i F Wm O Algemeene beschouwingen beantwoord m HET AMBTENAREN VERBOD De geïnterneerde Span j aarden IN DE BIBLIOTHEEK „DE EEUWIGHEID BELASTINGVERHOOGING IS NOODZAKELIJK Kerkelijk leven V ZATERDAG 1 JANUARI 1938 Voorstellen bij het Georganiseerd Overleg Handelsaccoord met Italië* Het is Vrijdag onderteekend Muzïekauteursrecht en radio Bekende kwestie voor den Hoogen Raad „NEDERLANDS BEVRIJDING" Waarom de rede niet uitgezonden mocht worden De gehuwden in vrijheid gesteld De motorstoring van de „Wielewaal" Materiaaldeeltjes in het oliereservoir Verlaagde haven tarieven te Rotterdam Het Rijk wil in 1938 nog slechts gedeeltelijk bijdragen LEIDING REDACTIE HANDELSBLAD Voorloopig alleen bij de directie LUCHTLIJN OP ITALIË Tijdelijke opheffing dienst AmsterdamF r ankfort Autoverkeer naar België ze in EERSTE KAMER De regeering kan de verantwoor delijkheid van verhooging der salarissen en loonen niet dragen Onze defensie-politiek Financieel beleid Geen verschil in opvattingen Het spellingvraagstuk TAXI TE WATER GEREDEN De inzittenden konden gered worden DE GEZONKEN „SRDJ" Lading pyriet wordt gelost CLANDESTIEN ALCOHOL GESTOOKT Het garnizoen te Amsterdam BOTER NAAR BELGIË Nieuw gedeelte Rijksweg opengesteld Militaire belangen worden niet opgeofferd aan de mate van medewerking van ge meentebesturen De Wieringermeer Bestuur van het openbaar lichaam benoemd VOOR T.B.C.-LIJDERS Nationaal Koningin-Moeder Herdenkingsfonds in Indië opgericht OFFICIEELE CRISIS PUBLICATIE PASTOOR J. J. RUTTEN f I. In de Memorie van Antwoord op de algemeene beschouwingen van de Eerste Kamer over de Rijksbegrooting 1938 wordt medegedeeld met be trekking tot de voornemens der regeering ten aanzien van het verbod voor ambtenaren in het algemeen, om deel te nemen aan de werkzaam heid van bepaalde vereenigingen of groepen, dat in dit stadium kan worden gezegd, dat de ge wijzigde voorzieningen gereed zijn en dat de daartoe strekkende voorstellen aanhangig zijn bjj de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in ambtenarenzaken. Onze Romeinsche correspondent seint ons d.d. 31 December: Heden hebben de Italiaansche minister van Buitenlandsche Zaken graaf Galeazo Ciano en de Nederlandsche zaakgelastigde jhr. van Pan- huys de handelsaccoorden tusschen Nederland en Italië onderteekend. Voor den Hoogen Raad zijn Vrijdag pleidooien gehouden in de procedure tusschen het Bureau voor Muziekauteursrecht (B.U.M.A.) en de radio omroepvereenigingen betreffende de auteurs rechten op muziekwerken, welke deze vereeni gingen uitzenden. Buma vorderde een algemeene 3 aarlij ksche uitkeering, aanvangende met ƒ50.000 over 1934 van de vier groote omroep organisaties te zamen voor het geheele aan auteursrecht onderworpen repertoire en oploo pend tot hoogere bedragen over volgende jaren tot een zeker maximum, doch de Amsterdam sche rechtbank wees bij vonnis van 18 Decem ber 1934 de vorderingen af en overwoog, dat Buma met een dergelijke algemeene vordering misbruik van haar positie maakte, daar haar rechten slechts ten aanzien van bepaalde wer ken golden. In hooger beroep besliste het Amsterdamsche Gerechtshof 22 April 1936, dat Buma recht had op een algemeene uitkeering van de omroep vereenigingen en dat deze zonder die uitkeering Kiet mochten voortgaan met de uitzending van de hierbedoelde muziekwerken. Ten aanzien van de N.C.R.V. is de procedure hog niet tot cassatie gevorderd, zoodat thans Werd gepleit in de cassatieberoepen van de A.V.R.O., den K.R.O. en de V.A.R.A. Jhr. mr. W. M. de Brauw verdedigde de cas satiemiddelen der drie eischende partijen, mr F. j. de Jong trad op voor de verweerster Buma. Jhr. mr. De Brauw zette uiteen, dat het ge schil ging om het bedrag van de vergoeding. Welke de omroepvereenigingen aan de com ponisten door Buma vertegenwoordigd zijn verschuldigd voor de vergunning lot uit zending per radio van de werken, waarop die componisten (of hun rechtverkrijgenden) auteursrecht hebben. Nu eischt Buma van de omroepvereenigingen een vooruit-gefixeerd bedrag per jaar voor het «wereldrepertoire", doch de omroepvereeni gingen beschouwen dit als een misbruik van Buma's positie. De voornaamste reden is, dat Buma het bedrag wenscht te zien vastgesteld Per luisteraar, terwijl in beginsel in ons land geen enkele luisteraar voor het gebruik van zijn eigen radiotoestel tot betaling verplicht is, in tegenstelling met eenige andere landen, waar men radiobelasting kent. Nadat in 1934 het concurreerende Fransche auteursbureau hier te lande was uitgeschakeld, begonnen de moeilijkheden. Onderhandelingen, met Buma daarop gevoerd, liepen in Mei 1934 öood. De omroepvereenigingen boden tezamen eerst ƒ25.000, later ƒ32.500 per jaar, doch Buma vroeg over 1934 50.000, over 1935 75.000 en over 1936 100.000 en het wenschte Zoo op te klimmen tot 180.000 a 200.000 Per jaar. Terwijl de besprekingen nog gaande waren, gingen de omroepvereenigingen door en in Mei 1934 verbood Buma verdere uitzending. De ver eenigingen, die deze muziekuitzending niet kon den missen, gingen door en het werd een kracht meting. De Amsterdamsche rechtbank aanvaardde de bezwaren der omroepvereenigingen en besliste op 18 Dcember 1934 dat slechts ten opzichte van bepaalde werken overdracht van auteursrecht Was gebleken. Een commissie had in 1934 de vergoeding, berekend naar 500.000 luisteraars, op 10 cent per luisteraar, alzoo in totaal op 50.000 gesteld. De regeering schijnt echter vooralsnog geen dwanglicentie te willen, doch wacht blijkbaar de procedure af. Bij de beslissing van de rechtbank heeft Buma zich niet neergelegd en op 22 April 1937 gaf het Amsterdamsche gerechtshof een alge meen verbod. Het cassatieberoep, door de omroepvereeni gingen hiertegen ingesteld, beoogt deze uit de dwangpositie te doen geraken. Pleiter betoogde tenslotte, dat aantasting van het „repertoire" van Buma niet kan worden verboden zonder preciseering. Pleiter concludeerde derhalve tot vernietiging van 'shofs arrest, dat een dergelijk verbod behelsde. Mr. F. J. de Jong wees er in zijn pleidooi o.m op, dat het hier er om gaat, te weten of het Nederlandsche privaatrecht voorziet in de rechten, welke Buma meent te kunnen doen gelden. Pleiter bestreed verder op juridische gronden de cassatiemiddelen en concludeerde tot hand having van het arrest van het Amsterdam sche hof. Na re- en dupliek werd de conclusie van den procureur-generaal bepaald op 14 Januari. Op vragen van het Eerste Kamerlid jhr. de Savornin Lohman, in verband met de verhinde ring door de Indië-programma-commissie van de uitzending per radio eener rede over „Neder lands Bevrijding", heeft de minister van Bin- nenl^ndsche Zaken geantwoord: De beslissing der commissie was gegrond op de overweging, dat door de wijze van behande ling van het onderwerp de rede in die mate niet beantwoordde aan de wenschen en behoeften van integreerende deelen der samenleving in Ned.-Oost-Indië, dat haar uitzending niet kon worden toegelaten. De minister kan zich, na kennisneming van den tekst der rede, met deze beslissing vereeni gen. De Regeeringspersdienst meldt: Van de Spanjaarden, die in de Citadelkazeme te Gorinchem werden geïnterneerd, zijn thans de gehuwden, zoomede enkele anderen, die hier voor wegens ziekte of om bijzondere redenen in aanmerking kwamen, voorloopig in vrijheid gesteld, onder de voorwaarde, waaronder zij voordien hier te lande vertoefden. De ongehuwden zullen vrijkomen, zoodra de terugkeer van de ontvluchte Spanjaarden naar Nederland verzekerd is. De K. L. M. bericht nader omtrent het Douglas Dc 3 vliegtuig „Wielewaal", dat te Athene wordt opgehouden wegens motorsto ring: Na een volkomen normale vlucht van Na pels naar Athene volbracht te hebben, wer den de gewoonte getrouw de motoren aan een olieonderzoek onderworpen. Onder aan den motor bevindt zich een oliereservoir, waardoor alle circuleerende olie geleid wordt Mocht er zich een storing in het binnenste van den motor hebben voorgedaan, dan zullen zich eventueele machinedeeltjes in dit reservoir ver zamelen. Daar deze zwaarder zijn dan de olie, kunnen zij niet mee opgepompt worden. Bij de inspectie op het vliegveld te Athene bespeurde men enkele materiaaldeeltjes in het reservoir. Hoewel tijdens de vlucht niets aan den motor te merken was geweest, hij had n.m. op normaal toerental gedraaid achtte gezagvoerder Brugman het raadzaam, den motor uit elkaar te nemen. Hierbij bevond men inderdaad, dat van een der zuigers een gering stuk was afgebroken. Na zich hierover in ver binding gesteld te hebben met Schiphol, ver nam de heer Brugman, dat de technische dienst van de K. L. M. het verstandig oordeelde, de reis niet verder voort te zetten, doch de komst van een reserve-motor af te wachten. Dit is inmiddels geschied. Gezagvoerder Van Balkom is met de Douglas Jan van Gent te Athene aangekomen, met een reserve-motor aan boord. Met dit laatste vliegtuig zijn de passagiers van de „Wielewaal" verder naar Azië gereisd. Ook de post en de vracht werden medegenomen. 27 December hebben B. en W. van Rotter dam van de regee'ring een schrijven ontvangen, waarin wordt medegedeeld, dat het Rijk voor 1938 slechts gedeeltelijk zal bijdragen in de financieele gevolgen, verbonden aan de voore zetting van de verlagingen der gemeentelijke haven tarieven met 28 pCt. ook na 1 Jan. 1938. B. en W. achten het niet mogelijk, dat de verlagingen in, vollen omvang worden gehand haafd, als het Rijk zijn standpunt niet her ziet. Hangende de nadere besprekingen met het Rijk stellen B. en W, thans voor om ae verlagingen gedurende twee maanden te con- tinueeren. Het Handelsblad deelt mede, dat in verband met een gewijzigde indeeling van werkzaam heden, welke den hoofdredacteur meer dan tot dusver buitenslands in dienst van het blad zal doen vertoeven en waardoor het hem be zwaarlijk zou vallen de verantwoordelijkheid voor den dagelijkschen gang der redactioneele zaken te blijven dragen, aan hem, op zijn ver zoek met ingang van 1 Januari 1938 op de meest eervolle wijze, en onder dankbetuiging, ontslag is verleend uit zijn tegenwoordige func tie, die hij sedert September 1929 heeft ver vuld. De heer Von Balluseck zal tijdens zijn aan wezigheid in Amsterdam optreden als advi seur van de hoofdredactie, met den persoon lijken titel van hoofdredacteur. De leiding der redactie blijft voorloopig al leen bij de directie berusten. Met ingang van 6 Januari' 1938 zal het ge deelte Amsterdam—Frankfort der luchtlijn naar Italië tot nader order niet meer worden gevlogen. De Regeeringspersdienst meldt: In verband met de inwerkingtreding in Bel gië op 1 Januari 1938 van het K. B. van 18 Januari 1936 houdende regeling van den in voer van vreemde motorrijtuigen voor betaald personen- en goederenvervoer is ten aanzien van het in België binnerikomen en het weder- uitgaan uit dat land van huurrijtuigen en taxi's een voorloopige regeling overeengekomen dat de ter zake tusschen Frankrijk en België ge troffen regeling overeenkomstige toepassing zaJ krijgen. Aldus zal in de behandeling gelijk deze van Belgische zijde tot nog toe ten aanzien van die voertuigen heeft plaats gehad in het alge meen geen wijziging worden gebracht voor zoo ver die voertuigen niet buiten het grensgebied komen. Het begrip grensgebied zal in nieuwen zin worden uitgelegd. Zoo zal het mede om vatten o.a. het geheele kustgebied tot aan de Fransche grens en belangrijke steden als Gent, Antwerpen, Luik, alle met omgeving. 99 leesfHiEBfNis; [DER VOlkEREN- A'Mtiuu,...»;.-! fcUEüt'ril lUIUlllu" minui 99 99 In de Memorie van Antwoord op de alge meene beschouwingen van de Eerste Kamer over de Rijksbegrooting wordt medegedeeld, dat de regeering met blijdschap heeft geconstateerd, dat leden, die tot dusver hun stem aan defen sie-ontwerpen hadden onthouden, thans bereid zijn hun medewerking te verleenen aan het tot stand komen van maatregelen ter versterking van onze Defensie. Intusschen kan het effect van een gewijzigd principieel standpunt zeer wel teniet worden gedaan door de practische reserve, dat er een redelijke verhouding tus schen voorzieningen tot verbetering van de weermacht en die ter behartiging van sociale en cultureele belangen moet blijven bestaan. Waar in het Voorloopig Verslag betoogd wordt, dat het doel van onze weermacht be perkt is, immers niet meer dan het opvangen van den eersten stoot in afwachting van de hulp van elders, daar moge ook hier tegen mis verstand worden gewaarschuwd. Als vrijwel vaststaand mag men wel aanne men, dat wij in den oorlog betrokken worden, omdat ook anderen in dat geval verkeeren en bij dat meest waarschijnlijke geval ligt de si tuatie niet zoo, dat het betrekkelijk kleine Ne derlandsche leger het hoofd zal hebben te bie den aan de weermacht van een grooten staat, maar dat het zal hebben op te treden tegen een onderdeel van die weermacht, omdat de rest van het leger van den aanvaller elders zal worden bezig gehouden. In dit laatste geval is natuurlijk de mogelijk heid niet uitgesloten, dat men geheel alleen zich zal moeten staande houden tegen dat deel van 'svijands weermacht, dat tegen Nederland is ingezet. Men mag intusschen het oog niet sluiten voor het feit, dat, bij de huidige verhoudin gen, op den Volkenbond als waarborg voor het verzekeren van collectieve veiligheid niet mag'worden gerekend. Dat de regeering veel aandacht schenkt aan de verdediging van ons grondgebied in Europa mag niet leiden tot de gevolgtrekking, dat zij een zeer krachtige verdediging van Neder- landsch-Indië zou nalaten. Het tegendeel is het geval. De leden, die de actieve welvaartspolitiek ge lijk die elders wordt gevoerd aan de regeering ter navolging aanbevelen en stellen, dat men daarmede er in geslaagd zou zijn de conjunc tuur omhoog te stuwen, verliezen uit het oog zoowel het groote verschil in economische om standigheden, waarin ons land gedurende de laatste jaren heeft verkeerd als het feit, dat ook hier te lande met steun van de landsoverheid groote werken ten uitvoer werden en nog wor den gelegd. Toegegeven moet worden, dat de economische toestand zich niet verder verbetert in de mate, waarin dit tot voor kort geschiedde. Het in de Wieringermeer geïnvesteerde kapi taal kan op f65 millioen worden aangenomen. De regeering deelt de opvatting van de verscheidene leden, die zich daarover uitspreken, dat de finan cieele toestand zeer ernstig moet worden geacht. Noode is de regeering overgegaan tot het be sluit om bij de Staten-Generaal voorstellen aanhangig te maken tot verhooging van eenige belastingen. De regeering acht het niet wel mo gelijk, het bedrag, dat voor de fi nanciering van de defensie-voorstel len noodig is, te verkrijgen uit bezui niging op den openbaren dienst. De regeering zou onder de huidi ge omstandigheden de verantwoor delijkheid voor de financieele gevol gen van een verhooging der uitgaven voor salarissen en loonen niet kun nen dragen. Gelijk bekend, wordt thans nagegaan door welke middelen van socialen aard in de onder scheidene bedrjjven de werkloosheid kan wor den verminderd. Ook de 40-uren-week kan voorwerp van onderzoek uitmaken, als de ver tegenwoordigers van bepaalde bedrijven daar in practische mogelijkheden zien. Ook in een land als het onze, dat minder dan welk ander land in autarkie zijn heil zal kunnen zien, is nog ruim veld aanwezig voor toepassing van een voorzichtige industrialisatie- politiek. De regeering is van meening, dat zij niet moet streven naar een verhooging van het prijspeil der landbouwproducten met het voor opgezet doel, de verbroken verhouding van het prijspeil van landbouwproducten ten opzichte van overheidsdiensten en industrieproducten te herstellen. Totde veronderstelling, dat inzake het te volgen handelspolitiek beleid eenig ver schil zou bestaan tusschen de opvatting van den minister-president en' die van den mi nister van Economische Zaken, is naar het oordeel van de regeering niet de minste aanleiding. De beduchtheid der leden, volgfens welke de regeering (Jen weg der protectie zou inslaan en met name een politiek zou gaan volgen ten bate van de industrie en ten koste van andere takken van bedrijf, acht de regeering Onge motiveerd. Met vele leden is de regeering van oordeel, dat de huidige toestand wat betreft de schrijf wijze van de Nederlandsche taal niet kan wor den bestendigd. Zij houdt zich overtuigd, dat een beslissing harerzijds, om te komen tot ze kerheid en tot eenheid niet moet worden uit gesteld totdat een wet zal zijn tot stand geko men, welke voor de schrijfwijze der taal den grondslag legt. Vrijdagmiddag twaalf uur is een taxi nabij het kasteel Arcen in de gracht gereden. De bestuurder, een 28-jarige Heerlenaar en de in zittende passagiers konden zich uit den auto bevrijden en zijn door handreiking van voor bijgangers op het droge gebracht. Eenige weken geleden is op dezelfde plek eveneens een auto te water gereden. Ook toen konden de inzittenden worden gered. De drenkelingen zijn bij omwonenden van droge kleeren voorzien. De oorzaak van het ongeluk is de groote snelheid, waarmede de chauffeur reed. Aan de Belgische bergingsmaatschappij To wage and Salvage Union is opgedragen om het bij Baalhoek (Westerschelde) gezonken Joego slavische stoomschip „Srdj" te lichten. Thans wordt de lading pyriet in lichters gelost, waar na een duikeronderzoek zal plaats hebben. Voor de gaten in den scheepswand en boven de luiken zal een noodbekisting worden aan gebracht, waarna getracht zal worden de rui men leeg te pompen. De „Srdj" zou dan uit eigen drijfkracht boven moeten komen. De scheepvaart ondervindt geen hinder van het wrak. Rijksambtenaren en recherche hebben in een woning aan de Dirk Langenstraat te Delft twee ketels met in gisting zijnden alcohol in beslag genomen. Tegen den bewoner M. is proces verbaal opgemaakt. Hij werd dit jaar twee maal betrapt op het clandestien stoken van alcohol. Men deelt ons van bevoegde zijde mede, dat het aan Nederland toekomend aandeel in het algemeen contingent voor den invoer van boter in België gedurende Januari 1938 68.750 Kg. be draagt, welke hoeveelheid uiterlijk 31 Januari 1938 in België moet zijn ingevoerd. Het gedeelte in den nieuwen Rijksweg Den Kaag—Rotterdam, ten Oosten van Delft, is thans zonder officieel vertoon voor het verkeer in beide richtingen opengesteld. Op vragen van het Tweede Kamerlid Stein- metz betreffende de legering van het 2de regi ment luchtdoelartillerie te Amsterdam en het plegen van overleg tusschen militaire autoritei ten en gemeentebesturen omtrent voorwaar den, waarop garnizoenen in gemeenten kun nen worden gevestigd heeft de minister van Defensie o.m. het volgende geantwoord: De minister heeft in beginsel beslist, dat het op te richten 2de regiment luchtdoelartil lerie garnizoen zal houden te Amsterdam. Bij de besprekingen, welke van militaire zij de met den burgemeester van Amsterdam zijn gevoerd, is kenbaar gemaakt, dat de beslissing nopens de vestiging van een garnizoen daar ter stede in belangrijke mate zou worden beïn vloed door de beantwoording van de vraag, of de gemeente Amsterdam bereid zou zijn een oefeningsterrein te leveren en geschikt te ma ken De militaire belangen brengen mede, dat bij de keuze van nieuw te vestigen garnizoenen niet alleen wordt gestreefd naar het verkrijger van een uit een oogpunt van landsverdediging zoo gunstig mogelijke ligging, doch dat tevens rekening wordt gehouden met het in de on middellijke nabijheid beschikbaar zijn van gun stige oefenterreinen. Er behoeft dan ook geen vrees te bestaan, dat militaire belangen worden opgeofferd aan de mate, waarin gemeentebesturen eventueel tot financieele medewerking bereid zijn, ten einde vestiging van een garnizoen binnen de kom hunner gemeente te bevorderen. De minister acht geenszins in strijd met het gestelde in art. 188 der Grondwet, dat het rijk gebruik maakt van aanbiedingen van gemeen tebesturen, welke de mogelijkheid openen ter plaatse een garnizoen te vestigen. Bij Kon. besluit zijn in verband met de in stelling van een openbaar lichaam voor de in gepolderde Wieringermeer met ingang van 1 Januari 1938 benoemd: Tot lid van de bestuurscommissie: mr. A. J. Backer, administrateur ter provinciale griffie van Noord-Holland, te Haarlem; C. L. de Bruijn, secretaris van de directie van den Wïe- ringermeerpolder; A. C. de Graaf, landbouwer te Middenmeer; mr. A. F. Kamp, burgemeester van de gemeente Texel; H. Leijten te Midden- meer; A. van Oers te Slootdorp; P. C. J. Pe ters, burgemeester van de gemeente Medem- blik; ir. S, Smeding, directeur van den Wie- ringermeerpolder te Alkmaar; J. Venhuizen, landbouwer te Slootdorp. Tot lid van het dagelijksch bestuur: A. C. de Graaf te Middenmeer en P. C. J. Peters te Me- demblik. Tot onder-voorzitter: P. C. J. Peters te Me- demblik. Tot secretaris ter standplaats Wieringerwerf A. Blaauboer Tot ontvanger ter standplaats Wieringerwerf J. C. Vogelaar. Tot ambtenaar van den burgerlijken stand A. Blaauboer, te Wieringerwerf; mr. R. Kooi man te Purmerend; P. C. J. Peters, te Medem blik; J. C. Vogelaar te Wieringerwerf. BATAVIA, 31 Dec. Hedenochtend is de stichtings-acte van het Nationaal Koningin- Moeder Herdenkingsfonds in Nederlandsch- Indië notarieel verleden. De ingezamelde gei den, ten bedrage van 255.000, vormen het kapitaal, hetwelk nog verhoogd wordt met de nader te ontvangen gelden. Het fonds zal werk zaam zijn ten behoeve van t.b.c.-lijders. De Nederlandsche Meelcentrale maakt bekend: Het gedeelte van het prijsverschil per 100 Kg. voor den invoer van veekoeken (in den zin van aritkel 1, lid 1, onder llo. van het Crisis-Akker bouwbesluit 1934) als bedoeld in artikel 8 b, on der 2o. van de Crïsis-Akkerbouwbeschikking 1934 I, is als volgt vastgesteld: Inklaring van Inklaring van 3 Jan. af t/nr. 1 Mrt. af t m 28 Febr. '38. 30 April '38 voor lijnkoeken 0.65 0.65 voor soyaschroot 0.10 0.10 voor soyakoeken 0.20 0.20 voor grondnootkoeken 0.30 030 voor grondnootschilfers 0.50 0.50 voor grondnootmeel0.50 030 voor cocoskoeken 130 130 voor N. O.-I. cocoskoeken 0.55 0.65 voor maisveekoeken e.d. 0.65 0.65 voor sesamkoeken 0.60 0.60 voor palmpitkoeken0.35 035 voor alle andere niet genoemde soorten veekoeken (al dan niet verwerkt met bijproducten en/of afvallen) 0.10 0.10 Voor de goede orde wordt opgemerkt, dat in deze bedragen niet is begrepen het in artikel 8 b, onder lo. van voornoemde beschikking bedoelde gedeelte van het prijsverschil. Indien men zijn import op verderen termijn nu reeds wenscht vast te leggen tot bovenge noemde prijsverschillen, gelieve men zich daar over met de Stichting Nederlandsche Meelcen trale te 's-Gravenhage in verbinding te stellen. In den nacht van Donderdag op Vrijdag is te Mechelen (L.) overleden de zeereerw. heer J. J. Rutten, pastoor aldaar. De overledene werd in 1877 te Grotenrath (Duitschland) geboren en priester gewijd op 19 Maart 1904. Na zijn priesterwijding was hij professor te Rolduc. In 1928 werd hü tot pas toor te Mechelen benoemd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 3