Begrootingsfeest ten einde!
een
meedoogenloos
K
VIJAND
Motor botst tegen
bestelauto
ONDERWIJSBEGROOTING
AANVAARD
Naar het encelsch
VRIJDAG 24 DECEMBER 1937
TWEEDE KAMER
Minister Steenberghe heeft het
landbouwcrisisbeleid uit
voerig verdedigd
Kerstreces begonnen
Landbouw-crisismaatregelen
Prettige verrassingen
Onderwijsbeleid
V acantiestemming
Afscheidswoord voorzitter
ZWEEFVLIEGTUIG-ONGEVAL
BIJ ALPHEN AAN DEN RIJN
Den bestuurder treft ernstige
blaam
De begrafenis van
mr. G. Vissering
Mr. Trip brengt hulde aan de na
gedachtenis van den oud
president
Mond- en klauwzeer
Nog vele sterfgevallen
POSTWISSELVERVALSCHERS
VOOR HET HOF
Procureur-generaal persisteert
bij zijn eisch
HET STRANDEN VAN DE
„GATESHEAD"
Kerkelijk leven
PATER TH. WESSELING t
BENOEMING
In het bisdom Den Bosch
Handelsbetrekkingen
met Italië
GEEN HULP VERLEEND
Verdachte tot geldboete
veroordeeld
TWEE RONSELAARS
VEROORDEELD
Engelsch schip aangevaren
Motorrijder kreeg een ernstige
hersenschudding en een ge
compliceerde beenbreuk
VADER VAN ZES KINDEREN
GEDOOD
Slachtoffer van verkeersongeval
BIGAMIE IN ELST
De schuldige gearresteerd
UIT DE STAATSCOURANT
Leeraar
Registratie en domeinen
Belastingen
DEN HAAG, 13 December 1937
De Tweede Kamer heeft zich, vooral na
den tegenvaller van hedennacht, toen de
Eerste Kamer haar Minister Steenberghe
ontroofd hield, moeten haasten om op
eenigszins behoorlijken tijd vóór het Kerst
feest gereed te komen met haar werkzaam
heden. De verdere besprekingen van Land
bouw, waartusschendoor de belangrijke
stemming over de Onderwijsbegrooting
moest plaats hebben, vormden nog een
heelen kluif zij het dan ook dat er voor
Óen overzichtschrijver niet bijzonder veel
aan te kluiven viel.
Te elf uur reeds stond Minister STEEN
BERGHE „in 't harrenas" achter de groene
tafel ter beantwoording van de vele sprekers,
die van hun belangstelling voor de begrooting
yan het Landbouw-crisisfonds hadden doen
Wijken.
2. Excellentie begon met te verzekeren, dat
hij alles in het werk zal stellen om het land
bouwonderwijs aan landarbeiders te stimuleeren
en dat hij streven zal tot coördinatie van het
iandbouwonderwijs en de landbouw-Voorlich
ting, en wel om zooveel mogelijk te verhin
deren, dat de beide landbouwbelangen door el
kander worden gehaald. Bijzondere aandacht
3*1 de minister er aan schenken, de richting
der landbouwscholen in overeenstemming te
doen zijn met de in bepaalde streken sterkst
Vertegenwoordigde richting.
Ook de bescherming van vogels heeft 's Mi-
bisters sympathie, maar hij meent, dat hierbij
de gulden middenweg (tusschen ultra-vogel
bescherming en alléén maar in aanmerking-
heming van het economisch nut) bewandeld
hioet worden. Wanneer de wettelijke bepalin
gen, dank zij mede juiste controle, maar goed
V'orden nageleefd, kan ieder redelijk denkend
hiensch tevreden zijn.
Of er een ontwerp-Natuurschoonbescher-
hiingswet zal komen, kon de bewindsman nog
hiet voorspellen. Hieraan zit een niet onbe
langrijke financieele kant, maar in ieder ge-
Val zal hij de kwestie met de hierbij betrokken
arnbtsgenooten onderzoeken.
Voorts zegde de minister toe, dat hij zoe
goedig mogelijk komen zal met de nieuw»
Ruilverkavelingswet, waarvan hij een sterk
Voorstander is.
Daar Z. Excellentie het belang van werkver
ruiming ten plattelande volkomen erkent, zal
daarnaar met alle in de Kamer voorgestelde
hiiddelen worden gestreefd.
Vervolgens overgaande tot de bespreking van
het algemeen landbouwcrisisbeleid, zeide de
hünister zich erover te verheugen, dat op
E'echts twee uitzonderingen na algemeen in
üe Kamer erkend is, dat de landbouwcrisis-
hiaatregelen voorloopig nog niet kunnen worden
Gemist. Toen hij den heer Kersten hoorde spre
ien, had hij een gevoel, of de tijd sinds 1931
had stil gestaan; toen toch had deze afgevaar
digde dezelfde speech gehouden en de minister
*on hem (de Kamer moest erom lachen) dus
Verwijzen naar het destijds gekregen antwoord
en wat de NSB betreft; de minister begreep
hiet, hoe iemand als de heer Dieters, die zich
&an bloed en bodem zoo verwant voelt, beweren
durft dat de crisismaatregelen den landbouw
totaal niet geholpen hebben!
'Een teeltregeling zal voorloopig onmisbaar
blijven om de aanpassing der productie aan de
Afzetmogelijkheden (en daardoor aan het al
gemeen belang) te verzekeren, maar de minis
ter zal tevens verruiming van werkgelegenheid
hiet uit het oog verliezen.
De landbouw kan er gerust op zijn, dat de
minister niet ten koste van het bedrijf de
heffingen ten behoeve van het Landbouw
crisisfonds verlagen zal.
De steunbedragen uit dit fonds achtte de
hiinister van dien aard, dat ze toch heusch
tvel uitgaan boven alleen maar een goedmaking
van de productiekosten.
.Het verloop van de mond- en klauwzeer-
Viekte volgt de bewindsman nauwkeurig.
Het standpunt van den heer Ruyter „alles
01 niets" bij het overnemen van crisismaatre
gelen door de landbouworganisaties had hem
eenigszins bevreemd. De minister hoopt deze
Maatregelen geleidelijk in handen dier organi
saties te zien komen, maar vóórdien zullen die
°rganisaties zich nog beter moeten outilleeren.
Er blijken thans 60.000 kleine boeren met me-
15
>.Een arm kind, een vondelinge," zei Mrs.
ïyunro. „Zij werd opgenomen door de Moeder
^Verste van het klooster, waar Amy op kost-
^hool was."
"Zij is bijzonder mooi, maar lijkt mij nog heel
hg voor haar positie."
..Beste jongen, Amy had juist jeugdig gezel-
chap noodig."
»En u hebt goede referenties van haar?"
"Natuurlijk. Anders zou ze niet hier zijn! De
Móeder Overste weet maar één fout in haar te
h°emen, namelijk, dat ze wat koppig is. Maar
hiy houdt dol van haar
•■Ik kan mij niet voorstellen, waarom Amy
'Senlijk gezelschap verlangde."
"Maar het kind wilde eenvoudig iemand heb-
®h, om jong mee te zijn. Dit was wat anders,
s jij thuis was geweest, Claud!"
Hy haalde de schouders op.
•■Miss Trouville is beter geschikt voor die rol.
dewerking van 600 gemeenten van de voor hen
speciaal in het leven geroepen steunregeling te
profiteeren en de minister gaf toe, dat de rege
ling wel niet volmaakt functionneeren zal,
maar voorloopig moet deze doorwerken, opdat
men van die werking een nauwkeurig overzicht
kunne krijgen en bepalen, welke wijzigingen
wenschelijk zijn.
Een toevoer van nieuwe kleine boerenbe
drijven wil de minister in het algemeen niet
gemakkelijker maken, integendeel.
Aan het slot van zijn rede kwam de be
windsman met enkele prettige verrassingen:
De minister zeide besloten te heb
ben voor de kleine tuinders in nood
eenzelfde speciale steunregeling te
te zullen invoeren, als welke er voor
de kleine boeren bestaat.
Bij voorbaat moest hij echter waarschuwen
tegen te groote illusies; immers, doordat voor
de tufnders dezelfde normen zullen gelden als
thans voor de kleine boeren (oppervlak van
bebouwden bodem) zullen de eersten er minder
baat bij vinden dan de laatsten, wat niet weg
neemt, dat ongetelde aantallen tuinders den
Minister van harte dankbaar zullen zijn voor
dit Kerstgeschenk.
Ook nog op andere wijze wil de Regeering
steun verleenen, n.l. op het gebied der vaste
lasten, en zoowel aan kleine als aan groote
tuinders
Door het samenbrengen van crediteuren
en debiteuren in plaatselijke organen wil
de Minister bereiken, dat de crediteuren een
nauwkeurig overzicht krijgen van de ver
liezen, welke er de laatste jaren in het be
drijf geleden zijn en op grond daarvan in
onderling overleg tot overeenstemming ko
men omtrent een regeling van hypotheken
en andere vaste lasten.
Als de belanghebbenden tot overeenstemming
gekomen zijn betreffende een financieele sa
neering, wil de Regeering gelden beschikbaar
stellen voor technische verbeteringen van het
bedrijf, b.v. verbetering van verwarmingsinstal
laties, aankoop van kunstmest, werktuigen en
machines.
Ons dunkt, dat deze plaatselijke organen van
groot nut zullen kunnen zijn, maar dat hier
veel, zoo niet alles, afhangen zal van het mo-
reele overwicht dezer organen.
Zonder hoofdelijke stemming nam cle
Kamer vóór den aanvang der pauze nog
even de begrooting van Economische Zaken
aan, met aanteekening van alleen de tegen
stemmen der communisten.
Direct na de pauze was het plechtig
oogenblik aangebroken, waarop gestemd
zou worden over de begrooting van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen. Zooals na
de debatten van gisteren verwacht moest
worden, werd de begrooting aanvaard; stem
menverhouding was 5730.
Tegen stemden de S.D.AP., de N.S.P., de
C.P.N. en de C.D.U.
Aan de stemming gingen enkele belangrijke
verklaringen vooraf.
De heer ALBARDA (S.D.AP.) bevestigde nog
eens zijn uitspraak, dat het geheele kabinet
verantwoordelijk is voor wat er met het Onder
wijs gebeurt en dat het kabinet alle volks
belangen bij defensie ten achter stelt; hierover
wilde de S.D.AP. haar afkeuring uitspreken en
daarom zou zjj tegenstemmen.
De heer BIEREMA (V.B.) zou het staats
rechtelijk verkeerd vinden om tegen een be
grooting te stemmen „om redenen, buiten de
begrooting gelegen" en daarom zou de VB-
fractie haar stemmen niet aan goedkeuring der
begrooting onthouden; ons lijkt de logica hier
zoek; de reden ligt hier allerminst buiten de
begrooting; de VJB. had waarlijk wel andere
argumenten kunnen aanvoeren om zijn vóor-
stemmen te „excuseeren"!
De heer OUD (V.D.) verklaarde heel kort
en bondig, dat, nu het punt, waarop de hou
ding van den Minister teleurstellend is, de ka-
binetspolitiek raakt, de VP. niet tegen de be
grooting stemmen zouden; nadrukkelijk stipu
leerde hij echter, dat het kabinet de defensie-
belangen te eenzijdig behartigt.
Uit beide laatste verklaringen blijkt dus,
dat om de mérites van de zaak zelf, óók
de liberalen en de vrijzinnig-democraten te
gen hadden willen stemmen. Ditzelfde was
natuurlijk ook het geval met de Katho
lieken; van het tegendeel is in ieder geval
niets gebleken.
Men kan nu gemakkelijk uitrekenen, welk een
groote meerderheid in de Kamer het beleid van
dezen Minister vooral ten aanzien van de
leerli'ngenschaal afkeurt.
Méér dan terstond na de stemming was de
minister al verdwenen.
Nadat de Onderwijsbegrooting niet dan na
heel wat wederwaardigheden! In veilige ha
ven gearriveerd was, ging de Kamer voort met
de behandeling der afdeelingen van de Land-
bouwcrisisfondsbegrooting.
Reeds bij de heropening der beraadslagingen
over dit onderwerp stonden er 23 sprekers in
geschreven, maar menig spreker heeft zich
daarna nog aangemeld na verloop van nogal
wat uren was het velen Kamerleden aan te
zien en aan te.... hooren, dat de lange duur
der beraadslagingen hen irriteerde en roerig
maakte het was een hunkering naar het einde
der afmattende begrootingscampagne.
De Kamer maakte nu en dan den indruk
van een schoolklas op den laatsten middag voor
vacantie. Terwijl de heer DROP hoogst
de
ernstig het woord voerde over de visscherij
deed een grappig Kamerlid wellicht de na-
deelen van waterverontreiniging voor de vis-
scherij willende demonstreeren een vleugje
inkt in het glaasje water van den spreker. De
goeie heer SM'EENK voelde zich in geweten
verplicht den spreker te waarschuwen. Nog
meer vroolijk tumult werd veroorzaakt door
een Kamerlid-met-gevoel-voor-humor, dat,
terwijl de heer WEITKAMP met zijn niet on-
aanzienlijken omvang op het spreekgestoelte
figureerde en voor het turfbelang pleitte, een
tweetal turven rechtop naast den spreker op
den lessenaar plaatste. Kwasi-boos slingerde
de heer Weitkamp de beide turven den hoog-
edelgestrengen boosdoener naar het hoofd,
zonder evenwel doel te treffen. De voorzitter
kan van een grapje houden, maar dit was hem
toch te bar. Gehamer maakte een voor velen te
vroeg einde aan het vermaak.
Wij meenen de Kamer niet te beleedigen.
wanneer wij zeggen, dat de vergadering dezen
middag niet bijster belangrijk was. Wij doen
maar een greep uit de ontelbare „enkele woor
den" welke er gesproken zijn.
Gepleit werd voor verhooging van steun aan
de peulvruchten, voor een minder stiefmoeder
lijk crisispolitieke behandeling van rogge, voor
bevordering van de kaasexport (hier deed de
minister een bemoedigende toezegging) vootr
melk-op-school, voor steun aan de zuivel
industrie; tegen verhooging van de kosten der
teeltvergunning voor aardappelen, tegen de
teeltbeperking van rundvee, tegen inkrimping
van het akkerbouwbedrijf, voor en tegen
meer biggenmerken en meer kalverschetsen,
voor en tegen inperking van de margarine
industrie, voor en tegen de boter-kleur van
margarine.
De MINISTER maakte het zich niet al te
moeilijk. De teneur was, dat het eenmaal ge
kozen beleid over vrijwel de geheele lijn gevolgd
zal blijven.
Te ruim zes uur (in den middag!) was het
begrootingsfeest ten einde. Toen werd z.h.s.
de begrooting van het Landbouw Crisisfonds
aangenomen.
Tot slot sprak de VOORZITTER een harte
lijk woord. De leden der Kamer kregen de beste
wenschen voor het Kerstfeest en den Nieuw
jaardag en mochten vernemen, dat hun
overigens welverdiende vacantie duren zal
tot 15 Februari a.s., waarna begonnen wordt
met de behandeling der Indische en Surinaam-
sche begrootingen en van het ontwerp betref
fende de electriciteitevoorziening
Met eenige vaderlijkheid memoreerde de
voorzitter het feit, dat bij de behandeling der
Rijksbegrooting514 redevoeringen gehouden
zijn en hij sprak na dit gememoreerd te hebben
de hoop uit, dat bij een volgende vergader
campagne minder zal worden afgeweken van
het opgestelde werkplan. A bon entendeur
salut!
Met het oog op een op komst zijnde
vreugdevolle gebeurtenis besloot de voor
zitter zijn sympathieke rede met te getui
gen van het meeleven van de Kamer met
de blijdschap, welke straalt over het
Koninklijk Huis.
Op 9 Juli j.l. is van het zweefvliegtuig P. H.
61, bestuurd door J. van der M., in de nabijheid
van Alphen aan den Rijn bij het komen uit
een wolk, waarin eenigen tijd blind was gevlo
gen, een deel van den linkervleugel afgebroken.
Bij de uitgevoerde noodlanding liep het zweef
vliegtuig nog eenige verdere schade op, doch
de bestuurder bleef ongedeerd.
De Raad voor de Luchtvaart hèeft naar aan
leiding hiervan een onderzoek ingesteld, het
welk tot de volgende uitspraak van dit college
heeft geleid:
De raad is van oordeel, dat de aanleiding tot
het ongeval is gelegen in de omstandigheid,
dat de bestuurder Van der M. heeft blindge-
vlogen met een zweefvliegtuig, dat niet voor
zien was van een blindvlieginstrument.
Ook al bestaat ter zake geen wettelijk voor
schrift, zoo acht de raad het niettemin niet
verantwoord met zweefvliegtuigen.
Van den houder van een zweefvliegbewijs, en
zeker van een instructeur, mag worden ver
wacht, dat hij bij het uitvoeren van vluchten
de noodige voorzichtigheid betracht en geen
risico's neemt, welke op grond van de algemeene
ervaringsregelen als onverantwoord moeten
worden beschouwd.
Te dezen opzichte treft Van der M. een ern
stige blaam.
Van der M. heeft zonder dat hij uitgerust was
met een deugdelijk valscherm, een vliegtuig-
sleepvlucht gemaakt.
Bij de teraardebestelling van mr. G. Visse
ring heeft mr. L. J. A. Trip, president van de
Nederlandsche Bank, allereerst het woord ge
voerd. Mede namens de Javasche Bank bracht
spr. hulde aan de nagedachtenis van den oud
president en met dankbaarheid herinnerde hij
aan het groote werk, dat mr. Vissering hier
zoowei als in Indië heeft verricht. Ook op in
ternationaal gebied heeft hij zijn talent ont
plooid en heeft hij gestreden voor een krach
tige samenwerking tusschen de volken. Zijn
beminnelijke persoonlijkheid en zijn groote
werkkracht stelde hij bovendien ook in dienst
van tal van andere instellingen en onderne
mingen van maatschappelijk nut. Spr. eindig
de met woorden van troost aan mevrouw Vis
sering, die haar echtgenoot bij zijn drukke
werkzaamheden altijd een steun is geweest en
die troost moge vinden in den eerbied en dank
baarheid, waarmede hij in de geschiedenis van de
instellingen, waaraan Vissering verbonden was,
zal voortleven op de eereplaats, waarop hij
recht en die hij verdiend heeft.
De tweede spreker, ir. Wortmann, voorzitter
van den Zuiderzeeraad, schetste uitvoerig het
vele werk, dat de heer Vissering ondanks zijn
drukke financieele werkzaamheden heeft ver
richt in verband met de drooglegging van de
Zuiderzee.
Hierna voerde de heer F. G. Hartjes het
woord namens het personeel van de Neder
landsche Bank, en mede namens het bestuur
van de beide verzekeringsfondsen voor het per
soneel.
Ds. J. Yntema, doopsgezind predikant te
Haarlem, ging hierna voor in gemeenschappe
lijk gebed, waarin hij den overledene herdacht
als een groot en goed vaderlander, die zich met
gansch zijn persoonlijkheid gegeven heeft aan
zijn taak.
Nadat de zoon van mr. Vissering de spre
kers en alle aanwezigen in het bijzonder den
vertegenwoordiger van den Minister van Fi
nanciën had bedankt, verlieten de aanwezigen
de aula, terwijl het orgel fragmenten uit de
Matthaeuspassion ten gehoore bracht.
Hierna vond de teraardebestelling plaats.
Het aantal sterfgevallen ten gevolge van
mond- en klauwzeer was in de week van 1213
December als volgt: 186 (2503) runderen, 253
(2723) kalveren, 143 (2208) varkens en .biggen,
12 (174) schapen en 3 (45) geiten.
De tusschen haakjes geplaatste cijfers geven
de totalen aan sinds 19 September.
Het Amsterdamsche Hof wees op 2 December
j.l. een interlocutoir arrest in de strafzaak
tegen de twee medeplichtigen van den „Lammen
Consul", A. de V., die op groote schaal postwis
sels had vervalscht.
De beide medeplichtigen, Ph. P. en J. B.
waren door de rechtbank resp. veroordeeld tot
twee en een half jaar en drie jaar gevange
nisstraf, wegens gebruik maken van vervalschte
postwissels en kwamen van dit vonnis inbe
roep.
De procureur-generaal had na een uitvoerig
getuigenverhoor resp. een jaar en anderhalf jaar
gerequireerd, daarbij rekening houdende met de
twee en twintig maanden in voorarrest door
gebracht.
Bij het interlocutoir arrest beval het hof een
nader onderzoek op verschillende onderge
schikte punten.
De procureur-generaal handhaafde thans zijn
eisch tegen beide verdachten.
Arrest 6 Januari.
De „Gateshead" die Donderdag op de twee
de bank bij Egmond aan Zee is gestrand en
niet, zooals eerst gemeld, op de derde bank.
is daaraf gesleept, doch toen is de tros gebro
ken en is het schip op de derde bank blijven
zitten.
De bemanning was bij het afzenden van dh>
bericht nog aan boord.
Nader vernemen wij, dat de Gateshead Don
derdagavond om zes uur door de sleepboot Hec
tor van Wijsmuller is vlotgetrokken. Het schip
heeft de reis naar Amsterdam voortgezet.
De Gateshead is, naar nader blijkt, door drie
sleepbooten vlotgetrokken. Vermoedelijk heeft
het schip geen schade bekomen.
atholieken, God heeft alleen aan
onze Kerk de eenige eeuwige waar
heid gegeven om haai te dtenen, te
beschermen en te verspreiden. Waakt
en bidt in het vertrouwen op Christus'
woord, dat de poorten der hel, on
danks alles, haar nimmer zullen over
weldigen.
Te Ichang (China) is op 58-jarigen leeftijd
overleden de weleerw. pater Theodoricus Wes-
seling O.F.M. Hij was Amsterdammer van ge
boorte en werd 8 September 1904 te Turnhout
priester gewijd.
Z. H. Exc. de bisschop van 's Hertogenbosch
heeft benoemd tot pastoor der parochie Hoef-
straat te Tilburg den zeereerw. heer A. W
Smits, kapelaan van de parochie Broekhoven I
te Tilburg.
Zooals gemeld, zijn 22 December te Rome
overeenkomsten geparafeerd, waarbij voor het
jaar 1938 het handels- en betalingsverkeer tus
schen Nederland en Nederlandsch-Indië eener-
zijds en Italië anderzijds wordt geregeld.
Zoodra de onderteekening van de gepara
feerde accoorden zal hebben plaats gehad, zul
len nadere bijzonderheden worden bekend ge
maakt.
De ontvangen overeenkomsten treden in de
plaats van de overeenkomsten van 1 Januari
1937, die 31 December e.k. afloopen.
Het clearingverkeer blijft tot Nederland en
Italië beperkt.
In den middag van 26 September is een vijf
jarig jongetje in de Laakhaven te Den Haag
gevallen en verdronken. In de nabijheid van
de plaats, waar dit gebeurde, was de ambtenaar
Ph. R. bezig met het repareeren van den motor
van zijn kano. Daar hij geen enkele poging
heeft ondernomen, om den drenkeling te hel
pen, werd tegen hem proces-verbaal opgemaakt.
Donderdag stond hij voor den Haagschen kan
tonrechter terecht.
Verdachte verklaarde dien middag ge
schreeuw te hebben gehoord, dat er op wees,
dat iemand in het water was gevallen. Hij nam
het geval niet au serieux; het gebeurt wel meer
in deze buurt, dat men schreeuwt en verdachte
bemoeit zich daar dan nooit mee. Hij heeft
niet gezien, dat er iemand in het water was
gevallen en is rustig met zijn bezigheden door
gegaan.
Zwemmep kan hij, maar niet erg goed.
De ambtenaar van het openbaar ministerie
geloofde niet, dat verdachte's hulp in dit geval
succes zou hebben gehad.
Maar een strafbaar feit is gepleegd en de
ambtenaar achtte het ondenkbaar, dat ver
dachte deze zaak niet ernstig zou hebben geno
men. Verdachte's moreele houding achtte de
ambtenaar buitengewoon antipathiek en hij
had weinig bewondering voor diens kalmte,
De eisch luidde: f 50 subs. 30 dagen hechtenis
en het vonnis: f 30 subs. 20 dagen hechtenis.
De Rotterdamsche rechtbank heeft uitspraak
gedaan in de zaak tegen den 36-jarigen haven
arbeider B. W. K., wonende te Rotterdam e»
den 37-jarigen varensgezel A. A. van der R.,
eveneens te Rotterdam, die in het afgeloopen
jaar pogingen hadden gedaan om eenige Rot
terdammers te bewegen in dienst té treden
van het Spaansche regeeringsleger. Zij werden
resp. veroordeeld tot twee maanden gevangenis
straf voorwaardelijk met drie jaar proeftijd en
vijf maanden gevangenisstraf, eveneens voor
waardelijk, met drie jaar proeftijd.
Het Engelsche s.s. Yewvalley, komende van
Antwerpen, is Donderdagavond nabij Terneu-
zen in aanvaring geweest met een nog onbekend
stoomschip.
De Yewvalley is met schade te Vlissingen
binnengeloopen
Donderdagmiddag heeft zich op den hoek
van de Rembrandtlaan en de Meindert
Hobbemastraat te Heemstede een vrij ern
stige botsing voorgedaan tusschen een be
stelauto en een motorfiets. De motorrijder
werd ernstig gewond.
De 30-jarige D. van L. uit Haarlem reed met
zijn auto in de Meindert Hobbemastraat, in de
richting Rembrandtlaan. Toen Van L. de Rem
brandtlaan wilde oversteken, naderde van
rechts een motorfiets, bestuurd door den 19-
jarigen jhr. W. J. T. van B. te Heemstede.
Van B. meende voorrang te verkrijgen en reed
kalm door. De bestuurder van den auto, die
vermoedelijk door een beslagen zijruit in zijn
uitzicht was belemmerd, stopte niet, waardoor
Van B. tegen de voorruit van den auto reed en
tegen den grond sloeg.
Het slachtoffer bloedde ernstig uit mond en
neus. Dokter van Walsum was spoedig ter
plaatse en verleende de eerste hulp. Bij nader
onderzoek bleek, dat Van B. een ernstige her
senschudding had opgeloopen, benevens een ge
compliceerde beenbreuk. In zorgwekkenden toe
stand is hij naar het Diaconessenhuis te Haar
lem vervoerd. Zijn toestand is ernstig, doch niet.
hopeloos.
Op den weg van Heerlen naar De Locht, on
geveer daar waar de weg naar Kerkrade af
buigt, is de heer S., uit Ubachsberg, door een
uit de richting Heerlen hem tegemoet komenden
auto, bestuurd door J. L., uit Hoensbroek, aan
gereden. Hij werd tegen den grond gesmakt
en met zeer ernstige hoofdwonden naar het St.
Josephziekenhuis in Kerkrade vervoerd, waar
hij gisternacht is overleden. S. was 44 jaar; hij
laat een vrouw en zes kleine kinderen achter.
De politie te Eist heeft een 47-jarigen man,
zekeren H., gearresteerd, die zich aar. bigamie
heeft schuldig gemaakt.
Hij huwde in 1912 in Bameveld met een
vrouw, die thans nog daar woont en verliet
haar in 1916.
Deze maand trad hij wederom in het huwe
lijk, thans in Eist met een inwoonster uit die
gemeente, zonder dat zijn eerste huwelijk ont
bonden was.
Door een toeval ontdekte een ambtenaar ter
secretarie van Eist dit feit. De politie van Eist
heeft hierop in samenwerking met de gemeen
tepolitie van Barneveld een onderzoek ingesteld
met bovenvermeld resultaat.
Tijdelijk is tot leeraar benoemd aan de R.H,
B.S. te Steen wijk; H. Herenius, wonende te
Hengelo.
Aan A. H. P. Blauw is op zijn verzoek eer
vol ontslag verleend als leeraar aan de R.HJB.S.
te Alkmaar.
Voor het tijdvak van 14 December 1937 tot 1
December 1933 is benoemd tot leeraar aam de
Rijkslandbouwwinterschool te Dordrecht ir.
C. S. Knottnerus, aldaar.
Ingetrokken is de benoeming van den surnu
merair der registratie en domeinen A. C. M.
van der Kroft ten kantore der registratie te
's-Gravenhage, tot ontvanger der registratie en
domeinen te IJselstein.
Met ingang van 1 Januari 1938 is benoemd
tot ontvanger der registratie en domeinen de
surnumerair A. C. M. van der Kroft voornoemd
en is hij toegevoegd aan den ontvanger der
successie te Rotterdam.
Benoemd is tot ontvanger der registratie en
domeinen te IJselstein F. C. van Gurp, sur
numerair der registratie en domeinen te Til
burg.
Met ingang van 1 Januari is benoemd tot
inspecteur der directe belastingen, invoerrech
ten en accijnzen te Arnhem, J. Nikkels, ont
vanger dier middelen aldaar en is hij werk
zaam gesteld aan de inspectie der invoerrech
ten en accijnzen, aldaar.
Ik hoop alleen maar, dat het Amy geen kwaad
zal doen."
„Daar zie ik de reden niet van in. Marie's
schoonheid zou bij vele families, die haar in zulk
een positie namen, een bezwaar zijn, maar Claud
Dacre zal nooit een huwelijk willen aangaan be
neden zijn stand."
„Daar kunt u van opaan, Oma! Goeden-
nacht!"
HOOFDSTUK XII
Marie's leven op Eikenzicht begon zeer aange
naam. Mrs. Munro werd langzamerhand beter,
waarschijnlijk voor een goed deel door de tegen
woordigheid van haar kleinzoon, die vooreerst
niet op reis zou gaan.
Er kwam druk bezoek op het Huis. Amy had
haar vriendin een voorschot op haar salaris ge
geven en daar had Marie zich drie gewone toi
letten voor aangeschaft.
De gasten voor het eerste diner waren: de do
minee en zijn vrouw, dokter Hessey met zijn
vrouw en dochter, Mr. Mrs. en Miss Burton,
Miss Calthorpe, een ongetrouwde dame, amu
sant in den omgang, Mr. Calthorpe, haar broer,
die het mooiste goed in den omtrek bezat, de
hulp-predikant, Mr. Falconer, zijn zuster en zijn
leerling, dien hij klaar maakte voor de universi
teit, en twee officieren van een regiment, dat te
Winchester was ingekwartierd.
Miss Trouville werd mét verschillende blikken
beschouwd. Zoo vond Mrs. Burton het bijvoor
beeld heel onvoorzichtig van Mrs. Munro, om
het jonge meisje in al haar kringen binnen te
leiden, waar zij door haar schoonheid andere
jonge meisjes, als haar Augusta en zelfs Amy
uit verdrong. Mrs. Hessey, de dominee's vrouw
achtte het juist weer zeer verstandig. Miss Cal
thorpe overlegde, of het geen goede partij zou
wezen voor haar broer, die tot haar groot ver
driet maar ongetrouwd bleef.
Marie werd aan tafel geleid door kapitein
Arkwright, een van de officieren, ingekwartierd
te Winchester. Na een praatje met haar vroeg
hij ineens aan Claud:
„Zeg, Dacre, wanneer heb je het laatst van de
Brath gehoord?"
Toevallig keek Marie den kant van Amy uit
en zag, dat die geweldig bloosde.
„Dat is nu al een heele tijd geleden, maar ik
verwacht zeker, dat die binnenkort komt."
„Een kapitale kerel is dat! Ik ben met een
schip van hem uit Indië teruggekomen, maar
ik heb nog nooit zoo'n flinken kapitein ont
moet! De maatschappij mag hem wel in waarde
houden! Een van mijn mede-passagiersters was
tot over de ooren verliefd op hem. Als hü een
rijke weduwe had willen trouwen, dan had hij
dit kunnen doen."
„Maar hij zou nooit enkel om het geld trou
wen," merkte Claud op.
„Naar ik hoor," zei Mr. Burton tot Mrs. Mun
ro, „zal uw neef, Mr. Elwyn Rivers, het goed
van een baronet krijgen? Het is verwonderlijk,
zooals die jonge man carrière maakt aan de
balie en in het Parlement!"
„Ja, Robert schijnt nu eenmaal alles mee te
loopen," zei de gastvrouw.
„Het verwondert mij, dat hij niet trouwt,"
viel Mrs. Burton in.
„Hij heeft een slechte gezondheid," sprak Mrs.
Munro weer. „Hij lijdt aan zenuwpijnen en dit
maakt hem zeer gemelijk en weinig aantrekke
lijk voor jongedames. Als de zittingen van het
Parlement voorloopig zijn geschorst, zal hij ons
zeker bezoeken. In geen jaren is hij op Eiken-
zicht geweest."
In den loop van den avond gaf Marie nog een
zangnummer ten beste en de bewondering stond
Claud op het gelaat te lezen, zoodat Mrs. Bur
ton dan ook tot haar echtgenoot zei onder het
naar huis rijden:
„Ik begrijp niet, hoe Mrs. Munro er toe geko
men is, om dat vreemde jonge ding nu te enga-
geeren als dame van gezelschap voor Amy Del-
ville. Ze zal Claud Dacre nog tot een mésalliance
brengen op die manier! Niemand weet toch
maar, waar die Miss Trouville vandaan komt.
Mathilda Calthorpe heeft er Amy naar gevraagd
en die zei, dat ze op zee gevonden is, maar dat
ze hoogstwaarschijnlijk van zeer goede afkomst
zal zijn."
Marie werd dus nooit meegevraagd met invi
taties, die naar het Huis werden gezonden. Dat
maakte Amy zóó boos, dat ook zij met genoegen
zou bedankt hebben voor de haar gezonden uit-
noodigingen, maar dit wilde Mrs. Munro niet
hebben. Zij moest dus ook Marie wel alleen la
ten, toen zij naar het bal van de Burtons ging.
Wel bleef Mrs. Munro ook thuis, maar voor Amy
was het een straf, toen zij wegreed, gechape
ronneerd door Lady Treuman. Marie kon ook
niet dansen en zou zich niet op haar plaats
hebben gevoeld op het bal.
Dat het jonge meisje zoo goedmoedig die be
zwaren van haar positie droeg, en met zooveel
toewijding voor zijn grootmoeder zorgde, had
Claud al weer voor een groot deel verzoend
met haar vreemde afkomst. Hij begon zelfs bij
zonder belang in haar te stellen.
„Ik geloof, dat zij er niet veel om geeft, dat
ze niet meegevraagd wordt, denk je wel?" vroeg
hij eens aan Amy.
„O, maar natuurlijk vindt zij dit onaange
naam! Ze schikt er zich alleen in met een op
gewektheid, die haar nu eenmaal eigen is. Maar
op ons bal zal zij er toch bij zijn, dat verzeker
ik je! Weet je wel, dat ik haar dansles geef?
En, o, Claud, als je eens heel lief was, zou je
dan eens met Marie willen walsen, terwijl ik
speel? Het is zoo vermoeiend, om te zingen en
tegelijk te walsen!"
„Met genoegen wil ik je van dienst zijn. Maar
hoe lever je dat nu met de quadrille?"
„O, dan heb ik Collins, Amott en Oma's ka
menier, maar Collins moppert zoo! Ze zegt, dat
ze daar niet op gehuurd is, om quadrilles te
dansen. En ze weigert het eenvoudig, om met
Marie te walsen. Daarom heb ik 't jou gevraagd.
Ik geloof, dat zij Marie gewoonweg haat!"
„Ja, maar je hebt Collins ook verwend en die
beschouwt Miss Trouville nu eenvoudig als een
indringster."
,Maar jij zult toch wel met haar dansen,
Claud?"
„Ja, zie je, als gastheer, kan ik maar niet
precies met iedereen dansen. Maar een wals met
haar zal er wel op kunnen overschieten."
„Dank je wel. En laat ons nu een vaste af
spraak maken, wat betreft het leeren dansen.
Kom jij in den salon, zoodra Oma vanavond
haar slaapje doet na het eten, en wals dan met
Marie!"
Dien avond zat Amy aan de piano. Claud
vroeg met een buiging, of Marie gebruik wilde
maken van zijn diensten en de les begon.
Na een tijdje hielden zij pauze, praatten wat,
en dansten toen weer, met schitterend resultaat!
Daarna werd met Oma tot een whistpartijtje
overgegaan.
lederen avond werd die „vooroefening" her
haald en Claud zag er met waar genoegen naar
uit. In den loop van den dag was hij ook veel
met de jonge dames samen. Want de jongeman
moest wel ervaren, dat hjj liefde voelde voor
Marie, die tien jaar jonger was en zeker niet
zijns gelijke mocht heeten in stand.
Hij meende, dat hij haar geen bijzondere aan
dacht wijdde, maar zij voelde zich toch omringd
door een sfeer van teederheid, zoodat haar leven
veel gelukkiger was. Ze dacht niet aan Claud
als haar geliefde. Ze wist, dat er maatschappe
lijk een veel te groote afstand tusschen hen
beiden bestond. Intusschen kwam het bal steeds
nader.
Op een ochtend, toen hij de post nakeek, riep
hij verheugd:
„Een brief van Phil met het poststempel Lon
den!"
.(Wordt vervolgd.)