De leerlingenschaal wordt
niet verlaagd
De Roemeensche verkiezingen
Crisisinvoerwet
HET EEUWIGE RIJK
ER IS GEEN GELD
BESCHIKBAAR
LIBERALISME WANKELT
DONDERDAG 23 DECEMBER 1937
TWEEDE KAMER
De verbetering moet wachten,
totdat de financieele toe
stand deze duldt
Een kwestie van
kabinetspoli tiek
Leerlingenschaal
Kamer teleurgesteld
Kunsten en Wetenschappen
EEN HOND VEROORZAAKTE
BRAND
Groote schuur met tuinbouw-
gereedschappen in lichter laaie
Ook een garnizoen te
Roermond
Legering van een bataljon
infanterie
Vrachtschip gestrand
Een Engelse he kolenboot?
Weer vlot
INVOER VAN KUNSTZIJDE
DRADEN
EERSTE KAMER
Wetsontwerp tot wijziging
aangenomen
Langdurige debatten
DE A.V.R.O. GAAT UIT
BREIDEN
Groote schade door
noodweer
Honderden padivelden
overstroomd
CONVERSIELEENING
ROTTERDAM
f 23.400.000 3Pc*- obligatiën
tegen den koers van 100% pet.
Staatsinrichting M. O.
Likeurstokerij De Wildeman
Amsterdam
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Groeiend fascisme
Duitsch journalist in
Oostenrijk vervolgd
Wegens het schrijven van
tendentieuze artikelen
Politiek conflict in
Polen
Oneenigheid in de militaire com
missie van den Landdag
Werkloosheid in de
V. S. neemt toe
Den Haag, 22 December 1937.
Met alleszins begrijpelijke belangstelling
is de Tweede Kamer-vergadering van he
denavond te gemoet gezien: thans zou mi
nister SLOTEMAKER DE BRUïNE aan het
woord komen om aan de Kamer mede te
deelen, of, en zoo ja, hoe een oplossing ge
vonden zou kunnen worden tot overbrug
ging van het verschil van meening tussehen
den minister en een duidelijke, belangrijke
Kamermeerderheid op het stuk van al dan
niet verbetering der leerlingenschaal.
's Ministers antwoord is over heel de
linie onbevredigend geweest en ver
schillende fracties hebben haar teleur
stelling niet onder stoelen of banken
gestoken. De katholieke fractie deed in
tweede instantie niet meer van haar
standpunt blijken, wat ook niet noodig
was, daar de heer Suring in eersten
termijn namens de fractie uitdrukke
lijk verklaard had, dat de verbetering
der leerlingenschaal dringend noodig
werd geoordeeld en niet onbetaalbaar
behoefde te heeten, terwijl aan een
motie er werd trouwens geen enkele
motie ingediend geen steun zou wor
den verleend, daar een motie overbodig
was.
Intusschen zit de minister van Onderwijs
thans in het Kabinet, wetende, dat zijn per
soonlijk beleid, vooral ten aanzien van de leer
lingenschaal, de goedkeuring der Kamermeer
derheid niet wegdraagt en dat de Kamer het
allicht bij het uitspreken van haar groote te
leurstelling zal laten alleen bij de gratie van het
feit, dat de leerlingenschaalkwestie tot Kabi-
netspolitiek is gemaakt, terwijl de katholieke
fractie dit Kabinet, met zulke eminente andere
'ministers, niet naar huis wil zenden.
De minister ving zijn antwoord-rede aan met
te herinneren aan enkele onderwijsverbeterin
gen, welke hij, ondanks den precairen financiee-
len toestand, had Weten te bereiken. Hij meen
de waarlijk niet ongevoelig geweest te zijn voor
de nooden der werklooze onderwijzers; ten
eerste-zijn de onderwijzers betrokken in de ca-
pitulantenregeling; ten tweede heeft de minis
ter aan Burgemeester en Wethouders per cir
culaire verzocht, de noodige aandacht te schen
ken aan den nood der werklooze onderwijzers;
ten derde is op de begrooting een bedrag van
f 45.000 uitgetrokken ten gunste van technische
scholing van werklooze onderwijskrachten; ten
vierde zijn er achttien kweekscholen gesloten
of van haar subsidie beroofd om het aantal
Werklooze onderwijzers niet nog te vergrooten;
en ten vijfde had de minister toch zeker aan
dacht geschonken aan de werkverruiming voor
Werklooze onderwijzers.
Dank zij mijn medewerking zoo betoogde
de minister verder wordt reeds ruimschoots
gebruik gemaakt van de wettelijke mogelijkheid
(Art. 56, 2e lid Lager Onderwijswet) om de
benoeming van een onderwijskracht méér toe
te staan óók als de grens van het leerlin
genaantal naar boven nog niet bereikt is
indien bepaalde omstandigheden zulks noodza
kelijk maken.
Zeer nadrukkelijk moest de minister vervol
gens afwijzen het door den heer Tilanus aan
bevolen plan, om aan kweekelingen met akte
een maandelijksche vergoeding van b.v. 50
toe te kennen; hij mocht aan het bezoldigings
besluit niet nog een klasse van bezoldigden toe-
Voegen.
Ten aanzien van de verbetering der leer
lingenschaal was de minister al niet toe
schietelijker.
De geldnood gaf den doorslag: had de
heer Suring berekend, dat de aanstelling
van 4000 nieuwe onderwijzers bij een leer
lingenschaal L. O. van 3545, althans op
deze begrooting, niet meer dan f 3'/, mil-
lioen zou vergen, de minister hield vol,
dat deze aanstelling op den duur zeker
8 millioen per jaar zou kosten, in ieder
geval een aantal millioenen, en die mil-
lioenen waren er niet!
De verbetering der leerlingenschaal wilde
spr. wel „zeer gewenscht" noemen, zoowel
voor het onderwijs zelf als voor de Werk
looze onderwijzers.
In de Troonrede was het „zeer gewenschte"
trouwens reeds erkend, evenals bij de Alge-
hieene Beschouwingen door den minister van
financiën.
Maar onderscheid is er in het Kabinet (de be
windsman legde telkens den nadruk op dit
Woord) gemaakt tussehen „onvermijdelijk" en
„zeer gewenscht"; voor onvermijdelijke uit
gaven was geld „gevonden", voor zeer ge
wenschte iet; onvermijdelijk waren uitgaven
Voor de defensie, alsook enkele millioenen-uit-
Baven van sociaal-economischen aard. Zeer ge
wenscht zijn geacht de verbetering van de
ouderdomsvoorziening en de verlaging der leer
lingenschaal, wat dus beteekent, dat er geen
Belden voor beschikbaar zijn; alleen, wanneer
"het naakte leven van het land of van het indi-
vidu er mee gemoeid is", kan het Kabinet het
ePitheton „onvermijdelijk" toelaten.
ue verDeienng aer leerlingenschaal
zal dus moeten Wachten, totdat de fi
nancieele toestand deze duldt en wan
neer dit tijdstip aangebroken zal zijn,
moet de Regeering beslissen.
Zoodra verbetering mogelijk wordt
geacht, zal deze in het eerste gelid
staan, maar ook dan zal men zoo wei
nig mogelijk vèr gaan, om te voorko
men, dat de maatregel later weer te
ruggenomen moet worden.
Na deze weinig opwekkende, perspectieflooze
antwoordrede deed de Kamer in velerlei toon
aarden van haar begrijpelijk groote teleurstel
ling blijken.
Tot de sprekers, die deze Kamerstemming
vertolkten, behoorde zelfs de heer OUD (V.D.),
die den minister bij het vorig treffen toch zoo
welwillend tegemoet getreden was. Hij verweet
den minister, dat deze zich houdt alsof tussehen
8 millioen enniets, heelemaal niets gele
gen is, zóó, dat zelfs geen excessen uitgesneden
zouden kunnen worden.
De heer THIJSSEN (S.D.A.P.) legde den na
druk op de meerderheid der Kamer tegen de
afwijzing der verbetering. De minister kent
dus het oordeel der Kamer en een motie zou er
vanwege de S.D.A.P. dan ook niet komen.
De heer VOS (V.B.) hield eveneens een motie
achterwege, en wel, omdat hij den minister, die
een besluit van het Kabinet uitvoert, niet alléén
wilde treffen.
Een motie zou trouwens niet aangenomen
zijn, wijl de katholieken verklaard hebben, hun
stem daaraan niet te zullen geven.
Het is voor minister Slotemaker de Bruine,
die zelfs van den heer TERPSTRA (A.R.) het
verw'ijt te hooren kreeg, dat hij nu nog niet
eens weet, hoeveel werklooze onderwijzers er
wel zijn, voorzeker geen goede avond geweest.
Ofschoon hij thans wel voorzien kan, dat zijn
begrooting geen ernstig gevaar dreigt, zal hij
na de gevoerde debatten zichzelf bezwaarlijk
voldoening daarover kunnen toe-suggereeren;
de Kamer is geweken voor het Kabinet, niet
voor den Onderwijs-minister, noch voor diens
argumentatie.
Bij de behandeling der afdeeling Kunsten en
Wetenschappen heeft o.a. het woord gevoerd de
heer MOLLER (R.K.), die de klacht uitte, dat
de Regeering daadwerkelijk te weinig belang
stelling toont voor de Kunst, en dat b.v. in den
Tentoonstellingsraad het kunstenaars-element
sterker vertegenwoordigd behoorde te zijn. Ook
wettelijke bescherming van den architecten-
ütel liet nog steeds op zich w'achten.
Verschillende sprekers kwamen nog op voor
meer plaatselijke, zij het uiteindelijk ook natio
nale monument- en kunst-belangen.
Met dat al werd er echter niet genoeg gere
devoerd, want.... het wachten was op minister
Steenberghe, die in de Eerste Kamer zich on
ledig hield met aanhooren van veel pro en
contra in verband met het thans hier behan
delde wetsontwerp tot wijziging van de Crisis-
invoerwet en de verdediging van zijn beleid
daaromtrent. De Senaat scheen den minister
zelfs om elf uur nog niet te kunnen missen en
toen kon de avond-voorzitter, de heer Smeenk,
den duur der vergadering toch heusch niet lan
ger rekken. Ten einde raad schorste hij de ver
gadering tot middernacht, maar ook. toen was
minister Steenberghe nog niet verschenen en
zónder hem kon toch bezwaarlijk het ministe-
rieele antwoord op de debatten over de begroo
ting van het Landbouwcrisisfonds geleverd wor
den!
Te kw'art na twaalf was het geduld aan deze
zijde van het Binnenhof uitgeput en werd de
vergadering, gezien de nog te verwachten wel
sprekendheid, al te vroegtijdig gesloten.
Na de middagpauze van de morgen reeds te
11 uur aanvangende vergadering zal over de
begrooting van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen gestemd worden.
In een groote houten schuur, toebehoorende
aan den tuinder J. Ottenhoff, staande aan den
Langen Muiderweg te Weesperkarspel, is Woens
dagavond door niet-alledaagsche oorzaak brand
ontstaan. De eigenaar van de schuur, waarin tal
van broeiramen en tuinbouyvgereedschappen ge
borgen waren, was bezig hooi van den zolder
naar beneden te werpen, omdat de, eveneens
in de schuur verblijf houdende, hit gevoederd
moest worden. Op een gegeven oogenblik sprong
de hond, die zich in de schuur bevond, op een
muis af met het gevolg, dat een petroleum
lampje dat op een kist stond, met die kist om
viel en in het hooi terecht kwam, zoodat de
vlammen onmiddellijk om zich heen grepen.
De eigenaar wist nog tijdig in veiligheid te
komen en ook den hit uit de schuur te halen,
voor de vlammen het dier bereikt hadden. Toen
de Weesperkarspelsche auto-brandspuit onder-
leiding van den opperbrandmeester H. Otten ar
riveerde, stond de schuur, welke van hout was
opgetrokken, in lichter laaie en de vlammen
hadden zich al een weg gebaand door het pan
nendak, zoodat zij op verren afstand zichtbaar
waren. Met twee slangen op de motorspuit
werd het vuur krachtig bestreden. De geheele
inhoud van de schuur ging in de vlammen op.
Wel is de tuinder verzekerd, doch hij had on
langs het verzekerd bedrag laten verminderen,
zoodat het zeer de vraag is, of de schade ge
dekt is.
Naar wij vernemen, is in beginsel besloten,
dat' te Roermond een bataljon infanterie, groot
Vierhonderd man, alsmede de regimentsstaf,
bestaande uit tien man, in garnizoen zullen
komen.
De gemeenteraad van Roermond heeft, in een
Woensdagavond gehouden besloten zitting, het
besluit genomen aan deze vestiging zijn goed
keuring te verleenen en den grond voor de ka
zerne en het kazerne-terrein gratis ter beschik
king van het rijk te stellen.
Maandag zal de raad in openbare vergadering
bijeenkomen ter nadere behandeling van dit
punt.
Over de plaats waar de kazerne zal komen
duren de besprekingen voort.
Vanochtend half tien is tengevolge van den
mist een Nederlandsch vrachtschip, waarvan de
naam nog niet bekend is, een kilometer ten
noorden van Egmond aan Zee gestrand. Een
reddingboot is ter assistentie uitgevaren.
Naar wij nader vernemen, is het vanmorgen,
tengevolge van mist, ten noorden van Egmond
gestrande schip vermoedelijk de Engelsche ko
lenboot „Gateshead", op weg van New Castle
naar Amsterdam.
Eenige sleepbooten van het bureau Wijsmuller
zijn ter assistentie vertrokken.
Betreffende het stranden van de „Gateshead"
wordt nog gemeld:
De roeireddingboot van de N.Z.H.R.M. die te
Egmond gestationneerd is en de motorredding
boot „Neeltje Jacoba" van IJmuiden hebben
hun diensten aangeboden.
Er bestond geen gevaar voor de opvarenden,
zoodat de bemanning niet van boord behoefde
te gaan.
Twee sleepbooten van de firma Wijsmuller
hebben een verbinding met de „Gateshead" tot
stand gebracht en het schip om ongeveer 12 uur
vlot gesleept.
Het scip werd vanavond nog te Amsterdam
verwacht.
De Hollandsche Kunstzijde-Industrie gaat van
het vermelde vonnis in kort geding, waarbij de
gevraagde uitvaardiging van een invoerverbod
van kunstzijdedraden uit Frankrijk is gewei
gerd, in hooger beroep bij het Gerechtshof te
's-Hertogenbosch.
DEN HAAG, 22 December 1937.
Terwijl de Tweede Kamer vanavond met
smart op minister Steenberghe wachtte om
uit diens mond de verdediging van zijn
beleid betreffende het Landbouwcrisisfonds
te vernemen, had deze minister het op een
allerjoviaalste, maar niettemin scherpe
manier met een deel van den senaat aan
den stok.
Voorspoedig kwam het wetsontwerp betref
fende een suppletoire begrooting van Buiten-
landsche Zaken in verband met de internatio
nale controle tot het tegengaan van toevoer
van wapentuig en vrijwilligers naar Spanje,
alsook dat betreffende wijziging van de Mo
torrijtuigenbelastingwet en van de wet tot in
stelling van een Verkeersfonds, speciaal met
het oog op de belangen der tertiaire wegen
(waarvoor in het vervolg 'n groot deel der in
komsten van het Verkeersfonds ter beschik
king zal komen) op de door de Regeering ge
wenschte bestemming.
Met het ontwerp tot wijziging der crisis-in-
voerwet ging het echter minder vlot.
Het blijkt wel, dat een vrij rücksichtslose
vrijhandelsgeest ondanks alle jongere ge
schiedenis, welke leert, dat zekere bakens, zij
het misschien ook tijdelijk, te goeder ure ver
zet moeten worden nog diep leeft bij velen,
ook bij velen van hen, die toch waarlijk wel
gelegenheid gehad hebben, leering te putten
uit de lessen der internationale handelsgeschie
denis van de latere jaren.
Eerste Kamer-fracties zijn zoowaar uiteen
gevallen uit verschil van meening over deze
aangelegenheid van (actieve) handelspolitiek.
Vrees voor protectie spookte er rond in de
senaats-zaal; de heeren VAN EMBDEN (V. D.),
TER HAAR (C. H.) en DROOGLEEVER FOR-
TUYN (V. B.) gaven er uiting aan, evenals de
heer POLLEMA (C. H.), die echter de conces
sie gaf, dat hij niet tegenstemmen zou.
Pogingen om het protectie-spook voor 'de
protectie-vreesachtigen uit de Kamer te doen
verdwijnen, werden dapper aangewend door de
heeren EILOMJOUS (R. K.) en DIEPENHORST
(A. R.) en naar onze meening zijn deze spre
kers er uitmuntend in geslaagd, overtuigend
te bewijzen, dat de „politiek van de leege
hand" thans geen kans op succes meer heeft,
doch dat ook wanneer deze wet uitgevoerd
wordt van protectie nog geen sprake be
hoeft te zijn. Na de totstandkoming van de
Clearingwet, de Retorsiewet en een wijziging
der Crisisinvoerwet heeft minister Verschuur
indertijd het trio Jan Salie, Pietje-kijk-in-de-
lucht en Lamme Goedzak dood verklaard, maar
de protectie-beangstigde senatoren schijnen
deze luitjes weer te willen doen herleven,zei
de heer Diepenhorst.
Minister STEENBERGHE heeft in een for-
.sche en toch vol gratie voorgedragen rede de
mérites van dit wetsontwerp belicht en bezwa
ren daartegen afgewezen.
Ook thans weer moest hij in het licht stel
len, dat voor „protectie" geen vrees behoeft te
bestaan, maar dat wij uit noodzakelijke zelf
verdediging meer dan ooit uitbreiding van
ons onderhandelingsarsenaal noodig hebben.
„Stelt u de gezichten van de onderhande
laars, b.v. in Berlijn, eens vóór.," zoo zeide de
minister, „als onze onderhandelaars daar bin
nenkomen, nadat in het Nederlandsch parle
ment een wet als deze is afgestemd!"
Wij vreezen, dat minister Steenberghe, on
danks zijn sterk betoog, niet veel (of geen)
verstokte zondaars bekeerd heeft: het ontwerp
werd aangenomen met 19 tegen 7 stemmen.
Tegen stemden de V. D., de N. S. B„ de heer
Ter Haar en enkele liberale heeren.
Naar wij vernemen, zal de A.V.R.O. de front-
breedte van haar gebouwen aan den 's-Gra-
velandscheweg te Hilversum van 80 Meter tot
125 Meter verlengen. De oude villa op den hoes
van dezen weg en van het Melkpad zal worden
gesloopt. Op die plaats zal een nieuw gebou
wencomplex verrijzen, met het doel de A.V.R.O.
een aantal omroeplokaliteiten te bezorgen ten
dienste van haar talrijke orkesten.
Er wordt een tweede groote zaal gebouwd,
die dezelfde afmetingen zal hebben als die, welke
aan den Hooge Naarderweg is gelegen. Boven
dien zal er op die plaats een nieuwe studio voor
de dansmuziek worden gebouwd, waarbij de
hoofdafmetingen en de acoustische afwerking
zullen worden gekozen op voorbeeld van de stu
dio's der B.B.C. in Mayda Vale in Londen.
Aangezien met dezen bouw eerst midden 1938
kan worden begonnen, zal de A.V.R.O., als een
afzonderlijk onderdeel van de nieuwe plannen,
beginnen met een uitbreiding van de recreatie-
en garderoberuimten in de tegenwoordige studio.
De architecten Merkelbach en Karsten die
ook de studio hebben ontworpen zijn reeds
met de uitwerking der nieuwe bouwplannen be
gonnen.
PADANG, 23 Dec. (Aneta) Alahanpandjang
en omgeving is geteisterd door een zwaren, lang
aanhoudenden regen, gepaard gaande met sterke
windstooten. Doordat de rivier buiten haar
oevers trad, zijn honderden padivelden, welke
reeds met rijpe padi stonden, overstroomd, een
groote hoeveelheid padi is verloren gegaan. Op
vele plaatsen hadden aardstortingen plaats. De
bevolking heeft over het algemeen veel schade
geleden.
De groote weg van Marapalam naar Fort van
de Capellen is op verscheidene plaatsen door
aardstortingen voor het verkeer gestremd.
De gemeente Rotterdam geeft uit f 23.400.000
nominaal pet. obligatiën, conversieleening
3% pet. leening 1938, in stukken van f 1000 en
f 500, tegen den koers van 100(4 pet.
De gemeente heeft van de openbare inschrij
ving uitgesloten nom. f 600.000 obligatiën, zijnde
het bedrag der aflossing 1938, alsmede nom.
f 100.000 obligatiën ten behoeve van het Pen
sioenfonds R. E. T. M.
De inschrijving op deze f 22.700.000 nominaal
3% pet. obligatiën is opengesteld op Maandag 3
Januari 1938, bij de Rotterdamsche Bankveree-
niging N. V., Nederlandsche Handel-Maat
schappij, N.V., De Twentsche Bank N.V., Atn-
sterdamsche Bank N.V., Incasso-Bank N.V.
Lippmann, Rosenthal en Co., R. Mees en Zoo-
nen en Pierson en Co. bij hun kantoren te Rot
terdam, Amsterdam en 's-Gravenhage, voor zoo
ver in deze plaatsen gevestigd.
's GRAVENHAGE. Geslaagd: Rijk Stigter en
G. W. Stinis, beiden te 's Gravenhage.
Ofschoon de resultaten van de algemeene
verkiezingen, die Maandag j.L in Roe
menië hebben plaats gehad, nog niet in
vollen omvang bekend zijn en er zullen ver
moedelijk nog wel een paar dagen verloopen
vóór de officieele cijfers gepubliceerd kunnen
worden toch is reeds thans duidelijk, dat
de partij, die op het oogenblik regeert, die der
liberalen, een nederlaag geleden heeft. Dat wil
niet zeggen dat de liberalen en het kabinet-
Tatarescoe morgen de teugels van het bewind
uit handen zullen moeten geven. De merkwaar
dige Roemeensche kieswet stipuleert, dat de
partij, die 40 pet. van het aantal uitgebrachte
geldige stemmen verwerft, niet alleen op de
helft van het aantal zetels in de volksverte
genwoordiging beslag legt, maar bovendien
meedeelt in de toewijzing van de andere helft
Als dus de liberalen, die, naar men meent, iets
meer dan de noodzakelijke 40 pet. der stem
men hebben weten te halen, straks in het Par
lement over een meerderheid zullen beschik
ken, die zóó groot is, dat de oppositie-partijen
practisch machteloos zijn, beteekent dat niet
dat de samenstelling der volksvertegenwoordi
ging een getrouw beeld geeft van de overtui
ging der kiezers. Dat de regeering over een
meerderheid in het Parlement beschikt, wil in
geenen deele zeggen dat zij ook de meerder
heid van het Roemeensche kiezersvolk achter
zich heeft. Zij kan regeeren, zonder het ver
trouwen des volks te hebben. Ieder begrijpt on
middellijk dat dit enkele feit niet alleen de
kieswet veroordeelt, maar ook tot misverstan
den en zelfs gevaarlijke botsingen leiden kan,
als de oppositie zich bij den op bovenstaande
wijze verkregen verkiezingsuitslag niet wenscht
neer te leggen.
De thans gehouden verkiezingen hebben ae
positie van de liberale regeering allerminst ver
sterkt. De cijfers toonen aan dat de aan het
bewind zijnde partij alleen op de vereischte
40 pet. der stemmen beslag heeft weten te leg
gen, omdat zij over het geheele administratieve
raderwerk beschikt. Als men bedenkt, dat het
vaststaat, dat de regeerende partij zich bij
verkiezingen altijd een meerderheid verschaft,
moet een overwinning, die van een enkel per
cent afhangt, voor die partij eerder een ne
derlaag dan een victorie heeten. (Volgens een
heden ontvangen Havas-bericht zou de libe
rale partij niet eens de 40 procent gehaald heb
ben). De Nationale Boeren, die onder leiding
van Manioe ter stembus trokken, legden op bij
na een vierde deel van het aantal uitgebrachte
stemmen beslag, de „IJzeren Garde", die zich
aandiende onder den naam van „Alles voor het
Vaderland" werd door 16 pet. der kiezers uit
verkoren, de anti-semieten van Coeza en de
Christelijk-Nationalen van Goga door 8 pCt.,
en de dissidente liberalen, die zich onder de
vaan van Georges Bratianoe geschaard heb
ben, door 6 pet. De rest der stemmen was over
verscheidene kleinere partijen verdeeld.
Dat de verkiezingscampagne met groote
felheid gevoerd is de telegrammen
van de laatste dagen hebben het ons
in bijzonderheden verteld. In verscheidene
plaatsen is het tot botsingen gekomen; in de
Boekowina waren, na een bloedig treffen, doo-
den en gewonden te betreuren. De omstandig
heden, waaronder de laatste ministerieele crisis
opgelost werd, werkten er allerminst toe mee
de gemoederen tot grooter kalmte te brengen.
Men herinnert zich dat Koning Carol, na het
aftreden van het kabinet-Tatarescoe, aan Mi-
halatsje, een der leiders van de Nationale Boe
renpartij, de formatie van het nieuwe ministe
rie aangeboden had, onder de uitdrukkelijke
voorwaarde evenwel, dat deze zich van de me
dewerking van Vaida Voivode, die eenige jaren
geleden de Nationale Boerenpartij verlaten
heeft, verzekeren zou.
De leiders der Nationale Boeren achtten deze
voorwaarde volstrekt ontoelaatbaar, wijl de
eonstitutioneele regel wil, dat een kabinets
formateur zijn medewerkers vrijelijk volgens
zijn overtuiging, en rekening houdende met de
bestaande politieke omstandigheden en moge
lijkheden, moet kunnen kiezen. Daar samenwer
king met Vaida Voivode door de leiders der
Nationale Boeren volstrekt onmogelijk geacht
weri-bleef Mihalatsje slechts over de kabinets
formatie te weigeren. Onmiddellijk daarna kreeg
de afgetreden Tatarescoe van den vorst op
dracht zich met de formatie van een nieuw mi
nisterie te belasten, en de liberale leider haast
te zich alle afgetreden ministers, op een en
kelen na, in hun vroegere functies te herstellen.
Dat was in de gegeven omstandigheden wel
licht de eenig-mogelijke oplossing, maar zij had
tot onmiddellijk resultaat een onverzoenlijke op
positie onder de aanhangers der Nationale
Boeren te ontketenen. Manioe stelde zich op
nieuw aan het hoofd van de partij die hij groot
gemaakt heeft en Titoelescoe, die ook persoon
lijke rancunes tegen de regeerende bewindslie
den heeft, stelde Manioe al zijn invloed ter be
schikking.
Méér dan persoonlijke enpartij-belangen
stonden in dezen verkiezingsstrijd op het spel:
de beginselen, waarop een eonstitutioneele mo
narchie gegrondvest is. Tatarescoe beriep er
zich op dat hij het voortdurend vertrouwen van
den Koning had, maar Manioe en de zijnen stel
den daartegenover dat zij het vertrouwen van
het kiezersvolk hadden, van de natie, die in
een democratischen staat ten slotte het laatste
woord spreekt.
De uitslag dezer verkiezingen heeft niet
aangetoond dat Manioe, de Nationale
Boeren en hun medestanders, inderdaad
een meerderheid achter zich hebben, maar wé!
dat de liberalen, zelfs als men gelden laat dat
zij den gröotsten aanhang hebben, evenmin
over een meerderheid beschikken. Als derhalve
straks de liberalen in het Parlement een ver
pletterende meerderheid hebben en de kies
wet-bepalingen verschaffen hun die automa
tisch dan wil dat nog niet zeggen dat Roe
menië geregeerd wordt in overeenstemming met
de wenschen van de kiezers.
Het is duidelijk dat er onder deze omstan
digheden geen sprake van zijn zal dat de oppo
sitie het hoofd in den schoot legt. In de volks
vertegenwoordiging zal zij zich niet kunnen
laten gelden. Derhalve zal zij haar actie in het
land voeren. En wat de resultaten van die
actie zullen zijn laat zich niet voorzien.
De malaise in Roemenië duurt voort. De
verkiezingsuitslag heeft die malaise eerder
grooter dan kleiner gemaakt. Dat de groep van
de „IJzeren Garde" blijkt over een aanzienlijken
aanhang te beschikken, zoo goed als de anti
semieten van professor Coeza en de Christelijk-
Nationalen van Goga, is zeker niet geschikt
den toestand rooskleuriger te maken. Codrea-
noe, de leider der IJzeren Gardisten, heeft on
langs verklaard, dat zijn groep, in geval van
een overwinning, twee etmalen later een al
liantie met Duitsphland en Italië zou aangaan,
„want" voegde hij er aan toe „de IJzeren
Garde is tegen de groote Westersche democra
tieën gekant, zoo goed als tegen de Kleine En
tente, tegen de Balkan-Unie en tegen den Vol
kenbond. Aan de zijde van Rome en Berlijn
zal zij tegen het bolsjewisme optrekken."
Nu is er van een dergelijke omwenteling in de
Roemeensche politiek natuurlijk geen sprake,
noch de liberalen, noch hun tegenstanders, de
Nationale Boeren, zullen voor zulk een „volte-
face" óóit te vinden zijn. Maar dat een betrek-
kelijk-sterke groep, die den steun van andere
kleinere groepen gemakkelijk krijgen kan, zulk
een revolutie nastreeft, draagt er toe bij de on
rust in sterke mate te vergrooten.
Het zal belangwekkend zijn de evolutie van
het politiek gebeuren in Roemenië in de eerst
komende maanden te volgen.
De „Führer" van het nationaal-so-
cialistische Duitschland, Adolf
Hitler, heeft in verschillende
hooggestemde redevoeringen bij herha
ling en met nadruk geprofeteerd, dat
het door hem ter overwinning gevoerde
régime meer dan duizend jaren stand
zal weten te houden. Dit is een stout
moedige profetie, maar of zij ook ver
vuld zal worden, zullen noch Hitier noch
wij kunnen controleeren. Duizend jaren
is een lange tijd. Daarin kan niet
alleen heel wat veranderen, dat momen
teel onwrikbaar en onveranderlijk
schijnt, maar ook heel veel worden ver
geten, dat onvergetelijk gewaand werd.
Hoeveel groote mannen en bewegingen
zijn er in den loop der eeuwen niet ver
dwenen, niets anders achterlatend dan
een slechts voor snuffelende historici en
archivarissen nog vindbaar, meer dan
bescheiden smal inktspoor in een of an
der vrijwel ongelezen document, boek of
paperas? De wet der vergankelijkheid
van al het aardsche heeft niet zelden
heel wat minder dan duizend jaren noo
dig om zich aan onverwoestbaar geacht
menschenwerk te voltrekken. Valt dus
de j uistheid van Hitler's profetie min
stens te betwijfelen, Alfred Rosenberg,
de Rijksleider voor de cuitureele en gees
telijke opvoeding van het Duitsche volk,
heeft zich onlangs tijdens een massa
bijeenkomst van nationaal-socialisten te
Berlijn aan een uitlating bezondigd,
welke eenvoudig belachelijk is.
De bekende „mytholoog" verkondig
de nJ. de volgende mythe:
„Het eeuwige Rijk Duitschland
staat boven alle kerken, godsdiensten en
secten. Wij moeten hieruit de gevolgtrek
king maken, dat instellingen van iederen
aard, die met de heiligste nationale
waarden breken of het ingang doen
vinden daarvan tegen gaan, onze jeugd
niet langer mogen opvoeden. De Duit
sche jeugd kan slechts opgevoed worden
door degenen, die Duitschland gered
hebben en niet door hen, die het aan
zijn lot hebben overgelaten."
Het Babylonische Rijk, het Egyptische
Rijk, Hellas en het Oude Romeinsche
Rijk, het Rijk der Habsburgers en het
Napoleontische Frankrijk zijn alle ten
gronde gegaan. Zal het Duitsche Rijk
dan eeuwig zijn? De stelling, waarvan
Alfred Rosenberg uitgaat, is valsch, om
dat zij de onontkoombare wet der ver
gankelijkheid miskent. Vandaar dat al
zijn daaruit getrokken conclusies onjuist
zijn. Het zal bovendien nog moeten blij
ken of de nationaal-socialisten Duitsch
land wezenlijk gered hebben. Op zeker
niet zwakkere gronden dan Hitier en
Rosenberg hebben Alexander de Groote,
Keizer Augustus, Peter de Groote en
Napoleon I in hun meest triomfantelijke
dagen gemeend hun volk te hebben ge
red en een eeuwig Rijk te hebben
gegrondvest, maar hun uit „bloed en
bodem" gebouwde rijken hebben ten
slotte het lot van den vermetelheidstoren
van Babel niet kunnen ontgaan. Er is
maar één rijk, dat eeuwig en onvergan
kelijk is: het Rijk van Christus, en dat
is niet van deze wereld. Er is maar één,
die met recht en reden en een boven-
menschelijk, want goddelijk gezag kon
zeggen: „Hemel en aarde zullen voorbij
gaan, maar Mijne woorden zullen niet
voorbijgaan." Wie dien Eene en Zijn on
vergankelijke woorden miskent, kan
slechts een rijk stichten, dat meer van
de aarde dan van den hemel is en dus
zeker Christus' woorden niet in duur
zaamheid zal evenaren.
WEENEN, 23 Dec. (Havas). Erwin Stranik,
de Weensche correspondent van het „Berliner
Tageblatt", zal in Januari voor den rechter
moeten verschijnen, om zich te verantwoorden
over artikelen, die tendentieus en als ongun
stig voor de Oostenrijksche regeering worden
beschouwd.
WARSCHAU, 23 Dec. (PAT.) Twaalf le
den van de Poolsche militaire Landdagcommis
sie hebben den voorzitter der commissie, gene
raal Zeligofski, medegedeeld, dat zij weigeren
met hem samen te werken, omdat uit het op
treden van den generaal is gebleken, dat er een
diep verschil van meening tussehen hem en
deze leden bestaat over de rol van maarschalk
Smigly Rydz. Zeligofski heeft onlangs namelijk
critiek geoefend op een circulaire van den minis
ter-president, waarin verklaard werd, dat Smigly
Rydz de tweede man van den staat is.
WASHINGTON, 23 Dec. (Havas). Volgens de
statistieken van het Amerikaansche ministerie
van Arbeid is het aantal werklooaen in Novem
ber met 570.000 toegenomen. Het totaal aantal
werkloozen wordt evenwel niet opgegeven.