De avonturen van Prof je en Struis je
^8
<ftdv&tfml van den daa
uisse verliest van
A.D.O.
Goede prestaties van D.O.S. en R.C.H,
D. W. V. WINT VAN
Z.V.V.
MAANDAG 20 DECEMBER 1937
TWEEDE KLASSE I.V.C.B.
The Victory neemt revanche op
V.I.C. - De V.V.A.-reserves
spelen gelijk tegen Always
Forward
Fortitudo en S.D.O.
heroveren beide punten
v- v.
si' S' v-
°fendam 2
V D' °-
TWEEDE KLASSE K.N.V.B.
O.S.V.WEST-FRISIA 0—4
W.F.C.—KENNEMERS 1—1
Zeeburgia brengt E.D.O. een
nederlaag toe. - H.F.C. ver
liest in de hoofdstad
van A.F.C.
W.F.C. en de Kennemers
spelen gelijk
D.W.V.Z.V.V. 4—2
ALCM. VICTRIX—H.R.C. 4—2
R.C.H.—VELOX 1—0
D.O.S.B.F.C. 63
A.F.C.—H.F.C. 2—1
ZEEBURGIA—EDO 5—3
BILJARTEN
Z.F.C.—SPARTAAN 1—1
naakte**
BELGISCH SUCCES TE
ROTTERDAM
De wedstrijd om de Coupe
Glorieux
IJSHOCKEY
Zwitserland wint met 31
van Duitschland
WILSDORF
DOOR
hf+L de tweede klasse West I a van den IVCB
"oen de vier clubs, die de bovenste plaatsen
de ranglijst bezetten, gisteren alle ge
iden, zoodat de toestand hier vrijwel onver-
derd is gebleven. Fortitudo won in Montfoort
2o van MSV, SDO behaalde in Bussum
Usi
41-zege op Olympia, Actif verloor met
van LVV en RKBVV versloeg de VVY-
erves met 5—1.
*°rtitudo
K. B. V. V.
Actif
S'l'mpia
Jvai. Vooruit
V- V. y. 2
10 9 1 18 32— 7
11 9 2 18 39—18
11 6 2 3 14 22—17
11 5 3 3 13 29—23
12 3 4 5 10 26—27
10 4 1 5 9 18—19
11 4 1 6 9 21—18
11 3 2 6 8 22—35
9 3 1 5 7 11—15
12 2 10 2 1—46
k Ir* West Ib slaagde DOSS er in ook in Vin
keen van Hertha te winnen, waardoor de
^sterdammers een moeilijke klip omzeilden.
behaalden een 21-overwinning. Always
°rWard moest in de hoofdstad genoegen ne-
j n met een 22 gelijk spel tegen de VVA-
^crves. die met dit resultaat alleszins tevre-
m mogen zijn. The Victory nam in Weesp
®vanche op VIC, dat hier met 20 verloor,
hviji Constantius tegen de Volendam-reserves
52-nederlaag leed.
Al' S' S'
'w. Forward,
K A. V.
.Maluwen
I- c.
Victory
I V. A. 2
12
10
1
1
21
55—16
9
5
3
1
13
30—13
10
5
3
2
13
23—11
11
4
4
3
12
17—17
12
5
1
6
11
39—31
10
4
2
4
10
17—30
11
2
4
5
8
20—33
®ettha
^hstantius
10
3
1
6
7
15—30
11
2
1
8
5
11—34
8
1
2
5
4
18—43
In West IXa heeft DOS, dat met 21 over
V zegevierde, de leiding genomen met een
Oorsprong van twee punten, daar Lisse in
.«mskerk met 21 van ADO verloor. DEM
^haalde in Beverwijk een 31-zege op Vitesse
A Santpoort 2 bracht WE met dezelfde cijfers
b nederlaag toe.
Li' S'
Usse
h' 1 V'
4 E- M.
r' V. E.
^htpoort 2
J!ltesse
S. S. H.
klingen
11
10
1
20
42—15
11
9
2
18
37—10
12
8
1
3
17
31—19
10
6
1
3
13
25—17
12
5
3
4
13
26—30
10
4
6
8
21—27
12
4
8
8
27—46
10
3
7
6
28—29
12
2
1
8
5
16—33
10
1
9
2
21—43
ïn een van O. S. V.-zijde slecht gespeelden
edstrijd, welke weinig belangstelling onder
god, ging west-Frisia met een volkomen ver
ende o4-zege huiswaarts. Het beginsignaal
ad nauwelijks weerklonken of met een vlie-
®e0d schot was het 0—1. Ondanks het feit, dat
thuisclub nog vrij goed partij gaf, duurde
U toch niet lang of, dezen voorsprong werd
®rSroot (02). Geleidelijk namen de gasten
«r en meer de overhand en dit overwicht
?®en Zij n0g voor de rust met een derde doel-
"dt bekroond (03).
de hervatting begonnen de Oostzaners
t1ier goed, waardoor de gasten alle zeilen moes-
jb bijzetten. Toen echter West-Frisia uit een
bellen uitval er 04 van maakte, zakte de
,'UiscIub hoe langer hoe meer af. Het was
,°or o. S. V. echter een geluk, dat de bezoe
kt® thans al hun kruit verschoten hadden,
er niet meer werd gescoord.
Gedurende de eerste helft van den strijd
bsschen de volledige elftallen was W. F. C.
k?°r technisch beter spel, verreweg het best
«lende elftal, maar goed verdedigen der be
kkers, voorkwam doelpunten. Het duurde dan
jjk eerst een half uur, voordat Arie Kok met een
,.aai schot de thuisclub de leiding kon geven
>T~0). Even later trof een hard schot van
poster bijna het Kennemersdoel, maar de
^Iman der gasten was op zijn post.
de hervatting waren de rollen omgekeerd
waren de bezoekers overwegend sterker.
?®ePer Verwer kreeg volop gelegenheid zijn
b'enten te toonen, hetgeen hem uitstekend
Het was voor de hechte Wormerveer-
be defensie dan ook jammer, dat Kennemers
j?b kwartier voor het einde door een mi~ver-
-®hd er in slaagde gelijk te maken (11).
„bder groote spanning kwam het einde, zon-
„er dat de stand verdere wijziging had onder
aan.
Het weer was prachtig. Heelemaal nog niet
warm, v'ant het was nog vroeg in den mor
gen en iedereen was in een opgeruimde stem
ming. De kapitein floot tusschen de tanden
een liedje en maakte Profje af en toe op
merkzaam op 'n zonderling gegroeiden boom
of een paar bloemen. Toen ze een paar uui
hadden gereden zagen ze in de verte iets na.
deren. Profje zocht naar zijn verrekijker,
waar Struisje al op had gerekend. Hij haalde
hem vanonder zijn rechtervleugel te voor
schijn en reikte hem over. Beurt om beurt
keken Profje en de kapitein, totdat de kapi
tein verklaarde, dat het mannen op paarden
waren, net als zij. Ze zullen wel gauw bij ons
zijn, dacht hij!
En zoo was het ook. Het duurde niet
lang of daar waren de manen, in wie ze
hun kennissen van den vorigen avond ont
dekten. Het was een vriendelijke begroeting
en de mannen zeiden tot den kapitein, die
alles weer' aan Profje overbracht, dat ze ge
komen waren om Profje uit te noodigen
naar het vangen van de wilde paarden te
komen kijken. Nu, daar had Profje wei
ooren naar. Er werd dus besloten van rich
ting te veranderen en met de mannen mee
te gaan.
Heel in de verte hadden ze af en toe al
eenige groote dieren zien loopen, zonder dat
ze konden zien wat het eigenlijk waren. En
hoe verder ze reden, hoe meer van die die
ren ze zagen en nu zag Profje, dat het
paarden waren, die met elkaar liepen te
hollen alsof ze in de wei speelden. Die
dieren moesten nu gevangen worden. Een
der mannen vertelde, dat het met een lasso
gebeurde, een touw, dat om den hals van een
paard moest worden geworpen, waarna men
het beest naar zich toe kon halen.
Zooals werd verwacht heeft D. W. V. in de
tweede klasse A van afdeeling I ook nu ge
wonnen van Z. V. V., dat in Amsterdam-Noord
met 4—2 het onderspit moest delven. En D.
W. V. kreeg zelfs een voorsprong, doordat WFC
en De Kennemers in Wormerveer met 11 ge
lijk speelden. Alcmaria Victrix nam in Alk
maar revanche voor de in Den Helder geleden
nederlaag door H. R. c. met 42 te kloppen
en O. S. V. moest voor de tweede maal de
meerderheid erkennen van West Frisia, dat
gisteren in Oostzaan met 40 zegevierde.
Z. F. C. en De Spartaan hebben tenslotte
in Zaandam, de punten gedeeld door een 1—1
gelijk spel.
D. W. V.
10
5
5
15
20—12
De Kennemers
10
5
4
1
14
23—14
W. F. C.
8
4
3
1
11
13—5
WeSt Frisia
9
4
2
3
10
22—21
Alcm. Victrix
10
4
3
3
11
23—23
H. R. C.
9
3
2
4
8
27—25
Z. F. C.
10
3
2
5
8
14—16
De Spartaan
9
1
4
4
6
14—17
O. S. V.
8
1
4
4
6
11—19
Z. V. V.
10
2
1
7
5
15—28
In de tweede klasse B. behield D. O. S.
de leiding door opnieuw te winnen van B.F.C.,
dat in de Domstad een 63-nederlaag leed.
R. C. H. handhaafde zich op de tweede plaats
door een tweede zege op Velox, dat in het
Heemsteedsche sportpark met 10 ten onder
ging en Hilversum bleef in de running docr
een 2O-overwinning op H. V. C., dat voor de
tweede maal den vollen buit moest afstaan
aan de Gooische club. Zeeburgia boekte een
fraai succes door E. D. O. in de hoofdstad met
53 te slaan en A. F. C. gaf zijn aanhang
eindelijk weer eens reden tot juichen door met
21 van H. F. C. te winnen. Het ziet er ove
rigens naar uit, dat het in deze afdeeling
tusschen tal van clubs een flink gedrang zal
worden om aan de laatste plaats te ontkomen.
D. O. S.
10
6
3
1
15
30—18
R. C. H.
9
6
2
1
14
24—8
Hilversum
10
5
3
2
13
19—13
Zeeburgia
9
3
3
3
9
16—13
E. D. O.
10
3
3
4
9
19—21
Velox
10
2
4
4
8
22—21
H. V. C.
10
3
2
5
8
20—23
H. F. C.
10
4
6
8
18—22
A. F. C.
10
3
2
5
8
18—27
B. F. C.
10
1
4
5
6
18—32
Voor de rust was D. W. V. slechts matig op
dreef en het duurde ruim een half uur voordat
het eerste doelpunt gescoord werd. Een goede
voorzet van T. Sinkeldam werd door Ooms
onberispelijk ingekopt (10). Dit doelpunt
bracht een zekeren ommekeer in het spel van
D. W. V. teweeg; er werd nu meer overtuigend
gespeeld en gedurende enkele oogenblikken werd
Z. V. V. overspeeld. Visser en Monteban scoor
den kort na elkaar (30). In de tweede helft
tapte Z. V. W. uit een geheel ander vaatje,
het werd een gelijk opgaande, strijd met wis
selende kansen. Kort na de rust maakte van
Halsteren handig gebruik van een fout in de
D. W. V.-achterhoede (31). Toen Kok vrijwel
onmiddellijk daarop Sinkeldam met een laag
schot verraste (32) geraakte de voorsprong
van D. W. V. danig in gevaar. Aan beide zijden
werd hardnekkig om een doelpunt gestreden.
Ondanks het betere veldwerk slaagden de
D. W. V.-ers er maar niet in doelman Meilief te
passeeren. Kort voor het einde maakte Porte,
die met Ooms van plaats was verwisseld aan
alle onzekerheid een einde door met een hard
schot den stand op 42 te brengen.
Direct na den aanvang was Alcmaria in den
aanval, maar ofschoon deze aanvallen wel ge
vaarlijk waren, leverden zij toch geen doelpun
ten op.
Langzamerhand echter nam H.R.C. het ini
tiatief over en het gelukte hun ook met een ver
schot, dat den Alcmaria-doelman verraste, de
leiding te nemen (01).
Het was de Alcmaria-middenvoor, die met
een mooi schot de partijen op gelijken voet
bracht. Vooral H.R.C. kreeg nog mooie kansen
om de leiding te heroveren, maar zij werden
ongebruikt gelaten.
De rust ging in met 1—1.
Na de hervatting was H.R.C. het eerst in den
aanval, maar allengs kwam Alcmaria gevaar
lijk opzetten, vooral de Alcmaria-linkervleugel,
welke groote verwarring stichtte in de H.R.C.-
verdediging.
En het was de Alcmaria-middenvoor, die er
21 van maakte en kort daarop werd 't zelfs
31 voor Alcmaria. Dit was H.R.C. blijkbaar
te erg en geweldig kwamen de Racers opzetten
en waarlijk gelukte 't hun direct den achter
stand te verkleinen tot 32. Daarna was Alc
maria meerendeels in den aanval en spoedig
werd de stand gebracht op 42, waarbij 't bleef.
Dat in de eerste helft door R. C. H. geen
succes geboekt kon worden, is toe te schrijven
aan het uitstekende verdedigen van de Velox-
achterhoede, invaller-keeper incluis, al had
den de Utrechtenaren niet over Veine te kla
gen. Was R. C. H. dus over het algemeen wel
iets sterker, de uitvallen, die door Velox on
dernomen werden, veroorzaakten toch menig
benauwd oogenblik voor Metten c.s., doch ook
hier werd telkens het gevaar bezworen. Rust
kwam na enerveerenden strijd met 00. Na
de hervatting liet Velox zich eerst gelden. De
R. C. H.-defensie gaf echter geen kans en
herhaaldelijk werd de bal naar den aanval
geretourneerd, die er na ongeveer vijftien mi
nuten in slaagde, na een handig voorzetje van
Lenselink middels v. d. Horst, met een prachtig
doelpunt aan R.C.H. de leiding te geven. Velox
gaf zich intusschen niet gewonnen, doch hoewel
er zich nog menig spannend moment voor het
R. C. H.-doel afspeelde, was er voor de gasten
geen mogelijkheid om de geboden kansen te
benutten. R. C. H. kreeg uiteraart ook nog
verschillende malen gelegenheid de score te
verhoogen, doch ook hier bleek de finishing-
touch te ontbreken en zoo eindigde deze span
nende en aardige wedstrijd tenslotte in een
1O-overwinning van R. C. H.
D.OS. verscheen in dezen wedstrijd met een
gewijzigde opstelling, die, althans in deze ont
moeting heeft voldaan. Daarvoor getuigen de
zes doelpunten, die werden gescoord, en tevens
het feit, dat de tegenpunten pas kwamen ver in
de tweede helft, toen D.O.S. zich veilig kon
voelen en het kalmpjes aan deed.
Het eerste doelpunt ontstond tien minuten
na den aanvang, toen de Bussumsche doelman
wat ver was uitgeloopen, wat Dumortier be
strafte. Eenige minuten later een hard schot
van De Leur, dat juist langs den staander in
doetl komt. Nog voor de rust was 't Meeuw-
se, die door een voorzet van De Leur te benut
ten, den stand op 30 bracht.
Na de rust verliepen er 25 minuten, vóór
D.O.S. opnieuw succes had door Meeuwse,
'waarna goed samenspel tusschen Veltmeijer
en Dumortier den stand 5—0 deed worden. De
thuisclub voelde zich nu veilig, doch de gasten
deden een goede poging om hun score niet ge
heel blank te houden. En ze hadden succes,
want de linksbuiten v. d. Hulst zorgde voor het
eerste en P. de Bruin voor 't tweede tegenpunt.
Uit een schermutseling wist G. de Leur er 62
van te maken en in de laatste minuten had
J. de Bruin nog succes, waardoor het einde
kwam met 63.
Na eenig heen en weer getrap namen de Haar
lemmers het spel in handen en werd het doel
van de roodhemden ferm onder schot geno
men. Doch eerst pas na 25 min. spelen ontstond
een doelpunt van H. F. C„ dat door rechtsbuiten
ten Have op verdienstelijke wijze werd ge
scoord (10).
Na de thee gooide de thuisclub er een schepje
op en keer op keer trok de A. F C.-voorhoede
onder aanvoering van Lungen ten aanval. Toen
laatstgenoemde binnen het strafschopgebied op
ongeoorloofde wijze werd aangevallen, kreeg de
„Good Old" een strafschop tegen zich, die door
Lungen in een doelpunt werd omgezet. De strijd
om de leiding was bijzonder spannend en aan
trekkelijk. Het was Lungen die op schitterende
wijze een pass van v. Nek benutte en naar later
zcu blijken het winnende doelpunt voor zijn
club scoorde (21). Ook H. F. C. kreeg nog een
strafschop te nemen, doch Gerrits in het
A. F. C.-doel bleek in goeden vorm en wist de
strafschop onschadelijk te maken. In het laatste
kwartier van den wedstrijd trok H. F. C. onstui
mig naar voren en slechts met inspanning van
alle krachten konden de Amsterdammers den
gelijkmaker voorkomen. Het einde kwam met
een zwaarbevochten 21-zege voor A. F. C.
Deze ontmoeting kenmerkte zich door een vrij
vreemdsoortig verloop van de score. Op regel
matige wijze slaagde Zeeburgia er in zich een
royalen 5O-voorsprong te verwerven, die zooals
in de tweede helft duidelijk bleek, voldoende
Als er een groot feest in aantocht is, loopt
daar natuurlijk eiken dag het gesprek
over. Er is dan ook veel te bedisselen en
te onthouden. Dit was ook het geval met mijn
heer en mevrouw Kipman, die voor de heuglijke
gebeurtenis van hun zilveren bruiloft stonden.
Mevrouw was begonnen met een algeheele
schoonmaak van hun woning: nieuwe gordij
nen werden gekocht, nieuwe matten, ontbre
kende glazen en kopjes en schoteltjes aange
vuld. Maar het grootste vraagstuk was hun
vloerkleed in het salon.
„Het is zoo kaal," klaagde mevrouw Kipman.
„Het kan nog best mee," meende mijnheer
Kipman.
„Je kunt den ondergrond er door heen zien,
Hermanus."
En dan troonde mevrouw Kipman haar echt
genoot mee; beiden zetten een bril op en bogen
zich over het vloerkleed. Hermanus moest zich
zelf bekennen dat het opraakte, maar hij wilde
er niet voor uitkomen. Hij was aan dat tapijt
gehecht, want het sierde nu al twintig jaren
hun kamer. Dan ook nog de kosten....
„Zie je nu wel?" triomfeerde mevrouw Kip
man, die op hun feest graag met een nieuw
tapijt wilde geuren.
.Hieuw is het niet, Isabel," gaf hij toe, „maar
wie ziet dat op zoo'n drukken dag? En voor ons
komt het er niet op aan."
„Zoo, meen jij dat?" zweepte Isabel zich op.
„Denk jij soms dat ik mijn huis niet graag net
jes wil hebben? Enenals jij veel van
me hield, dan gaf je er mij een cadeau, maar
jij.... jij
Nu, toen kwamen er waterlanders, en er zou
nog meer komen, want die waren de voorboden
van driftige uitvallen. Dit wist Hermanus en
hij was dan ook blij, dat de klok negen uur
sloeg en hij zich moest reppen, om niet al te
laat op het kadasterkantoor te komen, waar hij
werkzaam was. Dit lag aan het andere eind
van het dorp, maar per fiets was hij er gauw
en op een paar minuten over tijd zijn werd
niet gelet.
En terwijl Hermanus Kipman door zijn mooie
dorp fietste, dacht hij; Als ik dan maar eens
een tapijt kocht? Ik moet Isabel toch een ge
schenk geven. Maar ze wil altijd een Perzisch,
die vindt ze zoo prachtig, doch die zijn ver
schrikkelijk duur. Vijfhonderd gulden ben ik er
bepaald mee kwijt, als het niet meer is. En
die kan ik onmogelijk nu missen. Hermanus
Kipman trok diepe zorgrimpels in zijn voor
hoofd.
Zijn gedachten waren niet bij zijn werk en
daar het niet druk was op kantoor en de „baas"
een vrijen dag genomen had, ging Hermanus
nu en dan aan de deur een luchtje scheppen
en een sigaartje rooken. En terwijl hij daar zoo
stond te lanterfanten, sprak hem een jonge
man aan die op zijn fiets een groot pak mee
droeg.
„Een mooi tapijt koopen, meneer?" vroeg de
jongeman. „Ech Perzisch. Voor 'n krats! M'n
broer is matroos op een koopvaardijschip en
als hij dan ginds aan wal is, dan koopt hij altijd
een paar van die dingen, ziet u. En ik verdien
er ook een kleinigheid mee. Het is een extra
koopje. Komt anders nooit voor
„Maar wie staat voor de echtheid ervan in?"
vroeg Hermanus, die aanstonds voor zoo'n
extra koopje voelde.
„Instaan, meneer? Daar hoeft niemand voor
in te staan. De tapijten zelf zijn het bewijs,
die waarborgen zelf hun echtheid. U zult wel
verstand hebben van dergelijke kleeden, ver
onderstel ik. Mag ik ze u eens laten zien? U
verplicht u tot niets. En kijken kost niets."
„Goed dan. Kom maar binnen."
Hermanus sloot de deur en de jongeman be
gon zijn pakken los te maken.
Om kort te gaan: Hermanus Kipman was
overtuigd een bijzonderen koop gemaakt te heb-
men, toen hij, na veel afdingen, eindelijk het
mollige kleed met de Oostersche motieven en
kleuren voor honderdvijftig gulden kreeg.
Wat zou Isabel in haar nopjes zijn! Hij zei
tot den Jongeman, dat hij des middags maar
terug moest komen, want dat hij dan het geld
mee zou brengen.
„Kan ik het misschien bij u thuis bezorgen?"
bood de verkooper aan.
„Dank u. Dat komt wel terecht."
Isabel scheen haar bui en het heele kleed
vergeten te zijn.
Hij zag kans het benoodigde geld bij zich te
steken en het tapijt werd zijn eigendom. Van
avond, alS hij „mum.
thuis was, zou hij
het door een hel- Een extra-
per van den land-
meter laten i
brengen, want hij i rC OOpJC
wilde genieten l
van het gezicht
van zijn vrouw, als zij deze verrassing ontving.
Opgetogen fietste hij na kantoortijd naar
huis. Isabel stond met een stralend gezicht hem
voor het raam op te wachten.
Wat zou er zijn? dacht hij. Ze ziet er zoo bui
tengewoon opgewekt uit. Zeker een mooi ge
schenk van de familie ontvangen.
Isabel maakte de deur al voor hem open en
trok hem mee naar binnen.
„Kom nu eens kijken," zei ze triomfantelijk.
Met een breed gebaar wierp ze de deur van
den salon open en keek hem toen aan. Maar
door hetgeen ze zag, sloeg haar de schrik om
het hart. Hermanus werd opeens doodsbleek.
Hij opende zijn mond, als snakte hij naar adem,
maar kon blijkbaar geen woord uitbrengen.
„Wat heb je?" vroeg ze. „Hermanus, wat
is er?"
,Hoehoeveel heb je daarvoor betaald?"
stamelde hij.
Isabel herademde. Dat was het. Hij schrok,
omdat ze, zonder zijn voorkennis, een tapijt ge
kocht had.
„Maar tweehonderdvijftig gulden," antwoord
de ze. „Aan de deur gekocht. Echt Perzisch,
man. Kijk maar. Kost in de winkels minstens
achthonderd. Die man zijn broer is matroos
en brengt ze uit Perzië mee. Prachtig niet?"
Hermanus viel op een stoel en droogde zich
het zweet van het voorhoofd.
„Vind je 't niet schitterend? En is 't niet een
geweldige verrassing voor je? Ik heb het geld
zoolang hiernaast geleend. Zoo'n koopje mocht
ik mijn neus niet laten voorbijgaan. Vind je
wel, man?"
De bel ging. Isabel spoedde zich naar de deur.
Hermanus hoorde een stem: „Hier is het tapijt,
mevrouw! Meneer had me gevraagd het even
te brengen."
Dien avond slikten meneer en mevrouw twee
aspirines om te kunnen slapen, want zij wis en
nu ook, dat de kleeden den naam Perzisch niet
waardig waren.
was om het niet slecht spelende E. D. O. den
pas af te snijden. Voor de rust scoorden Barend.
Bonkink en van Dam voor de withemden. Na
de rust voegden de Amsterdammers spoedig nog
een tweetal doelpunten aan de score toe (50).
Thans kwam E. D. O. aan bod en het was van
Zanen, die van Wijk met bal en al in het doel
deponeerde (51). Na dit tegenpunt kwamen
de Haarlemmers ovërweldigend opzetten en
Zeeburgia mocht zich gelukkig prijzen, dat zijn
voorhoede zich voor de rust zoo schotvaardig
had getoond. Weldra reduceerde van Zaanen
den achterstand tot 52. Ook konden de Am
sterdammers niet verhinderen, dat Schijvenaar
kort voor het einde van Wijk voor de derde
maal passeerde (53). Hierbij bleef het echter.
Het volledige Spartaan had reeds na enkele
minuten succes, doch buitenspel deed dit doel
punt teniet gaan. Kort hierop moest bij Z. F. C.
Hottentot zich wegens een armblessure door
v. d. Oever laten vervangen. De bezoekers wisten
zich betere kansen te scheppen, zoodat doelman
Dijkstra er nog al eens aan te pas moest komen.
Nog voor de rust wisten de gasten voor de
tweede maal Dijkstra te passeeren, doch door
buitenspel bleef het 0—0.
Kort na de hervatting moest bij de Amster
dammers Piet Ohm de plaats van den gebles
seerden Holtgreive innemen. De thuisclub viel
sterk aan, maar keeper Jansen had er uit
stekend het oog in. Eerst na een half uur nam
Z. F. C. de leiding door een fortuinlijk schot van
v. Marie (10). Spartaan liet toen zijn verde
digende houding varen en 5 minuten later
bracht de fraai spelende v. d. Velde met een
goed gericht schot den stand op gelijken voet
(11). Onder groote spanning kwam tevens het
einde met een puntenverdeeling.
het Zwaantje
vlceschwaren
De biljartwedstrijd tusschen Nederland en
België om de Coupe Glodieux, welke Zondag te
Rotterdam werd voortgezet, heeft een fraai suc
ces opgeleverd voor de gasten, die met 2010
wonnen.
De uitslagen van den laatsten dag waren:
500 punten libre:
Sweering 500 1 115 71.42
Moons 424 7 169 60.57
300 punten cadre 712:
Van Vliet 300 19 67 15.78
Van Belle 223 19 44 11.73
400 punten cadre 452:
Moons 400 10 116 40.
Sweering 285 10 79 28.50
0.877
0.503
50 punten driebanden:
Zaman 50 57
Sengers 29 57
Bij de klassieke kunststooten won Vingerhoedt
van Koopman met 85 punten in 61 beurten.
Voor ruim tienduizend toeschouwers is Zondag
te Bazel de negende ijshockey-landenwedstrijd
tusschen Zwitserland en Duitschland gespeeld.
In het eerste spelgedeelte wist geen van beide
partijen te doelpunten, maar in de tweede pe
riode nam Zwitserland een 30-voorsprong.
Eerst kort voor het einde kon Rudi Ball de eer
voor Duitschland redden. Het einde kwam met
een verdiende 31-zege der Zwitsers.,
De mannelijke jeugd was daarin bevoorrecht.
Voor hen brak toch tenslotte de dag aan, dat
-ij vrij werden, tenminste in zooverre vrij, dat
2ij konden kiezen, wat zij wilden eten. Maar
Wij meisjes? Bij u was het niet zoo streng, hé?"
Er lag misschien ongewild een zekere hoog
hartigheid in deze vraag, als wilde de dame zeg
gen: Jij, Oliva, staat zooveel trappen lager.
Bijna had deze daarop, zooals gewoonlijk, hoog
moedig haar hoofd in den nek geworpen, doch
zij liet het nu na en antwoordde vlot: „Bij ons
^as het precies hetzelfde, hoogheid."
Afwerend wuifde de dame met haar hand.
..Laat als 't je belieft dien titel weg, ik l eb
het ontelbare malen verboden. Maar het is voor
d» menschen een gewoonte geworden. Wij
tfc'jn broer en ik reizen onder den naam van
graaf en gravin Froheim. En ik ben Lize
Froheim." Nu lachte zij weer, waardoor haar
hoog, rimpelig voorhoofd voor enkele oogenblik-
fcen glad werd. „Waarheen gaat de reis?"
«Naar Nizza."
„Wij gaan naar Cannes. Mijn broer heeft daar
een klein buitentje, goed genoeg voor ons, oude
menschen. Het is niet weelderig ingericht en
ook tamelijk beknopt, maar een logeerkamer
hebben wij steeds beschikbaar. En als u ons
eens een bezoek wilt brengen, zult u steeds wel
kom zijn. Ik vind u heel lief, ondanks uw hoog-
nartigheid. Goed ras, dat zien wij graag."
Oliva voelde zich getaxeerd als een raspaard
of een hond uit een goeden kennel. Maar zij
was, niettegenstaande dat, toch gevleid. Deze
vrouw was iemand uit die wereld, die men in
haar oogen tot eiken prijs wilde neerhalen
en ontheiligen: Het was waar, die dame was
eigenlijk ook tegen de overlevering, evenals
Bella en en Virgilius. Maar die hadden het
haar niet zoo smakelijk gemaakt als deze hoog
heid, die zich geen hoogheid wilde laten noemen,
het nu in eenvoudige, doch pittige woorden had
gedaan. Dat kon men begrijpen. Ja, meer dan
dat, men was er mee verlegen, dat men zelf
niet op 't idee was gekomen, hoe hard dat leven
in voorgeschreven banen inderdaad was. Van
het glas melk bij het souper af tot aan den
opgedrongen echtgenoot toe.... En Oliva
huiverde bij die herinnering.
Lize Froheim had haar aandachtig gemon
sterd:
„Getrouwd?"
„Weduwe, mevrouw. Op achttien jarigen leef
tijd getrouwd."
De andere knikte.
„En nog geen negentien was ik, toen ik
weduwe werd en moeder van een dochtertje,
dat nu biina drie en twintig is."
„Wat is mijn geschiedenis gauw verteld,'
schoot het door Oliva's hoofd. „Wat vreeselijk
gauw. Wat is ze onbenullig en leeg. Hoe een
zaam is het verleden, en hoe eenzaam de toe
komst!" En zij sloot haar oogen, omdat haar han
vol schoot.
Nog steeds zat Lize Froheim haar aan te
staren.
„Wat is er van uw dochter geworden?"
Zij geneerde zich absoluut niet om te vragen
wanneer zij iets wilde weten. Haar belangstel
ling had echter niets uitstaande met kleinzie
lige nieuwsgierigheid.
Oliva liet haar hoofd hangen. „Mijn dochter
is zonder mijn voorkennis aan het tooneel ge
gaan."
„Nu en?"
Oliva kromp in elkaar en keek verbaasd op.
„Een een comediante!" stotterde zij bijna.
Er volgde zoo'n heldere schaterlach, dat Oliva
van schrik opsprong. Hartelijk en aanstekelijk
klonk dat lachen. Dan kuchte de oude dame
een paar maal en zei: „Neem me niet kwalijk,
maar u is onbetaalbaar in uw achterlijkheid.
Waar moet men bij u beginnen, om u op de
hoogte van den hedendaagschen tijd te brengen?
Neen, neen, u moet mij komen bezoeken, u
moet mijn gast zijn, niet voor een dagje, maar
heel lang; zooiets van landelijke onschuld ont
moet men niet dikwijls. Dat zooiets op den dag
van vandaag bestaat, mag wel een wonder
heeten. Mijn broer, die ook een beetje achterlijk
in z'n opvattingen is, zal verrukt zijn, kennis
met u te maken." Zij stak een groote, mooi
gevormde hand naar Oliva uit. „Uw hand er op,
mevrouw von Belamy, u komt heei spoedig bij
ons in Cannes niet?"
De blik uit haar glanzende oogen was zoo
hypnotiseerend en haar toon zoo buitengewoon
hartelijk, dat Oliva haar hand uitstak en ze
in de hare legde.
„Maar, daar bedenk ik mij. Moet u beslist
naar dat overdrukke Nizza? Kom nu ineens
met ons mede naar Cannes of liever, gaat
u maar eerst daarheen en komt u dan voor
goed bij ons logeeren, dan heeft u tenminste
Nizza ook gezien," zei ze na een poosje.
Oliva's zelfstandigheid had in werkelijkheid
niet veel om 't lijf. Zij deed altijd, alsof zij zich
niet liet bepraten en kon dan ook verbazend
koppig en eigenzinnig zijn. In deze stemming,
nu schroomvalligheid en zelfingenomenheid een
verwoeden strijd met elkaar streden, was het
vooruitzicht op een geheel vreemde omgeving
niet bijster aanlokkelijk. Daarentegen moest zij
toegeven, dat zij, die anders tegenover vreemden
zeer gereserveerd was, voor deze oude dame veel
sympathie koesterde en een bijna onbeperkt
vertrouwen in haar stelde.
Het vleide niet weinig haar eigenliefde, dat
deze Lize Froheim haar zoo aardig vond. Mis
schien had zij zich minder gevleid gevoeld als
zij het gesprek van bedoelde dame met haai
broer in den restauratiewagen had kunnen be
luisteren.
„Een echt groentje van het platteland, zeg ik
je; een kostelijk gansje. En een standsinbeel
ding, die aan 't krankzinnige grenst! Daarbij
vergeleken zijn wij beiden maar weeskinderen,
Hector! Maar voor 't overige is zij geheel comme
il faut en zeer presentabel. Ik stel mij voor,
dat wij veel pret met haar zullen beleven. Zij
houdt er begrippen en beschouwingen op na,
alsof zij na eeuwen per abuis is opgegraven."
En graaf Hector Froheim, een knorrige oude
heer, die na een levenslustige jeugd in zijn
jicht meer afleiding vond dan hem lief was
glimlachte zuurzoet en verzekerde haar:
„Jij bezit een zeldzame flair om caricaturen
op te zoeken. Verleden jaar die Russin, die
my met alle geweld wilde veroveren en zich
voor dertig uitgaf en daarna voor het dubbele,
toen jij haar in vertrouwen mededeelde, dat
slechts een vrouw van dien leeftijd mijn ideaal
was.... wat was die komisch.... ik heb tranen
gelachen! Ik hoop, dat je nieuwe vondst ook
dergelijke bijzondere eigenschappen bezit. En
hij trok zijn mondhoeken zoo ver mogelijk van
elkaar, wat bij hem lachen beteekende.
„Neen," verzekerde hem zijn zuster eerlijk,
„van die soort is deze mevrouw von Belamy niet
en vergeet vooral niet, dat zij von Belamy heet;
daar hecht zij bijzondere waarde aan! En de
oude dame lachte zoo hartelijk en daarbij zoo
gemoedelijk spottend, dat men 't haar Deslist
moest vergeven, dat zij zich ten koste van haar
zwakkere medemenschen vermaakte.
Van dat alles was Oliva natuurlijk onkun
dig. Reeds stond zij op t punt, haar eigen
programma te veranderen en haar reis naar
Cannes voort te zetten, toen haar plotseling iets
te binnen schoot Het was een gek idee, zekei
maar niet geheel onmogelijk.... Er waren
menschen die haar misschien.... in Nizza
zochten.
Dat gaf den doorslag. En zij antwoordde heel
vriendelijk: „Voorloopig moet ik mij aan mijn
reisplan houden, maar wanneer u het permit
teert, kom ik nog op uw uitnoodiging terug."
„Bravo!" was het antwoord, waarna Lize
Froheim opstond, om zich bij haar broeder te
voegen.
Oliva sloot zich niet bij hen aan. Het ge
sprek met de vreemde dame had haar op an
dere ideeën gebracht En zij verlangde er naar,
nu alleen te zijn met haar gedachten.
Misschien stuurde zij een prentbriefkaart aan
Virgilius. Dat zou hem toch verzoenen en
genoegen doen. Zij die zoo spaarzaam was met
haar bewijzen van vriendschap, dacht niet
anders dan dat zij met een woord alles weer kon
goedmaken.
Indien zij thuis gebleven was, dan zou haar
koppigheid zeker de oude overmacht hebben doen
gelden. Doch het is een bekend feit, dat heimwee
zielsloutering beteekent.
Al verder en verder reed de trein en eerst
nadat de Semmering reeds lang gepasseerd was,
hield de sneeuwbui op. Oliva zat nog steeds in
haar hoekje te droomen. Toen echter de oude
dame na haar diner terugkwam en haar broer
meebracht, stelde zij hem heel officieel, doch
met een knipoogje aan mevrouw von Belamy
voor. Oliva besloot nu een kop thee te gaan ge
bruiken, want zij gevoelde zich niet in een stem
ming, om thans met die vreemde menschen een
gesprek over onverschillige onderwerpen te
voeren.
(Wordt vervolgd.)