en
tevens mr. H. Ch. Schokker, die als vertegen
woordiger der Nederlandsche regeering aan de
Zuid-Amerikaansche handelsmissie heeft deel
genomen.
Het gezelschap werd door de directeuren
der fabriek, de heeren C.T. Stork, J. A. Avéres
en J. Overweg, ontvangen in het hotel van het
door de fabriek gestichte tuindorp 't Lansink,
waar de lunch werd gebruikt.
Vervolgens werd een rondgang door de fabriek
gemaakt. Bij de aankomst der gasten in de
groote hal der gieterij werden de woorden
„Saudades do Brasil" in vloeibaar ijzer in het
bodemzand uitgegoten.
Dit is een typisch Braziliaansche en eigenlijk
onvertaailbare heilwensch. E'en aardige, fan.
tastische welkomst- demonstratie.
De belangstelling gold in het bijzonder de le
vering van een tiental Dieselmotoren, bestemd
voor vijf vrachtschepen voor Brazilië, van wel
ke motoren een aantal nog in de groote mon
tagehal der Hengelosche fabriek in bouw zijn.
Deze schepen, die alle motoren van het systeem
„Stork-He&selman" ontvangen, worden door
Nederlandsche werven gebouwd.
De gezant schonk bijzondere aandacht aan
een zeer grooten Diesel-motor van hetzelfde
systeem, met een vermogen van ca. 6000 p.k„
die in de montagehal ter beproeving gereed
stond. Van dezen motor geldt de merkwaardig
heid, dat het de 4000ste machine is, die door
de fabriek van Stork sedert haar oprichting is
gebouwd. De motor is bestemd voor een vracht
schip van de reederij Wilh. Wilhelmsen te Oslo,
een der grootste reederijen ter wereld, die reeds
twee schepen, elk door twee zulke groote moto
ren van Stork gedreven, in de vaart heeft. De
motor, die ca. 8 M. hoog en 10 M. lang is, werd
in tegenwoordigheid van de gasten in werking
gebracht.
Na het bezoek aan de fabriek bleef het gezel
schap eenigen tijd op het directiekantoor bij
een, waarna de terugreis per auto werd aan
vaard.
Verschenen is een Staatsblad, waarin opge
nomen is de wet van 24 November 1936 hou
dende naturalisatie van Z. D. H. Prins Bern
hard Leopold Frederik Everhard Julius Coert
Karei Godfried Pieter van Lippe-Biesterfeld en
regeling van eenige gevolgen dier naturalisatie.
Hei Hoog Militair Gerechtshof zal Dinsdag
7 December in hooger beroep de zaak behan
delen tegen den 37-jarigen M. van den H„
eerste-luitenant van de koloniale reserve te
Nijmegen, die op 8 Augustus j.l. als comman
dant van een militaire colonne van 55 man
van het Ned. Indische leger aan den Jamboree
wandeltocht heeft deelgenomen en geweigerd
heeft te gehoorzamen aan de bevelen van de
politie te Bloemendaal om zijn colonne met
drie man naast elkaar te doen loopen.
In deze zaak heeft de auditeur-militair bij
den krijgsraad geldboeten van ƒ25 subs. 5 da
gen hechtenis en van 10 subs. 5 dagen gevor
derd.
De krijgsraad sprak beklaagde van het hem
ten laste gelegde vrij.
Dr. B. H. J. Weerenbeck, door de St. Rad
boudstichting benoemd tot buitengewoon hoog
leeraar in de Fransche- en Provengaalsche
taalkunde aan de R.K. Universiteit te Nijme
gen, zal Vrijdag 3 December zijn ambt aan
vaarden met een rede'in de aula van de R.K.
Universiteit.
de bekende Rotterdamsche me
dicus en sexoloog, heeft in boek
vorm onder den titel „JA, IK
WIL 1" meer uitvoerig dan hij
dit uiteraard in zijn reeks radio
lezingen doen kon, zijn inzich
ten uiteengezet omtrent
Dit boek op zeldzaam bevattelijke wijze geschreven is bestemd
voor ALLE kringen. Fataal toch zijn de gevolgen, zoowel van
onwetendheid als luchthartigheid op dit gebied. Stuk voor stuk
neemt de auteur de dwaalbegrippen der huwelij kshervorme; s
onder de loupe, waarbij ook de prostitutie, het neo-malthusia-
nisme, de periodieke onthouding en verschillende afwijkingen
in het huwelijk ter sprake komen. Door beteie begrippen
over huwelijk en liefde te verspreiden wil de schrijver meer
menschen brengen HET WARE LEVENSGELUK.
Wij leveren U dit buitengewone boek tegen slechts f 3.90 ingen.
4.90 geb., desgewenscht betaalbaar in termijnen van 1.
of meer per maand, franco uitsluitend bij bestelling recht
streeks aan de N.V. Roman-, Boek- en Kunsthandel H. Nelissen,
Prinsengr. 627, Amsterdam, Giro 60092.
T>f"V^TOnderget. wenscht te ontvangen het boek „JA IK
DUll WIL", ingen. a ƒ3.90, geb. ƒ4.90. Het verschul
digde ad de le maandel. termijn ad is aan
U verzonden. doorhalen wat niet wordt gewenscht.
NAAM:
ADRES:
Maandagmiddag heeft, op het binnenplein
van de Prins Hendrik Kazerne te Nijmegen, de
commandant der koloniale reserve, kapt. L. A.
van de Berge, de beide officieren van gezond
heid 2e klasse van het Nederlandsch-Indische
leger, de heeren Modderaar en A. Donkers,
beëedigd.
Hierna heeft de commandant, onder een toe
passelijke toespraak, aan zeven ridders der
Militaire Willemsorde beneden den rang van
officier de diploma's uitgereikt overeenkomstig
de voorschriften van die orde.
De plechtigheid werd opgeluisterd door de
muziek van het garnizoen. Aanwezig waren
burgerlijke en militaire autoriteiten, onder wie
een vertegenwoordiger van het gemeentebestuur,
de garnizoenscommandant, overste Land. de
commandant van het elfde reg. infanterie,
overste Reesel, de commandant der kon.
marechaussee, kapt. jhr. Bowier, de comman
danten van de burgerwacht en den vrywilligen
landstorm en vele anderen.
Na afloop der plechtigheid werd in de can-
tine der Prins Hendrik Kazerne een film over
Indië vertoond.
De eerw. Broeder Severinus Aarts uit Liessel-
Deurne, die thans in de Missie van de Mina-
hassa te Romohon werkzaam is, vierde dezer
dagen zijn zilveren kloosterfeest. Broeder
Severinus behoorde tot de eerste vijf missiona
rissen van de Congregatie der Fraters van O. L.
Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg,
die op 25 April 1923 naar Padang vertrokken
De hoofdinspecteur-titulair van den arbeid
ir. N. C. Winkel te 's Gravenhage is met 1 Dec.
1937 benoemd tot hoofdinspecteur van den ar
beid
Bij den rijksgebouwendienst is met 1 Februari
1938 op verzoek eervol ontslag verleend aan J.
C. W. van der Eem, districtsbouwkundige te
Utrecht; benoemd tot districtsbouwkundige te
Zwolle, H. J. Caro, thans bouwkundig ambte.
naar le klasse; benoemd tot bouwkundig amb
tenaar le klasse te 's Gravenhage F. W. Duthour
Geerling.
Te rekenen van 1 Nov. j.l. is. benoemd tot
commies bij het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek dr. L. J. M. Jonkhart voordie'n tijdelijk.
Op den Rijksstraatweg 's-Hertogenbosch—
Grave, onder de gemeente Oss, heeft zich in
den nacht van Zondag op Maandag een hevige
vechtpartij voorgedaan, waarbij een jeugdige
landbouwer ernstig werd gewond.
Een aantal jongelieden uit Heesch bij Oss,
dat den avond in een café langs den rijksweg
had doorgebracht, keerde omstreeks middernacht
eenigszlns beschonken huiswaarts. Onderweg
ontstond een woordenwisseling tusschen twee
van hen, zekeren W. v. N. en B. De twist liep
zoo hoog, dat de mannen elkander te lijf gin
gen. Plotseling trok v. N. een mes en bracht zijn
tegenstander eenige diepe steken toe. Een der
steken was ernstig aangekomen, daar de pols
slagader van het slachtoffer was geraakt.
Toen v. N. zag, wat hij had gedaan, nam hij
ijlings de vlucht en wist in de duisternis te
ontkomen. De metgezellen van B. droegen het
hevig bloedende slachtoffer een naburige wo
ning binnen, waar geneeskundige hulp werd
verleend. De toestand van den getroffene is
zorglijk. Inmiddels stelden rijks- en gemeente
politie, onder leiding van burgemeester Offer
mans te Heesch, een uitgebreid onderzoek in,
dat tot aanhouding van den dader leidde. De
33-jarige v. N. werd onder het gemeentehuis te
Heesch opgesloten en zal Woensdag voor den
Officier van Justitie te 's-Hertogenbosch wor
den geleid.
Met 1 Januari 1938 is op verzoek eervol ont
slag verleend aan ir. A. Groothoff te Amers
foort, als lid van de commissie van advies, in
zake contingenteering van den invoer van goe
deren, onder dankbetuiging voor de in deze
functie bewezen diensten.
Met 1 Dec. 1937 wordt benoemd tot referen
daris der posterijen, telegrafie en telefonie, J.
P. G. van Holthoon, thans referendaris 2e kl.
Met 1 Jan. 1938 wordt aan den referendaris 2e
klasse der P., T. en T. S. C. van Schalk op ver-
zoek eervol ontslag verleend.
Met 1 Januari 1938 is aan den technisch-
hoofdambtenaar van den rijkswaterstaat in
vasten dienst W. E. Janson te Zutphen op ver
zoek eervol ntslag verleend.
Maandagmiddag omstreeks twee uur is brand
ontstaan in de groote landbouwschuur van
G. J. Wassing te Vorden. In de schuur was
eenig hooi en stroo opgeslagen, dat door het
vuur werd verteerd. Elf varkens kwamen in de
vlammen om.
De schuur brandde geheel uit, terwijl de
daarin aanwezige landbouwgereedschappen
verloren gingen.
De oorzaak van den brand is onbekend. De
schade wordt door verzekering gedekt.
Aan J. A. D. M. Daniels, gedelegeerd bestuurs
lid van de N.V. Internationaal Kunstzijde-ver
koopkantoor, te Arnhem en aan J. Mantel, oud-
secr. der Ned. Vereeniging „Ornithophilia", te
Huis ter Heide, gemeente Zeist, is verlof ver
leend tot het aannemen van 't onderscheidings-
teeken van resp. commandeur in de orde van
van verdienste (al merito) van Chili en ridder in
de kroonorde van België.
Aan jhr. mr. A. C. A. Stern, advocaat en
procureur, wonende te Wassenaar, is verlof ver
leend tot het aannemen der hem geschonken
onderscheiding van officier van de orde van
het Britsche rijk.
Bij K. B. zijn benoemd:
in de provincie Gelderland
tot buitengewoon heemraad van het polder
district Bommelerwaard beneden den Meidijk,
H. Duijzer, te Brakel;
in de provincie Noord-Holland:
a. met ingang van 1 Januari 1938 tot dijk
graaf van den polder Westzaan, G. Haremaker
te Koog aan de Zaan;
b. met ingang van 1 Januari 1938, tot dijk
graaf van den polder Assendelft, J. K. Jonge-
jans te .Assendelft;
,c. met ingang van 3 Januari 1938, tot heem
raad van den polder Katwoude, M. Middelbeek,
te Katwoude;
d. met ingang van 1 Januari 1938, tot heem
raad van den polder Westzaan, D. J. Waal te
Wormerveer;
e. met ingang van den eersten Donderdag in
December 1937, tot heemraad van het water
schap de dertig gemeenschappelijke polders op
Texel, S. Keijser, Jzn., te Hoogeberg op Texel.
14
Onwillekeurig was bi) Queenle de gedachte
opgekomen aan Margaret Frampton en Barba
ra. Ze wist heel goed, dat die alle twee, hoe ver
schillend van levensopvatting ze overigens we
zen mochten, een aanzoek van MacBride zouden
hebben aangenomen. En zij had hem enkel be-
tooverd door haar schoonheid! Nu niet alleen
door haar schoonheid, want haar intellect was
goed genoeg, als zij het meer had willen ont
wikkelen.
„Dus je bent niet van 'plan, hem op te ge
ven?"
„Waarom zou ik dat doen? Ik ben niet zeker,
dat ik u liefheb en wel, dat ik zeer op hem
gesteld ben. Waarom zou ik hem dan opgeven?"
Het was, of die tegenstand haar nog bekoor
lijker deed zijn in zijn oog.
Een oogenblik later traden Mrs. Steurton en
Barbara het atelier binnen. Barbara, die een
scherp opmerkingsvermogen had, keek onwille
keurig haar vriendinnetje vorschend aan. Zij
had zich toch den laatsten tyd al afgevraagd,
hoe Queenie zooveel tyd gaf aan den schilder.
Queenie tot Mrs. Steurton. „De schildery is af."
„Ja, en myn man zegt, dat het 't beste werk
is van' Mallory. Ben je er niet trotsch op,
kindje?"
„Of ik er trotsch op ben!" klonk het over
tuigd.
Terwyl Barbara thee schonk, merkte zy op,
dat het palet van den schilder niet eens aange
streken was.
„Neen," zei Mallory, „ik heb het model eh de
schildery vergeleken en ik vond niets meer te
doen."
Queenie was stil. Zy voelde zich ongelukkig.
„Morgen ga ik naar het Noorden," kondigde
Mallory aan. „Ik wil sparren schilderen in Oc
tober."
„En ik ga de volgende week naar het Zui
den," viel Queenie in.
„Iedereen schynt dan al weg te gaan," meen
de Barbara. „Mr. MacBride en Margaret Framp
ton óók. Alleen u en ik blijven thuis moeder!"
„Nu, ik vind het thuis goed genoeg," zei Mr.
Steurton, tevreden als altijd.
Queenie had het thuis zeker ook „goed ge
noeg" gevonden, als het niet was, in de hoop
Mallory te ontmoeten, daar ginds in het vrye
Londen.
HOOFDSTUK IX
„Maar hoe zou iemand nu ooit met zulk een
donkere lucht kunnen schilderen?" riep Mrs.
Edward Grant, met ongeveinsde verbazing het
mooie nichtje aanstarend. Want zy begreep
waarlijk niet, hoe eenige meisje lust zou heb
ben, om in den mist uit te gaan, als zy thuis
heerlijk by den haard kon zitten, gevierd in een
kring van letterkundigen. Daar de echtgenoot
van Mrs. Grant professor in de Engelsche let
terkunde was geweest, zagen zy zich altyd om
ringd door aankomende schrijvers en andere
geletterden.
Het was nu eind November en Queenie was
bijna twee maanden van huis geweest. Ze was
weggezonden, quasi ter wille van dien hoest,
maar in waarheid, omdat de professor wel had
ingezien, dat zij rusteloos zou worden, zonder
MacBride in de nabyheid en zonder het posee
ren, waarop zij zoozeer gesteld scheen.
„Ik wilde wel, dat zij den artist nooit ont
moet had," dacht Donnington herhaaldelyk, ge
durende de veertien dagen, die volgden op Mac-
Bride's vertrek.
Queenie was stil en lusteloos en toonde ner
gens anders belangstelling in, dan in de post.
„Ik geloof niet, dat de brieven van MacBride
de attractie zyn," meende haar vader.
En dit wasook zoo, ofschoon de professor
zeker verbaasd zou hebben gestaan, als hy had
geweten, wat een bloemryke liefdesbrieven Will
kon schryven; hoe welsprekend hy op papier
kon zijn.
De laatste paar dagen vóór haar vertrek leek
Queenie weer wat opgewekter. En het deed hem
anders niet aangenaam aan, dat zij feitelyk
dus biy was, van hen weg te gaan.
Hadden zij haar nu echter twee maanden la
ter gezien, dan zouden ze waarschijnlyk aller
minst verzoend zijn met het resultaat van die
lange scheiding: Queenie hoestte veel erger, dan
vóór zy ging; en, ofschoon zy er niet bepaald
ziek uitzag, was ze toch wat bleeker en mager
der geworden en hadden haar oogen een ver
moeide uitdrukking. MacBride maakte er zich
zeer ongerust over, al zei hy er dan ook niets
van tot Queenie's ouders.
Zij was steeds inschikkelyker voor hem en
toch voelde hy, dat er iets ontbrak aan het in
nige van hun verhouding. Ze deed, zonder man-
keeren, al wat hij haar vroeg. Ze nam zelfs een
uitnoodiging van Margaret Frampton aan, om
's middags bij haar te komen theedrinken.
Helaas was dat bezoek geen succes. Margaret
had gerieflijke kamers gevonden, dichtby het
ziekenhuis, waaraan zy verbonden was en ze
had ze nagenoeg hetzelfde ingericht, als die in
Edinburg. MacBride was er haar komen opzoe
ken, nadat hy een week in Londen was geweest.
Hy had een gevoel van heimwee gehad, maar
een paar uren, in Margarets kamer doorge
bracht, hadden hem genezen.
zy was dezelfde, die zy altyd geweest was:
kalm, maar opgewekt en byzonder scherp-ziende.
Ze had haar bezoeker mee naar het ziekenhuis
genomen, dat onder haar leiding stond. De
twaalf bedden waren alle door vrouwen en kin
deren ingenomen. Behalve die had Margaret
nog enkele patiënten buitenshuis en zoo nu ep
dan behandelde zy een geval, haar door Anna
aangebracht. Ze had een druk, nuttig leven;
toch vond ze nog tyd, haar bloemen te verzor
gen, de eenige weelde, die zy zich veroorloofde.
Toen Queenie nu in Londen was gekomen,
had MacBride er op gestaan, dat zy Margaret
Frampton zou bezoeken; en, om hem een ge
noegen te doen, was zy dan ook meegegaan.
Maar vooreerst had Margarets kamer volstrekt
niet die bekoring voor Queenie, en dan voelde
ze ook geen belangstelling voor de maatschap
pelijke vraagstukken, die als vanzelf ter sprake
kwamen, als de jonge doktoren byeen waren.
Queenie zou verre verworpen hebben de ver
onderstelling, dat zy jaloersch was en toch zou
die zeer gerechtvaardigd zyn. Het was een feit,
dat ze dan al byzonder weinig zei; en, wat er
ger was, dat ze duidelijk den indruk gaf, dat
het bezoek haar verveelde.
„Margaret is opgeknapt," zei ze tot MacBride,
terwijl ze naar het huis van Mrs. Grant terug
gingen. „Ze is niet meer zoo plomp, als ze ge
weest is. Maar ze is my te knap, Will! Haar ge
leerdheid benauwt my. Ja, dat is by jou na-
tuuriyk niet het geval!"
„Moet ik dat als een compliment opvatten?"
„Natuurlyk."
Mrs. Edward Grant had zich dan wel zeer
vereerd gevoeld door een uitnoodiging van den
beroemden schilder, Everard Mallory, om de
veelgeprezen schilderij, de „Grillige Fortuna",
te komen zien, eer ze naar Amerika vertrok.
Queenie had voor William geen uitnoodigings-
kaart meegebracht; ze vond het nu ook vol
strekt niet noodig, dat hy weten zou van Mal-
lory's verbiyf in Londen.
Overigens had Queenie ten volle van haar
triomf in het atelier genoten en Mallory had
dan ook niet veel moeite gehad om haar over
te halen, opnieuw voor hem te poseeren.
„Hóe nu te doen tegenover tante?" vroeg hy
met beteekenisvollen blik, den kant van Mrs.
Grant uit.
„Ik geloof niet, dat tante het hoeft te weten."
„Maar als zy dan vraagt, waar je heengaat?"
„Dan zeg ik, dat ik een vriendin ga opzoe
ken."
Dit excuus kwam echter wat te veel voor; en,
daar Queenie wel zorgde, dat MacBride en Mr.
Grant weinig met elkaar in aanraking kwama»,
achtte zij het beter, er haar tante van op de
hoogte te brengen, dat de schilder weer een
studie van haar wilde maken. En, daar zy al
•ens voor hem geposeerd had, had Mrs. Grant
daar niets op tegen. Weifelend had ze alleen nog
gezegd
„Ik kan niet altyd met je mee gaan, Quee
nie."
„Thuis ging ik ook alleen, tante. Mr. Mallory
heeft een huishoudster."
Dit was zoo, want de groote portretschilder,
die immers zoozeer in de mode was, had zich
wel verplicht gezien, een kalme, nette vrouw
ter bediening op het atelier te nemen, daar niet
al zyn modellen zoo los waren van de conven
ties.
Queenie poseerde nu ook weer geregeld voor
hem en hy had haar al verklaard, dat hy niet
even kon zonder zyn Koningin.
zy liet hem maar stil begaan. Met dit al bleef
zy dezelfde gevoelens koesteren jegens Mac
Bride: ze was graag met hem samen; ontving
zyn brieven en zyn bloemen; was trotsch op
zyn bekwaamheid.
(Wordt vervolgd)