Jjji Wiss? - - ,w VIS!& De Volkenbond aan het eind van het jaar 1937 £Ih EEN BELANGRIJKE REKENSOM MALAISE OVER HEEL DE LINIE DONDERDAG 30 DECEMBER 1937 De Imbosch behouden Dank zij de hulp van duizenden! DE ALDABI IN DRIEËN GEBROKEN Schip en lading geheel verloren De familie van den Prins Geruchten over auto-ongeluk uit de lucht gegrepen KAMER VAN KOOPHANDEL VOOR ROTTERDAM Afscheid van voorzitter Engelbrecht EEN ONTSLAGKWESTIE Een groeiend levensmiddelen- bedrijf Een beproefde methode om verkoudheden te bestrijden Voorkom vele^ virkoudWdw - n.eienv,u^ 1 Verdrtü //f M tik Nog strenge koude te wachten MOEDIG GEDRAG VAN EEN VERPLEEGSTER Bij het ongeval met het Indische marine-vliegtuig ZEND De winter voor uitzicht en zijn nog steeds onbeslist Gevangenen mishandeld NIEUW STADHUIS TE EINDHOVEN Prijsvraag voor den bouw uitgeschreven Een weinig sensationeel einde van de Tjoeroep-affaire GEMEENTEFINANCIËN Wijziging der comptabiliteits- voorschriften Majesteitsschennis Douanebeambte krijgt een maand gevangenisstraf l ikeurstokerij De Wildeman Amsterdam DIEF OP HEETERDAAD BETRAPT Hij liep de politie in de armen BUIT EN LAN DSC H OVERZICHT Reorganisatie waarborg voor voortbestaan Afbetaling van Poolsche schuld aan Nederland De postverzending naar Londen Het bestuur der Vereeniging tot behoud van natuurmonumenten in Nederland be richt ons, dat dank zij de medewerking van zeer velen, uitsluitend particulieren het aantal loopt in de duizenden het bedrag van 275.000 gulden voor den aankoop van de Imbosch is bijeen gekomen, gedeeltelijk in giften, voor het overige in inschrijvin gen op de 2'/2 procent obligatieleening of als renteloos voorschot. De vereeniging heeft aan de tegenwoordige eigenaars medege deeld, dat het geheele terrein, ter grootte van 1451 ha., in koop aanvaard wordt. De overdracht zal in Januari plaats vinden. Hiermede is een natuurgebied van 4000 ha, tevens een recreatieterrein, dat' zijn weerga in ons land niet vindt, voor het Nederlandsche volk behouden. Het bestuur der vereeniging is uiteraard met groote dankbaarheid vervuld jegens allen, die den aankoop bevorderd hebben. Qrthenstraat, waar ruimtegebrek heerscht, naar de nieuwe fabrieken over te brengen. Verder worden aan de Veemarktkade geheel nieuwe laboratoria gebouwd, welke tweemaal zoo groot zullen zijn als de nu bestaande. De Gruyter's bedrijven zullen dan een totale op pervlakte beslaan van 45.000 M2. Bijkens een telegram uit Rio Grande is het Nederlandsche s.s. „Aldabi" Maandagnacht in drie stukken gebroken. Het achterstuk van het schip heeft slagzijde over bakboord en zal waarschijnlijk kapseizen in diep water. Er bestaat geen mogelijkheid ook maar iets van de lading te bergen, daar het grootste deel, dat zich in de achterruimen be vond, hier is uitgespoeld. Door den expert wor den zoowel schip als lading als totaal verlies beschouwd. In verband met loopende geruchten over een auto-ongeluk, waarbij de moeder en de broeder an Prins Bernhard verwondingen zouden heb ben opgeloopen,'-verneemt de N. Rott. Crt. uit Berlijn, dat die uit de lucht zijn gegrepen. Wat den gezondheidstoestand van Prins Aschwin betreft, nog dezer dagen heeft hij toe vallig verschillende bekende personen bezocht. Hij was zoo gezond als een visoh, levendig en vol belangstelling. Dat hij onder de gevolgen van een auto-ongeluk zou lijden of dat zulks met zijn moeder het geval zou zijn, berust totaal op fantasie. Prins Aschwin bezoekt op het oogenblik zijn moeder, die zich in welstand te Reckenwalde bevindt. Van daar uit heeft hij gisteren nog met eigen hand een briefkaart geschreven aan kennissen te Berlijn, waarbij hij dit mededeelt. Hij zelf heeft j.l. Vrijdag in den loop van een gesprek verklaard, dat hij en zijn moeder tot dusver Prins Bernhard nog niet hadden be zocht, omdat zij hem liever eerst wilden be zoeken, als hij aan het bezoek meer zou hebben. Dit was ook in het belang van den patiënt. Zoo gauw het met zijn bezigheden te vereenigen was en het zou blijken, dat Prins Bernhard aan het bezoek ook inderdaad wat zou hebben, zou den zijn moeder en hij zich naar Amsterdam begeven. In de heden gehouden openbare vergadering van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam heeft de heer W. A. Engel brecht afscheid genomen als voorzitter. Dit afscheid droeg een plechtig karakter, vooral ook door de aanwezigheid van vele autoriteiten, die daardoor een bewijs wilden geven van hun waardeering voor het werk, dat de scheidende voorzitter der kamer heeft verricht. Mr. dr. A. A. van Rhijn was als ver tegenwoordiger van den minister van Econo mische Zaken aanwezig. De heer Engelbrecht bracht in verband met het feit, dat op 31 December zijn lidmaatschap der kamer een einde neemt, reeds nu vóór het einde des jaars het gebruikelijke ver slag over 1937 uit. Bij de bespreking van den algemeenen eco- nomischen toestand kwam spr. tot de conclusie, dat er trots alle stoornissen teekenen zijn, da- een zwakke doch gezonde bloedstroom van in ternationale saamhoorigheid doorgaat. Dat de stagnatie, die dezen zomer in den wereldhandel intrad, zich ook in ons land, dat voor zijn economisch leven zoo zeer van de internationale conjunctuur afhankelijk is, merkbaar zou maken, laat zich begrijpen. Toch behoeft gelukkig niet van sterken achteruitgas gesproken te worden. Er heerscht nog groote bedrijvigheid, al doet de werkloosheid zich ster ker gevoelen in de industrieën van productie middelen en bij het vervoerwezen. Onze havens toonen een levendig beeld. Factoren, die op een interne economische crisis wijzen, vertoonen zich niet. De onderbreking van de opwaartsche lijn in ons land wordt veroorzaakt door de werking van buitenlandschen invloed. Vervolgens gaf spr. een overzicht van de ont wikkeling van den ecocnomischen toestand in Rotterdam. Hierbij merkte hij op, dat de lasten der werkloosheid in deze stad niet alleen door haar moeten worden gedragen, daar voortdu rende mechanisatie der bedrijven, welke de werkloosheid bevordert, noodzakelijk is in ver band met de buitenlandsche concurrentie en de ontwikkeling van de Rotterdamsche haven bedrijven niet alleen van locaal, maar in hooge mate van nationaal belang is. Ten slotte kwam spr. tot zijn afscheidswoord Het viel spr. zwaar de taak als voorzitter neer te leggen, doch hij heeft gemeend ais oudste in anciënniteit voor een jongere kracht te moeten plaats maken. Aan allen bracht hij dank voor het in hem gestelde vertrouwen en de hem gegeven medewerking. Namens de leden der kamer beantwoordde de heer W. G. A. M. van der Lugt de rede van den voorzitter. Spr. schetste het vele werk, dat de schel dende voorzitter heeft gedaan, vooral de be- teekenis van het vele moeilijke werk in de crisisjaren. Namens de kamer bood spr. den heer En gelbrecht de hoogste onderscheiding aan, den gouden penning, als blijk van waardeering en dank- voor alles, wat hij voor de kamer ge weest is. Naar wij vernemen zal de Centrale Raad van Beroep te Utrecht op Donderdag 6' Januari 1938 wederom in behandeling nemen het twist geding tusschen den burgemeester der gemeente Assen, mr. J. B. Lohman, contra den heer H, R. van der Meulen, hoofd-inspecteur van politie te Assen b.d., betreffende het door hem inge stelde beroep tegen het hem door den burge meester van Assen gegeven ontslag. Voor den hóofd-inspecteur van politie zal als raadsman optreden mr. dr. J. E. Hesse te Gro ningen. Het levensmiddelenbedrijf van De Gruyter bouwt op het oogenblik aan de Veemarktkade te Den Bosch een nieuwe fabrieksafdeeling bij de reeds bestaande imposante gebouwen. In de nieuwe fabriek zullen 127 electro-motoren wor den geplaatst, drie gasovens, een stoomketel, smidsen, laschapparaten en wat in een fabriek meer van pas is. Deze nieuwe fabriek zal speciaal voor de be reiding van biscuits worden ingericht. In het nieuwe gebouw zullen ook worden on dergebracht de speciale waschinrichting voor de blikverpakkingen, de koekverpakkingsafdee ling, een wafelfabriek, een afdeeling voor chocoladeverwerking en een afdeeling suiker werken. Het ligt ook in de bedoeling de afdee ling drops en toffees uit de gebouwen kt de HET BEWIJS: Deze twee producten werden beproefd bij 17.353 menschen. 37 Doctoren en 512 andere controleurs hebben de resultaten nagegaan. Zij con stateerden, dat zij, die, zoodra dit noodig was, Vicks Va-tro-nol of Vicks VapoRub gebruikten, minder dan de helft aan ziektedagen door verkoudheden hadden, dan diegenen, die verkoudheden op hun gewone manier behandelden. BATAVIA, ,30 Dec. (Aneta). In de Indische dagbladen wordt thans melding gemaakt van 't lofwaardig gedrag van de zuster der Leprozerie C. C. L. Corinos na het ongeval met het marine- vliegtuig in de baai van Ambon. Zuster Corinos zorgde voor het onmiddellijk doorgeven van het bericht aan de autoriteiten en begaf zich vervolgens, in de ondiepe baai in zee wadend, naar het toestel, waar zij de inzit tenden aanspoorde, het toestel zou gauw moge lijk te verlaten, om het brandgevaar. Hierna verleende zij op doeltreffende wijze de eerste hulp en bracht zelf de gewonden per auto naar het hospitaal. EEN TELEGRAFISCHEN NIEUWJAARSWENSCH AAN FAMILIE, VRIENDEN EN BEKENDEN IN NEDERLAND Onze weerkundige medewerker schrijft: De vraag of wij dezen winter nog strenge koude in ons land zullen krijgen, is nog steeds niet met zekerheid te beantwoorden. Toch kan het zijn nut hebben in verband met die vraag den algemeenen weerstoestand na te gaan, voor al omdat, indien wij de vraag eenigszins anders stellen en wel in dezen vorm: kunnen wij dezen winter nog strenge koude krijgen?, 't antwoord zeer zeker bevestigend moet luiden. Daarmede is niet gezegd, dat het vast staat, dat wij nog een kouden tijd zullen krijgen. Veel menschen denken echter, dat er later in den winter geen strenge vorst meer zal komen, wanneer het m het begin niet heeft willen vriezen. Zij verbin den deze gedachte bovendien met een andere, die ook fout is, dat „tegenwoordig geen strenge winters meer voorkomen". De statistiek leert anders. Zij levert het over tuigende bewijs, dat de strenge winters als in 1891 en'1929 ook in vroeger eeuwen niet meer dan vijf- of zesmaal in honderd jaren voor kwamen. De waarheid is, dat strenge en zeer koude winters min of meer in groepen voorkwa men, waartusschen een soms vrij lange reeks van jaren lag, zoodat een mensch den indruk kan krijgen, dat in z ij n tijd de winters altijd kwakkelwinters zijn, maar dat het vroeger heel anders was. Ja, omdat er wel eens lange tijden waren, dat verscheidene zeer koude winters dicht op elkaar volgden. Maar in de oude jour nalen van menschen, die in 'n strengen winter, welken zij eens beleefden, aanleiding vonden om verder van alle winters het weer op te schrij ven, treffen wij dezelfde klachten over de zach te winters aan. Nu geeft de algemeene weerstoestand in een groot deel van Europa den laatsten -tijd telkens aanleiding tot de verwachting, dat de vorst zich ook over ons land zal uitbreiden. De allerlaat ste dagen is de vorst in Midden-Europa weer toegenomen en, zooals dat meer gaat in koude winters, breidt zich dan het vorstgebied van Oost-Europa eerst over Centraal-Europa en dan over Frankrijk uit, wat nu ook het geval is. De vorst stond dus wel degelijk als het ware aan de deur te wachten, kreeg uit den aard der zaak in het Oosten van het land reeds toegang en strekte zich telkenmale tot het Westen des lands uit. Onderwijl ontwikkelde zich een groot gebied van hoogen luchtdruk, waarvan de kern zoo lag, dat een Oostenwind de koude naar 't Westen voortplantte, zooals het gewoonlijk gaat in zeer koude winters. De kleine, tusschenloo- pende depressie, die Dinsdag regen in het Wes ten en ijzel in het Oosten veroorzaakte, heeft dezen voor vorst gunstigen, algemeenen weers toestand niet blijvend kunnen verstoren en dit is een omstandigheid, die de kansen op koude sterk vergroot. Desniettegenstaande geloof ik niet, dat sterke vorst binnenkort is te verwachten. Daartoe is de weerstoestand in Noord-Europa niet gunstig, waar een krachtige Westelijke luchtslrooming, die uit den aard der zaak vrij warm is, de temperatuur sterk heeft doen stijgen, waardoor 't vorstgebied in het Oosten zijn voornaamste steunpunt in het Noordoosten van ons wereld deel voorloopig heeft verloren. Hoewel dus nog een tijd van sterke vorst kan komen, is de kans zeer gering dat deze binnenkort zal komen, al kunnen wij voor loopig lichte vorst verwachten, die in het Zui den en Oosten van ons land iets sterker zal kunnen worden. (Nadruk verboden) heid is geopend een girobiljet als bevelschrift te gebruiken; f. het gebruik van chèques aan toonder voor aanvulling van de geldkas van den ontvanger en voor betaling aan niet bij den postchèque- en girodienst aangeslotenen; g. boeking van door middel van den post- chèque- en girodienst gedane uitgaven na ont vangst van de daarop betrekking hebbende be wijzen van afschrijving. Deze wijzigingen zullen 1 Januari 1938 in werking treden. Het gemeentebestuur van Eindhoven heeft thans vorderingen gemaakt met zijn voornemen om te komen tot den bouw van een nieuw stadhuis. Reeds werden de noodige onteige ningen verricht op het Bagijnhof, waar het nieuwe raadhuis zal moeten verrijzen. Thans is de inschrijving opengesteld op een openbare prijsvraag, welke de gemeente daar voor uitschrijft voor alle in Nederland gedo micilieerde Nederlandsche architecten. De inzendingen moeten vóór 15 September 1938 bij het gemeentebestuur zijn binnengeko men. De jury, die hierover zal oordeelen, bestaat uit de heeren ir. G. J. P. M. Bolsius, inspecteur van de volksgezondheid te Den Bosch; ir. C. Geenen, architect en gemeenteraadslid te Eind hoven; H. R. van der Kloot Meyburg, architect te Scheveningen; prof. ir. J. A. G. van der Steur, oud-Koogleeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft, Oosterbeek en B. Koldewey, architect te Voorburg. PADANG, 30 Dec. (Aneta). Na een behan deling gedurende veertien dagen van de Tjoe- roep-affaire, waarbij een hoofdinspecteur van politie beschuldigd was van mishandeling van gevangenen, eischte de officier van justitie tegen beklaagde H. drie maanden voorwaardelijke gevangenisstraf. De verdediger pleitte vrij spraak. In een brief aan de gemeentebesturen schrijft de minister van Binnenlandsche Zaken inzake de herziening der comptabiliteitsvoorschriften o.a.: De Rijkscommissie van advies voor de ge- meentefinanciën heeft een ontwerp ingediend, dat heeft geleid tot een aantal wijzigingen in de bestaande rekenings- en boekhoudsvoorschrif- ten, welke wijzigingen een dezer dagen in het Staatsblad zullen worden opgenomen en in hoofdzaak de volgende punten bevatten: p,. door schuldeischers der gemeente ingezon den rekeningen mogen met inachtneming van zekere regelen dienen tot bevelschrift van be taling van het daarin vermeld bedrag; b. de mogelijkheid om voor de betaalbaar stelling van uitgaven gebruik te maken van collectieve bevelschriften wordt uitgebreid tot alle betalingen, welke ten laste van verschil lende volgnummers aan één schuldeischer, dan wel ten laste van één volgnummer aan ver schillende schuldeischers worden gedaan; c. de geldigheid als kwijtingsbewijs, welke reeds is toegekend aan de bewijzen van af schrijving of storting, afgegeven door den post cheque- en girodienst, wordt uitgebreid tot de bewijzen van afschrijving of storting, welke in opdracht van het gemeentebestuur geschiedt ten laste van de rekening-courant der ge meente bij de bank voor de Nederlandsche ge meenten of bij andere bankinstellingen; d. het gebruik van een verzamelgiro wordt in bepaalde gevallen toegestaan; e. de inhoud van de bevelschriften is eenigs zins vereenvoudigd, terwijl voorts de mogelij k- BATAVIA, 30 Dec. (Aneta). Het Hoogge rechtshof bevestigde het vonnis van den po litierechter te Cheribon, waarbij de agent van de douane te Tjjleboet Th. M. van M., wegens opzettelijke beleediging van de Koningin tot één maand gevangenisstraf werd veroordeeld. Het gebeurde Woensdagmiddag in de Gerrit Witsestraat te Den Haag. Een dame, die de stad in was geweest en in haar woning terug keerde, ontmoette in de gang een haar totaal onbekenden man, die de hevig verschrikte vrouw snel voorbijliep en de straat invluchtte. De dame herstelde zich evenwel oogenblikkelijk en holde den indringer achterna. Om de aandacht te trekken begon ze luidkeels te schreeuwen en met succes. Want in een zijstraat liepen toe vallig twee agenten in burger. Ook zij zetten een achtervolging in en nu was het slechts een kwestie van enkele seconden, dat de op hee- terdaad betrapte dief zijn vrijheid kwijt was. De agenten brachten hem naar het politie bureau over en hier bleek, dat men te doen had met een 25-jarigen Oostenrijker. Door opensluiting had hij zich tot de woning van de dame toegang verschaft. Hij had nog geen gelegenheid gehad iets te ontvreemden. De politie heeft den man in bewaring gesteld Wanneer in de eerste maand van 1938 de Raad van den Volkenbond bijeen komt, zal hij ernstig aandacht moeten wijden aan den huidigen toestand, welke allen, wien de politiek van internationale solidariteit ter harte gaat, met de grootste zorg moet vervul len. Het definitieve uittreden van Italië uit den Volkenbond, de zeer lauwe houding, die ver schillende andere staten, waartoe ook groote Europeesche landén, als bijvoorbeeld Polen, be- hooren om over de Zuid-Amerikaansche sta ten maar te zwijgen ten opzichte van Ge neve aannemen, de diepgaande verschillen van inzicht, welke omtrent eventueele reorga nisatie van het Geneefsche instituut tot uiting zijn gekomen, de reserves, welke door verschil lende staten zijn geformuleerd, vooral in be trekking tot het toepassen van sancties ai deze verschijnselen kunnen slechts beschouwd worden als symptomen van diepgaande malaise. De Britsche premier, Neville Chamberlain, heeft dezer dagen in het Lagerhuis, zonder er veel doekjes om te winden, te verstaan gegeven, dat de Engelsche regeering van oordeel is, dat de Volkenbond in de huidige omstandigheden niet meer in staat is de rol te spelen, waartoe hij naat het oordeel van de stichters voorbe stemd Was. Wél voegde Engelands eerste minis ter daaraan in één adem toe, dat Engeland den Bond niettemin trouw blijft en steun geven zal. omdat het Britsche kabinet van oordeel is dat het Geneefsche Instituut nog nuttig werk in het belang van den vrede verrichten kan, maar dat neemt niet weg, dat overduidelijk blijkt dat ook het Britsche vertrouwen in de macht van den Bond op ernstige wijze is geschokt. De neder laag, die de Bond in Abessinië geleden heeft, is zóó zwaar, dat er zeker jaren zullen moeten verloopen voor hij zich daarvan herstelt. En dat de Bond niets, maar ook volstrekt niets, voor het Bondslid China doen kan, is wel geschikt om het laatste restje vertrouwen in de bescher ming, die Genève aangevallen volken verleenen kan, den genadeslag toe te brengen. Hoe smar telijk het ook moge vallen te moeten vaststel len, dat de Volkenbond, de eenige goede vrucht van den gróoten oorlog, niet bij machte is de volken tot elkaar en tot vreedzame oplossing van hun moeilijkheden en geschillen te brengen, het zou dwaasheid zijn voor de feiten, die zich nu eenmaal niet ontkennen laten, de oogen te sluiten. Van een vredesbond, waarvan vier groo te mogendheden, de Vereenigde Staten, Duitschland, Japan en Italië geen lid zijn, is uit den aard der zaak niet al te veel te ver wachten. En eigenlijk niets meer, nu drie dezer staten ten aanzien van den Bond geen houding van min of meer welwillende onzijdigheid aan nemen zooals de Vereenigde Staten maar hem als schadelijk, als een vijand beschouwen Ongetwijfeld, de toekomstige historici, die eens, zonder hartstocht of partijdigheid, over onzen tijd zullen schrijven, zullen de houding van hen die willens en Wetens het internationale orga nisme, dat allen landen en volken vrede en vei ligheid waarborgen moest» tot machteloosheid doemden, veroordeelen, maar daarmee zijn wij thans niet gebaat. Thans neemt de malaise in den Bond, ondanks de optimistische en idealis tische redevoeringen, die ieder jaar te Genève plegen te worden uitgesproken, van zitting tot zitting een ernstiger karakter aan, en het zou kinderlijk zijn systematisch de oogen te willen sluiten voor het zeer wezenlijke gevaar dat het Geneefsche Instituut bedreigt. De verklaring, die dezer dagen door Motta, den klaar-zienden president van de Zwit- sersche Confederatie, is afgelegd, kan niet anders dan tot nadenken stemmen. Motta zeicte o.m. dat de Volkenbond van 1937 met dien van 1920 nog slechts weinig gemeen had. Met spijt constateerde hij dat het den Bond niet ge lukt was een op de beginselen van het Volken recht steunenden vrede te handhaven en dat, dientengevolge de Bond nog slechts symboli sche waarde had. Aan dat symbool wil Zwitser land trouw blijven, maar tegelijker tijd ziet de vrije Zwitsersche republiek zich, om practische redenen, genoodzaakt voortaan in volstrekte neutraliteit de veiligheid te zoeken, die een „symbool" nu eenmaal niet geven kan. Deze belangrijke wijziging in Zwitserlands houding behoeft niet in onmiddellijk verband met Italië's uittreden te Worden gebracht. Zij is de natuurlijke reactie van een teleurgesteld land, dat, sinds het onmogelijk gebleken is door eco nomische „sancties" een vastbesloten aanvaller op de'knieën te krijgen, zijn vertrouwen in arti kel 16 van het Handvest, en dientengevolge ook in de andere bepalingen van het Pact, verloren heeft. Niet alleen in Zwitserland geeft men van te leurstelling blijk. Ook in andere landen is zij groot en veldwinnend, getuige de pogingen, die van verschillende zijden in het werk gesteld worden om tot een wijziging van het Handvest te komen, pogingen, die niet bedoelen den Bond meer macht te geven, maar integendeel de ten- denz hebben, hem iedere effectieve macht te ontnemen. Zouden deze pogingen slagen dan ware de Bond weldra niets méér dan een inter nationaal lichaam, dat ten doel heeft vreed zame samenwerking van landen en volken te bevorderen, maar. dat niet <wer de middelen be schikt zijn beslissingen te doen eerbiedigen. Of een hervorming in dezen zin de universaliteit van den Bond bevorderen zou, dient nog te worden afgewacht. Heeft Duitschland niet reeds verklaard dat het in elk geval, wat. er ook ge- beure, nooit meer naar Genève terugkeeren zal, en is het niet meer dan waarschijnlijk dat Ja pan en Italië dezelfde opvatting als hun bond genoot huldigen? Dit alles is ernstig genoeg om zich over de toekomst van den Volkenbond niet veel illusies te maken. Maar ernstiger nog is dat ook het essentieele principe van de collectieve veiligheid geheel op losse schroeven is komen te staan. Als dit beginsel ten slotte geheel zou moeten wor den losgelaten, keeren wij snel terug tot den ouden toestand van volkomen onzekerheid, want regionale verdragen kunnen overeenkomsten, die allen gelijkelijk binden, niet vervangen. Naarmate de Geneefsche Wereldorganisatie teekenen van steeds grooter zwakheid vertoont, worden luider de stemmen, die op de stichting van een Europeesch dictatorium aandringen, waarin dan alleen de vier of vijf voornaamste mogendheden van ons werelddeel zitting zouden hebben. Mussolini is steeds een vurig voorstan der van zulk een dictatorium geweest, en het sensationeele artikel, dat een dezer dagen door een der leden van het Italiaansche Konings huis, den hertog van Pistoia, gepubliceerd werd, en met de denkbeelden van den „Duce" volko men strookt, zal waarschijnlijk wel door een nieuw Italiaansch offensief in dezen zin gevolgd worden. Maar op den dag waarop een pact van Vier of Vijf zou worden verwezenlijkt, zouden de kleine naties waarlijk ten volle bemerken, wat de rechtsgelijkheid, die Genève waarborgde en theoretisch althans nog steeds waarborgt, voor haar onafhankelijk bestaan beteekent. Zij zouden onder vernederende pressie der groote mogendheden komen. En als het tot „verdee ling" der koloniën en invloedssferen komen mocht, zouden beslissingen vallen, waarbij de belangen der groote dictatorium-mogendheden het eerste en laatste woord zouden hebber:. Daarom blijft voor de kleine mogendheden een krachtige Volkenbond van groot belang en daar om is het een geluk, dat er nog groote mogend heden overgebleven zijn, die nog in den Volken bond en zijn toekomst geioovea. Er is dezer dagen bij de OnderWijsbe- grooting in de Kamer zwaar gerekend over de mogelijkheid van verlaging van de volgens veler meening onhoudbaar hooge leerlingenschaal bij het Lager Onderwijs. De hoogte van de leerlingenschaal is door de regeering erkend als een nationaal Delang, en terecht, want met het peil van de leerlin genschaal hangt niet alleen het belang van de Werkende en de werklooze onderwij zers, van de kweekelingen met acte en van hen, die het geven van onderwijs als hun roeping voelen en zich daarvoor wenschen te bekwamen, maar ook dat van de leerlin gen en dus ook van hun ouders en tenslotte van het geheele onderwijs genietende en noo dig hebbende volk ten nauwste samen. De uitkomst van het rekensommetje was dus van het allergrootste, van algemeen natio naal belang. Maar rekenen is een moeilijke kunst, niet alleen voor vele Lagere-School- kinderen, maar ook voor den minister van Onderwijs en een onderwijsspecialiteit als de heer Suring, lid der R. K. Tweede Kamer fractie. Naar zich toerekenen is voor de meeste menschen niet zoo lastig, dat lukt ge woonlijk wel, maar precies en eerlijk rekenen, zoodat de uitkomst op de som sluit als een bus, zie, dat is vaak een heele toer. De mi nister rekende namens de regeering het leer- lingenschaal-sommetje uit en kreeg op den duur als uitkomst 8 millioen. De heer Su ring rekenend namens de Katholieke Ka merfractie kwam na zijn becijfering slechts tot een kleine 3 y2 millioen. Wie rekende nu mis? De minister, alias de zich met hem solidair verklaard hebbende regeering, of de heer Suring, alias de Katholieke Kamerfrac tie namens welke hij sprak? In het „Katho lieke Schoolblad" heeft het Comité der sa menwerkende onderwijzersorganisaties óók een berekening gemaakt en wel als volgt: De minister berekent hier, dat invoering van de schaal 1932 een bedrag zou vorderen van 8.2 millioen; het eerste jaar 5 millioen. Deze berekening is font. Gerekend is op 3892 onderwijzers L. O. ad 1899 (gemiddeld salaris) en 154 onderwij zers U. L. O. ad 2886 (gemiddeld salaris). De U. L. O.-onderwijzers zullen echter geen nieuwe leerkrachten zijn, maar gerecruteerd worden uit de ervaren leerkrachten, die reeds bij het L. O. werkzaam zijn, zoodat de meer dere kosten alleen zullen bedragen 154 x (ulo-marge plus meerdere vergoeding voor 2 bij-akten) is 154 X 428 is 65912 in plaats van de 444444 die de minister in de M. v. A. voor hen als nieuwe kosten berekent. Van de 3892 onderwijzers, die voor het L. O. noodig zijn, kunnen er 1000 gevonden worden uit de nog beschikbare valide wacht gelders (er zijn momenteel nog rond 1200 wachtgelders). Die 1000 onderwijzers zullen dan hoogstens* kosten 1000 X 1899 (ge middeld salaris) is 1899000 waar echter een besparing van rond een millioen op den post wachtgelden tegenover staat. Dan zijn er nog 2892 werklooze jonge onderwijzers noodig plus 154 in de plaats van hen, die van het L. O. naar het U. L. O. zijn overgeheveld, dus totaal 3046. Hun salaris zal in geen geval het gemid delde van 1899 bedragen. Ze zullen allen het aanvangssalaris ontvangen. Ongeveer 1000 hunner zijn in het bezit van de hoofd akte en dan is 't aanvangssalaris gemiddeld 1235 en 2046 zijn onderwijzers zonder hoofd akte, wier aanvangssalaris 1076 bedraagt. Gerekend is op het salaris van een begin nend onderwijzer in een 2e klas gemeente (leeft. 21 jaar), zoodat de grondsaiarissen achtereenvolgens met 4 pCt. en 3 pCt. (on- gehuwdenaftrek) verminderd zijn. Volgens berekening zal ongeveer 1/3 van het benoo- digde aantal nieuwe leerkrachten in ge meenten der le klasse te werk gesteld wor den, 1/3 in gemeenten 2e klasse en 1/3 in gemeenten 3e klasse. De kostenberekening wordt aan de hand van het bovenstaande dus als volgt: 1000 wachtgelders ad 1899 is 1899000, be sparing post wachtgelden 1000.000 is 899000; 2046 onderwijzers zonder hoofd akte ad 1076 is 2201496; 1000 onderwij zers met hoofdakte ad 1235 is 1235000; 154 x (ulo-marge plus meerdere kosten 2 bijakten) is 6591% totaal 4401408 4% pCt. pensioensbijdrage is 198054, totale kos ten 4599462. Het eerste jaar (bij invoering 1 April 1938) zouden deze kosten dus van dit bedrag vorderen, derhalve 3449596. Uziet, dat de gezamenlijk rekenende onderwijzersorganisaties het meer met den heer Suring en de R. K. Kamer fractie dan met den minister en de regeering eens zijn. De heer Suring, alias de Katholieke Kamerfractie, heeft het zwijgen aan 's mi nisters berekening maar verder toegedaan. Achtte hij het rekenen van minister Slote- maker de Bruine een hopeloos geval, waar voor toch niets anders dan een niet op te halen onvoldoende kon worden gegeven? Of misrekende hij zich zelf? In ieder geval is de uitkomst van den minister zonder protest van die zijde geslikt. En de onderwijzers en kweekelingen, de leerlingen en him ouders, ja heel het onderwijsbehoevende volk zijn de kinderen van de rekening of van de mis rekening geworden. De kinderen, die op school met rekenen niet meekunnen en bijzondere moeite hebben, zullen zich voortaan daarover niet meer behoeven te schamen, zij zijn in goed en vereerend hoog gezelschap óf wél van den minister van Onderwijs óf wel van de groote groep van authentieke onderwijs- specialiteiten. De Poolsche gezant te 'sGravenhage heeft aan minister Patijn een chèque overhandigd groot f 27.300 zijnde een verdere afbetaling van de „relief-schuld" van Polen aan Nederland. In afwijking van het terzake dezer dagen ge publiceerde omtrent de postverzending naar Londen wordt medegedeeld, dat de laatste bus lichting te Amsterdam voor den laatsten direc- ten luchtdienst naar Londen niet te 16 uur, doch te 15 uur geschiedt. De laatste buslichtingen te Amsterdam en te Rotterdam voor den nachtluchtdienst naar Lon den via Keulen zijn niet, zooals is medegedeeld te 22.20 resp. 22.50 uur, doch te 21.20 res?}. <•21.30 uus.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 9