bloemengroet
wasscherij 't KLEVERPARK
Omroepers komen in
80.000 gezinnen
VAN HOUTEN
t w ijj f e 11
EEN V.B.
CORSET
V.hJLHd$us
EXPEDITIE P. J. BOS
Joh. van Wunnik
HANNA FIEKE
DAUDEY'S
BLOEMEN MAGAZIF
DE VIOOL VAN VADER
GAILLARD
ZUIGELINGEN VOEDSEL
SCHRIFTVERBETERING
WASSCHEBIJ «ss
„NUTRICIA" - ZOETERMEER
INST. REIBER-NAN
DRAAI- EN COTTER WERK I
D. v.d. Water Zo.i
BLEEKER^VMRTWEG45 HEEMSTEDE
Wetenschappelijke waSchbchandeling
Gr. Houtstraat 135 Tel. 15499
Verzendt Uw goeder®1*
naar AMSTERDAM pe*
ZIEKENVERVOER
DE TENTOONSTELLING
WENSCHT GE UW PUI OF
WINKEL TE VERBOUWEN??
Pui- en Winkel-installatie-
bedrijf „MODERN"
Erres radio 1938
BUITENGEWOON
RADIO-BUREAUTAMMER
KLEVERLAAN 176
TELEFOON 14753
Bekend door zijn
100 procentService
Voor elke gelegenheid, voor elk festijn,
het Heerenfijngoed ter verzorging naar
Z&'TEREMtG 25 DEC E M BE R 1937
Aan den vooravond van de Kerstviering in Engeland. De opname links boven, welke doet denken aan een oud schilderij, werd 's avonds gemaakt op de Kerst- 2000°mIut ^iTgtr^rt^in teg^oordigheid^vai1
markt te Petersborough, terwijl de menschen hun laatste inkoopen doen. Rechtst Een kijkje op de uitstalling van den wildhandelaar. talrijke autoriteiten officieel in gebruik gesteld
De Kerstdagen doen U weer eens duidelijk beseffen, hoe groot het bezit van een gezellig huis is. Wij laten een landhuis - ook in de kleinste prijsklasse - door onze architecten naar Uw verlangen ontwerp®11.
Vraagt ons nieuwe prospectus - J. F. PHILIPS Jr.'s Bouwbedrijf - Wiistelaan 37, Santpoort, Telefoon 366 en Twijnderslaan 9, Haarlem, Telefoon 1690^
HIHWHWWHBHBWIIIW IHIHWHWWI WWWtl
voor eiken leeftijd zoowel .voor den
gezonden als zieken zuigeling'
VRAAGT PROSPECTUS AAN
in alle plaatsen vertegenwoordigd
Wie weet niet uit eigen ervaring, hoe
welopgevoed een verzorgd handschrift staat.
Methode speciaal voor Volwassenen.
Telefoon 17566
Kleine Houtweg1 8
Anno 1899
^llllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllll^
OP IEDER GEBIED
AUTO-, STATIONNAIRE- EN SCHEEPS-
MOTOREN REVISEEREN GEDEPL. DESK.: E
E AMSTERD. VAART 112 TELEF. 13435
niMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiniiiMiiiiimiiE
Speciaal
adres voor MATRASSEN en BEDDEN:
SCHAGCHELSTRAAT 13 TEL. 1028b
Repareeren en Bijvullen van Bedden en
Matrassen in één dag retour
Wij, maken veerenbedden 3 - d e e 1 i g
indien 'n nieuw corset zeer van
noode is? Dit is in 't geheel niet
noodig.
zal U de vroegere zorgen doen
vergeten en 't dragen zal een
lust zijn. Waarom? Omdat het
werk van den vakman is. Firma
Opgericht 1855 .«f
SPAARNWOUDERSTRAAT 30 - TELEF.
[Mil
BOUCKAERT Telefoon 14903
Vakkundige bediening. Bill, tarieven
in het FRANS HALS-MUSEUM van
wordt wegens groote belangstelling
VERLENGD tot en met 29 DEC.
Dagelijks geopend van 104 uur.
Spreek met het
en't komt tot Uw volle tevre
denheid in orde.
FABRIEK:
Santpoorterstr. 27 b/h Kleverpark
Haarlem Tel. 1.3.4.0.2
in toon, selectiviteit
en uitvoering
DUS EERST 'N Vrre>„
HOOREN. C-irtfA
Prijzen vanaf f 127.-
OOK IN HUURKOOP
(tegenover't Sportveld)
voor KERST- en NIEUWJA^
in 't Buitenland verz»16
GR. HOUTSTR. 112, HAARLEM, TEL. 1°8
Na de sluiting der Wereldtentoonstelling te Parijs. De kleinere gebouwen in dc
onmiddellijke omgeving van de Seine zijn afgebroken in verband met het
wintersche jaargetijde
De leeuw als koordlooper. Een zeldzaam
staaltje van dressuur, dat thans op het
program voorkomt van een circus, dat in
Olympia Hall te Londen voorstellingen
geeft
*t Was vinnig koud; een ijzige December
wind sneed door het gelaat van den dokter,
die met zijn hond Pataud tegen zijn voeten
in het hoekje van zijn kapsjees gedoken zat.
Niettegenstaande een dikke reisdeken, die hij
om zijn knieën had geslagen, in weerwil van
zijn wollen bouffante, en gebreide handschoe
nen, was hij tot in merg enbeen verkleumd.
Daarom dacht hij met innerlijke voldoening
aan het knappend vuur, dat thuis in den haard
brandde; aan het smakelijk souper en 't lekker
verwarmde bed, dat hem daar wachtte. Nog
een oogenblik, en hij zou zijn woning kunnen
onderscheiden tegenover het oude stadhuis,
waarvan hij uit zijn kamer de spuwers kon zien
met hun grijnzende koppen, die den schijn had
den alsof ze hun tong tegen hem uitstaken.
„Vorrrt, schimmel vorrrt!"
De schimmel was plotseling stil blijven
staan en spitste de ooren, terwijl Pataud zijn
dikken kop tusschen de beenen van zijn mees
ter stak en akelig begon te huilen.
Op dat oogenblik stond de sjees vlak bij het
kanaal van Saint-Quentin, aan den kant van
de 'stad.
Op den anderen oever teekenden de hooge
fabrieksschoorsteenen hun spitse silhouetten af
tegen den met sterren overzaaiden hemel; de
maan spiegelde haar zilveren schijf in het diepe
water en verlichtte hier en daar eenige schui
ten, die met steenkool, hout of keien waren ge
laden, maar alle waren met denzelfden sneeuw-
mantel als met een lijkwade overdekt.
„Koest, Pataud!"
De dokter stak het hoofd buiten de kap van
de sjees en luisterde.
Te midden der nachtelijke stilte bereikte het
geluid van een viool zijn oor. De tonen sche
nen uit het kanaal op te stijgen, maar zoo ge
heimzinnig, zoo hartverscheurend, dat den dok
ter een rilling door de le<en ging.
„Natuurlijk weer vader Gaillard, die lamme,
oude gek!"
Hü wilde de zweep over het paard leggen,
maar een man, die uit de glooiing van den
waterkant oprees, greep het bij den teugel en
aeide;
„Is u dat, meneer Cordier?"
„Jawel, wat is er?"
„De kleine is niet goed."
„Zoo, en wat scheelt hem?" zeide de dokter,
die bij het schijnsel van een lantaarn een der
schuitevoerders van het kanaal herkende.
„Dat weet Ik zoo net niet. Al een dag of drie
is hij niet goed in orde, maar vandaag is het
al erg miserabel. Hij doet niets dan hoesten,
altijd maar hoesten, met uw permissie, precies
als uw hond, en dan heeft hij het zoo schrik
kelijk benauwdToen Ik zooeven wegging
om u te gaan halen, lag hij er net als een
doode.
,Hm! dat kan wel kroep zijnik heb
verscheiden gevallen van kroep."
De dokter nam zijn medicijnkistje, bond zijn
paard aan een boom en volgde den vader langs
den steilen waterkant.
„Hoe komt vader Gaillard erbij om viool te
spelen, terwijl zijn kleinkind op sterven ligt!"
„Ja, wat zal ik u zeggen, meneer, de oude
man is niet recht meer bij zijn verstand, weet
u. Maar hij hield toch altijd erg veel van zijn
kleinzoon."
Een oogenblik later waren ze bij de schuit
en troffen er den vioolspeler aan. 't Was een
grijsaard, erg mager en kaalhoofdig, met krom
men rug en vreemd starende oogen. Hij stond
op het dek, blootshoofds, onbeschut tegen den
scherpen noordenwind, die zijn oud lichaam
deed rillen en beven, en zijn tandelooze kaken
tegen elkaar deed klapperen.
Toch speelde hij, speelde hij zonder ophou
den met een soort van woede door. Oude Kerst
liedjes, zooals:
De herders dicht bij Bethlehem,
Dieren zoo verwonderd.
en
't Is feest omhoog, 't is feest op aard',
Want Jezus is geboren,
haalde hij uit zijn instrument, en hij neuriede
ze ter begeleiding met een gebroken stem.
„Met zulk een weer moet ge niet buiten in
de koude blijven, vader Gaillard, dat is on
verstandig. Ga met ons mede naar binnen."
„O neen, meneer, dat kan ik nietde dood
zou met mij binnen sluipen; ik bewaak de
deur en nu kan hij er niet door, wees daar
maar zeker van. Hij zou wel graag mijn kleinen
Tony willen hebben, maar dat zal niet ge
beuren, daar zal ik wel voor zorgen."
En hij ging voor de deur van de kajuit staan,
in een dreigende houding.
„Maar laat ons ten minste den toegang vrij,"
zeide de dokter en schoof zachtjes den ouden
man ter zijde, „ik moet zien, wat den kleinen
patiënt scheelt."
De grijsaard gehoorzaamde gewillig.
„Blijf daar nu niet staan, ga met ons mede
om te zien, wat er voor Tony gedaan kan wor
den. Zoo je nog lang in de koude blijft, kan
het je dood zijn."
„Daar reken ik ook stellig op, meneerdat
vraag ik juist aan het Christuskind;.... het
Christuskind is zoo goed, het heeft mij nog
nooit iets geweigerd. Het zal mij wel in de
plaats van mijn kleinzoon willen meenemen.
Daarom speel ik allerlei mooie Kerstliedjes
voor hem."
En opnieuw ving hij aan:
't Is feest omhoog, 't is feest op aard',
Want Jezus is geboren.
„Vader Gaillard" of „gekke Gaillard", zoo
als de straatjongens hem noemden was vroe
ger muzikant geweest. Hij was tachtig jaar en
bijna geheel kindsch. Een manie van hem was
om van de schuit af te komen en voet aan wa!
te zetten. Dat lukte hem nu en dan en daar
van maakte hij gebruik om al dansende en
vioolspelende de straten van Sint-Quentin te
doorkruisen, in de meening, dat hij een dorps
bruiloft achter zich aan had. Deze wandelin
gen maakten de vreugde uit van al de kwajon
gens in de stad, die achter hem aan holden, en
zoo hard als ze maar konden, uitgilden;
Twee violen en een bas, bas, bas,
En een strijkstok waar geen haar op was.
Het dartele volkje, met de ongevoeligheid
hun leeftijd eigen, voerde honderd guitenstre
ken uit ten koste van den ouden man, men
trok hem aan de panden van zijn jas, men
plaagde en sarde hem, totdat een klein handje
de rimpelige vingers van den grijsaard zocht
en 'n zacht stemmetje hem toefluisterde;
„Toe, grootvader, ga nu mede, ze zoeken u
thuis overal." En de kleinzoon bracht den ouden
voortvluchtigen grootvader naar huis terug en
trachtte den stroom van verwijten te stuiten,
dien men over het hoofd van den zondaar uit
goot, door zijn kinderlijk verzoek:
„Ge moet grootvader niet bebrommen; hij zal
het niet weer doen."
„Neen, ik zal het niet weer doen", stamelde
dan de oude man, en bij de eerste de beste ge
legenheid begon hij opnieuw. Hij kon zich maar
niet schikken in dat leven aan boord. Denk
ook eens aan! Hij had zoo ontelbare malen de
dorpelingen op de maat van zijn viool laten
dansen; hij had zooveel knappe bruidjes met
haar gevolg van bloedverwanten en vrienden
ten gids gediend en hij verveelde zich op het
smalle dek van de schuit.
Wanneer de schuit op sleeptouw werd ge
nomen en langzaam het kanaal afzakte, wan
neer de schippers hun pijpje rookten en de
vrouwen naar den voorbijglijdenden oever ke
ken en naar de bruingevleugelde zeilschepen,
nam vader Gaillard zijn kleinzoon en zijn viool,
de twee eenige vrienden, die hij op aarde
bezat zette zich neder op het achterdek en
speelde oude dansmelodieën waarnaar het kind
opgetogen luisterde.
En dat waren de gelukkige oogenblikken In
het leven van grootvader en kleinzoon.
In de enge kajuit, waar men ternauwernood
rechtop kan staan, ligt het kind te zieltogen.
De lieve, blauwe oogen staan glazig, de lippen
zijn paars, een fluitende ademhaling komt uit
de doodsbenauwde borst. De dokter buigt zich
over het bedje, een enkele oogopslag is voldoen
de om het gevaar te doen inzien. Zwijgend
schudt hij het hoofd.
Daar buiten zingt de viool:
Der vorsten Heer is in een stal geboren.
De moeder verbergt haar gezicht in naar
boezelaar, en snikt: „Mijn kleine Tony, mijn
arme kleine Tony!"
Verlegen staat de vader er bij; hij bespiedt
aandachtig de geringste beweging van den dok
ter. Deze vraagt om een lepel en een beetje
water in een glas. Daarin mengt hij een wit
achtig poeder.
„Wie weet! We moeten het nog maar eens
probeeren", zegt hij bij zichzelf.
Daarna neemt hij een weinig van het meng
sel in den lepel en houdt dien tusschen de tan
den van het kind. De kleine patiënt slikt met
moeite, maar de vloeistof wordt Ingenomen:
drie-, viermaal herhaalt de dokter deze voor
den zieke zoo pijnlijke poging en daarna zet
hij zich stil bij het bedje neer.
Opnieuw klinkt boven op het dek een blijde
toon van de viool.
Het is geboren, het Heilige Kind!
En in de verte beginnen de klokken te lui
den en verkondigen door den kouden winter
nacht het feest van Hem, die sprak:
Ik ben de Opstanding en het Leven.
Een soort van stuip schokt eensklap het li
chaam van den kleinen kranke.
„O God", barst de vader uit, „hij sterft"!
Een nieuwe schok doortrilt het tengere li
chaampje, onmiddellijk gevolgd door een hevig
braken.
„Hij is behouden, 't Gevaar is voorbij", zegt
de dokter en legt zachtjes het bleek hoofdje
van den kleinen Tony op het oorkussen terug.
Op hetzelfde oogenblik houdt de viool op
met spelen in een laatste trilling, zwak als een
zucht, en als men de deur der kajuit opent,
ziet men den ouden vader Gaillard. die zijn
viool laat vallen en ineenzakt op het besneeuw
de dek....
Zijn wensch was verhoord: Het Christu
had den ruil aangenomen; de grootvader
de plaats in van den kleinzoon en op e$
magerd gelaat rustte de vrede der Sf}u
een weerschijn van de vreugde züne
offering.