R.K. Werklieden
verbond
MIVA krachtig
MISSIE machtig
EEN
MEEDOOGENLOOS
VIJAND
EEN CONGREGATIE DER
KATHOLIEKE ACTIE?
DONDERDAG 30 DECEMBER 1937
Besloten is tot oprichting van een
Volkscredietbank annex
Borgstellingsfonds
De spellingkwestie
Minister Slotemaker pleegt over
leg met zijn Belgischen
ambtgenoot
Voor God" actie
Het tooneel te Rotterdam
ingeschakeld
Inbraak in katholieke
kerk
DE OPENING VAN DE BRUG
BIJ HEDEL
Minister v. Buuren ontving een
herinneringsmedaille
WIJZIGING VAN DE CRISIS-
INVOERWET
Vragen van het Eerste Kamerlid
Van Embden
OUD-MINISTERS BIJ H. M. DE
KONINGIN
i
Hofbericht
Resident Linck gaat heen
Een waarschuwing van
Prins Bernhard
„Laat dit (het ongeval) een les
zijn voor ons allen hier"
Krijgt Van Schendel
den Nobelprijs?
De zaak verkeert nog in voor
bereidend stadium
OM DE VERZEKERINGSSOM
Tegen brandstichter in hooger
beroep eveneens drie jaar
geëischt
MOTORBAKFIETS DOOR
TRAM GEGREPEN
De berijder is ernstig gewond
MOND- EN KLAUWZEER NIET
AANGEGEVEN
21 boeren tot geldboete
veroordeeld
De twee ton-puzzle
Bijna 73000 goede oplossingen; de
prijzen getrokken
JONGETJE ONDER AUTOBUS
GEDOOD
Onverwacht den rijweg
overgestoken
NASLEEP VAN GROOTEN
BONTDIEFSTAL
Winkeljuffrouw staat in hooger
beroep wegens heling terecht
FELLE BRAND TE ENSCHEDE
Rijwielzaak en opslagplaats
vernield ->
Een nieuw tijdschrift
WIE SLOEG HET EERSTE?
Het incident bij de schipbrug
te Hedel
KATHOLIEKE ILLUSTRATIE
72e jaargang No. 13
Kerkelijk leven
Z.Em. Kard. Pizzardo zou tot
oppersten moderator der K.A.
worden benoemd
Een schrijven van Kard.
Pacelli
MGR. H. PAULISSEN WEER
NAAR ZIJN MISSIE
ZILVEREN PROFESSIEFEEST
Promotie
NAAR HET ENCELSCH
„De lady heeft velen, die haar het hof maken
In de Woensdag in het Jaarbeursrestaurant
te Utrecht voortgezette vergadering van het
R. K. Werkliedenverbond kwamen in behan
deling twee voorstellen, n.l. om op te richten
01 mede op te richten een Volkscredietbank en
een Borgstellingsfonds, in welke instelling, res
pectievelijk fonds, het Verbondsbestuur wensch
te deel te nemen met een bedrag van 1000.
De heer J. A. Kolkman, directeur van de
Centrale Volksbank, die een en ander heeft
toegelicht betoogde, dat het gaat om een bij
Uitstek sociaal instituut, waarbij voornamelijk
tnoreele borgen verlangd worden.
Er kan echter niet zonder meer gegeven
Worden aan hen, die tijdelijk in moeilijkheden
geraakt zijn en natuurlijk moet voor de cre-
dieten een dekking gevonden worden.
Zonder Borgstellingsfonds nu is een Volks
credietbank niet mogelijk.
Het fonds vangt de risico's van de credie-
ten op.
Daar het moeilijk is om vanuit een centraal
punt op goede wijze in de behoeften aan cre-
dieten te voorzien, is een intensieve medewer
king van de plaatselijke instanties noodig.
Vervolgens heeft de heer Kolkman nog en
kele bezwaren, die vanuit de vergadering naar
voren kwamen, ontzenuwd.
De beide voorstellen werden goedgekeurd,
evenals het concept voor de stichtingsacte, het
bedrijfsreglement en de leenvoorwaarden.
De heer Schutte verdedigde het voor
stel om het Pensioenfonds van het Sana
torium „Berg en' Bosch" te reorganiseeren
tot een Fonds voor de geheele katholieke
arbeidersbeweging en in de stichtingsacte
en het reglement daartoe de noodige wijzi
gingen aan te brengen.
Dit voorstel werd eveneens aanvaard.
In zijn slotwoord releveerde de Verbonds
voorzitter, de heer A. C. de Bruyn, de fusie
tusschen den R. K. Fabrieksarbeidersbond en
den R. K. Steenfabrieksarbeidersbond, welke
organisatie dus voor het laatst op deze ver
gadering vertegenwoordigd was. Spr. uitte een
hartelijk afscheidswoord tot den heer Eraam
Van den R. K. Steenfabrieksarbeidersbond, die
met pensioen de beweging verlaat en wenschte
allen een Zalig Nieuwjaar.
De Nederlandsche minister van Onderwijs,
dr. J. R. Slotemaker de Bruine, is te Brussel
aangekomen ten einde met den Belgischen
minister van Onderwijs, Julius Hoste, overleg
te plegen over de spelling der Nederlandsche
taal.
99
Het Katholiek Comité van Actie „Voor God"
heeft ook het cultureel terrein van het. tooneel
betreden om de God-belijdenis uit te dragen tot
de menschen. Hier openen zich rijke mogelijk
heden. We hebben kunstenaars, die een groot
en goed werk kunnen verrichten. Indien op de
juiste wijze de culturfèctor van het tooneel
wordt ingeschakeld door deskundigen, zou de
tooneelkunst een machtige apologetische wer
king kunnen oefenen. Maar dan moet niet het
katholiek praedicaat gebruikt worden om min
derwaardig of middelmatig werk ook 'n kansje
te geven, doch dan moet het beste geboden!
We staan met onze katholieke tooneelbemoei-
ing, cultureel bezien, nog pas aan het begin.
Een katholieke tooneellitteratuur ten onzent
moet zich nog ontwikkelen, al zijn er enkele
kunstwerken van groote apologetische waarde
en liggen in buitenlandsche litteratuur zeer bij
zondere tooneelwaarden ter beschikking. Het
Katholiek Comité Actie „Voor God" heeft ge
meend alreeds aanstonds met een tooneelver-
tooning voor den dag te moeten komen, on
danks den oogenblikkelijken stand van zaken.
Het katholiek georiënteerd beroepstooneel der
Vereenigde Haagsche Spelers stelde zich gaarne
beschikbaar en de bekende apologeet pater F.
Hendrichs S.J., die zich met zooveel élan op
allerlei gebied beweegt, had juist een tooneel-
stuk geschreven met polemischen „Voor God
Actie"-inslag, „Die altijd blijft"dat in den
stampvollen Grooten Schouwburg te Rotter
dam is opgevoerd onder regie van Bas van dei-
Linden.
Medespelenden waren: Pierre Balledux, Marie
Braakensiek, Erna BalleduxHaffert, Rie Has
pels, Bertus en Jan van der Lnden, Wim Gre-
Zelinger en Dini van Lier.'
De auteur had al reeds eerder onder pseudo
niem voor het dilettantentooneel geschreven en
weet een familietragedie van ongeloof en God-
zoeken, tot een speelbaar tooneelwerk te maken,
dat zijn eigenlijke beteekenis echter reeds vindt
in de twistgesprekken over God en Godsgeloof,
welke meermalen applaus bij open doek ont
lokten, wanneer er weer „zoo'n raak antwoord"
was gegeven aan den godloochenaar.
De auteur toonde vernuftig „tooneel"' te kun
nen maken van een huiselijke geschiedenis,
welke blij eindt, doch boven alies is hij de apo
logeet, die nu op 75-jarigen leeftijd nog het
tooneel inschakelen wil in zijn arbeid.
De première werd bijgewoond o.a. door prof.
dr. A. Steger e.a.
In den nacht van Dinsdag op Woensdag is
ingebroken in de katholieke kerk te Kethel. De
koster ontdekte 's morgens wat er gebeurd was.
In de kerk en op de altaardwaal waren bloed
vlekken, zpodat hoogstwaarschijnlijk een- der
dieven bij het binnendringen gewond is geraakt.
Pogingen, om het tabernakel te forceeren,
zijn mislukt.
De offerblokken zijn geforceerd, doch daarin
hebben de dieven geen grooten buit gevonden.
Aan het einde van den Brabantschen koffie
maaltijd, welken de gezamenlijke Kamers van
Koophandel uit het Zuiden den minister van
Waterstaat mr. dr. ir. J. A. M. van Buuren en
de genoodigdene die bij de opening van de brug
bij Hedel aanwezig waren geweest, in het Casino
te Den Bosch hebben aangeboden, heeft burge
meester v. Lanschot op zijn eigen geesteige wijze
den minister, die oud-inwoner van Den Bosch
is, op de belangen van zijn stad gewezen en
hem een herinneringsmedaille aangeboden.
Nog voerde namens de vier verkeersorganisa-
ties het woord jhr. mr. J. Th. M. Smits van
Oyen, voorzitter van de K.N.A.C.
Het Eerste Kamerlid, de heer van Embden,
heeft aan den minister van Economische Zaken
enkele vragen gesteld aangaande de nieuwe be
voegdheden, over welke hij ingevolge de wijziging
der Crisisinvoerwet de beschikking heeft.
Met name wat betreft het middel om, tijdig
voordat onderhandelingen over handelsvoordee-
len geopend worden, gevoelige contingenteerin-
gen toe te passen met het uitsluitende doel, druk
uit te oefenen op een buitenlandsche regeering
en haar tot concessies te bewegen.
Adressant vraagt aan het slot of de minister
niet van meening is, dat de bedoelde strijdmid
delen, onderscheiden van de ruilobjecten, welke
de regeering tot dusver reeds bezat, vooralsnog
geheel en al buiten toepassing behooren te blij
ven.
H.M. de Koningin heeft Woensdagavond in
het paleis Noordeinde te Den Haag de oud-mi
nisters uit het vorige kabinet, jhr. mr. A. C. D.
de Graeff, mr. P. J. Oud en jhr. ir. O. C. A.
van Lidth de Jeude in gehoor ontvangen.
Mevrouw Snouck HurgronjeVan Tets en
mevrouw De Brauwvan Reenen, dames du
palais van H.M. de Koningin, zullen op 1 Jan.
a.s. ontvangen in huize Voorhout te Den Haag,
des namiddags van 15.30 uur tot 17.30 uur.
BUITENZORG, 29 December. (Aneta.) Met
ingang van 29 Januari 1938 is op verzoek eervol
en onder dankbetuiging ontslagen de resident
van Kedoe, de heer A. A. C. Linck.
A.: „Wat is er, ben je ziek, dat je zoo ge
bukt loopt?"
B.: „Neen, maar mijn horloge loopt alleen, als
het ligt".
Het Handelsblad bericht, dat Prins Bernhard,
met behulp van Prinses Juliana, het volgende
Engelsche vers heeft gemaakt en aan al zijn
vrienden heeft toegezonden:
You see here the wreck of a car, which one day
Was smashed for maintaining the right
of the way
This right did not help the driver long
He's in hospital now, just as if he'd
been wrong.
Let this be a lesson to all of us here
And now I wish you.
Merry Xmas
and
a happy New Year.
(Vertaling: Ge ziet hier den puinhoop van een
auto, die ééns werd verpletterd, omdat hij „het
recht van den weg" (woordspeling voor: „rechts
van den weg") handhaafde. Dit recht hielp den
bestuurder niet veel verder; hij ligt nu in het
ziekenhuis, net alsof hij verkeerd gehandeld
had. Laat dit een les zijn voor ons allen hier.
En nu wensch ik u een Vroolijk Kerstfeest en
een Gelukkig Nieuwjaar).
Naar de Telegraaf verneemt, ligt het in de
bedoeling, binnenkort den Nederlandschen let
terkundige Arthur van Schendel voor te dra
gen voor een bekroning met den Nobelprijs. De
Leidsche hoogleeraar, prof. mr. P. N. van Eyck,
die de mededeeling aan het blad deed, voegde
hieraan echter toe, dat alles nog in een voor
bereidend stadium verkeert en dat de bespre
kingen, o.a. met de andere Nederlandsche hoog
leeraren in de Nederlandsche letterkundee, nog
gaande zijn.
Op 17 September j.l. heeft de arbeider P.
J. M. R. te Nederweert de schuur achter zijn
woning, waarin hooi lag opgestapeld, in brand
gestoken. Het vuur sloeg over naar zijn woon
huis en dat van zijn vader. Beide woningen
brandden geheel af en de bewoners konden zich
slechts met moeite redden. Het doel van R. was
in het bezit te komen van de verzekeringspen
ningen.
Voor dit misdrijf stond R., dien de rechtbank
te Roermond had veroordeeld tot drie jaar ge
vangenisstraf met aftrek van voorarrest, voor
het Bossche Hof terecht. Ook thans legde ver
dachte een vcvl^iigu bekentenis af.
B'e advocaat-generaal, mr. H. Massink, eischte
bevestiging van het vonnis van de rechtbank.
Uitspraak over 14 dagen.
Nabij de Van der Bergstichting te Noordwijk
is Woensdagmiddag de heer G. de Lange uit
Katwijk, die met zijn motorbakfiets nog juist
voor de aldaar rijdende tram wilde oversteken,
door het voertuig gegrepen en tegen een rich-
tingspaalgeslingerd. Met ernstige verwondin
gen is de man naar het Academisch Ziekenhuis
te Leiden vervoerd.
Wegens overtreding van de Veewet hadden
zich voor het Bossche kantongerecht niet min
der dan 21 boeren te verantwoorden, nadat de
vorige week voor dezelfde overtreding een vijf
tal boeren terecht stond.
De overtreding bestond hierin, dat zjj koeien,
welke met mond- en klauwzeer waren besmet,
zonder vergunning van de eene weide naar de
andere weide naa-ler, vervoerd. Ook hadden
sommigen verzuimd door aanplakking bekend te
maken, dat hun runderen waren besmet. An
deren weer hadden bij de politie geen aangifte
gedaan.
De ambtenaar van het Openbaar Ministerie
eischte tegen de meeste verdachten een geld
boete van 75 gulden. De kantonrechter hield er
rekening mee, dat de boeren er toch al hard
voor zitten en veroordeelde het meerendeel tot
tien gulden boete.
"V
#dt
Als twee hetzelfde doen, daarom is dat nog niet hetzelfde.
Ten overstaan van notaris mr. S. K. D. M.
van Lier te 's Gravenhage is Woensdag de trek
king gehouden van de prijzen der twee tonr
puzzle „Voor het Kind." Ingekomen waren
72786 geldige oplossingen.
De hoofdprijs, ter waarde van f 100, uitge
loofd door H.K.H. Prinses Juliana, viel ten deel
aan G. W. Koelman, te Amersfoort.
Woensdagavond is op den Westduinweg te
Scheveningen door een autobus der H.T.M. het
6-jarige jongetje J. van D. overreden en op slag
gedood. Het kind liep met een vriendinnetje op
het trottoir en stak toen plotseling den rijweg
over. Het lijkje is naar het ziekenhuis aan den
Zuidwal te Den Haag gebracht.
De Rotterdamsche Rechtbank heeft in Augus
tus van dit jaar een strafzaak behandeld tegen
den 26-jarigen magazijnknecht j; J. W., die in
den loop van eenige jaren bij den bonthande
laar G. te Rotterdam, bij wien hij in dienst
was, een groote hoeveelheid bont gestolen heeft.
Door middel van allerlei tusschenpersonen, die
eveneens terecht hébben gestaan, was het hem
gelukt dezen buit te gelde te maken.
Een winkeljuffrouw, de ongeveer 30-jarige M.
D. uit Rotterdam, was door de Rotterdamsche
Rechtbank wegens heling veroordeeld tot een
gevangenisstraf van twee maanden.
Ze was van dit vonnis in hooger beroep ge
komen om een mildere straf, eventueel vrij
spraak te krijgen, daar ze beweerde niet geweten
te hebben, dat het bont van misdrijf afkomstig
is geweest.
Het hooger beroep viel haar echter niet mee,
want na het getuigenverhoor eischte de procu
reur-generaal bij het Haagsche Gerechtshof
verhooging van de gevangenisstraf tot vier
maanden.
Haar advocate, mevr. mr. C. Roeper Bosch-
Versteeg pleitte vrijspraak, subs, clementie.
Arrest 10 Januari.
Woensdagmiddag is door tot nu toe onbe
kende oorzaak brand ontstaan in een boven den
winkel gelegen opslagplaats van rijwielonder-
deelen aan de Lipperkerkstraat te Enschede en
toebehoorende aan den heer Adolfs.
Met groote snelheid grepen de vlammen om
zich heen en spoedig stond de geheele opslag
plaats in brand.
Toen de vloer van de opslagplaats bezweek,
deelde het vuur zich ook aan den winkel mede.
welke in korten tijd ook geheel in vlammen
stond. Zoowel de winkel als de opslagplaats
brandden geheel uit.
Door krachtig optreden der brandweer ble
ven de belendende woonhuizen gespaard.
Een groote voorraad rijwielartikelen is door
het vuur vernield. Verzekering dekt de schade.
i
De op 31 October 1936 door den ministet
van Koloniën en de Internationale Vereeni-
ging voor de Rubbercultuur in Nederlandsch-
Indië opgerichte Rubber-Stichting stelt zich
ten doel het gebruik van rubber in den ruim-
sten zin door wetenschappelijk onderzoek, ge
richt op toepassingen van deze grondstof, en
door propaganda te bevorderen.
Thans verscheen het eerste nummer van een
populaire uitgave van de Rubber-Stichting, het
tijdschrift „Rubber", dat voorloopig om de
twee maanden zal verschijnen en kosteloos
wordt verspreid.
Het ligt in de bedoeling in het nieuwe tijd
schrift, behalve officieele mededeelingen van
de Rubber-Stichting, artikelen op te nemen
over actueele of andere belangrijke onderwer
pen, met rubber verband houdend.
Het Hoog Militair Gerechtshof heeft dezer
dagen voortgezet de zaak tegen den luitenant
kolonel A. P. H. B., commandant van de twee
de divisie der koninklijke "marechaussee, gar
nizoen te Maastricht, die op 28 Augustus van
dit jaar bij de Schipbrug te Hedel een voer
man zou hebben mishandeld.
De gebeurtenissen dien dag hebben zich als
volgt afgespeeld:
Overste B., die niet in uniform gekleed was,
reed met zijn auto, waarin nog drie dames ge
zeten waren, over de Schipbrug en moest daar
bij een kar en paard passeeren.
De voerman slingerde met zijn wagen zóó heeD
en weer, dat de auto-bestuurder meende, dat
hij opzettelijk gehinderd werd. Overste B. wil
de den voerman daarover onderhouden en even
voorbij de brug, toen hij den wagen gepasseerd
was, hield hij hem staande.
De voerman klom van den bok en er ont
stond een kort gevecht, waarbij de voerman
bloedend gewond werd.
Eenige omstanders hebben verklaard, dat de
luitenant-kolonel de aanvaller is geweest en
den voerman al aardig had toegetakeld, vóór
dat deze wist wat er met hem gebeurde.
Beklaagde's lezing was, dat de voerman in
dreigende houding op hem af was gekomen en
hem had pogen aan te vallen. Hij had daarom
uit zelfverdediging gehandeld.
Na getuigenverhoor zeide de advocaat-fiscaal
dat de zaak in wezen zeer eenvoudig was. Op
onbehoorlijke en ruwe manier heeft beklaagde
den voerman een terechtwijzing willen toedie
nen en zich daarbij aan mishandeling schul
dig gemaakt.
Spr. persisteerde bij zijn eisch 75.boete,
subs. 25 dagen hechtenis).
De verdediger, mr. F. J. J. Trapman te Lei
den, concludeerde tot vrijspraak.
Het Hof zal later sententie wijzen.
De voorpagina van dit nieuwe nummer is een
nieuwjaarswensch voor Prinses Juliana, een
wensch die nu in weinig woorden veel betee-
kenen kan. Een heilwensch voor de lezers vin
den we verderop, met een paar lezenswaardige
regels, die als een beginselverklaring aandoen
en een behartenswaardigen wenk bevatten.
Het blad is weer buitengewoon rijk aan in
houd. G. P. Bon haalt de journalistieke drukte
omtrent Juliaantjes geboortedag op en Frans
Lammers geeft er aardige teekeningen uit het
parlement bij. Het tijdstip leidt tot overzichten.
Mr. E. Rusman beschrijft het Transatlantisch
vliegseizoen 1937 en de redactie overschouwt in
den breede de meest opvallende gebeurtenissen
van het afgeloopen jaar. Tot de interessante
artikelen mag zeker de levensbeschrijving van
Queen Mary gerekend worden, maar zij ver
mindert niet het belangwekkende van dien
anderen levensroman in vele afleveringen: van
Pater Damiaan, den melaatsche. H. de Greeve
preekt over „Zoo'n prachtig woord" van Sint
Paulus en daarnaast vertelt de bondige hagio
graaf van Sint Fulgentius. De film „Serenade"
en het Dickens-spel „Scrooge en Marley" wor
den bij mooie opnamen deskundig besproken.
P. van Helmond houdt een wielerpraatje, Chi
na en de Missiën krijgen een pagina en de
weerkundige analyseert het uitslaan van blau
we steenen. Zoo is er een veelheid van onder
werpen, die met de damesrubrieken nog wor
den aangevuld.
Twee oorspronkelijke schetsen trekken de
aandacht: "Wat tusschen ons allen is een
ouwejaarsvertelling van Lambert Lucasz en
Moordenaar, een advocatenherinnering van
Mr. E. van Manschot. Zoo'n pittige, mensch-
kundige schets uit de rechtszaal gaat er goed
in. Daarbij heeft Ad van Houten nog een le
vendig verhaal: De man die terugkwam. De
groote roman van Jean de la Tardoire: De
vreemde man uit het dorp, loopt prettig af,
terwijl reeds een nieuwe wordt aangekondigd.
Belangstelling verdienen zeker ook de kleur-
Onze Romeinsche correspondent seint ons
d.d. 29 December:
De „Osservatore Romano" van heden
avond publiceert 'een schrijven van Kardi
naal Pacelli, gericht aan den Aartsbisschop
van Liverpool, Mgr. Downey, ter gelegen
heid van het onlangs te Liverpool gehou
den congres voor de Engelsche Katholieke
Actie.
Het schrijven zet het wezen der Katholieke
Actie uiteen als te zijn een deelneming van
leeken aan het Hiërarchisch Apostolaat, en
spreekt van de groote verwachtingen, die men
van de Katholieke Actie mag verwachten voor
het heil van Kerk en maatschappij. Voor alles
wordt in het schrijven de verzekering gegeven,
dat iedere daad, die de ontplooiing bevorderen
kan van het Katholieke leven, de grootste in
teresse en de levendigste belangstelling heeft
van Z. K. den Paus.
Zooals wij eenigen tijd geleden meedeelden
heeft Kardinaal Pacelli namens Z. H. den
Paus aan Kardinaal Pizzardo een schrijven ge
richt, waarin deze verzocht werd zich zeer spe
ciaal te wijden aan de Katholieke Actie.
Thans gaan alhier geruchten rond, dat
men de oprichting van een Pauselijk Insti
tuut voor Katholieke Actie mag verwach
ten. Ook spreekt men van de oprichting
van een speciale Congregatie en van een
splitsing van de Congregatie der Semina
ries in twee afdeelingen, een voor de op
leiding van den clerus en een voor oplei
ding van leeken. Kardinaal Pizzardo zou
tot oppersten moderator van de Katholieke
Actie worden benoemd.
Z.H.Exc. Mgr. Hub. Paulissen, apostolisch
vicaris van Kumasi (West-Afrika)zal 1 Januari
per ss „Maaskerk" uit Amsterdam weer naar
zijn missiegebied vertrekken.
Met dezelfde boot gaan naar de Goudkust
(West-Afrika) de paters J. de Rooy uit Haar
lem, W. Samuels uit Scheveningen en J. v. d.
Broek uit Nijmegen.
Vandaag viert de eerw. Broeder Magnus M.
(in de wereld H. G. Eikenbroek) het zilveren
feest van zijn intrede in de Congregatie der
Broeders van O. L. Vrouw van Lourdes te
Oostackker.
Broeder Magnus M. werd op 8 Dec. 1912 in
het Provinciaal huis der Ned. Provincie tê
Dongen geprofest en was de eerste Nederland
sche postulant van voornoemde Congregatie,
die in Nederland zijn volledige opleiding ge
noot. Het grootste gedeelte van zijn verdienste
lijk leven heeft de jubilaris gewijd aan de ver
pleging van geesteszieken in de verschillende
inrichtingen, waarin de Broeders werkzaam zijn
hier te lande, o.a. te 's Hertogenbosch (Reinier
van Arkel) en te Vught („Voorburg"). Doch
ook het R. K. Jongensweeshuis te Den Haag
bewaart uit de jaren 19161917 aangename
herinneringen aan zijtf zegenrijken arbeid.
Man van groote toewijding en plichtsbetrach
ting geniet hij niet alleen de achting van zijn
geestelijke Overheid, maar door zijn eenvoud,
zijn prettigen, jovialen omgang heeft de jubi
laris zich ook vele vrienden gemaakt in ver
schillende plaatsen des lands.
platen: Oudejaarsavond-overpeinzingen, van
J. Gabriëlse, en Oud stadshoekje, van Wim van
Woerkom. Alle lof voor de reproductie!
In de Narrenkap zijn Herman Moerkerk en
Wilhelm Specht de vlotte vertellers, gesecon-
deed door goede leveranciers van humor eh
ernst. En ook Okki komt weer met allerlei aan
trekkelijk werk voor den dag. Zoo is er voor
iederen leeftijd en iederen smaak in deze afle
vering bijzonder veel te genieten.
De heer F. J. Schuddeboom heeft op 8 Dec.
aan de universiteit te Stellenbosch (Zuid-
Afrika) den titel behaald van master of science
met het praedicaat cum laude in wis- en na
tuurkunde.
19
HOOFDSTUK XVI
Den volgenden ochtend vertrok kapitein Ark-
Wright. Claud zei aan de lunch, dat het rijtuig
cm half vijf vóór zou staan, om het gezelschapje
naar het bosch te brengen. Clark kreeg orders,
ook mee te gaan en moest op den bok zitten. In
het rijtuig namen plaats: Mrs. Munro, Marie én
Claud; Philip de Brath "had een plaats gekre
gen in Amy's wagentje en zij zou mennen.
Om kwart over vijf waren zij op de afgespro
ken plek. John had al een vuurtje aangestoken
en er een ketel boven gehangen. Er was een ge-
improviseerde tafel opgesteld, met een keurig
Wit tafellaken bedekt. Er was ook een eenvou
dige rieten stoel meegenomen voor Mrs. Munro,
die onder de schaduw van een grooten eik werd
geschoven.
Het was een idyllisch plekje. Toen Amy er
even later ook was met haar ponywagentje,
gingen de jonge dames onmiddellijk thee zetten
en de groote sluitmanden uitpakken.
Nadat de maaltijd voorbij was, zei Mrs. Mun
ro, dat ze zou terugkeeren, zoodra de bedienden
en Clark ook thee gedronken hadden, daar
zij niet gewoon was, zoo laat buiten te zitten.
Marie sloeg de schrik om het hart: zou zü de
oude dame moeten vergezellen?
Maar Mrs. Munro wilde dit volstrekt niet heb
ben; ze wilde zelfs het geleide van Claud niet
aannemen dan tot aan het rijtuig. Zij zou dit
dan later voor hen allen terugsturen.
De jongeluitjes waren nu vrij, om een wande
ling te doen en maakten hier ook gebruik van.
Amy en Philip liepen vooruit; dan volgden Ma
rie en Claud en Clark liep achter hen; die was
niet met het rijtuig teruggegaan.
Na een tijdje kwamen ze aan een open plek,
waar drie of vier tenten stonden: blijkbaar een
gedeelte van een Zigeunerkamp met een vuur er
naast, waar een ketel over hing. Een paar man
nen lagen op het gras en enkele vrouwen waren
aan het spelen met de kinderen.
Het was een schilderachtig groepje en niet
zoodra had een waakhond hen opmerkzaam ge
maakt op de wandelaars, of een jong meisje, een
type van een mooie Zigeunerin, trad op hen toe
met een vleiend:
„Mag is de dames en heeren ook hun lot voor
spellen?"
„Zeker!" antwoordde Amy opgewekt. „Ga jij
je gang maar; daar heb je een halve kroon."
Met eentonige stem begon het Zigeunerin
netje:
en dit vindt zij ook niet onaardig. Maar de
gene, die haar het minst vleit, heeft haar het
meeste lief! Het eindigt dan ook met een hu
welijk. Maar het is de dame die het eerst
spreekt...."
„Hoe kan je nu zoo iets zeggen!" riep Amy
verontwaardigd. „Net of ik nu zoo iets zou
doen!"
„Maar ik zeg dit niet, madam, het is het Lót!"
„Kom, Mary, laat jij je nu ook eens voorspel
len," noodde Amy.
Marie schrikte terug:
„Neen, dat liever niet."
„Wat nu? Ben je bang?"
„Ik weet 't niet; maar liever niet."
„Kom, meisje, vertel mij dan eens, wat de toe
komst voor mij verborgen houdt."
„U is de geliefde heer van Eikenzicht, sir. Alle
Zigeuners kennen u. Een gezegend lot is voor u
weggelegdDe liefde van een blonde dame,
maargevaar bedreigt degene, die u lief
heeft!Scheiding, doodelijk gevaar!"
„Maar het loopt toch goed af?" vroeg Claud.
„Ja. Na veel moeilijkheden en gevaar zult u
trouwen, met de vrouw, die u lief heeft."
„Nu genoeg van mij, hoor! En nu, jij,
Philip!"
'Kapitein de Brath stak haar zijn hand toe.
„U heeft een leven vol avonturen gehad en
u is menigmaal aan den dood ontkomen. U
wordt nu ook bedreigd door verborgen gevaren,
maar als u daaraan ontkomt, zult u rijk, yoor-
spoedig en gélukkig zijn."
„En waarin bestaat dit gevaar?"
„In moord," klonk het beslist,
„Wel, heb ik van mijn leven!" ontviel het
Clark.
Miss Delville lachte:
„En nu jij Clark," noodde zij.
Het Zigeunermeisje nam de hand van den
detective en sprak:
„U gaat zelf geblinddoekt en denkt, dat nie
mand u kent. U zoekt en u zult niet vinden. U
heeft ook u vijanden en ik waarschuw u, om
's avonds voorzichtig te zijn in het bosch. Maar
u" zult in het verschiet een onafhankelijke man
zijn en zult op een farm gaan wonen, ver over
de zee!"
„Bravo!" riep Philip. „Dat is tenminste iets
duidelijks. Goedennacht, Preciosa."
Toen keerden de jongelui terug naar het
plekje, waar ze thee hadden gedronken en Ma
rie zong nog eenige liederen voor hen, echter
zonder begeleiding.
„Heeft u genoten van onzen picnic?" vroeg
vroeg Claud, terwijl hij Marie in het rijtuig
hielp.
„O, ja," zei ze, „ik ben nog nooit zoo gelukkig
geweest!"
De rit naar huis verliep zeer kalm, daar de
jongelui wat moe waren. De avondbestelling van
dien volgenden dag bracht het antwoord van
Sir Robert Rivers op de uitnoodiging van zijn
tante: het speet hem, dat hij veel te ziek was,
om ze aan te nemen; hij was nu onder behan
deling van een dokter, die hem voortdurend on
der obserbatie wenschte te hebben. Maar was
die behandeling doorgemaakt» dan zou hij heel
graag yan de invitatie gebruik maken. „In Sept-
tember hoop ik weer van de partij te zijn, als
het jachtseizoen wordt geopend," besloot hij.
HOOFDSTUK XVII
Ongeveer een week na die theepartij in het
bosch was Mrs. Stirling het linnengoed aan het
nazien, toen het kamermeisje haar kwam zeg
gen, dat er een heer was, die haar wenschte te
spreken.
„Wie is het dan, Jane?" vroeg Mrs. Stirling.
„Ik weet 't niet. Hij zei, dat hij een oude ken
nis van u was; dus heeft John hem bjj u in de
kamer gelaten."
„Heeft hij zijn naam niet genoemd?"
„Ja, madam, maar ik kan mij dien niet meer
herinneren."
Beneden in haar kamer werd Mrs. Stirling
begroet met .een
„Blij u weer te zien, Mrs. Stirling," door een
jongeman van een jaar of zes-, zeven en dertig,
die goed gekleed was, ofschoon toch geen lieer"
in zijn voorkomen.
„Ik herinner mü niet, u ooit gezien te heb
ben," antwoordde zij vrij scherp.
„Wat? Sam Philpot?Herinnert u zich
dien niet?.... Ik zou u dadelijk herkend heb
ben, al is het dan ook tien jaar geleden, dat ik
u gezien heb."
„Tien?Het is wel meer dan twaalf Jaar
geleden!" zei de huishoudster boos, „en u heeft
mij den laatsten keer allesbehalve beleefd be
handeld. Ik had een keurig dinertje voor u klaar
en u is niet eens gekomen en heeft mij ook geen
boodschap gestuurd."
„Toch wel, madam. Ik heb u een briefje ge
stuurd door een jongen uit het logement."
„Maar dit heb ik nooit ontvangen.'
„Dat spijt mij zeer, Mrs. Stirling! U begrijpt
toch wel, dat ik zóó maar niet ben weggebleven?
Ik voelde mij te zeer vereerd door uw uitnoo
diging! Maar ik werd aan het sterfbed van tante
Sara geroepen. Herinnert u zich tante Sara?"
„Ik geloof niet, dat ik ooit van haar gehoord
heb."
„Neen? Nu ik werd aan haar sterfbed geroe
pen en zij liet mij een aardig sommetje na.
Daardoor kan ik mij makkelijk terugtrekken en
zal ik te eeniger tijd een eigen farm koopen."
„Het is een gewaagd iets, om een boerderij te
beginnen, als men er geen verstand van heeft.
Want uw vader was wel jachtopziener, maar dat
is weer heel iets anders!"
„Ja, dat is ook zoo," gaf Philpot gereedelijk
toe, „maar, ziet u, ik ben nu hier gekomen, om
daarvoor te studeeren en ik zou u zeer dankbaar
zijn, Mrs. Stirling, als u mij kon aanbevelen aan
den een of anderen rentmeester, onder wien ik
dan practisch werkzaam kon wezen. Ik ben be
reid, vijftig pond neer te leggen voor een cursus
van een halfjaar, en om nog zooveel te betalen,
als ik tegelijk bij hem in den kost kon komen,
waardoor het dan honderd pond bij elkaar zou
worden."
Nu was er juist een neef van Mrs. Stirling
onder-rentmeester op Eikenzicht. Hij had een
zeer groot huisgezin en iedere vermeerdering
van inkomsten moet hem dus welkom zijn.
XWordt vervolgd)