i
F
Wm
O
Algemeene beschouwingen
beantwoord
m
HET AMBTENAREN
VERBOD
De geïnterneerde
Span j aarden
IN DE BIBLIOTHEEK „DE EEUWIGHEID
BELASTINGVERHOOGING
IS NOODZAKELIJK
Kerkelijk leven
V
ZATERDAG 1 JANUARI 1938
Voorstellen bij het Georganiseerd
Overleg
Handelsaccoord met
Italië*
Het is Vrijdag onderteekend
Muzïekauteursrecht en
radio
Bekende kwestie voor den
Hoogen Raad
„NEDERLANDS BEVRIJDING"
Waarom de rede niet uitgezonden
mocht worden
De gehuwden in vrijheid gesteld
De motorstoring van de
„Wielewaal"
Materiaaldeeltjes in het
oliereservoir
Verlaagde haven
tarieven te Rotterdam
Het Rijk wil in 1938 nog slechts
gedeeltelijk bijdragen
LEIDING REDACTIE
HANDELSBLAD
Voorloopig alleen bij de directie
LUCHTLIJN OP ITALIË
Tijdelijke opheffing dienst
AmsterdamF r ankfort
Autoverkeer naar België
ze in
EERSTE KAMER
De regeering kan de verantwoor
delijkheid van verhooging
der salarissen en loonen
niet dragen
Onze defensie-politiek
Financieel beleid
Geen verschil in opvattingen
Het spellingvraagstuk
TAXI TE WATER GEREDEN
De inzittenden konden
gered worden
DE GEZONKEN „SRDJ"
Lading pyriet wordt gelost
CLANDESTIEN ALCOHOL
GESTOOKT
Het garnizoen te
Amsterdam
BOTER NAAR BELGIË
Nieuw gedeelte Rijksweg
opengesteld
Militaire belangen worden niet
opgeofferd aan de mate van
medewerking van ge
meentebesturen
De Wieringermeer
Bestuur van het openbaar
lichaam benoemd
VOOR T.B.C.-LIJDERS
Nationaal Koningin-Moeder
Herdenkingsfonds in
Indië opgericht
OFFICIEELE CRISIS
PUBLICATIE
PASTOOR J. J. RUTTEN f
I.
In de Memorie van Antwoord op de algemeene
beschouwingen van de Eerste Kamer over de
Rijksbegrooting 1938 wordt medegedeeld met be
trekking tot de voornemens der regeering ten
aanzien van het verbod voor ambtenaren in het
algemeen, om deel te nemen aan de werkzaam
heid van bepaalde vereenigingen of groepen, dat
in dit stadium kan worden gezegd, dat de ge
wijzigde voorzieningen gereed zijn en dat de
daartoe strekkende voorstellen aanhangig zijn
bjj de Centrale Commissie voor Georganiseerd
Overleg in ambtenarenzaken.
Onze Romeinsche correspondent seint ons d.d.
31 December:
Heden hebben de Italiaansche minister van
Buitenlandsche Zaken graaf Galeazo Ciano en
de Nederlandsche zaakgelastigde jhr. van Pan-
huys de handelsaccoorden tusschen Nederland en
Italië onderteekend.
Voor den Hoogen Raad zijn Vrijdag pleidooien
gehouden in de procedure tusschen het Bureau
voor Muziekauteursrecht (B.U.M.A.) en de radio
omroepvereenigingen betreffende de auteurs
rechten op muziekwerken, welke deze vereeni
gingen uitzenden. Buma vorderde een algemeene
3 aarlij ksche uitkeering, aanvangende met
ƒ50.000 over 1934 van de vier groote omroep
organisaties te zamen voor het geheele aan
auteursrecht onderworpen repertoire en oploo
pend tot hoogere bedragen over volgende jaren
tot een zeker maximum, doch de Amsterdam
sche rechtbank wees bij vonnis van 18 Decem
ber 1934 de vorderingen af en overwoog, dat
Buma met een dergelijke algemeene vordering
misbruik van haar positie maakte, daar haar
rechten slechts ten aanzien van bepaalde wer
ken golden.
In hooger beroep besliste het Amsterdamsche
Gerechtshof 22 April 1936, dat Buma recht had
op een algemeene uitkeering van de omroep
vereenigingen en dat deze zonder die uitkeering
Kiet mochten voortgaan met de uitzending van
de hierbedoelde muziekwerken.
Ten aanzien van de N.C.R.V. is de procedure
hog niet tot cassatie gevorderd, zoodat thans
Werd gepleit in de cassatieberoepen van de
A.V.R.O., den K.R.O. en de V.A.R.A.
Jhr. mr. W. M. de Brauw verdedigde de cas
satiemiddelen der drie eischende partijen, mr
F. j. de Jong trad op voor de verweerster Buma.
Jhr. mr. De Brauw zette uiteen, dat het ge
schil ging om het bedrag van de vergoeding.
Welke de omroepvereenigingen aan de com
ponisten door Buma vertegenwoordigd
zijn verschuldigd voor de vergunning lot uit
zending per radio van de werken, waarop die
componisten (of hun rechtverkrijgenden)
auteursrecht hebben.
Nu eischt Buma van de omroepvereenigingen
een vooruit-gefixeerd bedrag per jaar voor het
«wereldrepertoire", doch de omroepvereeni
gingen beschouwen dit als een misbruik van
Buma's positie. De voornaamste reden is, dat
Buma het bedrag wenscht te zien vastgesteld
Per luisteraar, terwijl in beginsel in ons land
geen enkele luisteraar voor het gebruik van zijn
eigen radiotoestel tot betaling verplicht is, in
tegenstelling met eenige andere landen, waar
men radiobelasting kent.
Nadat in 1934 het concurreerende Fransche
auteursbureau hier te lande was uitgeschakeld,
begonnen de moeilijkheden. Onderhandelingen,
met Buma daarop gevoerd, liepen in Mei 1934
öood. De omroepvereenigingen boden tezamen
eerst ƒ25.000, later ƒ32.500 per jaar, doch
Buma vroeg over 1934 50.000, over 1935
75.000 en over 1936 100.000 en het wenschte
Zoo op te klimmen tot 180.000 a 200.000
Per jaar.
Terwijl de besprekingen nog gaande waren,
gingen de omroepvereenigingen door en in Mei
1934 verbood Buma verdere uitzending. De ver
eenigingen, die deze muziekuitzending niet kon
den missen, gingen door en het werd een kracht
meting.
De Amsterdamsche rechtbank aanvaardde de
bezwaren der omroepvereenigingen en besliste
op 18 Dcember 1934 dat slechts ten opzichte van
bepaalde werken overdracht van auteursrecht
Was gebleken.
Een commissie had in 1934 de vergoeding,
berekend naar 500.000 luisteraars, op 10 cent
per luisteraar, alzoo in totaal op 50.000 gesteld.
De regeering schijnt echter vooralsnog geen
dwanglicentie te willen, doch wacht blijkbaar
de procedure af.
Bij de beslissing van de rechtbank heeft
Buma zich niet neergelegd en op 22 April 1937
gaf het Amsterdamsche gerechtshof een alge
meen verbod.
Het cassatieberoep, door de omroepvereeni
gingen hiertegen ingesteld, beoogt deze uit de
dwangpositie te doen geraken. Pleiter betoogde
tenslotte, dat aantasting van het „repertoire"
van Buma niet kan worden verboden zonder
preciseering.
Pleiter concludeerde derhalve tot vernietiging
van 'shofs arrest, dat een dergelijk verbod
behelsde.
Mr. F. J. de Jong wees er in zijn pleidooi o.m
op, dat het hier er om gaat, te weten of het
Nederlandsche privaatrecht voorziet in de
rechten, welke Buma meent te kunnen doen
gelden.
Pleiter bestreed verder op juridische gronden
de cassatiemiddelen en concludeerde tot hand
having van het arrest van het Amsterdam
sche hof.
Na re- en dupliek werd de conclusie van den
procureur-generaal bepaald op 14 Januari.
Op vragen van het Eerste Kamerlid jhr. de
Savornin Lohman, in verband met de verhinde
ring door de Indië-programma-commissie van
de uitzending per radio eener rede over „Neder
lands Bevrijding", heeft de minister van Bin-
nenl^ndsche Zaken geantwoord:
De beslissing der commissie was gegrond op
de overweging, dat door de wijze van behande
ling van het onderwerp de rede in die mate niet
beantwoordde aan de wenschen en behoeften
van integreerende deelen der samenleving in
Ned.-Oost-Indië, dat haar uitzending niet kon
worden toegelaten.
De minister kan zich, na kennisneming van
den tekst der rede, met deze beslissing vereeni
gen.
De Regeeringspersdienst meldt:
Van de Spanjaarden, die in de Citadelkazeme
te Gorinchem werden geïnterneerd, zijn thans
de gehuwden, zoomede enkele anderen, die hier
voor wegens ziekte of om bijzondere redenen in
aanmerking kwamen, voorloopig in vrijheid
gesteld, onder de voorwaarde, waaronder zij
voordien hier te lande vertoefden.
De ongehuwden zullen vrijkomen, zoodra de
terugkeer van de ontvluchte Spanjaarden naar
Nederland verzekerd is.
De K. L. M. bericht nader omtrent het
Douglas Dc 3 vliegtuig „Wielewaal", dat te
Athene wordt opgehouden wegens motorsto
ring:
Na een volkomen normale vlucht van Na
pels naar Athene volbracht te hebben, wer
den de gewoonte getrouw de motoren
aan een olieonderzoek onderworpen. Onder
aan den motor bevindt zich een oliereservoir,
waardoor alle circuleerende olie geleid wordt
Mocht er zich een storing in het binnenste van
den motor hebben voorgedaan, dan zullen zich
eventueele machinedeeltjes in dit reservoir ver
zamelen. Daar deze zwaarder zijn dan de olie,
kunnen zij niet mee opgepompt worden.
Bij de inspectie op het vliegveld te Athene
bespeurde men enkele materiaaldeeltjes in het
reservoir. Hoewel tijdens de vlucht niets aan
den motor te merken was geweest, hij had
n.m. op normaal toerental gedraaid achtte
gezagvoerder Brugman het raadzaam, den
motor uit elkaar te nemen. Hierbij bevond men
inderdaad, dat van een der zuigers een gering
stuk was afgebroken. Na zich hierover in ver
binding gesteld te hebben met Schiphol, ver
nam de heer Brugman, dat de technische dienst
van de K. L. M. het verstandig oordeelde, de
reis niet verder voort te zetten, doch de komst
van een reserve-motor af te wachten. Dit is
inmiddels geschied. Gezagvoerder Van Balkom
is met de Douglas Jan van Gent te Athene
aangekomen, met een reserve-motor aan boord.
Met dit laatste vliegtuig zijn de passagiers van
de „Wielewaal" verder naar Azië gereisd. Ook
de post en de vracht werden medegenomen.
27 December hebben B. en W. van Rotter
dam van de regee'ring een schrijven ontvangen,
waarin wordt medegedeeld, dat het Rijk voor
1938 slechts gedeeltelijk zal bijdragen in de
financieele gevolgen, verbonden aan de voore
zetting van de verlagingen der gemeentelijke
haven tarieven met 28 pCt. ook na 1 Jan. 1938.
B. en W. achten het niet mogelijk, dat de
verlagingen in, vollen omvang worden gehand
haafd, als het Rijk zijn standpunt niet her
ziet. Hangende de nadere besprekingen met
het Rijk stellen B. en W, thans voor om ae
verlagingen gedurende twee maanden te con-
tinueeren.
Het Handelsblad deelt mede, dat in verband
met een gewijzigde indeeling van werkzaam
heden, welke den hoofdredacteur meer dan tot
dusver buitenslands in dienst van het blad
zal doen vertoeven en waardoor het hem be
zwaarlijk zou vallen de verantwoordelijkheid
voor den dagelijkschen gang der redactioneele
zaken te blijven dragen, aan hem, op zijn ver
zoek met ingang van 1 Januari 1938 op de
meest eervolle wijze, en onder dankbetuiging,
ontslag is verleend uit zijn tegenwoordige func
tie, die hij sedert September 1929 heeft ver
vuld.
De heer Von Balluseck zal tijdens zijn aan
wezigheid in Amsterdam optreden als advi
seur van de hoofdredactie, met den persoon
lijken titel van hoofdredacteur.
De leiding der redactie blijft voorloopig al
leen bij de directie berusten.
Met ingang van 6 Januari' 1938 zal het ge
deelte Amsterdam—Frankfort der luchtlijn
naar Italië tot nader order niet meer worden
gevlogen.
De Regeeringspersdienst meldt:
In verband met de inwerkingtreding in Bel
gië op 1 Januari 1938 van het K. B. van 18
Januari 1936 houdende regeling van den in
voer van vreemde motorrijtuigen voor betaald
personen- en goederenvervoer is ten aanzien
van het in België binnerikomen en het weder-
uitgaan uit dat land van huurrijtuigen en taxi's
een voorloopige regeling overeengekomen dat
de ter zake tusschen Frankrijk en België ge
troffen regeling overeenkomstige toepassing zaJ
krijgen.
Aldus zal in de behandeling gelijk deze van
Belgische zijde tot nog toe ten aanzien van
die voertuigen heeft plaats gehad in het alge
meen geen wijziging worden gebracht voor zoo
ver die voertuigen niet buiten het grensgebied
komen. Het begrip grensgebied zal in nieuwen
zin worden uitgelegd. Zoo zal het mede om
vatten o.a. het geheele kustgebied tot aan de
Fransche grens en belangrijke steden als Gent,
Antwerpen, Luik, alle met omgeving.
99
leesfHiEBfNis;
[DER VOlkEREN-
A'Mtiuu,...»;.-!
fcUEüt'ril
lUIUlllu"
minui
99
99
In de Memorie van Antwoord op de alge
meene beschouwingen van de Eerste Kamer
over de Rijksbegrooting wordt medegedeeld, dat
de regeering met blijdschap heeft geconstateerd,
dat leden, die tot dusver hun stem aan defen
sie-ontwerpen hadden onthouden, thans bereid
zijn hun medewerking te verleenen aan het tot
stand komen van maatregelen ter versterking
van onze Defensie. Intusschen kan het effect
van een gewijzigd principieel standpunt zeer
wel teniet worden gedaan door de practische
reserve, dat er een redelijke verhouding tus
schen voorzieningen tot verbetering van de
weermacht en die ter behartiging van sociale
en cultureele belangen moet blijven bestaan.
Waar in het Voorloopig Verslag betoogd
wordt, dat het doel van onze weermacht be
perkt is, immers niet meer dan het opvangen
van den eersten stoot in afwachting van de
hulp van elders, daar moge ook hier tegen mis
verstand worden gewaarschuwd.
Als vrijwel vaststaand mag men wel aanne
men, dat wij in den oorlog betrokken worden,
omdat ook anderen in dat geval verkeeren en
bij dat meest waarschijnlijke geval ligt de si
tuatie niet zoo, dat het betrekkelijk kleine Ne
derlandsche leger het hoofd zal hebben te bie
den aan de weermacht van een grooten staat,
maar dat het zal hebben op te treden tegen
een onderdeel van die weermacht, omdat de
rest van het leger van den aanvaller elders zal
worden bezig gehouden.
In dit laatste geval is natuurlijk de mogelijk
heid niet uitgesloten, dat men geheel alleen
zich zal moeten staande houden tegen dat deel
van 'svijands weermacht, dat tegen Nederland
is ingezet.
Men mag intusschen het oog niet sluiten
voor het feit, dat, bij de huidige verhoudin
gen, op den Volkenbond als waarborg voor
het verzekeren van collectieve veiligheid
niet mag'worden gerekend.
Dat de regeering veel aandacht schenkt aan
de verdediging van ons grondgebied in Europa
mag niet leiden tot de gevolgtrekking, dat zij
een zeer krachtige verdediging van Neder-
landsch-Indië zou nalaten. Het tegendeel is het
geval.
De leden, die de actieve welvaartspolitiek ge
lijk die elders wordt gevoerd aan de regeering
ter navolging aanbevelen en stellen, dat men
daarmede er in geslaagd zou zijn de conjunc
tuur omhoog te stuwen, verliezen uit het oog
zoowel het groote verschil in economische om
standigheden, waarin ons land gedurende de
laatste jaren heeft verkeerd als het feit, dat ook
hier te lande met steun van de landsoverheid
groote werken ten uitvoer werden en nog wor
den gelegd.
Toegegeven moet worden, dat de economische
toestand zich niet verder verbetert in de mate,
waarin dit tot voor kort geschiedde.
Het in de Wieringermeer geïnvesteerde kapi
taal kan op f65 millioen worden aangenomen.
De regeering deelt de opvatting
van de verscheidene leden, die zich
daarover uitspreken, dat de finan
cieele toestand zeer ernstig moet
worden geacht.
Noode is de regeering overgegaan tot het be
sluit om bij de Staten-Generaal voorstellen
aanhangig te maken tot verhooging van eenige
belastingen.
De regeering acht het niet wel mo
gelijk, het bedrag, dat voor de fi
nanciering van de defensie-voorstel
len noodig is, te verkrijgen uit bezui
niging op den openbaren dienst.
De regeering zou onder de huidi
ge omstandigheden de verantwoor
delijkheid voor de financieele gevol
gen van een verhooging der uitgaven
voor salarissen en loonen niet kun
nen dragen.
Gelijk bekend, wordt thans nagegaan door
welke middelen van socialen aard in de onder
scheidene bedrjjven de werkloosheid kan wor
den verminderd. Ook de 40-uren-week kan
voorwerp van onderzoek uitmaken, als de ver
tegenwoordigers van bepaalde bedrijven daar
in practische mogelijkheden zien.
Ook in een land als het onze, dat minder
dan welk ander land in autarkie zijn heil zal
kunnen zien, is nog ruim veld aanwezig voor
toepassing van een voorzichtige industrialisatie-
politiek.
De regeering is van meening, dat zij niet
moet streven naar een verhooging van het
prijspeil der landbouwproducten met het voor
opgezet doel, de verbroken verhouding van het
prijspeil van landbouwproducten ten opzichte
van overheidsdiensten en industrieproducten te
herstellen.
Totde veronderstelling, dat inzake het
te volgen handelspolitiek beleid eenig ver
schil zou bestaan tusschen de opvatting van
den minister-president en' die van den mi
nister van Economische Zaken, is naar het
oordeel van de regeering niet de minste
aanleiding.
De beduchtheid der leden, volgfens welke de
regeering (Jen weg der protectie zou inslaan
en met name een politiek zou gaan volgen ten
bate van de industrie en ten koste van andere
takken van bedrijf, acht de regeering Onge
motiveerd.
Met vele leden is de regeering van oordeel,
dat de huidige toestand wat betreft de schrijf
wijze van de Nederlandsche taal niet kan wor
den bestendigd. Zij houdt zich overtuigd, dat
een beslissing harerzijds, om te komen tot ze
kerheid en tot eenheid niet moet worden uit
gesteld totdat een wet zal zijn tot stand geko
men, welke voor de schrijfwijze der taal den
grondslag legt.
Vrijdagmiddag twaalf uur is een taxi nabij
het kasteel Arcen in de gracht gereden. De
bestuurder, een 28-jarige Heerlenaar en de in
zittende passagiers konden zich uit den auto
bevrijden en zijn door handreiking van voor
bijgangers op het droge gebracht.
Eenige weken geleden is op dezelfde plek
eveneens een auto te water gereden. Ook toen
konden de inzittenden worden gered.
De drenkelingen zijn bij omwonenden van
droge kleeren voorzien.
De oorzaak van het ongeluk is de groote
snelheid, waarmede de chauffeur reed.
Aan de Belgische bergingsmaatschappij To
wage and Salvage Union is opgedragen om het
bij Baalhoek (Westerschelde) gezonken Joego
slavische stoomschip „Srdj" te lichten. Thans
wordt de lading pyriet in lichters gelost, waar
na een duikeronderzoek zal plaats hebben.
Voor de gaten in den scheepswand en boven
de luiken zal een noodbekisting worden aan
gebracht, waarna getracht zal worden de rui
men leeg te pompen. De „Srdj" zou dan uit
eigen drijfkracht boven moeten komen.
De scheepvaart ondervindt geen hinder van
het wrak.
Rijksambtenaren en recherche hebben in een
woning aan de Dirk Langenstraat te Delft twee
ketels met in gisting zijnden alcohol in beslag
genomen. Tegen den bewoner M. is proces
verbaal opgemaakt. Hij werd dit jaar twee
maal betrapt op het clandestien stoken van
alcohol.
Men deelt ons van bevoegde zijde mede, dat
het aan Nederland toekomend aandeel in het
algemeen contingent voor den invoer van boter
in België gedurende Januari 1938 68.750 Kg. be
draagt, welke hoeveelheid uiterlijk 31 Januari
1938 in België moet zijn ingevoerd.
Het gedeelte in den nieuwen Rijksweg Den
Kaag—Rotterdam, ten Oosten van Delft, is thans
zonder officieel vertoon voor het verkeer in
beide richtingen opengesteld.
Op vragen van het Tweede Kamerlid Stein-
metz betreffende de legering van het 2de regi
ment luchtdoelartillerie te Amsterdam en het
plegen van overleg tusschen militaire autoritei
ten en gemeentebesturen omtrent voorwaar
den, waarop garnizoenen in gemeenten kun
nen worden gevestigd heeft de minister van
Defensie o.m. het volgende geantwoord:
De minister heeft in beginsel beslist, dat
het op te richten 2de regiment luchtdoelartil
lerie garnizoen zal houden te Amsterdam.
Bij de besprekingen, welke van militaire zij
de met den burgemeester van Amsterdam zijn
gevoerd, is kenbaar gemaakt, dat de beslissing
nopens de vestiging van een garnizoen daar ter
stede in belangrijke mate zou worden beïn
vloed door de beantwoording van de vraag, of
de gemeente Amsterdam bereid zou zijn een
oefeningsterrein te leveren en geschikt te ma
ken
De militaire belangen brengen mede, dat bij
de keuze van nieuw te vestigen garnizoenen
niet alleen wordt gestreefd naar het verkrijger
van een uit een oogpunt van landsverdediging
zoo gunstig mogelijke ligging, doch dat tevens
rekening wordt gehouden met het in de on
middellijke nabijheid beschikbaar zijn van gun
stige oefenterreinen.
Er behoeft dan ook geen vrees te bestaan,
dat militaire belangen worden opgeofferd aan
de mate, waarin gemeentebesturen eventueel
tot financieele medewerking bereid zijn, ten
einde vestiging van een garnizoen binnen de
kom hunner gemeente te bevorderen.
De minister acht geenszins in strijd met het
gestelde in art. 188 der Grondwet, dat het rijk
gebruik maakt van aanbiedingen van gemeen
tebesturen, welke de mogelijkheid openen ter
plaatse een garnizoen te vestigen.
Bij Kon. besluit zijn in verband met de in
stelling van een openbaar lichaam voor de in
gepolderde Wieringermeer met ingang van 1
Januari 1938 benoemd:
Tot lid van de bestuurscommissie: mr. A. J.
Backer, administrateur ter provinciale griffie
van Noord-Holland, te Haarlem; C. L. de
Bruijn, secretaris van de directie van den Wïe-
ringermeerpolder; A. C. de Graaf, landbouwer
te Middenmeer; mr. A. F. Kamp, burgemeester
van de gemeente Texel; H. Leijten te Midden-
meer; A. van Oers te Slootdorp; P. C. J. Pe
ters, burgemeester van de gemeente Medem-
blik; ir. S, Smeding, directeur van den Wie-
ringermeerpolder te Alkmaar; J. Venhuizen,
landbouwer te Slootdorp.
Tot lid van het dagelijksch bestuur: A. C. de
Graaf te Middenmeer en P. C. J. Peters te Me-
demblik.
Tot onder-voorzitter: P. C. J. Peters te Me-
demblik.
Tot secretaris ter standplaats Wieringerwerf
A. Blaauboer
Tot ontvanger ter standplaats Wieringerwerf
J. C. Vogelaar.
Tot ambtenaar van den burgerlijken stand
A. Blaauboer, te Wieringerwerf; mr. R. Kooi
man te Purmerend; P. C. J. Peters, te Medem
blik; J. C. Vogelaar te Wieringerwerf.
BATAVIA, 31 Dec. Hedenochtend is de
stichtings-acte van het Nationaal Koningin-
Moeder Herdenkingsfonds in Nederlandsch-
Indië notarieel verleden. De ingezamelde gei
den, ten bedrage van 255.000, vormen het
kapitaal, hetwelk nog verhoogd wordt met de
nader te ontvangen gelden. Het fonds zal werk
zaam zijn ten behoeve van t.b.c.-lijders.
De Nederlandsche Meelcentrale maakt bekend:
Het gedeelte van het prijsverschil per 100 Kg.
voor den invoer van veekoeken (in den zin van
aritkel 1, lid 1, onder llo. van het Crisis-Akker
bouwbesluit 1934) als bedoeld in artikel 8 b, on
der 2o. van de Crïsis-Akkerbouwbeschikking
1934 I, is als volgt vastgesteld:
Inklaring van Inklaring van
3 Jan. af t/nr. 1 Mrt. af t m
28 Febr. '38. 30 April '38
voor lijnkoeken 0.65 0.65
voor soyaschroot 0.10 0.10
voor soyakoeken 0.20 0.20
voor grondnootkoeken 0.30 030
voor grondnootschilfers 0.50 0.50
voor grondnootmeel0.50 030
voor cocoskoeken 130 130
voor N. O.-I. cocoskoeken 0.55 0.65
voor maisveekoeken e.d. 0.65 0.65
voor sesamkoeken 0.60 0.60
voor palmpitkoeken0.35 035
voor alle andere niet
genoemde soorten
veekoeken (al dan
niet verwerkt met
bijproducten en/of
afvallen) 0.10 0.10
Voor de goede orde wordt opgemerkt, dat in
deze bedragen niet is begrepen het in artikel 8 b,
onder lo. van voornoemde beschikking bedoelde
gedeelte van het prijsverschil.
Indien men zijn import op verderen termijn
nu reeds wenscht vast te leggen tot bovenge
noemde prijsverschillen, gelieve men zich daar
over met de Stichting Nederlandsche Meelcen
trale te 's-Gravenhage in verbinding te stellen.
In den nacht van Donderdag op Vrijdag is
te Mechelen (L.) overleden de zeereerw. heer
J. J. Rutten, pastoor aldaar.
De overledene werd in 1877 te Grotenrath
(Duitschland) geboren en priester gewijd op
19 Maart 1904. Na zijn priesterwijding was hij
professor te Rolduc. In 1928 werd hü tot pas
toor te Mechelen benoemd.