R.K. Werklieden verbond MIVA krachtig MISSIE machtig EEN MEEDOOGENLOOS VIJAND EEN CONGREGATIE DER KATHOLIEKE ACTIE? DONDERDAG 30 DECEMBER 1937 Besloten is tot oprichting van een Volkscredietbank annex Borgstellingsfonds De spellingkwestie Minister Slotemaker pleegt over leg met zijn Belgischen ambtgenoot Voor God" actie Het tooneel te Rotterdam ingeschakeld Inbraak in katholieke kerk DE OPENING VAN DE BRUG BIJ HEDEL Minister v. Buuren ontving een herinneringsmedaille WIJZIGING VAN DE CRISIS- INVOERWET Vragen van het Eerste Kamerlid Van Embden OUD-MINISTERS BIJ H. M. DE KONINGIN i Hofbericht Resident Linck gaat heen Een waarschuwing van Prins Bernhard „Laat dit (het ongeval) een les zijn voor ons allen hier" Krijgt Van Schendel den Nobelprijs? De zaak verkeert nog in voor bereidend stadium OM DE VERZEKERINGSSOM Tegen brandstichter in hooger beroep eveneens drie jaar geëischt MOTORBAKFIETS DOOR TRAM GEGREPEN De berijder is ernstig gewond MOND- EN KLAUWZEER NIET AANGEGEVEN 21 boeren tot geldboete veroordeeld De twee ton-puzzle Bijna 73000 goede oplossingen; de prijzen getrokken JONGETJE ONDER AUTOBUS GEDOOD Onverwacht den rijweg overgestoken NASLEEP VAN GROOTEN BONTDIEFSTAL Winkeljuffrouw staat in hooger beroep wegens heling terecht FELLE BRAND TE ENSCHEDE Rijwielzaak en opslagplaats vernield -> Een nieuw tijdschrift WIE SLOEG HET EERSTE? Het incident bij de schipbrug te Hedel KATHOLIEKE ILLUSTRATIE 72e jaargang No. 13 Kerkelijk leven Z.Em. Kard. Pizzardo zou tot oppersten moderator der K.A. worden benoemd Een schrijven van Kard. Pacelli MGR. H. PAULISSEN WEER NAAR ZIJN MISSIE ZILVEREN PROFESSIEFEEST Promotie NAAR HET ENCELSCH „De lady heeft velen, die haar het hof maken In de Woensdag in het Jaarbeursrestaurant te Utrecht voortgezette vergadering van het R. K. Werkliedenverbond kwamen in behan deling twee voorstellen, n.l. om op te richten 01 mede op te richten een Volkscredietbank en een Borgstellingsfonds, in welke instelling, res pectievelijk fonds, het Verbondsbestuur wensch te deel te nemen met een bedrag van 1000. De heer J. A. Kolkman, directeur van de Centrale Volksbank, die een en ander heeft toegelicht betoogde, dat het gaat om een bij Uitstek sociaal instituut, waarbij voornamelijk tnoreele borgen verlangd worden. Er kan echter niet zonder meer gegeven Worden aan hen, die tijdelijk in moeilijkheden geraakt zijn en natuurlijk moet voor de cre- dieten een dekking gevonden worden. Zonder Borgstellingsfonds nu is een Volks credietbank niet mogelijk. Het fonds vangt de risico's van de credie- ten op. Daar het moeilijk is om vanuit een centraal punt op goede wijze in de behoeften aan cre- dieten te voorzien, is een intensieve medewer king van de plaatselijke instanties noodig. Vervolgens heeft de heer Kolkman nog en kele bezwaren, die vanuit de vergadering naar voren kwamen, ontzenuwd. De beide voorstellen werden goedgekeurd, evenals het concept voor de stichtingsacte, het bedrijfsreglement en de leenvoorwaarden. De heer Schutte verdedigde het voor stel om het Pensioenfonds van het Sana torium „Berg en' Bosch" te reorganiseeren tot een Fonds voor de geheele katholieke arbeidersbeweging en in de stichtingsacte en het reglement daartoe de noodige wijzi gingen aan te brengen. Dit voorstel werd eveneens aanvaard. In zijn slotwoord releveerde de Verbonds voorzitter, de heer A. C. de Bruyn, de fusie tusschen den R. K. Fabrieksarbeidersbond en den R. K. Steenfabrieksarbeidersbond, welke organisatie dus voor het laatst op deze ver gadering vertegenwoordigd was. Spr. uitte een hartelijk afscheidswoord tot den heer Eraam Van den R. K. Steenfabrieksarbeidersbond, die met pensioen de beweging verlaat en wenschte allen een Zalig Nieuwjaar. De Nederlandsche minister van Onderwijs, dr. J. R. Slotemaker de Bruine, is te Brussel aangekomen ten einde met den Belgischen minister van Onderwijs, Julius Hoste, overleg te plegen over de spelling der Nederlandsche taal. 99 Het Katholiek Comité van Actie „Voor God" heeft ook het cultureel terrein van het. tooneel betreden om de God-belijdenis uit te dragen tot de menschen. Hier openen zich rijke mogelijk heden. We hebben kunstenaars, die een groot en goed werk kunnen verrichten. Indien op de juiste wijze de culturfèctor van het tooneel wordt ingeschakeld door deskundigen, zou de tooneelkunst een machtige apologetische wer king kunnen oefenen. Maar dan moet niet het katholiek praedicaat gebruikt worden om min derwaardig of middelmatig werk ook 'n kansje te geven, doch dan moet het beste geboden! We staan met onze katholieke tooneelbemoei- ing, cultureel bezien, nog pas aan het begin. Een katholieke tooneellitteratuur ten onzent moet zich nog ontwikkelen, al zijn er enkele kunstwerken van groote apologetische waarde en liggen in buitenlandsche litteratuur zeer bij zondere tooneelwaarden ter beschikking. Het Katholiek Comité Actie „Voor God" heeft ge meend alreeds aanstonds met een tooneelver- tooning voor den dag te moeten komen, on danks den oogenblikkelijken stand van zaken. Het katholiek georiënteerd beroepstooneel der Vereenigde Haagsche Spelers stelde zich gaarne beschikbaar en de bekende apologeet pater F. Hendrichs S.J., die zich met zooveel élan op allerlei gebied beweegt, had juist een tooneel- stuk geschreven met polemischen „Voor God Actie"-inslag, „Die altijd blijft"dat in den stampvollen Grooten Schouwburg te Rotter dam is opgevoerd onder regie van Bas van dei- Linden. Medespelenden waren: Pierre Balledux, Marie Braakensiek, Erna BalleduxHaffert, Rie Has pels, Bertus en Jan van der Lnden, Wim Gre- Zelinger en Dini van Lier.' De auteur had al reeds eerder onder pseudo niem voor het dilettantentooneel geschreven en weet een familietragedie van ongeloof en God- zoeken, tot een speelbaar tooneelwerk te maken, dat zijn eigenlijke beteekenis echter reeds vindt in de twistgesprekken over God en Godsgeloof, welke meermalen applaus bij open doek ont lokten, wanneer er weer „zoo'n raak antwoord" was gegeven aan den godloochenaar. De auteur toonde vernuftig „tooneel"' te kun nen maken van een huiselijke geschiedenis, welke blij eindt, doch boven alies is hij de apo logeet, die nu op 75-jarigen leeftijd nog het tooneel inschakelen wil in zijn arbeid. De première werd bijgewoond o.a. door prof. dr. A. Steger e.a. In den nacht van Dinsdag op Woensdag is ingebroken in de katholieke kerk te Kethel. De koster ontdekte 's morgens wat er gebeurd was. In de kerk en op de altaardwaal waren bloed vlekken, zpodat hoogstwaarschijnlijk een- der dieven bij het binnendringen gewond is geraakt. Pogingen, om het tabernakel te forceeren, zijn mislukt. De offerblokken zijn geforceerd, doch daarin hebben de dieven geen grooten buit gevonden. Aan het einde van den Brabantschen koffie maaltijd, welken de gezamenlijke Kamers van Koophandel uit het Zuiden den minister van Waterstaat mr. dr. ir. J. A. M. van Buuren en de genoodigdene die bij de opening van de brug bij Hedel aanwezig waren geweest, in het Casino te Den Bosch hebben aangeboden, heeft burge meester v. Lanschot op zijn eigen geesteige wijze den minister, die oud-inwoner van Den Bosch is, op de belangen van zijn stad gewezen en hem een herinneringsmedaille aangeboden. Nog voerde namens de vier verkeersorganisa- ties het woord jhr. mr. J. Th. M. Smits van Oyen, voorzitter van de K.N.A.C. Het Eerste Kamerlid, de heer van Embden, heeft aan den minister van Economische Zaken enkele vragen gesteld aangaande de nieuwe be voegdheden, over welke hij ingevolge de wijziging der Crisisinvoerwet de beschikking heeft. Met name wat betreft het middel om, tijdig voordat onderhandelingen over handelsvoordee- len geopend worden, gevoelige contingenteerin- gen toe te passen met het uitsluitende doel, druk uit te oefenen op een buitenlandsche regeering en haar tot concessies te bewegen. Adressant vraagt aan het slot of de minister niet van meening is, dat de bedoelde strijdmid delen, onderscheiden van de ruilobjecten, welke de regeering tot dusver reeds bezat, vooralsnog geheel en al buiten toepassing behooren te blij ven. H.M. de Koningin heeft Woensdagavond in het paleis Noordeinde te Den Haag de oud-mi nisters uit het vorige kabinet, jhr. mr. A. C. D. de Graeff, mr. P. J. Oud en jhr. ir. O. C. A. van Lidth de Jeude in gehoor ontvangen. Mevrouw Snouck HurgronjeVan Tets en mevrouw De Brauwvan Reenen, dames du palais van H.M. de Koningin, zullen op 1 Jan. a.s. ontvangen in huize Voorhout te Den Haag, des namiddags van 15.30 uur tot 17.30 uur. BUITENZORG, 29 December. (Aneta.) Met ingang van 29 Januari 1938 is op verzoek eervol en onder dankbetuiging ontslagen de resident van Kedoe, de heer A. A. C. Linck. A.: „Wat is er, ben je ziek, dat je zoo ge bukt loopt?" B.: „Neen, maar mijn horloge loopt alleen, als het ligt". Het Handelsblad bericht, dat Prins Bernhard, met behulp van Prinses Juliana, het volgende Engelsche vers heeft gemaakt en aan al zijn vrienden heeft toegezonden: You see here the wreck of a car, which one day Was smashed for maintaining the right of the way This right did not help the driver long He's in hospital now, just as if he'd been wrong. Let this be a lesson to all of us here And now I wish you. Merry Xmas and a happy New Year. (Vertaling: Ge ziet hier den puinhoop van een auto, die ééns werd verpletterd, omdat hij „het recht van den weg" (woordspeling voor: „rechts van den weg") handhaafde. Dit recht hielp den bestuurder niet veel verder; hij ligt nu in het ziekenhuis, net alsof hij verkeerd gehandeld had. Laat dit een les zijn voor ons allen hier. En nu wensch ik u een Vroolijk Kerstfeest en een Gelukkig Nieuwjaar). Naar de Telegraaf verneemt, ligt het in de bedoeling, binnenkort den Nederlandschen let terkundige Arthur van Schendel voor te dra gen voor een bekroning met den Nobelprijs. De Leidsche hoogleeraar, prof. mr. P. N. van Eyck, die de mededeeling aan het blad deed, voegde hieraan echter toe, dat alles nog in een voor bereidend stadium verkeert en dat de bespre kingen, o.a. met de andere Nederlandsche hoog leeraren in de Nederlandsche letterkundee, nog gaande zijn. Op 17 September j.l. heeft de arbeider P. J. M. R. te Nederweert de schuur achter zijn woning, waarin hooi lag opgestapeld, in brand gestoken. Het vuur sloeg over naar zijn woon huis en dat van zijn vader. Beide woningen brandden geheel af en de bewoners konden zich slechts met moeite redden. Het doel van R. was in het bezit te komen van de verzekeringspen ningen. Voor dit misdrijf stond R., dien de rechtbank te Roermond had veroordeeld tot drie jaar ge vangenisstraf met aftrek van voorarrest, voor het Bossche Hof terecht. Ook thans legde ver dachte een vcvl^iigu bekentenis af. B'e advocaat-generaal, mr. H. Massink, eischte bevestiging van het vonnis van de rechtbank. Uitspraak over 14 dagen. Nabij de Van der Bergstichting te Noordwijk is Woensdagmiddag de heer G. de Lange uit Katwijk, die met zijn motorbakfiets nog juist voor de aldaar rijdende tram wilde oversteken, door het voertuig gegrepen en tegen een rich- tingspaalgeslingerd. Met ernstige verwondin gen is de man naar het Academisch Ziekenhuis te Leiden vervoerd. Wegens overtreding van de Veewet hadden zich voor het Bossche kantongerecht niet min der dan 21 boeren te verantwoorden, nadat de vorige week voor dezelfde overtreding een vijf tal boeren terecht stond. De overtreding bestond hierin, dat zjj koeien, welke met mond- en klauwzeer waren besmet, zonder vergunning van de eene weide naar de andere weide naa-ler, vervoerd. Ook hadden sommigen verzuimd door aanplakking bekend te maken, dat hun runderen waren besmet. An deren weer hadden bij de politie geen aangifte gedaan. De ambtenaar van het Openbaar Ministerie eischte tegen de meeste verdachten een geld boete van 75 gulden. De kantonrechter hield er rekening mee, dat de boeren er toch al hard voor zitten en veroordeelde het meerendeel tot tien gulden boete. "V #dt Als twee hetzelfde doen, daarom is dat nog niet hetzelfde. Ten overstaan van notaris mr. S. K. D. M. van Lier te 's Gravenhage is Woensdag de trek king gehouden van de prijzen der twee tonr puzzle „Voor het Kind." Ingekomen waren 72786 geldige oplossingen. De hoofdprijs, ter waarde van f 100, uitge loofd door H.K.H. Prinses Juliana, viel ten deel aan G. W. Koelman, te Amersfoort. Woensdagavond is op den Westduinweg te Scheveningen door een autobus der H.T.M. het 6-jarige jongetje J. van D. overreden en op slag gedood. Het kind liep met een vriendinnetje op het trottoir en stak toen plotseling den rijweg over. Het lijkje is naar het ziekenhuis aan den Zuidwal te Den Haag gebracht. De Rotterdamsche Rechtbank heeft in Augus tus van dit jaar een strafzaak behandeld tegen den 26-jarigen magazijnknecht j; J. W., die in den loop van eenige jaren bij den bonthande laar G. te Rotterdam, bij wien hij in dienst was, een groote hoeveelheid bont gestolen heeft. Door middel van allerlei tusschenpersonen, die eveneens terecht hébben gestaan, was het hem gelukt dezen buit te gelde te maken. Een winkeljuffrouw, de ongeveer 30-jarige M. D. uit Rotterdam, was door de Rotterdamsche Rechtbank wegens heling veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden. Ze was van dit vonnis in hooger beroep ge komen om een mildere straf, eventueel vrij spraak te krijgen, daar ze beweerde niet geweten te hebben, dat het bont van misdrijf afkomstig is geweest. Het hooger beroep viel haar echter niet mee, want na het getuigenverhoor eischte de procu reur-generaal bij het Haagsche Gerechtshof verhooging van de gevangenisstraf tot vier maanden. Haar advocate, mevr. mr. C. Roeper Bosch- Versteeg pleitte vrijspraak, subs, clementie. Arrest 10 Januari. Woensdagmiddag is door tot nu toe onbe kende oorzaak brand ontstaan in een boven den winkel gelegen opslagplaats van rijwielonder- deelen aan de Lipperkerkstraat te Enschede en toebehoorende aan den heer Adolfs. Met groote snelheid grepen de vlammen om zich heen en spoedig stond de geheele opslag plaats in brand. Toen de vloer van de opslagplaats bezweek, deelde het vuur zich ook aan den winkel mede. welke in korten tijd ook geheel in vlammen stond. Zoowel de winkel als de opslagplaats brandden geheel uit. Door krachtig optreden der brandweer ble ven de belendende woonhuizen gespaard. Een groote voorraad rijwielartikelen is door het vuur vernield. Verzekering dekt de schade. i De op 31 October 1936 door den ministet van Koloniën en de Internationale Vereeni- ging voor de Rubbercultuur in Nederlandsch- Indië opgerichte Rubber-Stichting stelt zich ten doel het gebruik van rubber in den ruim- sten zin door wetenschappelijk onderzoek, ge richt op toepassingen van deze grondstof, en door propaganda te bevorderen. Thans verscheen het eerste nummer van een populaire uitgave van de Rubber-Stichting, het tijdschrift „Rubber", dat voorloopig om de twee maanden zal verschijnen en kosteloos wordt verspreid. Het ligt in de bedoeling in het nieuwe tijd schrift, behalve officieele mededeelingen van de Rubber-Stichting, artikelen op te nemen over actueele of andere belangrijke onderwer pen, met rubber verband houdend. Het Hoog Militair Gerechtshof heeft dezer dagen voortgezet de zaak tegen den luitenant kolonel A. P. H. B., commandant van de twee de divisie der koninklijke "marechaussee, gar nizoen te Maastricht, die op 28 Augustus van dit jaar bij de Schipbrug te Hedel een voer man zou hebben mishandeld. De gebeurtenissen dien dag hebben zich als volgt afgespeeld: Overste B., die niet in uniform gekleed was, reed met zijn auto, waarin nog drie dames ge zeten waren, over de Schipbrug en moest daar bij een kar en paard passeeren. De voerman slingerde met zijn wagen zóó heeD en weer, dat de auto-bestuurder meende, dat hij opzettelijk gehinderd werd. Overste B. wil de den voerman daarover onderhouden en even voorbij de brug, toen hij den wagen gepasseerd was, hield hij hem staande. De voerman klom van den bok en er ont stond een kort gevecht, waarbij de voerman bloedend gewond werd. Eenige omstanders hebben verklaard, dat de luitenant-kolonel de aanvaller is geweest en den voerman al aardig had toegetakeld, vóór dat deze wist wat er met hem gebeurde. Beklaagde's lezing was, dat de voerman in dreigende houding op hem af was gekomen en hem had pogen aan te vallen. Hij had daarom uit zelfverdediging gehandeld. Na getuigenverhoor zeide de advocaat-fiscaal dat de zaak in wezen zeer eenvoudig was. Op onbehoorlijke en ruwe manier heeft beklaagde den voerman een terechtwijzing willen toedie nen en zich daarbij aan mishandeling schul dig gemaakt. Spr. persisteerde bij zijn eisch 75.boete, subs. 25 dagen hechtenis). De verdediger, mr. F. J. J. Trapman te Lei den, concludeerde tot vrijspraak. Het Hof zal later sententie wijzen. De voorpagina van dit nieuwe nummer is een nieuwjaarswensch voor Prinses Juliana, een wensch die nu in weinig woorden veel betee- kenen kan. Een heilwensch voor de lezers vin den we verderop, met een paar lezenswaardige regels, die als een beginselverklaring aandoen en een behartenswaardigen wenk bevatten. Het blad is weer buitengewoon rijk aan in houd. G. P. Bon haalt de journalistieke drukte omtrent Juliaantjes geboortedag op en Frans Lammers geeft er aardige teekeningen uit het parlement bij. Het tijdstip leidt tot overzichten. Mr. E. Rusman beschrijft het Transatlantisch vliegseizoen 1937 en de redactie overschouwt in den breede de meest opvallende gebeurtenissen van het afgeloopen jaar. Tot de interessante artikelen mag zeker de levensbeschrijving van Queen Mary gerekend worden, maar zij ver mindert niet het belangwekkende van dien anderen levensroman in vele afleveringen: van Pater Damiaan, den melaatsche. H. de Greeve preekt over „Zoo'n prachtig woord" van Sint Paulus en daarnaast vertelt de bondige hagio graaf van Sint Fulgentius. De film „Serenade" en het Dickens-spel „Scrooge en Marley" wor den bij mooie opnamen deskundig besproken. P. van Helmond houdt een wielerpraatje, Chi na en de Missiën krijgen een pagina en de weerkundige analyseert het uitslaan van blau we steenen. Zoo is er een veelheid van onder werpen, die met de damesrubrieken nog wor den aangevuld. Twee oorspronkelijke schetsen trekken de aandacht: "Wat tusschen ons allen is een ouwejaarsvertelling van Lambert Lucasz en Moordenaar, een advocatenherinnering van Mr. E. van Manschot. Zoo'n pittige, mensch- kundige schets uit de rechtszaal gaat er goed in. Daarbij heeft Ad van Houten nog een le vendig verhaal: De man die terugkwam. De groote roman van Jean de la Tardoire: De vreemde man uit het dorp, loopt prettig af, terwijl reeds een nieuwe wordt aangekondigd. Belangstelling verdienen zeker ook de kleur- Onze Romeinsche correspondent seint ons d.d. 29 December: De „Osservatore Romano" van heden avond publiceert 'een schrijven van Kardi naal Pacelli, gericht aan den Aartsbisschop van Liverpool, Mgr. Downey, ter gelegen heid van het onlangs te Liverpool gehou den congres voor de Engelsche Katholieke Actie. Het schrijven zet het wezen der Katholieke Actie uiteen als te zijn een deelneming van leeken aan het Hiërarchisch Apostolaat, en spreekt van de groote verwachtingen, die men van de Katholieke Actie mag verwachten voor het heil van Kerk en maatschappij. Voor alles wordt in het schrijven de verzekering gegeven, dat iedere daad, die de ontplooiing bevorderen kan van het Katholieke leven, de grootste in teresse en de levendigste belangstelling heeft van Z. K. den Paus. Zooals wij eenigen tijd geleden meedeelden heeft Kardinaal Pacelli namens Z. H. den Paus aan Kardinaal Pizzardo een schrijven ge richt, waarin deze verzocht werd zich zeer spe ciaal te wijden aan de Katholieke Actie. Thans gaan alhier geruchten rond, dat men de oprichting van een Pauselijk Insti tuut voor Katholieke Actie mag verwach ten. Ook spreekt men van de oprichting van een speciale Congregatie en van een splitsing van de Congregatie der Semina ries in twee afdeelingen, een voor de op leiding van den clerus en een voor oplei ding van leeken. Kardinaal Pizzardo zou tot oppersten moderator van de Katholieke Actie worden benoemd. Z.H.Exc. Mgr. Hub. Paulissen, apostolisch vicaris van Kumasi (West-Afrika)zal 1 Januari per ss „Maaskerk" uit Amsterdam weer naar zijn missiegebied vertrekken. Met dezelfde boot gaan naar de Goudkust (West-Afrika) de paters J. de Rooy uit Haar lem, W. Samuels uit Scheveningen en J. v. d. Broek uit Nijmegen. Vandaag viert de eerw. Broeder Magnus M. (in de wereld H. G. Eikenbroek) het zilveren feest van zijn intrede in de Congregatie der Broeders van O. L. Vrouw van Lourdes te Oostackker. Broeder Magnus M. werd op 8 Dec. 1912 in het Provinciaal huis der Ned. Provincie tê Dongen geprofest en was de eerste Nederland sche postulant van voornoemde Congregatie, die in Nederland zijn volledige opleiding ge noot. Het grootste gedeelte van zijn verdienste lijk leven heeft de jubilaris gewijd aan de ver pleging van geesteszieken in de verschillende inrichtingen, waarin de Broeders werkzaam zijn hier te lande, o.a. te 's Hertogenbosch (Reinier van Arkel) en te Vught („Voorburg"). Doch ook het R. K. Jongensweeshuis te Den Haag bewaart uit de jaren 19161917 aangename herinneringen aan zijtf zegenrijken arbeid. Man van groote toewijding en plichtsbetrach ting geniet hij niet alleen de achting van zijn geestelijke Overheid, maar door zijn eenvoud, zijn prettigen, jovialen omgang heeft de jubi laris zich ook vele vrienden gemaakt in ver schillende plaatsen des lands. platen: Oudejaarsavond-overpeinzingen, van J. Gabriëlse, en Oud stadshoekje, van Wim van Woerkom. Alle lof voor de reproductie! In de Narrenkap zijn Herman Moerkerk en Wilhelm Specht de vlotte vertellers, gesecon- deed door goede leveranciers van humor eh ernst. En ook Okki komt weer met allerlei aan trekkelijk werk voor den dag. Zoo is er voor iederen leeftijd en iederen smaak in deze afle vering bijzonder veel te genieten. De heer F. J. Schuddeboom heeft op 8 Dec. aan de universiteit te Stellenbosch (Zuid- Afrika) den titel behaald van master of science met het praedicaat cum laude in wis- en na tuurkunde. 19 HOOFDSTUK XVI Den volgenden ochtend vertrok kapitein Ark- Wright. Claud zei aan de lunch, dat het rijtuig cm half vijf vóór zou staan, om het gezelschapje naar het bosch te brengen. Clark kreeg orders, ook mee te gaan en moest op den bok zitten. In het rijtuig namen plaats: Mrs. Munro, Marie én Claud; Philip de Brath "had een plaats gekre gen in Amy's wagentje en zij zou mennen. Om kwart over vijf waren zij op de afgespro ken plek. John had al een vuurtje aangestoken en er een ketel boven gehangen. Er was een ge- improviseerde tafel opgesteld, met een keurig Wit tafellaken bedekt. Er was ook een eenvou dige rieten stoel meegenomen voor Mrs. Munro, die onder de schaduw van een grooten eik werd geschoven. Het was een idyllisch plekje. Toen Amy er even later ook was met haar ponywagentje, gingen de jonge dames onmiddellijk thee zetten en de groote sluitmanden uitpakken. Nadat de maaltijd voorbij was, zei Mrs. Mun ro, dat ze zou terugkeeren, zoodra de bedienden en Clark ook thee gedronken hadden, daar zij niet gewoon was, zoo laat buiten te zitten. Marie sloeg de schrik om het hart: zou zü de oude dame moeten vergezellen? Maar Mrs. Munro wilde dit volstrekt niet heb ben; ze wilde zelfs het geleide van Claud niet aannemen dan tot aan het rijtuig. Zij zou dit dan later voor hen allen terugsturen. De jongeluitjes waren nu vrij, om een wande ling te doen en maakten hier ook gebruik van. Amy en Philip liepen vooruit; dan volgden Ma rie en Claud en Clark liep achter hen; die was niet met het rijtuig teruggegaan. Na een tijdje kwamen ze aan een open plek, waar drie of vier tenten stonden: blijkbaar een gedeelte van een Zigeunerkamp met een vuur er naast, waar een ketel over hing. Een paar man nen lagen op het gras en enkele vrouwen waren aan het spelen met de kinderen. Het was een schilderachtig groepje en niet zoodra had een waakhond hen opmerkzaam ge maakt op de wandelaars, of een jong meisje, een type van een mooie Zigeunerin, trad op hen toe met een vleiend: „Mag is de dames en heeren ook hun lot voor spellen?" „Zeker!" antwoordde Amy opgewekt. „Ga jij je gang maar; daar heb je een halve kroon." Met eentonige stem begon het Zigeunerin netje: en dit vindt zij ook niet onaardig. Maar de gene, die haar het minst vleit, heeft haar het meeste lief! Het eindigt dan ook met een hu welijk. Maar het is de dame die het eerst spreekt...." „Hoe kan je nu zoo iets zeggen!" riep Amy verontwaardigd. „Net of ik nu zoo iets zou doen!" „Maar ik zeg dit niet, madam, het is het Lót!" „Kom, Mary, laat jij je nu ook eens voorspel len," noodde Amy. Marie schrikte terug: „Neen, dat liever niet." „Wat nu? Ben je bang?" „Ik weet 't niet; maar liever niet." „Kom, meisje, vertel mij dan eens, wat de toe komst voor mij verborgen houdt." „U is de geliefde heer van Eikenzicht, sir. Alle Zigeuners kennen u. Een gezegend lot is voor u weggelegdDe liefde van een blonde dame, maargevaar bedreigt degene, die u lief heeft!Scheiding, doodelijk gevaar!" „Maar het loopt toch goed af?" vroeg Claud. „Ja. Na veel moeilijkheden en gevaar zult u trouwen, met de vrouw, die u lief heeft." „Nu genoeg van mij, hoor! En nu, jij, Philip!" 'Kapitein de Brath stak haar zijn hand toe. „U heeft een leven vol avonturen gehad en u is menigmaal aan den dood ontkomen. U wordt nu ook bedreigd door verborgen gevaren, maar als u daaraan ontkomt, zult u rijk, yoor- spoedig en gélukkig zijn." „En waarin bestaat dit gevaar?" „In moord," klonk het beslist, „Wel, heb ik van mijn leven!" ontviel het Clark. Miss Delville lachte: „En nu jij Clark," noodde zij. Het Zigeunermeisje nam de hand van den detective en sprak: „U gaat zelf geblinddoekt en denkt, dat nie mand u kent. U zoekt en u zult niet vinden. U heeft ook u vijanden en ik waarschuw u, om 's avonds voorzichtig te zijn in het bosch. Maar u" zult in het verschiet een onafhankelijke man zijn en zult op een farm gaan wonen, ver over de zee!" „Bravo!" riep Philip. „Dat is tenminste iets duidelijks. Goedennacht, Preciosa." Toen keerden de jongelui terug naar het plekje, waar ze thee hadden gedronken en Ma rie zong nog eenige liederen voor hen, echter zonder begeleiding. „Heeft u genoten van onzen picnic?" vroeg vroeg Claud, terwijl hij Marie in het rijtuig hielp. „O, ja," zei ze, „ik ben nog nooit zoo gelukkig geweest!" De rit naar huis verliep zeer kalm, daar de jongelui wat moe waren. De avondbestelling van dien volgenden dag bracht het antwoord van Sir Robert Rivers op de uitnoodiging van zijn tante: het speet hem, dat hij veel te ziek was, om ze aan te nemen; hij was nu onder behan deling van een dokter, die hem voortdurend on der obserbatie wenschte te hebben. Maar was die behandeling doorgemaakt» dan zou hij heel graag yan de invitatie gebruik maken. „In Sept- tember hoop ik weer van de partij te zijn, als het jachtseizoen wordt geopend," besloot hij. HOOFDSTUK XVII Ongeveer een week na die theepartij in het bosch was Mrs. Stirling het linnengoed aan het nazien, toen het kamermeisje haar kwam zeg gen, dat er een heer was, die haar wenschte te spreken. „Wie is het dan, Jane?" vroeg Mrs. Stirling. „Ik weet 't niet. Hij zei, dat hij een oude ken nis van u was; dus heeft John hem bjj u in de kamer gelaten." „Heeft hij zijn naam niet genoemd?" „Ja, madam, maar ik kan mij dien niet meer herinneren." Beneden in haar kamer werd Mrs. Stirling begroet met .een „Blij u weer te zien, Mrs. Stirling," door een jongeman van een jaar of zes-, zeven en dertig, die goed gekleed was, ofschoon toch geen lieer" in zijn voorkomen. „Ik herinner mü niet, u ooit gezien te heb ben," antwoordde zij vrij scherp. „Wat? Sam Philpot?Herinnert u zich dien niet?.... Ik zou u dadelijk herkend heb ben, al is het dan ook tien jaar geleden, dat ik u gezien heb." „Tien?Het is wel meer dan twaalf Jaar geleden!" zei de huishoudster boos, „en u heeft mij den laatsten keer allesbehalve beleefd be handeld. Ik had een keurig dinertje voor u klaar en u is niet eens gekomen en heeft mij ook geen boodschap gestuurd." „Toch wel, madam. Ik heb u een briefje ge stuurd door een jongen uit het logement." „Maar dit heb ik nooit ontvangen.' „Dat spijt mij zeer, Mrs. Stirling! U begrijpt toch wel, dat ik zóó maar niet ben weggebleven? Ik voelde mij te zeer vereerd door uw uitnoo diging! Maar ik werd aan het sterfbed van tante Sara geroepen. Herinnert u zich tante Sara?" „Ik geloof niet, dat ik ooit van haar gehoord heb." „Neen? Nu ik werd aan haar sterfbed geroe pen en zij liet mij een aardig sommetje na. Daardoor kan ik mij makkelijk terugtrekken en zal ik te eeniger tijd een eigen farm koopen." „Het is een gewaagd iets, om een boerderij te beginnen, als men er geen verstand van heeft. Want uw vader was wel jachtopziener, maar dat is weer heel iets anders!" „Ja, dat is ook zoo," gaf Philpot gereedelijk toe, „maar, ziet u, ik ben nu hier gekomen, om daarvoor te studeeren en ik zou u zeer dankbaar zijn, Mrs. Stirling, als u mij kon aanbevelen aan den een of anderen rentmeester, onder wien ik dan practisch werkzaam kon wezen. Ik ben be reid, vijftig pond neer te leggen voor een cursus van een halfjaar, en om nog zooveel te betalen, als ik tegelijk bij hem in den kost kon komen, waardoor het dan honderd pond bij elkaar zou worden." Nu was er juist een neef van Mrs. Stirling onder-rentmeester op Eikenzicht. Hij had een zeer groot huisgezin en iedere vermeerdering van inkomsten moet hem dus welkom zijn. XWordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 3