De leerlingenschaal wordt niet verlaagd De Roemeensche verkiezingen Crisisinvoerwet HET EEUWIGE RIJK ER IS GEEN GELD BESCHIKBAAR LIBERALISME WANKELT DONDERDAG 23 DECEMBER 1937 TWEEDE KAMER De verbetering moet wachten, totdat de financieele toe stand deze duldt Een kwestie van kabinetspoli tiek Leerlingenschaal Kamer teleurgesteld Kunsten en Wetenschappen EEN HOND VEROORZAAKTE BRAND Groote schuur met tuinbouw- gereedschappen in lichter laaie Ook een garnizoen te Roermond Legering van een bataljon infanterie Vrachtschip gestrand Een Engelse he kolenboot? Weer vlot INVOER VAN KUNSTZIJDE DRADEN EERSTE KAMER Wetsontwerp tot wijziging aangenomen Langdurige debatten DE A.V.R.O. GAAT UIT BREIDEN Groote schade door noodweer Honderden padivelden overstroomd CONVERSIELEENING ROTTERDAM f 23.400.000 3Pc*- obligatiën tegen den koers van 100% pet. Staatsinrichting M. O. Likeurstokerij De Wildeman Amsterdam BUITENLANDSCH OVERZICHT Groeiend fascisme Duitsch journalist in Oostenrijk vervolgd Wegens het schrijven van tendentieuze artikelen Politiek conflict in Polen Oneenigheid in de militaire com missie van den Landdag Werkloosheid in de V. S. neemt toe Den Haag, 22 December 1937. Met alleszins begrijpelijke belangstelling is de Tweede Kamer-vergadering van he denavond te gemoet gezien: thans zou mi nister SLOTEMAKER DE BRUïNE aan het woord komen om aan de Kamer mede te deelen, of, en zoo ja, hoe een oplossing ge vonden zou kunnen worden tot overbrug ging van het verschil van meening tussehen den minister en een duidelijke, belangrijke Kamermeerderheid op het stuk van al dan niet verbetering der leerlingenschaal. 's Ministers antwoord is over heel de linie onbevredigend geweest en ver schillende fracties hebben haar teleur stelling niet onder stoelen of banken gestoken. De katholieke fractie deed in tweede instantie niet meer van haar standpunt blijken, wat ook niet noodig was, daar de heer Suring in eersten termijn namens de fractie uitdrukke lijk verklaard had, dat de verbetering der leerlingenschaal dringend noodig werd geoordeeld en niet onbetaalbaar behoefde te heeten, terwijl aan een motie er werd trouwens geen enkele motie ingediend geen steun zou wor den verleend, daar een motie overbodig was. Intusschen zit de minister van Onderwijs thans in het Kabinet, wetende, dat zijn per soonlijk beleid, vooral ten aanzien van de leer lingenschaal, de goedkeuring der Kamermeer derheid niet wegdraagt en dat de Kamer het allicht bij het uitspreken van haar groote te leurstelling zal laten alleen bij de gratie van het feit, dat de leerlingenschaalkwestie tot Kabi- netspolitiek is gemaakt, terwijl de katholieke fractie dit Kabinet, met zulke eminente andere 'ministers, niet naar huis wil zenden. De minister ving zijn antwoord-rede aan met te herinneren aan enkele onderwijsverbeterin gen, welke hij, ondanks den precairen financiee- len toestand, had Weten te bereiken. Hij meen de waarlijk niet ongevoelig geweest te zijn voor de nooden der werklooze onderwijzers; ten eerste-zijn de onderwijzers betrokken in de ca- pitulantenregeling; ten tweede heeft de minis ter aan Burgemeester en Wethouders per cir culaire verzocht, de noodige aandacht te schen ken aan den nood der werklooze onderwijzers; ten derde is op de begrooting een bedrag van f 45.000 uitgetrokken ten gunste van technische scholing van werklooze onderwijskrachten; ten vierde zijn er achttien kweekscholen gesloten of van haar subsidie beroofd om het aantal Werklooze onderwijzers niet nog te vergrooten; en ten vijfde had de minister toch zeker aan dacht geschonken aan de werkverruiming voor Werklooze onderwijzers. Dank zij mijn medewerking zoo betoogde de minister verder wordt reeds ruimschoots gebruik gemaakt van de wettelijke mogelijkheid (Art. 56, 2e lid Lager Onderwijswet) om de benoeming van een onderwijskracht méér toe te staan óók als de grens van het leerlin genaantal naar boven nog niet bereikt is indien bepaalde omstandigheden zulks noodza kelijk maken. Zeer nadrukkelijk moest de minister vervol gens afwijzen het door den heer Tilanus aan bevolen plan, om aan kweekelingen met akte een maandelijksche vergoeding van b.v. 50 toe te kennen; hij mocht aan het bezoldigings besluit niet nog een klasse van bezoldigden toe- Voegen. Ten aanzien van de verbetering der leer lingenschaal was de minister al niet toe schietelijker. De geldnood gaf den doorslag: had de heer Suring berekend, dat de aanstelling van 4000 nieuwe onderwijzers bij een leer lingenschaal L. O. van 3545, althans op deze begrooting, niet meer dan f 3'/, mil- lioen zou vergen, de minister hield vol, dat deze aanstelling op den duur zeker 8 millioen per jaar zou kosten, in ieder geval een aantal millioenen, en die mil- lioenen waren er niet! De verbetering der leerlingenschaal wilde spr. wel „zeer gewenscht" noemen, zoowel voor het onderwijs zelf als voor de Werk looze onderwijzers. In de Troonrede was het „zeer gewenschte" trouwens reeds erkend, evenals bij de Alge- hieene Beschouwingen door den minister van financiën. Maar onderscheid is er in het Kabinet (de be windsman legde telkens den nadruk op dit Woord) gemaakt tussehen „onvermijdelijk" en „zeer gewenscht"; voor onvermijdelijke uit gaven was geld „gevonden", voor zeer ge wenschte iet; onvermijdelijk waren uitgaven Voor de defensie, alsook enkele millioenen-uit- Baven van sociaal-economischen aard. Zeer ge wenscht zijn geacht de verbetering van de ouderdomsvoorziening en de verlaging der leer lingenschaal, wat dus beteekent, dat er geen Belden voor beschikbaar zijn; alleen, wanneer "het naakte leven van het land of van het indi- vidu er mee gemoeid is", kan het Kabinet het ePitheton „onvermijdelijk" toelaten. ue verDeienng aer leerlingenschaal zal dus moeten Wachten, totdat de fi nancieele toestand deze duldt en wan neer dit tijdstip aangebroken zal zijn, moet de Regeering beslissen. Zoodra verbetering mogelijk wordt geacht, zal deze in het eerste gelid staan, maar ook dan zal men zoo wei nig mogelijk vèr gaan, om te voorko men, dat de maatregel later weer te ruggenomen moet worden. Na deze weinig opwekkende, perspectieflooze antwoordrede deed de Kamer in velerlei toon aarden van haar begrijpelijk groote teleurstel ling blijken. Tot de sprekers, die deze Kamerstemming vertolkten, behoorde zelfs de heer OUD (V.D.), die den minister bij het vorig treffen toch zoo welwillend tegemoet getreden was. Hij verweet den minister, dat deze zich houdt alsof tussehen 8 millioen enniets, heelemaal niets gele gen is, zóó, dat zelfs geen excessen uitgesneden zouden kunnen worden. De heer THIJSSEN (S.D.A.P.) legde den na druk op de meerderheid der Kamer tegen de afwijzing der verbetering. De minister kent dus het oordeel der Kamer en een motie zou er vanwege de S.D.A.P. dan ook niet komen. De heer VOS (V.B.) hield eveneens een motie achterwege, en wel, omdat hij den minister, die een besluit van het Kabinet uitvoert, niet alléén wilde treffen. Een motie zou trouwens niet aangenomen zijn, wijl de katholieken verklaard hebben, hun stem daaraan niet te zullen geven. Het is voor minister Slotemaker de Bruine, die zelfs van den heer TERPSTRA (A.R.) het verw'ijt te hooren kreeg, dat hij nu nog niet eens weet, hoeveel werklooze onderwijzers er wel zijn, voorzeker geen goede avond geweest. Ofschoon hij thans wel voorzien kan, dat zijn begrooting geen ernstig gevaar dreigt, zal hij na de gevoerde debatten zichzelf bezwaarlijk voldoening daarover kunnen toe-suggereeren; de Kamer is geweken voor het Kabinet, niet voor den Onderwijs-minister, noch voor diens argumentatie. Bij de behandeling der afdeeling Kunsten en Wetenschappen heeft o.a. het woord gevoerd de heer MOLLER (R.K.), die de klacht uitte, dat de Regeering daadwerkelijk te weinig belang stelling toont voor de Kunst, en dat b.v. in den Tentoonstellingsraad het kunstenaars-element sterker vertegenwoordigd behoorde te zijn. Ook wettelijke bescherming van den architecten- ütel liet nog steeds op zich w'achten. Verschillende sprekers kwamen nog op voor meer plaatselijke, zij het uiteindelijk ook natio nale monument- en kunst-belangen. Met dat al werd er echter niet genoeg gere devoerd, want.... het wachten was op minister Steenberghe, die in de Eerste Kamer zich on ledig hield met aanhooren van veel pro en contra in verband met het thans hier behan delde wetsontwerp tot wijziging van de Crisis- invoerwet en de verdediging van zijn beleid daaromtrent. De Senaat scheen den minister zelfs om elf uur nog niet te kunnen missen en toen kon de avond-voorzitter, de heer Smeenk, den duur der vergadering toch heusch niet lan ger rekken. Ten einde raad schorste hij de ver gadering tot middernacht, maar ook. toen was minister Steenberghe nog niet verschenen en zónder hem kon toch bezwaarlijk het ministe- rieele antwoord op de debatten over de begroo ting van het Landbouwcrisisfonds geleverd wor den! Te kw'art na twaalf was het geduld aan deze zijde van het Binnenhof uitgeput en werd de vergadering, gezien de nog te verwachten wel sprekendheid, al te vroegtijdig gesloten. Na de middagpauze van de morgen reeds te 11 uur aanvangende vergadering zal over de begrooting van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen gestemd worden. In een groote houten schuur, toebehoorende aan den tuinder J. Ottenhoff, staande aan den Langen Muiderweg te Weesperkarspel, is Woens dagavond door niet-alledaagsche oorzaak brand ontstaan. De eigenaar van de schuur, waarin tal van broeiramen en tuinbouyvgereedschappen ge borgen waren, was bezig hooi van den zolder naar beneden te werpen, omdat de, eveneens in de schuur verblijf houdende, hit gevoederd moest worden. Op een gegeven oogenblik sprong de hond, die zich in de schuur bevond, op een muis af met het gevolg, dat een petroleum lampje dat op een kist stond, met die kist om viel en in het hooi terecht kwam, zoodat de vlammen onmiddellijk om zich heen grepen. De eigenaar wist nog tijdig in veiligheid te komen en ook den hit uit de schuur te halen, voor de vlammen het dier bereikt hadden. Toen de Weesperkarspelsche auto-brandspuit onder- leiding van den opperbrandmeester H. Otten ar riveerde, stond de schuur, welke van hout was opgetrokken, in lichter laaie en de vlammen hadden zich al een weg gebaand door het pan nendak, zoodat zij op verren afstand zichtbaar waren. Met twee slangen op de motorspuit werd het vuur krachtig bestreden. De geheele inhoud van de schuur ging in de vlammen op. Wel is de tuinder verzekerd, doch hij had on langs het verzekerd bedrag laten verminderen, zoodat het zeer de vraag is, of de schade ge dekt is. Naar wij vernemen, is in beginsel besloten, dat' te Roermond een bataljon infanterie, groot Vierhonderd man, alsmede de regimentsstaf, bestaande uit tien man, in garnizoen zullen komen. De gemeenteraad van Roermond heeft, in een Woensdagavond gehouden besloten zitting, het besluit genomen aan deze vestiging zijn goed keuring te verleenen en den grond voor de ka zerne en het kazerne-terrein gratis ter beschik king van het rijk te stellen. Maandag zal de raad in openbare vergadering bijeenkomen ter nadere behandeling van dit punt. Over de plaats waar de kazerne zal komen duren de besprekingen voort. Vanochtend half tien is tengevolge van den mist een Nederlandsch vrachtschip, waarvan de naam nog niet bekend is, een kilometer ten noorden van Egmond aan Zee gestrand. Een reddingboot is ter assistentie uitgevaren. Naar wij nader vernemen, is het vanmorgen, tengevolge van mist, ten noorden van Egmond gestrande schip vermoedelijk de Engelsche ko lenboot „Gateshead", op weg van New Castle naar Amsterdam. Eenige sleepbooten van het bureau Wijsmuller zijn ter assistentie vertrokken. Betreffende het stranden van de „Gateshead" wordt nog gemeld: De roeireddingboot van de N.Z.H.R.M. die te Egmond gestationneerd is en de motorredding boot „Neeltje Jacoba" van IJmuiden hebben hun diensten aangeboden. Er bestond geen gevaar voor de opvarenden, zoodat de bemanning niet van boord behoefde te gaan. Twee sleepbooten van de firma Wijsmuller hebben een verbinding met de „Gateshead" tot stand gebracht en het schip om ongeveer 12 uur vlot gesleept. Het scip werd vanavond nog te Amsterdam verwacht. De Hollandsche Kunstzijde-Industrie gaat van het vermelde vonnis in kort geding, waarbij de gevraagde uitvaardiging van een invoerverbod van kunstzijdedraden uit Frankrijk is gewei gerd, in hooger beroep bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. DEN HAAG, 22 December 1937. Terwijl de Tweede Kamer vanavond met smart op minister Steenberghe wachtte om uit diens mond de verdediging van zijn beleid betreffende het Landbouwcrisisfonds te vernemen, had deze minister het op een allerjoviaalste, maar niettemin scherpe manier met een deel van den senaat aan den stok. Voorspoedig kwam het wetsontwerp betref fende een suppletoire begrooting van Buiten- landsche Zaken in verband met de internatio nale controle tot het tegengaan van toevoer van wapentuig en vrijwilligers naar Spanje, alsook dat betreffende wijziging van de Mo torrijtuigenbelastingwet en van de wet tot in stelling van een Verkeersfonds, speciaal met het oog op de belangen der tertiaire wegen (waarvoor in het vervolg 'n groot deel der in komsten van het Verkeersfonds ter beschik king zal komen) op de door de Regeering ge wenschte bestemming. Met het ontwerp tot wijziging der crisis-in- voerwet ging het echter minder vlot. Het blijkt wel, dat een vrij rücksichtslose vrijhandelsgeest ondanks alle jongere ge schiedenis, welke leert, dat zekere bakens, zij het misschien ook tijdelijk, te goeder ure ver zet moeten worden nog diep leeft bij velen, ook bij velen van hen, die toch waarlijk wel gelegenheid gehad hebben, leering te putten uit de lessen der internationale handelsgeschie denis van de latere jaren. Eerste Kamer-fracties zijn zoowaar uiteen gevallen uit verschil van meening over deze aangelegenheid van (actieve) handelspolitiek. Vrees voor protectie spookte er rond in de senaats-zaal; de heeren VAN EMBDEN (V. D.), TER HAAR (C. H.) en DROOGLEEVER FOR- TUYN (V. B.) gaven er uiting aan, evenals de heer POLLEMA (C. H.), die echter de conces sie gaf, dat hij niet tegenstemmen zou. Pogingen om het protectie-spook voor 'de protectie-vreesachtigen uit de Kamer te doen verdwijnen, werden dapper aangewend door de heeren EILOMJOUS (R. K.) en DIEPENHORST (A. R.) en naar onze meening zijn deze spre kers er uitmuntend in geslaagd, overtuigend te bewijzen, dat de „politiek van de leege hand" thans geen kans op succes meer heeft, doch dat ook wanneer deze wet uitgevoerd wordt van protectie nog geen sprake be hoeft te zijn. Na de totstandkoming van de Clearingwet, de Retorsiewet en een wijziging der Crisisinvoerwet heeft minister Verschuur indertijd het trio Jan Salie, Pietje-kijk-in-de- lucht en Lamme Goedzak dood verklaard, maar de protectie-beangstigde senatoren schijnen deze luitjes weer te willen doen herleven,zei de heer Diepenhorst. Minister STEENBERGHE heeft in een for- .sche en toch vol gratie voorgedragen rede de mérites van dit wetsontwerp belicht en bezwa ren daartegen afgewezen. Ook thans weer moest hij in het licht stel len, dat voor „protectie" geen vrees behoeft te bestaan, maar dat wij uit noodzakelijke zelf verdediging meer dan ooit uitbreiding van ons onderhandelingsarsenaal noodig hebben. „Stelt u de gezichten van de onderhande laars, b.v. in Berlijn, eens vóór.," zoo zeide de minister, „als onze onderhandelaars daar bin nenkomen, nadat in het Nederlandsch parle ment een wet als deze is afgestemd!" Wij vreezen, dat minister Steenberghe, on danks zijn sterk betoog, niet veel (of geen) verstokte zondaars bekeerd heeft: het ontwerp werd aangenomen met 19 tegen 7 stemmen. Tegen stemden de V. D., de N. S. B„ de heer Ter Haar en enkele liberale heeren. Naar wij vernemen, zal de A.V.R.O. de front- breedte van haar gebouwen aan den 's-Gra- velandscheweg te Hilversum van 80 Meter tot 125 Meter verlengen. De oude villa op den hoes van dezen weg en van het Melkpad zal worden gesloopt. Op die plaats zal een nieuw gebou wencomplex verrijzen, met het doel de A.V.R.O. een aantal omroeplokaliteiten te bezorgen ten dienste van haar talrijke orkesten. Er wordt een tweede groote zaal gebouwd, die dezelfde afmetingen zal hebben als die, welke aan den Hooge Naarderweg is gelegen. Boven dien zal er op die plaats een nieuwe studio voor de dansmuziek worden gebouwd, waarbij de hoofdafmetingen en de acoustische afwerking zullen worden gekozen op voorbeeld van de stu dio's der B.B.C. in Mayda Vale in Londen. Aangezien met dezen bouw eerst midden 1938 kan worden begonnen, zal de A.V.R.O., als een afzonderlijk onderdeel van de nieuwe plannen, beginnen met een uitbreiding van de recreatie- en garderoberuimten in de tegenwoordige studio. De architecten Merkelbach en Karsten die ook de studio hebben ontworpen zijn reeds met de uitwerking der nieuwe bouwplannen be gonnen. PADANG, 23 Dec. (Aneta) Alahanpandjang en omgeving is geteisterd door een zwaren, lang aanhoudenden regen, gepaard gaande met sterke windstooten. Doordat de rivier buiten haar oevers trad, zijn honderden padivelden, welke reeds met rijpe padi stonden, overstroomd, een groote hoeveelheid padi is verloren gegaan. Op vele plaatsen hadden aardstortingen plaats. De bevolking heeft over het algemeen veel schade geleden. De groote weg van Marapalam naar Fort van de Capellen is op verscheidene plaatsen door aardstortingen voor het verkeer gestremd. De gemeente Rotterdam geeft uit f 23.400.000 nominaal pet. obligatiën, conversieleening 3% pet. leening 1938, in stukken van f 1000 en f 500, tegen den koers van 100(4 pet. De gemeente heeft van de openbare inschrij ving uitgesloten nom. f 600.000 obligatiën, zijnde het bedrag der aflossing 1938, alsmede nom. f 100.000 obligatiën ten behoeve van het Pen sioenfonds R. E. T. M. De inschrijving op deze f 22.700.000 nominaal 3% pet. obligatiën is opengesteld op Maandag 3 Januari 1938, bij de Rotterdamsche Bankveree- niging N. V., Nederlandsche Handel-Maat schappij, N.V., De Twentsche Bank N.V., Atn- sterdamsche Bank N.V., Incasso-Bank N.V. Lippmann, Rosenthal en Co., R. Mees en Zoo- nen en Pierson en Co. bij hun kantoren te Rot terdam, Amsterdam en 's-Gravenhage, voor zoo ver in deze plaatsen gevestigd. 's GRAVENHAGE. Geslaagd: Rijk Stigter en G. W. Stinis, beiden te 's Gravenhage. Ofschoon de resultaten van de algemeene verkiezingen, die Maandag j.L in Roe menië hebben plaats gehad, nog niet in vollen omvang bekend zijn en er zullen ver moedelijk nog wel een paar dagen verloopen vóór de officieele cijfers gepubliceerd kunnen worden toch is reeds thans duidelijk, dat de partij, die op het oogenblik regeert, die der liberalen, een nederlaag geleden heeft. Dat wil niet zeggen dat de liberalen en het kabinet- Tatarescoe morgen de teugels van het bewind uit handen zullen moeten geven. De merkwaar dige Roemeensche kieswet stipuleert, dat de partij, die 40 pet. van het aantal uitgebrachte geldige stemmen verwerft, niet alleen op de helft van het aantal zetels in de volksverte genwoordiging beslag legt, maar bovendien meedeelt in de toewijzing van de andere helft Als dus de liberalen, die, naar men meent, iets meer dan de noodzakelijke 40 pet. der stem men hebben weten te halen, straks in het Par lement over een meerderheid zullen beschik ken, die zóó groot is, dat de oppositie-partijen practisch machteloos zijn, beteekent dat niet dat de samenstelling der volksvertegenwoordi ging een getrouw beeld geeft van de overtui ging der kiezers. Dat de regeering over een meerderheid in het Parlement beschikt, wil in geenen deele zeggen dat zij ook de meerder heid van het Roemeensche kiezersvolk achter zich heeft. Zij kan regeeren, zonder het ver trouwen des volks te hebben. Ieder begrijpt on middellijk dat dit enkele feit niet alleen de kieswet veroordeelt, maar ook tot misverstan den en zelfs gevaarlijke botsingen leiden kan, als de oppositie zich bij den op bovenstaande wijze verkregen verkiezingsuitslag niet wenscht neer te leggen. De thans gehouden verkiezingen hebben ae positie van de liberale regeering allerminst ver sterkt. De cijfers toonen aan dat de aan het bewind zijnde partij alleen op de vereischte 40 pet. der stemmen beslag heeft weten te leg gen, omdat zij over het geheele administratieve raderwerk beschikt. Als men bedenkt, dat het vaststaat, dat de regeerende partij zich bij verkiezingen altijd een meerderheid verschaft, moet een overwinning, die van een enkel per cent afhangt, voor die partij eerder een ne derlaag dan een victorie heeten. (Volgens een heden ontvangen Havas-bericht zou de libe rale partij niet eens de 40 procent gehaald heb ben). De Nationale Boeren, die onder leiding van Manioe ter stembus trokken, legden op bij na een vierde deel van het aantal uitgebrachte stemmen beslag, de „IJzeren Garde", die zich aandiende onder den naam van „Alles voor het Vaderland" werd door 16 pet. der kiezers uit verkoren, de anti-semieten van Coeza en de Christelijk-Nationalen van Goga door 8 pCt., en de dissidente liberalen, die zich onder de vaan van Georges Bratianoe geschaard heb ben, door 6 pet. De rest der stemmen was over verscheidene kleinere partijen verdeeld. Dat de verkiezingscampagne met groote felheid gevoerd is de telegrammen van de laatste dagen hebben het ons in bijzonderheden verteld. In verscheidene plaatsen is het tot botsingen gekomen; in de Boekowina waren, na een bloedig treffen, doo- den en gewonden te betreuren. De omstandig heden, waaronder de laatste ministerieele crisis opgelost werd, werkten er allerminst toe mee de gemoederen tot grooter kalmte te brengen. Men herinnert zich dat Koning Carol, na het aftreden van het kabinet-Tatarescoe, aan Mi- halatsje, een der leiders van de Nationale Boe renpartij, de formatie van het nieuwe ministe rie aangeboden had, onder de uitdrukkelijke voorwaarde evenwel, dat deze zich van de me dewerking van Vaida Voivode, die eenige jaren geleden de Nationale Boerenpartij verlaten heeft, verzekeren zou. De leiders der Nationale Boeren achtten deze voorwaarde volstrekt ontoelaatbaar, wijl de eonstitutioneele regel wil, dat een kabinets formateur zijn medewerkers vrijelijk volgens zijn overtuiging, en rekening houdende met de bestaande politieke omstandigheden en moge lijkheden, moet kunnen kiezen. Daar samenwer king met Vaida Voivode door de leiders der Nationale Boeren volstrekt onmogelijk geacht weri-bleef Mihalatsje slechts over de kabinets formatie te weigeren. Onmiddellijk daarna kreeg de afgetreden Tatarescoe van den vorst op dracht zich met de formatie van een nieuw mi nisterie te belasten, en de liberale leider haast te zich alle afgetreden ministers, op een en kelen na, in hun vroegere functies te herstellen. Dat was in de gegeven omstandigheden wel licht de eenig-mogelijke oplossing, maar zij had tot onmiddellijk resultaat een onverzoenlijke op positie onder de aanhangers der Nationale Boeren te ontketenen. Manioe stelde zich op nieuw aan het hoofd van de partij die hij groot gemaakt heeft en Titoelescoe, die ook persoon lijke rancunes tegen de regeerende bewindslie den heeft, stelde Manioe al zijn invloed ter be schikking. Méér dan persoonlijke enpartij-belangen stonden in dezen verkiezingsstrijd op het spel: de beginselen, waarop een eonstitutioneele mo narchie gegrondvest is. Tatarescoe beriep er zich op dat hij het voortdurend vertrouwen van den Koning had, maar Manioe en de zijnen stel den daartegenover dat zij het vertrouwen van het kiezersvolk hadden, van de natie, die in een democratischen staat ten slotte het laatste woord spreekt. De uitslag dezer verkiezingen heeft niet aangetoond dat Manioe, de Nationale Boeren en hun medestanders, inderdaad een meerderheid achter zich hebben, maar wé! dat de liberalen, zelfs als men gelden laat dat zij den gröotsten aanhang hebben, evenmin over een meerderheid beschikken. Als derhalve straks de liberalen in het Parlement een ver pletterende meerderheid hebben en de kies wet-bepalingen verschaffen hun die automa tisch dan wil dat nog niet zeggen dat Roe menië geregeerd wordt in overeenstemming met de wenschen van de kiezers. Het is duidelijk dat er onder deze omstan digheden geen sprake van zijn zal dat de oppo sitie het hoofd in den schoot legt. In de volks vertegenwoordiging zal zij zich niet kunnen laten gelden. Derhalve zal zij haar actie in het land voeren. En wat de resultaten van die actie zullen zijn laat zich niet voorzien. De malaise in Roemenië duurt voort. De verkiezingsuitslag heeft die malaise eerder grooter dan kleiner gemaakt. Dat de groep van de „IJzeren Garde" blijkt over een aanzienlijken aanhang te beschikken, zoo goed als de anti semieten van professor Coeza en de Christelijk- Nationalen van Goga, is zeker niet geschikt den toestand rooskleuriger te maken. Codrea- noe, de leider der IJzeren Gardisten, heeft on langs verklaard, dat zijn groep, in geval van een overwinning, twee etmalen later een al liantie met Duitsphland en Italië zou aangaan, „want" voegde hij er aan toe „de IJzeren Garde is tegen de groote Westersche democra tieën gekant, zoo goed als tegen de Kleine En tente, tegen de Balkan-Unie en tegen den Vol kenbond. Aan de zijde van Rome en Berlijn zal zij tegen het bolsjewisme optrekken." Nu is er van een dergelijke omwenteling in de Roemeensche politiek natuurlijk geen sprake, noch de liberalen, noch hun tegenstanders, de Nationale Boeren, zullen voor zulk een „volte- face" óóit te vinden zijn. Maar dat een betrek- kelijk-sterke groep, die den steun van andere kleinere groepen gemakkelijk krijgen kan, zulk een revolutie nastreeft, draagt er toe bij de on rust in sterke mate te vergrooten. Het zal belangwekkend zijn de evolutie van het politiek gebeuren in Roemenië in de eerst komende maanden te volgen. De „Führer" van het nationaal-so- cialistische Duitschland, Adolf Hitler, heeft in verschillende hooggestemde redevoeringen bij herha ling en met nadruk geprofeteerd, dat het door hem ter overwinning gevoerde régime meer dan duizend jaren stand zal weten te houden. Dit is een stout moedige profetie, maar of zij ook ver vuld zal worden, zullen noch Hitier noch wij kunnen controleeren. Duizend jaren is een lange tijd. Daarin kan niet alleen heel wat veranderen, dat momen teel onwrikbaar en onveranderlijk schijnt, maar ook heel veel worden ver geten, dat onvergetelijk gewaand werd. Hoeveel groote mannen en bewegingen zijn er in den loop der eeuwen niet ver dwenen, niets anders achterlatend dan een slechts voor snuffelende historici en archivarissen nog vindbaar, meer dan bescheiden smal inktspoor in een of an der vrijwel ongelezen document, boek of paperas? De wet der vergankelijkheid van al het aardsche heeft niet zelden heel wat minder dan duizend jaren noo dig om zich aan onverwoestbaar geacht menschenwerk te voltrekken. Valt dus de j uistheid van Hitler's profetie min stens te betwijfelen, Alfred Rosenberg, de Rijksleider voor de cuitureele en gees telijke opvoeding van het Duitsche volk, heeft zich onlangs tijdens een massa bijeenkomst van nationaal-socialisten te Berlijn aan een uitlating bezondigd, welke eenvoudig belachelijk is. De bekende „mytholoog" verkondig de nJ. de volgende mythe: „Het eeuwige Rijk Duitschland staat boven alle kerken, godsdiensten en secten. Wij moeten hieruit de gevolgtrek king maken, dat instellingen van iederen aard, die met de heiligste nationale waarden breken of het ingang doen vinden daarvan tegen gaan, onze jeugd niet langer mogen opvoeden. De Duit sche jeugd kan slechts opgevoed worden door degenen, die Duitschland gered hebben en niet door hen, die het aan zijn lot hebben overgelaten." Het Babylonische Rijk, het Egyptische Rijk, Hellas en het Oude Romeinsche Rijk, het Rijk der Habsburgers en het Napoleontische Frankrijk zijn alle ten gronde gegaan. Zal het Duitsche Rijk dan eeuwig zijn? De stelling, waarvan Alfred Rosenberg uitgaat, is valsch, om dat zij de onontkoombare wet der ver gankelijkheid miskent. Vandaar dat al zijn daaruit getrokken conclusies onjuist zijn. Het zal bovendien nog moeten blij ken of de nationaal-socialisten Duitsch land wezenlijk gered hebben. Op zeker niet zwakkere gronden dan Hitier en Rosenberg hebben Alexander de Groote, Keizer Augustus, Peter de Groote en Napoleon I in hun meest triomfantelijke dagen gemeend hun volk te hebben ge red en een eeuwig Rijk te hebben gegrondvest, maar hun uit „bloed en bodem" gebouwde rijken hebben ten slotte het lot van den vermetelheidstoren van Babel niet kunnen ontgaan. Er is maar één rijk, dat eeuwig en onvergan kelijk is: het Rijk van Christus, en dat is niet van deze wereld. Er is maar één, die met recht en reden en een boven- menschelijk, want goddelijk gezag kon zeggen: „Hemel en aarde zullen voorbij gaan, maar Mijne woorden zullen niet voorbijgaan." Wie dien Eene en Zijn on vergankelijke woorden miskent, kan slechts een rijk stichten, dat meer van de aarde dan van den hemel is en dus zeker Christus' woorden niet in duur zaamheid zal evenaren. WEENEN, 23 Dec. (Havas). Erwin Stranik, de Weensche correspondent van het „Berliner Tageblatt", zal in Januari voor den rechter moeten verschijnen, om zich te verantwoorden over artikelen, die tendentieus en als ongun stig voor de Oostenrijksche regeering worden beschouwd. WARSCHAU, 23 Dec. (PAT.) Twaalf le den van de Poolsche militaire Landdagcommis sie hebben den voorzitter der commissie, gene raal Zeligofski, medegedeeld, dat zij weigeren met hem samen te werken, omdat uit het op treden van den generaal is gebleken, dat er een diep verschil van meening tussehen hem en deze leden bestaat over de rol van maarschalk Smigly Rydz. Zeligofski heeft onlangs namelijk critiek geoefend op een circulaire van den minis ter-president, waarin verklaard werd, dat Smigly Rydz de tweede man van den staat is. WASHINGTON, 23 Dec. (Havas). Volgens de statistieken van het Amerikaansche ministerie van Arbeid is het aantal werklooaen in Novem ber met 570.000 toegenomen. Het totaal aantal werkloozen wordt evenwel niet opgegeven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 9