Minister van Dijk verdedigt
de defensieplannen
ABDIJSIROOP
Beek en Delbos converseeren
over overbevolking
MGR. HUIBERS
STAATSABSOLUTIST?
DE NOOD DWINGT TOT
DE UITGAVEN
m
TOEKOMSTIGE STRIJD
OM DEN TITEL
Hebt Gij het telkens
op de luchtpijpen?
AKKER's verstèrkte
DE MOGELIJKHEDEN TOT
EMIGRATIE
Kerkelijk leven
WOENSDAG 8 DECEMBER 1937
TWEEDE KAMER
Üe bewindsman acht het amende
ment der R.K. fractie in zake
de contingentsuitbreiding
niet destructief
Oefeningstijd en grens-
beveiliging
Het vliegveld komt te Bergen
Marine
Eerste oefeningstijd
JONGEN DOODGEREDEN
SCHAKEN
Euwe's plannen
Flohr, de officieele candidaat
Reshevsky
Tenslotte de F.I.D.E.
BU1TENLANDSCH OVERZICHT
Madagascar in uitzicht
genomen
HET POOLSCH EMIGRATIEPLAN
tuiïlear
MADAGASCAR
PATER LADISLAUS HOL
Eerst in de avondvergadering kwam mi
nister VAN DIJK aan het woord over de
Defensiebegrooting en de wijziging der
Dienstplichtwet.
De tegenwoordige minister van Defensie
Was minister van Oorlog in het eerste en
tweede kabinet-Ruys de Beerenbrouck van
einde Juli 1921 tot begin Augustus 1925. En
hij verwierf zich toen de reputatie van een
vlot en gemakkelijk spreker, die zijn zaken
grondig kende en ze nauwkeurig, duidelijk
en met overtuiging behandelde. Die goede
reputatie heeft hij als Kamerlid en als mili
tair deskundige van de Anti-Revolution-
naire fractie weten te bevestigen en verste
vigen. En als minister van Defensie in het
huidige kabinet heeft hij haar bij deze
gelegenheid glansrijk gehandhaafd. Zijn
kloeke rede was uitstekend en een oprech
te, overtuigde en overtuigende verdediging
van belangrijke landsaangelegenheden van
overwegend groote beteekenis, welke den
minister zeer na aan het hart liggen.
Er waren door verschillende der een en twin
tig sprekers ook détailquaesties besproken. En
<Üe ruimde de minister het eerst op.
De minister beloofde, dat het vraagstuk der
êeestelijke verzorging in het leger en op de
Vloot nader zal worden bezien, als de uitbrei
ding der weermacht zal zijn tot stand gekomen.
Dan zal ook worden nagegaan of meer steun
dient te worden verleend aan militaire tehuizen
en militairenvereenigingen.
De bestaande bepalingen tegen het vloeken
en spreken van onzedelijke en revolutionnaire
'aal zijn voldoende, als ieder dergenen, die deze
euvele daden niet wil verdragen, maar zorgt
voor haar toepassing door zich te wenden tot
2lin superieuren.
Wat het vliegveld in den Bergermeerpolder
dij Bergen aangaat, vernamen we van den mi-
hister, dat de luchtvloot de beschikking moet
hebben over hangars op vliegvelden binnen de
Vesting Holland zulks met het oog op de
Veiligheid. Eh nu leidden onderzoekingen tot
de ontdekking van het terrein bü Bergen, waar
op de gemeente Alkmaar ook reeds het oog
had laten vallen en waarover de beschikking
kon worden verkregen. De bedenkingen der
Vliegveldbezwaarden vond de minister sterk over
dreven. Precies gelijke omstandigheden vormen
te Soesterberg volstrekt geen bezwaren. En
tegen als plaatsvervangers aanbevolen terrei-
hen bestaan wel bezwaren van practischen en
strategischen aard.
Daarom kon de minister niet op zijn be
slissing terugkomen en zal hij dat ook niet
doen. Het vliegveld komt waar het gedacht
is.
De pleitbezorgers voor mobilisatieslachtoffers,
oud-gepensionneerden, militaire weduwen van
vóór 1909 en de oud-marinewerklieden kregen
hul op het request. Aan redelijke verlangens tq
hunnen aanzien is voldaan, zeide de minister,
«n meer doen zou onredelijkheid jegens ande
ten meebrengen. Alleen enkele mobilisatie
slachtoffers zullen misschien nog eenige hulp
hieer krijgen.
Den heer Duymaer van Twist werd een blijde
avond bezorgd door middel van 's ministers toe
zegging te zullen nagaan of aan den Bjjzonde-
ten Vrijwilligen Landstorm wat meer facilitei
ten kunnen worden verleend ter verhooging
her marsch- en schietvaardigheid.
Afgewezen werd het denkbeeld van den heer
Pendelaar om de burgerlijke en militaire lucht
vaart bij één Departement onder te brengen.
Die twee verschillen te veel.
Een belangrijk vraagstuk is de economische
en industrieele oorlogsvoorbereiding. Er wordt
dan ook reeds geruimen tijd volle aandacht
aan geschonken. In voorbereiding is de vor
ming van een grondstoffenbureau, dat zal zijn
heiast met de regeling van grondstoffenvoor-
ziening en voorradenvorming. Verder wordt met
Verschillende bedrijven overleg gepleegd over
evacuatie en overbrenging van bedrijven met
het oog op oorlogsgevaar. En binnenkort zal de
beslissing worden genomen omtrent een plan
betreffende de voedselvoorziening, vooral door
het aanhouden en opvoeren van voorraden..
Dit wat de détails aangaat.
Komende tot het algemeene, het meest be
langrijke deel zijner rede, wees de minister er
op, dat wel de omstandigheden zijn veranderd,
die tot voor kort konden doen volstaan met
Wat toen werd gevraagd, maar dat in wezen is
gebleven het raam der legerorganisatie van
1922, waarop thans kan worden voortgebouwd
®n uitgebouwd, nu, in verband met de zeer
ten ongunste veranderde omstandigheden en
Verhoudingen, veel achterstand moet worden
ingehaald en veel moet worden verbeterd.
Op de schuldvraag betreffende den achter
stand en den onvoldoenden toestand der weer
macht, ging de minister niet diep in. Alleen
hield hij den heer Albarda, die beweerd had,
bat de S.D.A.P. niet de schuld draagt, voor,
dat de heer K. Ter Laan in 1930 zich uitvoerig
beroemde op veel wat de S.D.A.P. had gedaan
tot verzwakking der weermacht.
En de frontverandering der S.D.A.P. naar de
Rationale defensie vertrouwde de minister nog
hiet voor de volle honderd percent. Hij betwij
felt of ze blijvend zal zijn en een wezenlijke
omzetting der geesten beteekent. Uit de hou
ding van den heer Albarda sprak nog niet de
erkenning van het primordiaal belang van een
toereikende defensie, waarbij, helaas, andere
belangen moeten achterstaan. Niettemin blijft
de minister hopen, dat er een wezenlijke ge
bondenheid zal groeien van de sociaal-demo
cratie met de nationale verdediging. En dan
Zal er ook plaats zijn voor sociaal-democraten
hl den defensiedienst.
Minister Van Dijk
Met klem legde de minister er den nadruk
op, dat de Regeering niet verder ging dan
het vragen van het strikt noodzakelijke.
Verder mag niet worden gegaan, omdat het
financieel kunnen zijn grenzen heeft. Maar
hetgeen gevraagd wordt is inderdaad nood
zakelijk teneinde een weermacht te verkrij
gen, die voldoende preventie beteekent te
gen overweldiging onzer onafhankelijkheid.
Ten aanzien van het materieel der landmacht
mocht de minister volstaan met het consta-
teeren van het feit, dat de betreffende aanvra
gen vrijwel geen verzet vonden.
Wat aangaat de Marine, de Minister blijft
vasthouden aan een Staatsmarine, centraal ge
leid in Nederland, bestemd voor den dienst in
Nederland zoowel als in Indië, waar overigens
wel steeds het grootste deel van de vloot zal ge-
stationneerd zijn; wat echter weer niet beteekent,
dat er ook in Nederland geen zeegaande be
wapende schepen beschikbaar moeten zijn, niet
op de laatste plaats met het oog op de voedsel
voorziening, die convooieering van handels
schepen op de Noordzee noodig maakt (dage
lijks moet in ons land 30.000 ton van hetgeen
we noodzakelijk behoeven, worden ingevoerd!).
En uitbreiding der vloot is mede daarom vol
strekt noodzakelijk.
Kort en bondig hield de Minister vol, dat de
vervangende kruiser, die nog op stapel moet
worden gezet en dien de Vrijzinnig-Democraten
met een amendement willen torpedeeren, on
misbaar is om steeds over het minimum van
het onmisbaar materieel te kunnen beschikken.
Over de door den heer Wendelaar aanbevolen
torpedomotorbooten wil de Minister wel eens
denken. Die slechts met één officier en drie
man te bemannen vaartuigjes lachen hem wel
toe.
Belangrijk was de verklaring van
den minister, dat hij de aanneming
van het amendement der katholieke
fractie om de contingentsuitbreiding
tot 32.000 slechts voor 5 jaar toe te
staan en daarna het contingent te be
palen op 27.500 man, zou betreuren,
maar dat hij die aanneming, voor het
Dienstplichtwetsontwerp niet destruc
tief zou achten.
Het amendement werd dus niet onaanneme
lijk verklaard, 't Komt hierop neer, dat de
Kamer zelf maar beslissen moet of zij over de
bezwaren des ministers wil heenstappen.
We meenen, dat het amendement meer kans
heeft op aanneming dan op verwerping.
Een nog veel betere kans maakt het
amendement der katholieke fractie betref
fende het weder opnemen van de vrij
stelling wegens broederdienst.
Daartegen wil de minister geen beden
kingen inbrengen.
Ten aanzien van de verlenging van den eer
sten oefeningstijd tot elf maanden, gebruikte
de minister als voornaamste argument, dat de
met de grensbeveiliging belaste manschap
pen eerst 5% maand geoefend moeten zijn,
voordat ze naar de grens kunnen worden ge
zonden, waar ze 5 y, maand moeten blijven om
de grensbeveiliging permanent te doen zijn.
Oefeningstijden van 8 of 9 maanden zouden
niet geven wat we noodig hebben voor een per
manente grensbewaking met het steeds aanwe
zig zijn van voldoend-geoefenden.
De minister eindigde met een welsprekend
beroep op de Kamer, zich te laten leiden
door het besef, dat de dringende nood
dwingt om toe te staan wat wordt voor
gesteld, als het mogelijke en noodzakelijke
ter handhaving onzer nationale zelfstan
digheid.
De tweede termijn had niet veel om het lijf.
De minister bleek, ondanks de welsprekend
heid en de overtuigende kracht van zijn
betoog, geen bekeeringen te hebben bewerkt.
De dichtheid der bezetting van de Kamer was
inmiddels zóó verzwakt, dat het raadzaam was
geworden de stemming over de motie-Wijnkoop
betreffende meer steun aan mobilisatie-slacht
offers, enz. uit te stellen tot de Donderdag
middagvergadering. Dan zal ook worden ge
stemd met het resultaat der verwerping
over de amendementen-Schilthuis, die beoogen
de 5 millioen voor een eersten termijn voor den
vervangenden kruiser te schrappen.
Nog voor middernacht werd de verdere arti-
kelsgewijze behandeling der Defensiebegrooting
gestaakt tot Donderdag.
Op den Boezemsingel te Rotterdam geraakte
Dinsdagavond de 7-jarige H. de Reus, wonende
aan den Crooswijkscheweg, bij het oversteken
onder een vrachtauto, bestuurd door den 42-
jarigen T. S. uit de Lusthofstraat. Met een
schedelbasisfractuur is het ventje naar het
ziekenhuis aan den Coolsingel overgebracht. Bij
aankomst bleek de jongen reeds te zijn over
leden.
Komt de Cubaan Cavablanca thans het
eerst in aanmerking voor een nieuwe
match om het wereldkampioenschap?
Nu Aljechin het wereldkampioenschap
heroverd heeft staat onmiddellijk in het
middelpunt der belangstelling het vraag
stuk, hoe in de toekomst een nieuwe match
om den titel tot stand zal komen en wie
de tegenstander van Aljechin zal zijn.
Wq hebben deze vraag aan verscheidene
hiervoor in aanmerking komende schaak
meesters voorgelegd en wij zijn thans in staat
de volgende bijzonderheden te publiceeren.
De nieuwe wereldkampioen Aljechin ver
klaarde ons, dat hij van meening was, dat
eigenlijk Capablanca het meeste recht heeft op
een titelkamp. Men heeft mij, aldus Aljechin.
medegedeeld, dat, wat het financieele gedeelte
betreft, deze aangelegenheid eigenlijk reeds voor
elkaar is gebracht. Een som van 10.000 goud-
dollar een zelfde bedrag als Aljechin in 1927
voor zijn uitdagingsmatch tegen den Cubaan
op tafel heeft moeten leggen zou Aljechin
worden uitbetaald.
Ik heb een uitnoodiging aanvaard om
begin 1938 deel te nemen aan een nationaal
tournooi in Zuid-Amerika en ik verwacht,
dat tijdens mijn verblijf aldaar een contract
zal worden gesloten voor een match om
den titel, welke niet eerder dan 1939 zal
plaats hebben.
Op onze vraag of nog anderen in aanmerking
voor een titelkamp zouden komen, deelde de
wereldkampioen ons mede, dat z.i. het standpunt
van jongere meesters, zooals Botwinnik, Flohr,
Reshevsky, Keres en Fine, dat zij het recht
hebben, in verband met him capaciteiten en hun
jongste prestaties, hem, Aljechin, voor een
match om den hoogsten titel uit te dagen,
alleszins aanvaardbaar is.
Het zou mij b.v. geenszins verrassen, in
dien de candidaat der F. I. D. E.f Flohr, mij
zou uitdagen. Omtrent een uitdaging van
Keres kan ik mededeelen, dat een voor-
loopig telegram mij bereikt heeft zonder
verdere bijzonderheden evenwel.
En zich nog even op zijpaden begevend sprak
Aljechin als zijn overtuiging uit, dat Euwe tot
en met de 20e party zeker niet beneden zqn
vorm van 1934 heeft gespeeld, waarop mevr.
Aljechin er aan toevoegde, dat haar man zijn
vorm van San Remo (1930) teruggevonden
heeft.
Euwe kon ons mededeelen, dat hy de eerste
vier of vqf jaren er niet aan zal denken een
eventueele match om het wereldkampioen
schap te spelen. Hij wil jongeren meesters een
serieuze kans geven. Mocht hy zien, dat in de
komende periode de meesters een eventueele
kans op het veroveren van den titel onbenut
laten, dan zal hy, Euwe, indien hy zich weer
volkomen in staat voelt, een uitdaging lancee-
ren, wie op dat moment ook wereldkampioen
moge zyn.
De officieele candidaat van de F. I. D. E.,
Salo Flohr, is, naar wy vernemen, bezig een
plan inzake een eventueele match met Aljechin
uit te werken. Hij staat in contact met mr.
Rueb, den president van den wereldschaakbond
en zal dezer dagen een eerste bespreking over
dit onderwerp met Aljechin hebben.
De Tsjechische schaakbond, die te Stockholm
het voorstel Flohr als officieel candidaat aan
te wijzen indiende, doet ook thans pogingen
om garanties te verkrygen, ten einde ook fi
nancieel een eventueele uitdaging voor Aljechin
aanvaardbaar te kunnen maken.
Tenslotte kunnen wy nog mededeelen, dat ook
de Amerikaansche kampioen Reshevsky plannen
heeft Aljechin voor een titelgevecht uit te da
gen. Hij is echter nog niet met den wereldkam
pioen in contact getreden, daar hy eerst wil on-
Ook de Amerikaansche grootmeester
Reshevsky heeft plannen Aljechin voor
een titelmatch uit te dagen
derzoeken of het juist is, zooals hij vernomen
heeft, dat men in Amerika een beurs hiervoor
beschikbaar zou willen stellen.
Ook het bestuur van de F.I.D.E. schqnt niet
stil te zitten. Naar wq vernemen, zou de F. I.
D. E. zich dezer dagen met dr. Aljechin in ver
binding stellen, ten einde zijn standpunt inzake
de organisatie van titelmatches in de toekomst
te vernemen.
Ook de plannen voor een tournooi met titel-
candidaten zijn thans in een stadium gekomen,
dat de mogelijkheid van het tot stand komen
van een dergelijken wedstrijd lang niet uitge
sloten mag worden geacht.
Nader vernemen wy nog, dat Flohr, ook na
mens zijn schaakbond, aan het bureau van den
wereldschaakbond te kennen heeft gegeven, dat
hij op grond van zijn verkiezing tot candidaat
voor den titel door het in den afgelpopen zo
mer gehouden congres te Stockholm, van zijn
uitdagingsrecht voor het jaar 1940 gebruik
wenscht te maken. Voornoemd bureau heeft
deze verklaring met ondersteuning daarvan, aan
dr. Aljechin doorgegeven.
neem dan bü het eerste verschijnsel, hoe
gering ook, dadelijk de nieuwe verstèrkte
Akker's Abdijsiroop en Ge zult ondervinden,
dat dit voor U hèt aangewezen middel is.
Abdijsiroop is een natuurlijk kruiden-middel,
onschadelijk voor maag en hart en deze oude
beproefde „genees-cruyden" heelen, verzachten
en versterken de ontstoken en gevoelige slijm
vliezen van Uw ademhalings-organen goed en
grondig. Bovendien bevat de nieuwe verstèrkte
Abdijsiroop de krachtig hoest-bedwingende stof:
codeinewelke snel Uw verkoudheid doet
„rijpen", de slijm doet verdwijnen, de hoestprik-
kel verdrijft en die prikkelende hoest stopt en
bedwingt. Daarom noemt men Akker's Abdijsiroop
voor oud en jong ,,'s Werelds béste Hoest-siroop".
tegen Hoest, Griep, Bronchitis, Asthma.
Flacon 90 ct., f 1.50, f 2.40, f 4.20. Overal verkrijgbaar.
Hoe grooter flacon, hoe voordeeliger het gebruik.
In den eersten levenstijd van het Derde Rijk
werd er weinig gesproken over de vroegere
Duitsche koloniën. Het scheen, dat Hitier
wilde blqven vasthouden aan wat hy in 1933
schreef in „MeinKampf"; „Wij moeten ons naar
grondgebied in het Oosten (Rusland) oriën-
teeren. Wij moeten een einde maken aan de
koloniale en handelspolitiek van vóór den oor
log. Zorgt er voor, dat de kracht van ons volk
haar basis vindt niet in de koloniën, maar in
eigen grondgebied in Europa." Het scheen, of
het Duitsche volk zich bij deze uitspraak zon
der tegenspraak neerlegde. Maar al spoedig
kwam er kentering. Onder leiding van den stad
houder van Beieren, ridder von Epp, werd een
campagne op touw gezet, om de vroegere Duit
sche koloniën terug te verlangen. Hitler nam
het program van von Epp over en het werd (en
is nog) een prestige-kwestie voor Duitschland.
Toen in verschillende besprekingen en confe
renties der Westersche mogendheden het denk
beeld geopperd Werd, Duitschland eenige wille
keurige gebieden in Afrika te geven of althans
dit land te begiftigen met een gelijke plaats bij
de verdeeling der wereldgrondstoffen, meldde
Polen zich in debat en eischte, by een herzie
ning van het koloniale probleem, voor zichzelf
eveneens koloniën op op grond van zijn over
bevolking, vooral zijner Joodsche overbevolking.
De wereld keek op en de eisch van Polen werd
als min of meer belachelijk beschouwd. Toen
echter het vermoeden werd geuit, dat Delbos
tijdens zijn aanwezigheid te Warschau het
vraagstuk met Beek zou bespreken, nam een.deei
der internationale pers het meer „au serieux".
zoodat het Poolsche regeeringsgezinde blad Ex
press Poranny, na te hebben geconstateerd dat
het vraagstuk der koloniën tot rijpheid was ge
komen, kon schrijven, dat er nu bij de bespre
kingen tusschen Beek en Delbos wel degelijk
met de Poolsche eischen rekening moest wor
den gehouden. En dit blad vervolgde: Voor het
overbevolkte Polen is het noodzakelijk toegang
te krijgen tot grondstoffen en kolonisatie-ge
bieden. Wij nemen met voldoening kennis dat
de Poolsche eischen op koloniaal gebied niet
meer met een schouderophalen worden ont
vangen. Het feit, dat deze kwestie een onder
werp van bespreking zal uitmaken tusschen
Beek en Delbos, vormt een bewijs voor het
groeiend begrip in het buitenland, dat Polen
een land is, dat direct betrokken is bij de op
lossing van het koloniale vraagstuk." Onder-
tusschen schreef de speciale correspondent te
Warschau van de Paris Soir, Jules Sauerwein,
met betrekking tot de koloniale kwestie: „In
dien Amerika niet gesloten was voor de Euro-
peesche immigratie zouden Polen noch Duitsch
land in Afrika of Azië naar afzetgebied behoe
ven te zoeken. Op het oogenblik vertoeft een
Poolsche delegatie te Parijs. Deze is zoojuist te
ruggekeerd van Madagascar, wlaar zij de moge
lijkheid heeft bestudeerd van het inrichten van
Poolsche plantages op de hoogvlakten van het
eiland. De eisch is tot nu toe in geen enkel
diplomatiek onderhoud ter sprake gebracht,
noch tusschen de beide ministers noch tusschen
de ministers en de ambassadeurs." Dit was in
derdaad waar, want de zaak kwam tusschen
de betrokken ministers pas ter sprake in der,
trein, die Beek en Delbos van Warschau naar
Krakau bracht. Het lijkt niet onmogelijk, dat
Delbos namelijk eerst Londen heeft geraad
pleegd en het antwoord wat laat is afgekomen
In de Engelsche pers verschenen namelqk
protesten. De Daily Express wees er bqvoor-
beeld op, dat de Poolsche koloniale eisch onre
delijk is, wyl Polen een enorm agrarisch land
UAREZ
AMATAVE
INDISCHE-
rANANARIVO
OCEAAN
FORT DAUPHIN
Het eiland Madagascar, dat deel uit
maakt van het Fransche koloniale bezit,
is met toestemming der Fransche regee
ring in uitzicht genomen, eventueel
een gedeelte der Poolsche overbevolking
op te nemen
is, waarvan honderdduizenden ares in de han
den zqn van eenige groot-grondbezitters, ter-
wql de kleine boeren leeg uit gaan. De Polen
kunnen dus gemakkelijk het probleem van hun
overbevolking in hun eigen land oplossen.
Zooals gezegd werd pas in den trein naar
Krakau het vraagstuk aangesneden.
Beek verklaarde dat Polen zqn eischen
in hoofdzaak steunde op de volgende overwe
gingen
le. Polen, dat zich met alle energie wijdt
aan zijn nationale organisatie en outillage, heeft
behoefte aan grondstoffen.
2e. Voorts heeft het behoefte aan een ar
beidsveld voor zijn reeds al te groote en nog
steeds toenemende bevolking.
Beek zette zijn Franschen ambtgenoot uiteen,
dat Polen niet streeft naar uitbreiding van zijn
grondgebied. Het verlangt dan ook niet, kolo
niaal bezit in volledige souvereiniteit te ver
werven. Het zou zqn eischen nauwkeurig for
muleeren, wanneer het vraagstuk eener nieuwe
verdeeling van 's wereld koloniaal bezit op cor
recte wqze aan de orde zou komen. In dat ge
val wenscht het, dat met zqn levensbehoeften
rekening zal worden gehouden. In economisch
opzicht zou Polen b.v. belangen willen verwer
ven in internationale „chartered companies",
opgericht voor de exploitatie van zekere kolo
niale gebieden. Voorts zou het een proportio
neel aandeel verlangen in de voordeelen, welke
zouden voortvloeien uit eventueele maatrege
len, welke met betrekking tot de emigratie naar
overzeesche koloniën uit de overbevolkte dee-
len van Europa genomen zouden worden.
Delbos moet ingenomen geweest zijn, vol
gens een melding van Havas, met „deze in ge
matigden vorm gestelde eischen" en heeft ze
gebillijkt. Hij bracht echter een „question brü-
lante" op het tapqt. Hq stelde namelqk voor
op, dat dit vraagstuk niet op den rassengrond-
slag mag worden gesteld en het is te begroeten,
dat Beck met deze opvatting accoord ging. Zoo
als bekend is, zit Polen met zijn Joden dikwijls
leelijk in den weg. Er zijn er meer dan drie en
een half millioen. Daar komt nog bij, dat de
Joodsche bevolking jaarlijks veel sneller toe
neemt dan de Poolsche, wat geen goede noot
voor de Polen is. Warschau zoekt nu naar mo
gelijkheden van vestiging van een deel der
Joodsche bevolking in overzeesche gewesten. De
keus viel op de eerste plaats op het eiland Ma
dagascar, dat in Fransch bezit is. Met toe
stemming der Fransche regeering is een Pool
sche commissie daar heen getogen, om de mo
gelijkheid voor emigratie te bestudeeren. Zoo
als boven reeds is medegedeeld, is deze com
missie thans te Parqs teruggekeerd. Delbos
maakte nu echter een restrictie tegenover Beek
Het is normaal, zoo redeneerde de Fransche
bewindsman terecht, dat voor emigratie naar
Palestina alleen Joden in aanmerking komen,
maar wat andere gebieden betreft zou dit 'n dis
criminatie voor de Joden zijn, die geheel on
gerechtvaardigd zou wezen. Met andere woor
den; Frankrijk heeft niets tegen een Poolsche
kolonie op Madagascar, maar deze mag niet
een uitsluitend Joodsch karakter krijgen. Havas
meldt, dat minister Beek zich van de redelijk
heid van het Fransche standpunt liet overtui
gen. De kwestie is dus thans in een loopend
stadium gekomen, maar iedereen begrijpt, dat
er nog heel wat water door de Seine en Weich-
sel zal moeten stroomen, alvorens er teekening
in dit vraagstuk zal komen, zoo het niet „ad
kalendas graecas" verdaagd wordt, want het
zit vol voetangels en klemmen en kan ook
slechts een zéér partieele oplossing voor de
Poolsche overbevolking brengen. De boven door
de Daily Express aangegeven vermaning, de op
lossing in eigen land te zoeken, zal wellicht tot
betere resultaten leiden. Zij is in elk geval na
tuur Iqker.
Dwaze vraag, nietwaar? Maar toch
beweert Mussert's weekblad „Volk en
Vaderland", dat deze absurde vraag
bevestigend moet worden beantwoord. Het
waagt zelfs een poging om dit te bewqzen.
Z.H. Exc. Mgr. Huibers, bisschop van Haarlem,
heeft onlangs in de Katholieke Officieren-
vereeniging een toespraak gehouden en daar
in o.a. gezegd, dat „de officieren, die toch de
geheele krijgsmacht vertegenwoordigen, de
grootste steun zqn voor het wereldlqke ge
zag." Dit is volkomen juist. Immers het leger
onder leiding van zijn kader is en moet zijn
trouw aan het wettig gezag, dat het heeft
te dienen en te gehoorzamen. Heel in het
bijzonder geldt dit voor de officieren, die door
een persoonlijken eed gebonden zyn de ge-
zagsorders van H. M. de Koningin, van Harer
Majesteits regeering en van hun superieuren
stipt op te volgen en uit te voeren. Vandaar
dat lieden, van wie verwacht moet worden,
dat zq uit politieke oogmerken niet onder alle
omstandigheden dezen eed gestand zullen
doen, niet in het officierenkader thuis be-
hooren en daaruit dienen te worden geweerd.
Mussert is het daarmee natuurlqk niet
eens. Het voor officieren van het Neder-
landsche leger geldende verbod, waardoor het
hun niet geoorloofd is lid te zqn van de
N.SB., is hem een doorn in het oog. Met een
doorn in het oog is het kwalijk zien en daar
om is het niet te verwonderen, dat zqn week
blad op de volkomen juiste uitlating van Mgr.
Huibers, gedaan in de Katholieke Officieren-
vereeniging, is aangevlogen en Zqne Hoog
waardige Excellentie meent te mogen kapit
telen over de verkondigde gezagstheorie. De
wqze waarop „Vova" dat doet, bewqst, dat de
doorn in Mussert's oog tot in zijn hersenen
moet zqn doorgedrongen, want de redenee
ring van het betoog van „Vova" is zoo krom
en dooreengedraaid als een krakeling.
„Vova" beschuldigt den Bisschop van
Haarlem ervan, het „verderfelijk streven" te
bevorderen, de „vreemde Romeinsche gezags-
leer", waarvan men sporen vindt in hot
Nieuwe Testament, ook in ons land in te
voeren. Dat de N.SB. en haar leider zoo af-
keerig blijken van de .Romeinsche gezags-
leer" zal Benito Mussolini, dien zq hooglqk
vereeren, bijzonder pleizier doen.
De Bisschop zou „volstrekt on-Ne-
derlandsch" denken en zqn gezagsleer mag
heelemaal niet Germaansch heeten. De Ger-
maansche gezagsleer eischt, volgens „Vova".
dat men onderscheid moet maken tusschen
hen, die het gezag zijn, en hen, die het gezag
hebben. Hoe iemand zelf ooit het gezag kan
zqn, is een raadsel, dat alleen de fqn onder
scheidende N.SB.-ers vermogen op te los
sen. Voor rechtmatige uitoefening van
het gezag is, wederom volgens „Vova", on-
ontbeerlqk, dat de gezagsdragers achting en
vertrouwen van de onderhoorigen genieten.
Alleen het vertrouwen van het volk schept
gezag. Dat volgens deze zgn. Germaansche
gezagsleer Mussert zelf geen enkele aan
spraak op gezag mag maken, daar het Ne-
derlandsche volk duidelijk te kennen heeft
gegeven niet het geringste vertrouwen in hem
en zqn beweging te hebben, schqnt „Vova"
geheel te ontgaan. Integendeel, het meent
zelfs met gezag te mogen verklaren, dat de
Bisschop een gezag huldigt, dat zqn groot
sten steun in de krqgsmacht zoekt, en dat
Mgr. dus een „volksvreemd staatsabsolutis-
me" aanhangt.
Is de zgn. Raad van katholieken in de
N.SB. reeds zoozeer de katholieke
geloofsleer vergeten, dat hq Mus
sert er niet meer attent op heeft
kunnen maken, dat volgens de Ka
tholieke leer alle gezag van God komt en dat
ook het gezag van een Bisschop uit deze bron
wordt geput? De leer van de absolute volks-
souvereiniteit, waarop Mussert's gezagstheo
rie schijnt gebaseerd, is een dwaling, die door
Katholieken niet aanvaard kan worden. Zq
leidt in de practqk tot het meest volstrekte
staatsabsolutisme, zooals dat in 't nationaal-
socialistische Duitschland en de bolsjewisti
sche Sovjet-Unie thans heerscht, waar de
persoonlqke leiders hun eigen wil en wille
keur tot den wil van het „souvereine" volk
verklaren en dit ongestoord kunnen doen,
aangezien het volk geen kans meer krqgt
vrijelijk zijn wil uit te spreken, en waar de
dictators zich volkomen vereenzelvigen met
den oppermachtig gemaakten Staat.
Had de Bisschop van Haarlem het leger
of de officieren de bron van het wereld
lqke gezag genoemd, dan zou de N.S.B.-rede-
neering althans een weinig minder dwaas
zqn geweest. Hq kwalificeerde echter de
officieren als een steun voor de uitoefe
ning van het wereldlijk gezag, het
wereldlqk gezag, dat zqn gezag ontleent aan
God en dus Diens Oppergezag dient te eer
biedigen en te gehoorzamen. Dat de „van God
gegeven" Algemeen Leider der N.S.B. dit niet
heeft onderscheiden, pleit niet voor zqn
denkvermogen, subsidiair goeden wil.
Z. H. Exc. Mgr. Huibers heeft met zqn Hoog
waardige Collega's juist maatregelen tegen de
N.S.B. moeten nemen om te voorkomen, dat
het volksvreemde staatsabsolutisme, dat de
N.S.B. en haar leider voorstaan, ingang zou
vinden bq ons katholieke volksdeel. Dat het
Hoogwaardig Episcopaat daarmee een echt
Nederlandsche, vaderlandlievende daad xan
groot nationaal belang heeft verricht, bewqst
het volksvreemde staatsabsolutistische ge
redeneer van Anton Mussert's lijfblad nog
eens ten overvloede.
De Zeereerw. Pater Ladislaus Hol O.F.M. keert
vandaag na een vacantieverblqf van twee maan
den in ons land vanuit Rotterdam naar zqn
missiepost Bergen (Noorwegen) terug.