Jean Batten komt als gast naar ons land D De avonturen van Prof je en Struis je ks <Kdvc%fwU van den dag m EEN BEZOEK AAN DE KLM Het consistorie BEWAREN! WOENSDAG 22 DECEMBER 1937 Ook haar loopbaan ging aanvan kelijk niet over rozen; doch zij zette door Zij- ij verwisselde de piano voor den motor j De appels van den burgemeester De dierentuin te Tokio en de oorlog AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL DOOR LO WILSDORF De beroemde Nieuw-Zeelandsche vliegenier- »ter, de „try-again girl", zooals zij door haar landgenooten genoemd wordt, Jean Batten, zal ln Januari van het komende jaar een bezoek aan ons land brengen, waarbij zij de gast van de K.L.M. zijn zal. Zij verheugt zich bijzonder op dit bezoek, daar zij onder de KD.M.-piloten tal van goede vrienden heeft. Voorts zal zij nu eens persoonlijk met de beroemde K.L.M.-instel ling, die haar tochten reeds herhaalde malen tot Australië uitgestrekt heeft, kennis kunnen ma ken. Het feit is niet hemeltergend belangrijk. Er wordt in onzen tijd van filmdans, vliegenier- sters en zwembakvisschen veel te veel ophef gemaakt, in géén verhouding tot de werkelijke waarde der prestaties, die zij leveren. Als men daartegenover ziet hoe de edelste geesten in ellende scheppen, blijkt pas recht in welk een dwaze wereld wij leven. Maar enfin, de bekoorlijke Jean is beroemd. Zij wordt besproken. Dies bespreken ook wij het mensch. Zooals van vele beroemde menschen is ook de loopbaan van Jean Batten aanvankelijk niet over rozen gegaan. Het is nog maar net tien jaar geleden, dat er in Nieuw-Zeeland een 17- jarig meisje op de schoolbanken zat, die muziek studeeren moest. Muziek was haar lust en haar leven en zij droomde er van eens een beroemd pianiste te worden. Maar als ieder jong meisje stelde zij ook in andere dingen belang en dus volgde zy met groote belangstelling de verrich tingen van den destijds bekenden vlieger Bert Hinkler, die toen juist een recordvlucht Enge landAustralië maakte. Meer en meer begon zij voor de schoone vliegkunst belangstelling te koesteren en op een goeden dag stond haar be sluit vast: zij zou de eerste vrouw in haar land worden, die ook iets dergelijks volbracht. Haar plan werd nog versterkt door een vlucht, die zij in Australië met wijlen Kingford Smith maak te. Nu had zij den luchtdoop ondergaan: zij moest en zou vliegenierster worden! Er waren evenwel tal van bezwaren aan verbonden. Wel was haar vader tandarts in Auckland, maar het nemen van vlieglessen was toen nog buitenge woon duur. Jean Batten's kans kwam eerst, toen zij met haar moeder een bezoek aan En geland ging brengen. Zij vertrouwde haar moe der toe, dat zij alleen meegegaan was, om in Engeland vlieglessen te kunnen nemen. De me- dedeeling van haar leeraar, dat zij minstens nog twee jaar studeeren moest, om een beroemd pianiste te worden, deed de deur dicht. (Sic!) Zij verkocht haar piano en deed nu alle moeite een beroemd vliegenierster te worden, wat haar wonderwel gelukt is. Ondanks de tegenwerking van haar vader en dank zij de medewerking van haar moeder werd zij nu lid van de békende Londensche luchtvaartclub en na korten tijd vernamen haar ouders in Nieuw-Zeeland haar moeder was intusschen teruggekeerd dat Jean haar vliegbrevet A gehaald had en dat zij van plan was binnenkort haar ouders te komen bezoeken d.w.zdoor de lucht Zoover zou het evenwel nog niet komen. Jean maakte een donkeren tijd door, want geen van de vliegtuigfabrieken, bij wie zij hulp ging in roepen, was van meening, dat het jonge meisje een solovlucht EngelandAustralië maken kon. Zij vertrok per schip naar Australië en omdat zij daar alleen tegenwerking ondervond, keerde zij weer naar Engeland terug. Op een goeden dag kwam daar evenwel het geluk in den vorm van een zekeren heer Victor Doree, die haar de middelen voor den tocht verstrekte. Zoo maar. Hij had gezien hoe zij vloog en gaf haar zijn machine. Nadat zij met Kingford Smith de route nauwkeurig bestudeerd had, startte zij in April 1933 van Lympne, waarbij slechts een klei ne groep kennissen en verslaggevers aanwezig waren. Zij bracht het tot 30 mijl van Karachi, moest een noodlanding maken en stortte neer. De loopbaan van vliegeniers gaat niet altijd over rozen.... Maar zij gaf den moed niet op. Niet zonder reden noemen de Nieuw-Zeelanders haar „the try-again girl", het meisje, dat het steeds op nieuw probeert. Haar ongeluk werd haar succes. Het volgend jaar, 1934, beloofde Lord Wakefield, „de vader der records", haar tweede poging te zullen financieren. Wederom mislukte haar voornemen. Bij Rome werd zij gedwongen een noodlanding te maken. Londen zag een teleur gestelde, maar geen gebroken vrouw weer. Met recht hadden de menschen haar „try again" genoemd! Een maand later, in Mei 1934, vloog iemand in vier dagen van Lympne naar Austra lië. Dat was Jean Batten. Haar volhardendheid had gezegevierd. In de oude „moth" had zij het bestaande record van Amy Johnson gebroken Zij was nu voorgoed beroemd. Ze was evenwel nog maar net in Australië aangekomen, of ze vloog door naar Sydney, waarmee zij een twee de record op haar naam kon brengen; zij was toen nl. de eerste vrouw, die van Londen naar Sydney gevlogen was, een afstand van 12.500 mijl! Sinds dien tijd is de carrière van Jean Batten steeds in opwaartsche lijn gegaan. De record woede had haar te pakken gekregen. Maar hoe aan geld te komen? Zij wist er raad op. In tal van steden in Australië en Nieuw-Zeeland gaf zij lezingen en voordrachten en toen zij genoeg geld bij elkaar had, vloog zij rustig in haar eentje naar Engeland in April van het jaar 1935, waar zij na 17 dagen en 16 uren aankwam. Hier deed zich wederom dezelfde moeilijkheid voor; geldgebrek; maar het „try-again"-meisje laat zich ook ditmaal niet ontmoedigen en gaf voor drachten, lezingen voor de radio en schreef tal van artikelen voor de kranten, die haar praatjes gaarne opnamen. In snel tempo nemen haar records dan toe. Een schitterende prestatie van Jean Batten was haar solo-vlucht EngelandBrazilië, waar bij zij maar eventjes drie records tegelijk brak! Dit was in November 1935. Hoe groot haar zelf vertrouwen was, blijkt wel uit haar afscheids woorden op het vliegveld van Thies. „Tot weer ziens," riep zij, „ik heb geen parachute, red dingsgordel of opvouwboot bij me." Zij ver trouwde uitsluitend op haar machine. Zij was de eerste vrouw, die over het Zuidelijk deel van den Atlantischen Oceaan vloog en daarbij te vens den recordtijd met ruim. drie uur verbe terde. Uitbundig was de vreugde in Zuid- Hef wintersportseizoen is geopend. Een salto in de sneeuw Amerika, waar zy een triomftocht door alle staten maakte en op hartelijke wijze gehuldigd werd. Deze drie records waren evenwel niet de eenige in het jaar 1935 geweest. Reeds in de maand Juni, daaraan voorafgaande, had zij een solo-vlucht naar Engeland van Australië uit gemaakt met één motor, wat op zich zelf reeds een record mag heeten. Tijdens dezen tocht was zij niet zoo buitengewoon gelukkig geweest, had nog al met slecht weer te kam pen en alleen door een kleine noodlanding kon zy er toen niet in slagen een nieuw record op haar naam te brengen. De bekende vlieger schrijver Viruly had toen het genoegen haar op het vliegveld te Basra even te ontmoe ten en vol bewondering was hij voor den kal- men, maar onverschrokken moed van dit jonge meisje, „zy met haar één motor betoonde meer moed, dan vier man met de drie zware Wasps van de Ijsvogel," schreef Viruly nader hand. En nóg heeft de recordwoede van Jean geen einde genomen. In October van het jaar 1936 vloog zy in vyf dagen 20 uur van Engeland naar Australië, waar zij door haar mopperenden, maar toch innig-gelukkigen vader ontvangen werd en nu nog maar eenige maanden geleden vloog zy weer terug van Nieuw-Zeland naar Engeland in den recordtyd van 5 dagen, 18 uur. Ja, wat zullen wij hiervan verder zeggen. We staan hier voor een feit, hoe ongelooflijk het ook klinken mogeJean Batten is een vliege nierster, zooals er op het oogenblik maar één op de geheele wereld is. En deze koene, volhardende en tevens be koorlijke jonge vrouw zal nu ook een bezoek aan ons landje brengen. En niet zonder reden. Wij hebben onze K.L.M.-vliegeniers, waarop wij trotsch mogen zijn en al hebben deze dan niet volbracht, wat Jean kon presteeren, toch zijn ze niet voor een klein geruchtje vervaard. In het bijzonder „vliegend Nederland" zal Jean Bat ten een harteiyke ontvangst bereiden. Want 't is een kraan, die Jean, die de piano voor den motor verwisselde! e benoeming van kardinalen, welke den Paus is voorbehouden krachtens Canon 232 van het Kerkelijk Wetboek en welke tegenwoordig plaats vindt in een geheim, een publiek en nog een geheim consistorie, ge schiedde in vroeger tyden onder de H. Mis van Quatertemperzaterdag. Het consistorie is ge groeid uit 6e Romeinsche concilies van de eer ste tien eeuwen, welke plaatseiyke vergaderin gen waren van de priesters der Romeinsche ti telkerken, afe diakenen der Romeinsche distric ten en de bisschoppen van midden-Italië, die onmiddeliyk van den Paus afhankeiyk waren. Soms noodigde de Paus ook buitenlandsche bis schoppen tot het concilie uit. Besproken werden aan stryd onderhevige ge loofspunten, twistgeschillen, zware misdrijven, die gepleegd waren, de gevaren, die de Kerk bedreigden, enz. Toen de vragen, welke aan den Paus werden voorgelegd, te talrijk werden om in een conci lie behandeld te worden, geschiedde zulks in een kleinere vergadering, in een zitting van een soort dagelijksch bestuur. Het voornaamste deel van den Romeinschen clergé werd door den Paus Kerstfeest in Duitschland tot een hoogen raad geconstitueerd, welke naar analogie van het Byzantijnsche keizerrijk Con- sistorium Papae werd genoemd. Het kwam tot driemaal in de week bijeen en behandelde zaken van geloof en tucht en pauselijke politiek. Zijn huidige functie, welke behoudens uitzonderings gevallen geen andere is dan de creatie van kar dinalen en de canonisatie van heiligen op te luisteren, kreeg het door de oprichting van de Romeinsche congregaties, gerechtshoven en officies. De Paus vraagt, nadat de namen van de te creëeren kardinalen zijn voorgelezen, aan de aanwezige kardinalen: „Quid vobis videtur", wat is uw meening? Waarop dezen hun zuc- chetto, het roode kalotje, afnemen en ten teeken van instemming buigen. Dan zegt de Paus: „Op gezag van God almachtig, van de heilige Apos telen Petrus en Pa-ulus en van Ons zeiven ver heffen wij tot kardinaalIn den naam van den Vader, den Zoon en den H. Geest. Amen.' Dit alles gebeurt in het geheim consistorie Den avond van den dag, waarop het plaats vindt, wordt door den Paus den nieuwen kar dinalen de roode kardinaalsbonnet opgezet. Kan een kardinaal niet aanwezig zijn, dan wordt de bonnet hem door een pauseiyk afgezant, die vergezeld wordt door een lid van de Nobelgarde, gebracht. Den eerstvolgenden Donderdag wordt het openbaar consistorie gehouden. Terwijl de ad vocaten van het consistorie en Z.Exc. de secre taris van de Riten-Congregatie naar voren tre den en den in het consistorie verzamelden een gedeelte voorlezen van een heiligverklaringspro ces, waarvan het einde in het zicht is, wordt in de Sixttfnsche kapel door de drie oudste kar dinalen, den nieuwen kardinalen de eed van trouw aan Paus en Kerk afgenomen. Daarop treden de nieuwe kardinalen de consistoriezaal binnen en kussen den voet en de hand van den Paus. Deze geeft hun de dubbele vredesomhel- zing, die zij op hun beurt aan alle kardinalen Op een morgen om een uur of acht, één uur vóór schooltijd, stapte burgemeester Pelgers de woning van den hoofdonderwijzer binnen. Goeden morgen, meester." „Goeden morgen, burgemeester." „Meester," hernam het hoofd der gemeente, „ik kom klagen over een leerling van u, dien ik echter niet ken. Die jongen besteelt me iederen avond. De vorige maand nog was de groote appelboom in m'n tuin vol met vruchten. Nu zijn er iederen dag minder appelen. M'n dienst personeel kan 't niet gedaan hebben. Gisteren en eergisteren heb ik achter de gordijnen van het venster van m'n slaapkamer op de loer ge staan. In het halfdonker heb ik beide keeren een kindergestalte gezien, die om den boom heen liep." ,,En u weet niet welk kind dat was, burge meester?" „Jammer genoeg niet. M'n oogen zijn niet zoo heel best meer. Ik kon 't gezicht van den deug niet niet onderscheiden. Telkens als ik den tuin in kwam, was hy verdwenen." De goede burgervader wilde echter niet dat de schuldige zwaar gestraft werd. Er diende alleen maar een einde te worden gemaakt aan die da- geiyksche diefstallen. „Denk eens aan, meester, m'n prachtige, geu rige appels, goudreinetten zyn het. Ik laat ze niet plukken, voordat ze ter dege rijp zyn. Er zaten er een goede 250 aan. Nu zijn er nog maar 46, precies geteld!" Gedurende den ochtendschooltyd zocht de onderwijzer lang naar een handig middel om achter de identiteit van den jeugdigen appelen- dief te komen. Hij dacht er over na met de deur in huis te vallen en onverwachts te vragen: ,,Wie van jullie gaat er iederen avond appels stelen in den tuin van den burgemeester?" Maar hij vreesde, dat het antwoord wegens vrees voor straf achterwege zou blyven. Om de beurt kwamen de leerlingen aan den lessenaar staan, om een fabel van Plorian op te zeggen. De onderwijzer keek ze een voor een in de oogen en trachtte in die spiegels der ziel een spoor van schuldbesef te ontdekken. Maar tever geefs, hy begreep, dat als hy zekerheid wilde verkrijgen, z'n blik niet in de oogen, maar in de magen moest doordringen. De tijd brak aan voor het dictee en op dit oogenblik doorflitste een lumineus idee het brein van den onderwijzer. Hij dicteerde: „De smaak van de appelen van den burgemeester. In een aardig dorpje in het land, dat gij allen kent, woont een zeer ondeugende kleine jongen. Hy is een dief! Heimeiyk sluipt hij den tuin van mijn heer den burgemeester binnen. Met zachte schreden nadert hy een prachtigen appelboom. Hij strekt de armen uit. Hy steelt één, twee, drie appelen. De appelen smaken hem heerlijk. Het zijn goudreinetten. Morgen echter zal hy ge pijnigd worden door een vreeselijke buikpijn... Het slot van het dictee luidde als volgt: „Als de kleine gauwdief dadelijk zijn misdaad aan z'n onderwijzer bekent, dan kan die buikpijn hem bespaard worden, want dan kan hem een ge neesmiddel ingegeven worden, dat geen enkel kind weet." Er volgde een lange stilte op het dictee. Maar niet een van de 49 leerlingen ging er toe over, zich tegen toekomstige buikpijn te verzekeren. De schooltijd liep ten einde en nu besloot de onderwijzer tot een krijgslist. „Er is er één onder jullie zoo sprak hij „z'n naam noem ik liever niet, die afpelen ge stolen heeft in den tuin van den burgemeester. Ik zal hem geen andere straf opleggen dan een kleine vernedering. Ik verlang, dat hij direct na 12 uur naar den tuin van den burgemeester gaat, en daar nog één appel plukt. Wanneer hij van middag in de school wil worden toegelaten, dan moet hij, duidelijk zichtbaar, dien appel om z'n hals dragen, aan een rooden draad. Dit hals snoer der schande zal hij in de klas een week lang moeten dragen." Het hoofd der school wreef zich, toen hü thuis kwam, ver- genoegd in de handen en wenschte zich zelf geluk met z'n handige vondst. Ook dacht hij aan de dankbaarheid van den burgemeester, wanneer deze van z'n laatste 45 appelen zou smullen. Om kwart vóór twee zat hij achter z'n lesse naar, in afwachting van het begin van den mid- dagschooltyd en keek 'n taalboek door. De deur ging open en Klaas kwam binnen. De onder wijzer keek op en daar zag hy 'n rooden draad over de borst van den jongen hangen met een dikken appel onderaan. „Zoo, zoo," glimlachte hij, „dus 't is Klaas." Hij zei echter niets en keek weer in het taal boek. Weer kwam een leerling het schoollokaal binnen. Wat was dat? Was diens borst ook al versierd met een rooden draad? De onderwyzer dacht aan gezichtsbedrog. Als Klaas de schul dige was, dan kon Evert het niet zyn. Het ge loop werd drukker en toen was het op een ge geven oogenblik stil. Nu zouden al de jongens wel in hun banken zitten. De onderwijzer sloot z'n taalboek en ging naar de deur om ook deze te sluiten. Maar zoover kwam hij niet. Want op den drempel stond, totaal van streek, burge meester Pelgers. „Maar mynheer!" riep de onthutste burger vader, ,,'t is verschrikkelyk. Van morgen had ik, zooals ik u verteld heb, nog 46 appelen. Zooeven ben ik naar m'n boom gaan kijken en nu zit er geen enkele appel meer aan!" Maar het hoofd der school, die biy was dat hij den burgemeester den dief kon aanwyzen, zocht met zyn blik de oogen van Klaas, Zyn blik gleed alle banken langs, en wat zag hu daar? Om alle halzen hing een roode draad met 'n dikke rijpe goudreinette in 't midden. Slechts by drie jongens schitterde dit hals snoer der schande door afwezigheid. Maar toen de onderwijzer dezen drie een pluimpje wilde geven voor hun eeriykheid, zag hij, dat het huilen hun nader stond dan het lachen. „We wilden heusch niet stiekem zyn, meester," riep de oudste van het drietal op huilerigen toon, „maar we konden niet zoo hard loopen..- Er zyn 49 jongens.en er waren nog maar 46 appels. We kwamen te laat by den boom!" (Nadruk verboden) Een der mannen zei, dat ze in de buurt van een indianendorp waren. De kapitein, die wel eens indianen had ontmoet, keek een beetje benauwd, maar de man zei, dat het vreedzame menschen waren, die bevriend waren met de blanken. Er zyn wel indianen, die niet zoo rustig en vriendelijk zyn, maar dat is een heel eind verder, 's Nachts droomde Prof je van een indiaan, die hem te lijf wilde en hy was bly toen het weer tyd was om op te staan. Het was prachtig weer, een goede dag om paarden te vangen. Profje wilde ook mee doen. Een van de mannen waarschuwde geven. Nadat zy vervolgens weer, het hoofd be dekt met de capuche van de cappa magna, vóór den Paus zyn getreden, zet Deze hun den kar dinaalshoed op, zeggend: „Tot lof van God almachtig en tot luister van den H. Apostoli- schen Stoel ontvang den rooden hoed, byzonder teeken der kardinaalswaardigheid; waardoor be- teekend wordt, dat gy tot den dood, ja, tot bloedyergietens toe U onverschrokken steeds zult toonen ter verdediging van het H. Geloof, voor het bewaren van den vrede en de rust onder de Christenvolkeren en voor de handhaving en den groei van de Heilige Roomsche Kerk. In den naam van den Vader, den Zoon en den H. Geest. Amen." Dan vindt nóg een geheim consistorie plaats, volgend aanstonds op het openbaar consistorie, waarin de mond der nieuwe kardinalen „geslo ten" en „geopend" wordt. Dit herinnert aan de oude gewoonte, die de nieuwe kardinalen een soort noviciaatstijd liet doormaken. De „slui ting" beduidt dan het begin van dien tijd, de opening" het einde. In dit geheime consistorie is het, dat de Paus den nieuwen kardinalen den kardinaalsring, welke een grooten saphier be vat, aan den ringvinger van de rechterhand schuift en hun een der oude kerken van Rome aanwyst, waarvan zij den titel zullen voeren. Het is de gewoonte, dat de Paus in het eer ste geheime consistorie, nadat het „extra om- nes" is uitgesproken, waarop de secretarissen en sleepdragers zich verwyderen, een Latynsche rede houdt, handelend over feiten en vraag stukken, welke op dat moment de byzondere aandacht van de Kerk vragen. Deze rede, of schoon in het geheim consistorie uitgesproken, wordt later openbaar gemaakt. hem, dat het niet zoo gemakkelyk was als het leek, maar Profje wilde zyn zin door- dryven en liet zich een lasso geven. Een paar maal oefende hy er mee op den tak van een boom en per vergissing kwam de lasso toen om den hals var.- Struisje terecht, die het geen grapje vond. Bijna was hy gestikt en van dat oogenblik af had hij medelyden met de paarden, die op die manier meegesleept werden. Toen Profje den slag te pakken had, ging hy mee. Zyn paard, dat nog meer aangezet werd door het vliegen der wilde paarden, als door de woorden van Profje, ging hoe langer hoe harder loopen, maar Profje had alleen aandacht voor de lasso en de vangst, die hy wilde doen. Opeens liet hy zyn touw vliegen en werkelijk, het kwam om den hals van een der hollende dieren terecht. Jui chend haalde hij het in. Maar o wee, Profje was heelemaal niet zoo handig in het paar den vangen als de mannen, die het hem ge leerd hadden. Hij voelde zich door het vlie gende beest meegetrokken en met een ruit schoot hij van zijn paard af. In zyn angst durfde hy de lasso niet los te laten en werd meegesleurd door het hollende dier, steeds verder, zonder dat hij er iets aan kon doen. De groote politieke wereldgebeurtenissen heb ben dikwyls onverwachte gevolgen. Zoo heeft de Japansche regeering een ïyst gepubliceerd van meer dan 200 artikelen, waarvan de invoer voortaan verboden is. Er zit een arme gijzelaar De vraag te overdenken Op welke wijze men zooal Het Neerlandsch recht kan krenken. Eén praatte er z'n mond voorbij, s Een ander wil niet praten, En wat men vroeg, en wat men deed, 3 Geen poging wilde baten. Men zette hem in gijzeling ee Voor zulke snoode daden, Had hij heusch een geheim verklapt? 3 Of had hij goedgeraden? Nu is hij voor de toekomst klaar, Daar alle menschen weten: Dat is die man, die niets verklapt, Hij heeft er voor „gezeten"! 3 j= Wat zal men dezen journalist, Wanneer hij vrij komt, kwellen! Hij is DE man, aan wien je je Geheimen kunt vertellen! Alleen de rechter vond dat slecht, H En maakte korte metten, ee Hij liet den man met opzet? in g 't Huis van bewaring zetten. Maar als hij nog 't geheim bewaart, g Dan weet IK de verklaring: 't Komt door den naam van dat pension, Let wel: Huis van bewaring! HERMAN KRAMER. illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll^ Parfums, mode-artikelen en likeuren behooren voortaan tot verboden waar. Ook de bewoners van den dierentuin van Tokio hebben de gevolgen van het Japansch- Chineesch conflict aan den lijve ondervonden. De wolven krijgen nog slechts worstjes en groenten te eten inplaats van de groote lappen paardenvleesch, waaraan zij gewend zyn. Waar niet is, verliest zelfs de koning zyn recht en zoo moet de koning der woestijn zich tevreden stel len met visch en ryst hetgeen hem ten zeerste schynt te verwonderen. En ook de olifanten moeten heel wat zoetig' heden ontberen. Experts hebben verklaard, dat dit tijdelijk13 dieet de dieren niet zal schaden, maar integen deel een gunstigen invloed op hen zal hebben. Aï T pT ARHMNPQ op dit blad zyn ingevolge de verzekeringsvoorwaardentegen C 7CH bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 7Kfi bij een ongeval met 17 ORf| /ALLlLi f\DUlN 1 V Li O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen 1 *J\J» verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen T üU«" doodelijken afloop L bij verlies van een hand, een voet of een oog. 28 By Bella had het vertrek van haar moeder gemengde gevoelens opgewekt. Er was haar een last van de schouders genomen, en toch voelde zy zich niet verlicht. De rollen waren verwisseld en zy maakte zich nu bezorgd, hoe Oliva zich in een vreemd land zou redden. Bovendien vond zij, dat Virgilius zich, ge heel tegen zyn aard in. bijzonder onverschillig aanstelde. „Ik zou graag willen weten, wat er met mama en jou aan de hand is geweest je doet alsof ik een klein meisje ben, dat men niet kan ver trouwen. Je begrypt toch zeker wel, dat myn ongerustheid daar niet beter op wordt." Onwillekeurig moest Pretorius lachen. „Arme meid wat baart de vorige generatie je toch een zorgen! Nu, wat my betreft wil ik open kaart met Je spelen. Ja, ik heb inderdaad een onderhoud met je moeder gehad. En wy hebben onze vriendschapsbetrekkingen verbroken dat is alles," voegde hy er ernstig by. „Virgilius!" Bella was opgesprongen en naar hem toegeloopen; ze greep hem bij z'n schouders en beproefde hem heen en weer te schudden. Zy was lijkbleek geworden. Zy zaten samen na de lunch in de studeer kamer en hun gesprek fras tot aan deze onver wachte wending niet zeer interessant geweest, zy hadden over 't weer gesproken, over het tegenwoordige en in toekomst en hoe het in Weenen en aan de Rivièra van invloed zou kun nen zyn. Zoo gaat het altijd, als er gewichtige beslis singen in de lucht hangen, als gebeurtenissen moeten opgehelderd worden en men aarzelt, omdat men niet weet, hoe met de uiteenzettin gen te beginnen. Tot Bella het niet meer uit kon houden. En nu had zy een antwoord ontvangen, waarop zy in 't geheel niet was voorbereid. Te veel in haar eigen levensbelangen verdiept, had zy ge meend, dat het uitsluitend om haar persoon ging. Nu kwam zy tot de overtuiging dat haar eigen aangelegenheid een zaak van onderge schikt belang was en dat er veel meer op 't spel stond dan de datum van haar bruiloft. „Als ik Je niet zoo goed kende, Virgilius, zou ik aan minder fyngevoelde scherts denken. Of misschien, dat je aan mama's woorden een te groote betee- kenis geeft, zy is er nog al gauw by, om een beslisten toon aan te nemen Eenige oogenblikken zweeg Pretorius, toen zei hy langzaam: „De beslissende breuk ging van my uit, Bella .Virgilius!" Met bedroefde oogen knikte hy haar toe: „Nietwaar, beste meid, verdere verklaringen schenk je mij wel. Zonder dat zal het je wel duidelijk zijn, wat het voor mij beteekent, hè? Ik ben niet jong genoeg meer om te gelooven, dat vuur en water zich met succes vereenigen. Al die jaren heb ik steeds nog hoop gehad. Hoop, dat er tenminste nog een laat geluk voor ons zou zijn weggelegd wel een herfstgeluk, maar toch in ieder geval geluk. Want zij was de eenige vrouw met wie ik het begrip „geluk" zou verbinden, Bella. Het is vreemd en misschien wonderlijk, dat ik er toe kom, dat alles aan jou toe te vertrouwen. Maar ik weet, dat jij mij begrypt." Strak keek Bella voor zich uit. Het kostte haar moeite, het gehoorde te verwerken. „Het is zoo moeilijk om vast te stellen, of het bij haar achterlijkheid, of grenzeloos egoïsme is," zei ze zacht, alsof zy by zichzelf sprak. Pretorius verstond wat ze zei. „Allebei." „Wat moet er nu gebeuren?" Hy haalde zyn schouders op. „Ik heb duide lijke instructies: Oliva ik bedoel, je moeder verlangde dat ik mijn functie als beheerder van haar vermogen zou neerleggen, of, beter gezegd, haar in handen zou geven." „\yat een onzin!" barstte Bella los. „Och, waarom eigenlijk niet? Het is haar goed recht. En wanneer zy er voldoende mede op de hoogte is, kan ernstige arbeid haar slechts ten goede komen. Dat beuzelachtige leven van nietsdoen en alles pasklaar vinden, waar zy nu aan gewoon is geraakt, was voor zoo'n moeiiyk karakter als het hare slechts een rem voor haar ontwikkeling. Ik voor mij stel er my veel van voor, wanneer zij leert begrypen, dat de dingen in deze wereld zoo maar niet vanzelf gaan Anders is het met den zuiver persoonlijken kant van deze aangelegenheid." „Heeft zij je zoo zwaar beleedigd, Virgilius, dat je haar niet vergeven kunt?" vroeg zij haperend. Hij schudde zijn hoofd. „De oorzaak ligt die per, Bella ik kan eenvoudig niet meer. Naar mate de hoop op verandering van haar aard verdween, moest ik ook inzien, dat ik myn wenschen diende te begraven ik hield van je moeder, Bella." Daarmede vertelde hij het meisje niets nieuws. Want zy was overtuigd, dat haar moeder onbewust zoo innig aan Virgilus was gehecht, als haar passieve natuur maar eenigszins toe liet. Het ging er nu echter om, hoe Oliva den schok van deze breuk zou doorstaan. En dat zei Bella haar ouden vriend ronduit, zy be weerde niet, haar moeder zóó goed te kennen, dat ze onfeilbare conclusies kon trekken. „Maar," besloot zij haar uiteenzettingen, „misschien beleven wy allebei nog een verrassing Weinig vermoedde zy, hoe spoedig de oplossing van het raadsel zou komen, hoe nabij ze was. Pretorius schudde echter het hoofd. Neen, er viel niets meer te verhopen. Daarna begonnen zy over de dingen te praten, die Bella onmid deliyk aangingen en Robert Ellegarde. Bella vertelde hem, dat zy dezen middag by haar aanstaande schoonmoeder het officieele bezoek ter kennismaking zou afleggen en dat zy in 't vooruitzicht daarvan reeds plankenkoorts had. Pretorius moest lachen. „Dat kun je my niet wijsmaken. Iemand van jouw uiterlyk en geestesgaven komt, ziet en overwint, dat kan niet missen!" „Zoo, eindelijk eens een compliment, myn heer de ex-voogd. Maar ik ben er trotsch op, hoor. Eén ding echter, Virgilius: Zonder jou zou ik al die eigenschappen niet verkregen hebben. Ik ben je levenslang dank verschuldigd en het zou mij een groot genoegen doen, als ik je dat kon bewyzen. Dus Virgilius, beschik naar belie ven over my." „Beste kleine meid," glimlachte hy ontroerd, „hoe wil je een ouden, versleten wagen op gang brengen?" „Laten wy by dit beeld blyven: „Twee paar den trekken dubbel zooveel als een. Wat je mis schien alleen niet klaar speelt, dat kunnen wy met vereende krachten tenminste beproeven." „Heb je al een plan de campagne?" infor meerde Pretorius, meer om haar niet te ont moedigen in haar vurige hulpvaardigheid, dan omdat hij zich er werkelyk iets van voorstelde, „heb je al een zoogenaamden rooden draad?" „Als jy eens naar Nizza ging, zeg?" stelde zy peinzend voor. „Je bent immers zoo op verras singen gesteld, is 't niet?" „De oude romantiek waart dus nog rond in de harten en begrippen van de moderne Jeugd. Wat zou die laten wy 't maar zoo noemen verrassing voor nut kunnen hebben?" Daten wy maar afwachten, wat zy schryft. Ik moet je eerlijk zeggen, dat ik op hoogspan ning sta en ook eenigszins ongerust ben, hoe zt! het in dat vreemde land stelt. In verband met haar berichten kunnen wy dan onze maatrege len nemen. Maar één ding, Virgilius," en smee- kend vatte ze zijn hand, „één ding moet je mÜ beloven je moet ons niet verlaten, Virgilius neen, dat zul je niet doen, hè?" En tranen welden in haar oogen. „Beste meid, je zult my altyd op myn pos' vinden, altyd," verzekerde hij haar aangedaan- „Dan is alles goed. Zoo, nu stuur ik je weg- Ik moet toilet gaan maken; Robby zal dadelijk wel toeteren, dus ben ik erg gepresseerd en vanavond moet ik bovendien spelen. En dan eerst dat officieele bezoek. Je ziet dus, dat ik ook al zorgen heb!" besloot zy lachend. Pretorius keek op de pendule en sprong op- „Allemachtig, ik had er geen idee van, dat bet al zoo laat was. Neem my niet kwalyk, dat Nf je zoo lang heb opgehouden. En-eh-hoe gaat het vanavond na de voorstelling? Heb je met je allerliefste al 'n afspraak gemaakt, of heb ie me nog iets te bevelen?" „Ik zou graag hebben, dat je met ons gin® dineeren, dat heb ik tenminste met Robby af gesproken. Wy willen niet samen alleen gezien worden, zoolang het niet officieel is, begryp Je' Het moet voor de belanghebbenden een verras sing zyn." „Nu, tot vanavond dan!" en hy ging neu riënd de kamer uit. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 10