Minister van Dijk verdedigt de defensieplannen ABDIJSIROOP Beek en Delbos converseeren over overbevolking MGR. HUIBERS STAATSABSOLUTIST? DE NOOD DWINGT TOT DE UITGAVEN m TOEKOMSTIGE STRIJD OM DEN TITEL Hebt Gij het telkens op de luchtpijpen? AKKER's verstèrkte DE MOGELIJKHEDEN TOT EMIGRATIE Kerkelijk leven WOENSDAG 8 DECEMBER 1937 TWEEDE KAMER Üe bewindsman acht het amende ment der R.K. fractie in zake de contingentsuitbreiding niet destructief Oefeningstijd en grens- beveiliging Het vliegveld komt te Bergen Marine Eerste oefeningstijd JONGEN DOODGEREDEN SCHAKEN Euwe's plannen Flohr, de officieele candidaat Reshevsky Tenslotte de F.I.D.E. BU1TENLANDSCH OVERZICHT Madagascar in uitzicht genomen HET POOLSCH EMIGRATIEPLAN tuiïlear MADAGASCAR PATER LADISLAUS HOL Eerst in de avondvergadering kwam mi nister VAN DIJK aan het woord over de Defensiebegrooting en de wijziging der Dienstplichtwet. De tegenwoordige minister van Defensie Was minister van Oorlog in het eerste en tweede kabinet-Ruys de Beerenbrouck van einde Juli 1921 tot begin Augustus 1925. En hij verwierf zich toen de reputatie van een vlot en gemakkelijk spreker, die zijn zaken grondig kende en ze nauwkeurig, duidelijk en met overtuiging behandelde. Die goede reputatie heeft hij als Kamerlid en als mili tair deskundige van de Anti-Revolution- naire fractie weten te bevestigen en verste vigen. En als minister van Defensie in het huidige kabinet heeft hij haar bij deze gelegenheid glansrijk gehandhaafd. Zijn kloeke rede was uitstekend en een oprech te, overtuigde en overtuigende verdediging van belangrijke landsaangelegenheden van overwegend groote beteekenis, welke den minister zeer na aan het hart liggen. Er waren door verschillende der een en twin tig sprekers ook détailquaesties besproken. En <Üe ruimde de minister het eerst op. De minister beloofde, dat het vraagstuk der êeestelijke verzorging in het leger en op de Vloot nader zal worden bezien, als de uitbrei ding der weermacht zal zijn tot stand gekomen. Dan zal ook worden nagegaan of meer steun dient te worden verleend aan militaire tehuizen en militairenvereenigingen. De bestaande bepalingen tegen het vloeken en spreken van onzedelijke en revolutionnaire 'aal zijn voldoende, als ieder dergenen, die deze euvele daden niet wil verdragen, maar zorgt voor haar toepassing door zich te wenden tot 2lin superieuren. Wat het vliegveld in den Bergermeerpolder dij Bergen aangaat, vernamen we van den mi- hister, dat de luchtvloot de beschikking moet hebben over hangars op vliegvelden binnen de Vesting Holland zulks met het oog op de Veiligheid. Eh nu leidden onderzoekingen tot de ontdekking van het terrein bü Bergen, waar op de gemeente Alkmaar ook reeds het oog had laten vallen en waarover de beschikking kon worden verkregen. De bedenkingen der Vliegveldbezwaarden vond de minister sterk over dreven. Precies gelijke omstandigheden vormen te Soesterberg volstrekt geen bezwaren. En tegen als plaatsvervangers aanbevolen terrei- hen bestaan wel bezwaren van practischen en strategischen aard. Daarom kon de minister niet op zijn be slissing terugkomen en zal hij dat ook niet doen. Het vliegveld komt waar het gedacht is. De pleitbezorgers voor mobilisatieslachtoffers, oud-gepensionneerden, militaire weduwen van vóór 1909 en de oud-marinewerklieden kregen hul op het request. Aan redelijke verlangens tq hunnen aanzien is voldaan, zeide de minister, «n meer doen zou onredelijkheid jegens ande ten meebrengen. Alleen enkele mobilisatie slachtoffers zullen misschien nog eenige hulp hieer krijgen. Den heer Duymaer van Twist werd een blijde avond bezorgd door middel van 's ministers toe zegging te zullen nagaan of aan den Bjjzonde- ten Vrijwilligen Landstorm wat meer facilitei ten kunnen worden verleend ter verhooging her marsch- en schietvaardigheid. Afgewezen werd het denkbeeld van den heer Pendelaar om de burgerlijke en militaire lucht vaart bij één Departement onder te brengen. Die twee verschillen te veel. Een belangrijk vraagstuk is de economische en industrieele oorlogsvoorbereiding. Er wordt dan ook reeds geruimen tijd volle aandacht aan geschonken. In voorbereiding is de vor ming van een grondstoffenbureau, dat zal zijn heiast met de regeling van grondstoffenvoor- ziening en voorradenvorming. Verder wordt met Verschillende bedrijven overleg gepleegd over evacuatie en overbrenging van bedrijven met het oog op oorlogsgevaar. En binnenkort zal de beslissing worden genomen omtrent een plan betreffende de voedselvoorziening, vooral door het aanhouden en opvoeren van voorraden.. Dit wat de détails aangaat. Komende tot het algemeene, het meest be langrijke deel zijner rede, wees de minister er op, dat wel de omstandigheden zijn veranderd, die tot voor kort konden doen volstaan met Wat toen werd gevraagd, maar dat in wezen is gebleven het raam der legerorganisatie van 1922, waarop thans kan worden voortgebouwd ®n uitgebouwd, nu, in verband met de zeer ten ongunste veranderde omstandigheden en Verhoudingen, veel achterstand moet worden ingehaald en veel moet worden verbeterd. Op de schuldvraag betreffende den achter stand en den onvoldoenden toestand der weer macht, ging de minister niet diep in. Alleen hield hij den heer Albarda, die beweerd had, bat de S.D.A.P. niet de schuld draagt, voor, dat de heer K. Ter Laan in 1930 zich uitvoerig beroemde op veel wat de S.D.A.P. had gedaan tot verzwakking der weermacht. En de frontverandering der S.D.A.P. naar de Rationale defensie vertrouwde de minister nog hiet voor de volle honderd percent. Hij betwij felt of ze blijvend zal zijn en een wezenlijke omzetting der geesten beteekent. Uit de hou ding van den heer Albarda sprak nog niet de erkenning van het primordiaal belang van een toereikende defensie, waarbij, helaas, andere belangen moeten achterstaan. Niettemin blijft de minister hopen, dat er een wezenlijke ge bondenheid zal groeien van de sociaal-demo cratie met de nationale verdediging. En dan Zal er ook plaats zijn voor sociaal-democraten hl den defensiedienst. Minister Van Dijk Met klem legde de minister er den nadruk op, dat de Regeering niet verder ging dan het vragen van het strikt noodzakelijke. Verder mag niet worden gegaan, omdat het financieel kunnen zijn grenzen heeft. Maar hetgeen gevraagd wordt is inderdaad nood zakelijk teneinde een weermacht te verkrij gen, die voldoende preventie beteekent te gen overweldiging onzer onafhankelijkheid. Ten aanzien van het materieel der landmacht mocht de minister volstaan met het consta- teeren van het feit, dat de betreffende aanvra gen vrijwel geen verzet vonden. Wat aangaat de Marine, de Minister blijft vasthouden aan een Staatsmarine, centraal ge leid in Nederland, bestemd voor den dienst in Nederland zoowel als in Indië, waar overigens wel steeds het grootste deel van de vloot zal ge- stationneerd zijn; wat echter weer niet beteekent, dat er ook in Nederland geen zeegaande be wapende schepen beschikbaar moeten zijn, niet op de laatste plaats met het oog op de voedsel voorziening, die convooieering van handels schepen op de Noordzee noodig maakt (dage lijks moet in ons land 30.000 ton van hetgeen we noodzakelijk behoeven, worden ingevoerd!). En uitbreiding der vloot is mede daarom vol strekt noodzakelijk. Kort en bondig hield de Minister vol, dat de vervangende kruiser, die nog op stapel moet worden gezet en dien de Vrijzinnig-Democraten met een amendement willen torpedeeren, on misbaar is om steeds over het minimum van het onmisbaar materieel te kunnen beschikken. Over de door den heer Wendelaar aanbevolen torpedomotorbooten wil de Minister wel eens denken. Die slechts met één officier en drie man te bemannen vaartuigjes lachen hem wel toe. Belangrijk was de verklaring van den minister, dat hij de aanneming van het amendement der katholieke fractie om de contingentsuitbreiding tot 32.000 slechts voor 5 jaar toe te staan en daarna het contingent te be palen op 27.500 man, zou betreuren, maar dat hij die aanneming, voor het Dienstplichtwetsontwerp niet destruc tief zou achten. Het amendement werd dus niet onaanneme lijk verklaard, 't Komt hierop neer, dat de Kamer zelf maar beslissen moet of zij over de bezwaren des ministers wil heenstappen. We meenen, dat het amendement meer kans heeft op aanneming dan op verwerping. Een nog veel betere kans maakt het amendement der katholieke fractie betref fende het weder opnemen van de vrij stelling wegens broederdienst. Daartegen wil de minister geen beden kingen inbrengen. Ten aanzien van de verlenging van den eer sten oefeningstijd tot elf maanden, gebruikte de minister als voornaamste argument, dat de met de grensbeveiliging belaste manschap pen eerst 5% maand geoefend moeten zijn, voordat ze naar de grens kunnen worden ge zonden, waar ze 5 y, maand moeten blijven om de grensbeveiliging permanent te doen zijn. Oefeningstijden van 8 of 9 maanden zouden niet geven wat we noodig hebben voor een per manente grensbewaking met het steeds aanwe zig zijn van voldoend-geoefenden. De minister eindigde met een welsprekend beroep op de Kamer, zich te laten leiden door het besef, dat de dringende nood dwingt om toe te staan wat wordt voor gesteld, als het mogelijke en noodzakelijke ter handhaving onzer nationale zelfstan digheid. De tweede termijn had niet veel om het lijf. De minister bleek, ondanks de welsprekend heid en de overtuigende kracht van zijn betoog, geen bekeeringen te hebben bewerkt. De dichtheid der bezetting van de Kamer was inmiddels zóó verzwakt, dat het raadzaam was geworden de stemming over de motie-Wijnkoop betreffende meer steun aan mobilisatie-slacht offers, enz. uit te stellen tot de Donderdag middagvergadering. Dan zal ook worden ge stemd met het resultaat der verwerping over de amendementen-Schilthuis, die beoogen de 5 millioen voor een eersten termijn voor den vervangenden kruiser te schrappen. Nog voor middernacht werd de verdere arti- kelsgewijze behandeling der Defensiebegrooting gestaakt tot Donderdag. Op den Boezemsingel te Rotterdam geraakte Dinsdagavond de 7-jarige H. de Reus, wonende aan den Crooswijkscheweg, bij het oversteken onder een vrachtauto, bestuurd door den 42- jarigen T. S. uit de Lusthofstraat. Met een schedelbasisfractuur is het ventje naar het ziekenhuis aan den Coolsingel overgebracht. Bij aankomst bleek de jongen reeds te zijn over leden. Komt de Cubaan Cavablanca thans het eerst in aanmerking voor een nieuwe match om het wereldkampioenschap? Nu Aljechin het wereldkampioenschap heroverd heeft staat onmiddellijk in het middelpunt der belangstelling het vraag stuk, hoe in de toekomst een nieuwe match om den titel tot stand zal komen en wie de tegenstander van Aljechin zal zijn. Wq hebben deze vraag aan verscheidene hiervoor in aanmerking komende schaak meesters voorgelegd en wij zijn thans in staat de volgende bijzonderheden te publiceeren. De nieuwe wereldkampioen Aljechin ver klaarde ons, dat hij van meening was, dat eigenlijk Capablanca het meeste recht heeft op een titelkamp. Men heeft mij, aldus Aljechin. medegedeeld, dat, wat het financieele gedeelte betreft, deze aangelegenheid eigenlijk reeds voor elkaar is gebracht. Een som van 10.000 goud- dollar een zelfde bedrag als Aljechin in 1927 voor zijn uitdagingsmatch tegen den Cubaan op tafel heeft moeten leggen zou Aljechin worden uitbetaald. Ik heb een uitnoodiging aanvaard om begin 1938 deel te nemen aan een nationaal tournooi in Zuid-Amerika en ik verwacht, dat tijdens mijn verblijf aldaar een contract zal worden gesloten voor een match om den titel, welke niet eerder dan 1939 zal plaats hebben. Op onze vraag of nog anderen in aanmerking voor een titelkamp zouden komen, deelde de wereldkampioen ons mede, dat z.i. het standpunt van jongere meesters, zooals Botwinnik, Flohr, Reshevsky, Keres en Fine, dat zij het recht hebben, in verband met him capaciteiten en hun jongste prestaties, hem, Aljechin, voor een match om den hoogsten titel uit te dagen, alleszins aanvaardbaar is. Het zou mij b.v. geenszins verrassen, in dien de candidaat der F. I. D. E.f Flohr, mij zou uitdagen. Omtrent een uitdaging van Keres kan ik mededeelen, dat een voor- loopig telegram mij bereikt heeft zonder verdere bijzonderheden evenwel. En zich nog even op zijpaden begevend sprak Aljechin als zijn overtuiging uit, dat Euwe tot en met de 20e party zeker niet beneden zqn vorm van 1934 heeft gespeeld, waarop mevr. Aljechin er aan toevoegde, dat haar man zijn vorm van San Remo (1930) teruggevonden heeft. Euwe kon ons mededeelen, dat hy de eerste vier of vqf jaren er niet aan zal denken een eventueele match om het wereldkampioen schap te spelen. Hij wil jongeren meesters een serieuze kans geven. Mocht hy zien, dat in de komende periode de meesters een eventueele kans op het veroveren van den titel onbenut laten, dan zal hy, Euwe, indien hy zich weer volkomen in staat voelt, een uitdaging lancee- ren, wie op dat moment ook wereldkampioen moge zyn. De officieele candidaat van de F. I. D. E., Salo Flohr, is, naar wy vernemen, bezig een plan inzake een eventueele match met Aljechin uit te werken. Hij staat in contact met mr. Rueb, den president van den wereldschaakbond en zal dezer dagen een eerste bespreking over dit onderwerp met Aljechin hebben. De Tsjechische schaakbond, die te Stockholm het voorstel Flohr als officieel candidaat aan te wijzen indiende, doet ook thans pogingen om garanties te verkrygen, ten einde ook fi nancieel een eventueele uitdaging voor Aljechin aanvaardbaar te kunnen maken. Tenslotte kunnen wy nog mededeelen, dat ook de Amerikaansche kampioen Reshevsky plannen heeft Aljechin voor een titelgevecht uit te da gen. Hij is echter nog niet met den wereldkam pioen in contact getreden, daar hy eerst wil on- Ook de Amerikaansche grootmeester Reshevsky heeft plannen Aljechin voor een titelmatch uit te dagen derzoeken of het juist is, zooals hij vernomen heeft, dat men in Amerika een beurs hiervoor beschikbaar zou willen stellen. Ook het bestuur van de F.I.D.E. schqnt niet stil te zitten. Naar wq vernemen, zou de F. I. D. E. zich dezer dagen met dr. Aljechin in ver binding stellen, ten einde zijn standpunt inzake de organisatie van titelmatches in de toekomst te vernemen. Ook de plannen voor een tournooi met titel- candidaten zijn thans in een stadium gekomen, dat de mogelijkheid van het tot stand komen van een dergelijken wedstrijd lang niet uitge sloten mag worden geacht. Nader vernemen wy nog, dat Flohr, ook na mens zijn schaakbond, aan het bureau van den wereldschaakbond te kennen heeft gegeven, dat hij op grond van zijn verkiezing tot candidaat voor den titel door het in den afgelpopen zo mer gehouden congres te Stockholm, van zijn uitdagingsrecht voor het jaar 1940 gebruik wenscht te maken. Voornoemd bureau heeft deze verklaring met ondersteuning daarvan, aan dr. Aljechin doorgegeven. neem dan bü het eerste verschijnsel, hoe gering ook, dadelijk de nieuwe verstèrkte Akker's Abdijsiroop en Ge zult ondervinden, dat dit voor U hèt aangewezen middel is. Abdijsiroop is een natuurlijk kruiden-middel, onschadelijk voor maag en hart en deze oude beproefde „genees-cruyden" heelen, verzachten en versterken de ontstoken en gevoelige slijm vliezen van Uw ademhalings-organen goed en grondig. Bovendien bevat de nieuwe verstèrkte Abdijsiroop de krachtig hoest-bedwingende stof: codeinewelke snel Uw verkoudheid doet „rijpen", de slijm doet verdwijnen, de hoestprik- kel verdrijft en die prikkelende hoest stopt en bedwingt. Daarom noemt men Akker's Abdijsiroop voor oud en jong ,,'s Werelds béste Hoest-siroop". tegen Hoest, Griep, Bronchitis, Asthma. Flacon 90 ct., f 1.50, f 2.40, f 4.20. Overal verkrijgbaar. Hoe grooter flacon, hoe voordeeliger het gebruik. In den eersten levenstijd van het Derde Rijk werd er weinig gesproken over de vroegere Duitsche koloniën. Het scheen, dat Hitier wilde blqven vasthouden aan wat hy in 1933 schreef in „MeinKampf"; „Wij moeten ons naar grondgebied in het Oosten (Rusland) oriën- teeren. Wij moeten een einde maken aan de koloniale en handelspolitiek van vóór den oor log. Zorgt er voor, dat de kracht van ons volk haar basis vindt niet in de koloniën, maar in eigen grondgebied in Europa." Het scheen, of het Duitsche volk zich bij deze uitspraak zon der tegenspraak neerlegde. Maar al spoedig kwam er kentering. Onder leiding van den stad houder van Beieren, ridder von Epp, werd een campagne op touw gezet, om de vroegere Duit sche koloniën terug te verlangen. Hitler nam het program van von Epp over en het werd (en is nog) een prestige-kwestie voor Duitschland. Toen in verschillende besprekingen en confe renties der Westersche mogendheden het denk beeld geopperd Werd, Duitschland eenige wille keurige gebieden in Afrika te geven of althans dit land te begiftigen met een gelijke plaats bij de verdeeling der wereldgrondstoffen, meldde Polen zich in debat en eischte, by een herzie ning van het koloniale probleem, voor zichzelf eveneens koloniën op op grond van zijn over bevolking, vooral zijner Joodsche overbevolking. De wereld keek op en de eisch van Polen werd als min of meer belachelijk beschouwd. Toen echter het vermoeden werd geuit, dat Delbos tijdens zijn aanwezigheid te Warschau het vraagstuk met Beek zou bespreken, nam een.deei der internationale pers het meer „au serieux". zoodat het Poolsche regeeringsgezinde blad Ex press Poranny, na te hebben geconstateerd dat het vraagstuk der koloniën tot rijpheid was ge komen, kon schrijven, dat er nu bij de bespre kingen tusschen Beek en Delbos wel degelijk met de Poolsche eischen rekening moest wor den gehouden. En dit blad vervolgde: Voor het overbevolkte Polen is het noodzakelijk toegang te krijgen tot grondstoffen en kolonisatie-ge bieden. Wij nemen met voldoening kennis dat de Poolsche eischen op koloniaal gebied niet meer met een schouderophalen worden ont vangen. Het feit, dat deze kwestie een onder werp van bespreking zal uitmaken tusschen Beek en Delbos, vormt een bewijs voor het groeiend begrip in het buitenland, dat Polen een land is, dat direct betrokken is bij de op lossing van het koloniale vraagstuk." Onder- tusschen schreef de speciale correspondent te Warschau van de Paris Soir, Jules Sauerwein, met betrekking tot de koloniale kwestie: „In dien Amerika niet gesloten was voor de Euro- peesche immigratie zouden Polen noch Duitsch land in Afrika of Azië naar afzetgebied behoe ven te zoeken. Op het oogenblik vertoeft een Poolsche delegatie te Parijs. Deze is zoojuist te ruggekeerd van Madagascar, wlaar zij de moge lijkheid heeft bestudeerd van het inrichten van Poolsche plantages op de hoogvlakten van het eiland. De eisch is tot nu toe in geen enkel diplomatiek onderhoud ter sprake gebracht, noch tusschen de beide ministers noch tusschen de ministers en de ambassadeurs." Dit was in derdaad waar, want de zaak kwam tusschen de betrokken ministers pas ter sprake in der, trein, die Beek en Delbos van Warschau naar Krakau bracht. Het lijkt niet onmogelijk, dat Delbos namelijk eerst Londen heeft geraad pleegd en het antwoord wat laat is afgekomen In de Engelsche pers verschenen namelqk protesten. De Daily Express wees er bqvoor- beeld op, dat de Poolsche koloniale eisch onre delijk is, wyl Polen een enorm agrarisch land UAREZ AMATAVE INDISCHE- rANANARIVO OCEAAN FORT DAUPHIN Het eiland Madagascar, dat deel uit maakt van het Fransche koloniale bezit, is met toestemming der Fransche regee ring in uitzicht genomen, eventueel een gedeelte der Poolsche overbevolking op te nemen is, waarvan honderdduizenden ares in de han den zqn van eenige groot-grondbezitters, ter- wql de kleine boeren leeg uit gaan. De Polen kunnen dus gemakkelijk het probleem van hun overbevolking in hun eigen land oplossen. Zooals gezegd werd pas in den trein naar Krakau het vraagstuk aangesneden. Beek verklaarde dat Polen zqn eischen in hoofdzaak steunde op de volgende overwe gingen le. Polen, dat zich met alle energie wijdt aan zijn nationale organisatie en outillage, heeft behoefte aan grondstoffen. 2e. Voorts heeft het behoefte aan een ar beidsveld voor zijn reeds al te groote en nog steeds toenemende bevolking. Beek zette zijn Franschen ambtgenoot uiteen, dat Polen niet streeft naar uitbreiding van zijn grondgebied. Het verlangt dan ook niet, kolo niaal bezit in volledige souvereiniteit te ver werven. Het zou zqn eischen nauwkeurig for muleeren, wanneer het vraagstuk eener nieuwe verdeeling van 's wereld koloniaal bezit op cor recte wqze aan de orde zou komen. In dat ge val wenscht het, dat met zqn levensbehoeften rekening zal worden gehouden. In economisch opzicht zou Polen b.v. belangen willen verwer ven in internationale „chartered companies", opgericht voor de exploitatie van zekere kolo niale gebieden. Voorts zou het een proportio neel aandeel verlangen in de voordeelen, welke zouden voortvloeien uit eventueele maatrege len, welke met betrekking tot de emigratie naar overzeesche koloniën uit de overbevolkte dee- len van Europa genomen zouden worden. Delbos moet ingenomen geweest zijn, vol gens een melding van Havas, met „deze in ge matigden vorm gestelde eischen" en heeft ze gebillijkt. Hij bracht echter een „question brü- lante" op het tapqt. Hq stelde namelqk voor op, dat dit vraagstuk niet op den rassengrond- slag mag worden gesteld en het is te begroeten, dat Beck met deze opvatting accoord ging. Zoo als bekend is, zit Polen met zijn Joden dikwijls leelijk in den weg. Er zijn er meer dan drie en een half millioen. Daar komt nog bij, dat de Joodsche bevolking jaarlijks veel sneller toe neemt dan de Poolsche, wat geen goede noot voor de Polen is. Warschau zoekt nu naar mo gelijkheden van vestiging van een deel der Joodsche bevolking in overzeesche gewesten. De keus viel op de eerste plaats op het eiland Ma dagascar, dat in Fransch bezit is. Met toe stemming der Fransche regeering is een Pool sche commissie daar heen getogen, om de mo gelijkheid voor emigratie te bestudeeren. Zoo als boven reeds is medegedeeld, is deze com missie thans te Parqs teruggekeerd. Delbos maakte nu echter een restrictie tegenover Beek Het is normaal, zoo redeneerde de Fransche bewindsman terecht, dat voor emigratie naar Palestina alleen Joden in aanmerking komen, maar wat andere gebieden betreft zou dit 'n dis criminatie voor de Joden zijn, die geheel on gerechtvaardigd zou wezen. Met andere woor den; Frankrijk heeft niets tegen een Poolsche kolonie op Madagascar, maar deze mag niet een uitsluitend Joodsch karakter krijgen. Havas meldt, dat minister Beek zich van de redelijk heid van het Fransche standpunt liet overtui gen. De kwestie is dus thans in een loopend stadium gekomen, maar iedereen begrijpt, dat er nog heel wat water door de Seine en Weich- sel zal moeten stroomen, alvorens er teekening in dit vraagstuk zal komen, zoo het niet „ad kalendas graecas" verdaagd wordt, want het zit vol voetangels en klemmen en kan ook slechts een zéér partieele oplossing voor de Poolsche overbevolking brengen. De boven door de Daily Express aangegeven vermaning, de op lossing in eigen land te zoeken, zal wellicht tot betere resultaten leiden. Zij is in elk geval na tuur Iqker. Dwaze vraag, nietwaar? Maar toch beweert Mussert's weekblad „Volk en Vaderland", dat deze absurde vraag bevestigend moet worden beantwoord. Het waagt zelfs een poging om dit te bewqzen. Z.H. Exc. Mgr. Huibers, bisschop van Haarlem, heeft onlangs in de Katholieke Officieren- vereeniging een toespraak gehouden en daar in o.a. gezegd, dat „de officieren, die toch de geheele krijgsmacht vertegenwoordigen, de grootste steun zqn voor het wereldlqke ge zag." Dit is volkomen juist. Immers het leger onder leiding van zijn kader is en moet zijn trouw aan het wettig gezag, dat het heeft te dienen en te gehoorzamen. Heel in het bijzonder geldt dit voor de officieren, die door een persoonlijken eed gebonden zyn de ge- zagsorders van H. M. de Koningin, van Harer Majesteits regeering en van hun superieuren stipt op te volgen en uit te voeren. Vandaar dat lieden, van wie verwacht moet worden, dat zq uit politieke oogmerken niet onder alle omstandigheden dezen eed gestand zullen doen, niet in het officierenkader thuis be- hooren en daaruit dienen te worden geweerd. Mussert is het daarmee natuurlqk niet eens. Het voor officieren van het Neder- landsche leger geldende verbod, waardoor het hun niet geoorloofd is lid te zqn van de N.SB., is hem een doorn in het oog. Met een doorn in het oog is het kwalijk zien en daar om is het niet te verwonderen, dat zqn week blad op de volkomen juiste uitlating van Mgr. Huibers, gedaan in de Katholieke Officieren- vereeniging, is aangevlogen en Zqne Hoog waardige Excellentie meent te mogen kapit telen over de verkondigde gezagstheorie. De wqze waarop „Vova" dat doet, bewqst, dat de doorn in Mussert's oog tot in zijn hersenen moet zqn doorgedrongen, want de redenee ring van het betoog van „Vova" is zoo krom en dooreengedraaid als een krakeling. „Vova" beschuldigt den Bisschop van Haarlem ervan, het „verderfelijk streven" te bevorderen, de „vreemde Romeinsche gezags- leer", waarvan men sporen vindt in hot Nieuwe Testament, ook in ons land in te voeren. Dat de N.SB. en haar leider zoo af- keerig blijken van de .Romeinsche gezags- leer" zal Benito Mussolini, dien zq hooglqk vereeren, bijzonder pleizier doen. De Bisschop zou „volstrekt on-Ne- derlandsch" denken en zqn gezagsleer mag heelemaal niet Germaansch heeten. De Ger- maansche gezagsleer eischt, volgens „Vova". dat men onderscheid moet maken tusschen hen, die het gezag zijn, en hen, die het gezag hebben. Hoe iemand zelf ooit het gezag kan zqn, is een raadsel, dat alleen de fqn onder scheidende N.SB.-ers vermogen op te los sen. Voor rechtmatige uitoefening van het gezag is, wederom volgens „Vova", on- ontbeerlqk, dat de gezagsdragers achting en vertrouwen van de onderhoorigen genieten. Alleen het vertrouwen van het volk schept gezag. Dat volgens deze zgn. Germaansche gezagsleer Mussert zelf geen enkele aan spraak op gezag mag maken, daar het Ne- derlandsche volk duidelijk te kennen heeft gegeven niet het geringste vertrouwen in hem en zqn beweging te hebben, schqnt „Vova" geheel te ontgaan. Integendeel, het meent zelfs met gezag te mogen verklaren, dat de Bisschop een gezag huldigt, dat zqn groot sten steun in de krqgsmacht zoekt, en dat Mgr. dus een „volksvreemd staatsabsolutis- me" aanhangt. Is de zgn. Raad van katholieken in de N.SB. reeds zoozeer de katholieke geloofsleer vergeten, dat hq Mus sert er niet meer attent op heeft kunnen maken, dat volgens de Ka tholieke leer alle gezag van God komt en dat ook het gezag van een Bisschop uit deze bron wordt geput? De leer van de absolute volks- souvereiniteit, waarop Mussert's gezagstheo rie schijnt gebaseerd, is een dwaling, die door Katholieken niet aanvaard kan worden. Zq leidt in de practqk tot het meest volstrekte staatsabsolutisme, zooals dat in 't nationaal- socialistische Duitschland en de bolsjewisti sche Sovjet-Unie thans heerscht, waar de persoonlqke leiders hun eigen wil en wille keur tot den wil van het „souvereine" volk verklaren en dit ongestoord kunnen doen, aangezien het volk geen kans meer krqgt vrijelijk zijn wil uit te spreken, en waar de dictators zich volkomen vereenzelvigen met den oppermachtig gemaakten Staat. Had de Bisschop van Haarlem het leger of de officieren de bron van het wereld lqke gezag genoemd, dan zou de N.S.B.-rede- neering althans een weinig minder dwaas zqn geweest. Hq kwalificeerde echter de officieren als een steun voor de uitoefe ning van het wereldlijk gezag, het wereldlqk gezag, dat zqn gezag ontleent aan God en dus Diens Oppergezag dient te eer biedigen en te gehoorzamen. Dat de „van God gegeven" Algemeen Leider der N.S.B. dit niet heeft onderscheiden, pleit niet voor zqn denkvermogen, subsidiair goeden wil. Z. H. Exc. Mgr. Huibers heeft met zqn Hoog waardige Collega's juist maatregelen tegen de N.S.B. moeten nemen om te voorkomen, dat het volksvreemde staatsabsolutisme, dat de N.S.B. en haar leider voorstaan, ingang zou vinden bq ons katholieke volksdeel. Dat het Hoogwaardig Episcopaat daarmee een echt Nederlandsche, vaderlandlievende daad xan groot nationaal belang heeft verricht, bewqst het volksvreemde staatsabsolutistische ge redeneer van Anton Mussert's lijfblad nog eens ten overvloede. De Zeereerw. Pater Ladislaus Hol O.F.M. keert vandaag na een vacantieverblqf van twee maan den in ons land vanuit Rotterdam naar zqn missiepost Bergen (Noorwegen) terug.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 9