Bloembollencultuur vergadert
een
Meedoogenloos
vVIJAND
DE REORGANISA
DINSDAG 21 DECEMBER 1937
Beursbelasting
Steun aan scheepvaart
De gijzeling van den
heer Hansen
Kerkelijk leven
Vrachtverdeeling in de
binnenscheepvaart
Na een discussie, waarbij anti
saneerders zich weer roerden,
werd de stemming
aangehouden
Scheidsgerecht
Tentoonstelling op Zondag
Geen audiëntie
Bloembollenmuseum
Reclame te New-York
HET AFSLUITEN VAN
VERZEKERINGEN
Nederlandsche instellingen ver
dienen de voorkeur
EEN KERSTBOOM VOOR
PRINSES EN PRINS
H. M. de Koningin heeft hem
zelf gebracht
EEN GRATIFICATIE
Voor de arbeiders iii de
Limburgsche mijnen
KOLONIAAL INSTITUUT
DE POSITIE VAN DE „ALDABI"
Leeningen onder verband van
eerste hypotheek
DE MAASBRUG BIJ HEDEL
Conversie geldleeningen
De Haagsche burgemeester heeft
in den Raad zijn standpunt
toegelicht
5?
PATER P. V. d. TEMPEL O. P.
PLOTSELING OVERLEDEN
PASTOOR J. A. KORBELD
SCHAIJK EN REEK WORDEN
NIET VEREENIGD
Het desbetreffende wetsontwerp
ingetrokken
OPHEFFING LOCAAL
TELEGRAMTARIEF
Afschaffing bodekosten voor
telegrammen
INVOER VAN SCHOEISEL
Wetsontwerp te verwachten, waar
in aan de bezwaren wordt
tegemoet gekomen
SCHULDIG AAN MEINEED?
Verdachte in verzekerde bewaring
EEN ZELDZAME ZWAAN
GEVANGEN
UIT DE STAATSCOURANT
Onderscheiding
Belastingen
^aar het ENCELSCH
Nadat de voorzitter der Algemeene Vereeni-
ging
voor Bloembollencultuur, dr. A. J. Ver-
®age, zijn reeds vermelde openingsrede had ge
houden, werden in de Maandagmiddag te
Haarlem gehouden vergadering de volgende
leden tot bestuurslid gekozen: J. H. Avis te
hpüwoud, Th. Hoog te Haarlem en C. van Dijk
te 's Gravezande.
Aan de orde kwam het voorstel Bennebroek
"^"Vogelenzang, om dereorganisatie, die in een
orige vergadering niet de vereischte meer
derheid van 75 pCt. kon verkrijgen, alsnog in
oen geheel te bespreken.
Daardoor ontstaat een betere afbakening
'an de taak der diverse organen der vereeni-
®'Ugen.. De groepen zouden gebaseerd worden
P de afdeelingen. De onderwerpen, die de
°roepen in behandeling nemen, worden in vol
tige afdeelingsvergadering besproken; hier
™°rdt alleen gestemd door hen, die lid zijn
an de betreffende groep.; Onderwerpen, die
?et geheele vakbelang betreffen, worden niet
P de groepen behandeld. Het groepsbestuur
•pn niet zonder meer een besluit, waartegen
j® algemeene voorzitter en de hoofdbestuurs-
eden hebben gestemd, uitvoeren.
Het voorstel _maakt verder één referendum
pogelijk,.. Overigens kwamen de voorgestelde
pizigTfifen neer op die in de vorige vergade-
lng gedaan, zoodat het hoofdbestuur ze on
derstreepte.
Over dit voorstel ontstond een uitgebreide
pdaehtenwisseling. Er waren eenige amende
menten op het artikel bepalende het aantal
jp te brengen stemmen, in verhouding tot de
^teelde oppervlakte.
De heer Murk uit Hillegom noemde het
'Senaardig, dat nu voor de derde maal in één
rar tijds een reorganisatie-voorstel ter tafel
puit. spr. noemde het huidige voorstel niet
ueltreffend, meende, dat het vak er door in
pn dwangbuis komt en gewaagde van een
uiting van machtswellust, waardoor het voor
al onrechtvaardig en dus onzedelijk zou zijn.
De kleine man zou verder door het progres
sive stemrecht in de knel gebracht worden,
^udat spr. ieder adviseerde tegen te stemmen.
De afdeeling Voorhout achtte de zaak ern-
"S genoeg om nog eens te bespreken, en was
erheugd over het hernieuwde initiatief van
pUnebroekVogelenzang, omdat de Alg. Ver
buiging daardoor meer kracht krijgt. Wat het
®'nrecht aangaat, later kunnen daarin altijd
°g wijzigingen worden gebracht. Juist dc
v 'he kweeker is door aanneming van het
oorstel gebaat, omdat nu alleen de menschen,
Öie
werkelijk kweeker zijn, besluiten kunnen
Peuien. Aan het stemmen van reizigers en
oekhouders van groote zaken komt in de
afdeelingen nu een einde.
De voorzitter verdedigde het voorstel, dat
■per eenheid in de vereeniging brengt. De
poepsbelangen zullen daardoor ook zuiverder
phandeld worden. Spr. ontzenuwde de opvat-
'Ugen van den heer Murk en toonde met
pfers aan, dat juist de menschen, die één stem
uitbrengen, gebaat zijn bij de reorganisatie.
De vertegenwoordiger van „De Hyacinth"
poetste het belang van de groepen. Door de
Organisatie zullen de grooten heusch de klei-
en niet opeten, om de eenvoudige reden, dat
"e grooten het heelemaal niet eens zijn en
Oer een verschillend belang hebben. „De groo-
pu zjjn het niet eens en kleinen zijn het niet
ehs", aldus spr., „maar dat is maar goed ook,
eut anders hadden we een dooie vereeniging."
De heer Grullemans noemde het onjuist, dat
Ie
het
<Je
'®n,
besluiten van de groepen in handen van
hoofdbestuur worden gegeven, waartegen
voorzitter de vertrouwenskwestie wilde stel-
Alleen wanneer het algemeene belang over
«.xiccii wctiiiicci net cugemtrene Deiang over
et hoofd wordt gezien, grijpt het hoofdbestuur
u en dat is gelukkig en juist. Men moet geen
Poken zien waar ze niet zijn!
Om echter rekening te houden met de
denken en amendementen en om overleg
Piet de oppositie alsnog mogelijk' te maken,
heeft het hoofdbestuur besloten, aldus de
Voorzitter, de stemming uit te stellen tot
tie volgende vergadering (langdurig appl.)
De heer Murk protesteerde tegen een
tiergelijke behandeling (weer langdurig ap
plaus). Als u wist, dat het voorstel aan
genomen zou worden, zoudt u dit niet ge-
tiaan hebben, riep spr. uit, we hebben hier
tius weer als marionetten gezeten.
Geroep: Anti-saneerders, verlaat de zaal!
Antwoord: Kwajongenstroep!
g Paar het hoofdbestuur er van overtuigd is,
i het noodzakelijk is het aantal overeenkom-
eh, dat den leden de verplichting geeft bij
schil dit aan het scheidsgerecht te onder
open uit te breiden, werd statutenwijziging
•Pep*011 Zin me*" alSemeene stemmen aangeno-
i De afdeeling Heemstede stelt voor te beslui-
h> dat de beursbelasting zoo spoedig mogelijk,
uiterlijk over drie jaren wordt afgeschaft en
dat het bedrag, dat jaarlijks boven 31.000.
aan contributie en beursbelasting te zamen
ontvangen wordt, aangewend moet worden voor
aflossing van de op de bezittingen der vereeni
ging drukkende schulden, boven het bedrag,
dat tot nu toe daarvoor op de begrooting
werd gevoteerd.
Mocht aan bedoeld bedrag deze bestemming
niet worden gegeven, dan stelt de afdeeling
voor tot intrekking van de beursbelasting te
besluiten.
Het hoofdbestuur ging met dit voorstel
accoord. Met 166 tegen 47 stemmen werd het
aangenomen.
De begrooting, sluitende met een bedrag van
52.635.werd zonder eenige discussie goed
gekeurd.
Op een desbetreffende vraag werd geant
woord, dat de tentoonstelling Winter-Flora te
Sassenheim alléén door kan gaan, als ze op
Zondag geopend is. Daarom kan niet voldaan
worden aan verzoeken tot sluiting op Zondag.
De afdeeling Lisserbroek diende een motie
in, om de opvatting der vergadering te hooren.
Verschillende firma's zullen volgens den afge
vaardigde niet medewerken, als er geen Zon
dagssluiting is.
De voorzitter antwoordde, dat het reglement
behandeling der motie nu niet meer toelaat, ze
had eerder ingediend moeten worden.
De heer Segers, uit Lisse, hield een princi
pieel betoog over deze kwestie, hoewel de voor
zitter mededeelde, dat het besluit niet licht
vaardig genomen is.
By de rondvraag vroeg een der leden, wat
het hoofdbestuur gedaan heeft na de beslis
sing van den Minister, waarbij niet werd vol
daan aan de uitspraak der Algemeene Ver
eeniging.
De voorzitter antwoordde, dat een brief is
gezonden, waarin op deze uitspraak is gewezen
en waarin tevens om een audiëntie verzocht
werd, als de Minister nog van standpunt
mocht veranderen. Z. Exc. schreef een vrien
delijk briefje terug en deelde mede, dat de
audiëntie overbodig was.
Een ander lid vroeg wat het hoofdbestuur
doet ten aanzien van het Bloembollenmuseum
te Limmen. Kan de Alg. Vereeniging deze zaak
niet in eigen beheer nemen?
De voorzitter zegde een bespreking over deze
kwestie toe.
Tenslotte wees een der leden op de mooie
kans, die op de World-fair te New York zal
bestaan om reclame voor de bloembollen te
maken.
De voorzitter antwoordde, dat alles gedaan
zal worden om het vak goed voor den dag te
doen komen.
Nadat tot de scheidende hoofdbestuursleden
een waardeerend woord was gericht, werd de
vergadering gesloten.
De minister van Binnenlandsche Zaken heeft
een circulaire aan de gemeentebesturen ge
zonden, waarin hij opmerkt, dat belanghebben
de maatschappijen eenigen tyd geleden bij de
regeering kwamen klagen over het feit, dat
verschillende publiekrechtelijke lichamen ver
zekeringen afsloten bij buitenlandsche onder
nemingen, zonder dat hier te lande gevestigde
ondernemingen in de gelegenheid werden ge
steld aanbiedingen te doen. Daarna is van
verschillende zijden aandrang uitgeoefend,
zoowel op de beide Kamers der Staten-Gene-
raal als op de regeering, om te bevorderen,
dat bij het afsluiten van de z.g. uitgebreide
fraudeverzekeringen voorkeur zou worden ge
geven aan Nederlandsche verzekeringsinstel
lingen. Aan den aandrang om terzake bepa
lingen in de wet op te nemen is door de regee
ring op goede gronden weerstand geboden.
Dit laatste neemt niet weg, dat de minister
van meening is, dat het aanbeveling verdient
bij het afsluiten hunner verzekeringen door de
publiekrechtelijke lichamen voorkeur te geven
aan Nederlandsche of in Nederland gevestigde
instellingen, indien haar aanbiedingen niet
minder gunstig zijn dan die der buitenland
sche instellingen. Het spreekt vajizelf, dat
hierbij niet alleen op het bedrag der premie
moet worden gelet, doch ook op de verdere
polis-voorwaarden en op de soliditeit der ver
schillende instellingen.
Wil vergelijking mogelijk zijn, aldus zegt de
minister verder, dan is het noodzakelijk, dat
de Nederlandsche instellingen op gelijken voet
als de hier te lande gevestigde vertegenwoor
digers van buitenlandsche maatschappijen in
de gelegenheid worden gesteld haar aanbie
dingen te doen.
Met aandrang verzoekt de minister den ge
meentebesturen in voorkomende gevallen deze
gelegenheid open te stellen, zoowel voor de
brandverzekeringen, die wel de belangrijkste
posten vormen, als voor verzekeringen op an
der gebied.
In het bijzonder vestigt de minister nog de
aandacht op de z.g. uitgebreide fraudeverzeke
ring, welke, behoudens de in de wet genoemde
uitzondering, per 1 Januari a.s. is verplicht ge
steld, in verband ook met de opheffing van de
verplichting tot zekerheidstelling door de ge
meente-ontvangers. Ook ten aanzien van deze
verzekeringen acht de minister het gewenscht,
dat Nederlandsche instellingen niet worden
achtergesteld.
Behalve op de premie en de polisvoorwaar
den in het algemeen, dient bij deze verzekerin
gen, in het bijzonder hierop te worden gelet,
dat het z.g. vóór-risico behoorlijk is gedekt.
Zooals gemeld, heeft H. M. de Koningin
Maandag weer een bezoek gebracht aan het
Prinselijk paar in het Burgerziekenhuis te
Amsterdam.
In een open auto had H. M. den tocht van
Den Haag uit gemaakt. In den auto had Zij
een Kerstboom en enkele doozen met versie
ringen meegebracht, om die in of by de kamer
van den Prins te plaatsen.
Aan de arbeiders van de Limburgsche mijnen,
die vóór 1937 in dienst zijn getreden en 25
December a.s. nog in dienst zijn, zal een Kerst
gratificatie worden uitgekeerd ten bedrage van
acht gulden voor hen, die op genoemden datum
den leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en
van vier gulden voor personen beneden dien
leeftijd. Bovendien zal aan de gehuwde arbeiders
voor ieder kind, waarvoor zij in gevolge de
loonovereenkomst toeslag genieten, een bedrag
van twee gulden worden uitbetaald.
De op 25 December a.s. in dienst zijnde ar
beiders, die in den loop van 1937 in dienst
zijn getreden, ontvangen een gratificatie tot de
helft van bovengenoemd bedrag.
De "uitbetaling der gratificatie is 23 December.
In de Maandag gehouden vergadering van
het Koloniaal Instituut te Amsterdam zijn tot
leden van den raad van beheer benoemd de
heeren jhr. ir. O. C. A. v. Lidth de Jeude, oud
minister van Waterstaat en mr. W. G. F. Jon-
gejan, voorzitter van den Ondernemersraad
voor Nederlandsch-Indië.
De heer Van Lidth de Jeude werd vervolgens
benoemd tot voorzitter in plaats van mr. dr
A. baron Röell, die het voornemen te kennen
had gegeven, als zoodanig af te treden.
De gezagvoerder van het Nederlandsche s.s.
„Aldabi", dat al eenige dagen vastzit op de
rotsen, heeft dringend om sleepboothulp ge
vraagd, daar het schip, wanneer het uit zichzelf
los zou komen de kans is niet onmogelijk
zijn schroef niet zal kunnen gebruiken. De
schroef bevindt zich n.l. bijna geheel boven
water.
In een nota naar aanleiding van het verslag
der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot
wijziging en verhooging van de begrooting van
Financiën voor 1936, deelt de minister ter be
antwoording van de in het verslag gestelde vra
gen het volgende mede:
Door de maatschappij ter behartiging van de
nationale scheepvaartbelangen zijn leeningen
onder verband van de eerste hypotheek ver
strekt aan de volgende scheepvaartondernemin
gen:
Koninklijke HollandscheLloyd; N.V. tot voort
zetting van den Koninklijken Hollandschen
Lloyd; N.V. Scheepvaart-Maatschappij „Nyver-
dal"; N.V. Motorschip „Maraboe"; Van Nievelt
Goudriaan en Co's stoomvaart-Maatschappij
N. V.; N. V. Nederlandsch-Amerikaansche
Stoomvaart-Maatschappij „Holland-Amerika-
lijn"; Stoomvaart-Maatschappij „Wijklijn"
N.V.; Soetermeer Fekkes Cargadoorskantoor
N.V.; N.V. Gebrs. van Uden's scheepvaart en
agentuur-maatschappijKoninklijke Neder
landsche Stoomboot-Maatschappij N.V.; Stoom
vaart-Maatschappij „Oostzee" N.V.; Stoom
vaart-Maatschappij „Noordzee" N.V.; Stoom
boot-Maatschappij „Hillegersberg" N.V.; H. van
Krieken en Co. N.V.; Scheepvaart-Maatschappij
„Oud-Beijerland" N.V.; Scheepvaart-Maat
schappij „Zuid-Bejjerland" N.V.; N.V. Scheep
vaart-Maatschappij „Rotterdam"; N.V. Scheep
vaart-Maatschappij „Amsterdam"; N.V. Scheep
vaart-Maatschappij „Bergendal".
Het totaal van de toegestane kredieten be
draagt 23.804.125,69, hetgeen door aflossingen
op 1 December j.l. tot 10.625.451,23 is ver
minderd, waarbij het krediet van een vijftal
scheepvaart-ondernemingen geheel is vervallen.
Van eerstgenoemd bedrag was 5.000.000 niet
rechtstreeks door de Benas, doch door parti
culiere banken onder rijksgarantie verstrekt.
Opgemerkt kan worden, dat er geen voorne
mens bestaan om tot kwijtschelding over te
gaan. Het verlies, dat bij een tweetal exe
cuties tot dusver op de leeningen is geleden,
beperkt zich tot rond 65.000. Op het oogen-
blik is er geen achterstand in aflossing en ren
tebetaling. Het thans voor het dienstjaar 1936
aangevraagd bedrag heeft betrekking op de in
dat jaar toegestane kredieten.
Woensdag 29 December zal de minister van
Waterstaat, Z. Exc. mr. dr. ir. J. A. M. van
Buuren, de nieuwe verkeersbrug over de Maa*
by Hedel openen. Een bijzonder plechtig ka
rakter zal aan deze gebeurtenis niet worden
verleend.
De gemeenteraad van Nijmegen heeft met al
gemeene stemmen een voorstel van B. en W.
aangenomen ter conversie van de 3yz pet. obli
gatieleningen 1899 en 1902, alsmede ter con
versie van enkele onderhandsche leeningen te
gen 314, 3yz en 4 pet. twee onderhandsche lee
ningen aan te gaan, waarvan de een groot is
f 140.000 tegen 2J/2 pet. en de ander f 738.000
tegen 2% pet.
In de vergadering van den Haagschen ge
meenteraad van Maandagmiddag heeft de bur
gemeester met betrekking tot de gijzeling van
den heer Hansen, verslaggever van „Het Vader
land" een verklaring afgelegd.
Spr. wees er op, dat de gijzeling van een jour
nalist begrijpeiykerwyze vele pennen en tongen
in beweging heeft gebracht.
Op zichzelf werd door de mededeeling geen
gemeentebelang van beteekenis geschaad, of het
moest zyn, dat daarin sprake was van klachten
tegen den directeur van het gemeentelijk elec-
trich bedryf, waartegenover niet tevens een ver
dediging kon worden geplaatst.
De bedenkelijke mentaliteit van één der op 20
September aanwezigen, die biykbaar zichzelf de
beoordeeling van wat al of niet geheim behoorde
te blijven, toemat, moest doen vreezen, dat men
ook in gevallen, waarin het gemeentebelang nu
eens wél by een» strikte handhaving der ver
trouwelijkheid betrokken zou zyn, daarop niet
langer zou kunnen rekenen.
Tegenover de politie, die niemand dwingen
kan om getuigenis af te leggen, beriep de be
trokken journalist zich op zijn beroepsgeheim.
Toen mij dit, aldus spr., door den officier van
justitie werd medegedeeld, heb ik, wederom in
volkomen overeenstemming met de wethouders,
den wensch te kennen gegeven, dat in dezen
een gerechtelyk vooronderzoek zou worden ge
last, waarby immers wel ieder, die als getuige
wordt opgeroepen en geen wettigen grond van
verschooning heeft, verplicht is te zeggen wat
hij weet. Het geval scheen mij om de boven
genoemde redenen daar belangryk genoeg voor,
maar bovendien waren er enkele ook thans nog
niet bekende omstandigheden, die de schending
der geheimhouding nog ernstiger deden zyn, al
thans konden doen zijn en die het dus te min
der gewenscht deden zijn om te berusten in het
zwygen van den heer Hansen, dat laat my er
dat dadelyk bijvoegen in het eerste stadi
um der zaak volkomen te billijken was.
Men kent het verdere verloop. Nadat de heer
Hansen gegijzeld was, een maatregel, die in elk
geval automatisch zal eindigen bij de sluiting
van het vooronderzoek, hebben alle door hem
ingeroepen rechterlyke instanties de gijzeling
gehandhaafd, daarmede uitsprekende, dat hy
geen wettigen grond van verschooning had.
Mijnerzijds heb ik reeds meer dan een
week geleden aan den raadsman van den
gegijzelde mijn bemiddeling aangeboden om
te komen tot het opstellen van een verkla
ring, die, wanneer zy hem door alle raads
leden en den secretaris gezamenlyk of af-
zonderlyk door elk hunner zou worden toe
gezonden, den heer Hansen tot spreken zou
kunnen brengen. Tot mijn leedwezen is dit
aanbod afgewezen.
Intusschen duurt de ellendige toestand
voort, dat wy wel moeten veronderstellen,
dat er een persoon in ons midden is, die er
zich van bewust is mededeelingen uit de
geheime vergadering te hebben gedaan en
niettemin gedoogt, dat een ander gegyzeld
zit, die hem niet verraden wil.
Het is in elk geval de dure plicht van
ieder, die ook maar de mogelykheid veron
derstellen kan, dat hy in de middag- en
avonduren van 20 September de geheimhou
ding geschonden heeft, zich aan te melden,
opdat geen dag langer dan noodig is de
gyzeling voortdure en opdat in dezen raad
het onderling vertrouwen, voor ons werk in
het belang der gemeente zoo volstrekt noo
dig, worde hersteld.
Gast: „Overtuigt u zich zelf, mevrouw,
hoe schitterend dit binnenzooltje in
mijn schoen vast!"
Maandagmorgen is in het Dominicaner
klooster te Huissen in den leeftijd van 69 jaar
plotseling overleden pater lector P. J. v. d.
Tempel O.P., die sinds April van dit jaar rus
tende was. Pater v. d. Tempel werd 4 Nov. 1868
te Rotterdam geboren.
In Augustus 1893 werd hij priester gewijd.
Tot 1917, toen hij benoemd werd tot assistent
aan de H. Rozenkranskerk te Rotterdam, do
ceerde pater v. d. Tempel theologie en filoso-
phie. In 1924 werd hy regent van het nieuw
gestichte R. K. Meisjeslyceum te Den Haag,
waar hij zeven jaren bleef. Nadien hield hij in
vele plaatsen zyn lezingen en cursussen, tot
dat hij in het begin van dit jaar ging rusten
in het klooster te Huissen.
De plechtige uitvaartdienst en begrafenis zyn
bepaald op Donderdag te Huissen.
Te Elden is voorzien van de laatste H.H.
Sacramenten op 58-jarigen leeftijd overleden
pastoor J. A. Korbeld, die sinds korten tijd
daar werkzaam was.
De overledene werd geboren te Raalte 3 Oct.
1879 en priester gewyd 15 Aug. 1906. De H
Requiem-mis en de begrafenis zyn bepaald op
Woensdag.
De minister van Binnenlandsche Zaken heeft
krachtens machtiging van H. M. de Koningin
het by de Tweede Kamer aanhangig gemaakte
wetsontwerp tot vereeniging van de gemeenten
Schayk en Reek teruggenomen.
Ter toelichting merkt de Minister op, dat na
de indiening van het wetsontwerp omstandig
heden zijn ontstaan, die het noodig maken hec
vraagstuk van de gemeentelijke gebiedsindeeling
in de omgeving van Grave in breeder verband te
bezien.
Met ingang van 1 Januari 1938 zullen de
bodekosten, vallende op de bezorging van tele
grammen in Nederland buiten den kosteloozen
bestelkring der telegraafkantoren en -stations,
by wyze van proef geheel voor rijksrekening
worden genomen.
Eveneens is dit het geval met de extrakosten
voor bezorging van een telefoonoproepbericht
buiten den kosteloozen bestelkring.
Met ingang van denzelfden datum zal even
eens bij wyze van proef verlaagde tarief
voor locaaltelegrammen worden afgeschaft.
Voor deze telegrammen wordt alsdan derhalve
het gewone tarief voor een binnenlandsch te
legram berekend.
In een nota naar aanleiding van het verslag
der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot
regeling van den invoer van schoeisel en leest-
klaar schoenwerk, zegt de minister van Econo
mische Zaken, dat de invoer der producten,
welke destyds vielen onder de contingenteering
van zoolleder, enz.,inderdaad een toeneming
vertoont van 305 ton in de eerste elf maanden
van 1936 tot 476 ton in het overeenkomstige tijd
vak 'van 1937.
De Minister zegt gaarne toe, dat hij de ont
wikkeling van den invoer van zoolleder, enz.
nauwlettend zal volgen. Mocht blijken, dat deze
invoer wederom een overmatig karakter zal aan
nemen, dan zal hij zich op korten termijn be
raden omtrent de te nemen maatregelen.
By de Tweede Kamer is ingediend een wets
ontwerp tot wyziging van de wet van 5 Mei
1933, houdende tydeiijke maatregelen ter be
vordering van een zooveel mogelijk evenredige
vrachtverdeeling in de binnenscheepvaart.
In de memorie van toelichting zegt de minis
ter, dat artikel 13 van de wet op de zooveel
mogelyk evenredige vrachtverdeeling voor
schrijft, dat vóór 1 Januari 1938 aan de Sta-
ten-Generaal een voorstel van wet zal worden
gedaan, waarbij intrekking van deze wet, zoo
mede de overgang tot den normalen toestand,
zal worden geregeld.
Bij deze aan de crisispachtwet ontleende be
paling is men destyds blykbaar uitgegaan van
de gedachte, dat de buitengewone omstandig
heden, die aanleiding gaven tot het indienen
van het wetsontwerp, vóór of op 1 Januari 1938
zouden hebben opgehouden te bestaan, althans
dermate in kracht zouden zijn verminderd, dat
een overgang naar den normalen toestand
waarbij men afschaffing van de evenredige
vrachtverdeeling zonder meer op het oog had
kon worden voorbereid.
Dit uitgangspunt is door den gang van zaken
niet houdbaar gebleken. De toestand van de
binnenscheepvaart is nog niet bevredigend ge
worden. In verband hiermede en tevens met
den steeds dringender wordenden eisch van een
algemeene vervoerscoördinatie kan thans met
de intrekking van voornoemde wet niet ge
paard gaan een regeling tot overgang naar
den „normalen toestand" in den zin van vrij
vervoer, maar zal de overgang geregeld worden
naar den toestand van vervoerscoördinatie.
Ben desbetreffend wetsontwerp, waarby
tevens er naar gestreefd is om aan de bezwaren
tegen de huidige regeling zooveel mogelyk te
gemoet te korften, is in vergevorderden staat
van voorbereiding. Daar echter de indiening
niet vóór 1 Januari a.s. kan geschieden, strekt
het bijgaand wetsvoorstel tot verlenging van
den in artikel 13 van de wet van 5 Mei 1933
gestelden termyn van 1 Juli 1938 en tevens tot
het doen vervallen van den eisch, dat by de
intrekking dier wet de overgang geregeld wordt
naar den normalen toestand.
De Haagsche politierechter behandelde Maan
dag een strafzaak tegen den chauffeur M. D.
uit Alphen aan den Rijn, die op 3 Mei van dit
jaar een brugwachter daar ter plaatse beleedigd
en mishandeld zou hebben.
Verdachte ontkende bedreigende woorden ge
uit te hebben en ook, dat hij den bruggewachter
getracht heeft van den wagen af te duwen.
Een getuige a décharge, zekere Van der S.,
die naast den chauffeur in de cabine zat op
den bewusten dag, bevestigde de verklaringen
van den verdachte.
Dit klopte geenszins met de verklaring van
den bruggewachter, zoodat de politierechter ter
men aanwezig vond acte van de verklaringen
van den getuige décharge te laten maken en
een rechtsvervolging wegens meineed tegen hem
in te stellen.
Op vordering van den officier van justitie
werd hy onmiddellyk in verzekerde bewaring
gesteld.
De zaak tegen den chauffeur werd in ver
band hiermede, voor onbepaalden tijd geschorst.
Op het strand te Domburg is een witte zwaan
met geheel zwarten kop en hals levend gevan
gen. Het bleek een zwartnekzwaan (cygnus
nigricollis) te zyn. Deze komt hier nooit voor.
Het dier leeft in de omgeving van de Zuidspits
van Amerika, in het Zuiden van Peru, op de
Falklandeilanden en aan de Oostkust van Bra
zilië.
Het dier was zeer vermagerd, maar is thans
nog in leven.
Toegekend is de aan de orde van Oranje-
Nassau verbonden eere-medaille, in brons, aan:
J. W. van Waveren Hogervorst, melkbezorger
bij de N.V. Vereenigde Amsterdamsche Melk
inrichtingen te Amsterdam.
De inspecteur der directe belastingen, enz., C.
P. Oosterom, toegevoegd aan het hoofd van de
inspectie der directe belastingen te Rotterdam,
buitengemeenten, is verplaatst naar Delft en
toegevoegd aan het hoofd van de inspectie der
directe belastingen aldaar.
12
»Maar ik wget niet, waar hy nu is heenge-
aan en ik hoop, dat hy maar niet weerkomt."
^•■Ja, hy kon toch ook niet steeds blijven bij
Munro," zei Samuel, ,,'t Is nog een wonder,
hy niet eerder naar zyn vrienden is ge-
"Vrienden? Neen, ik geloof niet, dat hij vrien-
eh heeft. Ik geloof eer, dat hy naar zee is."
"En. wat is er geworden van het kind, dat hy
zich had?" vroeg Samuel.
Mrs. Stirling keek hem vol verbazing aan.
v "Roe weet je van kleine Nita af? Het is zóo-
mogelyk geheim gehouden, dat zy hier
j "O, maar denkt u, dat zoo'n geheim niet uit-
j kt? En dat met al die meisjes op het Huis?
K Southampton heb ik al van haar gehoord.
C Beloof, dat ik haar in het rytuig heb gezien,
eh ik hier eens voorbijging."
"tia, dat kan wel. De ondankbare jongen wilde
haar niet aan myn zorgen toevertrouwen en
heeft Mrs. Munro overgehaald om haar in
Cornwallis bij totaal vreemden te doen!"
„In welk deel van Cornwallis? Ik heb daar
nog familie, moet u weten."
„Naar Pennywern, een dorp op de kust. Maar
zeg er maar niets van, tegen niemand: Mrs.
Munro wil het geheim houden."
„Daar kunt u van op aan!"
„Maar wat heb jy al die jaren gedaan, Sa
muel Philpot?"
Hij begon toen van allerlei over zijn eigen
ervaringen te spreken. Dit deed hij op zoo'n
geestige wyze, dat Mrs. Stirling zich in geen ty-
den zoo had geamuseerd, en hem den volgen
den dag te dineeren vroeg. Hy nam de uitnoo-
diging aan, maar hield zyn woord niet. En toch
had de gastvrouw nog wel zoo'n fyn dinertje
voor hem gereed gemaakt!
HOOFDSTUK IX
Mrs. Crawford was een heel lief vrouwtje en
maakte dadelijk een zeer gunstigen indruk op
Mrs. Munro. Het twaalfjarig dochtertje Alice
eveneens. Maar dit kind hield zich maar, of zij
vriendelijk was voor kleine „Maria," in waar
heid was zij jaloersch op haar en wenschte haar
geenszins het beste.
Mrs. Munro drukte Mrs. Crawford op het hart,
om toch vooral goed te waken voor Maria's vei
ligheid.
„Want," besloot zy, „ze heeft een geweldigen
vijand! Maar levert u haar, na afloop van dit
Dar,. heelhuids - aan m,y over, dan zal ik het
schoolgeld in Londen voor uw dochtertje beta
len."
Mrs. Crawford beloofde dit. Nog ééns drukte
Mrs. Munro haar toen op het hart, om al wat
zij van de kleine Marie had gehoord geheim te
houden, zelfs voor haar dochtertje. Maar eer
Mrs. Munro nog het station had bereikt, wist
Alice alles en Mrs. Crawford, die vreesachtig
van aard was, besloot met te zeggen:
„Als ik vooruit geweten had, dat het kind
zoo'n gevaarlijken vijand bezat, dan zou ik het
zeker niet ondernomen hebben, want dat idee
alleen al maakt mij verbazend zenuwachtig!"
„Ik zal wel op haar passen, mama," zei Alice.
„Maar denkt u niet, dat zy van Spaansche af
komst is? Zij is zoo donker en heeft zulke groo
te, donkere oogen. Het zal een Spanjaard zijn,-
die haar dooden wil, als wraakneming op haar
ouders."
„Je zult wel gelijk hebben, kind. Maar was
het niet om jou, dan zou ik het nooit begonnen
zyn!"
Maar Alice nam zich stellig voor, alles te we
ten te komen van de kleine pensionnaire. Den
volgenden dag trok ze de kleine op schoot en
vroeg haar naar mama.
„Nita weet niet, waar mama ia" „Nita ben ik.
Maar nou heet ik niet meer Nita. Philly wil het
niet. Ik heet Maria."
Intusschen had Philip steeds tevergeefs uit
gekeken naar zyn nichtje Isabel. Maxwell was
al lang tot de slotsom gekomen, dat Mrs. Orde
zeker in de Theems was geworpen en dat haar
lijk niet herkend was, maar hiervan zei hy niets
tot zyn pensionnaire.
De agent van Mr. Graves had de certificaten
uit Spanje laten komen, maar Pepita had hy
niet kunnen vinden; die was getrouwd en had
Tarifa verlaten met haar man. Niemand wist,
waar zy heengegaan was. Maar hy zette nog
steeds het onderzoek voort.
Philip had beloofd, dat hy met de Paasch-
vacantie van Claud op Eikenzicht zou terugkee-
ren. Maar na afloop van dien tyd wilde hij ab
soluut naar zee.
Mrs. Munro wist hem echter van dit voorne
men af te brengen, door er hem op te wijzen,
dat zijn tegenwoordigheid misschien vereischt
werd om Nita's identiteit vast te stellen met
het oog op de erfenis van haar vader. Philip
stelde zich dus nu voor, op Eikenzicht te blij
ven, tot Mr. Graves hem permissie gaf Enge
land te verlaten. Intusschen zou hy dan nog
wat studeeren bij den hulp-predikant, die toch
ook Claud zou helpen, om zyn toelatingsexamen
voor de Hoogeschool in Cambridge te doen, als
hij dien zomer van Eton thuis kwam.
Met beide jongelui kwam Mrs. Munro dien zo
mer kleine Maria opzoeken en ze vonden het
kind uitstekend.
Nogmaals drukte Mrs Munro Mrs. Crawford
op het hart toch vooral goed te waken over het
kind en het nooit uit het oog te verliezen. Dit
deed de goede vrouw ook niet, ofschoon haar
vrees voor dien geduchten vijand al haast niet
meer bestond en die overgroote waakzaamheid
dus ook wel wat slapper werd.
Heel dikwyls vertoonde zich op de kust een
klein jacht met Grieksche bemanning, dacht
men in het dorp; althans, ze konden zich slechts
met teekens verstaanbaar maken.
Het was een heerlijke Augustusmiddag en
kleine Maria had in den appelboomgaard ge
speeld met haar lievelingspop, een presentje van
Claud. Maar na een tijdje had Maria genoeg
van haar pop en ging bedelen bij Alice om een
verhaal.
Maar Alice, die verdiept zat in een boek, had
daar heelemaal geen zin in en stuurde het klei
ne ding weg.
„Toe, ga nu mee naar het strand," verzocht
het kind met aandrang. ,Daar is een aardig,
klein scheepje en daar zit Philly misschien wel
in! Hè, kom nu, Alice!"
Maar Alice zond haar weg en kleine Maria
liep huilende heen, terwijl Alice haar lectuur
voortzette, alles om zich heen vergetend.
Om half zes kwam het meisje waarschuwen,
dat de thee klaar stond en dat Mrs. Crawford
zich al verwonderd had, dat zij het tweetal niet
had zien komen.
„Maar waar is Miss Maria?" vroeg zy rond-
kykend. „Ik zie haar nergens."
Alice vloog ontsteld op, keek den tuin door,
riep luide: „Maria!" maar kreeg geen ant
woord.
Toen merkte Suzanne, dat het hek wyd open
stond.
„O, Miss Alice, als ze eens weggeloopen is naar
de zee!.... En onmiddellyk begaf het meisje
zich nu naar Mrs. Crawford en gezamenlyk
gingen ze uit op verkenning.
De vrees, dat het kleine kind naar het strand
zou zün gegaan, bleek gegrond, want ze kwa
men een jongen tegen, die het kind huilende
dien kant uit had zien Ioopen.
Het onderzoek werd voortgezet, maar niemand
behalve de jongen had het kleine ding gezien.
Het heele dorp was in opschudding en Mrs.
Crawford telegrafeerde het treurige nieuws naar
Eikenzicht. Claud en Philip kwamen dien vol
genden ochtend al met den eersten trein en Mrs.
Munro met den tweeden.
Nu begon het onderzoek opnieuw. Er waren
in het geheel geen vreemden in het dorp ge
weest. De visschers dachten echter niet aan het
jacht, dat in de nabyheid rondzwalkte.
Maar ten slotte kwam er toch eenig bericht.
Een visscher vond de pop van de kleine, vuil
en gebroken, maar toch nog zeer goed te her
kennen, en een van haar schoentjes. Het kón
niet anders,of de kleine moest op de rotsen
zijn geklommen en zeker langs het glibberig zee
wier er af gegleden zijn in de zee. Ze koester
den geen hoop meer, haar ooit levend te zien.
De wanhoop van Philip was onbeschrijfelijk;
Claud deelde dit gevoelen geheel. Mrs. Munro
had moeite, om haar zelfbeheersching te bewa
ren, als zy met Mrs. Crawford sprak. Zy bleef
met haar beide jongens in het kleine dorps
hotelletje logeeren, in de hoop nog iets te hoo
ren van Nita Orde. Maar na een paar dagen
vertrok Mrs. Munro, want er werd toch niets
naders vernomen.
(Wordt vervolg dj