V&ihculk
VALDA PASTILLES
Nederlandsche Heidemaatschappij
bestaat 50 jaar
J
Het nieuwe jaar slecht begonnen voor
de Parijzenaars
tfOLWASSEN
KINDEREN
Parijsche Wafels
VIERING TE ARNHEM
Het gebeurde te
Heerde
PUROL
Autobus en Métro
duurder geworden
WOENSDAG 5 JANUARI 1938
Aan dr. Lovink is de hoogste
onderscheiding der maat
schappij, de gouden me
daille, verleend
Goed werk verricht
Gouden medaille voor
dr. Lovink
Edi verrukkelijke wafel
^handhaven metzachteroomvulling,
yy en met poedersuiker be-
strooid. 20 cent per ons.
Hof jager Spek gaat
goed vooruit
Vermoedelijk geen blijvend nadeel
van het ongeluk
Herinneringspenning
Initiatief van „De Princevlag"
bij de geboorte van een
Prins of Prinses
De kinderen, die de verschijning
zagen, bevinden zich thans
in Osnabrück
Geen trawlers naar zee
Zeelieden voelen weinig voor
het nieuwe contract
Ruwe Huid
Ruwe Handen
Ruwe Lippen
Senaat heeft tot ontstemming van
vele Parijzenaars besloten,
dat de expozal wor
den afgebroken
Arbeiders hebben geen
haast
HU BEGINT HET JAAR GOED.
want
HU
roo*t
GOlt>
STAR
SHAfi.
HaJt iS rype Ster TabaM
De verbouwing van het
paleis Soestdijk
Het prinselijk kwartier kan in
gebruik worden genomen
Het treinongeval te
Amsterdam
Conducteur geldboete opgelegd;
wagenbestuurder voorwaar
delijk veroordeeld
ECHTE VALDA
WONING EN HYGIËNE TEN
PLATTELANDE
Onderscheidingen voor
Nederland
Vrijsprekend vonnis in
Tjoeroep-zaak
Vandaag bestaat de Nederlandsche Heide
maatschappij te Arnhem vijftig jaar. Heden
middag werd in Musis Sacrum een buitenge
wone algemeene vergadering gehouden ter her
denking van het gouden jubileum.
De voorzitter heeft een herdenkingsrede uit-
Eesproken.
Na de beste wenschen voor het Koninklijk
Huis te hebben geuit sprak dr. H. J. Lovink
(Scheveningen) een hartelijk welkomstwoord
speciaal tot den Minister van Economische
Zaken en den Voorzitter der Tweede Kamer
van de Staten-Generaal.
Als vertegenwoordiger van Zijne 'Exc. den Mi
nister van Sociale Zaken begroette hij den Di
recteur-Generaal van de Werkverschaffing en
Steunverleening, Mr. Draayer. Het heeft ons
steeds verheugd, dat de Regeering van de
diensten van onze Vereeniging, die het niet
begonnen is om winst te maken, doch te wer
den in het belang van ons gemeenebest, ge
bruik heeft willen maken. Het doet ons aan
genaam aan, dat blijken van belangstelling ge
geven worden, mede door de aanwezigheid van
de heeren Meyer de Vries, Hoofdinspecteur, de
Wildt Meyboom, Inspecteur in algemeenen
dienst, verschillende districts-inspecteurs van
de Rijkswerkverschaffing.
Eveneens stemt het ons blijde, dat de Ver
tegenwoordiger van H. M. in dit gewest en ver
schillende Commissarissen der Koningin van
andere Provincies aan onze uitnoodiging, deze
Plechtigheid mede luister bij te zetten, wel heb
ben gehoor willen geven.
Niet minder aangenaam zijn wij getroffen
door de aanwezigheid van den afgetreden
Voorzitter van den Boschraad, den heer Edo
Hergsma, terwijl ik van deze gelegenheid
gaarna gebruik maak den nieuw benoemden
Voorzitter, die hier. aan onze Bestuurstafel zit,
onze gelukwenschen aan te bieden, en van den
heer Mr. W. J. Koppius, als vertegenwoordi-
®er van de Onderlinge Bosschenverzekering
Maatschappij.
Herhaalde malen is het voorgekomen, dat de
H- H. m. voor het bereiken van verschillende
door haar belangrijk geachte zaken advies of
medewerking heeft ingeroepen van de Land
bouw Hoogeschool te Wageningen, terwijl om
gekeerd door dit Instituut of zijn hoogleeraren
een beroep op de N. H. M. werd gedaan. Het
Verheugt ons dan ook niet alleen den Rector
Magnificus en verschillende hoogleeraren, doch
hok het College van Curatoren in vertegen
woordiging hier aanwezig te zien.
Ook U, Prof. de Vries, begroeten we hier als
hoofddirecteur van het Rijkslandbouwproef
station te Groningen.
Vervolgens verwelkomde spr ook vertegen
woordigers van het Kon. Ned. Landbouw Co
mité, van den R. K. Eieren- en Tuindersbond,
den Chr. Boeren- en Tuindersbond, de Belgi
sche zusterorganisatie en de Holl. Maatschappij
Van Landbouw.
Dat naast den voorzitter, ook de leden van
het College van Gedeputeerde Staten in de
Provincie Gelderland en met den Burge
meester, den heer H. P. J. Bloemers, de Wet
houders en de Secretaris der gemeente Arnhem
hier aanwezig zijn, stémt ons tot dankbaarheid.
Ook U, Baron van Heemstra, Burgemeester
van deze stad ten tijde van onze vestiging hier,
Sii brengt ons vreugde door aan onze uitnoo-
diging gevolg te hebben gegeven.
De ambtenaren der Maatschappij hebben het
gelukkige denkbeeld gehad op dezen dag aan
de oorspronkelijke oprichters een stille hulde
te bewijzen. Zij hebben daartoe een niet onbe-
langrijk bedrag bijeengebracht en daarvoor in
de Vestibule van het gebouw der Maatschappij
een door de kunstenaarshanden van den heer
Jacobs van den Hof gemodelleerden zaaier op
een voetstuk laten plaatsen. Op dit voetstuk
z'JO de namen van de voorbereiders van de N.f
M. aangebracht n.l. die van de heeren Sic-
hesz, Blijdenstein, Löhnis en Tutein Nolthe-
nius. Daarboven leest men: „Het zaad zal
krachtig groeien in goeden bodem en goed kli-
maat en bloemen en vruchten voortbrengen
haar zijn aard te zijner tijd."
Zooals bekend is, werd de Nederl. Heide
maatschappij opgericht op een tijdstip, dat
men in Nederland na de gehouden Interna
tionale Landbouwtentoonstelling in de tachti-
eer jaren in Amsterdam vrijwel eenstemmig
t°t het inzicht gekomen was, dat Nederland
°P landbouwgebied achter was gebleven bij het
buitenland.
Ook uit de door de Landbouw-Commissie
Van 1886, waarvan Mr. C. J. Sickesa voorzit-
ter en Mr. Cort v. d. Linden secretaris was, in
gestelde enquête was zulks overtuigend geble-
en. Weldra werden dan ook op initiatief van
'e Landbouw-Commissie tal van maatregelen
verheffing van den landbouw voorgesteld en
door
de Regeering aangenomen, die er toe
j aaiigtiiviuLii, w wt
'okten in dien achterlijken toestand verbete-
hg te brengen,
h dezen tijd van groeiend initiatief trad ook
de
Wenschelijkheid tot ontginning van woeste
gronden naar voren, waartoe, mede naar aan-
mding van de pas aangenomen wet op de
Markenverdeeling, meer gelegenheid was ge
komen. Gedurende deze „revival" ontstond ook
ae Nederlandsche Heidemaatschappij
Er was in dien tijd van opbouw een zeer nau-
samenwerking tussehen de organen der
Hegeering en de bestuursleden der Nederl. Hei
demaatschappij, die vruchtdragend heeft ge-
Werkt. Aan de onthoudingspolitiek der Regee-
FlnS was een einde gekomen en langzamer
hand deed zich de gunstige uitwerking daarvan
Eevoelen.
Inderdaad volgden weldra verschillende op
drachten van de Regeering voor duinbeplan-
,mg, aankoop, ontginning van de Kootwijkscho
Zandverstuiving, opdrachten voor adviezen
voor wegbeplanting enz. Op voorstel van de
Staatscommissie voor de bevloeiingen werd een
ambtenaar der Maatschappij in opleiding naar
uitschland gezonden, waarmede de richting
Werd ingeslagen van de Cultuurtechniek, op
Welk gebied de Maatschappij later zooveel zou
bresteeren. Een en ander had tot gevolg, dat
men in het Gedenkboek van 1913 inderdaad ge
wag kon maken van een zeer bevredigende ont
wikkeling.
Zoo heeft onze Maatschappij in den loop der
laren verschillende uitgaven gedaan o.a. voor
gemeen nut en wetenschappelijke doeleinden
Waarvan ik noem die voor Boschbouw-, Land
bouw- en Ontginningsproefvelden; bestrijding
van schadelijke insecten; boschbrand, iepen-
ziekten en waterverontreiniging; het onderzoek
naar exotische coniferen; het aanleggen en on
derhouden van een bibliotheek, museum en
aquarium; de uitgifte van een tijdschrift; het
houden van voordrachten, excursies en inzen
dingen op tentoonstellingen in verschillende
deelen des lands en in bijzondere gevallen ook
in het buitenland.
Zij steunde en steunt met geldelijke bijdra
gen het bodemonderzoek, het onderzoek naar
de gebruikswaarde van inheemsch hout, het
behoud van natuurschoon en natuurmonumen
ten, het Biologisch Station in Drenthe, het
Visscherij Proefstation en de bestrijding van
de wolhandkrab. In de latere jaren vooral het
gebruik en den afzet van Nederlandsch fruit en
de verwerking daarvan tot sappen, terwijl ook
voor populieren-proefvelden en voor den ver
bouw van mais in ons land belangrijke offers
zijn gebracht.
Om u niet te vermoeien met te veel cijfers
noem ik slechts de jaren 1910 met 4900.
1915 met 8900.—, 1920 met ƒ21000.—, 1925
met 11000.—, 1930 met 17000.—, 1934 nog
met 37000.—.
Op deze vergadering is ook een aantal oud-
ambtenareh o.m. het oud-Directielid de heer
v. Dissel en een groot aantal van onze ambte
naren aanwezig. Het zou van een tekort aan
waardeering getuigen, wanneer ik ook hen niet
begroette. Dat de Nederlandsche Heidemaat
schappij groot geworden is, heeft ze zeker in
niet geringe mate aan haar ambtenaren te
danken. De geest, die in ons ambtenarencorps
heerscht, vervult mij altijd met groote blijd
schap.
Mijne voorgangers hebben bij de herdenking
van het 25- en 40-jarig bestaan zich beiden
nogal optimistisch uitgelaten over de toekomst
onzer Maatschappij.
Ook ik wil mij gaarne bij hen aansluiten.
Ook ik heb vertrouwen in de toekomst onzer
Maatschappij.
Intusschen valt het niet te ontkennen, dat wij
geleidelijk in een andere periode zijn overge
gaan. In de eerste plaats, doordat de Staats
taak in de laatste jaren ook op het gebied,
waarop de Nederlandsche Heidemaatschappij
zich beweegt, zich zéér belangrijk heeft uit
gebreid. Ik zie niet voorbij, dat de tijdsomstan
digheden, met name de crisis, hierbij ook een
belangrijke rol hebben gespeeld. Gelukkig heeft
ook de Nederlandsche Heidemaatschappij voor
een belangrijk onderdeel, namelijk bij de voor
ziening in de plotseling opgetreden werkloos
heid, een zeer nuttige plaats kunnen innemen.
Aan de andere zijde heeft echter die sterke
uitbreiding der Staatsbemoeiing ten gevolge
gehad, dat tal van werkzaamheden, die vroe
ger tot de taak der Heidemaatschappij behoor
den, thans door Staatsorganen worden ver
richt.
Hoe zich deze zaken verder zullen ontwikke
len, zullen wij moeten afwachten, ook wanneer
wij, naar ik hoop, tot meer normale tijden zul
len zijn teruggekeerd.
Hiertegenover mogen Wij er op wijzen, dat
ook bij particulieren de lust tot ontginning en
grondverbetering sterk is toegenomen.
Wordt er door het Bestuur en ook door de
Directie steeds naar gestreefd alles zoo goed
mogelijk te verrichten, houdt men de oogen
geopend ook voor de nieuwe eischen, die thans
en in de toekomst worden gesteld, dan heb ik
vertrouwen, dat onze Maatschappij een belang
rijke taak zal blijven toegewezen, wanneer zij
ook door haar leden op dezelfde wijze wordt
gesteund, als dit in de afgeloopen 50 jaren het
geval is geweest.
Mr. J. van de Mortel, de onder-voorzitter
der Nederlandsche Heidemaatschappij, vroeg
vervolgens het woord, om de rede van den voor
zitter met eenige persoonlijke feiten aan te
vullen.
Namens de Heidemaatschappij en commissa
rissen verklaarde spr., dat zij zich gelukkig
achten, dat dit gouden feest- een ongezochte
gelegenheid biedt de verdiensten van den voor
zitter in het licht te stellen. Zooals bekend,
hebben commissarissen besloten hem daarvan
een bewijs te geven in anderen vorm dan in
woorden. Zij zijn dankbaar, dat hij bereid is
te willen poseeren voor den kunstschilder Jan
Sluyters. Spr. hoopte, dat men nog lange jaren
zou mogen vaststellen de goede overeenkomst
van het portret met de werkelijkheid.
Tenslotte deelde spr. mede, dat de raad van
commissarissen besloten heeft den heer Lo
vink de hoogste onderscheiding der maat
schappij, namelijk de medaille in goud, te ver-
leenen.
KWALITEIT
Naar wij vernemen, gaat de toestand van hof-
jager W. Spek, die nog steeds in het Burger
ziekenhuis te Amsterdam wordt verpleegd, goed
vooruit.
Vermoedelijk zal hij geen blijvend nadeel van
het ongeval ondervinden. Het is nog niet be
paald, wanneer hij naar huis vervoerd mag
worden.
Prins Aschwin, die, als hij op Het Loo ver
toefde, veelal vergezeld van hof jager Spek op
jacht ging, heeft hem in liet ziekenhuis be
zocht.
Het hoofdbestuur van „De Princevlag" zal
bij de blijde gebeurtenis een grooten zilveren
herinneringspenning laten slaan, welke aan
Prinses Juliana en Prins Bernhard aangeboden
wordt en waarvan zij de aanvaarding reeds
hebben toegezegd.
De penning is ontworpen en vervaardigd door
Cornelis Begeer te Utrecht en draagt aan de
eene zijde de beeltenis van de Prinsés met
diadeem en van den Prins in zeeofficiers
uniform, aan de keerzijde den Nederlandschen
Leeuw, beschermend een moeder met kind, ter
wijl twee Cupido'tjes uit de wolken een kroon
aandragen, daaronder de wapens van Prinses en
Prins en op den achtergrond het slot Soestdijk.
Deze penning wordt ook aangeboden aan H. M.
de Koningin en aan Prinses Armgard, de moe
der van den Prins.
Van dezen herinneringspenning worden, even
als verleden jaar bij het huwelijk van Prins en
Prinses is geschied, verguld bronzen draag-
medailles, bevestigd aan een zijden oranjelint,
in den handel gebracht.
Onzen lezeres (essen) hebben we in het num
mer van Zaterdag 20 Nov. '37 reeds zeer uit
voerig mededeeling gedaan, dat te Heerde in
Duitschland vier meisjes van 11 tot 13 jaar
gedurende 13 dagen en wel vanaf 1 Nov. (Aller
heiligen) tot en met Zaterdag 13 Nov. op het
kerkhof aldaar een verschijning zouden hebben
waargenomen der H. Maagd Maria.
In hetzelfde bericht deden we tevens mede
deeling dat de meisjes Grete en Mia Ganseforth
wier moeder momenteel zwaar ziek liet
Suze Bruns en Anni Schulte, Zondag 14 Nov.
door de autoriteiten zijn overgebracht naar
Göttingen en aldaar in de universiteitskliniek
voor geesteszieken ter observatie waren opge
nomen.
Nadat de ouders verschillende keeren
tevergeefs stappen ondernomen hadden om
hun kinderen weer thuis te krijgen, zijn,
naar wij uit zeer goede bron vernemen,
door bemiddeling van Z. H. Exc. Mgr. Dr.
Wilh. Berning, Bisschop van Osnabrück, de
kinderen thans in het R. K. Ziekenhuis te
Osnabrück opgenomen.
Vrijdags voor Kerstmis heeft Mgr. Berning de
kinderen uit Göttingen gehaald en deze zijn
Eersten Kerstdag te gast geweest in het Bis
schoppelijk paleis.
Onze zegsman, die zeer nauw verwant is
met een der betrokken families gaf een ontken
nend antwoord op onze vraag of het waar was,
dat voor ieder kind 900 mark als onderzoek en
verplegingskosten moest betaald worden, zoo
als een onzer R. K. dagbladen de vorige week
vermeldde.
Wel bevestigde deze onze mededeeling, dat de
kinderen vrijgegeven zouden worden indien ze
een stuk onderteekenden, waarin de verplich
ting lag opgesloten, niet meer het kerkhof te
zullen betreden. Dit laatste weigeren de kinde
ren resoluut, zoodat wanneer dé autoriteiten
hun handelwijze niet herzien, het nog langen
tijd kan duren voordat de kinderen in hun
ouderlijl» huis zullen zijn teruggekeerd.
Tevens deelde men ons mede, dat de school
makkertjes der kinderen het plan hadden opge
vat om per auto-car naar Osnabrück te gaan
op denzelfden dag, dat de meisjes daar zouden
komen doch dat hiervan moest worden afge
zien op bevel der autoriteiten.
Evenals Maandag en Dinsdag zijn ook heden
morgen geen trawlers van IJmuiden naar zee
vertrokken. In afwachting van den uitslag der
stemming over het nieuwe contract weigeren de
opvarenden aan boord te gaan.
In totaal liggen thans reeds 40 trawlers in de
Vissehershaven, die deze week naar zee hadden
moeten vertrekken. Daaronder bevindt zich ook
de Crin, die, zooals bekend, de visscherij in de
Barentszee beoefent en die Maandag naar zee
had moeten gaan.
Er bevinden zich thans nog ongeveer 45 traw
lers op zee, waarvan de opvarenden hun stem
nog moeten uitbrengen.
Ofschoon van den uitslag nog niets valt
te zeggen, kan toch wel worden vastgesteld,
dat onder de zeelieden weinig geneigdheid
bestaat om het nieuwe contract te aanvaar
den.
Doos 30 cent
Bij Apoth. en Drogist
(Van onzen Parijschen correspondent)
Het nieuwe jaar is voor de Parijzenaars
niet bijster gelukkig begonnen. Den eersten
Januari is namelijk de tweede verhoo
ging in werking getreden van de prijzen dei
openbare vervoermiddelen, reeds voorzien bij
de nooddecreten; welke afgeloopen zomer de
minister van Financiën had uitgevaardigd, en
tengevolge waarvan thans de plaatsbewijzen
voor autobus en métro opnieuw tien procent, al
te ronden naar boven, duurder zijn geworden;
van denzelfden datum af zijn ook de huishuren
met tien procent verhoogd.
B.ovendien had de Senaat voor oudejaars
avond nog kans gezien eindelijk zekerheid te
verschaffen aangaande het definitieve iot van
de Expo', en deze zekerheid is, dat de Expo' zal
worden afgebroken en dus niet als Expo' '38
haar poorten a.s. lente zal heropenen. Waar
mede al wat zaken doet in Parijs zich een ge-
droomden extra-bron van goede inkomsten in
dit nieuwe jaar onzés Heeren ziet ontgaan.
Dat de Senaat over het regeeringsvoorstel, dat
ook in de Kamer maar een betrekkelijk geringe
meerderheid had kunnen vinden, afwijzend
stemde, heeft niemand kunnen verwonderen,
wel dat met zulk een verpletterende meerder
heid het voorstel werd afgewezen, al had dan
ook de financieele commissie van het hooge
pollege, voorgezeten door mr. Caillaux, reeds
met 18 stemmen tegen 3 zich tegen aanvaarding
uitgesproken. De Senaat heeft niet veel anders
gedaan dan het advies van zijn technische
commissie overnemen, waarin, uitgaande van
strikt financieel standpunt, werd „overwogen",
dat het als onmogelijk moest worden be
schouwd, dat het totaal bedrag der nieuwe
uitgaven gedekt zou kunnen Worden zonder een
ruim beroep te doen op de schatkist (de minis
ter van Handel had betoogd, dat de benoodig-
de 500 millioen gevonden zouden kunnen wor
den door het uitschrijven van een bijzondere
loterij), en dat de huidige toestand van de
staatsfinanciën geen enkele verzwaring van las
ten toeliet, van welken aard of welk belang ook
deze zou zijn.
Het spreekt vanzelf, dat de Senaat met
deze beslissing de impopulariteit, welke hij
bij de marxisten geniet, nog heeft doen toe
nemen. De marxisten beschouwen nu een
maal, ten onrechte, de Expo' '37 als een
specifiek en exclusief succes van het Volks
front en zij probeeren zichzelf en het pu
bliek wijs te maken, dat de Senaat, geleid
door zijn afkeer van dat Volksfront, heeft
willen beletten, dat dit succes zich zou her
halen.
De beslissing van den Senaat is intusschen
niets te vroeg gekomen. Men begon zich reeds af
te vragen, of, zoo de Expo' haar poorten inder
daad weer zou openen, zij dit weer niet met
aanzienlijke vertraging zou doen, of anders in
een staat van onvoltooidheid. Immers was de
wenschelijkheid dwingend gebleken om, in ge
val van heropening, een aantal nieuwe attrac
ties ter vervanging van oude, die niet aan de
verwachtingen hadden beantwoord, op te rich
ten en dat zou natuurlijk.den noodigen tijd ge
vorderd hebben.
Thans is het zaak, dat de paar honderd pa
viljoens met bijbehooren, als daar zijn de
entrées en de enkele kilometers lange
luchtbruggen of liever luchtwegen, die verschil
lende onderdeelen der Expo' onderling verbonden,
in zoo snel mogelijk tempo worden gesloopt, op
dat Parijs weer zijn normale, klassieke uiter
lijk herkrijge, dat door deze expositie in het
hart der stad niet zuinig geschonden werd. De
minnaars van het monumentale Parijsche stads-
schoon hebben al te lang dingen moeten mis
sen als het weidsche perspectief van de Espla
nade des Invalides met den ongeëvenaard
fraaien renaissance-gevel van het Hötel des
Invalides op den achtergrond. Ook zal men na
de afbraak van al het tijdelijke der tentoon
stelling beter in staat zijn te beoordeelen, hoe
in het stadsbeeld de blijvende aanwinsten het
doen, als b.v. het nieuwe Trocadéro, dat krach
tens een niet goed verklaarbare beslissing van
het ministerie van openbaar onderwijs officieel
niet meer „Trocadéro" zal heeten, maar „Palais
Chaillot", naar den naam, dien de „butte",
waarop het staat, begin vorige eeuw droeg,
maar die later geheel in onbruik geraakte.
Met dergelijke overwegingen troost zich al
heel gemakkelijk dat deel der Parijzenaars over
de senatoriale beslissing, dat geen belang bij
de verlenging had, voorzoover het zich er al
thans niet rondweg over verheugt. „Het zou
toch maar opgewarmde kost zijn geworden",
hoort men thans van de niet-plaats-hebbende
Expo' 38 zeggen. Ook haalt men de bekende
woorden op van den directeur-generaal eener
vroegere wereldtentoonstelling, waarmede deze
het ook toen geopperde denkbeeld eener ver
lenging bestreed: Ik heb liever, dat men zegt:
„Jfemmer, de tentoonstelling is ten einde"; dan:
„Duurt die tentoonstelling nog altijd?"
Het zal inmiddels nog wel eind Januari wor
den, voor met het slooperswerk der paviljoens
ernstig kan worden begonnen. Voor sommige
paviljoens voorziet men, dat een tijd van twee
maanden voldoende is, voor andere vijf maan
den, zoodat het zomer zal zijn geworden, aleer
Parijs geheel uit den afbraakrommel zal zijn.
Waarbij men dan rekent op meer goeden wil
van de zijde der arbeiders, dan zij bij den op
bouw getoond hebben. Of zij dezen inderdaad
ook zullen toonen, met het vooruitzicht op mo
gelijk langdurige werkloosheid na afloop van de
afbraak-karwei in het verschiet? Het is niet
onwaarschijnlijk, dat de Expo' er al even weinig
haast achter zal zetten om te verdwijnen als zij
deed om te verschijnen.
Het Algemeen Comité tot aanbieding -van
een nationaal huwelijksgeschenk deelt ons
het volgende mede:
De verbouwing van den Baarnschen vleu
gel van het paleis Soestdijk tot prinselijk
kwartier is thans zoover gevorderd, dat dit
in gebruik kon worden genomen, al zal de
afwerking van een deel der vertrekken nog
eenigen tijd vereischen.
Aan de achterzijde zijn gelegen de k^mer
van de Prinses, die van den Prins, de eetkamer
en de ontvangkamer-bibliotheek, welke ver
trekken op een groot terrqs uitkomen, van waar
af men een prachtig uitzicht heeft in het park
met den vijver. Boven deze kamers werd de
slaapkamer-afdeeling ingericht.
De kinder-slaapkamer is boven de speelka
mer gelegen aan het begin van den ronden
vleugel; deze vertrekken konden zoodanig wor
den gesitueerd, dat zij volop zon krijgen.
In den ronden vleugel bevinden zich ook de
vertrekken voor de logé's en het personeel, ter
wijl de keuken-afdeeling en verdere dienstver
trekken in de benedenverdieping plaatsing von
den.
Aan de achterzijde van het paleiswerd een
filmzaal aangebouwd, die wordt uitgerust met
een volledige geluidssmalfilminstallatie, terwijl
ten slotte nog te noemen is de turnzaal, die aan
het einde van den ronden vleugel is gelegen.
Aangezien het prinselijk paar voor de in
richting van alle kamers persoonlijk aanwijzin
gen geeft en hiervoor nog niet ten volle ge
legenheid Was in verband met het verblijf van
Hunne Koninklijke Hoogheden te Amsterdam,
kon de meubileering nog niet geheel worden
voltooid en zal het nog eenigen tijd duren, al
vorens afbeeldingen voor publicatie kunnen
worden gemaakt.
17 Augustus j.l. is op het Centraal Station te
Amsterdam een ernstig spoorwegongeluk ge
beurd, dat groote materieele schade tengevolge
had, doch waarbij geen menschen werden ge
deerd. Een binnenkomende leege electrische
trein, uit Zandvoort, was niet tijdig afgeremd,
schoot met onverminderde snelheid door en
kwam in "botsing met een leegen personentrein,
die aan het derde perron van het Oostelijk ge
deelte van het Centraal Station stond.
De 41-jarige conducteur J. H., die als leer
ling-bestuurder den trein tot vlak bij het sta
tion had gereden, en de 54-jarige wagenbestuur
der H. P. hebben voor de Amsterdamsche recht
bank terecht gestaan.
De conducteur H. werd heden tot 50
boete, subs. 1 maand hechtenis veroordeeld,
de wagenbestuurder hoorde zich een voor-
vdaardelijke hechtenisstraf van twee maan
den opleggen met een proeftijd van drie
jaar.
Het O. M. had tegen beide verdachten twee
maanden hechtenis voorwaardelijk en 50 boete
geëischt. Bovendien had de Officier tegen den
bestuurder P. intrekking geëischt van de be
voegdheid, om electrische treinen te besturen,
voor den tijd van vijf jaar.
Bestrijd
complicaties voordoe
Gebruik
het sterk antiseptische geneesmiddel
Maar vraag naar de
In Hollandsche doozen.
50 een!.
In den afgeloopen zomer is te Parijs een inter
nationale tentoonstelling gehouden, betrekking
hebbende op de woning en de hygiëne ten platte-
lande, waaraan ons land heeft deelgenomen.
Ingevolge de uitspraak van de jury is thans
aan de Nederlandsche inzending in haar ge
heel een grand-prix toegekend, terwijl de ver-
eenigingen „Het Groene Kruis" en „Het Wit-
Gele Kruis" bovendien nog een diplome d'hon-
neur hebben ontvangen.
Voorts werd aan den architect, die de afdee-
ling verzorgde, den heer H. Mastenbroek, een
gouden medaille uitgereikt.
Er wordt vooral door cultureel ontwik
kelde intellectueelen steen en been ge
klaagd over de banaliteit en de zoute
loosheid van vele zgn. populaire radio-uit
zendingen. over het enorme onbenulligheids
gehalte van vele films en veel lectuur. Niet
alleen ten onzent, maar ook in het buiten
land worden dergelijke klachten gehoord.
Zoo heeft in Amerika, waar radio en film en
funny-paper (grappig bedoelde plaatjes
kranten voor groote menschen) over het
algemeen gespeend zijn van elke poging tot
cultureele en intellectueele verheffing en ver
edeling, een lid van de „Federal Communica
tions Commission", mr. G. H. Payne, onlangs
als zijn meening te kennen gegeven, dat de
radio en de films van de inwoners der Ver-
eenigde Staten „volwassen kinderen" maken.
Hij verklaarde, dat het gemiddelde radio
programma bestemd was voor een intelligen
tie, gelijk aan die van een kind van twaalf
jaar. Het verstandelijk vermogen van een
kind van twaalf jaar, aldus zeide hij, is een
mooi aing bij een twaalf-jarig kind, maar
niet bij iemand van dertig. Men moet de
radio-industrie beletten de ontwikkeling van
den Amerikaanschen geest tegen te gaan.
Er is geen geldige reden, waarom een op
voedkundig programma niet onderhoudend
genoeg kan worden gemaakt om de groote
massa van intelligente menschen aan te
trekken. Wat mr. Payne hier over de radio
zeide, past zeer zeker ook op de Amerikaan-
sche film, en geldt in zwakkere of sterkere
mate óók voor andere landen dan de Ver-
eenigde Staten.
Niettemin begaat mr. Payne een fout,
wanneer hij zegt, dat radio en film
van de inwoners van Amerika vol
wassen kinderen maken. Hij zou de werke
lijkheid meer recht hebben laten wedervaren,
indien hij verklaard had, dat radio en film
de Amerikanen tot volwassen kinderen hou
den. Immers meer dan waar ter wereld ook
worden radio en film in de Vereenigde Staten
geëxploiteerd als een louter commercieele
„business", waarbij de producers en exploi
tanten zich niet zoozeer afvragen, wat moe
ten wij het publiek geven, als wel: wat wü
het publiek van ons hebben? Radio en film
passen zich aan bij de mentaliteit van hun
klantenpubliek, dat hun liefst zooveel moge
lijk dollars moet leveren in ruil voor het
geboden amusement. Het groote publiek van
luisteraars en bioscoopbezoekers is over ge
heel de „beschaafde" wereld vrijwel van het
zelfde intellectueele en cultureele gehalte.
Heeft de bekende Nederlandsche psycho-
technicus pröf. Roels niet eenige jaren ge
leden in een wetenschappelijk betoog ver
klaard, dat doelmatige reclame ingesteld
behoorde te zijn op het bevattingsvermogen
en het begrip van normale kinderen van
ongeveer veertien jaar? Dat gold ook voor
Nederland, dat zich er althans vroeger op
beroepen mocht een der best onderwezen
landen van Europa te zijn. Of deze reputa
tie, niettegenstaande de niet zonder ern
stige schade aan het onderwijs hoog gehou
den leerlingenschaal, nog kan gehandhaafd
worden, is minstens twijfelachtig.
De erkenning van het feit, dat de ont
wikkeling en de smaak van het ge
middelde groote publiek niet uitgaan
boven die van kinderen van twaalf tot veer
tien jaar levert den leiders van radio- en
film-bedrijf geen deugdelijk argument voor
een zoo groot mogelijke aanpassing van het
door hen gebodene aan die mentaliteit, zelfs
niet, wanneer men toegeeft, dat radio en film
zonder een massale gewillige consumptie
niet kunnen bestaan en dus wel degelijk
rekening met die mentaliteit hebben te
houden.
Redelijk rekening houden met de menta
liteit van hef groote publiek wil echter niet
zeggen, aan die mentaliteit toegeven op pun
ten en gebieden, waar niet toegegeven mag
worden, het wil óók niet zeggen die menta
liteit houden op het lage peil, waarop zij nu
eenmaal staat, en nog minder die mentali
teit op nog lager niveau brengen door tege
moet te komen aan de laagste en minder
waardigste instincten, welke nu eenmaal in
elke min of meer gebrekkig gecultiveerde
massa en ook in iederen individueelen mensch
sinds den zondeval van het eerste menschen-
paar leven. Willen radio en film aan hun
hoogste en edelste taak en roeping en ver
antwoordelijkheid en mogelijkheden op cul
tureel gebied beantwoorden, dan dienen zij,
uitgaande van de bestaande werkelijkheid,
van het begrips- en bevattingsvermogen van
het massapubliek, de ontwikkeling en den
smaak van luisteraars en bioscoopbezoekers
op te voeren. Dat deze belangrijke paedago-
gische taak, in den ruimsten zin des woords,
slechts langzaam en geleidelijk met veel
psychologisch inzicht en tact kan ge
schieden, spreekt wel van zelf. In ons land
hebben deze inzichten, vooral in intellec
tueele kringen, reeds zooveel veld gewonnen,
dat hun invloed zoowel in de radio- als in
de filmwereld duidelijk vallen waar te nemen.
Maar ook bij ons, wordt „populair" te vaak
nog een synoniem geacht van „banaal" •en
„triviaal", ook bij ons berust men te vaak
nog in de opvatting, dat de volwassen kinde
ren der massa niet op te voeden zouden
zijn tot een cultureele meerderjarigheid
en mondigheid. De volwassen kinderen
van twaalf jaar zijn in Amerika (juist ten
gevolge van den invloed van radio en film)
misschien meer bedorven dan bij ons, bij ons
zijn zij nog geenszins gelijk aan die volwas
sen kinderen, aan wie het Evangelie het Rijk
der Hemelen heeft toegezegd.
PADANG, 5 Januari (Aneta) In de ge
ruchtmakende Tjoeroep-zaak is de beklaagde
v. H., hoofdinspecteur van de politie, van het
hem ten laste-gelegde vrijgesproken.