Jjji
Wiss? - -
,w VIS!&
De Volkenbond aan het eind
van het jaar 1937
£Ih
EEN BELANGRIJKE
REKENSOM
MALAISE OVER HEEL
DE LINIE
DONDERDAG 30 DECEMBER 1937
De Imbosch behouden
Dank zij de hulp van duizenden!
DE ALDABI IN DRIEËN
GEBROKEN
Schip en lading geheel verloren
De familie van den
Prins
Geruchten over auto-ongeluk uit
de lucht gegrepen
KAMER VAN KOOPHANDEL
VOOR ROTTERDAM
Afscheid van voorzitter
Engelbrecht
EEN ONTSLAGKWESTIE
Een groeiend levensmiddelen-
bedrijf
Een beproefde methode
om verkoudheden te bestrijden
Voorkom vele^
virkoudWdw - n.eienv,u^
1 Verdrtü //f
M tik
Nog strenge koude te
wachten
MOEDIG GEDRAG VAN EEN
VERPLEEGSTER
Bij het ongeval met het Indische
marine-vliegtuig
ZEND
De winter voor uitzicht en zijn nog
steeds onbeslist
Gevangenen mishandeld
NIEUW STADHUIS TE
EINDHOVEN
Prijsvraag voor den bouw
uitgeschreven
Een weinig sensationeel einde van
de Tjoeroep-affaire
GEMEENTEFINANCIËN
Wijziging der comptabiliteits-
voorschriften
Majesteitsschennis
Douanebeambte krijgt een maand
gevangenisstraf
l ikeurstokerij De Wildeman
Amsterdam
DIEF OP HEETERDAAD
BETRAPT
Hij liep de politie in de armen
BUIT EN LAN DSC H OVERZICHT
Reorganisatie waarborg
voor voortbestaan
Afbetaling van Poolsche schuld
aan Nederland
De postverzending naar Londen
Het bestuur der Vereeniging tot behoud
van natuurmonumenten in Nederland be
richt ons, dat dank zij de medewerking van
zeer velen, uitsluitend particulieren het
aantal loopt in de duizenden het bedrag
van 275.000 gulden voor den aankoop van
de Imbosch is bijeen gekomen, gedeeltelijk
in giften, voor het overige in inschrijvin
gen op de 2'/2 procent obligatieleening of als
renteloos voorschot. De vereeniging heeft
aan de tegenwoordige eigenaars medege
deeld, dat het geheele terrein, ter grootte
van 1451 ha., in koop aanvaard wordt. De
overdracht zal in Januari plaats vinden.
Hiermede is een natuurgebied van 4000 ha,
tevens een recreatieterrein, dat' zijn weerga in
ons land niet vindt, voor het Nederlandsche
volk behouden. Het bestuur der vereeniging
is uiteraard met groote dankbaarheid vervuld
jegens allen, die den aankoop bevorderd hebben.
Qrthenstraat, waar ruimtegebrek heerscht,
naar de nieuwe fabrieken over te brengen.
Verder worden aan de Veemarktkade geheel
nieuwe laboratoria gebouwd, welke tweemaal
zoo groot zullen zijn als de nu bestaande. De
Gruyter's bedrijven zullen dan een totale op
pervlakte beslaan van 45.000 M2.
Bijkens een telegram uit Rio Grande is het
Nederlandsche s.s. „Aldabi" Maandagnacht in
drie stukken gebroken.
Het achterstuk van het schip heeft slagzijde
over bakboord en zal waarschijnlijk kapseizen
in diep water. Er bestaat geen mogelijkheid ook
maar iets van de lading te bergen, daar het
grootste deel, dat zich in de achterruimen be
vond, hier is uitgespoeld. Door den expert wor
den zoowel schip als lading als totaal verlies
beschouwd.
In verband met loopende geruchten over een
auto-ongeluk, waarbij de moeder en de broeder
an Prins Bernhard verwondingen zouden heb
ben opgeloopen,'-verneemt de N. Rott. Crt. uit
Berlijn, dat die uit de lucht zijn gegrepen.
Wat den gezondheidstoestand van Prins
Aschwin betreft, nog dezer dagen heeft hij toe
vallig verschillende bekende personen bezocht.
Hij was zoo gezond als een visoh, levendig en
vol belangstelling. Dat hij onder de gevolgen van
een auto-ongeluk zou lijden of dat zulks met
zijn moeder het geval zou zijn, berust totaal op
fantasie.
Prins Aschwin bezoekt op het oogenblik zijn
moeder, die zich in welstand te Reckenwalde
bevindt. Van daar uit heeft hij gisteren nog
met eigen hand een briefkaart geschreven aan
kennissen te Berlijn, waarbij hij dit mededeelt.
Hij zelf heeft j.l. Vrijdag in den loop van
een gesprek verklaard, dat hij en zijn moeder
tot dusver Prins Bernhard nog niet hadden be
zocht, omdat zij hem liever eerst wilden be
zoeken, als hij aan het bezoek meer zou hebben.
Dit was ook in het belang van den patiënt.
Zoo gauw het met zijn bezigheden te vereenigen
was en het zou blijken, dat Prins Bernhard aan
het bezoek ook inderdaad wat zou hebben, zou
den zijn moeder en hij zich naar Amsterdam
begeven.
In de heden gehouden openbare vergadering
van de Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Rotterdam heeft de heer W. A. Engel
brecht afscheid genomen als voorzitter.
Dit afscheid droeg een plechtig karakter,
vooral ook door de aanwezigheid van vele
autoriteiten, die daardoor een bewijs wilden
geven van hun waardeering voor het werk,
dat de scheidende voorzitter der kamer heeft
verricht. Mr. dr. A. A. van Rhijn was als ver
tegenwoordiger van den minister van Econo
mische Zaken aanwezig.
De heer Engelbrecht bracht in verband met
het feit, dat op 31 December zijn lidmaatschap
der kamer een einde neemt, reeds nu vóór
het einde des jaars het gebruikelijke ver
slag over 1937 uit.
Bij de bespreking van den algemeenen eco-
nomischen toestand kwam spr. tot de conclusie,
dat er trots alle stoornissen teekenen zijn, da-
een zwakke doch gezonde bloedstroom van in
ternationale saamhoorigheid doorgaat.
Dat de stagnatie, die dezen zomer in den
wereldhandel intrad, zich ook in ons land, dat
voor zijn economisch leven zoo zeer van de
internationale conjunctuur afhankelijk is,
merkbaar zou maken, laat zich begrijpen. Toch
behoeft gelukkig niet van sterken achteruitgas
gesproken te worden. Er heerscht nog groote
bedrijvigheid, al doet de werkloosheid zich ster
ker gevoelen in de industrieën van productie
middelen en bij het vervoerwezen. Onze havens
toonen een levendig beeld. Factoren, die op een
interne economische crisis wijzen, vertoonen
zich niet. De onderbreking van de opwaartsche
lijn in ons land wordt veroorzaakt door de
werking van buitenlandschen invloed.
Vervolgens gaf spr. een overzicht van de ont
wikkeling van den ecocnomischen toestand in
Rotterdam. Hierbij merkte hij op, dat de lasten
der werkloosheid in deze stad niet alleen door
haar moeten worden gedragen, daar voortdu
rende mechanisatie der bedrijven, welke de
werkloosheid bevordert, noodzakelijk is in ver
band met de buitenlandsche concurrentie en
de ontwikkeling van de Rotterdamsche haven
bedrijven niet alleen van locaal, maar in hooge
mate van nationaal belang is.
Ten slotte kwam spr. tot zijn afscheidswoord
Het viel spr. zwaar de taak als voorzitter
neer te leggen, doch hij heeft gemeend ais
oudste in anciënniteit voor een jongere kracht
te moeten plaats maken. Aan allen bracht hij
dank voor het in hem gestelde vertrouwen en
de hem gegeven medewerking.
Namens de leden der kamer beantwoordde
de heer W. G. A. M. van der Lugt de rede van
den voorzitter.
Spr. schetste het vele werk, dat de schel
dende voorzitter heeft gedaan, vooral de be-
teekenis van het vele moeilijke werk in de
crisisjaren.
Namens de kamer bood spr. den heer En
gelbrecht de hoogste onderscheiding aan, den
gouden penning, als blijk van waardeering en
dank- voor alles, wat hij voor de kamer ge
weest is.
Naar wij vernemen zal de Centrale Raad van
Beroep te Utrecht op Donderdag 6' Januari
1938 wederom in behandeling nemen het twist
geding tusschen den burgemeester der gemeente
Assen, mr. J. B. Lohman, contra den heer H,
R. van der Meulen, hoofd-inspecteur van politie
te Assen b.d., betreffende het door hem inge
stelde beroep tegen het hem door den burge
meester van Assen gegeven ontslag.
Voor den hóofd-inspecteur van politie zal als
raadsman optreden mr. dr. J. E. Hesse te Gro
ningen.
Het levensmiddelenbedrijf van De Gruyter
bouwt op het oogenblik aan de Veemarktkade
te Den Bosch een nieuwe fabrieksafdeeling bij
de reeds bestaande imposante gebouwen. In de
nieuwe fabriek zullen 127 electro-motoren wor
den geplaatst, drie gasovens, een stoomketel,
smidsen, laschapparaten en wat in een fabriek
meer van pas is.
Deze nieuwe fabriek zal speciaal voor de be
reiding van biscuits worden ingericht.
In het nieuwe gebouw zullen ook worden on
dergebracht de speciale waschinrichting voor
de blikverpakkingen, de koekverpakkingsafdee
ling, een wafelfabriek, een afdeeling voor
chocoladeverwerking en een afdeeling suiker
werken. Het ligt ook in de bedoeling de afdee
ling drops en toffees uit de gebouwen kt de
HET BEWIJS: Deze twee producten werden beproefd bij 17.353 menschen.
37 Doctoren en 512 andere controleurs hebben de resultaten nagegaan. Zij con
stateerden, dat zij, die, zoodra dit noodig was, Vicks Va-tro-nol of Vicks
VapoRub gebruikten, minder dan de helft aan ziektedagen door verkoudheden
hadden, dan diegenen, die verkoudheden op hun gewone manier behandelden.
BATAVIA, ,30 Dec. (Aneta). In de Indische
dagbladen wordt thans melding gemaakt van 't
lofwaardig gedrag van de zuster der Leprozerie
C. C. L. Corinos na het ongeval met het marine-
vliegtuig in de baai van Ambon.
Zuster Corinos zorgde voor het onmiddellijk
doorgeven van het bericht aan de autoriteiten
en begaf zich vervolgens, in de ondiepe baai in
zee wadend, naar het toestel, waar zij de inzit
tenden aanspoorde, het toestel zou gauw moge
lijk te verlaten, om het brandgevaar. Hierna
verleende zij op doeltreffende wijze de eerste
hulp en bracht zelf de gewonden per auto naar
het hospitaal.
EEN TELEGRAFISCHEN
NIEUWJAARSWENSCH AAN
FAMILIE, VRIENDEN EN
BEKENDEN IN NEDERLAND
Onze weerkundige medewerker schrijft:
De vraag of wij dezen winter nog strenge
koude in ons land zullen krijgen, is nog steeds
niet met zekerheid te beantwoorden. Toch kan
het zijn nut hebben in verband met die vraag
den algemeenen weerstoestand na te gaan, voor
al omdat, indien wij de vraag eenigszins anders
stellen en wel in dezen vorm: kunnen wij dezen
winter nog strenge koude krijgen?, 't antwoord
zeer zeker bevestigend moet luiden. Daarmede
is niet gezegd, dat het vast staat, dat wij nog
een kouden tijd zullen krijgen. Veel menschen
denken echter, dat er later in den winter geen
strenge vorst meer zal komen, wanneer het m
het begin niet heeft willen vriezen. Zij verbin
den deze gedachte bovendien met een andere,
die ook fout is, dat „tegenwoordig geen strenge
winters meer voorkomen".
De statistiek leert anders. Zij levert het over
tuigende bewijs, dat de strenge winters als in
1891 en'1929 ook in vroeger eeuwen niet meer
dan vijf- of zesmaal in honderd jaren voor
kwamen. De waarheid is, dat strenge en zeer
koude winters min of meer in groepen voorkwa
men, waartusschen een soms vrij lange reeks
van jaren lag, zoodat een mensch den indruk
kan krijgen, dat in z ij n tijd de winters altijd
kwakkelwinters zijn, maar dat het vroeger heel
anders was. Ja, omdat er wel eens lange tijden
waren, dat verscheidene zeer koude winters
dicht op elkaar volgden. Maar in de oude jour
nalen van menschen, die in 'n strengen winter,
welken zij eens beleefden, aanleiding vonden om
verder van alle winters het weer op te schrij
ven, treffen wij dezelfde klachten over de zach
te winters aan.
Nu geeft de algemeene weerstoestand in een
groot deel van Europa den laatsten -tijd telkens
aanleiding tot de verwachting, dat de vorst zich
ook over ons land zal uitbreiden. De allerlaat
ste dagen is de vorst in Midden-Europa weer
toegenomen en, zooals dat meer gaat in koude
winters, breidt zich dan het vorstgebied van
Oost-Europa eerst over Centraal-Europa en dan
over Frankrijk uit, wat nu ook het geval is. De
vorst stond dus wel degelijk als het ware aan
de deur te wachten, kreeg uit den aard der
zaak in het Oosten van het land reeds toegang
en strekte zich telkenmale tot het Westen des
lands uit. Onderwijl ontwikkelde zich een groot
gebied van hoogen luchtdruk, waarvan de kern
zoo lag, dat een Oostenwind de koude naar 't
Westen voortplantte, zooals het gewoonlijk gaat
in zeer koude winters. De kleine, tusschenloo-
pende depressie, die Dinsdag regen in het Wes
ten en ijzel in het Oosten veroorzaakte, heeft
dezen voor vorst gunstigen, algemeenen weers
toestand niet blijvend kunnen verstoren en dit
is een omstandigheid, die de kansen op koude
sterk vergroot.
Desniettegenstaande geloof ik niet, dat sterke
vorst binnenkort is te verwachten. Daartoe is
de weerstoestand in Noord-Europa niet gunstig,
waar een krachtige Westelijke luchtslrooming,
die uit den aard der zaak vrij warm is, de
temperatuur sterk heeft doen stijgen, waardoor 't
vorstgebied in het Oosten zijn voornaamste
steunpunt in het Noordoosten van ons wereld
deel voorloopig heeft verloren.
Hoewel dus nog een tijd van sterke vorst
kan komen, is de kans zeer gering dat deze
binnenkort zal komen, al kunnen wij voor
loopig lichte vorst verwachten, die in het Zui
den en Oosten van ons land iets sterker zal
kunnen worden.
(Nadruk verboden)
heid is geopend een girobiljet als bevelschrift
te gebruiken;
f. het gebruik van chèques aan toonder voor
aanvulling van de geldkas van den ontvanger
en voor betaling aan niet bij den postchèque-
en girodienst aangeslotenen;
g. boeking van door middel van den post-
chèque- en girodienst gedane uitgaven na ont
vangst van de daarop betrekking hebbende be
wijzen van afschrijving.
Deze wijzigingen zullen 1 Januari 1938 in
werking treden.
Het gemeentebestuur van Eindhoven heeft
thans vorderingen gemaakt met zijn voornemen
om te komen tot den bouw van een nieuw
stadhuis. Reeds werden de noodige onteige
ningen verricht op het Bagijnhof, waar het
nieuwe raadhuis zal moeten verrijzen.
Thans is de inschrijving opengesteld op een
openbare prijsvraag, welke de gemeente daar
voor uitschrijft voor alle in Nederland gedo
micilieerde Nederlandsche architecten.
De inzendingen moeten vóór 15 September
1938 bij het gemeentebestuur zijn binnengeko
men. De jury, die hierover zal oordeelen, bestaat
uit de heeren ir. G. J. P. M. Bolsius, inspecteur
van de volksgezondheid te Den Bosch; ir. C.
Geenen, architect en gemeenteraadslid te Eind
hoven; H. R. van der Kloot Meyburg, architect
te Scheveningen; prof. ir. J. A. G. van der Steur,
oud-Koogleeraar aan de Technische Hoogeschool
te Delft, Oosterbeek en B. Koldewey, architect
te Voorburg.
PADANG, 30 Dec. (Aneta). Na een behan
deling gedurende veertien dagen van de Tjoe-
roep-affaire, waarbij een hoofdinspecteur van
politie beschuldigd was van mishandeling van
gevangenen, eischte de officier van justitie tegen
beklaagde H. drie maanden voorwaardelijke
gevangenisstraf. De verdediger pleitte vrij
spraak.
In een brief aan de gemeentebesturen schrijft
de minister van Binnenlandsche Zaken inzake
de herziening der comptabiliteitsvoorschriften
o.a.:
De Rijkscommissie van advies voor de ge-
meentefinanciën heeft een ontwerp ingediend,
dat heeft geleid tot een aantal wijzigingen in
de bestaande rekenings- en boekhoudsvoorschrif-
ten, welke wijzigingen een dezer dagen in het
Staatsblad zullen worden opgenomen en in
hoofdzaak de volgende punten bevatten:
p,. door schuldeischers der gemeente ingezon
den rekeningen mogen met inachtneming van
zekere regelen dienen tot bevelschrift van be
taling van het daarin vermeld bedrag;
b. de mogelijkheid om voor de betaalbaar
stelling van uitgaven gebruik te maken van
collectieve bevelschriften wordt uitgebreid tot
alle betalingen, welke ten laste van verschil
lende volgnummers aan één schuldeischer, dan
wel ten laste van één volgnummer aan ver
schillende schuldeischers worden gedaan;
c. de geldigheid als kwijtingsbewijs, welke
reeds is toegekend aan de bewijzen van af
schrijving of storting, afgegeven door den post
cheque- en girodienst, wordt uitgebreid tot de
bewijzen van afschrijving of storting, welke in
opdracht van het gemeentebestuur geschiedt
ten laste van de rekening-courant der ge
meente bij de bank voor de Nederlandsche ge
meenten of bij andere bankinstellingen;
d. het gebruik van een verzamelgiro wordt
in bepaalde gevallen toegestaan;
e. de inhoud van de bevelschriften is eenigs
zins vereenvoudigd, terwijl voorts de mogelij k-
BATAVIA, 30 Dec. (Aneta). Het Hoogge
rechtshof bevestigde het vonnis van den po
litierechter te Cheribon, waarbij de agent van
de douane te Tjjleboet Th. M. van M., wegens
opzettelijke beleediging van de Koningin tot
één maand gevangenisstraf werd veroordeeld.
Het gebeurde Woensdagmiddag in de Gerrit
Witsestraat te Den Haag. Een dame, die de
stad in was geweest en in haar woning terug
keerde, ontmoette in de gang een haar totaal
onbekenden man, die de hevig verschrikte vrouw
snel voorbijliep en de straat invluchtte. De
dame herstelde zich evenwel oogenblikkelijk en
holde den indringer achterna. Om de aandacht
te trekken begon ze luidkeels te schreeuwen en
met succes. Want in een zijstraat liepen toe
vallig twee agenten in burger. Ook zij zetten
een achtervolging in en nu was het slechts een
kwestie van enkele seconden, dat de op hee-
terdaad betrapte dief zijn vrijheid kwijt was.
De agenten brachten hem naar het politie
bureau over en hier bleek, dat men te doen
had met een 25-jarigen Oostenrijker. Door
opensluiting had hij zich tot de woning van de
dame toegang verschaft. Hij had nog geen
gelegenheid gehad iets te ontvreemden.
De politie heeft den man in bewaring gesteld
Wanneer in de eerste maand van 1938 de
Raad van den Volkenbond bijeen komt,
zal hij ernstig aandacht moeten wijden
aan den huidigen toestand, welke allen, wien
de politiek van internationale solidariteit ter
harte gaat, met de grootste zorg moet vervul
len. Het definitieve uittreden van Italië uit den
Volkenbond, de zeer lauwe houding, die ver
schillende andere staten, waartoe ook groote
Europeesche landén, als bijvoorbeeld Polen, be-
hooren om over de Zuid-Amerikaansche sta
ten maar te zwijgen ten opzichte van Ge
neve aannemen, de diepgaande verschillen van
inzicht, welke omtrent eventueele reorga
nisatie van het Geneefsche instituut tot uiting
zijn gekomen, de reserves, welke door verschil
lende staten zijn geformuleerd, vooral in be
trekking tot het toepassen van sancties ai
deze verschijnselen kunnen slechts beschouwd
worden als symptomen van diepgaande malaise.
De Britsche premier, Neville Chamberlain,
heeft dezer dagen in het Lagerhuis, zonder er
veel doekjes om te winden, te verstaan gegeven,
dat de Engelsche regeering van oordeel is, dat
de Volkenbond in de huidige omstandigheden
niet meer in staat is de rol te spelen, waartoe
hij naat het oordeel van de stichters voorbe
stemd Was. Wél voegde Engelands eerste minis
ter daaraan in één adem toe, dat Engeland den
Bond niettemin trouw blijft en steun geven zal.
omdat het Britsche kabinet van oordeel is dat
het Geneefsche Instituut nog nuttig werk in het
belang van den vrede verrichten kan, maar dat
neemt niet weg, dat overduidelijk blijkt dat ook
het Britsche vertrouwen in de macht van den
Bond op ernstige wijze is geschokt. De neder
laag, die de Bond in Abessinië geleden heeft,
is zóó zwaar, dat er zeker jaren zullen moeten
verloopen voor hij zich daarvan herstelt. En dat
de Bond niets, maar ook volstrekt niets, voor
het Bondslid China doen kan, is wel geschikt
om het laatste restje vertrouwen in de bescher
ming, die Genève aangevallen volken verleenen
kan, den genadeslag toe te brengen. Hoe smar
telijk het ook moge vallen te moeten vaststel
len, dat de Volkenbond, de eenige goede vrucht
van den gróoten oorlog, niet bij machte is de
volken tot elkaar en tot vreedzame oplossing
van hun moeilijkheden en geschillen te brengen,
het zou dwaasheid zijn voor de feiten, die zich
nu eenmaal niet ontkennen laten, de oogen te
sluiten. Van een vredesbond, waarvan vier groo
te mogendheden, de Vereenigde Staten,
Duitschland, Japan en Italië geen lid zijn, is
uit den aard der zaak niet al te veel te ver
wachten. En eigenlijk niets meer, nu drie dezer
staten ten aanzien van den Bond geen houding
van min of meer welwillende onzijdigheid aan
nemen zooals de Vereenigde Staten maar
hem als schadelijk, als een vijand beschouwen
Ongetwijfeld, de toekomstige historici, die eens,
zonder hartstocht of partijdigheid, over onzen
tijd zullen schrijven, zullen de houding van hen
die willens en Wetens het internationale orga
nisme, dat allen landen en volken vrede en vei
ligheid waarborgen moest» tot machteloosheid
doemden, veroordeelen, maar daarmee zijn wij
thans niet gebaat. Thans neemt de malaise in
den Bond, ondanks de optimistische en idealis
tische redevoeringen, die ieder jaar te Genève
plegen te worden uitgesproken, van zitting tot
zitting een ernstiger karakter aan, en het zou
kinderlijk zijn systematisch de oogen te willen
sluiten voor het zeer wezenlijke gevaar dat het
Geneefsche Instituut bedreigt.
De verklaring, die dezer dagen door Motta,
den klaar-zienden president van de Zwit-
sersche Confederatie, is afgelegd, kan
niet anders dan tot nadenken stemmen. Motta
zeicte o.m. dat de Volkenbond van 1937 met dien
van 1920 nog slechts weinig gemeen had. Met
spijt constateerde hij dat het den Bond niet ge
lukt was een op de beginselen van het Volken
recht steunenden vrede te handhaven en dat,
dientengevolge de Bond nog slechts symboli
sche waarde had. Aan dat symbool wil Zwitser
land trouw blijven, maar tegelijker tijd ziet de
vrije Zwitsersche republiek zich, om practische
redenen, genoodzaakt voortaan in volstrekte
neutraliteit de veiligheid te zoeken, die een
„symbool" nu eenmaal niet geven kan.
Deze belangrijke wijziging in Zwitserlands
houding behoeft niet in onmiddellijk verband met
Italië's uittreden te Worden gebracht. Zij is de
natuurlijke reactie van een teleurgesteld land,
dat, sinds het onmogelijk gebleken is door eco
nomische „sancties" een vastbesloten aanvaller
op de'knieën te krijgen, zijn vertrouwen in arti
kel 16 van het Handvest, en dientengevolge ook
in de andere bepalingen van het Pact, verloren
heeft.
Niet alleen in Zwitserland geeft men van te
leurstelling blijk. Ook in andere landen is zij
groot en veldwinnend, getuige de pogingen, die
van verschillende zijden in het werk gesteld
worden om tot een wijziging van het Handvest
te komen, pogingen, die niet bedoelen den Bond
meer macht te geven, maar integendeel de ten-
denz hebben, hem iedere effectieve macht te
ontnemen. Zouden deze pogingen slagen dan
ware de Bond weldra niets méér dan een inter
nationaal lichaam, dat ten doel heeft vreed
zame samenwerking van landen en volken te
bevorderen, maar. dat niet <wer de middelen be
schikt zijn beslissingen te doen eerbiedigen. Of
een hervorming in dezen zin de universaliteit
van den Bond bevorderen zou, dient nog te
worden afgewacht. Heeft Duitschland niet reeds
verklaard dat het in elk geval, wat. er ook ge-
beure, nooit meer naar Genève terugkeeren zal,
en is het niet meer dan waarschijnlijk dat Ja
pan en Italië dezelfde opvatting als hun bond
genoot huldigen?
Dit alles is ernstig genoeg om zich over de
toekomst van den Volkenbond niet veel illusies
te maken. Maar ernstiger nog is dat ook het
essentieele principe van de collectieve veiligheid
geheel op losse schroeven is komen te staan. Als
dit beginsel ten slotte geheel zou moeten wor
den losgelaten, keeren wij snel terug tot den
ouden toestand van volkomen onzekerheid, want
regionale verdragen kunnen overeenkomsten,
die allen gelijkelijk binden, niet vervangen.
Naarmate de Geneefsche Wereldorganisatie
teekenen van steeds grooter zwakheid vertoont,
worden luider de stemmen, die op de stichting
van een Europeesch dictatorium aandringen,
waarin dan alleen de vier of vijf voornaamste
mogendheden van ons werelddeel zitting zouden
hebben. Mussolini is steeds een vurig voorstan
der van zulk een dictatorium geweest, en het
sensationeele artikel, dat een dezer dagen door
een der leden van het Italiaansche Konings
huis, den hertog van Pistoia, gepubliceerd werd,
en met de denkbeelden van den „Duce" volko
men strookt, zal waarschijnlijk wel door een
nieuw Italiaansch offensief in dezen zin gevolgd
worden. Maar op den dag waarop een pact van
Vier of Vijf zou worden verwezenlijkt, zouden
de kleine naties waarlijk ten volle bemerken,
wat de rechtsgelijkheid, die Genève waarborgde
en theoretisch althans nog steeds waarborgt,
voor haar onafhankelijk bestaan beteekent. Zij
zouden onder vernederende pressie der groote
mogendheden komen. En als het tot „verdee
ling" der koloniën en invloedssferen komen
mocht, zouden beslissingen vallen, waarbij de
belangen der groote dictatorium-mogendheden
het eerste en laatste woord zouden hebber:.
Daarom blijft voor de kleine mogendheden een
krachtige Volkenbond van groot belang en daar
om is het een geluk, dat er nog groote mogend
heden overgebleven zijn, die nog in den Volken
bond en zijn toekomst geioovea.
Er is dezer dagen bij de OnderWijsbe-
grooting in de Kamer zwaar gerekend
over de mogelijkheid van verlaging van
de volgens veler meening onhoudbaar hooge
leerlingenschaal bij het Lager Onderwijs. De
hoogte van de leerlingenschaal is door de
regeering erkend als een nationaal Delang,
en terecht, want met het peil van de leerlin
genschaal hangt niet alleen het belang van
de Werkende en de werklooze onderwij
zers, van de kweekelingen met acte en van
hen, die het geven van onderwijs als hun
roeping voelen en zich daarvoor wenschen
te bekwamen, maar ook dat van de leerlin
gen en dus ook van hun ouders en tenslotte
van het geheele onderwijs genietende en noo
dig hebbende volk ten nauwste samen. De
uitkomst van het rekensommetje was dus
van het allergrootste, van algemeen natio
naal belang. Maar rekenen is een moeilijke
kunst, niet alleen voor vele Lagere-School-
kinderen, maar ook voor den minister van
Onderwijs en een onderwijsspecialiteit als de
heer Suring, lid der R. K. Tweede Kamer
fractie. Naar zich toerekenen is voor de
meeste menschen niet zoo lastig, dat lukt ge
woonlijk wel, maar precies en eerlijk rekenen,
zoodat de uitkomst op de som sluit als een
bus, zie, dat is vaak een heele toer. De mi
nister rekende namens de regeering het leer-
lingenschaal-sommetje uit en kreeg op den
duur als uitkomst 8 millioen. De heer Su
ring rekenend namens de Katholieke Ka
merfractie kwam na zijn becijfering slechts
tot een kleine 3 y2 millioen. Wie rekende nu
mis? De minister, alias de zich met hem
solidair verklaard hebbende regeering, of de
heer Suring, alias de Katholieke Kamerfrac
tie namens welke hij sprak? In het „Katho
lieke Schoolblad" heeft het Comité der sa
menwerkende onderwijzersorganisaties óók
een berekening gemaakt en wel als volgt:
De minister berekent hier, dat invoering
van de schaal 1932 een bedrag zou vorderen
van 8.2 millioen; het eerste jaar 5 millioen.
Deze berekening is font.
Gerekend is op 3892 onderwijzers L. O. ad
1899 (gemiddeld salaris) en 154 onderwij
zers U. L. O. ad 2886 (gemiddeld salaris).
De U. L. O.-onderwijzers zullen echter geen
nieuwe leerkrachten zijn, maar gerecruteerd
worden uit de ervaren leerkrachten, die reeds
bij het L. O. werkzaam zijn, zoodat de meer
dere kosten alleen zullen bedragen 154 x
(ulo-marge plus meerdere vergoeding voor 2
bij-akten) is 154 X 428 is 65912 in plaats
van de 444444 die de minister in de M. v.
A. voor hen als nieuwe kosten berekent.
Van de 3892 onderwijzers, die voor het
L. O. noodig zijn, kunnen er 1000 gevonden
worden uit de nog beschikbare valide wacht
gelders (er zijn momenteel nog rond 1200
wachtgelders). Die 1000 onderwijzers zullen
dan hoogstens* kosten 1000 X 1899 (ge
middeld salaris) is 1899000 waar echter een
besparing van rond een millioen op den post
wachtgelden tegenover staat. Dan zijn er
nog 2892 werklooze jonge onderwijzers noodig
plus 154 in de plaats van hen, die van het
L. O. naar het U. L. O. zijn overgeheveld,
dus totaal 3046.
Hun salaris zal in geen geval het gemid
delde van 1899 bedragen. Ze zullen allen
het aanvangssalaris ontvangen. Ongeveer
1000 hunner zijn in het bezit van de hoofd
akte en dan is 't aanvangssalaris gemiddeld
1235 en 2046 zijn onderwijzers zonder hoofd
akte, wier aanvangssalaris 1076 bedraagt.
Gerekend is op het salaris van een begin
nend onderwijzer in een 2e klas gemeente
(leeft. 21 jaar), zoodat de grondsaiarissen
achtereenvolgens met 4 pCt. en 3 pCt. (on-
gehuwdenaftrek) verminderd zijn. Volgens
berekening zal ongeveer 1/3 van het benoo-
digde aantal nieuwe leerkrachten in ge
meenten der le klasse te werk gesteld wor
den, 1/3 in gemeenten 2e klasse en 1/3 in
gemeenten 3e klasse.
De kostenberekening wordt aan de hand
van het bovenstaande dus als volgt:
1000 wachtgelders ad 1899 is 1899000, be
sparing post wachtgelden 1000.000 is
899000; 2046 onderwijzers zonder hoofd
akte ad 1076 is 2201496; 1000 onderwij
zers met hoofdakte ad 1235 is 1235000;
154 x (ulo-marge plus meerdere kosten 2
bijakten) is 6591% totaal 4401408 4%
pCt. pensioensbijdrage is 198054, totale kos
ten 4599462.
Het eerste jaar (bij invoering 1 April 1938)
zouden deze kosten dus van dit bedrag
vorderen, derhalve 3449596.
Uziet, dat de gezamenlijk rekenende
onderwijzersorganisaties het meer met
den heer Suring en de R. K. Kamer
fractie dan met den minister en de regeering
eens zijn. De heer Suring, alias de Katholieke
Kamerfractie, heeft het zwijgen aan 's mi
nisters berekening maar verder toegedaan.
Achtte hij het rekenen van minister Slote-
maker de Bruine een hopeloos geval, waar
voor toch niets anders dan een niet op te
halen onvoldoende kon worden gegeven? Of
misrekende hij zich zelf? In ieder geval is
de uitkomst van den minister zonder protest
van die zijde geslikt. En de onderwijzers en
kweekelingen, de leerlingen en him ouders,
ja heel het onderwijsbehoevende volk zijn
de kinderen van de rekening of van de mis
rekening geworden. De kinderen, die op school
met rekenen niet meekunnen en bijzondere
moeite hebben, zullen zich voortaan daarover
niet meer behoeven te schamen, zij zijn in
goed en vereerend hoog gezelschap óf wél
van den minister van Onderwijs óf wel van
de groote groep van authentieke onderwijs-
specialiteiten.
De Poolsche gezant te 'sGravenhage heeft
aan minister Patijn een chèque overhandigd
groot f 27.300 zijnde een verdere afbetaling van
de „relief-schuld" van Polen aan Nederland.
In afwijking van het terzake dezer dagen ge
publiceerde omtrent de postverzending naar
Londen wordt medegedeeld, dat de laatste bus
lichting te Amsterdam voor den laatsten direc-
ten luchtdienst naar Londen niet te 16 uur,
doch te 15 uur geschiedt.
De laatste buslichtingen te Amsterdam en te
Rotterdam voor den nachtluchtdienst naar Lon
den via Keulen zijn niet, zooals is medegedeeld
te 22.20 resp. 22.50 uur, doch te 21.20 res?}.
<•21.30 uus.