Economische Zaken aan
de orde
een
meedoogenloos
VIJAND
EEN ANGSTAANJAGENDE
DEPRESSIEGOLF
DE INVOERING VAN DE
PACHTWET
INCIDENT TIJDENS DEN
JAMBOREE-MARSCH
WOENSDAG 22 DECEMBER 1937
Achterstelling van land
en tuinbouw?
Vacantie op de scholen
Grafkelder te Breda
opnieuw onderzocht
Steun pluimveehouderij
aar het engelsch
TWEEDE KAMER
Verlenging van de wet op de
mechanisatie in de sigaren-
industrie bepleit
Ordening
Vestigingswet voor het
grootbedrijf?
KATH. NED. BOEREN- EN
TUINDERSBOND
Verschillende belangen in de be
stuursvergadering besproken
Als het Prinsje of Prinsesje
geboren is
AUTOMATISCH TELEFOON
VERKEER
INT. TYPEWEDSTRIJD
Deze wordt op 8 Jan. te Den Haag
gehouden
DUITSCH SCHIP OP EEN
ZANDPLAAT GELOOPEN
Voorbereidende werkzaamheden
zijn in vollen gang
Geen mededeelingen over het
resultaat
Clearingkoersen
A
Vrijsprekend vonnis van den
krijgsraad door het H.M.G.
bevestigd
OUD-NOTARIS VEROORDEELD
Twee jaar gevangenisstraf wegens
verduistering
BIGGENMERKEN
De regeling voor 1938
GEWEIFELD BIJ HET
OVERSTEKEN
Aanrijding met doodelijken afloop
het gevolg
UIT DE STAATSCOURANT
Middelbaar Onderwijs
Zegelwet
Onderscheiding
Boschraad
Landbouwcrisiswet
Notariaat
Rechterlijke macht
Georganiseerd Overleg
DEN HAAG, 21 December 1937
Het is een hachelijke onderneming, te
trachten van debatten, zooals deze van
middag in de Kamer gehouden zijn bij de
algemeene beschouwingen over de begroo
ting van Economische Zaken, een eenigs
zins overzichtelijke weergave te construeeren.
In de tot dusver gevoerde debatten ontbreekt
de groote, en zelfs de kleine lijn en de
meeste sprekers verdiepen zich in fragmen
tarische philosopheeringen.
Ons dunkt, dat de heer VAN DER PUTT
'U.K.) in zijn beschouwingen wel het volledigst
teweest is. Hij constateerde, dat er na de aan
hankelijke voordeelen der devaluatie een „angst
aanjagende depressiegolf" over 'Europa gekomen
tengevolge van economische èn politieke span
ningen en dat daardoor de voordeelen alweer
'°or een goed deel verdwenen zijn, iets wat
floor den heer VAN GELDEREN (SDAP) nog
flader geïllustreerd is met de mededeeling, dat
'b October 1.1. de daling der werkloosheid in
Aan gunstigen conjunctuurtijd 17 pCt. nog
flhaar 10 pCt. bedroeg.
De heer VAN LIDTH DE JEUDE (VB) vrees
de van dezen minister niet, zooals sommige
Aderen, een onjuiste bevoordeeling van de in
dustrie boven den land- en tuinbouw, al er
ende hij natuurlijk het feit, dat een minister
m«t op alle gebieden van zijn Departement des
kundig kan zijn. Daarom was hij ook „niet ge
nland op vakministers", verklaarde de oud-
Juinister van Waterstaat, tot eenige vrooliikhoid
flor Kamer, welke de politieke Moespeling zeer
bo'reep
De heer VAN DEN HEUVEL (AR) verwacht-
e van de Departementen-samenvoeging echter
hh'ei dit nadeel; dat er in het kabinet nimmer
den agrarisch deskundige voor de belangen van
Jand- en tuinbouw kon optreden. Misschien om
Ministers liefde in de gewenschte richting te
Uoproeven, drong de heer Van den Heuvel er
flij den bewindsman op aan, dat deze zou te-
'ugkomen op zijn afwijzing van het denkbeeld
°m de loonen in het landbouwbedrijf op te voe-
l^n tot de hoogte van die in de industrieele
bedrijven.
Ook de heer VAN DER WEIJDE (RK) toon-
fle zich nogal skeptisch over niet achterstelling
v'an den land- en tuinbouw en had den moec,
'h het belang van de door hem voorgestane be-
fltÜven te pleiten voor een nog verdere door-
bering der devaluatie met 15 pCt.
De heer VAN DER PUTT (RK) verheugde
zich voorts over de
gevolgde en te vol
gen monetaire po
litiek, en bepleitte
verbetering der
economische voor
lichting. Hij pleitte
voor een sterker in
het bedrijfsleven
wortelende positie
van de Kamers van
Koophandel, voor
de samenstelling
van een distributie-
raad, waarin de
middenstand en het
K. L. H. d. Pütt
®bot winkelbedryf elkander ontmoeten,
Hij pleitte dn het belang èn van den mid
denstand, èn van de industrie voor regeling
van het cadeaustelsel voor betere beheer-
Sching der conjunctuur door middel van
ordening, nu voorloopig wel niet op een
Vrijere handelsbeweging gehoopt mag wor
den. Ordening wilde hij gebracht zien b.v. in
de schoenen- en tricotage-industrie.
De aanneming der Crisisinvoerwet moet, vol-
phs hem, in het buitenland wel een goeden
Uidruk gemaakt hebben.
Ten aanzien van beide laatstgenoemde pun-
feh kon de heer VAN LIDTH DE JEUDE (VB)
f!®t met zijn linksche beginselen echter bezwaar-
'Jk met den katholieken afgevaardigde eens zijn:
?U was voor alle goede ordening, maar hij
tooi
die.
»nde zich huiverig voor wat maatregelen als
welke in crisistijden genomen worden, uit-
V4UU MlUAWViJUUll Ql/ilUill'. AA YYV1 UVli) U1V
brken en minder ingrijpen zou juist noodig
en bovendien vreesde hij vooral van de
werking der Tariefmachtigingswet 'n zekere
protectie; uitdrukkingen der Regeering als
„handelspolitiek arsenaal" deden hem kruit
damp ruiken!
De heer v. d. HEUVEL (A.R.) maakte zich
bezorgd over de positie van den middenstand,
ter verbetering waarvan echter zoo moeilijk
maatregelen te treffen zijn. Hij maande den
minister aan voorzichtig op te treden tegen
de vestiging van vreemdelingen, daar repre
sailles lang niet ondenkbaar zijn. Voor de sla
gers acht de heer v. d. Heuvel de vestigings
wet toegepast in strijd met de bedoeling van
den minister.
I
Met belangstelling vroeg de heer v. d.
PUTT (R.K.), waarom bij de verlaging op de
heffingen op de landbouwproducten de boe
ren niet schadeloos gesteld worden door uit-
keeringen uit het Landbouwcrisisfondst. Hij
informeerde of er uitzicht bestaat op een
vestigingswet voor het groot-bedrijf.
De heer v. d. Putt bleek het baart geen
verwondering ten volle vertrouwen te stel
len in het beleid van minister Steenberghe
en gaarne zou hij hem een „Houzee" toeroe
pen, ware het niet, dat deze roep van andere
zijde zoo schromelijk misbruikt wordt en
daardoor zoo'n onaangenamen klank heeft ge
kregen.
Eenige kritiek kwam er van de zijde der
S.D.A.P. bij monde van den heer VAN GEL
DEREN. Deze zeide in het beleid van den
minister te missen het systeem, waarmede
de werkloosheid planmatig en vruchtbaar be
streden zou kunnen worden, zooals het zou
kunnen geschieden door uitvoering van het
Plan van den Arbeid. Hij verweet den be
windsman, dat hij de prijspeil-bepaling voor
namelijk aan het particulier initiatief wil
overlaten, terwijl in Indië toch de suiker
industrie geheel uit haar verval werd opgehe
ven door maatregelen van hooger nand.
De tweede S.D.A.P.-er, de heer v. d. TEM
PEL, bepleitte ter bestrijding van de werk
loosheid een economische politiek van aan
passing bij de internationale verhoudingen en
doelbewuste bevordering van de industrie,
waarbij een krachtig initiatief van den Staat
zelf moet uitgaan; verder krachtige bevorde
ring van den Nederlandschen export en een
actieve handelspolitiek, welke met protectie
niets te maken behoeft te hebben.
De heer D'ANSEMBOURG (N.S.B.) kent
welhaast geen moeilijkheid op Nederlands
economisch terrein. Alles wat Nederland noo
dig heeft om uit zijn econcmischen druk en
werkloosheid-ellende op te staan, is de steun
van „één man". Deze zou ons „God, liefde en
rechtvaardigheid" brengen. Voorloopig be
doelt de heer d'Ansembourg met dezen eenen
man waarschijnlijk nog den heer Mussert,
dien het Nederlandsche volk nog snood blijft
afwijzen.
Tenslotte worde vermeld, dat in ver
band met de in de sigaren-industrie heer-
schende werkloosheid de heer ANDRIES-
SEN (R.K.) bescherming van den mensch
tegen mechanisatie en rationalisatie vroeg.
Een niet meer nieuwe, maar nog steeds
dringende eisch, welke echter niet in een
handomdraai bevredigd kan worden.
Tot aan het Kerstreces zullen wjj nu iede-
ren dag en ongetwijfeld ook nog vele nachte
lijke uren bezig gehouden worden met de be
handeling van de begrootingen van Economi
sche Zaken en van het Landbouwcrisisfonds.
Alleen zal morgenavond de slot-scène van de
Onderwijsbegrooting vertoond worden. Dan
zal minister Slo'temaker de Bruïne onthullen,
hoe hij denkt over de verbetering, al of niet,
van de leerlingenschaal.
In de jongste vergadering van het dagelijksch
bestuur van den Katholieken Nederlandschen
Boeren- en Tuindersbond zijn eenige woorden
van nagedachtenis gewijd aan de ten gevolge
van een droevig ongeval overleden geestelijke
adviseurs, rector Wevers en pastoor Fauwen en
het bestuurslid P. Kessels.
Uitdrukking werd gegeven aan de zeer groote
teleurstelling, welke was gewekt door het be
sluit der regeering, om de verruiming van de
kalverschetsen te beperken tot slechts 25.000.
Men was daarenboven van oordeel, dat de re
geering niet duidelijk heeft kunnen maken,
waarom zij het weloverwogen en zeer voorzich
tige voorstel van de drie centrale landbouw
organisaties heeft afgewezen.
In verband met de daling van den rentevoet
werd besloten om, zoo mogelijk te zamen met
de beide andere centrale landbouworganisaties,
der regeering te verzoeken de annuïteit voor de
indertijd met rijksvoorschot gestichte boerderij
en op woesten grond opnieuw vast te stellen
op een rentebasis van 3 procent in plaats van
de thans geldende van 4 pCt.
Teneinde een zoo juist mogelijk inzicht te
krijgen in den omvang en de beteekenis van de
„werkloosheid" onder de zelfstandigen ten
plattelande tot uitdrukking komende in het
aantal jonge boeren en tuinders, die den leeftijd
hebben om een gezin te stichten, maar geen
uitzicht hebben op een bedrijf of anderen be
staan gevenden werkkring werd besloten een
enquête te houden onder de plaatselijke afdee-
lingen.
Naar verluidt is een wijziging van de vleeSch-
keuringswet in bewerking. Waar bij deze wet
belangrijke boerenbelangen gemoeid zijn, werd
besloten de regeering te verzoeken de drie cen
trale landbouworganisaties in staat te stellen
over de ontworpen wijzigingen te zijner tijd ad
vies uit te brengen.
Kennis werd genomen- van het antwoord, dat
de minister van Economische Zaken dd. 15
December 1937 aan den Kath. Ned. Boeren- en
Tuindersbond heeft gezonden, luidende als
volgt: „Naar aanleiding van uw nevenvermeld
schrijven bericht ik, dat vanwege mijn departe
ment een onderzoek wordt ingesteld naar de
mogelijkheid van een steunverleening aan kleine
tuinders. Zoodra dit onderzoek is beëindigd, zal
hieromtrent nader worden bericht." De hoop
werd uitgesproken, dat de minister spoed achter
deze zaak zal zetten, want de nood bij de kleine
tuinders is ontzettend groot en hulp is dringend
noodig.
De minister van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen heeft aan de directeuren van de
Rijks Hoogere Burgerscholen en de Rijks
kweekscholen voor onderwijzers en onderwij
zeressen en de hoofden der Rijksleerscholen en
Rijks lagere scholen de volgende mededeeling
gezonden:
Ik heb de eer u te verzoeken om, zoodra de
verwachte gelukkige geboorte van een ko
ninklijken prins of koninklijke prinses bekend
zal zijn, de nationale vlag van het schoolge
bouw uit te hangen en die ook den daarop
volgenden dag te laten hangen.
Voor zooveel de volgende regeling niet we
gens de Kerstvacantie overbodig is, gelieve u
het volgende in acht te nemen.
Is de geboorte op een schooldag vóór den
aanvang van den schooltijd bekend en heeft
zij den vorigen dag plaats gehad, dan wordt
dien schooldag (den nationalen feestdag) va
cantie gegeven.
Is de geboorte op een schooldag vóór den
aanvang van den schooltijd bekend en heeft
zij denzelfden dag plaats gehad, dan wordt
dien dag en den volgenden schooldag (den na
tionalen feestdag) vacantie gegeven.
Wordt de geboorte op een schooldag tijdens
den schooltijd bekend, dan wordt voor het
verdere van dien dag en ook den daarna vol
genden schooldag (den nationalen feestdag)
vacantie gegeven.
Het Handelsblad bericht, dat het systeem
van het automatisch telefoonverkeer dusdanig
gewijzigd is, dat thans het geheele land direct-
automatisch te bereiken zal worden zonder
tusschenkomst van een telefoniste.
De kerngetallen zullen uit vier cijfers
plaats van drie bestaan.
in
In aansluiting op de mededeelingen over den
Internationalen Type-wedstrijd, deelt men ons
mede, dat de definitieve aanmelding van Hon
garije ontvangen is. Als leider van de ploeg
zal dr. Béla Radnai, ontwerper der Hongaar -
sche stenografie, de Hongaarsche vereeniging
vertegenwoordigen. Eveneens ligt het in het
voornemen van dr. Ernst Traeger, hoofd-in-
specteur van het Hongaarsche onderwijs, bij
den wedstrijd tegenwoordig te zijn.
Dank zij de medewerking van den heer
Hugo Helm, zal de wedstrijd 8 Januari des
namiddags in den Pfincesse-Schouwburg te
's-Gravenhage worden gehouden.
Een comité van Nederlandsche adspirant-
secretaressen zal de verschillende buitenland-
sche deelnemers ontvangen.
Het Duitsche vrachtschip „Franto" is Dins
dagmiddag op de zandplaat De Vorm bij Urk
geloopen.
Met de hulp van een beurtschipper kon het
schip vlot komen, doch de kapitein van de 418
ton metende „Franto" ontdekte kort na het
vertrek een defect aan de stuurinrichting en
maakte rechtsomkeert. Op Urk wordt het schip
hersteld, waarna de reis heden zal worden
voortgezet.
De regèeringspersdienst beircht:
De voorbereidende werkzaamheden tot invoe
ring van de Pachtwet zijn op de departementen
van Justitie en Economische Zaken in vollen
gang. De colleges van Gedeputeerde Staten
zullen een dezer dagen het verzoek ontvangen,
van advies te dienen over de samenstelling
van de pachtkamers.
Ook ten aanzien van de pachtbureaux zijn
de beslissingen in voorbereiding. Het ligt in het
voornemen, per provincie slechts één pacht
bureau te erkennen. De mogelijkheid tot afwij
king van de provinciale grenzen wordt echter
opengelaten.
De beoogde territoriale indeeling der pacht
bureaux brengt mede, dat de totstandkoming
ervan niet aan het toeval kan worden overge
laten. Intusschen zal de regeering zich daarbij
zooveel mogelijk op den achtergrond houden.
De bureaux hebben immers de bestemming de
maatschappelijke organisaties, welke daarvoor
in aanmerking komen, in de gelegenheid te
stellen, zelfstandig aan de uitvoering van de
Pachtwet mede te werken. De regeering wenscht-,
dat dit beginsel reeds bij de oprichting der
pachtbureaux tot uitdrukking komt. Zij heeft
diensvolgens de drie centrale landbouworgani
saties verzocht de organisatie van de pacht
bureaux ter hand te nemen.
Aan dit verzoek verbond zij den wensch,
bij de oprichting dezer bureaux ook de organi
saties, die de algemeene belangen van den grond
eigendom bevorderen, in het overleg te betrek
ken. Hieraan is gevolg gegeven en met de voor
bereidende werkzaamheden werd een aanvang
gemaakt.
De keuze is op de centrale landbouworgani
saties gevallen, omdat deze de beroepsbelangen
van den landgebrulker als zoodanig behartigen,
onverschillig in welke betrekking hij tot den
door hem bewerkten bodem staat. Verwacht mag
worden, dat zij er in zullen slagen het maat
schappelijk element bij de uitvoering van de
pachtwet tot gezonde ontwikkeling te brengen.
De aan de pachtbureaux toekomende zelfstan
digheid zal niet onbegrensd kunnen zijn. De re
geering zal er door het houden van toezicht voor
waken, dat het doel en de grondslag van de
pachtbureaux ongerept blijven en misbruiken
geen ingang zullen vinden.
Nog niet vast staat, met ingang van welken
dag de Pachtwet zal worden ingevoerd. De hier
omtrent te nemen beslissing is mede afhankelijk
van het verloop der voorbereidende werkzaam
heden.
Dinsdag is het onderzoek van het mauso
leum der Nassau's in de Prinsenkapel van de
Groote of Onze Lieve Vrouwekerk te Breda
voortgezet. Ree.ds vroeg in den morgen werd
onder persoonlijk toezicht van burgemeester B.
W. T. van Slobbe de vloer, welke na een vorig
bezoek weer was dichtgemetseld, opnieuw open
gebroken en werd het luik, dat met twee hang
sloten was gesloten, bloot gelegd. Omstreeks
kwart vóór elf arriveerden in de kapel de groot
meester van H. M. de Koningin, J. H. F. G.
graaf du Monceau, de directeur van het Kon.
Huisarchief dr. N. Japikse, de gouverneur der
Kon. Mil. Academie, H. C. G. baron van La-
wick, de president-kerkvoogd, gen. majoor J. P.
Hardeman, de secretaris der kerkvoogdij de
heer C. Winkelhagen, de architect der restau
ratie, de heer M. A. van Nieukerke, de direc
teur van den gemeentelijken geneeskundigen
dienst dr. J. A. Hermens, de directeur van
openbare werken, de heer P. A. Hornix. Het
geheele gezelschap begaf zich in den kelder,
waar thans ook de drie andere kisten werden
geopend en onderzocht.
Omtrent het resultaat werd voorshands elke
mededeeling geweigerd. Dr. Japikse kon ook
geen aanleiding vinden eenigerlei mededeeling
te doen over zijn onderzoek in het Kon. Huis
archief. Het eenige wat werd medegedeeld, is,
dat de kelder, toen deze gevonden werd, niet
met een luik was gesloten, doch geheel was
dicht gemetseld, zoodat het vermoeden gewet
tigd is, dat de kelder de laatste 300 jaar door
niemand is betreden. De overlevering, dat de
kelder in 1794 en in 1867 nog zou zijn onder
zocht, moet ook betrekking hebben op 'n anderen
kelder dan dien welke thans is gevonden. Ook
de plattegrond, welke- in een oud exemplaar
van Van Goor's beschrijving der Stadt en Lan
de van Breda was geplakt en welke plattegrond
in het bezit is van een oude Bredasche familie,
blijkt niet van dezen, doch van 'n anderen kel
der, dien van graaf Engelbrecht I van .Nassau
afkomstig te zijn. Vast staat, dat het onder
zoek naar andere grafkelders irt de Groote of
Onze Lieve Vrouwekerk met kracht ter hand
zal worden genomen en dat men daarbij nog
gegevens verwacht te vinden, die van belang
zijn voor de historie van ons vorstelijk huis.
Koersen voor stortingen op 22 December 1937
tegen verplichtingen luidende in:
Reichsmarken 72.49, Lires 9.50 en pese
ta's 11.60.
De arm van een
fietser isgeentoo-
verstaf: vóór het
veranderen van
richting moet -hij
zich ervan over
tuigen of de ma
noeuvre VEILIG
volvoerd zal kun
nen worden!
Het Hoog Militair Gerechtshof heeft in hoo
ger beroep sententie gewezen in de zaak tegen
den 37-jarigen M. van den H., eerste-luitenant
bij de Koloniale Reserve te Nijmegen, die, naar
men zich zal herinneren, tijdens den Jambo
ree-wandeltocht te Bloemendaal, geweigerd
heeft aan de bevelen van de politie te voldoen
om zijn colonne met tweeën inplaats, zooals
bij de koloniale reserve gebruikelijk is, met
vieren te laten loopen.
Bovendien heeft hij geweigerd de colonne
zooveel mogelijk op het voetpad te laten loo
pen, daar hij van meening was, dat een mili
taire colonne op den rijweg behoort te mar-
cheeren.
De auditeur-militair bij den Krijsgraad te
's Hertogenbosch heeft wegens het niet voldoen
aan de bevelen van de politie en het zonder
vergunning van den burgemeester te Bloemen
daal deelnemen aan een optocht, twee geldboe
ten van resp. f 25 en f 5 gevorderd
De Krijgsraad heeft de ten laste gelegde fei
ten bewezen verklaard, doch achtte beklaagde
niet strafbaar, daar deze heeft gehandeld ter
uitvoering van een hem door den comman
dant der Koloniale Reserve, den kapitein Van
den Berge, gegeven bevel en heeft beklaagde
vrijgesproken.
In hooger beroen heeft de advocaat-fiscaal
vernietiging van dit vonnis gevraagd, daar men
z.i. niet kan spreken van een positief gegeven
„bevel" en veroordeeling tot twee geldboeten
van f 5 gevorderd.
Het Hoog Militair Gerechtshof heeft het
vrijsprekend vonnis van den Krijgsraad be
vestigd.
Het Hof heeft o.m. het volgende overwogen:
Dat beklaagde ter terechtzitting heeft ver
klaard:
„Het loopen in de formatie met vieren sluit
in, dat gebruik gemaakt wordt van den rij
weg. Ik ben ervan overtuigd, dat, ware ik met
tweeën gaan loopen op het voetpad, de kapi
tein mij dan weder teruggeroepen zou hebben
op den rijweg en bevolen zou hebben, daar
weder met vieren te gaan loopen."
Dat het antwoord, door kapitein Van den
Berge, commandant van de Koloniale Reserve,
luidende: „Wij loopen natuurlijk normaal"
gegeven toen beklaagde aan zijn commandant
het biljet toonde, waarop vermeld stond, dat
ten hoogste met drieën mocht worden geloo
pen ook naar het oordeel van het Hof een
dienstbevel was.
Deze beslissing van het Hoog Militair
Gerechtshof houdt dus in, dat het college
de begane feiten wèl strafbaar acht, doch
beklaagde vrijspreekt op grond, dat hij ter
uitvoering van een ambtelijk bevel heeft
gehandeld.
Bij den burgerlijken rechter zou in dit geval
dus ontslag van rechtsvervolging gevolgd zijn
welke beslissing de militaire rechter niet kent.
De Rotterdamsche rechtbank heeft uitspraak
gedaan in de zaak tegen den 61-jarigen Rotter-
damschen oud-notaris J. A. M., die terecht heeft
gestaan, beschuldigd van drie gevallen van
verduistering en een geval van valschheid in
geschrifte, namelijk he tgebruik maken van een
vervalschte balans.
De rechtbank verklaarde twee der verduiste
ringen bewezen en veroordeelde hem deswege
tot twee jaar gevangenisstraf, met aftrek der
preventieve hechtenis. Van de andere feiten
werd hij vrijgesproken. De eisch was twee jaar
en zes maanden gevangenisstraf.
Wij vernemen van bevoegde zijde dat het
aantal aangebrachte biggenmerken in de week
van 6 tot 11 December 1937 bedroeg 34.253,
tegenover 31.369 in de overeenkomstige week van
het vorige jaar.
Van de toekenning 1937 zijn van 1 Januari
tot 11 December in totaal aangebracht J..746.097
merken, tegenover 2.025.916 merken in de over
eenkomstige periode van 1936.
De minister van Economische Zaken heeft,
naar wij van bevoegde zijde vernemen, besloten,
ook in 1938 aan pluimveefokkers en houders van
vermeerderingsbedrijven steun te verleenen.
Behoudens enkele kleine wijzigingen is de
ze regeling gelijk aan die, welke in 1937 heeft
gegolden. Slechts is het steunbedrag voor
kuikens, door fokkers aan houders van ver
meerderingsbedrijven afgeleverd, verlaagd
van f 0.15 tot f 0.12 per kippenkuiken en van
f 0.36 tot f 0.15 per vrouwelijke eenden
kuiken.
Inlichtingen omtrent de steunregeling kun
nen worden ingewonnen bij de Nederlandsche
centrale voor eieren en pluimvee te Beekbergen.
De 72-jarige S. L. K., te Den Haag. stak
Dinsdagmiddag eenigszins weifelend over. Bus
T, van de Haagsche Tramwegmaatschappij, be
stuurd door L. P., reed hem aan.
Het slachtoffer overleed ter plaatse. Het lijk
is naar het ziekenhuis aan den Zuidwal ver
voerd.
Benoemd tot leeraar in vasten dienst aan
de R. H. B. S. te Amersfoort H. J. J. Govers,
onder gelijktijdige toekenning van eervol ont
slag als leeraar aan de R. H. B. S. te Almelo.
De Minister van Financiën heeft aangewezen
als vereeniging bedoeld in het zesde lid van
art. 75 der Zegelwet 1917: de vereeniging voor
den Effectenhandel te Batavia.
Aan den heer B. M. C. van Rijckevorsei,
directeur van de Rotterdamsche Bankvereeni-
ging N.V., bijkantoor Baarn, is vergunning ver
leend tot hetr aanvaarden van het comman
deurschap in de ridderorde van het H. Graf te
Jeruzalem, hem verleend door den Patriarch
van Jeruzalem
Aan E. J. Bergsma te 's Gravenhage is op
verzoek eervol ontslag verleend als voorzitter
en lid van den Boschraad onder dankbetuiging
voor de als zoodanig bewezen diensten. Tot
voorzitter is benoemd het lid van dien raad,
Jhr. W. H. de Beaufort, particulier houtvester
te Maam, en tot lid H. P. J. Bloemers, burge
meester der gemeente Arnhem en tevens voor
zitter van den A. N. W. B., Kon. Nederland
schen Toeristenbond.
De Minister van Economische Zaken heeft
met Ingang van 1 Januari 1939„ benoemd: tot
voorzitter der Centrale Commissie, bedoeld in
artikel 27 der Landbouw-crisiswet 1933, mr. dr.
A. A. van Rhijn, te 's Gravenhage; tot onder
voorzitter van de onder A. genoemde commis
sie ir. S. L. Louwes te 's Gravenhage.
Herbenoemd tot lid der kamer van toezient
over de notarissen en candidaat-notarissen te
's Gravenhage: J. G. Lijbering, inspecteur der
registratie en domeinen te 's Gravenhage.
By K. B. van 18 December 1937 is benoemd
tot kantonrechter-plaatsvervanger in het kan
ton Amsterdam mr. F. C. Cremer, wonende te
Amsterdam; is benoemd tot kantonrechter
plaatsvervanger in het kanton Schiedam D.
Bakker, ontvanger der registratie en domeinen
te Schiedam.
By beschikking van den minister van Finan
ciën is aan J. R. Tyssens, gewezen directeur der
directe belastingen, enz. te Groningen en C. E
de Jonge, directeur der registratie en domeinen
te Middelburg, op verzoek eervol ontslag ver
leend resp. als lid, tevens onder-voorzitter en lid
van de byzondere commissie voor georganiseerd
overleg voor de ambtenaren der directe belas
tingen enz. en der registratie enz., beiden on
der dankbetuiging voor de als zoodanig bewezen
diensten; is P. C. Liftenberg, directeur der di
recte belastingen enz. te Breda, plaatsvervan
gend lid van bedoelde commissie, benoemd tot
lid, tevens onder-voorzitter, van die commissie;
is P. K. Sjollema, directeur der registratie en
domeinen te 's-Gravenhage, plaatsvervangend
lid van bedoelde commissie, benoemd tot lid
van die commissie en is A. G. F. Kniphorst,
directeur van 'sryks belastingen te Groningen,
benoemd tot plaatsvervangend lid van die
commissie.
ia
t 'oor de Crawfords beduidde dit den finan
ciën ondergang. Mrs. Crawford kon geen en-
j,®'e(n) pensionnair(e) meer krijgen, nadat dit
l^end werd. Zij verhuisde dus naar Londen,
aar het natuuriyk armoeiyden werd voor haar
11 haar dochtertje.
•Mr. Gifford had zyn bezit immers vermaakt
John Orde, zyn vrouw en kind, en eerst by
Ah dood aan Mr. Rivers. Maar de dood van
eh van de Orde's was nog bewezen.
HOOFDSTUK X
(j.^ertien jaar verliepen er, zonder dat er iets
ponders voorviel op Eikenzicht.
hiUp de Brath was kapitein op een koop-
am nooit in Engeland
kiw?er op het landgoed aan te gaan, en bracht
v ue Draui was
k 'hiijschip; hy kwi
k
«0 tbare geschenken mee uit de verre landen,
e hij bezocht.
Hy was nu een man van acht en twintig,
evenzeer bemind door degenen, die boven hem
stonden, als door zijn ondergeschikten. Er wa
ren twee aanslagen op hem gepleegd: een in
Londen en een in Australië. Er waren naar de
firma anonieme brieven gezonden, waarvan zy
geen notitie nam, maar waar zij Philip voor
waarschuwde. Toch had hij nóóit, nóch aan
land, nóch ter zee het bleeke gezicht van Smith
weer gezien.
Claud was tot een edelen jongen man opge
groeid. Hij had een groote voorliefde voor rei
zen en trekken, misschien wel gewekt door zijn
vriendschap voor Philip, want vóór zijn acht en
twintigste jaar had hij al een groot deel van
Azië en Afrika bezocht.
Misschien zou hy zijn grootmoeder niet zoo
veel alleen hebben gelaten, als zy in het geheel
geen gezelschap had gehad. Maar dit was niet
zoo. zy had de laatste jaren gezelschap gekre
gen van Amy Delville, het patiëntje, waar dok
ter Selwyn indertijd naar informeerde. Mrs. Del
ville was gestorven en Amy was door haar vader
gedurende eenigen tüd onder de hoede van Mrs.
Munro gesteld. Later was zy nog een paar jaar
in een Fransch klooster op kostschool gedaan
en na den dood van haar vader, wiens eenige
erfgenaam zy was, kwam zy voor goed op Eiken-
zicht.
Amy was op haar negentiende jaar een aller
liefste blondine, die er nog jonger uitzag, dan
zy was.
Op het oogenblik was Claud Dacre in Egypte,
Philip de Brath op den Indischen Oceaan en
Mrs. Munro was met haar pupille op Eiken-
zicht.
De oude dame was ziek geweest en mocht nog
niet uit. Ze lag dus op een rustbank en keek
naar buiten, vanwaar Amy nu binnentrad met
een bouquette lelietjes in de hand.
Ze boog zich over Mrs. Munro heen en sprak
teeder:
„Kijk eens, Oma, ik heb enkele van uw lieve
lingsbloemen meegebracht, maar de geur zal
toch niet te sterk voor u wezen?"
,Neen, dat geloof ik niet. Die geur wekt juist
zulke teedere herinneringen in mij! Maar waar
ben je geweest, lieve?"
„Daar ginds bij de beek. Het is er zoo heer
lijk koel onder de boomen. Zou u niet eens daar
heen gerold willen worden in uw stoel, Oma?"
„Och, kindje, ik voel maar al te zeer, dat ik
vreeselijk saai gezelschap voor je ben. Heusch,
Amy, als je Claud niet trouwen wilt, dan moet
ik er wel over denken, om een jonge dame hier
by je te vragen."
„Maar, Oma-lief, ziet u dan niet in, dat hy
my evenmin lief heeft als ik hem? Hij vindt
my misschien wel aardig en heeft mij dan ook
wel gevraagd de zyne te worden, maar dit meer
uit een soort plichtsgevoel tegenover u. Maar
hy weet niet, wat liefde is! Dit zie ik in zyn
blik en hoor het aan zyn stem." En terwyi zij
dit zei, bloosde zij diep.
„Je spreekt met kennis van zaken, kindje! Hoe
heb je die symptomen van liefde leeren ken
nen?"
„In de mannen, die ik afgewezen heb," ant
woordde Amy met grooten nadruk. „In dien
armen Mr. Forrester; in kapitein Burdon....
Maar als u my nu waariyk zoo graag gezelschap
wilt geven, mag ik dit dan zelf kiezen?"
„Zeker!" zei Mrs. Munro verrast. „Als je
iemand weet!"
„Nu, er was op kostschool zoo'n aardig meisje:
Marie Trouville Trovata noemden de nonnetjes
haar. zy is het liefste kind, dat ik ooit gekend
heb en als zy niet den sluier aanneemt, dan
moet zij onderwijzeres worden, want zij is arm."
„Is zij van adellijke afkomst?"
„Ik geloof het wel, maar er is iets geheimzin
nigs aan haar. Zij werd in het klooster gebracht
door eenige visschers, met een brief van aan
beveling voor de Moeder Overste by zich en
waar tegelijk bankpapier inzat voor haar kost
geld voor een jaar. Ze hebben nooit meer van
haar vrienden gehoord en ze is sedert dien tijd
in het klooster gebleven."
„Weten ze haar familienaam?"
„Neen, in den brief stond zij enkel maar ge
noemd als „Marie," dus noemden ze haar „Trou
ville," naar de plaats waar zij vandaan gebracht
werd. Het is een schat van een kind, Oma, en
ik ben dol op haar! Zij is zoo knap en zoo lief
en zingt overheerlyk. O, ik zou dolbly zyn, als
zy by my mocht komen!"
„Ja? Nu, schryf dan onmiddellyk aan de Moe
der-Overste, of Miss Trouville bij je mag komen
en wat haar voorwaarden zijn."
By de deur keerde zij zich nog even om en
zei met een ondeugend glimlachje:
„Dank u wel, Oma. Ik zal dadelyk schryven."
„Maar ik moet u nog even waarschuwen, Oma,
dat Marie echt een schoonheid is! U zult toch
niet bang zijn, dat ze mij verdringt tegenover
Claud?"
„Daar hoef je niet bang voor te zijn, kindje!
Claud is veel te trouw van aard. Maar als je
van jouw kant eenigen twyfel koestert, bezin je
dan nog eerst eens goed!"
„O, neen, Oma! Marie is de eerlykheid in per
soon!" En Amy snelde heen, om den brief te
schryven.
HOOFDSTUK XI
Amy's brief werd zeer gunstig beantwoord
door de Moeder Overste: Mademoiselle Trou
ville had geen roeping getoond, om in het kloos
ter te gaan en daar zij dus toch een wereldsche
loopbaan zou volgen, was het de Moeder Over
ste zeer aangenaam, dat zy mademoiselle Del
ville nog van dienst zou kunnen zijn. De voor
waarden werden aan Amy overgelaten, doch de
reis van mademoiselle Trouville moest vergoed
worden.
Mrs. Munro beantwoordde dezen brief zelf en
stelde voor tachtig pond per jaar voor de jonge
dame.
Amy was in de wolken! Marie zou de kamer
naast de hare krygen en het vriendinnetje liet
er zooveel nieuwe meubelen brengen, dat Mrs.
Collins, Amy's kamenier, er jaloersch op
werd.
Die Mrs. Collins was een eigenaardige per-
soonlykheid; zy had lang geen makkelyk hu
meur en zag er ook niet vriendelyk uit. Maar
Amy had meelyden met haar, omdat zy van
zeer goede familie was en totaal geen middelen
bezat, waardoor zy zich dus wel verplicht zag,
in eigen onderhoud te voorzien. Zy schreef een
dat die nu een nieuwe gezelschapsdame zou
goede hand, kon uitstekend boekhouden, sprak
vry wel Fransch, maar had een gemelijk hu
meur. Toch was ze zeer aan Amy gehecht en
hebben in Miss Trouville, beviel haar in het ge
heel niet.
Mrs. Munro was nog niet genoeg hersteld, om
de logée mee af te halen. Zoodoende ging Miss
Delville alleen naar het station.
De ontmoeting was allerhartelijkst en onwil
lekeurig spraken de meisjes Fransch, de taal,
die zij op school hadden gebruikt.
Op dat oogenblik trad er een heer naderby,
die vroeg:
„Zeg, Amy, wil je my niet eens groeten?"
„O, maar Claud!" riep zy verrast. „Wie kon
nu ook verwachten, jou hier te zien, maar ik
ben heel bly, want je grootmoeder is nog altyd
sukkelend en heeft verbazend naar je verlangd!"
„Ik ben dan ook dadelijk gekomen op het
laatste schryven van je. Maar hoe kom je nu
zoo aan het station?"
„Ik kwam myn vriendin afhalen, Miss Trou
ville, die zoo juist aangekomen is. Wacht, ik
zal je even aan elkaar voorstellen: Mr. Dacre
Miss Trouville."
Claud boog en keek eenigszins verbaasd naar
de vreemde kleeding van het jonge meisje.
„Je gaat toch natuuriyk met ons mee naar
huis, Claud?" vroeg Miss Delville.
(Wordt vervolgd.)