Meening der Eerste Kamer over het Regeeringsbel eid De ordening in de schoenindustrie KERSTMIS 1937 Voldaanheid over den verkiezingsuitslag De vrede, dien de wereld geeft Kerkelijk leven ZATERDAG 25 DECEMBER 1937 Spoedige regeling van 't spelling vraagstuk verzocht Toestand van 's lands financiën R. K. Staatspartij Defensie Financiën Verlaging belastingdruk Sociaal-economisch beleid Het spellingvraagstuk JHR. DE GIJSELAAR BEGRAVEN De Leidsche burgerij in alle geledingen aanwezig .."Y Hirsch op zijn best „Ein Veilchen auf der Wiese stand" Frits Hirsch in een van sijn rollen BENOEMINGEN Reispas vervalscht Twee buitenlanders voor het gerecht JUSTITIEEL ONDERZOEK NAAR STERFGEVAL In het bisdom Den Bosch KATHOLIEK OVERHEIDS PERSONEEL De heer H. A. Vulink voorzitter van St. Paulus VLEESCH GESMOKKELD NAAR DUITSCHLAND Nederlanders tot zware straffen veroordeeld MISLUKTE POGING TOT ONTSNAPPEN Arrestant bevreesd over de Duit sche grens te worden gebracht Overzicht van de voornaamste bepalingen Kindertoeslag STANDBEELD VOOR JOHAN VAN OLDENBARNEVELDT Op den Kneuterdijk te Den Haag GIFTEN VOOR EEN GOED DOEL Maakte de leider van het N.I.B. te Tilburg het geld op? HET IS NOG NIET TE LAAT Prijsvraag van 't Nationaal Fonds voor Bijzondere Nooden Verschenen is het voorloopig verslag van de commissie van rapporteurs der Eerste Kamer omtrent de algemeene beschouwin gen over de rijksbegrooting voor 't dienst jaar 1938. Hieraan wordt het volgende ontleend: Vele leden uitten hun voldoening over den Uitslag van de in Mei gehouden verkiezingen. Ook juichte men het toe, dat de verkiezingen hebben geleid tot het verdwijnen uit de Tweede Kamer van de vertegenwoordigers der zeer kleine partijen. Achtereenvolgens werden de volgende pun ten besproken: le. Verloop en resultaat van de kabinetsfor matie, alsmede de vraag, of aan het tegenwoor dige ministerie al dan niet een parlementair karakter moet worden toegekend. 2e. De houding van 'n tweetal partijen, mede in verband met de kabinetsformatie. 3e. De vraag of de vorming van een minis terie, rustende op anderen grondslag dan het huidige kabinet doet, niet meer in 's lands be lang ware geweest. Vanzelfsprekend liepen over deze kwesties, evenals in de Tweede Kamer, de meeningen sterk uiteen. Van verschillende zijden vond het beleid van de R. K. Staatspartij ernstige afkeuring. Zoo had het eenigen leden ten zeerste be vreemd, dat dit kabinet is ontstaan met mede- Werking van de leiding dier partij, zij het, dat die leiding in een andere hoedanigheid bij de formatie werd betrokken. Van die zijde toch is sedert Juni 1933 bij voortduring, ook in de laatste verkiezingscampagne, een felle critiek geoefend op het beleid van de twee vorige ka binetten, die onder hetzelfde praesidium ston den als het huidige ministerie. Enkele andere leden stemden hiermede in. Eenige leden waren van oordeel, dat de be doelde partij zich in toen<Snende mate aan machtsusurpatie schuldig maakt. Tegen deze betoogen werd in de eerste plaats aangevoerd, dat de leidende figuren in de ge noemde partij in en buiten de Sta ten-Generaal zoowel voor als tijdens de verkiezingscampagne steeds het pleit hebben gevoerd voor een po litieke samenwerking op positief-christelijke basis, weshalve het geenerlei bevreemding mag wekken, dat enkelen hunner, des aangezocht, bereid waren in een kabinet, op zoodanigen grondslag rustende, zitting te nemen. Te min der rede voor critiek daarop achtten de hier aan het woord zijnde leden aanwezig, aange zien in het regeeringsprogram in menig opzicht tegemoet worden gekomen aan verlangens, welke reeds geruimen tijd leefden in de kringen der R. K. Staatspartij. Eenige leden, die tot heden hunne stem aan hoofdstuk B der rijksbegrooting hadden ont houden, verklaarden thans voornamelijk met het oog op den gespannen internationalen toe stand bereid te zijn, hunne medewerking te Verleenen aan de totstandkoming van maat regelen ter versterking van onze defensie. Zulks Sloot evenwel niet in, dat zij alle voorstellen, dienaangaande door de regeering gedaan, aannemelijk achtten. Zij wenschten, dat een redelijke verhouding zou worden in acht geno men tusschen de voorzieningen ter verbetering Van de weermacht en die ter behartiging van Sociale en cultureele belangen. Andere leden, behoorende tot dezelfde poli tieke groep als zij, wier opmerkingen hierboven Zijn weergegeven, verklaarden, op principieele gronden landsverdediging te verwerpen. Naast enkele leden, die een andere meening Waren toegedaan, konden zeer velert volkomen billijken, dat de regeering, gesteld voor de mo gelijkheid, nieuwe uitgaven te doen, bovenal streeft naar verhooging van de weerkracht des rijks, al spraken zij de hoop uit, dat ook aan andere desiderata, zoowel op sociaal als op cultureel gebied, aandacht zou worden gewijd en op dit stuk niet een politiek van volstrekte ont houding zou worden gevoerd. Verscheidene leden bepleitten een zeer krach tige verdediging van Nederlandsch-Indië. Sommige leden verklaarden den financieelen toestand des lands nog verre van gunstig te achten. Zulks is huns inziens mede een gevolg van de zoogenaamde aanpassingspolitiek, welke de beide vorige kabinetten hebben gevoerd, tot handhaving van het goudpeil van den gulden. Nadat ten slotte, dus meenden deze leden, toch tot muntdepreciatie moest worden overgegaan, had de regeering zich een geheel andere aan passing ten doel moeten stellen. Deze leden achtten de beschouwingen, in de teillioenennota voorkomende, te pessimistisch. Vele leden verklaarden, met dit betoog niet te kunnen instemmen. Wijders keurden deze leden af, dat zoovele bitgaven ten laste van het Werkfonds worden gebracht. By het spoorwegbedrijf is, zoo gingen zij ver- <ter, een reorganisatie tot stand gekomen, die als half werk moet worden beschouwd. Het Rijk ham een schuld van meer dan honderd millioen gulden van dat bedrijf over, welke bedrag ten laste van de rijksleeningen kwam. Omtrent de werken tot droogmaking van de Voormalige Zuiderzee drongen de hier aan het Woord zijnde leden andermaal aan op nako ming, door de regeering, van de indertijd door haar aangegane toezegging, een financieel overzicht te verschaffen van hetgeen de dienst der Zuiderzeewerken en de exploitatie der cul tuurgronden in de eerstvolgende jaren zullen oischen. Verscheidene leden achtten den financieelen toestand zelfs zeer ernstig. Vooral de financieeie toestand van de ge meenten, de groote zoowel als de kleine, had hen met zorg vervuld. Voorts vestigden deze leden er de aandacht °P, dat de economische toestand van Neder- landsch-Indië al weder lang niet meer van hien aard is, dat groote winsten van daar her waarts vloeien, waarmede indirect 's rijks mid delen zouden kunnen worden versterkt. Eenige leden waren van oordeel, dat deze begrooting niet getuigt van goed financieel be heer. Wordt op dien weg voortgegaan dan snelt huns inziens de Nederlandsche staat zijn bankroet tegemoet. Deze leden vestigden er voorts de aandacht op, dat rijk, provinciën en gemeenten bijna de helft van het volksinkomen besteden aan het vervullen van de overheidstaak en dat daar naast een schuld bestaat ten bedrage van wel haast de helft van het volksvermogen. Deze leden bepleitten de heffing van een speciale belasting op de winst, welke uitslui tend is gemaakt ten gevolge van de munt depreciatie. Verscheidene leden bepleitten als dringend noodzakelijk ter bevordering van de volkswel vaart een vermindering van de, van overheids wege opgelegde lasten en met name verlaging in stede van verhooging van den belasting druk. Deze leden waren van oordeel, dat onder de tegenwoordige omstandigheden aan verhoo ging van de belasting niet kan worden ge dacht, daar zulks de verarming van ons volk zou vergrooten, de werkloosheid zou doen toe nemen en mitsdien de crisis zou verscherpen. Zij betreurden derhalve ten zeerste, dat de regeering voornemens schijnt, zoodanige ver hooging te bevorderen, en einde de uitgaven voor de defensie te financieren. Verscheidene leden waren van meening, dat in het hiervoren weergegeven betoog een sterk overdreven voorstelling van zaken wordt ge geven. Verscheidene leden koesterden de vrees, dat voorshands weinig zal tot stand komen op het stuk der maatschappelijke ordening. Sommige andere leden stelden voorop, dat een gezonde sociaal-economische politiek niet mogelijk zal zijn zonder gezonde staatsfinan ciën en dat zulks insluit, dat vooralsnog ten op zichte van het sociaal-economische regeerings- beleid vele, voor het overige te billijken, ver langens onvervuld zullen moeten blijven. Tegenover de hierboven weergegeven critiek, er op neerkomende, dat de regeering op dit gebied geen vaste lijn zou volgen en slechts aarzelend haren weg zou zoeken, stelden deze leden ten eerste, dat in de Troonrede aan deze zijde van het algemeen regeeringsbeleid meer dan gewone aandacht was gewijd, en voorts, dat de regeering reeds tot daden was overge gaan. Wat nu betreft de ordening in het bedrijfs leven, zoo deelden de hier aan het woord zijn de leden evenmin de te dien aanzien geoefen de critiek. Men mag, zoo verklaarden zij, van het kabinet niet het onmogelijke vergen en moet begrijpen, dat te dien opzichte met groote behoedzaamheid moet worden te werk gegaan. Enkele leden wenschten nog de aandacht te vestigen op een, huns inziens, essentieel eco nomisch belang. Het prijsverschil van de landbouwproducten is, dus werd van deze zijde beoogd, te laag in verhouding tot dat van de overheidsdiensten en industrieproducten, zoodat ernstig moet worden gestreefd naar verhooging van dat prijspeil, ten einde de te dien opzichte verbro ken ruilverhouding te herstellen. Enkele leden waren van oordeel, dat de han delspolitiek, door dit kabinet voorgestaan, nadere verklaring behoeft. Zij hadden den in druk, dat er op dit stuk eenig verschil bestaat tusschen de opvatting van dr. Colijn en die van zijnen ambtgenoot, die inzonderheid bij deze aangelegenheid is betrokken. Eenige leden verzochten de regeering, een duidelijke omschrijving te geven van de taak van het hoofd van het nieuw ingestelde depar tement van algemeene zaken. Vele leden drongen er op aan, dat de regeering ten spoedigste een einde zou maken aan de verwarring, welke is ont staan wat betreft de spelwijze van de Ne derlandsche taal. Sommigen hunner waren van oordeel, dat de oplossing moet worden gezocht in overneming, door de regeering, van de thans in nagenoeg alle inrichtingen van onderwijs gebezigde moderne spelling. Andere leden verklaarden, dit standpunt niet te deelen. Zij waren van oordeel, dat de re geering in deze aangelegenheid, die niet slechts de onderwijswereld, doch het gansche volk raakt, van het begin af niet het juiste beleid heeft gevoerd. Sommige leden oefenden critiek op het be leid der regeering ten aanzien van het ver richten van arbeid in overheidsdienst door vrouwen. t Onder buitengewoon groote belangstelling, vooral van de zijde der Leidsche burgerij, die in al haar geledingen vertegenwoordigd was, is Vrijdagmiddag op de begraafplaats „Rhijnhof" in de gemeente Oegstgeest, het stoffelijk over-' schot van jhr. mr. N. C. de Gijselaar, oud-bur gemeester van Leiden en oud-lid van de Eer ste Kamer, ter aarde besteld. Met de familie kwamen in den stoet o.a. mede: jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland, vice- president van den Raad van State, mr. dr. A. baron Röell, Commissaris van de Koningin in Noord-Holland. Zeer velen wachtten den stoet op de begraaf plaats op, onder wie zich bevonden: mr. A. van de Sande Bakhuijzen, die den heer de Gijse laar als burgemeester van Leiden en als pre sident-curator van de Leidsche Universiteit is opgevolgd, met alle wethouders, alsmede de gemeente-secretaris, mr. dr. A. van Strijen. Van de Leidsche universiteit was een groot aantal hoogleeraren aanwezig. Uit Leiden waren verder tegenwoordig zeer vele gemeente-ambtenaren, deputaties van ver schillende vereenigingen, van de politie, het collegium van het Leidsch studentencorps, de senaat van Unitas Studiosorum Lugauno Ba- te-va, bekende ingezetenen van Leiden. Verder zagen wij prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine, minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen; staatsraad mr. dr. A. A. P. N. Kooien, prof. jhr. mr. B. C. de Savornin Lohman, namens de christelijk-historische fractie uit de Eerste Kamer en den heer Jac. Wilbrink, namens het hoofdbestuur der Chr.- Hist. Unie. Tegen half drie naderde de stoet de begraaf plaats. Aan de groeve werd niet gesproken in gevolge het uitdrukkelijk verlangen van den ontslapene. In langen tijd heeft Fritz Hirsch geen zóó alleraardigste operette voor het voetlicht gebracht als deze „Ein Veilchen auf der Wiese stand" waarin een episode uit het leven van Mozart, de geschiedenis van zijn liefde voor Constanze Weber zoo ge trouw mogelijk de feiten volgend, wordt uit gebeeld. Onze aandacht werd op dit stuk al eenige maanden geleden gevestigd, toen aan het station Roermond twee heeren beladen met koffers in onzen coupé stapten en onverwijld druk begonnen te confereeren en het resultaat van hunne be sprekingen even onverwijld met een kleine kof fer-schrijfmachine vastlegden. Wij hebben slechts geluisterd naar hun praten de ge varen van een gijzeling ten spijt. Wij hoorden over Mozart en Constanze en Salieri en over een wieg, waar nog geen kindje inlag en over balletten en over een astrologischen vader We ber, die zijn tegen zou geven „wenn die Zwei sich umarmen", en al zulke dingen meer. Het gesprek boeide. De jongste van de beide heeren deed het eene voorstel na het andere, de andere wikte.... en tikte. Daar groeide iets, daar werd iets opgebouwd uit die beide curieuze koppen van Fritz Hirsch en Paul Harden. „Für die Weinachtspremière" vertelden zij, toen wij hun verklaarden, dat onze nieuwsgierigheid van pro- fessioneelen aard was. „Ein Musiker aus Salz burg" zou het nieuwe stuk heeten. Het heet anders: „Ein Veilchen auf der Wiese •stand" maar het gaat over den grooten „Mu siker au» Salzburg", en over vader Weber met zij sterren-globe, die naast een wieg zit te schommelen, waar hij tenslotte maar zijn wijnflesch in deponeert zoo lang ze nog leeg blijft en over Salieri, den Ita- liaanschen hofkapelmeester, die Mozart probeert te verdringen van het hof en uit het hart van Constanze. Nog veel meer menschen treden erin op: Toni Stadler, de vriend van Mozart, die óók een musicus meent te zijn doch later maar wijnhandelaar wordt; Aloysia Weber, de zuster van Constanze, die aanvankelijk de liefde van Mozart trekt, doch die zich tenslotte moet be kennen, dat zij slechts dankbaarheid voor hem voelt, geen liefde; Graf von Sackingen, de wei nig snuggere overbrenger van een uitnoodiging voor Mozart om aan het hof van Baronnesse von Schwetzinger te komen musiceeren, die door zijn komisch dooreenhaspelen van alle namen de grappigste verwarring sticht en nog vele an deren. Het vrijwel voltallige gezelschap kwam op de planken. Hirsch als Vater Weber ernstig, troostend in verdriet en toch zóó levenslustig; Paul Harden als Toni Stadler, goed van aard, „aber ein Steinbock", zooals Vater Weber in zijn horoscoop zag, Egon Karter als Mozart, een zachte naar het plechtige neigende figuur; Greta Saar en Hilde von Prix als de beide doch ters van Weber, beiden even bekoorlijk in hun spel en hun zang; Julia Rillo en Otto Aurices als de keukenmeid en de tooneelknecht, die, dank zij af en toe „eine ganze halbe Gans" en een kalkoentje wijn, het best met elkaar kun nen vinden; Walter Triebei als de graaf van Sackingen, door Stadler hardnekkig met den „Trompeter" verward. Mady Mets als Liesbeth, de vrouw van Toni Stadler, van denzelfden aard als haar man. En zoo stuk voor stuk allen! En allen geven even keurig verzorgd spel. Een enkele misschien iets aan den zoeten kant Mozart zelf bijvoorbeeld maar toch over het geheel zeer harmonisch en goed. De dansen zijn voor treffelijk de poppendans van Paul Harden en Hilde von Prix, de dans van de drie heeren Hirsch, Triebei en Harden en die van Harden met Mady Mets oogsten groot succes. De mu ziek van Mozart zelf, „liebevoll zusammenge- stelt" door Fred. Stalten, illustreert goed. Hirsch is werkelijk op zijn best. Deze operette hoort tot het beste dat hij het laatste jaar heeft gege ven. Onze gespannen verwachtingen werden over troffen. Voor de Rotterdamsche rechtbank hebben Vrijdagmiddag een tweetal buitenlanders te recht gestaan, die met een valschen reispas de Nederlandsche grens hadden overschreden. De eerste, die zich te verantwoorden had, was de 59-jarige Duitsche ingenieur M. G., ge domicilieerd te 's Gravenhage. Hij had zijn pas, die in April 1937 was afgeloopen, vervalscht door de 7 van 1937 in een 9 te veranderen. Verdachte ontkende dit gedaan te hebben. De officier van justitie, mr. Wilbrenninck, eischte vier maanden gevangenisstraf. De verdediger mr. Oskam pleitte vrijspraak, althans de uiterste clementie. Hierna stond terecht de 58-jarige dr. Fr. W. A., secretaris van de socialistische Arbei ders-internationale, geboren te Weenen en wo nende te Brussel, die met een reispas op val schen naam op het vliegveld Waalhaven was aangetroffen. Ook hij ontkende het hem ten laste gelegde. Het O. M. eischte 250 boete, subs. 100 da gen hechtenis. Verdachte's raadsman, mr. L. A. Donker, pleitte vrijspraak. In den afgeloopen nacht is te Noordwijkerhout. overleden de tachtigjarige bloembollenkweeker C. M. Ir verband met geruchten, dat de man zou zijn gestorven als gevolg van bij een echtelijken twist opgeloopen verwondingen, is 't stoffelijk overschot door de justitie in beslag genomen, waarna dr. Hulst uit Leiden sectie heeft verricht. Hierbij is komen vast te staan, dat het overlijden een gevolg is van ouderdoms zwakte. Van een gewelddadigen dood is dus geen sprake. Het lijk is derhalve na het gerechtelijk onder zoek vrü gegeven. De Bisschop van 's-Hertogenbosch heeft be noemd tot Conrector van het Moederhuis der Zusters van J. M. J. (Mariënburg) te 's-Herto genbosch: den 'Weleerw. Heer H. A. G. Hens, en tot Kapelaan te Zevenbergen, den Weleerw. Heer C. J. Simons, die Kapelaan was te Aalst. Donderdag heeft het hoofdbestuur van den R. K. Bond van Overheidspersoneel vergaderd ter voorziening in de vacatupre, ontstaan door het overlijden vaft den heer L. F. Guit. Tot djens opvolger als voorzitter is gekozen de heer H. A. Vulink, die tot nu toe tweede voorzitter was. Besloten werd daarna tot aan stelling van een nieuwen bezoldigden bestuurder. De strafkamer te Munster heeft den slager A. J. te Dinxperlo, wegens het op groote schaal smokkelen van vleeschsoorten uit Holland naar zijn winkel in het Duitsche grensdorp Suderwick met gebruikmaking van valsche keuringsstem pels in Holland vervaardigd, veroordeeld tot twee en een half jaar gevangenisstraf, een boete van 500.000 mark en 272.620 mark schadevergoe ding. Zijn vrouw werd wegens medeplichtigheid tot dezelfde boete en een jaar gevangenisstraf ver oordeeld. Zijn schoonvader G. J. H. te Dinxperlo werd eveneens wegens medeplichtigheid tot 9 maan den gevangenisstraf, een boete van 500.000 mark en een schadevergoeding van 272.620 mark ver oordeeld. De 32-jarige Duitscher J. B., die op verzoek van de politie te Oosterbeek in Utrecht is aan gehouden en overgebracht naar Oosterbeek, heeft Donderdag een poging gedaan tot ont snappen. De man zat in het wachtlokaal van het poli tiebureau te Oosterbeek onder bewaking van een agent. Plotseling rende hij de deur uit. De agent zette hem achterna met een voorbijkomenden auto, doch de man ontsnapte in het bosch van het landgoed „De Dennenkamp". De politie doorzocht het bosch en toen de man opnieuw trachtte te ontsnappen, loste de agent eenige waarschuwingsschoten, die hem tot staan brachten. Hij verklaarde, bang te zijn, over de Duitsche grens te worden gebracht. By beschikking van den minister van Sociale Zaken zijn, zooals gemeld, een aantal bepalin gen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de schoenindustrie algemeen verbindend verklaard voor de werkgevers en arbeiders in die industrie. De hier bedoelde bepalingen betreffen. a. De minimum-uurloonen (voor werknemers van 15 tot 20^ jaar resp. van 10 tot 35 ct. en voor werkneemsters van 15 tot 20 jaar resp. van 10 tot 20 ct., voor volwassen werknemers van 21 tot 60 jaar Klasse m 38 ct., klasse II 41 ct. en klasse I 45 ct. en voor werkneemsters van 21 jaar 21 ct.). De stuk- of tariefloonpn zullen zoodanig wor den gesteld, dat minstens 10 pCt. boven het minimum-uurloon kan worden verdiend. b. De klasse-indeeling der werknemers van 21 tot 60 jaar. c. Vergoeding voor nachtarbeid en Zondags- arbeid. Voor overwerk, verricht tusschen des morgens 6 uur en des morgens 7 uur, en voor overwerk, verricht tusschen des avonds 7 uur en des avonds 10 uur, wordt 25 pCt. extra-loon betaald tenzij in twee ploegen wordt gewerkt. Voor overwerk, verricht tusschen des avonds 10 uur en des morgens 6 uur, wordt 50 pCt. extra-loon betaald, tenzij in twee ploegen wordt gewerkt. Voor arbeid op Zondagen en algemeen erkende Christelijke feestdagen wordt een extra-vergoe ding van honderd procent gegeven. De werkgevers zijn verplicht aan hun werk nemers, waaronder hier wordt verstaan het ge- heele personeel, echter met uitzondering van het administratief personeel en van hen, wier loon, over een geheel jaar berekend, meer dan ƒ2400 bedraagt, een uitkeering door middel van het centraal kindertoeslagfonds voor de Neder landsche schoenindustrie te garandeeren van 75 ets. per week voor elk kind beneden 14 jaar, te beginnen met het vierde kind beneden 14 jaar, en in verband daarmede deel te nemen aan de samenwerking en het collectief dragen der kos ten, welke het centraal kindertoeslagfonds voor de Nederlandsche schoenindustrie te dezer zake beoogt te brengen. e. Loon bij verzuim. Geen loon is verschuldigd gedurende den tijd, waarin niet wordt gewerkt, uitgezonderd voor een halven of geheelen dag in aantal bijzondere gevallen. f. Algemeen erkende Christelijke feestdagen. De algemeen erkende Christelijke feestdagen. Nieuwjaarsdag, Hemelvaartsdag en le Kerstdag, worden uitbetaald, tenzij zij op Zondag vallen. g. Vacantiedagen. Er worden tenminste 3 va- cantiedagen gegeven met behoud van loon aan alle werknemers. h. Wachtgeldregeling: Wanneer tengevolge van slapte in het bedrijf de werktijd wordt in gekrompen, behoudt de werknemer aanspraak op vijftig procent van het minimum-weekloon In 1918 zijn, door een onder voorzitterschap van den toenmaligen Burgemeester van 's-Gra- venhage opgericht comité, pogingen gedaan om te komen tot oprichting van een standbeeld voor Johan wan Oldenbameveldt. De toen bijeen gebrachte gelden waren ontoereikend om de plannen, welke men in verband met de ontman teling van de Gevangenpoort gemaakt had, te verwezenlijken, terwijl deze ook een ander aspect kreeg dan men in 1918 had voorzien. Het comité is toen te rade gegaan óm de plannen voorloopig te laten liggen en een betere gelegenheid af te wachten. Van uitstel dreigde afstel te komen, totdat een half jaar geleden de nog levende leden van het comité zich op nieuw hebben geconstitueerd en overwogen heb ben thans toch het oude denkbeeld, zij het in bescheidener vorm, tot uitvoering te brengen De tegenwoordige Burgemeester van 's-Graven- hage heeft het voorzitterschap aanvaard en men is thans met de voorbereiding van de denkbeel den zoover gevorderd, dat over de plaats over eenstemming verkregen is, nl. vóór den gevel van het vroegere woonhuis van den staatsman aan den Kneuterdijk. Het is de bedoeling bin nenkort met een der Nederlandsche beeldhouwers in overleg te treden voor de opdracht van het monument. De leider van de Tilburgsche afdeeling der Nederlandsche Invalidfen Beweging, zekere G-, is dezer dagen aangehouden en ter beschik king gesteld van den Officier van Justitie te Breda, daar hij verdacht wordt van verduis tering van gelden ten nadeele dier Vereeni- gïng. Daar nog meer klachten van deze instelling in omloop zijn, geeft de commissaris van politie te Tilburg thans in overweging, om al vorens lid te worden van of steun te verleenen aan de N. I. B. of in relatie te treden met personen, die voorgeven bestuurslid te zijn, of wat dan ook van gemelde beweging of haar afdeelingen in diverse plaatsen, eerst bü hem inlichtingen in te winnen. Het Nationaal Fonds voor Bijzondere Nooden verzoekt ons de aandacht erop te vestigen, dat oplossingen van de door het fonds georganiseer de prijsvraag nog kunnen worden ingezonden tot en met Maandag 27 December, laatste buslich ting. Reeds nu kan worden vastgesteld, dat deze prijsvraag een groot succes heeft opgeleverd. Ruim 85.000 inzendingen kwamen binnen. Neg bestaat evenwel de kans voor een ieder mede te dingen naar de talrijke fraaie 'prijzen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 5