Meening der Eerste Kamer over
het Regeeringsbel eid
De ordening in de
schoenindustrie
KERSTMIS 1937
Voldaanheid over den
verkiezingsuitslag
De vrede, dien de wereld geeft
Kerkelijk leven
ZATERDAG 25 DECEMBER 1937
Spoedige regeling van 't spelling
vraagstuk verzocht
Toestand van 's lands
financiën
R. K. Staatspartij
Defensie
Financiën
Verlaging belastingdruk
Sociaal-economisch beleid
Het spellingvraagstuk
JHR. DE GIJSELAAR
BEGRAVEN
De Leidsche burgerij in alle
geledingen aanwezig
.."Y
Hirsch op zijn best
„Ein Veilchen auf der Wiese
stand"
Frits Hirsch in een van sijn rollen
BENOEMINGEN
Reispas vervalscht
Twee buitenlanders voor
het gerecht
JUSTITIEEL ONDERZOEK
NAAR STERFGEVAL
In het bisdom Den Bosch
KATHOLIEK OVERHEIDS
PERSONEEL
De heer H. A. Vulink voorzitter
van St. Paulus
VLEESCH GESMOKKELD
NAAR DUITSCHLAND
Nederlanders tot zware straffen
veroordeeld
MISLUKTE POGING TOT
ONTSNAPPEN
Arrestant bevreesd over de Duit
sche grens te worden gebracht
Overzicht van de voornaamste
bepalingen
Kindertoeslag
STANDBEELD VOOR JOHAN
VAN OLDENBARNEVELDT
Op den Kneuterdijk te Den Haag
GIFTEN VOOR EEN GOED
DOEL
Maakte de leider van het N.I.B.
te Tilburg het geld op?
HET IS NOG NIET TE LAAT
Prijsvraag van 't Nationaal Fonds
voor Bijzondere Nooden
Verschenen is het voorloopig verslag van
de commissie van rapporteurs der Eerste
Kamer omtrent de algemeene beschouwin
gen over de rijksbegrooting voor 't dienst
jaar 1938.
Hieraan wordt het volgende ontleend:
Vele leden uitten hun voldoening over den
Uitslag van de in Mei gehouden verkiezingen.
Ook juichte men het toe, dat de verkiezingen
hebben geleid tot het verdwijnen uit de Tweede
Kamer van de vertegenwoordigers der zeer
kleine partijen.
Achtereenvolgens werden de volgende pun
ten besproken:
le. Verloop en resultaat van de kabinetsfor
matie, alsmede de vraag, of aan het tegenwoor
dige ministerie al dan niet een parlementair
karakter moet worden toegekend.
2e. De houding van 'n tweetal partijen, mede
in verband met de kabinetsformatie.
3e. De vraag of de vorming van een minis
terie, rustende op anderen grondslag dan het
huidige kabinet doet, niet meer in 's lands be
lang ware geweest.
Vanzelfsprekend liepen over deze kwesties,
evenals in de Tweede Kamer, de meeningen
sterk uiteen.
Van verschillende zijden vond het beleid van
de R. K. Staatspartij ernstige afkeuring.
Zoo had het eenigen leden ten zeerste be
vreemd, dat dit kabinet is ontstaan met mede-
Werking van de leiding dier partij, zij het, dat
die leiding in een andere hoedanigheid bij de
formatie werd betrokken. Van die zijde toch
is sedert Juni 1933 bij voortduring, ook in de
laatste verkiezingscampagne, een felle critiek
geoefend op het beleid van de twee vorige ka
binetten, die onder hetzelfde praesidium ston
den als het huidige ministerie.
Enkele andere leden stemden hiermede in.
Eenige leden waren van oordeel, dat de be
doelde partij zich in toen<Snende mate aan
machtsusurpatie schuldig maakt.
Tegen deze betoogen werd in de eerste plaats
aangevoerd, dat de leidende figuren in de ge
noemde partij in en buiten de Sta ten-Generaal
zoowel voor als tijdens de verkiezingscampagne
steeds het pleit hebben gevoerd voor een po
litieke samenwerking op positief-christelijke
basis, weshalve het geenerlei bevreemding mag
wekken, dat enkelen hunner, des aangezocht,
bereid waren in een kabinet, op zoodanigen
grondslag rustende, zitting te nemen. Te min
der rede voor critiek daarop achtten de hier
aan het woord zijnde leden aanwezig, aange
zien in het regeeringsprogram in menig opzicht
tegemoet worden gekomen aan verlangens, welke
reeds geruimen tijd leefden in de kringen der
R. K. Staatspartij.
Eenige leden, die tot heden hunne stem aan
hoofdstuk B der rijksbegrooting hadden ont
houden, verklaarden thans voornamelijk met
het oog op den gespannen internationalen toe
stand bereid te zijn, hunne medewerking te
Verleenen aan de totstandkoming van maat
regelen ter versterking van onze defensie. Zulks
Sloot evenwel niet in, dat zij alle voorstellen,
dienaangaande door de regeering gedaan,
aannemelijk achtten. Zij wenschten, dat een
redelijke verhouding zou worden in acht geno
men tusschen de voorzieningen ter verbetering
Van de weermacht en die ter behartiging van
Sociale en cultureele belangen.
Andere leden, behoorende tot dezelfde poli
tieke groep als zij, wier opmerkingen hierboven
Zijn weergegeven, verklaarden, op principieele
gronden landsverdediging te verwerpen.
Naast enkele leden, die een andere meening
Waren toegedaan, konden zeer velert volkomen
billijken, dat de regeering, gesteld voor de mo
gelijkheid, nieuwe uitgaven te doen, bovenal
streeft naar verhooging van de weerkracht des
rijks, al spraken zij de hoop uit, dat ook aan
andere desiderata, zoowel op sociaal als op
cultureel gebied, aandacht zou worden gewijd en
op dit stuk niet een politiek van volstrekte ont
houding zou worden gevoerd.
Verscheidene leden bepleitten een zeer krach
tige verdediging van Nederlandsch-Indië.
Sommige leden verklaarden den financieelen
toestand des lands nog verre van gunstig te
achten. Zulks is huns inziens mede een gevolg
van de zoogenaamde aanpassingspolitiek, welke
de beide vorige kabinetten hebben gevoerd, tot
handhaving van het goudpeil van den gulden.
Nadat ten slotte, dus meenden deze leden, toch
tot muntdepreciatie moest worden overgegaan,
had de regeering zich een geheel andere aan
passing ten doel moeten stellen.
Deze leden achtten de beschouwingen, in de
teillioenennota voorkomende, te pessimistisch.
Vele leden verklaarden, met dit betoog niet
te kunnen instemmen.
Wijders keurden deze leden af, dat zoovele
bitgaven ten laste van het Werkfonds worden
gebracht.
By het spoorwegbedrijf is, zoo gingen zij ver-
<ter, een reorganisatie tot stand gekomen, die als
half werk moet worden beschouwd. Het Rijk
ham een schuld van meer dan honderd millioen
gulden van dat bedrijf over, welke bedrag ten
laste van de rijksleeningen kwam.
Omtrent de werken tot droogmaking van de
Voormalige Zuiderzee drongen de hier aan het
Woord zijnde leden andermaal aan op nako
ming, door de regeering, van de indertijd door
haar aangegane toezegging, een financieel
overzicht te verschaffen van hetgeen de dienst
der Zuiderzeewerken en de exploitatie der cul
tuurgronden in de eerstvolgende jaren zullen
oischen.
Verscheidene leden achtten den financieelen
toestand zelfs zeer ernstig.
Vooral de financieeie toestand van de ge
meenten, de groote zoowel als de kleine, had
hen met zorg vervuld.
Voorts vestigden deze leden er de aandacht
°P, dat de economische toestand van Neder-
landsch-Indië al weder lang niet meer van
hien aard is, dat groote winsten van daar her
waarts vloeien, waarmede indirect 's rijks mid
delen zouden kunnen worden versterkt.
Eenige leden waren van oordeel, dat deze
begrooting niet getuigt van goed financieel be
heer. Wordt op dien weg voortgegaan dan snelt
huns inziens de Nederlandsche staat zijn
bankroet tegemoet.
Deze leden vestigden er voorts de aandacht
op, dat rijk, provinciën en gemeenten bijna de
helft van het volksinkomen besteden aan het
vervullen van de overheidstaak en dat daar
naast een schuld bestaat ten bedrage van wel
haast de helft van het volksvermogen.
Deze leden bepleitten de heffing van een
speciale belasting op de winst, welke uitslui
tend is gemaakt ten gevolge van de munt
depreciatie.
Verscheidene leden bepleitten als dringend
noodzakelijk ter bevordering van de volkswel
vaart een vermindering van de, van overheids
wege opgelegde lasten en met name verlaging
in stede van verhooging van den belasting
druk.
Deze leden waren van oordeel, dat onder de
tegenwoordige omstandigheden aan verhoo
ging van de belasting niet kan worden ge
dacht, daar zulks de verarming van ons volk
zou vergrooten, de werkloosheid zou doen toe
nemen en mitsdien de crisis zou verscherpen.
Zij betreurden derhalve ten zeerste, dat de
regeering voornemens schijnt, zoodanige ver
hooging te bevorderen, en einde de uitgaven
voor de defensie te financieren.
Verscheidene leden waren van meening, dat
in het hiervoren weergegeven betoog een sterk
overdreven voorstelling van zaken wordt ge
geven.
Verscheidene leden koesterden de vrees, dat
voorshands weinig zal tot stand komen op het
stuk der maatschappelijke ordening.
Sommige andere leden stelden voorop, dat
een gezonde sociaal-economische politiek niet
mogelijk zal zijn zonder gezonde staatsfinan
ciën en dat zulks insluit, dat vooralsnog ten op
zichte van het sociaal-economische regeerings-
beleid vele, voor het overige te billijken, ver
langens onvervuld zullen moeten blijven.
Tegenover de hierboven weergegeven critiek,
er op neerkomende, dat de regeering op dit
gebied geen vaste lijn zou volgen en slechts
aarzelend haren weg zou zoeken, stelden deze
leden ten eerste, dat in de Troonrede aan deze
zijde van het algemeen regeeringsbeleid meer
dan gewone aandacht was gewijd, en voorts,
dat de regeering reeds tot daden was overge
gaan.
Wat nu betreft de ordening in het bedrijfs
leven, zoo deelden de hier aan het woord zijn
de leden evenmin de te dien aanzien geoefen
de critiek. Men mag, zoo verklaarden zij, van
het kabinet niet het onmogelijke vergen en
moet begrijpen, dat te dien opzichte met groote
behoedzaamheid moet worden te werk gegaan.
Enkele leden wenschten nog de aandacht te
vestigen op een, huns inziens, essentieel eco
nomisch belang.
Het prijsverschil van de landbouwproducten
is, dus werd van deze zijde beoogd, te laag in
verhouding tot dat van de overheidsdiensten
en industrieproducten, zoodat ernstig moet
worden gestreefd naar verhooging van dat
prijspeil, ten einde de te dien opzichte verbro
ken ruilverhouding te herstellen.
Enkele leden waren van oordeel, dat de han
delspolitiek, door dit kabinet voorgestaan,
nadere verklaring behoeft. Zij hadden den in
druk, dat er op dit stuk eenig verschil bestaat
tusschen de opvatting van dr. Colijn en die
van zijnen ambtgenoot, die inzonderheid bij
deze aangelegenheid is betrokken.
Eenige leden verzochten de regeering, een
duidelijke omschrijving te geven van de taak
van het hoofd van het nieuw ingestelde depar
tement van algemeene zaken.
Vele leden drongen er op aan, dat de
regeering ten spoedigste een einde zou
maken aan de verwarring, welke is ont
staan wat betreft de spelwijze van de Ne
derlandsche taal.
Sommigen hunner waren van oordeel, dat de
oplossing moet worden gezocht in overneming,
door de regeering, van de thans in nagenoeg
alle inrichtingen van onderwijs gebezigde
moderne spelling.
Andere leden verklaarden, dit standpunt niet
te deelen. Zij waren van oordeel, dat de re
geering in deze aangelegenheid, die niet slechts
de onderwijswereld, doch het gansche volk
raakt, van het begin af niet het juiste beleid
heeft gevoerd.
Sommige leden oefenden critiek op het be
leid der regeering ten aanzien van het ver
richten van arbeid in overheidsdienst door
vrouwen. t
Onder buitengewoon groote belangstelling,
vooral van de zijde der Leidsche burgerij, die
in al haar geledingen vertegenwoordigd was, is
Vrijdagmiddag op de begraafplaats „Rhijnhof"
in de gemeente Oegstgeest, het stoffelijk over-'
schot van jhr. mr. N. C. de Gijselaar, oud-bur
gemeester van Leiden en oud-lid van de Eer
ste Kamer, ter aarde besteld.
Met de familie kwamen in den stoet o.a.
mede: jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland, vice-
president van den Raad van State, mr. dr. A.
baron Röell, Commissaris van de Koningin in
Noord-Holland.
Zeer velen wachtten den stoet op de begraaf
plaats op, onder wie zich bevonden: mr. A. van
de Sande Bakhuijzen, die den heer de Gijse
laar als burgemeester van Leiden en als pre
sident-curator van de Leidsche Universiteit is
opgevolgd, met alle wethouders, alsmede de
gemeente-secretaris, mr. dr. A. van Strijen.
Van de Leidsche universiteit was een groot
aantal hoogleeraren aanwezig.
Uit Leiden waren verder tegenwoordig zeer
vele gemeente-ambtenaren, deputaties van ver
schillende vereenigingen, van de politie, het
collegium van het Leidsch studentencorps, de
senaat van Unitas Studiosorum Lugauno Ba-
te-va, bekende ingezetenen van Leiden.
Verder zagen wij prof. dr. J. R. Slotemaker
de Bruine, minister van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen; staatsraad mr. dr. A. A.
P. N. Kooien, prof. jhr. mr. B. C. de Savornin
Lohman, namens de christelijk-historische
fractie uit de Eerste Kamer en den heer Jac.
Wilbrink, namens het hoofdbestuur der Chr.-
Hist. Unie.
Tegen half drie naderde de stoet de begraaf
plaats. Aan de groeve werd niet gesproken in
gevolge het uitdrukkelijk verlangen van den
ontslapene.
In langen tijd heeft Fritz Hirsch geen zóó
alleraardigste operette voor het voetlicht
gebracht als deze „Ein Veilchen auf
der Wiese stand" waarin een episode uit
het leven van Mozart, de geschiedenis van
zijn liefde voor Constanze Weber zoo ge
trouw mogelijk de feiten volgend, wordt uit
gebeeld.
Onze aandacht werd op dit stuk al eenige
maanden geleden gevestigd, toen aan het station
Roermond twee heeren beladen met koffers in
onzen coupé stapten en onverwijld druk begonnen
te confereeren en het resultaat van hunne be
sprekingen even onverwijld met een kleine kof
fer-schrijfmachine vastlegden. Wij hebben
slechts geluisterd naar hun praten de ge
varen van een gijzeling ten spijt. Wij hoorden
over Mozart en Constanze en Salieri en over
een wieg, waar nog geen kindje inlag en over
balletten en over een astrologischen vader We
ber, die zijn tegen zou geven „wenn die Zwei
sich umarmen", en al zulke dingen meer. Het
gesprek boeide. De jongste van de beide heeren
deed het eene voorstel na het andere, de andere
wikte.... en tikte. Daar groeide iets, daar werd
iets opgebouwd uit die beide curieuze koppen
van Fritz Hirsch en Paul Harden. „Für die
Weinachtspremière" vertelden zij, toen wij hun
verklaarden, dat onze nieuwsgierigheid van pro-
fessioneelen aard was. „Ein Musiker aus Salz
burg" zou het nieuwe stuk heeten.
Het heet anders: „Ein Veilchen auf der Wiese
•stand" maar het gaat over den grooten „Mu
siker au» Salzburg", en over vader Weber met
zij sterren-globe, die naast een wieg zit
te schommelen, waar hij tenslotte maar
zijn wijnflesch in deponeert zoo lang ze
nog leeg blijft en over Salieri, den Ita-
liaanschen hofkapelmeester, die Mozart probeert
te verdringen van het hof en uit het hart van
Constanze. Nog veel meer menschen treden erin
op: Toni Stadler, de vriend van Mozart, die
óók een musicus meent te zijn doch later maar
wijnhandelaar wordt; Aloysia Weber, de zuster
van Constanze, die aanvankelijk de liefde van
Mozart trekt, doch die zich tenslotte moet be
kennen, dat zij slechts dankbaarheid voor hem
voelt, geen liefde; Graf von Sackingen, de wei
nig snuggere overbrenger van een uitnoodiging
voor Mozart om aan het hof van Baronnesse von
Schwetzinger te komen musiceeren, die door
zijn komisch dooreenhaspelen van alle namen
de grappigste verwarring sticht en nog vele an
deren.
Het vrijwel voltallige gezelschap kwam op de
planken. Hirsch als Vater Weber ernstig,
troostend in verdriet en toch zóó levenslustig;
Paul Harden als Toni Stadler, goed van aard,
„aber ein Steinbock", zooals Vater Weber in
zijn horoscoop zag, Egon Karter als Mozart, een
zachte naar het plechtige neigende figuur;
Greta Saar en Hilde von Prix als de beide doch
ters van Weber, beiden even bekoorlijk in hun
spel en hun zang; Julia Rillo en Otto Aurices
als de keukenmeid en de tooneelknecht, die,
dank zij af en toe „eine ganze halbe Gans" en
een kalkoentje wijn, het best met elkaar kun
nen vinden; Walter Triebei als de graaf van
Sackingen, door Stadler hardnekkig met den
„Trompeter" verward. Mady Mets als Liesbeth,
de vrouw van Toni Stadler, van denzelfden aard
als haar man. En zoo stuk voor stuk allen! En
allen geven even keurig verzorgd spel. Een enkele
misschien iets aan den zoeten kant Mozart
zelf bijvoorbeeld maar toch over het geheel
zeer harmonisch en goed. De dansen zijn voor
treffelijk de poppendans van Paul Harden
en Hilde von Prix, de dans van de drie heeren
Hirsch, Triebei en Harden en die van Harden
met Mady Mets oogsten groot succes. De mu
ziek van Mozart zelf, „liebevoll zusammenge-
stelt" door Fred. Stalten, illustreert goed. Hirsch
is werkelijk op zijn best. Deze operette hoort tot
het beste dat hij het laatste jaar heeft gege
ven.
Onze gespannen verwachtingen werden over
troffen.
Voor de Rotterdamsche rechtbank hebben
Vrijdagmiddag een tweetal buitenlanders te
recht gestaan, die met een valschen reispas de
Nederlandsche grens hadden overschreden.
De eerste, die zich te verantwoorden had,
was de 59-jarige Duitsche ingenieur M. G., ge
domicilieerd te 's Gravenhage. Hij had zijn pas,
die in April 1937 was afgeloopen, vervalscht
door de 7 van 1937 in een 9 te veranderen.
Verdachte ontkende dit gedaan te hebben.
De officier van justitie, mr. Wilbrenninck,
eischte vier maanden gevangenisstraf.
De verdediger mr. Oskam pleitte vrijspraak,
althans de uiterste clementie.
Hierna stond terecht de 58-jarige dr. Fr.
W. A., secretaris van de socialistische Arbei
ders-internationale, geboren te Weenen en wo
nende te Brussel, die met een reispas op val
schen naam op het vliegveld Waalhaven was
aangetroffen.
Ook hij ontkende het hem ten laste gelegde.
Het O. M. eischte 250 boete, subs. 100 da
gen hechtenis.
Verdachte's raadsman, mr. L. A. Donker,
pleitte vrijspraak.
In den afgeloopen nacht is te Noordwijkerhout.
overleden de tachtigjarige bloembollenkweeker
C. M. Ir verband met geruchten, dat de man
zou zijn gestorven als gevolg van bij een
echtelijken twist opgeloopen verwondingen, is 't
stoffelijk overschot door de justitie in beslag
genomen, waarna dr. Hulst uit Leiden sectie
heeft verricht. Hierbij is komen vast te staan,
dat het overlijden een gevolg is van ouderdoms
zwakte. Van een gewelddadigen dood is dus geen
sprake.
Het lijk is derhalve na het gerechtelijk onder
zoek vrü gegeven.
De Bisschop van 's-Hertogenbosch heeft be
noemd tot Conrector van het Moederhuis der
Zusters van J. M. J. (Mariënburg) te 's-Herto
genbosch: den 'Weleerw. Heer H. A. G. Hens,
en tot Kapelaan te Zevenbergen, den Weleerw.
Heer C. J. Simons, die Kapelaan was te Aalst.
Donderdag heeft het hoofdbestuur van den
R. K. Bond van Overheidspersoneel vergaderd
ter voorziening in de vacatupre, ontstaan door
het overlijden vaft den heer L. F. Guit.
Tot djens opvolger als voorzitter is gekozen
de heer H. A. Vulink, die tot nu toe tweede
voorzitter was. Besloten werd daarna tot aan
stelling van een nieuwen bezoldigden bestuurder.
De strafkamer te Munster heeft den slager A.
J. te Dinxperlo, wegens het op groote schaal
smokkelen van vleeschsoorten uit Holland naar
zijn winkel in het Duitsche grensdorp Suderwick
met gebruikmaking van valsche keuringsstem
pels in Holland vervaardigd, veroordeeld tot
twee en een half jaar gevangenisstraf, een boete
van 500.000 mark en 272.620 mark schadevergoe
ding.
Zijn vrouw werd wegens medeplichtigheid tot
dezelfde boete en een jaar gevangenisstraf ver
oordeeld.
Zijn schoonvader G. J. H. te Dinxperlo werd
eveneens wegens medeplichtigheid tot 9 maan
den gevangenisstraf, een boete van 500.000 mark
en een schadevergoeding van 272.620 mark ver
oordeeld.
De 32-jarige Duitscher J. B., die op verzoek
van de politie te Oosterbeek in Utrecht is aan
gehouden en overgebracht naar Oosterbeek,
heeft Donderdag een poging gedaan tot ont
snappen.
De man zat in het wachtlokaal van het poli
tiebureau te Oosterbeek onder bewaking van een
agent. Plotseling rende hij de deur uit. De agent
zette hem achterna met een voorbijkomenden
auto, doch de man ontsnapte in het bosch van
het landgoed „De Dennenkamp". De politie
doorzocht het bosch en toen de man opnieuw
trachtte te ontsnappen, loste de agent eenige
waarschuwingsschoten, die hem tot staan
brachten.
Hij verklaarde, bang te zijn, over de Duitsche
grens te worden gebracht.
By beschikking van den minister van Sociale
Zaken zijn, zooals gemeld, een aantal bepalin
gen van de collectieve arbeidsovereenkomst
voor de schoenindustrie algemeen verbindend
verklaard voor de werkgevers en arbeiders in
die industrie.
De hier bedoelde bepalingen betreffen.
a. De minimum-uurloonen (voor werknemers
van 15 tot 20^ jaar resp. van 10 tot 35 ct. en
voor werkneemsters van 15 tot 20 jaar resp.
van 10 tot 20 ct., voor volwassen werknemers
van 21 tot 60 jaar Klasse m 38 ct., klasse II
41 ct. en klasse I 45 ct. en voor werkneemsters
van 21 jaar 21 ct.).
De stuk- of tariefloonpn zullen zoodanig wor
den gesteld, dat minstens 10 pCt. boven het
minimum-uurloon kan worden verdiend.
b. De klasse-indeeling der werknemers van
21 tot 60 jaar.
c. Vergoeding voor nachtarbeid en Zondags-
arbeid.
Voor overwerk, verricht tusschen des morgens
6 uur en des morgens 7 uur, en voor overwerk,
verricht tusschen des avonds 7 uur en des
avonds 10 uur, wordt 25 pCt. extra-loon betaald
tenzij in twee ploegen wordt gewerkt.
Voor overwerk, verricht tusschen des avonds
10 uur en des morgens 6 uur, wordt 50 pCt.
extra-loon betaald, tenzij in twee ploegen wordt
gewerkt.
Voor arbeid op Zondagen en algemeen erkende
Christelijke feestdagen wordt een extra-vergoe
ding van honderd procent gegeven.
De werkgevers zijn verplicht aan hun werk
nemers, waaronder hier wordt verstaan het ge-
heele personeel, echter met uitzondering van
het administratief personeel en van hen, wier
loon, over een geheel jaar berekend, meer dan
ƒ2400 bedraagt, een uitkeering door middel van
het centraal kindertoeslagfonds voor de Neder
landsche schoenindustrie te garandeeren van 75
ets. per week voor elk kind beneden 14 jaar, te
beginnen met het vierde kind beneden 14 jaar,
en in verband daarmede deel te nemen aan de
samenwerking en het collectief dragen der kos
ten, welke het centraal kindertoeslagfonds voor
de Nederlandsche schoenindustrie te dezer zake
beoogt te brengen.
e. Loon bij verzuim. Geen loon is verschuldigd
gedurende den tijd, waarin niet wordt gewerkt,
uitgezonderd voor een halven of geheelen dag in
aantal bijzondere gevallen.
f. Algemeen erkende Christelijke feestdagen.
De algemeen erkende Christelijke feestdagen.
Nieuwjaarsdag, Hemelvaartsdag en le Kerstdag,
worden uitbetaald, tenzij zij op Zondag vallen.
g. Vacantiedagen. Er worden tenminste 3 va-
cantiedagen gegeven met behoud van loon aan
alle werknemers.
h. Wachtgeldregeling: Wanneer tengevolge
van slapte in het bedrijf de werktijd wordt in
gekrompen, behoudt de werknemer aanspraak
op vijftig procent van het minimum-weekloon
In 1918 zijn, door een onder voorzitterschap
van den toenmaligen Burgemeester van 's-Gra-
venhage opgericht comité, pogingen gedaan om
te komen tot oprichting van een standbeeld voor
Johan wan Oldenbameveldt. De toen bijeen
gebrachte gelden waren ontoereikend om de
plannen, welke men in verband met de ontman
teling van de Gevangenpoort gemaakt had, te
verwezenlijken, terwijl deze ook een ander
aspect kreeg dan men in 1918 had voorzien.
Het comité is toen te rade gegaan óm de
plannen voorloopig te laten liggen en een betere
gelegenheid af te wachten. Van uitstel dreigde
afstel te komen, totdat een half jaar geleden
de nog levende leden van het comité zich op
nieuw hebben geconstitueerd en overwogen heb
ben thans toch het oude denkbeeld, zij het in
bescheidener vorm, tot uitvoering te brengen
De tegenwoordige Burgemeester van 's-Graven-
hage heeft het voorzitterschap aanvaard en men
is thans met de voorbereiding van de denkbeel
den zoover gevorderd, dat over de plaats over
eenstemming verkregen is, nl. vóór den gevel
van het vroegere woonhuis van den staatsman
aan den Kneuterdijk. Het is de bedoeling bin
nenkort met een der Nederlandsche beeldhouwers
in overleg te treden voor de opdracht van het
monument.
De leider van de Tilburgsche afdeeling der
Nederlandsche Invalidfen Beweging, zekere G-,
is dezer dagen aangehouden en ter beschik
king gesteld van den Officier van Justitie te
Breda, daar hij verdacht wordt van verduis
tering van gelden ten nadeele dier Vereeni-
gïng.
Daar nog meer klachten van deze instelling
in omloop zijn, geeft de commissaris van
politie te Tilburg thans in overweging, om al
vorens lid te worden van of steun te verleenen
aan de N. I. B. of in relatie te treden met
personen, die voorgeven bestuurslid te zijn, of
wat dan ook van gemelde beweging of haar
afdeelingen in diverse plaatsen, eerst bü hem
inlichtingen in te winnen.
Het Nationaal Fonds voor Bijzondere Nooden
verzoekt ons de aandacht erop te vestigen, dat
oplossingen van de door het fonds georganiseer
de prijsvraag nog kunnen worden ingezonden tot
en met Maandag 27 December, laatste buslich
ting.
Reeds nu kan worden vastgesteld, dat deze
prijsvraag een groot succes heeft opgeleverd.
Ruim 85.000 inzendingen kwamen binnen. Neg
bestaat evenwel de kans voor een ieder mede te
dingen naar de talrijke fraaie 'prijzen.