Jean Batten komt als gast
naar ons
land
D
De avonturen van Prof je en Struis je
ks
<Kdvc%fwU van den dag
m
EEN BEZOEK AAN DE
KLM
Het consistorie
BEWAREN!
WOENSDAG 22 DECEMBER 1937
Ook haar loopbaan ging aanvan
kelijk niet over rozen; doch
zij zette door
Zij-
ij verwisselde de piano
voor den motor
j De appels van
den burgemeester
De dierentuin te Tokio
en de oorlog
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
DOOR LO WILSDORF
De beroemde Nieuw-Zeelandsche vliegenier-
»ter, de „try-again girl", zooals zij door haar
landgenooten genoemd wordt, Jean Batten, zal
ln Januari van het komende jaar een bezoek
aan ons land brengen, waarbij zij de gast van
de K.L.M. zijn zal. Zij verheugt zich bijzonder
op dit bezoek, daar zij onder de KD.M.-piloten
tal van goede vrienden heeft. Voorts zal zij nu
eens persoonlijk met de beroemde K.L.M.-instel
ling, die haar tochten reeds herhaalde malen tot
Australië uitgestrekt heeft, kennis kunnen ma
ken.
Het feit is niet hemeltergend belangrijk. Er
wordt in onzen tijd van filmdans, vliegenier-
sters en zwembakvisschen veel te veel ophef
gemaakt, in géén verhouding tot de werkelijke
waarde der prestaties, die zij leveren. Als men
daartegenover ziet hoe de edelste geesten in
ellende scheppen, blijkt pas recht in welk een
dwaze wereld wij leven.
Maar enfin, de bekoorlijke Jean is beroemd.
Zij wordt besproken. Dies bespreken ook wij
het mensch.
Zooals van vele beroemde menschen is ook de
loopbaan van Jean Batten aanvankelijk niet
over rozen gegaan. Het is nog maar net tien
jaar geleden, dat er in Nieuw-Zeeland een 17-
jarig meisje op de schoolbanken zat, die muziek
studeeren moest. Muziek was haar lust en haar
leven en zij droomde er van eens een beroemd
pianiste te worden. Maar als ieder jong meisje
stelde zij ook in andere dingen belang en dus
volgde zy met groote belangstelling de verrich
tingen van den destijds bekenden vlieger Bert
Hinkler, die toen juist een recordvlucht Enge
landAustralië maakte. Meer en meer begon
zij voor de schoone vliegkunst belangstelling te
koesteren en op een goeden dag stond haar be
sluit vast: zij zou de eerste vrouw in haar land
worden, die ook iets dergelijks volbracht. Haar
plan werd nog versterkt door een vlucht, die zij
in Australië met wijlen Kingford Smith maak
te. Nu had zij den luchtdoop ondergaan: zij
moest en zou vliegenierster worden! Er waren
evenwel tal van bezwaren aan verbonden. Wel
was haar vader tandarts in Auckland, maar het
nemen van vlieglessen was toen nog buitenge
woon duur. Jean Batten's kans kwam eerst,
toen zij met haar moeder een bezoek aan En
geland ging brengen. Zij vertrouwde haar moe
der toe, dat zij alleen meegegaan was, om in
Engeland vlieglessen te kunnen nemen. De me-
dedeeling van haar leeraar, dat zij minstens
nog twee jaar studeeren moest, om een beroemd
pianiste te worden, deed de deur dicht. (Sic!)
Zij verkocht haar piano en deed nu alle moeite
een beroemd vliegenierster te worden, wat haar
wonderwel gelukt is. Ondanks de tegenwerking
van haar vader en dank zij de medewerking van
haar moeder werd zij nu lid van de békende
Londensche luchtvaartclub en na korten tijd
vernamen haar ouders in Nieuw-Zeeland
haar moeder was intusschen teruggekeerd
dat Jean haar vliegbrevet A gehaald had en dat
zij van plan was binnenkort haar ouders te
komen bezoeken d.w.zdoor de lucht
Zoover zou het evenwel nog niet komen. Jean
maakte een donkeren tijd door, want geen van
de vliegtuigfabrieken, bij wie zij hulp ging in
roepen, was van meening, dat het jonge meisje
een solovlucht EngelandAustralië maken kon.
Zij vertrok per schip naar Australië en omdat zij
daar alleen tegenwerking ondervond, keerde zij
weer naar Engeland terug. Op een goeden dag
kwam daar evenwel het geluk in den vorm van
een zekeren heer Victor Doree, die haar de
middelen voor den tocht verstrekte. Zoo maar.
Hij had gezien hoe zij vloog en gaf haar zijn
machine. Nadat zij met Kingford Smith de
route nauwkeurig bestudeerd had, startte zij in
April 1933 van Lympne, waarbij slechts een klei
ne groep kennissen en verslaggevers aanwezig
waren. Zij bracht het tot 30 mijl van Karachi,
moest een noodlanding maken en stortte neer.
De loopbaan van vliegeniers gaat niet altijd
over rozen....
Maar zij gaf den moed niet op. Niet zonder
reden noemen de Nieuw-Zeelanders haar „the
try-again girl", het meisje, dat het steeds op
nieuw probeert. Haar ongeluk werd haar succes.
Het volgend jaar, 1934, beloofde Lord Wakefield,
„de vader der records", haar tweede poging te
zullen financieren. Wederom mislukte haar
voornemen. Bij Rome werd zij gedwongen een
noodlanding te maken. Londen zag een teleur
gestelde, maar geen gebroken vrouw weer. Met
recht hadden de menschen haar „try again"
genoemd! Een maand later, in Mei 1934, vloog
iemand in vier dagen van Lympne naar Austra
lië. Dat was Jean Batten. Haar volhardendheid
had gezegevierd. In de oude „moth" had zij het
bestaande record van Amy Johnson gebroken
Zij was nu voorgoed beroemd. Ze was evenwel
nog maar net in Australië aangekomen, of ze
vloog door naar Sydney, waarmee zij een twee
de record op haar naam kon brengen; zij was
toen nl. de eerste vrouw, die van Londen naar
Sydney gevlogen was, een afstand van 12.500
mijl!
Sinds dien tijd is de carrière van Jean Batten
steeds in opwaartsche lijn gegaan. De record
woede had haar te pakken gekregen. Maar hoe
aan geld te komen? Zij wist er raad op. In tal
van steden in Australië en Nieuw-Zeeland gaf
zij lezingen en voordrachten en toen zij genoeg
geld bij elkaar had, vloog zij rustig in haar
eentje naar Engeland in April van het jaar 1935,
waar zij na 17 dagen en 16 uren aankwam. Hier
deed zich wederom dezelfde moeilijkheid voor;
geldgebrek; maar het „try-again"-meisje laat
zich ook ditmaal niet ontmoedigen en gaf voor
drachten, lezingen voor de radio en schreef tal
van artikelen voor de kranten, die haar praatjes
gaarne opnamen.
In snel tempo nemen haar records dan toe.
Een schitterende prestatie van Jean Batten
was haar solo-vlucht EngelandBrazilië, waar
bij zij maar eventjes drie records tegelijk brak!
Dit was in November 1935. Hoe groot haar zelf
vertrouwen was, blijkt wel uit haar afscheids
woorden op het vliegveld van Thies. „Tot weer
ziens," riep zij, „ik heb geen parachute, red
dingsgordel of opvouwboot bij me." Zij ver
trouwde uitsluitend op haar machine. Zij was
de eerste vrouw, die over het Zuidelijk deel van
den Atlantischen Oceaan vloog en daarbij te
vens den recordtijd met ruim. drie uur verbe
terde. Uitbundig was de vreugde in Zuid-
Hef wintersportseizoen is geopend.
Een salto in de sneeuw
Amerika, waar zy een triomftocht door alle
staten maakte en op hartelijke wijze gehuldigd
werd.
Deze drie records waren evenwel niet de
eenige in het jaar 1935 geweest. Reeds in de
maand Juni, daaraan voorafgaande, had zij
een solo-vlucht naar Engeland van Australië
uit gemaakt met één motor, wat op zich zelf
reeds een record mag heeten. Tijdens dezen
tocht was zij niet zoo buitengewoon gelukkig
geweest, had nog al met slecht weer te kam
pen en alleen door een kleine noodlanding kon
zy er toen niet in slagen een nieuw record op
haar naam te brengen. De bekende vlieger
schrijver Viruly had toen het genoegen
haar op het vliegveld te Basra even te ontmoe
ten en vol bewondering was hij voor den kal-
men, maar onverschrokken moed van dit jonge
meisje, „zy met haar één motor betoonde
meer moed, dan vier man met de drie zware
Wasps van de Ijsvogel," schreef Viruly nader
hand.
En nóg heeft de recordwoede van Jean geen
einde genomen. In October van het jaar 1936
vloog zy in vyf dagen 20 uur van Engeland naar
Australië, waar zij door haar mopperenden, maar
toch innig-gelukkigen vader ontvangen werd en
nu nog maar eenige maanden geleden vloog
zy weer terug van Nieuw-Zeland naar Engeland
in den recordtyd van 5 dagen, 18 uur. Ja, wat
zullen wij hiervan verder zeggen. We staan
hier voor een feit, hoe ongelooflijk het ook
klinken mogeJean Batten is een vliege
nierster, zooals er op het oogenblik maar één
op de geheele wereld is.
En deze koene, volhardende en tevens be
koorlijke jonge vrouw zal nu ook een bezoek
aan ons landje brengen. En niet zonder reden.
Wij hebben onze K.L.M.-vliegeniers, waarop wij
trotsch mogen zijn en al hebben deze dan niet
volbracht, wat Jean kon presteeren, toch zijn
ze niet voor een klein geruchtje vervaard. In het
bijzonder „vliegend Nederland" zal Jean Bat
ten een harteiyke ontvangst bereiden.
Want 't is een kraan, die Jean, die de piano
voor den motor verwisselde!
e benoeming van kardinalen, welke den
Paus is voorbehouden krachtens Canon
232 van het Kerkelijk Wetboek en welke
tegenwoordig plaats vindt in een geheim, een
publiek en nog een geheim consistorie, ge
schiedde in vroeger tyden onder de H. Mis van
Quatertemperzaterdag. Het consistorie is ge
groeid uit 6e Romeinsche concilies van de eer
ste tien eeuwen, welke plaatseiyke vergaderin
gen waren van de priesters der Romeinsche ti
telkerken, afe diakenen der Romeinsche distric
ten en de bisschoppen van midden-Italië, die
onmiddeliyk van den Paus afhankeiyk waren.
Soms noodigde de Paus ook buitenlandsche bis
schoppen tot het concilie uit.
Besproken werden aan stryd onderhevige ge
loofspunten, twistgeschillen, zware misdrijven,
die gepleegd waren, de gevaren, die de Kerk
bedreigden, enz.
Toen de vragen, welke aan den Paus werden
voorgelegd, te talrijk werden om in een conci
lie behandeld te worden, geschiedde zulks in een
kleinere vergadering, in een zitting van een
soort dagelijksch bestuur. Het voornaamste deel
van den Romeinschen clergé werd door den Paus
Kerstfeest in Duitschland
tot een hoogen raad geconstitueerd, welke naar
analogie van het Byzantijnsche keizerrijk Con-
sistorium Papae werd genoemd. Het kwam tot
driemaal in de week bijeen en behandelde zaken
van geloof en tucht en pauselijke politiek. Zijn
huidige functie, welke behoudens uitzonderings
gevallen geen andere is dan de creatie van kar
dinalen en de canonisatie van heiligen op te
luisteren, kreeg het door de oprichting van de
Romeinsche congregaties, gerechtshoven en
officies. De Paus vraagt, nadat de namen van
de te creëeren kardinalen zijn voorgelezen, aan
de aanwezige kardinalen: „Quid vobis videtur",
wat is uw meening? Waarop dezen hun zuc-
chetto, het roode kalotje, afnemen en ten teeken
van instemming buigen. Dan zegt de Paus: „Op
gezag van God almachtig, van de heilige Apos
telen Petrus en Pa-ulus en van Ons zeiven ver
heffen wij tot kardinaalIn den naam van
den Vader, den Zoon en den H. Geest. Amen.'
Dit alles gebeurt in het geheim consistorie
Den avond van den dag, waarop het plaats
vindt, wordt door den Paus den nieuwen kar
dinalen de roode kardinaalsbonnet opgezet.
Kan een kardinaal niet aanwezig zijn, dan wordt
de bonnet hem door een pauseiyk afgezant, die
vergezeld wordt door een lid van de Nobelgarde,
gebracht.
Den eerstvolgenden Donderdag wordt het
openbaar consistorie gehouden. Terwijl de ad
vocaten van het consistorie en Z.Exc. de secre
taris van de Riten-Congregatie naar voren tre
den en den in het consistorie verzamelden een
gedeelte voorlezen van een heiligverklaringspro
ces, waarvan het einde in het zicht is, wordt
in de Sixttfnsche kapel door de drie oudste kar
dinalen, den nieuwen kardinalen de eed van
trouw aan Paus en Kerk afgenomen. Daarop
treden de nieuwe kardinalen de consistoriezaal
binnen en kussen den voet en de hand van den
Paus. Deze geeft hun de dubbele vredesomhel-
zing, die zij op hun beurt aan alle kardinalen
Op een morgen om een uur of acht, één uur
vóór schooltijd, stapte burgemeester Pelgers de
woning van den hoofdonderwijzer binnen.
Goeden morgen, meester."
„Goeden morgen, burgemeester."
„Meester," hernam het hoofd der gemeente,
„ik kom klagen over een leerling van u, dien ik
echter niet ken. Die jongen besteelt me iederen
avond. De vorige maand nog was de groote
appelboom in m'n tuin vol met vruchten. Nu
zijn er iederen dag minder appelen. M'n dienst
personeel kan 't niet gedaan hebben. Gisteren
en eergisteren heb ik achter de gordijnen van
het venster van m'n slaapkamer op de loer ge
staan. In het halfdonker heb ik beide keeren
een kindergestalte gezien, die om den boom
heen liep."
,,En u weet niet welk kind dat was, burge
meester?"
„Jammer genoeg niet. M'n oogen zijn niet zoo
heel best meer. Ik kon 't gezicht van den deug
niet niet onderscheiden. Telkens als ik den tuin
in kwam, was hy verdwenen."
De goede burgervader wilde echter niet dat de
schuldige zwaar gestraft werd. Er diende alleen
maar een einde te worden gemaakt aan die da-
geiyksche diefstallen.
„Denk eens aan, meester, m'n prachtige, geu
rige appels, goudreinetten zyn het. Ik laat ze
niet plukken, voordat ze ter dege rijp zyn. Er
zaten er een goede 250 aan. Nu zijn er nog maar
46, precies geteld!"
Gedurende den ochtendschooltyd zocht de
onderwijzer lang naar een handig middel om
achter de identiteit van den jeugdigen appelen-
dief te komen. Hij dacht er over na met de deur
in huis te vallen en onverwachts te vragen:
,,Wie van jullie gaat er iederen avond appels
stelen in den tuin van den burgemeester?" Maar
hij vreesde, dat het antwoord wegens vrees voor
straf achterwege zou blyven.
Om de beurt kwamen de leerlingen aan den
lessenaar staan, om een fabel van Plorian op te
zeggen. De onderwijzer keek ze een voor een in
de oogen en trachtte in die spiegels der ziel een
spoor van schuldbesef te ontdekken. Maar tever
geefs, hy begreep, dat als hy zekerheid wilde
verkrijgen, z'n blik niet in de oogen, maar in
de magen moest doordringen.
De tijd brak aan voor het dictee en op dit
oogenblik doorflitste een lumineus idee het
brein van den onderwijzer. Hij dicteerde: „De
smaak van de appelen van den burgemeester. In
een aardig dorpje in het land, dat gij allen kent,
woont een zeer ondeugende kleine jongen. Hy is
een dief! Heimeiyk sluipt hij den tuin van mijn
heer den burgemeester binnen. Met zachte
schreden nadert hy een prachtigen appelboom.
Hij strekt de armen uit. Hy steelt één, twee, drie
appelen. De appelen smaken hem heerlijk. Het
zijn goudreinetten. Morgen echter zal hy ge
pijnigd worden door een vreeselijke buikpijn...
Het slot van het dictee luidde als volgt: „Als
de kleine gauwdief dadelijk zijn misdaad aan
z'n onderwijzer bekent, dan kan die buikpijn hem
bespaard worden, want dan kan hem een ge
neesmiddel ingegeven worden, dat geen enkel
kind weet."
Er volgde een lange stilte op het dictee. Maar
niet een van de 49 leerlingen ging er toe over,
zich tegen toekomstige buikpijn te verzekeren.
De schooltijd liep ten einde en nu besloot de
onderwijzer tot een krijgslist.
„Er is er één onder jullie zoo sprak hij
„z'n naam noem ik liever niet, die afpelen ge
stolen heeft in den tuin van den burgemeester.
Ik zal hem geen andere straf opleggen dan een
kleine vernedering. Ik verlang, dat hij direct na
12 uur naar den tuin van den burgemeester gaat,
en daar nog één appel plukt. Wanneer hij van
middag in de school wil worden toegelaten,
dan moet hij, duidelijk zichtbaar, dien appel om
z'n hals dragen, aan een rooden draad. Dit hals
snoer der schande zal hij in de klas een week
lang moeten dragen."
Het hoofd der school wreef zich, toen hü
thuis kwam, ver-
genoegd in de
handen en
wenschte zich zelf
geluk met z'n
handige vondst.
Ook dacht hij aan
de dankbaarheid
van den burgemeester, wanneer deze van z'n
laatste 45 appelen zou smullen.
Om kwart vóór twee zat hij achter z'n lesse
naar, in afwachting van het begin van den mid-
dagschooltyd en keek 'n taalboek door. De deur
ging open en Klaas kwam binnen. De onder
wijzer keek op en daar zag hy 'n rooden draad
over de borst van den jongen hangen met een
dikken appel onderaan.
„Zoo, zoo," glimlachte hij, „dus 't is Klaas."
Hij zei echter niets en keek weer in het taal
boek. Weer kwam een leerling het schoollokaal
binnen. Wat was dat? Was diens borst ook al
versierd met een rooden draad? De onderwyzer
dacht aan gezichtsbedrog. Als Klaas de schul
dige was, dan kon Evert het niet zyn. Het ge
loop werd drukker en toen was het op een ge
geven oogenblik stil. Nu zouden al de jongens
wel in hun banken zitten. De onderwijzer sloot
z'n taalboek en ging naar de deur om ook deze
te sluiten. Maar zoover kwam hij niet. Want op
den drempel stond, totaal van streek, burge
meester Pelgers.
„Maar mynheer!" riep de onthutste burger
vader, ,,'t is verschrikkelyk. Van morgen had ik,
zooals ik u verteld heb, nog 46 appelen. Zooeven
ben ik naar m'n boom gaan kijken en nu zit
er geen enkele appel meer aan!"
Maar het hoofd der school, die biy was dat
hij den burgemeester den dief kon aanwyzen,
zocht met zyn blik de oogen van Klaas, Zyn
blik gleed alle banken langs, en wat zag hu
daar? Om alle halzen hing een roode draad
met 'n dikke rijpe goudreinette in 't midden.
Slechts by drie jongens schitterde dit hals
snoer der schande door afwezigheid. Maar toen
de onderwijzer dezen drie een pluimpje wilde
geven voor hun eeriykheid, zag hij, dat het
huilen hun nader stond dan het lachen.
„We wilden heusch niet stiekem zyn, meester,"
riep de oudste van het drietal op huilerigen
toon, „maar we konden niet zoo hard loopen..-
Er zyn 49 jongens.en er waren nog maar 46
appels. We kwamen te laat by den boom!"
(Nadruk verboden)
Een der mannen zei, dat ze in de buurt
van een indianendorp waren. De kapitein,
die wel eens indianen had ontmoet, keek
een beetje benauwd, maar de man zei, dat
het vreedzame menschen waren, die bevriend
waren met de blanken. Er zyn wel indianen,
die niet zoo rustig en vriendelijk zyn, maar
dat is een heel eind verder, 's Nachts
droomde Prof je van een indiaan, die hem te
lijf wilde en hy was bly toen het weer tyd
was om op te staan.
Het was prachtig weer, een goede dag om
paarden te vangen. Profje wilde ook mee
doen. Een van de mannen waarschuwde
geven. Nadat zy vervolgens weer, het hoofd be
dekt met de capuche van de cappa magna, vóór
den Paus zyn getreden, zet Deze hun den kar
dinaalshoed op, zeggend: „Tot lof van God
almachtig en tot luister van den H. Apostoli-
schen Stoel ontvang den rooden hoed, byzonder
teeken der kardinaalswaardigheid; waardoor be-
teekend wordt, dat gy tot den dood, ja, tot
bloedyergietens toe U onverschrokken steeds zult
toonen ter verdediging van het H. Geloof, voor
het bewaren van den vrede en de rust onder de
Christenvolkeren en voor de handhaving en den
groei van de Heilige Roomsche Kerk. In den
naam van den Vader, den Zoon en den H.
Geest. Amen."
Dan vindt nóg een geheim consistorie plaats,
volgend aanstonds op het openbaar consistorie,
waarin de mond der nieuwe kardinalen „geslo
ten" en „geopend" wordt. Dit herinnert aan de
oude gewoonte, die de nieuwe kardinalen een
soort noviciaatstijd liet doormaken. De „slui
ting" beduidt dan het begin van dien tijd, de
opening" het einde. In dit geheime consistorie
is het, dat de Paus den nieuwen kardinalen den
kardinaalsring, welke een grooten saphier be
vat, aan den ringvinger van de rechterhand
schuift en hun een der oude kerken van Rome
aanwyst, waarvan zij den titel zullen voeren.
Het is de gewoonte, dat de Paus in het eer
ste geheime consistorie, nadat het „extra om-
nes" is uitgesproken, waarop de secretarissen en
sleepdragers zich verwyderen, een Latynsche
rede houdt, handelend over feiten en vraag
stukken, welke op dat moment de byzondere
aandacht van de Kerk vragen. Deze rede, of
schoon in het geheim consistorie uitgesproken,
wordt later openbaar gemaakt.
hem, dat het niet zoo gemakkelyk was als
het leek, maar Profje wilde zyn zin door-
dryven en liet zich een lasso geven. Een paar
maal oefende hy er mee op den tak van een
boom en per vergissing kwam de lasso toen
om den hals var.- Struisje terecht, die het
geen grapje vond. Bijna was hy gestikt en
van dat oogenblik af had hij medelyden met
de paarden, die op die manier meegesleept
werden.
Toen Profje den slag te pakken had, ging
hy mee. Zyn paard, dat nog meer aangezet
werd door het vliegen der wilde paarden, als
door de woorden van Profje, ging hoe langer
hoe harder loopen, maar Profje had alleen
aandacht voor de lasso en de vangst, die
hy wilde doen. Opeens liet hy zyn touw
vliegen en werkelijk, het kwam om den hals
van een der hollende dieren terecht. Jui
chend haalde hij het in. Maar o wee, Profje
was heelemaal niet zoo handig in het paar
den vangen als de mannen, die het hem ge
leerd hadden. Hij voelde zich door het vlie
gende beest meegetrokken en met een ruit
schoot hij van zijn paard af. In zyn angst
durfde hy de lasso niet los te laten en werd
meegesleurd door het hollende dier, steeds
verder, zonder dat hij er iets aan kon doen.
De groote politieke wereldgebeurtenissen heb
ben dikwyls onverwachte gevolgen. Zoo heeft de
Japansche regeering een ïyst gepubliceerd van
meer dan 200 artikelen, waarvan de invoer
voortaan verboden is.
Er zit een arme gijzelaar
De vraag te overdenken
Op welke wijze men zooal
Het Neerlandsch recht kan krenken.
Eén praatte er z'n mond voorbij,
s Een ander wil niet praten,
En wat men vroeg, en wat men deed, 3
Geen poging wilde baten.
Men zette hem in gijzeling
ee Voor zulke snoode daden,
Had hij heusch een geheim verklapt? 3
Of had hij goedgeraden?
Nu is hij voor de toekomst klaar,
Daar alle menschen weten:
Dat is die man, die niets verklapt,
Hij heeft er voor „gezeten"! 3
j= Wat zal men dezen journalist,
Wanneer hij vrij komt, kwellen!
Hij is DE man, aan wien je je
Geheimen kunt vertellen!
Alleen de rechter vond dat slecht,
H En maakte korte metten,
ee Hij liet den man met opzet? in g
't Huis van bewaring zetten.
Maar als hij nog 't geheim bewaart, g
Dan weet IK de verklaring:
't Komt door den naam van dat
pension,
Let wel: Huis van bewaring!
HERMAN KRAMER.
illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll^
Parfums, mode-artikelen en likeuren behooren
voortaan tot verboden waar.
Ook de bewoners van den dierentuin van
Tokio hebben de gevolgen van het Japansch-
Chineesch conflict aan den lijve ondervonden.
De wolven krijgen nog slechts worstjes en
groenten te eten inplaats van de groote lappen
paardenvleesch, waaraan zij gewend zyn. Waar
niet is, verliest zelfs de koning zyn recht en zoo
moet de koning der woestijn zich tevreden stel
len met visch en ryst hetgeen hem ten zeerste
schynt te verwonderen.
En ook de olifanten moeten heel wat zoetig'
heden ontberen.
Experts hebben verklaard, dat dit tijdelijk13
dieet de dieren niet zal schaden, maar integen
deel een gunstigen invloed op hen zal hebben.
Aï T pT ARHMNPQ op dit blad zyn ingevolge de verzekeringsvoorwaardentegen C 7CH bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 7Kfi bij een ongeval met 17 ORf|
/ALLlLi f\DUlN 1 V Li O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen 1 *J\J» verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen T üU«" doodelijken afloop L
bij verlies van een hand,
een voet of een oog.
28
By Bella had het vertrek van haar moeder
gemengde gevoelens opgewekt. Er was haar
een last van de schouders genomen, en toch
voelde zy zich niet verlicht. De rollen waren
verwisseld en zy maakte zich nu bezorgd, hoe
Oliva zich in een vreemd land zou redden.
Bovendien vond zij, dat Virgilius zich, ge
heel tegen zyn aard in. bijzonder onverschillig
aanstelde.
„Ik zou graag willen weten, wat er met mama
en jou aan de hand is geweest je doet alsof
ik een klein meisje ben, dat men niet kan ver
trouwen. Je begrypt toch zeker wel, dat myn
ongerustheid daar niet beter op wordt."
Onwillekeurig moest Pretorius lachen. „Arme
meid wat baart de vorige generatie je toch
een zorgen! Nu, wat my betreft wil ik open
kaart met Je spelen. Ja, ik heb inderdaad een
onderhoud met je moeder gehad. En wy hebben
onze vriendschapsbetrekkingen verbroken
dat is alles," voegde hy er ernstig by.
„Virgilius!" Bella was opgesprongen en naar
hem toegeloopen; ze greep hem bij z'n schouders
en beproefde hem heen en weer te schudden.
Zy was lijkbleek geworden.
Zy zaten samen na de lunch in de studeer
kamer en hun gesprek fras tot aan deze onver
wachte wending niet zeer interessant geweest,
zy hadden over 't weer gesproken, over het
tegenwoordige en in toekomst en hoe het in
Weenen en aan de Rivièra van invloed zou kun
nen zyn.
Zoo gaat het altijd, als er gewichtige beslis
singen in de lucht hangen, als gebeurtenissen
moeten opgehelderd worden en men aarzelt,
omdat men niet weet, hoe met de uiteenzettin
gen te beginnen.
Tot Bella het niet meer uit kon houden. En
nu had zy een antwoord ontvangen, waarop
zy in 't geheel niet was voorbereid. Te veel in
haar eigen levensbelangen verdiept, had zy ge
meend, dat het uitsluitend om haar persoon
ging.
Nu kwam zy tot de overtuiging dat haar
eigen aangelegenheid een zaak van onderge
schikt belang was en dat er veel meer op 't spel
stond dan de datum van haar bruiloft. „Als ik Je
niet zoo goed kende, Virgilius, zou ik aan minder
fyngevoelde scherts denken. Of misschien, dat
je aan mama's woorden een te groote betee-
kenis geeft, zy is er nog al gauw by, om een
beslisten toon aan te nemen
Eenige oogenblikken zweeg Pretorius, toen
zei hy langzaam: „De beslissende breuk ging
van my uit, Bella
.Virgilius!"
Met bedroefde oogen knikte hy haar toe:
„Nietwaar, beste meid, verdere verklaringen
schenk je mij wel. Zonder dat zal het je wel
duidelijk zijn, wat het voor mij beteekent, hè?
Ik ben niet jong genoeg meer om te gelooven,
dat vuur en water zich met succes vereenigen.
Al die jaren heb ik steeds nog hoop gehad.
Hoop, dat er tenminste nog een laat geluk voor
ons zou zijn weggelegd wel een herfstgeluk,
maar toch in ieder geval geluk. Want zij was
de eenige vrouw met wie ik het begrip „geluk" zou
verbinden, Bella. Het is vreemd en misschien
wonderlijk, dat ik er toe kom, dat alles aan jou
toe te vertrouwen. Maar ik weet, dat jij mij
begrypt."
Strak keek Bella voor zich uit. Het kostte
haar moeite, het gehoorde te verwerken.
„Het is zoo moeilijk om vast te stellen, of het
bij haar achterlijkheid, of grenzeloos egoïsme is,"
zei ze zacht, alsof zy by zichzelf sprak.
Pretorius verstond wat ze zei.
„Allebei."
„Wat moet er nu gebeuren?"
Hy haalde zyn schouders op. „Ik heb duide
lijke instructies: Oliva ik bedoel, je moeder
verlangde dat ik mijn functie als beheerder
van haar vermogen zou neerleggen, of, beter
gezegd, haar in handen zou geven."
„\yat een onzin!" barstte Bella los.
„Och, waarom eigenlijk niet? Het is haar
goed recht. En wanneer zy er voldoende mede
op de hoogte is, kan ernstige arbeid haar slechts
ten goede komen. Dat beuzelachtige leven van
nietsdoen en alles pasklaar vinden, waar zy nu
aan gewoon is geraakt, was voor zoo'n moeiiyk
karakter als het hare slechts een rem voor haar
ontwikkeling. Ik voor mij stel er my veel van
voor, wanneer zij leert begrypen, dat de dingen
in deze wereld zoo maar niet vanzelf gaan
Anders is het met den zuiver persoonlijken kant
van deze aangelegenheid."
„Heeft zij je zoo zwaar beleedigd, Virgilius,
dat je haar niet vergeven kunt?" vroeg zij
haperend.
Hij schudde zijn hoofd. „De oorzaak ligt die
per, Bella ik kan eenvoudig niet meer. Naar
mate de hoop op verandering van haar aard
verdween, moest ik ook inzien, dat ik myn
wenschen diende te begraven ik hield van je
moeder, Bella."
Daarmede vertelde hij het meisje niets
nieuws. Want zy was overtuigd, dat haar moeder
onbewust zoo innig aan Virgilus was gehecht,
als haar passieve natuur maar eenigszins toe
liet.
Het ging er nu echter om, hoe Oliva den
schok van deze breuk zou doorstaan. En dat
zei Bella haar ouden vriend ronduit, zy be
weerde niet, haar moeder zóó goed te kennen,
dat ze onfeilbare conclusies kon trekken. „Maar,"
besloot zij haar uiteenzettingen, „misschien
beleven wy allebei nog een verrassing
Weinig vermoedde zy, hoe spoedig de oplossing
van het raadsel zou komen, hoe nabij ze was.
Pretorius schudde echter het hoofd. Neen,
er viel niets meer te verhopen. Daarna begonnen
zy over de dingen te praten, die Bella onmid
deliyk aangingen en Robert Ellegarde.
Bella vertelde hem, dat zy dezen middag by
haar aanstaande schoonmoeder het officieele
bezoek ter kennismaking zou afleggen en dat zy
in 't vooruitzicht daarvan reeds plankenkoorts
had.
Pretorius moest lachen. „Dat kun je my niet
wijsmaken. Iemand van jouw uiterlyk en
geestesgaven komt, ziet en overwint, dat kan
niet missen!"
„Zoo, eindelijk eens een compliment, myn
heer de ex-voogd. Maar ik ben er trotsch op,
hoor. Eén ding echter, Virgilius: Zonder jou zou
ik al die eigenschappen niet verkregen hebben.
Ik ben je levenslang dank verschuldigd en het
zou mij een groot genoegen doen, als ik je dat
kon bewyzen. Dus Virgilius, beschik naar belie
ven over my."
„Beste kleine meid," glimlachte hy ontroerd,
„hoe wil je een ouden, versleten wagen op gang
brengen?"
„Laten wy by dit beeld blyven: „Twee paar
den trekken dubbel zooveel als een. Wat je mis
schien alleen niet klaar speelt, dat kunnen wy
met vereende krachten tenminste beproeven."
„Heb je al een plan de campagne?" infor
meerde Pretorius, meer om haar niet te ont
moedigen in haar vurige hulpvaardigheid, dan
omdat hij zich er werkelyk iets van voorstelde,
„heb je al een zoogenaamden rooden draad?"
„Als jy eens naar Nizza ging, zeg?" stelde zy
peinzend voor. „Je bent immers zoo op verras
singen gesteld, is 't niet?"
„De oude romantiek waart dus nog rond in
de harten en begrippen van de moderne Jeugd.
Wat zou die laten wy 't maar zoo noemen
verrassing voor nut kunnen hebben?"
Daten wy maar afwachten, wat zy schryft.
Ik moet je eerlijk zeggen, dat ik op hoogspan
ning sta en ook eenigszins ongerust ben, hoe zt!
het in dat vreemde land stelt. In verband met
haar berichten kunnen wy dan onze maatrege
len nemen. Maar één ding, Virgilius," en smee-
kend vatte ze zijn hand, „één ding moet je mÜ
beloven je moet ons niet verlaten, Virgilius
neen, dat zul je niet doen, hè?" En tranen
welden in haar oogen.
„Beste meid, je zult my altyd op myn pos'
vinden, altyd," verzekerde hij haar aangedaan-
„Dan is alles goed. Zoo, nu stuur ik je weg-
Ik moet toilet gaan maken; Robby zal dadelijk
wel toeteren, dus ben ik erg gepresseerd en
vanavond moet ik bovendien spelen. En dan
eerst dat officieele bezoek. Je ziet dus, dat ik ook
al zorgen heb!" besloot zy lachend.
Pretorius keek op de pendule en sprong op-
„Allemachtig, ik had er geen idee van, dat bet
al zoo laat was. Neem my niet kwalyk, dat Nf
je zoo lang heb opgehouden. En-eh-hoe gaat
het vanavond na de voorstelling? Heb je met je
allerliefste al 'n afspraak gemaakt, of heb ie
me nog iets te bevelen?"
„Ik zou graag hebben, dat je met ons gin®
dineeren, dat heb ik tenminste met Robby af
gesproken. Wy willen niet samen alleen gezien
worden, zoolang het niet officieel is, begryp Je'
Het moet voor de belanghebbenden een verras
sing zyn."
„Nu, tot vanavond dan!" en hy ging neu
riënd de kamer uit.
(Wordt vervolgd)