Waar de filmband rolt
w
Zoekt gij betrouwbaar j
Personeel? j
Plaats dan een „Omroeper"
voor 80.000 gezinnen
De vestigingswet klein bedrijf 1937
Hoofdwond bijna
genezen
Voor f 5000 edel-
steenen gestolen
POPULAIRE UITEEN
ZETTING
ZATERDAG 4 DECEMBER 1937
LISSE
NOORD WIJKERHOUT
^Illllllillllllllttllll!l!lllinilllllllll!lllll!lllllllllllll]lllllinillllinill!!ll1llllllllllllllllllllllllllllll!llllllllllllllllllll|
iiiniimmiiiiiiiiuniiiniiiniHiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiüiiiiiiiiiiuiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiimiimiiiiH
iiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiunnniiniii
REMBRANDT-THEATER
De model-echtgenoot
geprolongeerd
LUXOR-THEATER
Massa justitie
PALACE-BIOSKOOP
Lunapark
CINEONE
De zee roept
FRANS HALSTHEATER
Uit de wereld van het
onbewuste
y
H aarlemStormvogels
Uit de wereld van het onbewuste, de
Jilm, die in het Frans Halstheater draait
R.K. Schaakclub St. Bavo
IN DEN KERSTNACHT
In de kloosterkapellen alléén
huisgenooten
U itzonderingen
„Spertijd"
Conclusies
Berichten reeds geplaatst in een deel
van onze vorige oplage
De oogen van Prins Bernhard
hebben niet geleden
Tijdens afwezigheid der bewoners
wisten dieven dezen buit te
bemachtigen
Zeldzaam brutaal
Familie naar het ziekenhuis gelokt
en toen ingebroken
VOOR ZIJN DADEN NIET TEN
VOLLE AANSPRAKELIJK
Wegens poging tot moord tot een
jaar veroordeeld
SLAATS—PELLENAARS AAN
DEN KOP TE KOPENHAGEN
BuysseBilliet op de
tweede plaats
at beteekent het lijden in den tijd,
vergeleken bij een eeuwigheid van
gelukzaligheid?
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
STTAD
Natuurlijk werd de model-echtgenoot gepro
longeerd. Als er een film van den laatsten tijd
voor in aanmerking kwam, dan toch zeker deze,
welke zoo pretentieloos is als een oude hoed,
doch daarbij zoo genoeglijk en blij is als een film
maar zijn kan.
Trouwens, Heinz Rühmann met zijn opge
wekt jongensachtig gezicht speelt er de hoofdrol
in, en om eerlijk te zijn, we hebben nog maa*
weinig films gezien met dezen voortreffelijker!
acteur of zij werden gedragen en vaak gered
door zijn aanwezigheid.
Monter, vroolijk en doorspekt van gezonden
humor, ziedaar het eenige wat wij nog van den
inhoud willen zeggen. Volwassenen hebben nog
een week den tijd ofti hun schade in te halen,
indien zij dezen model-echtgenoot nog niet ge
zien hebben.
Zij zullen trompetteren van het lachen, pre
cies wat zoovele duizenden reeds voor hen ge
daan hebben.
Dat het voorprogramma ververscht is, kan
voor dengenen, die haar andermaal willen zien
nog een extra-aanmoediging zijn, temeer, wijl
daarin thans weer een daverende „Popeye the
Sailorman" voorkomt. Ook dit is dezen keer één
brok vroolijkheid, zoodat we het programma van
deze week een warme aanbeveling kunnen mee
geven voor hen, die er prijs op stellen zich
eenige uren oprecht te amuseeren.
Een van de sterkste films, die in Haarlem
zijn vertoond, is ongetwijfeld de Amerikaansche
film „Fury", in Nederland bekend onder den
naam „Massajustitie". Het Luxortheater geeft
er een reprise van, een welkome gelegenheid
om deze zeer spannende en raak geregisseerde
rolprent met haar helaas maar al te waren
inhoud te gaan zien voor hen, die dit bij de
vorige vertooning niet gedaan hebben of die
haar nogmaals willen doorleven. Want dat is
„Massajustitie" zeker wel waard. Het verschijn
sel zelve: het vermoorden door het publiek van
iemand, die van moord of een ander verschrik
kelijk misdrijf verdacht wordt, mpge in Ne
derland onbekend zijn, de massa-psychose, wel
ke aan de lynchwoede ten grondslag ligt, komt
hier ook dikwijls genoeg voor, al is de uitwer
king dan gelukkig doorgaans niet zoo wreed en
moorddadig. En zoo heeft de film ook aan ons
iets te zeggen. Ter geruststelling zij medege
deeld, dat er (natuurlijk) een happy-end is
origineel gevonden en wel logisch voortvloeiend
uit het verhaal, zooals dat in de film is uitge
beeld. De hoofdpersonen geven prachtig spel te
genieten, maar vooral óok de uitbeelding van
hetgeen tot de lynchwoede voert, is opmerkelijk
raak weergegeven in symbolisch kippengekakel
b.v.
Het voorprogramma is van geheel anderen
aard. Charley Chase brengt de lachspieren
duchtig in beweging in een dubbelovergehaalde
klucht, de journaals hebben weer een groote
verscheidenheid van onderwerpen van baby
tehuizen en hometrainers voor schoothonden tot
het verwoeste Shanghai toe! en een teeken-
fiJm heeft zeer goede qualiteiten van de kleu-
rentechniek en haar inhoud zal door kinderen
erg aardig gevonden worden. Een programma
voor personen boven de 18 jaar.
Eddie Cantor en niemand anders is deze film.
Maar dan ook Eddie Cantor heelemaal eh le
vensgroot, hoe klein hij ook is.
Eddie is in deze film een jongmensch, die
met den moed op zeer gespannen voet staat,
die dat zelf heel goed weet en het bovendien be
treurt. Hij koopt daarom een boekje, getiteld:
„Een Man of Een Muis?", waarin heel nauw
keurig beschreven staat wat je doen moet om
een MAN te wezen. Hij blijft een bange muis,
maar doet als een man uit zijn boekje, met
het gevolg, dat iedereenhem voor een onver
schrokken kerel houdt, ook de kerels die hem uit
den weg willen ruimen en die hij ten slotte
netjes in handen der politie weet te spelen,
ook de eigenares van het Lunapark waarvan hij,
ook aldoor zijn boekje, directeur is geworden en
ook haar dochter, die als secretaresse optreedt
en hem ten slotte in de armen valt.
En dan is het uit.
Maar vóór het zoover is, gebeurt er heel wat,
eerstens veel te veel en ten tweede ook veel te
dol om hier te vertellen.
Maar dat kunnen we wel zeggen, dat de
menschen in de zaal zich, zooals je dat met
eenige overdrijving pleegt te zeggen, gek gela
chen hebben. De situaties zijn dan ook her
haaldelijk zóó onmogelijk en zóó mal, dat zelfs
de zwartgalligste bij het aanschouwen van deze
film gedwongen zal zijn te laten zien, dat hij
toch ook nog lachspieren heeft.
Voor volwassenen een film om echt plezier
van te hebben.
In het voorprogramma behalve de journaals
weer een film: „Snapshots uit Hollywood''
waarin we tal van filmsterren in hun gewone
doen zien en nog een gekleurde Merrie Melodies-
teekenflim.
Een aangrijpend verhaal is deze film, een,
verhaal van een rondborstigen zeeman, die zijn
jonge vrouw achterlaat, omdat hij aan den
lokroep der zee geen weerstand kan bieden.
Een jaar zou hij weg zijn en als hij terug
kwam zou er ergens in den hoek van de kamer
een wiegje staan. Maar de pest breekt uit aai
boord, de kapitein sterft en de schepelingen
laten hun stuurman in den steek, die dan met
zijn reuzenkracht probeert alleen het schip te
redden. Als door een wonder wordt hij gered,
doch als hij op zijn klein Russisch eilandje te
rugkomt, is de oorlog uitgebroken. En dat
brengt nieuwe kommer met zich.
Men wordt op rantsoen gesteld, er is geen
melk meer en bij een poging om dat van het
vasteland te halen, wordt de vader door de
Duitschers gevangen genomen.
En als hij dan, na 5 jaar dwangarbeid, ein
delijk weer thuiskomt leeft zijn vrouw niet meer
en zijn kind kent hem niet. In een zeer sterk ge
speeld slot haalt de man een groote overwin
ning op zijn wraakgedachten.
Een grootsche film met een prachtige vertol
king van de hoofdrol, zonder overdreven senti
menten, maar stoer en krachtig en van groote
spanning.
Vooraf gaat een aardig kluchtje van een ar
men jongeman en een kleinen auto.
Gregory la Cava heeft een ernstige film ge
schapen, die bijzonder goed tot haar recht komt
door het sublieme spel van Claudette Colbert
en Charles Boyer.
Temidden van de zielszieken leven in het.
modern ingerichte gesticht de psychiaters. Ze
leven er hun eigen leven en vergeten de we
reld waaruit ze zijn voortgekomen. De ellende
en droefheid vdn hun patiënten hebben hen
meer beïnvloed dan ze zelf kunnen vermoeden.
In de inrichting zijn dr. McGregor en zijn
vrouwelijke collega dr. Jane Everest de leiding
gevende persoonlijkheden. Zij hebben voor de
zieken oneindig veel gedaan en zij hebben al
les in onderling overleg gedaan. Daardoor zijn
er een vertrouwelijkheid en een hartelijke
vriendschap ontstaan, die hun arbeid steeds ten
goede is gekomen. Men heeft dan ook het vol
ste vertrouwen, dat McGregor tot directeur zal
worden benoemd, als belooning voor wat hij
bereikt heeft. Doch het loopt anders. Een
vreemdeling, de Fransche dokter Monet uit
Weenen, wordt gekozen. Men zegt, dat de po
litiek een woordje heeft meegesproken en du?
wordt de nieuwe directeur met weinig enthou
siasme door McGregor ontvangen. En dat ge-
brek aan enthousiasme verandert spoedig in
een hevige antipathie, wanneer blijkt, dat dr.
Monet geen vrouwelijke dokter in zijn inrich
ting duldt en daarom Jane Everest voor de
keuze stelt de afdeeling huisbezoek op zich te
nemen of ontslag aan te vragen. De degrada
tie voor de vrouw, die onmisbaar is in het ge
sticht, is aanleiding voor McGregor om even
eens ontslag te vragen. Maar dr. Everest ver
klaart, dat zjj zich gaarne aan de inzichten van
dr. Monet onderwerpt en in het belang van de
patiënten blijven wil.
Monet waardeert haar besluit, maar McGre
gor is niet tevreden en hij schikt zich nood
gedwongen.
Er komt tusschen hem en dr. Everest een
verwijdering, maar ook zijn vrouw voelt, dat zij
hem meer en meer gaat verliezen. Zijn werk
interesseert hem minder. Hij gaat uit met de
geraffineerde zuster van Monet en vergeet wat
hem aan de anderen bindt. Hij leeft in een
andere wereld en denkt niet meer gezond. Zijn
vrouw begint de eerste verschijnselen te ver-
toonen van een zenuwcrisis, omdat zij zich als
een vreemde tegenover haar man voelt. Onder-
tusschen bewijst dr. Everest steeds meer haar
onmisbaarheid in het huis. Zij redt het leven
van dr. Monet, die door een waanzinnige wordt
aangevallen en zij ontdekt ten slotte, dat zij
van Monet houdt.
Dan gebeurt op een avond datgene wat reeds
lang te voorzien was: de vrouw van McGregor
krijgt een hevigen aanval. Haar leven is in ge
vaar. En terwijl McGregor zijn avond met de
zuster van Monet in de stad doorbrengt, ver
richt Monet de moeilijke operatie. Wanneer hij
terugkeert, vindt McGregor dan zijn vrouw in
het ziekbed. Dit is het oogenblik dat McGregor
doet zien, dat zijn leven bijna vernield is ge
worden. En terwijl tusschen hem en zijn vrouw
alles in orde zal komen, laten ook Monet én
Jane Everest het masker vallen en twee men
schen vinden elkaar.
Het Haarlem-elftal voor den wedstrijd tegen
Stormvogels op as. Zondag is ongewijzigd, n.l
Vijgeboom
Verhappen Huysman
De la Mar Effern Van Gooi
Kammeyer De Winter Van der Hulst Smit
Ninaber
Voor de onderlinge competitie werden de
volgende partijen gespeeld.
Ie Klasse:
M. GoedemansH. Heuser 10
K. KoedooderL. Stevens 10
Th. van OschB. van Kessel Y-Vs
De afgebroken partij F- A. PutsB. van Kes
sel is door den heer B. v. Kessel gewonnen ge
geven.
2e Klasse:
P. DamaveTh. de Looze 1—0
G. EisingN. Balk 10
L. v. d. Voort v. d. KleijC. Weber 01
J. H. MeijerW. Noy 10
J. StamJ. Jonkman 10
Th. SchrooteW. Bosland 10
Het tweede tiental speelde voor de tweede
klasse van 't Diocesane Schaakverband District
Haarlem tegen „St. Thomas" 1 in Castricum.
De uitslag was VA—ty, voor „St. Bavo" II.
Hier volgen de gedetailleerde uitslagen.
St. Thomas I St. Bavo II II
1 E. SprenkelingL. v. Kessel 01 0—1
2 W. BriefjesW. de Boer 10 01
3 A. ToepoelJ. Gigengack 10 01
4 Joh. LuteG. Eising 01
5 L. de Winter—C. Weber 3—0
6 G. CornelisseN. Balk 'A
7 L. Res—L. v. d. Voort v. d. Kleij 10
8 N. SteemanJ. Meijer 01
9 J. Rozing—Th. Schroote 0—1
10 J. LuteP. Castenmiller 10
3'/2-6'A
Clubavond iederen Woensdagavond gebouw
„St. Bavo", Smedestraat.
DE GEHEIMEN VAN DEVER
Men schrijft ons:
De meterdikke muren van den ouden stomp
van Dever staan zoo kaal en troosteloos mid
den in het bollenland, dat het hun aan alle
kanten is aan te zien, dat zij geen geheimen
verbergen. Of het moest zijn, dat juist die ge
weldige dikte der muren, gruwelen en gehei
men aan ons oog onttrok? Maar oudheidken
ners beweren, dat het maar een buskruittoren
is. en zoo zwaar werd opgetrokken om tegen
het geweld van de projectielen der eerste ka
nonnen bestand te zijn. Hoe dan ook, er schijnt
niets meer dan steen en specie te zitten. Zelfs
de praatgrage volksmond, die soms over een
merkwaardig geheugen kan beschikken, weet
niets griezeligs over die dikke muren op te dis-
schen.
Maar onderaardsche en dus geheime gangen
'n publiek geheim natuurlijk heeft ook
Dever gehad, en zal die dus nog wel hebben,
waarom niet? Deze „zekerheid" gewerd ons
aldus:
Het was in een ommezien bekeken: de wichel
roedeloopster kwam, zag en stelde vast: ten
eerste een „gang" recht voor den toren, ten
tweede een „gang", onder het gewelf de
spinnen schrokken van zooveel bezoek en ten
derde een „gang" buiten het kasteel naar de
laan toe en alles zoo ongeveer 8 meier diep.
een aardig gat! Die derde constateering zou
dan een plaatselijke legende moeten bevestigen.
De kale torenstomp schijnt dus wél geheimen
verborgen te houden! En wij wisten het niet'
Wat nog erger is, als we maar alle verhalen
geloofd hadden, dan hadden we de wichel
roede wel voor kunnen zijn. Ook Dever immers
moet, zegt de legende, een onderaardsche ver
binding gehad hebben met een klooster dat
stond tusschen de Tweede Roellaan en de sloot
van de Statenburg, ongeveer op gelijken afstand
van den straatweg als Dever. Het moest wel
zoo zijn, want anders was toch noch Dever een
echt kasteel, noch die boerenwoning een echt
klooster geweest.
De waarheid is, dat Dever wel een echte
burcht, maar de boerderij nooit een klooster
is geweest. Toch had het er wel wat mee te
maken! Tot in zijn laatste dagen heette het
oude gebouw „Tuithof", een samentrekking van
't uithof.
Zoo'n, uithof, de naam zegt het reeds, was
een hof, een boerderij, een verblijf buiten de
hoofdgebouwen en in dit geval, naar ons ver
zekerd werd, was het een soort buitenboerderij
of buitenplaats vanhet nonneklooster Leeu
wenhorst onder Noordwijk. Zoolang die boer
derij er nog stond en dat was tot voor nog
niet zoo heel lang geleden was er een ge
deelte van het huis, dat door de bewoners im
mer nog „Nonnenhöek" genoemd werd. Een
klooster was het echter niet en met Dever had
het ook niets uit te staan.
Ondanks legende en wichelroede zijn wij zoo
vrij te veronderstellen, dat de kale muren
van Dever geen geheimen omsluiten, zelfs niet
tusschen hun zware fundamenten. De oude ver
weerde stomp lijkt ons veel te nuchter voor zoo
veel .romantiek. Te veel eer! Dever zou dan
immers wel erg bevoorrecht zijn boven de drie
kasteelen, welke Warmond eertijds bezat, en
waarvan er een nog in volle glorie in zijn park
troont. Die drie zijn nog niet verdacht, naar het
schijnt, van geheime gangen. Wel heeft ook
Warmond zijn onbewezen geheime gang, maar
die zou loopen van «e kerkruïne, uit het trap-
torentje, nu knekelhuisje, naar het klooster van
St. Ursula, en de elfduizend Maagden, dat
benoorden de kerkruïne stond. Maar deze gang
schijnt slechts voor particulier gebruik bestemd
te zijn geweest en niet aangesloten op de onder-
gronasche van Haarlem naar Leiden.
In Sassenheim moet de wichelroede de legen
de van een gang van Teylingen naar de oude
kerk hebben bevestigd.
Zou Warmond ook niet eens van de wichel
roede kunnen profiteeren? Het is wel een beetje
griezelig in dat knekelhuisje, maar
De Lissers zijn echter reeds zeer erkentelijk
voor de aandacht aan hun Dever besteed; zij
vinden het een reuzenmop!
Werkloosheid. Het aantal werkloozen is
deze week aanzienlijk gestegen. Er zijn ver-
Wij herinneren nog eens uitdrukkelijk aan de
bepaling van de Haarlemsche Synode (No. 62),
dat het verboden is cm ter bijwoning van de
Nachtmis in de huizen der Religieuzen (Broeders
en Zusters) personen toe te laten, die aldaar niet
inwonend zijn, de misdienaars slechts uitgezon
derd. Aan dezen regel houden Wij vast en daar
op kan door Ons geen enkele uitzondering wor
den toegestaan.
De Z.Z. E.E. Pastoors gelieven de Eerw. Over
sten der Religieuze Huizen in hunne resp. pa
rochies hierop nog eens van te voren uitdruk
kelijk te wijzen en de geloovigen worden ver
zocht de religieuzen niet lastig te vallen met
noodeloos aandringen.
De parochianen kunnen dit feest niet schooner
vieren dan in vereeniging met „de herders", dit
is hun eigen Pastoor en diens medehelpers, den
Goddelijken Verlosser te begroeten.
Gegeven te Haarlem, 25 November 1937.
t JOANNES PETRUS,
Bisschop van Haarlem.
(St. Bavo).
schillende personen ingeschreven als werkloos
die nog nimmer één dag zonder werk zijn ge
weest.
Burgerlijke Stand. Geboren: Jannetje,
dochter van D. Kaptein en J. A. Braam; Jo
hanna Cornelia Wilhelmina, dochter van A. C.
van Velzen en W. M. Kerkvliet.
Overleden: Adrianus van der Zwet, 75 jaar,
echtgen. van W. R. Haver.
R. K. V. V. Lisse. Programma voor Zon
dag 5 Dec. Lisse I—DSSH I, 2 uur; DOS 2—
Lisse 2, 2 uur; Lisse 3—BSM 2, 12 uur; Sant
poort 4Lisse 5, 12 uur; NVC aLisse a, 12.15
uur; Lisse bMeerburg a, 12.45 uur.
Burgerlijke stand. Geboren: Christina Ma
ria, d. v. E. Broekhof en P. B. Kromhout. Jo
hanna Maria, d. v. H. A. Zwaan en C. M. van
Gijlswijk. Gleintje, d, v. J. H. Bouwmeester en
A. W. Knoppert. Laurentius Wilhelmus Jozef,
z. v. L. van Schagen en M. M. Langeveld. Adri
anus Petrus Maria, z. van W van der Slot en
C. P. Brama: Bavonia Alida Wilhelmina, d. v.
J. R. Zonneveld en Q. M. Westerhoven. Mar-
tien Johannes, z. v. J. Th. van den Berg en J.
M. Mens: Jacobus Aloysius, z. v. Th. O. de
Vroomen en G. M. Hoogeveen. Cornelis Nico-
laas, z. v. J. G. Duivenvoorden en J. Bakker.
Overleden: Petrus van der Sluijs, 74 jaar.
Helena van Ruiten, 83 j., weduwe van Jacobus
van Graven.
Gehuwd: C. G. Bon, 24 j. en A. van den Berg,
28 j. P. F. Kuipers, 28 j. en C. Verbij, 27- j. S. A.
van Leeuwen, 32 j. en A. M. L. Verdegaal, 23 j.
W. A. Witteman, 31 j. en Th. C. C. Broekhof,
30 j. G. W. Laros, 28 j. en A. Rietvink, 28 j.
VINCENTIUS VRAAGT,
WAT U NIET MEER DRAAGT,
HELP ONS VEEL NOOD TE KEEREN
MET UW GEBRUIKTE KLEEREN.
NIEUWE GROENMARKT No. 32
OF TELEFOON 11018
R;eds sedert geruimen tijd, maar in het bij-
ionder wel de laatste weken, wordt in mid-
lenstandskringen veel gesproken en ge
schreven over één van de nieuwste sterren aan
het staatswettelijk firmament n.l. de Vesti
gingswet Kleinbedrijf.
Waar zoowel uit het geschreven als uit het
gesproken woord blijkt, dat omtrent inhoud,
bedoeling en toepassing dezer wet nogal wat
verwarring heerscht en onjuiste theorieën wor
den verkondigd, hetgeen niet nagelaten heeft,
gelijk mij is gebleken, bij vele middenstanders
ten onrechte e en gevoel van verontrusting in
het leven te roepen, acht ik het gewenscht, te
trachten, door een kort en overzichtelijk beeld
te geven van de beteekenis van deze wet en
van het stadium van uitvoering waarin zij
thans verkeert, in breeden kring meer klaar
heid in deze inderdaad niet zoo eenvoudige,
materie te brengen.
Mijn bedoeling is, een min of meer, laten wij
zeggen „populaire", uiteenzetting te geven met
weglating en vermijding van allerhande amb
telijke stijlbloempjes en wettelijke details die
voor iemand die van wetten lezen nu eenmaal
geen dagelijksch werk maakt, vrij ongenietbaar
om niet te zeggen onbegrijpelijk zijn.
Ik wil dan beginnen, ten einde dienaangaan
de allen twijfel weg te nemen, met vast te stel
len, dat de Vestigingswet in werking is getre
den. De wet is er dus, maar haar uitvoering
verkeert nog in het eerste beginstadium.
Wij zullen achtereenvolgens nagaan, wat de
inhoud en wat de bedoeling der wet is om ten
slotte het huidige stadium van uitvoering in
oogenschouw te nemen.
De inhoud is eenvoudig deze, dat er voor de
verschillende takken van het Kleinbedrijf ves-
tigingseischen kunnen en, waar zulks ge
wenscht wordt, zullen worden gesteld.
De Wet is, zooals de Minister dit bij de be
handeling in de Kamer uitdrukte een „Raam
wet", d.w.z. zij bevat slechts een basis, een fun
dament.
Dit fundament behelst behalve de mogelijk
heid tot het stellen van vestigingsetschen, de
voorwaarden waaraan in het algemeen zal
moeten worden voldaan nJ.
a. vakbekwaamheid;
b. handelskennis;
c. credietwaardigheid.
Voor welke takken van het Kleinbedrijf, deze
eischen zullen worden gesteld, vermeldt de wet
niet. Dit wordt telkenjare bij algemeenen maat
regel van bestuur vastgesteld door de Regee
ring.
Dit geschiedt nu echter niet zoo maar wille
keurig, neen, eerst wanneer één of meer rechts
persoonlijkheid bezittende vereenigingen of on
dernemers in een bepaalden tak van detail
handel, ambacht of kleine nijverheid daartoe
het verzoek doet of doen, met andere woor
den, wanneer door middel van de betreffende
organisaties uit het bedrijf zelf de drang op
komt tot het stellen van vestigingseischen, zal
worden overgegaan tot het uitvaardigen van
den algemeenen maatregel van bestuur, waar
bij voor een bepaalden tak van het kleinbedrijf
vestigingseischen worden vastgesteld.
Zoodra nu voor een bepaalde branche de al-
gemeene maatregel van bestuur in werking
treedt, mag men zich niet meer in die branche
vestigen zonder daartoe van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken in het betreffende
district vergunning verkregen te hebben. Deze
Kamer onderzoekt ieder geval afzonderlijk en
verleent toestemming, indien aan de gestelde
eischen van bekwaamheid, handelskennis en
credietwaardigheid is voldaan.
Op dezen regel kunnen eenige uitzonderin
gen in het leven worden geroepen, waarover
wij het thans niet zullen hebben, aangezien
bespreking daarvan ons te ver zou voeren.
Eén uitzondering echter is vastgelegd in de
wet en dient hier wel vermeld te worden n.L
deze, dat geen vergunning van de betrokken
Kamer van Koophandel en Fabrieken noodig
is voor verplaatsing van een zaak naar een an
der binnen dezelfde gemeente gelegen perceel.
Uitdrukkelijk wordt dus vermeld dat het nieuw
te betrekken perceel niet.in een andere ge
meente gelegen mag zijn, dén heeft men on
herroepelijk vergunning noodig, dus dan wordt
verplaatsing als nieuwe vestiging beschouwd.
Men houde goed in het oog, het is mij name
lijk gebleken, dat daaromtrent nogal eens mis
verstand heerscht, dat de vestigingïseischen gel
den voor alle te vestigen ondernemingen in een
tak van bedrijf, waaromtrent door een of meer
organisaties vestigingseischen zijn gevraagd en
niet slechts voor de aangeslotenen bü die orga
nisaties!
Deze vraag is in het bijzonder van belang bij
uitbreiding van een bestaand bedrijf met een
tak van detailhandel, ambacht of kleine nij
verheid en bij voortzetting van een uitgeoefend
bedrijf dooreen of meer anderen.
Deze beide gevallen worden namelijk met
vestiging gelijk gesteld.
Op dezen laatsten regel gelden ook eenige uit
zonderingen, waarvan wel de voornaamste is,
dat geen vergunning wordt vereischt indien
bij overlijden van den ondernemer of van een
der ondernemers diens eigendom overgaat op
zijn weduwe en/of wettige minderjarige kinde
ren.
Zooals vanzelf spreekt bevat de Wet nog
vele technische en meer gedetailleerde bepa
lingen, die wij thans, waar het hier slechts een
algemeen overzicht geldt, zullen laten rusten.
Wat is nu de bedoeling van de wet.
De bedoeling is slechts, men versta dit goed,
den middenstand te helpen. Men mag er dus in
geen geval, zooals zoo licht geschiedt, eenige
„plagerij" van overheidswege in zien.
De Regeering is van meening dat in ver
band met de bestaande overbezetting in tal van
takken van kleinhandel, ambacht en kleine
nijverheid en het euvel van de ongebreidelde
vestiging van onbekwame en niet of niet vol
doende kapitaalkrachtige ondernemers, zooge
naamde „beunhazen", een hoogst ongewensch»
te toestand is geschapen, die dringend voor
ziening behoeft.
De Regeering wil niet belemmerend optre
den, al zal er zeker, juist voor de „beunhazen"
een vrijheidsbeperking in de wet zijn gelegen
dit wil men ook maar beoogt door middel
van de wet een bedrijfssaneering voor het
kleinbedrijf en verheffing van het betrokken
vak.
Men onthoude in verband daarmede goed
dat het initiatief bij de ondernemers zelf ligt
door middel der organisaties.
Ook wil de Regeering de vrijheid van vesti
ging niet beperken, het „behoefte"-element
wordt dus uitgeschakeld. Slechts wil de „Re
geering, dat aan redelijke eischen van vestiging
wordt voldaan om, in een toestand die drin
gend voorziening behoeft, erger te voorkomen.
Dit wat betreft de bedoeling der Wet.
Naast de besproken bepalingen inzake ver
gunning van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken kent de wet een zoogenaamden
„spertijd". De Minister van Economische Zaken
kan n.l. bepalen dat, wanneer in eenigen tak
van bedrijf ingevolgeingediend verzoek van
één of meer organisaties, vestigingseischen zul
len gaan gelden, gedurende zes maanden voor
afgaande aan het tijdstip, waarop deze eischen
zullen worden ingesteld, nieuwe bedrijven in
dien tak van bedrijf niet zonder zijn toestem
ming zullen mogen worden gevestigd. Deze
laatste bepaling heeft de bedoeling te voor
komen, dat na indiening van een verzoek tot
het instellen van vestigingseischen in afwach
ting van de uitvoering daarvan, ondernemers
snel tot vestiging zouden overgaan, vreezend
dat zij later den toets der critiek, neergelegd in
de vestigingseischen, niet zouden kunnen door
staan. Gedurende deze periode, dezen „spertijd"
moet men dus voor vestiging in de betrokken
branche vergunning hebben van den Minister
en niet van de Kamer van Koophandel. Het
daartoe strekkend verzoek moet rechtstreeks
aan den Minister van Economische Zaken
worden gericht. Bovendien moet men gedu
rende deze periode ook voor verplaatsing bin
nen de gemeente vergunning van den ^finister
hebben.
In welk stadium van uitvoering verkeert de
wet thans? Nog slechts voor één tak van be
drijf n.l. voor de slagerijen is de invoering van
vestigingseischen verzocht.
Daarop heeft de Minister ingevoerd den bo
ven omschreven „spertijd". Dit heeft dus ten
gevolge dat op het oogenblik niemand zich als
slager mag vestigen zonder vergunning van
den Minister. Niet alleen mag hij zich niet als
zoodanig vestigen maar hij mag, zoolang de
spertijd duurt zijn bestaande zaak ook niet ver
plaatsen, zelfs niet binnen de gemeente, zonder
vergunning van den Minister.
Deze „spertijd" duurt in dit geval tot 19 Fe
bruari 1938, tenzij vóór dien datum de vesti
gingseischen zijn vastgesteld. Is dit niet ge
beurd dan kan de „spertijd" nog éénmaal met
zes maanden worden verlengd.
Voor het oogenblik hebben dus alleen maar
de slagers met de Vestigingswet Kleinbedrijf di
rect te maken.
Voor alle andere takken van bedrijf, bakkers,
kruideniers, loodgieters enz. moet dus eerst het
verzoek tot invoering van vestigingseischen
voor iedere branche afzonderlijk worden inge
diend en de „spertijd" worden vastgesteld, al
vorens ook voor hen het directe contact met
de Vestigingswet Kleinbedrijf volgt.
Kort te samen gevat is dus de situatie als
volgt:
1. de Vestigingswet Kleinbedrijf 1937 is in
werking getreden.
2. de Wet bedoelt bedrijfssaneering van het
Kleinbedrijf;
3. de drang tot het instellen van vestigings
eischen moet uit den betreffenden tak van be
drijf zelf voortkomen;
4. bij invoering der vestigingseischen behoeft
men voor vestiging vergunning van de Kamer
van Koophandel en Fabrieken in het betref
fende district.
5. gedurende den „spertijd", uiterlijk zes
maanden vóór invoering der vestigingseischen,
behoeft men vergunning van den Minister, óók
voor verplaatsing;
6. de spertijd is vooralsnog slechts ingevoerd
voor het slagersbedrijf, voor welk bedrijf dus
weldra vaststellingen van vestigingseischen zal
moeten volgen.
Natuurlijk zou over dit onderwerp nog heel
wat meer te zeggen zijn, o.a. over de taak
welke bij de uitvoering der Vestigingswet
Kleinbedrijf voor de middenstandsorganisaties
is weggelegd, in verband met het inrichten van
cursussen als anderszins, tot het verkrijgen van
de noodige bekwaamheden voor hen die zich
mettertijd als ondernemer in de betrokken
branche willen vestigen.
Dit zou ons echter thans te ver voeren.
Het behoeft geen betoog, dat het voor allen,
die plan hebben zich in eenigen tak van be
drijf, hetzij binnen korteren, hetzij over lan
goren tijd als ondernemer te vestigen, van be
lang is reeds thans, al zullen dus voorloopig
slechts voor slagers vestigingseischen gelden,
de noodige maatregelen te nemen, ten einde,
wanneer het eenmaal zoo ver is dat ook in hun
tak van kleinbedrijf aan te stellen vestigings
eischen zal moeten worden voldaan daarop in
voldoende mate voorbereid te zijn.
Van Assendelft de Coningh,
Secretaris der Kamer van Koophandel
en Fabrieken voor West-Friesland.
Vrijdagmiddag te 15.15 uur heeft de particu
liere secretaris van Z. K. H. Prins Bernhard,
jhr. mr. C. Dedel, het volgende communiqué
verstrekt;
Heden zijn de hechtingen uit de
hoofdwond van Prins Bernhard ver
wijderd. De wond is zonder compli
catie en bijna genezen. De zwelling
van het ooglid neemt af. De oogen
hebben niet geleden.
De toestand van den hofjager Spek is even
eens gunstig. Diens knieschijf zal hedenoch
tend operatief worden behandeld.
Donderdagavond is te Amsterdam in een
woning in de Haringvlietstraat ingebroken.
Uit een kast werd voor ƒ5000 aan juweelen
gestolen en 100 aan kleingeld.
Om twaalf uur bemerkten burgers inbrekers
in deze woning. Men waarschuwde de politie
van het bureau Pieter Aertsstraat, die uitreed
met een overvalauto. De dieven hadden ver
moedelijk echter iemand op den uitkijk gezet,
die het gevaar bemerkte, want plotseling werd
de voordeur opengeworpen en twee manneu
vluchtten uit de woning'. De burgers hadden
niet den moed de mannen vast te grijpen, zoo
dat zij wisten te ontkomen. Toen de politie
arriveerde vond zij alleen het huis in groote
wanorde. De bewoners waren op familiebezoek.
Een brutaal staaltje hebben Vrijdagmorgen
inbrekers uitgehaald. Een familie, wonende
in de Dusartstraat te Amsterdam, ontving
een briefje, dat zij aan het Wilhelmina-
gasthuis moest komen, daar een familielid ern
stig ziek lag. De bewoonster en 'haar dochter, die
alleen thuis waren, gingen er heen. Aan het
gasthuis gekomen, wist men daar niets van het
ziektegeval en niemand van den aangegeven
naanvwas daar opgenomen.
De twee dames waren zeer verwonderd en
keerden zoo spoedig mogelijk naar huis terug.
Doch daar aangekomen, wachtte hun nog groo-
ter verrassing. Tijdens haar afwezigheid had
men ingebroken en uit de linnenkast wordt een
ijzeren geldkistje met inhoud vermist. Het bedrag
kan niet juist worden opgegeven, daar de echt
genoot buiten de stad is en pas over enkele
dagen thuis komt.
De politie van het bureau Stadhouderskade is
van een en ander op de hoogte gesteld.
t-
De Amsterdamsche rechtbank veroordeel
de den tuindersknecht P. A. van den B„
die op 5 Juli j.l. in zijn woning getracht
zou hebben zijn vrouw door gasverstikking
om het leven te brengen, tot een jaar ge
vangenisstraf met aftrek van de voorloopige
hechtenis en ter beschikking stelling van de
regeering, om na beëindiging van den straf
tijd van harentwege te worden verpleegd.
Het O.M. had dezelfde straf gevorderd zonder
aftrek van voorarrest.
Volgens het rapport van den psychiater dr
S. P. Bakker kon verdachte niet ten volle voor
zijn daden aansprakelijk worden gesteld, daar
hij lijdt aan een ernstige debilitas mentis.
Vrijdagnacht om twee uur was de stand
van de zesdaagsche te Kopenhagen al
dus: 1. SlaatsPellenaars 61 pnt.; met een
ronde achterstand: 2 BuysseBilliet 91 pnt.; 3
Van SchijndelVan den Broek 56 pnt.; 4 Grun-
dahl Hansen—Stieler 41 pnt.; met twee ronden
achterstand: 5 Falck HansenSchoen 57 pnt.
De overige koppels waren vier of meer ron
den achter.