Algemeene beschouwingen voortgezet s Beroep op noodweer van den N.S.B.-leider aanvaard een Meedoogenloos Conversieleening VIJAND ONTEVREDENHEID BIJ V.D. EN LIBERALEN Het O.M. vraagt ontslag van rechtsvervolging VRIJDAG 14 JANUARI 1938 EERSTE KAMER hoofdpunten van ons program zijn in dat van het kabinet terug te vinden, aldus de heer De Bruijn Regeering blijkt van goeden wil Pi been Een stokoude bewering ,Geen tweeslachtigheid' Het drama te Leek Medeplichtige krijgt verlaging van straf VACATURES AAN DEFENSIE Beperking tot enkele plaatsen in lagere rangen Alle aflosbaar te stellen 4 pet. Staatsleeningen worden omgezet in 3 pet. (na 10 jaar 3l/2 pet.) leeningen Een bedrag van f 1700 millioen PARATYPHUS IN OVERIJSEL Oorsprong in het gebruik van niet voldoende verhitte eenden eieren in eetwaren TEGEN EEN ZANDAUTO GELOOPEN Oude heer aan de verwondingen overleden DE STRIJD TEGEN DE VOETBALPOOLS Haagsche sigarenwinkelier veroordeeld Het zinken van de .Hannah Verdeeldheid over de vraag of torpedo of mijn de oorzaak was Amsterdam-Amersfoort electrisch In 1940 zal het traject met electrische treinen wor den gereden Paard schrok voor een reclamebord Het gevolg was een botsing, gelukkig zonder persoon lijke ongelukken PRINSES JULIANA MAAKTE EEN AUTORIT Godsdienstonderricht voor jonge mijnwerkers Lijk van ouden man uit het water gehaald Volgens den officier is het oordeel van het Hof niet in overeen stemming met de geldende jurisprudentie Mussert handelde wel onvoorzichtig Incident Boete tegen Melchers geëischt Requisitoir UIT DE STAATSCOURANT aar het encelsch °rde DEN HAAG, 13 Januari 1938 Evenals gisteren -heeft de Eerste Ka- bier de Regeering weer zuur en zoet te proeven gegeven. prof. KRANENBURG (V.D.) heeft zijn debuut Senator aangevangen met eenig gescher- ^Utsel in de richting der N.S.B., wier woord eerder, mr. Van Vessem, het met de gebruike- Uke, zich om feiten noch werkelijkheden be smerende vrijmoedigheid had voorgesteld, J*8 of de vier N.S.B.-zetels in de Eerste Kamer p°0r de beweging een groot succes beteekenden. 'of. Kranenburg ontnam hem die lieve illusie: ®eze vier zetels dankt de N.S.B. nog aan vroe- ®e,'e Statenverkiezingen; daarna zijn eohter de erkiezingen van 1937 gevolgd, waarbij het stem- eéaantal der N.S.B. zoowat gehalveerd is. Met de bewering van den heer Van Vessem, aat Nederland sinds Karei V niet gelukkig is 8eWeest met de keuze zijner staatsvormen en 3 wij terug moeten naar dien goeden ouden H had de heer Van Vessem weer eens dui- aelÜk het on-nationale karakter der N.S.B. ge- etïionstreerd, aldus spr. De N.S.B.-er rekent herland blijkbaar tot de Germaansche irre- teta, zooals in Duitschland geleeraard wordt. Vervolgens constateerde de spreker, dat het abinet, 't welk steunt op een vaste meerder- t:'ü in de Kamer, parlementair genoemd moet ™°rden. Voor de wijze, waarop het tot stand jV&m, kon hij echter geen bewondering gevoe- 51; de kiezers hebben volgens hem vooral °0r de suggestie van den heer Colijn een abitiet op breede basis verwacht en na.de uit- Öraak des heeren Colijn, dat het vorige kabinet let minder christelijk geregeerd had dan voor- ?alige rechtsche kabinetten, had den ministra- e'en in de bekende formule niet de woord- ornbinatie „positief'-christelijk voorgelegd mo- 85(1 worden. Spr. verzekerde, dat de heer Colijn zich niet °°r zijn eigen systeem had „ingezet", doch zich „met handen en voe ten gebonden" over leverde aan de recht sche partijpolitiek, waartoe natuurlijk en niet zoo'n beetje ook de katholieke po litiek te rékenen valt. Dat de kabinetsfor mateur wel degelijk ernstig rekening ge houden heeft met het katholiek program, toonde de heer DE BRUYN (R.K.) even later uitvoerig aan. Dit was juist de reden, c. cLe Bruyn (R. K.) daarom .deze Senator met weloverwogen ver bouwen dit kabinet tegemoet treedt. De vier hoofdpunten van ons program 2Un in dat van het kabinet terug te vin ben; beveiliging van de positief-christelij- ke grondslagen in ons staatkundig leven, Verdediging van het gezin, arbeid voor ons v°!k en ordening in het bedrijfsleven. Regeering blijkt van goeden wil met haar ®trey ^ti: 'üSS' ven naar actieve handelspolitiek (daarin dg gevallen door critici hier!), naar uit ing van groote werken, naar betere ver eng van den arbeid, enz. enz. Misschien er echter niet steeds overeenstemming zijn _M'^3chen ons en het kabinet, en op één punt ^bstateerde de heer De Bruyn ongerustheid b twijfel, ook in sommige katholieke kringen. De indruk is gewekt, dat vele sociale Noodwendigheden wijken moeten voor de defensie-behartiging. Door het niet verbe teren van de leerlingenschaal wordt de Volkskracht ondermijnd en 10.000 gezinnen Van z.g. dubbel-uitgetrokkenen kregen on danks hun vergrooten nood nog minder 8teun. ®br. zeide te honen, dat de Regeering, door bevredigend antwoord te geven op deze 'ting van ongerustheid en twijfel, het in haar sesteide vertrouwen nog zou versterken. (jP'h nu nog even op prof. KRANENBURG •D.) terug te komen: Dok deze kwam met de stokoude bewering, de coalitie (ook dat woord is verouderd) de tegenstellingen tusschen de drie recht- "e partijen onbruikbaar is voor een goed re- geerbeleid. Hoe dikwijls zullen de feiten deze bewering nog moeten weerleggen?! Bovendien geldt de vraagwat maken de linksche heeren zich daarover toch zor gen? De rechtsche partijen zullen zelf toch wel het best weten, of zij al dan niet vruchtbaar samenwerken kunnen! Geheel in de lijn van den heer Oud in de Tweede Kamer noemde de heer Kranenburg- bij de defensie-uitgaven „het hek van den dam", en geheel overbodig verklaarde hij ten slotte, dat de V. D.-Eerste Kamer-fractie „met toenemende zorg" het nieuwe regeerbe- leid tegemoet ziet. De heer DROOGLEEVER FORTUYN. de woordvoerder van die èndere teleurgestelde partij die der Liberalen was voor de Regeering al niet veel vriendelijker: ook hij keurde het af, dat er geen breede-basis-kabinet: was geformeerd. Hij voorspelde een toespitsing der tegen stellingen. De teleurgestelde politici zullen echter één maal tot het besef van de werkelijkheid na de laatste verkiezingen moeten komen. Wij vrcezen voorts, dat de heer Droogleever Fortuyn nog zeer wankel staat in zijn liefde voor de ordening: hij zou zich met ordenings- voorstellen kunnen vereenigen, indien deze lei den zouden tot het opheffen van ernstige mis standen, maar niet als deze zouden bedoelen, langs een omweg te komen tot een andere maatschappelijke orde. waarin met de deug den en ondeugden der menschen geen reke-« ning wordt gehouden. Het eerste echter wil. zoo meenen wij. ieder een; het laatste wil niemand zoo dat deze liberale verklaring geen houvast biedt. In tegenstelling met prof. Kranenburg was de Vrijheidsbonder van oordeel, dat de Regeering voor de defensie niet méér vraagt dan, objec tief gesproken, noodzakelijk is. Krachtig heeft de heer ANEMA (A.R.) hierna de Kabinetsformatie verdedigd, zich werend te gen het verwijt, dat de anti-revolutionnairen zich bij de verkiezingen tweeslachtig zouden hebben getoond door ook stemmen van „bui ten" te lokken. De heer Colijn heeft destijds al leen maar het anti-rev. beginsel- en actie-pro gram verdedigd, waarbij noch de breede, noch de smalle basis in het geding was. De kiezers zijn volkomen vrij geweest. Eerst na de samen stelling der nieuwe Kamer kon men beslissen over de beste samenstelling van het nieuwe Ka binet en dat dit in zoo positief-christelijken zin uitviel, juichte deze spreker natuurlijk van harte toe: nu kunnen er meer principieel-politieke onderwerpen aan de orde worden gesteld, het geen bevorderlijk is voor een goedgeordend partijleven. Zij, die klaagden over de uitwerping of de af stooting van Vrijzinig-democraten en Liberalen bij de formatie, kregen te hooren, dat deze hee ren zichzelf uitgeworpen hebben, zichzelf heb- doen afstooten door te weigeren, het persoon lijk concept-program van den heer Colijn mét het woordje „positief" te onderschrijven. Van ietwat ongebruikelijke zijde heeft de anti-rev. prof. WOLTJER het vraagstuk van de spelling ten slotte benaderd. Hij betoogde, dat er in 1934 bij de, invoering der spelling-Mar- chant een staatsrechterlijke fout begaan is, door bij Koninklijk Besluit examen-eischen te stellen, welke indirect zouden dwingen tot aan vaarding der afwijkingen in de officieele spel ling. Tot het aanbrengen van wijzigingen in die spelling acht de heer Woltjer een wettelijke basis noodig. Morgen komt minister Colijn aan het woord. Het gerechtshof te Leeuwarden heeft arrest gewezen in de zaak van den 27-jarigen chauf feur J. van O., te Hoogkerk, thans gedetineerd dien de Groninger rechtbank wegens uitlok king van den diefstal met braak ten huize van den heer Reijntjes te Leek die tengevolge van de doorstane emoties en door andere om standigheden daarbij den dood vond had veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf. De procureur-generaal had wegens heling en medeplichtigheid aan diefstal vijf jaar gevan genisstraf geëischt. Donderdag werd Van O. wegens medeplich tigheid, door het verschaffen van inlichtingen en heling van geld, afkomstig van de inbraak, veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf met aftrek Van voorarrest. In verband met het bericht, dat er een be langrijke uitbreiding van personeel bij het de partement van Defensie zou komen, wordt ter algemeene kennis gebracht, dat deze uitbreiding zich zal beperken tot enkele plaatsen in lagere rangen en dat daarvoor uitsluitend in aanmer king kunnen komen personen, die bereids zijn ingeschreven bij het plaatsingsbureau van het departement van Binnenlandsche Zaken of bij het Centraal Capitulanten-bureau. In verband hiermede kunnen geen sollicita ties worden afgewacht en zullen deze, gelet op het groot aantal reeds ontvangen verzoeken om plaatsing, onbeantwoord dienen te worden ge laten. Naar wij vernemen, heeft de minis ter van Financiën besloten tot de uit gifte van een 38-jarige staatsleening met gelijke aflossingen, waarin alle aflosbaar te stellen 4 pet. leeningen, te weten de leeningen 1931, 1933 I, 1933 II, 1934 en 1936 zullen worden geconverteerd, welke leening derhal ve ongeveer f 1 700 millioen groot zal zijn. De houders van obligatiën der genoemde lee- ningen zullen bij de toewijzing recht van voor keur hebben. De rentevoet is bepaald op 3 pet. gedurende de eerste 10 jaren en op 3V4 pet. voor den verderen duur van den looptijd, terwijl de uitgifte tegen den koers van 99 Vt pet. zal ge schieden. Het ligt in het voornemen, het prospectus in het begin der volgende week verkrijgbaar te stellen. De inschrijving zal worden opengesteld op 27 Januari as. bij de bekende bankinstellingen en bij het agentschap van het ministerie van Fi nanciën te Amsterdam. Zooals bekend, zijn in December te Deven ter en omstreken gevallen van paratyphus voorgekomen, waarbij de oorzaak werd gezocht in het gebruik van eendeneieren in bepaalde eetgelegenheden. De directeur van den Keu ringsdienst van Waren te Zutphen deelt thans mede, dat uit het dopr het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid te Utrecht verrichte bac teriologische onderzoek van de monsters, wel ke naar aanleiding hiervan zijn genomen, is gebleken, dat verscheidene dezer ziektegeval len inderdaad als paratyphus zijn onderkend Het onderzoek wettigt het vermoeden, dat deze paratvphusgevallen hun oorsprong gevonden hebben in het gebruik van niet voldoende ver hitte eendeneieren in eetwaren. Een groot aan tal bedrijven is onderzocht en slechts in één geval behoefde te worden ingegrepen. Donderdagmorgen omstreeks twaalf uur is de 74-jarige heer C. v. d. Spek bij het over steken van den Noorddijk te Maassluis door onvoorzichtigheidtegen een passeerenden zandauto uit Naaldwijk geloopen. De oude mar) kwam te vallen en geraakte met zijn linkerbeen onder een der achterwielen van den vracht wagen. Het slachtoffer moest in ernstlgen toe stand een nabijgelegen woning worden binnen gedragen, waar geneeskundige hulp werd ver leend. In den loop van den dag is de ongelukkige aan de gevolgen van zijn verwondingen over leden. De Haagsche Kantonrechter heeft schrifte lijk vonnis gewezen in de zaak tegen den si garenwinkelier T. P. in de Residentie, die in verzet was gekomen tegen een verstekvonnis, waarbij hij wegens overtreding van de loterij- wet was veroordeeld tot 5 boete subs, één dag hechtenis. Tegen dezen winkelier was een vervolging ingesteld, omdat hij het sportblaadje „De Voetbalexpert" uitgaf. De hoofdschotel van dit blaadje was een prijsvraag, betreffende het raden van een aantal voetbaluitslagen. De ambtenaar van het O.M. had bevestiging' van het verstekvonnis gevraagd. De Kanton rechter heeft den sigarenwinkelier veroordeeld tot een geldboete van 5 subs. 5 dagen hech tenis. De Kantonrechter was van oordeel, dat de onderhavige prijsvraag Ziser zeker is te be schouwen als een loterij, waaraan zonder de bij de wet vereischte toestemming de deelne ming niet mag worden opengesteld. 99 Van Hr. Ms. gezantschap te Barcelona is bericht ontvangen, dat de bemanning van het stoomschip „Hannah", dat Dinsdag 11 dezer om 8 uur op 6 mijlen ten Zuid-Westen van kaap San Antonio is gezonken, verdeeld is in haar meening over de vraag, of het zinken veroor zaakt is door een torpedo of door een mijn. De geheele bemanning, bestaande uit 32 koppen en den observatie-officier, is gered, in de eigen booten, daarbij geholpen door de Spaan- sche kustwacht. Zij vertoeft thans te Benia. Naar het Handelsblad van welingelichte zijde verneemt, zal over twee jaren, dus in 1940, op het traject AmsterdamAmersfoort met electrische treinen worden gereden. Het ligt dan in de bedoeling om de lijn Utpecht Amersfoort eveneens te electrificeeren. Of deze dienst met de zomer- of de winterregeling zal ingaan, is thans nog niet te zeggen. Donderdagmorgen te half twaalf reed de groentenventer J. B. uit Wapenveld met zijn paard en wagen op den Zwolscheweg huis waarts, toen het paard schrok voor een langs den weg staand geschilderd reclamebord. Het deed een sprong naar het midden van den weg, juist op het oogenblik, dat uit de richting Wapenveld een auto met vijf perso nen. bestuurd door J. van den D. uit Har- lingen en op weg naar Duitschland, wilde voor bij rijden. Het paard kwam voor den auto te recht, terwijl het lemoen door de ruiten drong De bestuurder trachtte nog door uitwijken een botsing met het gespan te voorkomen, doch raakte daardoor een boom langs den weg. Hoewel de auto aan beide zijden ernstig werd gehavend en al het glas werd ver splinterd, bleven de inzittenden ongedeerd, behalve de bestuurder, die lichte verwon dingen aan het gelaat opliep. Het paard werd gedood. De groenten- venter verwondde een knie en zijn wageq liep schade op. Auto en paard waren verzekerd. Rijks- en gemeente-politie uit Wapenveld, die in de onmiddellijke nabijheid waren, toen het ongeval geschiedde, regelden het verkeer en stelden het noodige politioneele onder zoek in. H. K. H. Prinses Juliana en Prinses Armgard hebben in den laten namiddag per auto een wandelrit gemaakt in de omgeving van het paleis Soestdijk. De directie der Staatsmijnen heeft besloten, met ingang van 15 Januari op alle Staatsmij nen godsdienstonderricht in te voeren voor de aanstaande mijnwerkers, die alsi leerjongens hun opleiding ontvangen. Donderdagmiddag is te Terwispel (Fr.) het lijk van den 70-jarigen J. Wiegersma, die se dert Woensdagavond werd vermist, uit het water van de vaart gehaald. De oude man zou boodschappen doen voor zijn dochter en was niet teruggekeerd. De officier van justitie, mr. B. Kist, requireerde Donderdag tegen ir. A. A. Mussert, leider van de N.S.B., die terecht stond wegens mishandeling, gepleegd tydens het relletje in Mei op het z.g. Blauwe Zand te Amster dam-Noord, ontslag van rechtsvervol ging, aangezien hij aannam, dat ver dachte had gehandeld uit noodweer, waarop ir. Mussert zifch had beroepen. Scherp, vooral in den verkiezingstijd, aldus spr. staan de meeningen op politiek gebied tegen over elkaar. Het aantal politieke strafzaken neemt onrustbarend toe. De taak voor recht bank en parket is zeer moeilijk. Insinuaties, zooals ons soms ter oore komen, kunnen ons niet deren. Wij zullen deze zaak uitsluitend naar haar juridische merites behandelen. Kan deze verdachte zich op noodweer beroepen? Dat is een zeer moeilijke zaak en het begrip .nood weer" wordt door verschillende rechtscolleges zeer uiteenloopend beoordeeld. Tot de feiten komende, zeide spr., dat ir. Mus sert 14 Mei een bezoek aan drie families op het Blauwe Zand had gebracht. Tachtig negentig personen verzamelden zich voor de woning van Zoutberg, waar verd. vertoefde. Het meerendeel van de menschen had steenen in de hand. Toen verd. naar den auto ging, kwam Melchers, een groote, breede man, op hem af. Verd. Mussert heeft enkele slagen gegeven, Melchers heeft Mussert gestompt. Er bestaat een zeker even wicht tusschen de mishandelingen, wederzijds gepleegd. Ir. Mussert heeft onmiddellijk aan gifte gedaan. Wie eerst heeft geslagen, is moei lijk te zeggen, de verklaringen der diverse ge tuigen staan tegenover elkaar. Ik denk niet, aldus spr., dat er veel menschen in de zaal zijn, die de lezing van Melchers als waar aannemen. Het is onaannemelijk, dat hij de menschen tot kalmte aanmaande. Hij is niet in staat iemand kalmeerend toe te spreken. Waarschijnlijk is het, dat Melchgrs zijn vuisten heeft gebruikt en dat dus de lezing van ir. Mussert juist is. Het hof is van oordeel, dat Mussert zich alleen op noodweer kan beroepen, wanneer zijn tegenpartij begonnen is met slaan. Dit is echter niet in overeenstemming met de geldende jurisprudentie. Men is reeds ge rechtigd, een onmiddellijk dreigenden aan val af te weren. Hier was een onmiddellijk dreigende wederrechtelijke aanval aan wezig. Tientallen menschen stonden vijandig gezind om ir. Mussert heen. Uit den kring kwam een groote, dreigende figuur naar voren. Wegloo- pen kon ir. Mussert niet, ik geloof dan ook niet, dat het met een enkelen klap zou zijn afgeloo- pen, wanneer verd. niet met het zweepje had geslagen. Maar is er hier geen sprake van uitlokking? Wilde verd. niet, dat er geslagen werd, zoodat de wederrechtelijkheid niet langer aanwezig is? Volgens een recent arrest van den Hoogen Raad kan men zich niet op noodweer beroe pen, wanneer men een aanranding uitlokt. De beantwoording van deze vraag is in dit ge val niet gemakkelijk. Hij ging willens en we tens naar een buurt, die hem vijandig gezind was, in gezelschap van twee chauffeurs, gewa pend met een zweepje. Men mag aannemen.dat hij de mogelijkheid van een aanranding voor zag. Spr. betwijfelt, of ir. Mussert Melchers met het zweepje heeft willen slaan. Wij mogen niet aannemen, dat hy den vooropgezetten wil had. zyn handelingen waren gericht op be scherming van eigen lijf en veiligheid. Had ir. Mussert dan de politie niet moeten waarschuwen, voor het onrecht dat hy voor zag? Want er is hem onrecht gedaan. Wij, Ne derlanders, zijn trotsch op onze vryheid, ieder moet kunnen gaan, waarheen hy wil. Hij heeft misschien onvoorzichtig gehandeld, doch daar mede heeft hy zyn beroep op noodweer niet verspeeld. Spr. komt dus tot de conclusie, dat het feit is bewezen, doch dat verd. niet straf baar is, omdat hy terecht een beroep op noodweer heeft gedaan; zoodat de officier ontslag van rechtsvervolging requireert. Omtrent het verloop van de behandeling dezer zaak valt nog te melden, dat de 34-jarige stoker Melchers zyn, reeds bekende, lezing gaf van het gebeurde op het Blauwe Zand. Nog werd een juffrouw gehoord die weer een andere visie op het relletje had, waarna ver dachte Mussert gelegenheid krijgt om zijn aan eengeschakeld verhaal te geven. Zijn verweer heeft hij op schrift en leest hij voor; o.a. zet hy de reden van zyn bezoek aan het Blauwe Zand uiteen. Vervolgens houdt hy een korte politieke be schouwing. „Deze aanslag zou achterwege zijn gebleven, wanneer de orde gehandhaafd was geworden". Tydens de verklaring van ir. Mussert valt mr. Van Vessem hem plotseling in de rede en zegt tegen den president: „Er zit hier iemand achter me in de advocatenbank, die zich op zeer be- leedigende wyze over ir. Mussert uitlaat". Pres. (tot verdachte): Gakt u door met uw uiteenzetting. Uitvoerig zette verd. nogmaals uiteen, dat hy uit noodweer heeft gehandeld. Mr. van Vessem hield op verzoek van zyn cliënt geen pleidooi. De uitspraak werd bepaald op 27 Januari. Na een korte pauze behandelde de rechtbank de zaak tegen den stoker Melchers, wien mis handeling van ir. Mussert ten laste is gelegd. De eerste getuige is ir. Mussert, die verklaart, dat verdachte hem heeft gestompt, waarna hy getuige het zweepje gebruikte. Verdediger mr. Heemskerk: Wist u, dat uw chauffeur een revolver by zich had? Getuige: Neen, dat was my onbekend. Ook wist getuige niet, dat er gefotografeerd zou worden. Mr. Heemskerk: Is die zweep speciaal voor u gemaakt? Getuige Mussert: Neen, het is een cadeau van een onbekende. Verdediger: Is het u bekend, dat de luitenant van de weerafdeeling, Witkamp, met zijn men schen eenige malen het Blauwe Zand heeft be zocht? Getuige Mussert: Ik wist het niet zeker, maar ik vermoedde het. De getuigen uit de zaak Mussert worden op nieuw gehoord en blyven by hun reeds afge- legdé verklaringen. De verdediger had o.m. décharge opgeroe pen den journalist H. v. d. Weg, die o.a. eenige foto's overlegde, waaruit het provoceerend ka rakter der N. S. B.-ers by hun bezoek aan het Blauwe Zand zou blyken. Uitvoerig lichtte de getuige de houding der N.S.B.-ers bij hun col portage toe. Geen enkele politieke partij, be halve de N.S.B., ondervindt hinder by haar colportage op het Blauwe Zand. Deze verkla ring wordt door colporteurs en aanhangers van verschillende politieke partyen bevestigd. De officier van Justitie, mr. B. Kist, is van meening, dat verdachte Melchers den eersten klap heeft gegeven. Ook wanneer dit niet het geval is, mocht ir. Mussert, uit noodweer, slaan. Deze verdachte Melchers kan zich niet op nood weer beroepen. Hy kon immers wegloopen, daar de geheele bevolking op zyn hand is. We moe ten hoe ernstig de zaak ook is niet uit het oog verliezen, dat deze Melchers min of meer slachtoffer is. Spr. requireert een geldboete van 15, subs. 5 dagen hechtenis. De verdediger, mr. Heemskerk, zegt in zyn pleidooi, dat het hier een relletje betreft, dat met een sisser is afgeloopen en waaraan niet te veel beteekenis mag worden gehecht. Het was heelemaal niet noodig, dat ir. Mussert naar het Blauwe Zand ging om orde te scheppen. Het is nog nooit vertoond, dat een politiek leider gewapende bezoeken gaat afleggen. Ook de werkloosheid zoo vervolgt pl. speelt hier een rol. Verd. Mussert heeft gezegd, dat hy 's middags ging, omdat het er dan stil is. Dat is onjuist, want een groot deel der mannen is thuis wegens werkloosheid. Mussert is naar de hem vijandige bum gegaan, ómdat daar wel eens iets kon gebeuren, dat te gebruiken was voor politieke propaganda. Wat het relletje be treft is M. volkomen geslaagd. Per auto ging Mussert in gezelschap van een chauffeur en een hulp-chauffeur-monteur. De eerste droeg een revolver, waarvan ir. Mus sert niets zou weten. Even vreemd is het, dat ir. Mussert niet wist, dat er door zyn fotograaf foto's werden gemaakt. De geheele houding van ir. Mussert was zeer onvoorzichtig, hoewel pl. ook de houding van Melchers niet kan bewonderen. Onaannemelyk is het echter, dat Melchers in zyn eentje naar voren is gegaan, om een aanval te doen. Naar pl.'s meening is er alle aanleiding om ïan te nemen, dat ir. Mussert de gebeurtenis sen heeft uitgelokt. Pl. concludeerde tot vryspraak, subs, vroeg hij ontslag van rechtsvervolging op grond van noodweer. Ook in deze zaak werd de uitspraak bepaald op 27 Januari. Aan mevrouw W. MansholtAndreae, te Glimmen, is op verzoek eervol ontslag ver leend als lid van den Onderwysraad, met dank. 16 Januari is benoemd tot geneesheer-direc teur der Ryksasyls voor psychopathen te Aver- eest dr. A. L. C. Palies, thans tyd. Met 1 Januari is benoemd tot agent by de Rijksvarzekeringsbank in vasten dienst G. H. Mulder, tevoren tyd. als zoodanig werkzaam. kan 't heusch niet helpen," antwoordde L.s- Jordan. „Ik mag u ook niets vertellen. Ik li| alleen verzekeren, dat ik, zooveel het [Nijn vermogen is zal tegengaan, dat u JNg leed geschiedt," .Tnrrfon txrooc <3le 's- Jordan wees haar nu haar slaapkamer, °D haar zitkamer uitkwam en die geheel in - Was voor haar ontvangst. Haar linnenkast tws keurig voorzien en in de kleerkast hingen Vaae Japonnen, één van zyde-fluweel en één NIersche wollen stof. v "Maar wie zegt nu, dat ze my passen zullen?" Nita. zijn volgens patroon gemaakt," antwoord de oude vrouw. Ofti lk §eef het °P! Ik ben door geheimen Seven!" zuchtte Marie. a nu wat rusten, lieve!" vermaande Mrs. Jordan. „U ziet, dat er een flinke grendel op uw deur is. U heeft dus nog geen reden, om iets te vreezen." Marie volgde dien raad op en legde zich wat ter ruste. Toen zy wakker werd, was het al laat en by haar binnentreden van de zitkamer vond zij de tafel gedekt. In dit vertrek stond de piano. Er lagen de nieuwste boeken; ze vond er een naaitafeitje en teekenbehoeften; kortom, het was een weelderig ingerichte gevangenis. Den volgenden dag ging het evenzoo. In haar beide kamers vond zy alle gerief, dat zij maar verlangen kon; maar zóó zorgvuldig werd zij bewaakt, dat haar bejaarde „kamervrouw," als zij haar haar maaltyden bracht, zelfs van buiten af er in gesloten werd, en later door een waar schuwend tikje haar eigen vryheid herkreeg. In het eerst had Marie Sir Robert Rivers verdacht van deze ontvoering, maar neen, dat was toch een te romantisch ondernemen. De bel ging en ze hoorde haastige voetstappen langs haar deur. Daarop klonk er een hooge stem, die riep: ,,'t Is een verschrikkelijk huis en als ik dat ge weten had, dan zou hy my hier niet heen ge kregen hebben!" Marie herkende die stem en, terwyl ze waan zinnig met de handen op de dikke, eikenhouten paneelen sloeg, riep zy: „Collins! Collins! Ik ben het, Marie Trouville! Ik word hier gevangen gehouden! Help!" Maar er volgde geen antwoord op haar ge roep. HOOFDSTUK XXXI Mrs. Munro was wanhopig, toen Amy terug keerde van haar vruchteloos onderzoek en er ook den volgenden dag niets werd gehoord van Marie. Om ongeveer vyf uur kwam Claud van het station en vroeg in de grootste opgewonden heid aan Amy, die hem by de halldeur tegemoet kwam: „Heb je tyding van haar?" „Helaas, niet" „O, Claud, ik ben zoo dankbaar, dat ik je zie!" riep zyn grootmoeder. „Het was toch zoo ver standig van Amy, om je te telegrafeeren." „Amy is altijd verstandig en goed; maar dit is iets verschrikkelijks, grootmóeder!" „Denk jy, dat Robert er iets mee uit te staan heeft?" „Hy is in Londen. Ik ben aan geweest op zyn kamer en vond hem in bed, te ziek. om zich te verroeren. De dokter, dien ik buiten even sprak, zei, dat hy bang was, dat het op rheumatische koortsen zou uitloopen. Ik heb van allerlei on derzoek gedaan naar Marie in Trouville en dat myn onderzoek wel angst heeft verspreid, bleek daaruit, dat ik op eigenaardige wijze beroofd werd." „Beroofd?" riep Amy ontsteld. „Ja, een paar nachten geleden moet iemand mijn kamer zyn binnengedrongen en werd mijn diamanten ring gestolen. Daar ik heel bang was geweest, om het kruisje Van Marie te verliezen, droeg ik dit aan een kettinkje om den hals. Het geruisch op mijn kamer wekte my; ik zat op in bed, met mijn revolver in de hand, en riep: „Wie is daar? Spreek of ik schiet!" Onmid dellijk hoorde ik iemand naar de deur loopen. Ik sprong uit bed, achtervolgde den dief, maar kon hem niet inhalen; ik merkte intusschen, dat myn ring weg was; maar mijn beurs en mijn horloge waren er nog. De dief had klaar blijkelijk naar iets gezocht, zeker naar het kruisje, want de laden van de kast stonden open." „Misschien zou het beter zijn geweest, om maar niet zoo byzonder de aandacht te hebben gevestigd op die arme Marie!" „Ik zweer, dat ik haar vinden zal, Oma! Ik heb haar lief en ik had niet den moed, om u te vragen een kleindochter zonder naam aan te nemen." „Heb je Marie lief? Beste jongen, is dat mo gelijk?" „Doe ik er u verdriet mee?" „O, neen! Ik had wel andere verlangens ge koesterd, maar dat arme kind! Claud, acht jy het mogeiyk, dat Robert haar weggevoerd heeft?" „Ik geloof niet. dat hy zooveel liefde zou kun nen voelen voor een vrouw, dat hy er zyn posi tie aan zou opofferen." „Wat hy zich eenmaal heeft voorgesteld, zal hij ook bereiken, ten koste van allesVer beeld je, Claud, als zij eens kleine Nita was, die niet verdronken zou zyn, maar op zee gevonden werd!" „Aan die mogelijkheid heb ik ook gedacht en ik was dan ook op het punt, om naar Engeland terug .te gaan met de bedoeling om den jongen te zoeken, die er by moet zijn geweest, toen de visschers Nita ontvingen, toen het telegram van Amy kwam en ik onmiddeliyk gevolg gaf aan haar oproep." „Heb je het kruisje by je, dat Marie je heeft gegeven?" „Hier is het." „Claud, dit is het kruisje, dat wy Nita omde den, toen wy haar by die menschen in Corn- wallis brachten." Terwyi Mrs. Munro op een veer drukte, kwam het monogram te voorschijn: „J. M. O." „Ja, zie je, Marie en Niia zyn de zelfde." Claud was te opgewonden, om te kunnen spre ken. Snikkend legde Amy haar hand op zyn arm en riep: „Wat zal kapitein de Brath biy zyn!" „Maar wy hebben haar nog niet. Dadelyk ga ik haar zoeken!" „Eerst dineeren, Claud, dan kan je met den laatsten trein naar Londen en de hemel helpe je by je onderzoek!" Aan het diner zei de jonge man: „Ik twyfel geen oogenblik, of Robert heeft Marie weggevoerd, niet zoozeer uit liefde tot haar als uit inhaligheid. Dat de hemel haar be hoede, als zy, wat ze zeker zal doen, zyn aanzoek weigert." De dames stemden geheel in met deze bede en waren tot tranen geroerd by het afscheid. Zoodra Claud in Londen aankwam, begaf hy zich rechtstreeks naar Clark en met ieder woord, dat ze spraken, werd de overtuiging vaster by hen, dat Marie weggevoerd was door den man, die zich wederrechtelyk haar erfeel had toege- eigend. Van daar begaven ze zich naar Jermynstreet. De hospita zei, dat Sir Robert Rivers zeer ziek was en dat er een verpleegster by hem was, die absoluut niemand wilde toelaten. Terwyi zy het huis verlieten, keek Clark nog eens op en legde de hand 'op Claud's arm. „Neem my niet kwalijk, sir, maar ik zag daar ginds voor dat venster het gezicht van Samuel Philpot. Die zal dus nu bediende wezen by Sir Robert Rivers." „Gerechte Hemel! Wat een ontdekking al weer! Laten wy nu gaan naar ieder huis, dat het eigendom is van Robert Rivers, in de hoop, in één daarvan Marie Trouville te vinden! Ge- ukkig is zy nog vry van zyn persoonlyke ver volging." „Maar niet van het Zigeuner-vergif," bracht Clark, hoogstemstig in herinnering. (Wordt vervolgd!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 3