Kleine wenken voor de vrouw
J
Een witten Nieuwjaar
Tal van variaties
mogelijk
RADOX
Op allerlei gebied
VETPUISTJES
ZONDAG 9 JANUARI 1938
„Bobby" wordt verwend
De verkeersregelaar het mid
delpunt der algemeene
liefdadigheid
Geld ligt op straat
ONS PRIJSRAADSEL
Zoo'n sorteer-probleem behoort nu
eenmaal niet tot de gemak
kelijkste opgaven
Kruiswoordpuzzle in
cijfers
Oplossing vorig raadsel
Prijswinnaars
Het nieuwe raadsel
f 190 MILLIOEN AAN
VERGETEN GELD
Een banksaldo van 79.000 dollar
was finaal vergeten
De grondslagen van
het bieden
Beroemde dwergen
Minder dan een meter lang
Wist U dat?
BRABANTSCHE BRIEVEN
't Leven eigens is maar
een klein potje"
vJLB
llllllllllllllllllllllllllflllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllüllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllll
Nog nooit zyn rimpels met vreugde begroet
integendeel veel meer met een zucht en
toen ging zich het hoofd breken hoe ze zoo
spoedig mogelijk weg te werken.
Hier is een uitmuntend middeltje uit de
oude doos, maar juist daarom misschien wel
zoo probaat.
Meng een paplepel honing en melk en be
smeer uw heele gezicht met deze crème, ver
geet vooral de oogleden en uw hals niet. Ga
vervolgens een half uurtje liggen om het papje
te laten drogen en wasch dan uw gezicht af
toet warm water. Geeft het een koude afspoe
ling na en uw huid zal reeds na den eersten keer
die souplesse gekregen hebben, welke de eerste
Schrede is op den weg naar een, niet rimpel
loos gezicht, maar wel naar een gelaat, dat
door zijn veel grootere gaafheid aan aantrek
kelijkheid gewonnen heeft.
Misschien denkt u wel dat het zoo gemak
kelijk is om uw gezicht eventjes te poederen:
Je doopt de dons maar even in de doos, klopt
de poeder op je gezicht en klaar ben je. Neen,
dit is zeer zeker niet de goede manier, wel de
kortste. De beste methode is: eerst een on
derlaag van vanishing cream en dan een dikke
laag poeder. Té dik, zoodat het te veel er
Weer met een watje afgehaald, moet worden.
Dan pas heeft de huid dien donzigen weer
schijn, dien we zoo graag willen hebben.
Over watjes gesproken. Weet u dat het zoo
Uitermate practisch is om een klein pakje wat
ten in stukjes te knippen en die in een doos
op uw waschtafel te hebben, opdat u een
plukje dadelijk bij de hand hebt? Dat is des
avonds zoo gemakkelijk als u voor het naar
bed gaan eventjes uw gezicht reinigt met een
toengsel van half alcohol, half water. Of wan
neer u uw gezicht met wat vaseline gemasseerd
hebt is het watje ook alweer practisch om
de vaseline er weer af te vegen.
En nu iets over de zorg voor uw ellebogen.
2e zijn altijd rimpelig en een beetje hard,
haast eeltig. Het is natuurlijk heelemaal niet
te verwonderen, want hoe dikwijls leunen we
niet op de punten van onze ellebogen? Het is
alleen maar zoo jammer, dat het bij korte
mouwen heelemaal niet mooi staat. Het Ss
echter zeer gemakkelijk te verhelpen. In de
Palm van uw hand neemt u een klein beetje
vaseline en wrijft iederen avond gedurende
een minuut uw elleboog hiermede in. Na een
toaand is er niets meer over van het rimpelige
velletje, dat er eerst op zat.
En nu iets voor wanneer een mensch zich
tooe en een beetje afgemat voelt na een paar
Uur hard werken en nog flink wat voor den
boeg heeft. Misschien zou iemand zeggen:
drink er een". Ik niet want dat heeft al
tijd een terugwerkende kracht, die men mid
den op een werkdag niet gebruiken kan.
Ik raad dit aan: pers een sinaasappel uit
®h kluts er een ei door, ga een kwartiertje
liggen en dank zij dezen gezonden slok en het
éventjes rusten is men weer fit om een heele-
boel arbeid te verrichten
Nu gaan we op zeer eenvoudige, doch chique
*ijze onze avondjapon vervolmaken.
Het bolero-jakje heeft namelijk nog niets
Van zijn modieus cachet ingeboet integen
deel het is een zeer geliefd voorwerp. Men
draagt ze heel kort, nauw en met mouwen, die
oveneens kort zijn gehouden en gelijk met
den zoom van het jakje eindigen. En men ge
bruikt voor dit coquette jakje niet eens kost
bare stof maar beperkt zich tot een gladde
zwarte stof of eenvoudige zijde, wat bij het
bont-bedrukte of goud doorweven kleed zoo be
koorlijk staat.
Heelemaal af is ons toilet als we bij deze
korte mouwen van de bolero lange handschoe
nen dragen, in dezelfde kleur als ons taschje.
En willen we ons uiterlijk een nog feestelijker
cachet geven, dan kunnen we ook een kleine
bloem in ons haar steken want u weet het
toch; hoofd en hoedversiering hebben weer
veel overgenomen uit den tijd, toen beide
nog wel iets meer
droegen dan een
bloem en een veer.
Als versiering van
een effen, en een
voudige middag
japon kan men
dezen winter den
breeden, strak om
het middel slui
tenden en op den
rug vastgekpoopten
gordel bewonde
ren, die in twee
slippen naar bene
den valt en van
een afstekende
kleur. Ze zijn be
zaaid met zilveren
of gouden paillet-
jes. Soms ook
wordt er van vo
ren, in het mid
den een glanzende
pijl gestoken.
Als versiering
van mantels en
jasjes, zelfs ook
van japonnen, zien
we heel vaak bies
jes bont gebruiken
of namaak-bont.
Dat is dezen win
ter in den handel
gekomen en het is
volkomen en vogue
om onze garderobe
daar mee op te
knappen.
Het gemeentebestuur van Blackborn heeft be
sloten, gedurende 't winterseizoen den beamb
ten der verkeerspolitie tweemaal per dag heete
koffie te serveeren. Te Dublin mogen de ver-
keerspolitle-agenten van November tot Maart
hun winterjas aanhouden en in Parijs kunnen
de politieagenten, die des nachts moeten sur-
veilleeren, gratis in bepaalde koffiehuizen te
eten en te drinken krijgen.
Londen spant, wat tegemoetkoming tegen
over de politie-agenten betreft, de kroon. In
de Engelsche hoofdstad maken de verkeers
agenten gebruik van voetbanken, welke worden
verwarmd. Naar goeddunken kunnen deze
bankjes op warm of minder warm worden ge
steld. Ook in Londen krijgen de „bobbies" hun
daagsch kop koffie en bovendien is de politie
agent in de Britsche hoofdstad zoo populair, dat
hij, vooral bij koud en guur weer, van alle kan
ten door goedgeefsche lieden wordt bedacht,
zoodat het hem aan niets ontbreekt.
Tenminste in zijn diensturen!'
In de Skandinavische landen wordt sinds
eenigen tijd een levendige propaganda gemaakt
om de menschen tot sparen aan te sporen. De
methode, waarop men dit doet, is werkelijk
buitengewoon origineel. Een Stockholmsc'ne
bank had werkelijk een bijzonder origineelen
inval. Zij huurde een vliegtuig en lfet door den
piloot spaarbankboekjes naar beneden werpen.
Degenen, die een dergelijk boekje opvingen,
hadden niets anders te doen, dan hun naam
aan het kantoor op te geven. Wanneer dit ge
beurd was, beschikte hij of zij over 'n bedrag
van vijf kronen. Ieder spaarbankboekje, dat
door den piloot naar beneden geworpen werd,
toonde namelijk een inlegsom van vijf kronen.
Het idee vond grooten bijval. Men betreurt het
alleen, dat niet iederen dag spaarbankboekjes
uit den hemel vallen.
SPORTIEF EN ELEGANT wordt deze
jumper door de contrast eerende kleuren
van mouwen en schouderstuk. Wanneer
daarbij sokken, wanten en muts in de
zelfde tinten gedragen worden met
pantalon in de donkere kleurt krijgen
wij een prachtige uitrusting voor de
wintersport
Wat 'n variaties zagen wij in de afgeloopen
week! Hieronder waren er zeer vele, die ons niet
konden voldoen, of omdat er van een versje,
dat toch vooral het metrum behoorlijk meet
laten uitkomen, heel geen sprake was, óf om
dat aan beteekenis en inhoud van de gedachte
heel wat geweld werd aangedaan. Wat dit laat
ste betreft, lijkt het ons vanzelfsprekend, dat
de twee tegenstellingen: de vrede tegenover
den strijd, en liefde tegenover haat en nijd,
moesten voor den dag treden. De verwisseling
van den 5en en den 6en regel "kon er wel mee
door, schoon er toch ook nog wat aan de juiste
weergave hapert.
Al met al bleek opnieuw, dat zoo'n sorteer-pro
bleem niet tot de gemakkelijkste opgaven be
hoort. Goed, dat we enkele helpende aanwijzin
gen hebben gegeven: zonder deze zou de va
riatie stellig nog grooter zijn geworden wie
weet, verwarring' hebben veroorzaakt!
Na de juiste sorteering der lettergrepen en
woordjes in onze drie rechthoeken, komen we
tot het volgende resultaat:
't Nieuwe Jaar is weer begonnen,
Wat zal 't brengen, Vrede of Strijd,
Liefde of Haat en Nijd?
Laten wy de handen vouwen,
Biddend der Voorzienigheid
Om Barmhartigheid,
Die de goeden èn de kwaden
Leidt ter Zaligheid.
De zes uitgeloofde prijzen werden dezen keer
door het lot toegewezen aan: J. W. van Beek,
Heerenstr. 20, Doesburg; mej. M. C. J. A. Hei
nes, Wilhelminasingel 12, Weert; J. Meester
Wzn., 503, Andijk (West)A. A. van Schaik,
Hoenderweg 12, Hilversum; mej. A. Straver,
verwijdert U onmiddellijk en afdoende door deze
te betten met Radox. opgelost in warm water.
Bij apothekers en erkende drogisten a f 0.90
per pak en f 0.15 per klein pakje.
Grebberstraat 24, Haarlem; A. M. Vulsma, Cein
tuurbaan 203 I, Amsterdam (Zuid).
Deze week volgt als Januari-nummer een
kruiswoordraadsel in cijfers.
We willen onze serie maandelijksche kruis
woordraadsels voor het jaar '38 openen met
een nummer, dat verkregen wordt uit de juiste
vervanging van elk der getallen 1 tot en met
19 door een der letters van ons alfabet. Heeft
die juiste vervanging plaats gehad dan ligt daar
tevens de opgeloste „Cross" voor u.
Een paar aanwijzingen ter vergemakkelijking
van de taak:
lo. er komt in de opgave slechts één afkor
ting voor, n.l. in de 5e vertikale rij van rechts
in het midden: deze afkorting betreft den
naam van een groote transportonderneming;
2o. een paar minder algemeen bekende woor
den zijn deze: 4e horizontale rij van boven
links geeft het Latijnsche woord, waarmee
de priester het „Wees-Gegroet" aanvangt; 5e
horizontale rij van beneden links bevat een
term uit de handelsrekening; 4e. vertikale rij
van rechts beneden noemt den naam van
een bijzondere papegaaien-soort.
Onder de inzenders van een goede oplossing
worden weer zes fraaie prijzen verloot.
Oplossingen worden tot Donderdagmiddag 12
uur ingewacht bij den heer G. M. A. Jansen,
Ruysdaelstraat 60, Utrecht.
Aan de vergeetachtigheid van de Amerikaan-
sche burgers heeft de Schatkist van Washington,
de bondshoofdstaat der Ver. Staten van Amerika
het te danken, dat zü onlangs een bedrag van
190 millioen dollar rijkergeworden is.
Het Congres heeft n.l. een wet aangenomen,
waarbij alle gelden, die gedurende twintig ja
ren onaangeroerd „op de bank staan", aan de
schatkist vervallen. Ofschoon alle geldeigenaars
een waarschuwing hebben ontvangen zijn er
vijf millioen, die niets van zich hebben laten
hooren. Dat men een parapluie of een wandel
stok, of een boek in den trein of de tram ver
geet, is niets ongewoons, maar dat er menschen
zijn, die vergeten, die zij 'n bank-tegoed van
50.000 dollar hebben, klinkt niet minder dan
ongeloofelijk. En toch zijn er in de VB. 65 per
sonen, die vergeten zijn, dat zij bij een of an
dere bankinstelling een tegoed van 50.000 dollar
hebben.
Toen senator Wheeler dit wetsvoorstel in
diende, ging er in het Congres een homerisch
gelach op, want men beschouwde het voorstel
bedoeld als scherts. Zou er nu waarlijk ook
maar een enkel normaal mensch op de wereld
zijn, die zijn bankconto zoo maar vergat en
zijn geld aan den Staat liet vervallen? Het
wetsvoorstel werd echter aangenomen, zonder
dat men er zich veel van voorstelde. Men
plaatste niet alleen in 't oog loopende op
roepingen in de kranten, maar de banken pro
beerden zelf ook met hun deposanten in con
tact te komen.
Zoo is de Amerikaansche statenbond nu In
het bezit gekomen van 190 millioen dollar. Er
waren natuurlijk ook bedragen van slechts
enkele dollars bij, maar toch waren er 1200
sommen van tusschen de 10 en 50 duizend
dollai door de eigenaars glad vergeten, of
schoon het natuurlijk mogelijk, ja zelfs waar
schijnlijk is, dat velen ervan overleden of naar
een ander land vertrokken zijn. Het hoogste
bedrag waarop niemand aanspraken deed gel
den, beliep 790.000 dollar! De man was dus bijna
millionnair en was er zich niet van bewust,
't Is wel een rare wereld: er zijn menschen, die
190 millioen vergeten, waar anderen den ko
ning te rijk zouden zijn, als ze 100 gulden op
hun spaarboekje hadden!
Als maatstaf ter beoordeeling van een kaart
zullen we dus de honneurtricks (topslagen) ge
bruiken. Als topslagen beschouwen we die kaar
ten of combinatie van kaarten, die waarschijn
lijk ook tegen een troefcontract van de tegen
partij een slag op zullen leveren. Hieruit volgt
dus, dat het kaarten moeten zijn, die in de
eerste of tweede ronde van die kleur een slag
opleveren; immers bij de derde ronde zal er
veelal afgetroefd worden.
Hieronder volgt nu een lijstje van topslagen,
waarbij ik onderscheid primaire topslagen en
secundaire topslagen.
De primaire topslagen zijn de topslagen in den
strikten zin van de gebruikte definitie, n.l. kaar
ten, die in eerste instantie een slag opleveren,
dus in de eerste of tweede ronde.
We komen dan tot het volgende lijstje:
2 Primaire topslagen
1% Primaire topslagen
1 Primaire topslag
(4 Primaire topslag
A. H.
A. V.
A.
H. V.
H. x.
De opener zal dus behalve de 2% P. T. S. ook
tenminste a 1 S. T. E. moeten hebben om
te mogen openen.
Tot slot zal ik dan nog eenige handen ge
ven, die als normale opening beschouwd kun
nen worden.
Sch. A V x x
H. H x x
R. A X X X
KI. x x
H B x
A x' x
H V x x
XXX
A H x
A B x X
XXX
X X
XXX
H x
A H B
V 10 x x x
H V B x
X X X X
X X
A V x
Op deze handen moet achtereenvolgens als
volgt geopend worden:
11 schoppen; 21 ruiten; 31 harten; 41
klaveren; 5—1 schoppen.
P. H. A. Tuin
De secundaire topslagen zijn die kaarten, die
slechts bij uitzondering in eerste instantie een
slag opleveren, dus meestal pas in de 3e of
hoogstens in de 2e ronde van die kleur. Hier
voor geldt dan het volgende lijstje, waarbij 2
waarden te zamen gelden voor een (4 se-
cundairen topslag, terwijl sommige secundaire
slagen aanvullend zijn voor de primaire top
slagen.
Combinatie
H. V. x
H. V. B.
A. V. B.
A. H. V.
H. B. K)
V. B. x
A. B. 10
Prim, topsl. sec. topslagen
1
1
1%
2
(4
0
1
B. x x
V. x
H. (sec.
1
1
1
1
waarde
Zooals u wel zult begrijpen, zijn de twee bo
venstaande lijstjes, die natuurlijk gemakkelijk
in elkaar geschoven kunnen worden, zeer be
langrijk. Het is de basis, waarop we verder
gaan bouwen, want bij de beoordeeling van
iedere hand (13 kaarten) gebruiken we de top
slagen als maatstaf. En nu komen we tot den
regel, dien ik de vorige maal reeds even noem
de, n.l. den regel van 8. Culbertson is de maker
er van en het getal 8 is een gevolg van zijn
Honneur-tricks-telling. Wanneer we echter van
de primaire topslagen uitgaan, zullen we den
regel anders moeten noemen, n.l. den regel van
7. Deze regel nu leert ons, dat er in totaal 7
primaire topslagen in het spel zijn. Dit aantal
is natuurlijk variabel, n.l. tusschen 6 en 8,
maar meestal is het 7.
De regel van 7 leert ons dus, dat het totale
aantal primaire topslagen tamelijk constant is
en dit aantal gemiddeld 7 is.
Wat is nu het nut van dezen regel? In de
eerste plaats, dat we een houvast hebben, een
zekerheid. In de tweede plaats, dat we kun
nen bepalen, wat het vereischte is voor een
opening. Immers volgens de definitie, welke ik
de vorige maal gaf, berustte een opening op de
vermoedelijke overmacht op de tegenpartij. De
ze overmacht wordt zeer waarschijnlijk, wan
neer de opener 2% prim, topslag bezit. In dit
geval hebben de drie overige spelers te zamen
4(4 prim, topslag (72(4), dat is dus gemid
deld 11/2 P. T. S. (primaire topslag)opener
en partner hebben dan dus samen 2(4 1(4
4 P. T. S.. terwijl de tegenpartij dan maar
7 4 3 P. T. S. kan hebben.
Hieruit zien we nog een voordeel van den re
gel van 7, n.l. dat we kunnen uitrekenen hoe
veel P. T. S. de tegenpartij ongeveer kan heb
ben, zoodat we tevens kunnen vaststellen, wat
het hoogste contract is, dat de tegenpartij
uiterlijk kan bieden.
Het dubbelen kan dus met grooter zekerheid
geschieden.
Zooals we echter reeds zagen zijn er ook
secundaire topslagen (S. T. S.), zoodat de ope
ner met 2(4 P. T. S. niet kan volstaan. Im
mers een opening op:
Sch. H x x x x
H. A x x
R. A x x
KI. x x
zou niet verantwoord zijn. Het aantal S. T. S.
is echter veel minder constant dan het aantal
P. T. S. en varieert tusschen 1(4 en 3(4, maar
schommelt gewoonlijk tusschen en om de 2(4.
Bébé, de hofnar van Koning Stanislaus van
Polen, was een van de beroemdste dwergen, die
in de geschiedenis der Europeesche hoven naam
gemaakt hebben. Het kereltje was bij zijn ge
boorte maar 21 centimeter lang en woog niet
meer dan 12 ons.
Een andere beroemd geworden dwerg, John
Worrenburgh geheeten, werd maar 80 centi
meter lang. Hij trad veel in Engeland op en
zijn glansnummer was zich in een koffer te
laten verzenden. In 1887 liet een onhandige
matroos hem met koffer en al in zee tuimelen,
zoodat de arme dwerg jammerlijk verdronk.
Door de aanwending van zekere handgrepen
met 't vliegertouw, kunnen de in het vliegeren
bedreven Chineezen met den staart van den
vlieger, hoog in de lucht letters doen vormen.
Birmingham heeft gemiddeld één winkel op
48 inwoners. Er wordt gezegd, dat daar in som
mige wijken meer winkels dan klanten zijn.
In Amerika wordt thans een papiersoort ver
vaardigd, welke „eeuwigdurend" wordt ge
noemd. Dit papier kan practisch niet vernietigd
worden. Men kan het onmogelijk scheuren,
cok niet doorknippen en het is onbrandbaar.
Er wordt thans over gedacht dit eeuwige pa
pier voor het vervaardigen van bankbiljetten te
gebruiken.
Op Ceylon "beschermen vrouwen en
meisjes zich met groote bladeren tegen
de zware slagregens
Blvenhout, 6 Jan. '38
Amico,
Vandaag, mee dieën
•.halven" Heiligendag
Jaja, wij vieren den
Driekoningen nog 'n
bietje; den nuuwerwetschen tijd buigt op 't
Ihvenhoutsche zielement om, als 'nen blekken
tooneclsabel op 'n kuras ik zeg, vandaag
fciee dleën Driekoningen is 't mee 'n scherke
Beknipt om den eersten brief van t Nuuwe
Jaar aan oe weg te schrijven.
Trui zit op den oogenblik in de late Mis,
thé III draaft op Bles over de witte boschdre-
ven. Deur Trui's kraakheldere vitraasgordyn-
tjes spikkelt 't Januari-zonneke gouwen con
fetti op de blank-geschuurde tafel en zoo, on-
her 't liedeke van den ketel kokend water
Veur Trui's „versche-bakske"-na-de-kerk zit
in 'n echt Zondagsche bui deuzen brief te
botlooien. De blommen zijn van de ruiten ge
dooid en deur de waterpeerls, die nog op 't glas
hangen, zie ik over m'n zonnigen erf, dunnekes
besuikerd mee den bevrozen sneeuw van Nuuw-
Jaar.
•Ja, amico, we hadden dan wel ginnen witten
tterst van 't jaar, maar den witten Nuuwjaar
Vfcrgoeide veul. 'tWas schoon, man, op ons
hurpke. Bekans onzichtbaar-fijn poeierde den
Sneeuw in den vroegen middag deur Ulvenhout.
'Was krakens-koud. In de bruine heggen, mee
perkament-dorre geblaart hóórde-n-ik den
Ginter kraken! 'n Lage sneeuwtocht hing zwaar
't kale geboomt. 't Ende m'n velden en ak-
schemerden de bosschen in 'n purperen
stilte, waar den fijnen poeiersneeuw dwars over
joeg. En als ik, bij 't vallen van den vroegen
avond van m'n nuuwjaarsbezoek aan m'nen
vrind ons pastorke kwam, dan lag zijnen tuin,
dan lagen de wegels, dan lagen de huizekens
die al gesloten wierden mee de blinden, bedekt
onder den witten winter, die heimelijk nezelde,
zachtekens knisterde in 't dorre struikhout.
.Nuuwjaar" liep ten ende; waasde weg in
'nen witten nacht, die vol was van sneeuw-
gefluister.
Toen spoeide-n-ik me naar huis. Want den
stillen witten wemel sneeuwde bekans m'n
zielement onder! Ik snakte naar 't vertier bij
me thuis, dat Hjk 'n eiland van kindergedruisch
en feestgeruisch afgesloten lag in 'n wit-be-
vrozen meer, grenzenloos in den witten fluister
van deuzen eersten Januari-avond. En als ik
veurbij de boschdreef ging, die als 'nen donke
ren tunnel in den buiten sperde, dan schimden
daar, teugen den witten bojem van die bosch
poort, twee eenzame menschfiguurkens, die
zwijgend en 'n bietje gebogen deur den dwar-
sen dwerl trokken van de sneeuwpluimen.
Toen schouwde zwaar en stootend hondge
blaf deur de kathedrale stilte van 't avondlijke
winterbosch. „Herman!" docht ik: „Dus.
Vic en Hanneke."
Ik wochte efkens. Den sneeuw kriewelde op
m'n wangen, smolt aan m'n oogharen, kraakte
onder m'n voeten, als ik daar stil stond. En
ineens kreeg ik goesting, óm mee 'n stem als
van den Vic-eigens zoo hard, iets te roepen
deur die stille, duistere dreef.
„Zalig Nuuwjaar! 1" blèèrde ik.
„Zalig Nuuwjaar!" wenschte 't bosch me
terug in duuzend echo's. Dat wordt 'n goei jaar,
flitste deur m'nen kop en meteen zag ik den
Vic, mee de rapheid van 'nen waakhond, zij
nen kop opheffen en ook den Vic galmde 'n
„Zalig Nuuwjaar" deur den boschtunnel mee
'n stem die deur de stilte ging als 'n warm mes
deur den boter.
Als ze vlakkebij waren gekomen, dan zag ik,
dat den Vic 'n groot reisvalies droeg.
„Gade vertrekken, Hanneke?" vroeg ik. En
mee 'n weemoedig trekske langs den mond
antwoordde ze zachtekens en 'n bietje heesch:
„M'n tijd bij vader is weer om, Dré."
Ik vergat üalyk te antwoorden, want deus
fijne, zenuw-bewogen smoeltje was schoon als
levend marmer.
Ook Hanneke zweeg verder, volgde mee doffe
oogskes de vlakbije sneeuwvlokken, maar ik
weet zeker, dat zij ze nie zag. Den Vic trok
ontevrejen aan z'n pijp en z'n peinzende, ver
kijkende schildersoogen puurden uit den don
ker alle schoons van deuze trieste stemming.
't Eerste geluid kwam toen van den Vic. En
na 'n forsche haal aan z'n pijp, bulderde-n-ie
„Laat die schooll vrrèkke, potdóóme! Blijf
hierr, Hanneke! In dit witte woud der sprro-
lcen, waarruit ik onsterrflijke schilderijen slee
pen zal, als jij muuziek maakt op ons klavierr!
Duizendmaal nuttiger zul je zijn, hierr bij
mU, dan gindsch bij al die snotneuzen, die
lettrren studeeren, om dan te trouwen met 'n
bankvent, 'n echtscheidingsadvocaat of 'n an
der zoo'n glanzend sstuk onderkrruipsel of
wantluiss in de voegen der samenleving!!"
('t Bosch dreunde, amico).
„Wat zeg jij, Dré?" En hij douwde z'nen
pijpesteel ferm op m'n borstbeen.
Ik had onderwijle naar Hanneke staan zien,
die heel ver weg tuurde, alsof ze aan andere
dingskes docht, dan aan deus verstolen smeek-
bee van heuren eenzamen vader, den sympa-
tieksten trotserik, dien ik ooit teugenkwam.
„We zouden er later beiden spijt van hebben,
vader," zee Hanneke in mijn plaats.
Toen greep den Vic mee z'n handen naar z'n
bontmuts, drukte ze dieper over z'n grijze krul
len, pakte 't valies weer op en zee: „vooruit
dan! Maar ik zeg je, Hanna, t wordt tijd, meid
dat jij ook eens iets onverstandigs doet!"
„Maaarvaderzee Hanneke ver
wonderd
„Oew vader bedoelt, Hanneke," antwoordde
n-ik veur den Vic: „dat de weareld dat 't
menschdom gebukt gaat onder teveul verstand
en te weinig hart. Economisch en moreel wor
den we kapotgemaakt deur 't loutere en 't
nuchtere verstand. De weareld.... sterfter
mee uit!"
Den Vic gaf me 'nen douw. „Begrrepe! Dré!!"
gaimde-n-ie over den witten durpsweg. „Zie
je, Hanneke, dat is de wijsheid van den buiten.
Die niet gedrrukt staat in al jouw duizend
boeken!
„Ik dacht, vader, dat je toch wel 'n beetje
trotsch was op mijn.... eh.... examens.... en
zoo
„Tuurlijk, meid! Maar dien rrommel heb je
noodig om de weareld van botte geleerdheden
te toonen, dat je geen stommeling bent, verd...l
Voor de rrest....!? Is er meer behoefte aan 'n
uitstekenden clown en 'n prima timmerman,
dan aan twintig prrofessóren die den bybel pas
klaar maken voor deze weareld waarin ie slecht
past; die gifgassen in voorraad brrouwen, óf
in hun wetenschappelijke onschuld machines
in mekaar prrutsen, die de weareld verarrmen
en de menschen tot lapzwansen maken. Amen!
En schrrijf me weer elke week zoo'n gezelligen
brieff, Hanneke!" Toen zette-n-ie den koffer
neer, om 'm in z'n andere hand over te nemen.
„Vic, laat mij 'm efkens dragen."
„Geen haarr op m'n hoofd! Ik draag de kof-
ferr van m'n meiske!"
Haneke lichtte heur vaaltje op en kuste
geroerd den vierkanten Vic. Meteen fluisterde
zij iets in z'n oor. En den Vic antwoordde: „ben
je bedonderd, kind? Je moet niet toegeven aan
'n sentimenteele bui van 'n grijskop! Denk er
maar eens over tot de Paaschvacantie! Maar
wéét toen zette-n-ie 't valies weer neer en
zwaaide mee z'nen sierlijken wijsvinger langs
Hannekes kin: „maar wéét de deur staat
dag en nacht en alle uren open, om mijn meis
ke feestelijk te ontvangen!"
„Vic, ik ben thuis. Zal ik efkens de sjees in
spannen en juilie naar de statie rijen?"
..Op je gezicht, man! Wij pakken daar op de
markt de bus en jij gaat naar je kinderen en
je stalletje. Hanneke, geef mijn besten vriend
de vijf en zeg, tot Paschen!"
Zoo, amico, verdween den Vic en z'n meske
in den donkeren sneeuwavond, richting stad.
Hij brocht zijnen Kerst al weg, ik had er nog
vierentwintig uren den tijd mee. 'n „Eeuwig
heid", waarover ik me, teugenover den Vic, 'n
bietje bevoordeeld voelde. Maar ochèrme
„Eeuwigheden" van zooveul uren't zijn
zulke fluttekens!
Ochja den mensch wil altij „veul". Endaar
gaat zoo weinig in 'n klein potje, 't Leven
eigens is maar zo'n „klein potje". Wat zullen we
'r „veul" kunnen indoenHoe zal den Vic
trotsch kunnen zijn op zijn dochter, de leerares
en blij kunnen zijn mee zijn meske bij 'm in 't
boschhuis? Zóó veul gaat nie in zijn kleine
potje! Allee, dat wit ie ook wel! Maar da's veur
den Vic nog gin reden om er z'n eigen voet
stoots by neer te leggen. Daarveur is ie te be
wust idioot, den goeien kearel! Den dappere!
Die er nie teugen opziet om 'n gevecht te be
ginnen, waarvan ie van te veuren wit, 't te zul
len verliezen.
„Onverstandig" zegt ge?
Jawel!
Dat zegt deuze „sportieve" weareld ook! Maar
den Vic vecht om 't gevecht! Leeft om 't leven!
En da's sportiever, dan voetballen om vijf-nul
en 't prenteke in de krant!
Ochja hij kan 't ook „doen".
Hy is iemand!
Vic Zonneveld zynen naam is nie afhankelijk
van den mooien mantel van z'n vrouw, zélfs
nie van z'n vrouw, die wegliep, lijk ge wit!
Zynen naam is nie afhankelijk van de ver
loochening van z'n familie, van margarine-def
tigheid of zoo. Hij brikt 'n brood kapot en
„vreet" 't op mee z'nen hond. Zynen naam is
nie afhankeiyk van eiken dag duuzend zorg-
kens om wat de menschen zullen zeggen. Of
van de straat waarin ie geboren is. Want Vic
Zonneveld is „Vic Zonneveld", 'nen naam, die
in Amerika onder 'n schildery hetzelfde be-
teekent als hier „Trip" op 'n bankbiljet.
Den Vic kan 'n gevecht verliezen, ïyk 'nen
millionnair honderd gulden.
Hy is iemand en nie „iets". Gin onderdeel van
'n „corps", dat z'n eigen grandioos overschat.
Zelfs gin hoofd" van overschatters. Hij is
„maar" 'nen mensch, die verlangen kan naar
'n briefke van z'n kinders, 'n geldchèque weg-
frommelt, maar zo'n briefke „opbergt" in zynen
portefeuille. Hy is ginnen fabrieksbaas, die zyn
arbeiders dondert en veur den kantoorchef
beeft. Hij is ginnen „patroon", die zynen kan
toorchef uitkaffert en de schoenen likt van zij-
'nen president-commissaris. Hij is gin aandeel
houwer, die den president-commissaris 't durft
te zeggen en thuis te zuchten zit over de kleine
dividenden. Hy is gin soldaat en gin generaal.
Hy is.... niks. Hy staat 'Emergens op, looft
den dag van God en gapt 'nen kruimel uit
dieën schoonen dag, deur 'm in schoone kleuren
op 'n lap linnen te verwen. Mee dezelfde plicht
betrachting als waarmee 'nen boer z'n spaai in
den grond stikt. Meer nie.
En zoo wierd ie groot genogt om *n gevecht
te kunnen verliezen. Welken generaal zegt 'm
dat na?
Hy is, lyk ik in m'nen eersten brief over hum
al schreef, 'nen prachtigen, romantieken vry-
buiter, wien niks gebeuren kan, wanthy
is zóó heb ik 'm leeren kennen, 'n Kind
van God!
Sjuust t teugengestelde van z'n gewichtige,
geleerde, strebende evenmenschen diealle
gaar zooveul te verliezen hebben dus! Zooveul
vast te houwen ook! Zelfsd'r „geleerd
heid", die „bygehouwen" mot worden.
Hy zit weer alleen in z'n boschhuis. Schil
dert. Brikt brood kapot mee den Herman. Ju
belt, galmt de bosschen vol mee zynen zang,
schildert en ploetert op de viool dat, wat nie
te schilderen is! Leest de brieven van z'n kin
ders, puurt mee scherpe oogen den nectar uit
den dag dankt veur 'n gelukkige veeg op z'n
schilderyen. Den Vic bidt en werkt! Dus lééft
ie voluit!
Kom, 't is schoon weer, "k heb m'nen koffie
g'ad van Trui, 'k gaai "m opzoeken!
Dus amico: veul groeten van Trui, Dré III
en als alty gin horke minder van oewen
t.a.v.
DRL