Algemeene beschouwingen
voortgezet
s
Beroep op noodweer van den
N.S.B.-leider aanvaard
een
Meedoogenloos
Conversieleening
VIJAND
ONTEVREDENHEID BIJ
V.D. EN LIBERALEN
Het O.M. vraagt ontslag
van rechtsvervolging
VRIJDAG 14 JANUARI 1938
EERSTE KAMER
hoofdpunten van ons program
zijn in dat van het kabinet
terug te vinden, aldus
de heer De Bruijn
Regeering blijkt van
goeden wil
Pi
been
Een stokoude bewering
,Geen tweeslachtigheid'
Het drama te Leek
Medeplichtige krijgt verlaging
van straf
VACATURES AAN DEFENSIE
Beperking tot enkele plaatsen
in lagere rangen
Alle aflosbaar te stellen 4 pet.
Staatsleeningen worden
omgezet in 3 pet. (na
10 jaar 3l/2 pet.)
leeningen
Een bedrag van f 1700
millioen
PARATYPHUS IN OVERIJSEL
Oorsprong in het gebruik van niet
voldoende verhitte eenden
eieren in eetwaren
TEGEN EEN ZANDAUTO
GELOOPEN
Oude heer aan de verwondingen
overleden
DE STRIJD TEGEN DE
VOETBALPOOLS
Haagsche sigarenwinkelier
veroordeeld
Het zinken van de
.Hannah
Verdeeldheid over de vraag of
torpedo of mijn de oorzaak was
Amsterdam-Amersfoort
electrisch
In 1940 zal het traject met
electrische treinen wor
den gereden
Paard schrok voor een
reclamebord
Het gevolg was een botsing,
gelukkig zonder persoon
lijke ongelukken
PRINSES JULIANA MAAKTE
EEN AUTORIT
Godsdienstonderricht voor jonge
mijnwerkers
Lijk van ouden man uit het
water gehaald
Volgens den officier is het oordeel
van het Hof niet in overeen
stemming met de geldende
jurisprudentie
Mussert handelde wel
onvoorzichtig
Incident
Boete tegen Melchers geëischt
Requisitoir
UIT DE STAATSCOURANT
aar het encelsch
°rde
DEN HAAG, 13 Januari 1938
Evenals gisteren -heeft de Eerste Ka-
bier de Regeering weer zuur en zoet
te proeven gegeven.
prof. KRANENBURG (V.D.) heeft zijn debuut
Senator aangevangen met eenig gescher-
^Utsel in de richting der N.S.B., wier woord
eerder, mr. Van Vessem, het met de gebruike-
Uke, zich om feiten noch werkelijkheden be
smerende vrijmoedigheid had voorgesteld,
J*8 of de vier N.S.B.-zetels in de Eerste Kamer
p°0r de beweging een groot succes beteekenden.
'of. Kranenburg ontnam hem die lieve illusie:
®eze vier zetels dankt de N.S.B. nog aan vroe-
®e,'e Statenverkiezingen; daarna zijn eohter de
erkiezingen van 1937 gevolgd, waarbij het stem-
eéaantal der N.S.B. zoowat gehalveerd is.
Met de bewering van den heer Van Vessem,
aat Nederland sinds Karei V niet gelukkig is
8eWeest met de keuze zijner staatsvormen en
3 wij terug moeten naar dien goeden ouden
H had de heer Van Vessem weer eens dui-
aelÜk het on-nationale karakter der N.S.B. ge-
etïionstreerd, aldus spr. De N.S.B.-er rekent
herland blijkbaar tot de Germaansche irre-
teta, zooals in Duitschland geleeraard wordt.
Vervolgens constateerde de spreker, dat het
abinet, 't welk steunt op een vaste meerder-
t:'ü in de Kamer, parlementair genoemd moet
™°rden. Voor de wijze, waarop het tot stand
jV&m, kon hij echter geen bewondering gevoe-
51; de kiezers hebben volgens hem vooral
°0r de suggestie van den heer Colijn een
abitiet op breede basis verwacht en na.de uit-
Öraak des heeren Colijn, dat het vorige kabinet
let minder christelijk geregeerd had dan voor-
?alige rechtsche kabinetten, had den ministra-
e'en in de bekende formule niet de woord-
ornbinatie „positief'-christelijk voorgelegd mo-
85(1 worden.
Spr. verzekerde, dat de heer Colijn zich niet
°°r zijn eigen systeem had „ingezet", doch zich
„met handen en voe
ten gebonden" over
leverde aan de recht
sche partijpolitiek,
waartoe natuurlijk
en niet zoo'n beetje
ook de katholieke po
litiek te rékenen valt.
Dat de kabinetsfor
mateur wel degelijk
ernstig rekening ge
houden heeft met het
katholiek program,
toonde de heer DE
BRUYN (R.K.) even
later uitvoerig aan.
Dit was juist de reden,
c. cLe Bruyn (R. K.)
daarom .deze Senator met weloverwogen ver
bouwen dit kabinet tegemoet treedt.
De vier hoofdpunten van ons program
2Un in dat van het kabinet terug te vin
ben; beveiliging van de positief-christelij-
ke grondslagen in ons staatkundig leven,
Verdediging van het gezin, arbeid voor ons
v°!k en ordening in het bedrijfsleven.
Regeering blijkt van goeden wil met haar
®trey
^ti:
'üSS'
ven naar actieve handelspolitiek (daarin
dg gevallen door critici hier!), naar uit
ing van groote werken, naar betere ver
eng van den arbeid, enz. enz. Misschien
er echter niet steeds overeenstemming zijn
_M'^3chen ons en het kabinet, en op één punt
^bstateerde de heer De Bruyn ongerustheid
b twijfel, ook in sommige katholieke kringen.
De indruk is gewekt, dat vele sociale
Noodwendigheden wijken moeten voor de
defensie-behartiging. Door het niet verbe
teren van de leerlingenschaal wordt de
Volkskracht ondermijnd en 10.000 gezinnen
Van z.g. dubbel-uitgetrokkenen kregen on
danks hun vergrooten nood nog minder
8teun.
®br. zeide te honen, dat de Regeering, door
bevredigend antwoord te geven op deze
'ting van ongerustheid en twijfel, het in haar
sesteide vertrouwen nog zou versterken.
(jP'h nu nog even op prof. KRANENBURG
•D.) terug te komen:
Dok deze kwam met de stokoude bewering,
de coalitie (ook dat woord is verouderd)
de tegenstellingen tusschen de drie recht-
"e partijen onbruikbaar is voor een goed re-
geerbeleid. Hoe dikwijls zullen de feiten deze
bewering nog moeten weerleggen?!
Bovendien geldt de vraagwat maken
de linksche heeren zich daarover toch zor
gen? De rechtsche partijen zullen zelf toch wel
het best weten, of zij al dan niet vruchtbaar
samenwerken kunnen!
Geheel in de lijn van den heer Oud in de
Tweede Kamer noemde de heer Kranenburg-
bij de defensie-uitgaven „het hek van den
dam", en geheel overbodig verklaarde hij
ten slotte, dat de V. D.-Eerste Kamer-fractie
„met toenemende zorg" het nieuwe regeerbe-
leid tegemoet ziet.
De heer DROOGLEEVER FORTUYN. de
woordvoerder van die èndere teleurgestelde
partij die der Liberalen was voor de
Regeering al niet veel vriendelijker: ook hij
keurde het af, dat er geen breede-basis-kabinet:
was geformeerd.
Hij voorspelde een toespitsing der tegen
stellingen.
De teleurgestelde politici zullen echter één
maal tot het besef van de werkelijkheid na
de laatste verkiezingen moeten komen.
Wij vrcezen voorts, dat de heer Droogleever
Fortuyn nog zeer wankel staat in zijn liefde
voor de ordening: hij zou zich met ordenings-
voorstellen kunnen vereenigen, indien deze lei
den zouden tot het opheffen van ernstige mis
standen, maar niet als deze zouden bedoelen,
langs een omweg te komen tot een andere
maatschappelijke orde. waarin met de deug
den en ondeugden der menschen geen reke-«
ning wordt gehouden.
Het eerste echter wil. zoo meenen wij. ieder
een; het laatste wil niemand zoo
dat deze liberale verklaring geen houvast biedt.
In tegenstelling met prof. Kranenburg was de
Vrijheidsbonder van oordeel, dat de Regeering
voor de defensie niet méér vraagt dan, objec
tief gesproken, noodzakelijk is.
Krachtig heeft de heer ANEMA (A.R.) hierna
de Kabinetsformatie verdedigd, zich werend te
gen het verwijt, dat de anti-revolutionnairen
zich bij de verkiezingen tweeslachtig zouden
hebben getoond door ook stemmen van „bui
ten" te lokken. De heer Colijn heeft destijds al
leen maar het anti-rev. beginsel- en actie-pro
gram verdedigd, waarbij noch de breede, noch
de smalle basis in het geding was. De kiezers
zijn volkomen vrij geweest. Eerst na de samen
stelling der nieuwe Kamer kon men beslissen
over de beste samenstelling van het nieuwe Ka
binet en dat dit in zoo positief-christelijken zin
uitviel, juichte deze spreker natuurlijk van harte
toe: nu kunnen er meer principieel-politieke
onderwerpen aan de orde worden gesteld, het
geen bevorderlijk is voor een goedgeordend
partijleven.
Zij, die klaagden over de uitwerping of de af
stooting van Vrijzinig-democraten en Liberalen
bij de formatie, kregen te hooren, dat deze hee
ren zichzelf uitgeworpen hebben, zichzelf heb-
doen afstooten door te weigeren, het persoon
lijk concept-program van den heer Colijn
mét het woordje „positief" te onderschrijven.
Van ietwat ongebruikelijke zijde heeft de
anti-rev. prof. WOLTJER het vraagstuk van de
spelling ten slotte benaderd. Hij betoogde, dat
er in 1934 bij de, invoering der spelling-Mar-
chant een staatsrechterlijke fout begaan is,
door bij Koninklijk Besluit examen-eischen te
stellen, welke indirect zouden dwingen tot aan
vaarding der afwijkingen in de officieele spel
ling. Tot het aanbrengen van wijzigingen in die
spelling acht de heer Woltjer een wettelijke
basis noodig.
Morgen komt minister Colijn aan het woord.
Het gerechtshof te Leeuwarden heeft arrest
gewezen in de zaak van den 27-jarigen chauf
feur J. van O., te Hoogkerk, thans gedetineerd
dien de Groninger rechtbank wegens uitlok
king van den diefstal met braak ten huize van
den heer Reijntjes te Leek die tengevolge
van de doorstane emoties en door andere om
standigheden daarbij den dood vond had
veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf.
De procureur-generaal had wegens heling en
medeplichtigheid aan diefstal vijf jaar gevan
genisstraf geëischt.
Donderdag werd Van O. wegens medeplich
tigheid, door het verschaffen van inlichtingen
en heling van geld, afkomstig van de inbraak,
veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf met
aftrek Van voorarrest.
In verband met het bericht, dat er een be
langrijke uitbreiding van personeel bij het de
partement van Defensie zou komen, wordt ter
algemeene kennis gebracht, dat deze uitbreiding
zich zal beperken tot enkele plaatsen in lagere
rangen en dat daarvoor uitsluitend in aanmer
king kunnen komen personen, die bereids zijn
ingeschreven bij het plaatsingsbureau van het
departement van Binnenlandsche Zaken of bij
het Centraal Capitulanten-bureau.
In verband hiermede kunnen geen sollicita
ties worden afgewacht en zullen deze, gelet op
het groot aantal reeds ontvangen verzoeken om
plaatsing, onbeantwoord dienen te worden ge
laten.
Naar wij vernemen, heeft de minis
ter van Financiën besloten tot de uit
gifte van een 38-jarige staatsleening
met gelijke aflossingen, waarin alle
aflosbaar te stellen 4 pet. leeningen,
te weten de leeningen 1931, 1933 I,
1933 II, 1934 en 1936 zullen worden
geconverteerd, welke leening derhal
ve ongeveer f 1 700 millioen groot
zal zijn.
De houders van obligatiën der genoemde lee-
ningen zullen bij de toewijzing recht van voor
keur hebben. De rentevoet is bepaald op 3 pet.
gedurende de eerste 10 jaren en op 3V4 pet. voor
den verderen duur van den looptijd, terwijl de
uitgifte tegen den koers van 99 Vt pet. zal ge
schieden.
Het ligt in het voornemen, het prospectus in
het begin der volgende week verkrijgbaar te
stellen.
De inschrijving zal worden opengesteld op 27
Januari as. bij de bekende bankinstellingen en
bij het agentschap van het ministerie van Fi
nanciën te Amsterdam.
Zooals bekend, zijn in December te Deven
ter en omstreken gevallen van paratyphus
voorgekomen, waarbij de oorzaak werd gezocht
in het gebruik van eendeneieren in bepaalde
eetgelegenheden. De directeur van den Keu
ringsdienst van Waren te Zutphen deelt thans
mede, dat uit het dopr het Rijksinstituut voor
de Volksgezondheid te Utrecht verrichte bac
teriologische onderzoek van de monsters, wel
ke naar aanleiding hiervan zijn genomen, is
gebleken, dat verscheidene dezer ziektegeval
len inderdaad als paratyphus zijn onderkend
Het onderzoek wettigt het vermoeden, dat deze
paratvphusgevallen hun oorsprong gevonden
hebben in het gebruik van niet voldoende ver
hitte eendeneieren in eetwaren. Een groot aan
tal bedrijven is onderzocht en slechts in één
geval behoefde te worden ingegrepen.
Donderdagmorgen omstreeks twaalf uur is
de 74-jarige heer C. v. d. Spek bij het over
steken van den Noorddijk te Maassluis door
onvoorzichtigheidtegen een passeerenden
zandauto uit Naaldwijk geloopen. De oude mar)
kwam te vallen en geraakte met zijn linkerbeen
onder een der achterwielen van den vracht
wagen. Het slachtoffer moest in ernstlgen toe
stand een nabijgelegen woning worden binnen
gedragen, waar geneeskundige hulp werd ver
leend.
In den loop van den dag is de ongelukkige
aan de gevolgen van zijn verwondingen over
leden.
De Haagsche Kantonrechter heeft schrifte
lijk vonnis gewezen in de zaak tegen den si
garenwinkelier T. P. in de Residentie, die in
verzet was gekomen tegen een verstekvonnis,
waarbij hij wegens overtreding van de loterij-
wet was veroordeeld tot 5 boete subs, één
dag hechtenis.
Tegen dezen winkelier was een vervolging
ingesteld, omdat hij het sportblaadje „De
Voetbalexpert" uitgaf. De hoofdschotel van dit
blaadje was een prijsvraag, betreffende het
raden van een aantal voetbaluitslagen.
De ambtenaar van het O.M. had bevestiging'
van het verstekvonnis gevraagd. De Kanton
rechter heeft den sigarenwinkelier veroordeeld
tot een geldboete van 5 subs. 5 dagen hech
tenis.
De Kantonrechter was van oordeel, dat de
onderhavige prijsvraag Ziser zeker is te be
schouwen als een loterij, waaraan zonder de
bij de wet vereischte toestemming de deelne
ming niet mag worden opengesteld.
99
Van Hr. Ms. gezantschap te Barcelona is
bericht ontvangen, dat de bemanning van het
stoomschip „Hannah", dat Dinsdag 11 dezer om
8 uur op 6 mijlen ten Zuid-Westen van kaap
San Antonio is gezonken, verdeeld is in haar
meening over de vraag, of het zinken veroor
zaakt is door een torpedo of door een mijn.
De geheele bemanning, bestaande uit 32
koppen en den observatie-officier, is gered, in de
eigen booten, daarbij geholpen door de Spaan-
sche kustwacht. Zij vertoeft thans te Benia.
Naar het Handelsblad van welingelichte zijde
verneemt, zal over twee jaren, dus in 1940,
op het traject AmsterdamAmersfoort met
electrische treinen worden gereden. Het ligt
dan in de bedoeling om de lijn Utpecht
Amersfoort eveneens te electrificeeren. Of deze
dienst met de zomer- of de winterregeling zal
ingaan, is thans nog niet te zeggen.
Donderdagmorgen te half twaalf reed de
groentenventer J. B. uit Wapenveld met zijn
paard en wagen op den Zwolscheweg huis
waarts, toen het paard schrok voor een langs
den weg staand geschilderd reclamebord.
Het deed een sprong naar het midden van
den weg, juist op het oogenblik, dat uit de
richting Wapenveld een auto met vijf perso
nen. bestuurd door J. van den D. uit Har-
lingen en op weg naar Duitschland, wilde voor
bij rijden. Het paard kwam voor den auto te
recht, terwijl het lemoen door de ruiten drong
De bestuurder trachtte nog door uitwijken een
botsing met het gespan te voorkomen, doch
raakte daardoor een boom langs den weg.
Hoewel de auto aan beide zijden ernstig
werd gehavend en al het glas werd ver
splinterd, bleven de inzittenden ongedeerd,
behalve de bestuurder, die lichte verwon
dingen aan het gelaat opliep.
Het paard werd gedood. De groenten-
venter verwondde een knie en zijn wageq
liep schade op.
Auto en paard waren verzekerd.
Rijks- en gemeente-politie uit Wapenveld,
die in de onmiddellijke nabijheid waren, toen
het ongeval geschiedde, regelden het verkeer
en stelden het noodige politioneele onder
zoek in.
H. K. H. Prinses Juliana en Prinses Armgard
hebben in den laten namiddag per auto een
wandelrit gemaakt in de omgeving van het
paleis Soestdijk.
De directie der Staatsmijnen heeft besloten,
met ingang van 15 Januari op alle Staatsmij
nen godsdienstonderricht in te voeren voor de
aanstaande mijnwerkers, die alsi leerjongens
hun opleiding ontvangen.
Donderdagmiddag is te Terwispel (Fr.) het
lijk van den 70-jarigen J. Wiegersma, die se
dert Woensdagavond werd vermist, uit het
water van de vaart gehaald. De oude man zou
boodschappen doen voor zijn dochter en was
niet teruggekeerd.
De officier van justitie, mr. B. Kist,
requireerde Donderdag tegen ir. A.
A. Mussert, leider van de N.S.B., die
terecht stond wegens mishandeling,
gepleegd tydens het relletje in Mei
op het z.g. Blauwe Zand te Amster
dam-Noord, ontslag van rechtsvervol
ging, aangezien hij aannam, dat ver
dachte had gehandeld uit noodweer,
waarop ir. Mussert zifch had beroepen.
Scherp, vooral in den verkiezingstijd, aldus spr.
staan de meeningen op politiek gebied tegen
over elkaar. Het aantal politieke strafzaken
neemt onrustbarend toe. De taak voor recht
bank en parket is zeer moeilijk. Insinuaties,
zooals ons soms ter oore komen, kunnen ons
niet deren. Wij zullen deze zaak uitsluitend
naar haar juridische merites behandelen. Kan
deze verdachte zich op noodweer beroepen? Dat
is een zeer moeilijke zaak en het begrip .nood
weer" wordt door verschillende rechtscolleges
zeer uiteenloopend beoordeeld.
Tot de feiten komende, zeide spr., dat ir. Mus
sert 14 Mei een bezoek aan drie families op het
Blauwe Zand had gebracht. Tachtig negentig
personen verzamelden zich voor de woning van
Zoutberg, waar verd. vertoefde. Het meerendeel
van de menschen had steenen in de hand. Toen
verd. naar den auto ging, kwam Melchers, een
groote, breede man, op hem af. Verd. Mussert
heeft enkele slagen gegeven, Melchers heeft
Mussert gestompt. Er bestaat een zeker even
wicht tusschen de mishandelingen, wederzijds
gepleegd. Ir. Mussert heeft onmiddellijk aan
gifte gedaan. Wie eerst heeft geslagen, is moei
lijk te zeggen, de verklaringen der diverse ge
tuigen staan tegenover elkaar. Ik denk niet,
aldus spr., dat er veel menschen in de zaal zijn,
die de lezing van Melchers als waar aannemen.
Het is onaannemelijk, dat hij de menschen tot
kalmte aanmaande. Hij is niet in staat iemand
kalmeerend toe te spreken. Waarschijnlijk is
het, dat Melchgrs zijn vuisten heeft gebruikt en
dat dus de lezing van ir. Mussert juist is.
Het hof is van oordeel, dat Mussert zich
alleen op noodweer kan beroepen, wanneer
zijn tegenpartij begonnen is met slaan.
Dit is echter niet in overeenstemming met
de geldende jurisprudentie. Men is reeds ge
rechtigd, een onmiddellijk dreigenden aan
val af te weren. Hier was een onmiddellijk
dreigende wederrechtelijke aanval aan
wezig.
Tientallen menschen stonden vijandig gezind
om ir. Mussert heen. Uit den kring kwam een
groote, dreigende figuur naar voren. Wegloo-
pen kon ir. Mussert niet, ik geloof dan ook niet,
dat het met een enkelen klap zou zijn afgeloo-
pen, wanneer verd. niet met het zweepje had
geslagen.
Maar is er hier geen sprake van uitlokking?
Wilde verd. niet, dat er geslagen werd, zoodat
de wederrechtelijkheid niet langer aanwezig is?
Volgens een recent arrest van den Hoogen
Raad kan men zich niet op noodweer beroe
pen, wanneer men een aanranding uitlokt.
De beantwoording van deze vraag is in dit ge
val niet gemakkelijk. Hij ging willens en we
tens naar een buurt, die hem vijandig gezind
was, in gezelschap van twee chauffeurs, gewa
pend met een zweepje. Men mag aannemen.dat
hij de mogelijkheid van een aanranding voor
zag.
Spr. betwijfelt, of ir. Mussert Melchers met
het zweepje heeft willen slaan. Wij mogen
niet aannemen, dat hy den vooropgezetten wil
had. zyn handelingen waren gericht op be
scherming van eigen lijf en veiligheid.
Had ir. Mussert dan de politie niet moeten
waarschuwen, voor het onrecht dat hy voor
zag? Want er is hem onrecht gedaan. Wij, Ne
derlanders, zijn trotsch op onze vryheid, ieder
moet kunnen gaan, waarheen hy wil. Hij heeft
misschien onvoorzichtig gehandeld, doch daar
mede heeft hy zyn beroep op noodweer niet
verspeeld.
Spr. komt dus tot de conclusie, dat het
feit is bewezen, doch dat verd. niet straf
baar is, omdat hy terecht een beroep op
noodweer heeft gedaan; zoodat de officier
ontslag van rechtsvervolging requireert.
Omtrent het verloop van de behandeling
dezer zaak valt nog te melden, dat de 34-jarige
stoker Melchers zyn, reeds bekende, lezing gaf
van het gebeurde op het Blauwe Zand.
Nog werd een juffrouw gehoord die weer een
andere visie op het relletje had, waarna ver
dachte Mussert gelegenheid krijgt om zijn aan
eengeschakeld verhaal te geven. Zijn verweer
heeft hij op schrift en leest hij voor; o.a. zet
hy de reden van zyn bezoek aan het Blauwe
Zand uiteen.
Vervolgens houdt hy een korte politieke be
schouwing.
„Deze aanslag zou achterwege zijn gebleven,
wanneer de orde gehandhaafd was geworden".
Tydens de verklaring van ir. Mussert valt mr.
Van Vessem hem plotseling in de rede en zegt
tegen den president: „Er zit hier iemand achter
me in de advocatenbank, die zich op zeer be-
leedigende wyze over ir. Mussert uitlaat".
Pres. (tot verdachte): Gakt u door met uw
uiteenzetting.
Uitvoerig zette verd. nogmaals uiteen, dat hy
uit noodweer heeft gehandeld.
Mr. van Vessem hield op verzoek van zyn
cliënt geen pleidooi.
De uitspraak werd bepaald op 27 Januari.
Na een korte pauze behandelde de rechtbank
de zaak tegen den stoker Melchers, wien mis
handeling van ir. Mussert ten laste is gelegd.
De eerste getuige is ir. Mussert, die verklaart,
dat verdachte hem heeft gestompt, waarna hy
getuige het zweepje gebruikte.
Verdediger mr. Heemskerk: Wist u, dat uw
chauffeur een revolver by zich had?
Getuige: Neen, dat was my onbekend. Ook
wist getuige niet, dat er gefotografeerd zou
worden.
Mr. Heemskerk: Is die zweep speciaal voor
u gemaakt?
Getuige Mussert: Neen, het is een cadeau
van een onbekende.
Verdediger: Is het u bekend, dat de luitenant
van de weerafdeeling, Witkamp, met zijn men
schen eenige malen het Blauwe Zand heeft be
zocht?
Getuige Mussert: Ik wist het niet zeker, maar
ik vermoedde het.
De getuigen uit de zaak Mussert worden op
nieuw gehoord en blyven by hun reeds afge-
legdé verklaringen.
De verdediger had o.m. décharge opgeroe
pen den journalist H. v. d. Weg, die o.a. eenige
foto's overlegde, waaruit het provoceerend ka
rakter der N. S. B.-ers by hun bezoek aan het
Blauwe Zand zou blyken. Uitvoerig lichtte de
getuige de houding der N.S.B.-ers bij hun col
portage toe. Geen enkele politieke partij, be
halve de N.S.B., ondervindt hinder by haar
colportage op het Blauwe Zand. Deze verkla
ring wordt door colporteurs en aanhangers
van verschillende politieke partyen bevestigd.
De officier van Justitie, mr. B. Kist, is van
meening, dat verdachte Melchers den eersten
klap heeft gegeven. Ook wanneer dit niet het
geval is, mocht ir. Mussert, uit noodweer, slaan.
Deze verdachte Melchers kan zich niet op nood
weer beroepen. Hy kon immers wegloopen, daar
de geheele bevolking op zyn hand is. We moe
ten hoe ernstig de zaak ook is niet uit
het oog verliezen, dat deze Melchers min of
meer slachtoffer is. Spr. requireert een geldboete
van 15, subs. 5 dagen hechtenis.
De verdediger, mr. Heemskerk, zegt in zyn
pleidooi, dat het hier een relletje betreft, dat
met een sisser is afgeloopen en waaraan niet
te veel beteekenis mag worden gehecht. Het
was heelemaal niet noodig, dat ir. Mussert naar
het Blauwe Zand ging om orde te scheppen. Het
is nog nooit vertoond, dat een politiek leider
gewapende bezoeken gaat afleggen. Ook de
werkloosheid zoo vervolgt pl. speelt hier
een rol. Verd. Mussert heeft gezegd, dat hy
's middags ging, omdat het er dan stil is. Dat
is onjuist, want een groot deel der mannen is
thuis wegens werkloosheid. Mussert is naar de
hem vijandige bum gegaan, ómdat daar wel
eens iets kon gebeuren, dat te gebruiken was
voor politieke propaganda. Wat het relletje be
treft is M. volkomen geslaagd.
Per auto ging Mussert in gezelschap van
een chauffeur en een hulp-chauffeur-monteur.
De eerste droeg een revolver, waarvan ir. Mus
sert niets zou weten. Even vreemd is het, dat
ir. Mussert niet wist, dat er door zyn fotograaf
foto's werden gemaakt.
De geheele houding van ir. Mussert was zeer
onvoorzichtig, hoewel pl. ook de houding van
Melchers niet kan bewonderen. Onaannemelyk
is het echter, dat Melchers in zyn eentje naar
voren is gegaan, om een aanval te doen.
Naar pl.'s meening is er alle aanleiding om
ïan te nemen, dat ir. Mussert de gebeurtenis
sen heeft uitgelokt.
Pl. concludeerde tot vryspraak, subs, vroeg
hij ontslag van rechtsvervolging op grond van
noodweer.
Ook in deze zaak werd de uitspraak bepaald
op 27 Januari.
Aan mevrouw W. MansholtAndreae, te
Glimmen, is op verzoek eervol ontslag ver
leend als lid van den Onderwysraad, met dank.
16 Januari is benoemd tot geneesheer-direc
teur der Ryksasyls voor psychopathen te Aver-
eest dr. A. L. C. Palies, thans tyd.
Met 1 Januari is benoemd tot agent by de
Rijksvarzekeringsbank in vasten dienst G. H.
Mulder, tevoren tyd. als zoodanig werkzaam.
kan 't heusch niet helpen," antwoordde
L.s- Jordan. „Ik mag u ook niets vertellen. Ik
li| alleen verzekeren, dat ik, zooveel het
[Nijn vermogen is zal tegengaan, dat u
JNg leed geschiedt,"
.Tnrrfon txrooc
<3le
's- Jordan wees haar nu haar slaapkamer,
°D haar zitkamer uitkwam en die geheel in
- Was voor haar ontvangst. Haar linnenkast
tws keurig voorzien en in de kleerkast hingen
Vaae Japonnen, één van zyde-fluweel en één
NIersche wollen stof.
v "Maar wie zegt nu, dat ze my passen zullen?"
Nita.
zijn volgens patroon gemaakt," antwoord
de oude vrouw.
Ofti lk §eef het °P! Ik ben door geheimen
Seven!" zuchtte Marie.
a nu wat rusten, lieve!" vermaande Mrs.
Jordan. „U ziet, dat er een flinke grendel op
uw deur is. U heeft dus nog geen reden, om iets
te vreezen."
Marie volgde dien raad op en legde zich wat
ter ruste. Toen zy wakker werd, was het al laat
en by haar binnentreden van de zitkamer vond
zij de tafel gedekt.
In dit vertrek stond de piano. Er lagen de
nieuwste boeken; ze vond er een naaitafeitje en
teekenbehoeften; kortom, het was een weelderig
ingerichte gevangenis.
Den volgenden dag ging het evenzoo. In haar
beide kamers vond zy alle gerief, dat zij maar
verlangen kon; maar zóó zorgvuldig werd zij
bewaakt, dat haar bejaarde „kamervrouw," als
zij haar haar maaltyden bracht, zelfs van buiten
af er in gesloten werd, en later door een waar
schuwend tikje haar eigen vryheid herkreeg.
In het eerst had Marie Sir Robert Rivers
verdacht van deze ontvoering, maar neen, dat
was toch een te romantisch ondernemen.
De bel ging en ze hoorde haastige voetstappen
langs haar deur. Daarop klonk er een hooge
stem, die riep:
,,'t Is een verschrikkelijk huis en als ik dat ge
weten had, dan zou hy my hier niet heen ge
kregen hebben!"
Marie herkende die stem en, terwyl ze waan
zinnig met de handen op de dikke, eikenhouten
paneelen sloeg, riep zy:
„Collins! Collins! Ik ben het, Marie Trouville!
Ik word hier gevangen gehouden! Help!"
Maar er volgde geen antwoord op haar ge
roep.
HOOFDSTUK XXXI
Mrs. Munro was wanhopig, toen Amy terug
keerde van haar vruchteloos onderzoek en er
ook den volgenden dag niets werd gehoord van
Marie. Om ongeveer vyf uur kwam Claud van
het station en vroeg in de grootste opgewonden
heid aan Amy, die hem by de halldeur tegemoet
kwam:
„Heb je tyding van haar?"
„Helaas, niet"
„O, Claud, ik ben zoo dankbaar, dat ik je zie!"
riep zyn grootmoeder. „Het was toch zoo ver
standig van Amy, om je te telegrafeeren."
„Amy is altijd verstandig en goed; maar dit
is iets verschrikkelijks, grootmóeder!"
„Denk jy, dat Robert er iets mee uit te staan
heeft?"
„Hy is in Londen. Ik ben aan geweest op zyn
kamer en vond hem in bed, te ziek. om zich te
verroeren. De dokter, dien ik buiten even sprak,
zei, dat hy bang was, dat het op rheumatische
koortsen zou uitloopen. Ik heb van allerlei on
derzoek gedaan naar Marie in Trouville en dat
myn onderzoek wel angst heeft verspreid, bleek
daaruit, dat ik op eigenaardige wijze beroofd
werd."
„Beroofd?" riep Amy ontsteld.
„Ja, een paar nachten geleden moet iemand
mijn kamer zyn binnengedrongen en werd mijn
diamanten ring gestolen. Daar ik heel bang was
geweest, om het kruisje Van Marie te verliezen,
droeg ik dit aan een kettinkje om den hals. Het
geruisch op mijn kamer wekte my; ik zat op
in bed, met mijn revolver in de hand, en riep:
„Wie is daar? Spreek of ik schiet!" Onmid
dellijk hoorde ik iemand naar de deur loopen.
Ik sprong uit bed, achtervolgde den dief, maar
kon hem niet inhalen; ik merkte intusschen,
dat myn ring weg was; maar mijn beurs en
mijn horloge waren er nog. De dief had klaar
blijkelijk naar iets gezocht, zeker naar het
kruisje, want de laden van de kast stonden
open."
„Misschien zou het beter zijn geweest, om
maar niet zoo byzonder de aandacht te hebben
gevestigd op die arme Marie!"
„Ik zweer, dat ik haar vinden zal, Oma! Ik
heb haar lief en ik had niet den moed, om u
te vragen een kleindochter zonder naam aan te
nemen."
„Heb je Marie lief? Beste jongen, is dat mo
gelijk?"
„Doe ik er u verdriet mee?"
„O, neen! Ik had wel andere verlangens ge
koesterd, maar dat arme kind! Claud, acht jy
het mogeiyk, dat Robert haar weggevoerd
heeft?"
„Ik geloof niet. dat hy zooveel liefde zou kun
nen voelen voor een vrouw, dat hy er zyn posi
tie aan zou opofferen."
„Wat hy zich eenmaal heeft voorgesteld, zal
hij ook bereiken, ten koste van allesVer
beeld je, Claud, als zij eens kleine Nita was, die
niet verdronken zou zyn, maar op zee gevonden
werd!"
„Aan die mogelijkheid heb ik ook gedacht en
ik was dan ook op het punt, om naar Engeland
terug .te gaan met de bedoeling om den jongen
te zoeken, die er by moet zijn geweest, toen de
visschers Nita ontvingen, toen het telegram van
Amy kwam en ik onmiddeliyk gevolg gaf aan
haar oproep."
„Heb je het kruisje by je, dat Marie je heeft
gegeven?"
„Hier is het."
„Claud, dit is het kruisje, dat wy Nita omde
den, toen wy haar by die menschen in Corn-
wallis brachten." Terwyi Mrs. Munro op een
veer drukte, kwam het monogram te voorschijn:
„J. M. O." „Ja, zie je, Marie en Niia zyn de
zelfde."
Claud was te opgewonden, om te kunnen spre
ken. Snikkend legde Amy haar hand op zyn arm
en riep:
„Wat zal kapitein de Brath biy zyn!"
„Maar wy hebben haar nog niet. Dadelyk ga
ik haar zoeken!"
„Eerst dineeren, Claud, dan kan je met den
laatsten trein naar Londen en de hemel helpe
je by je onderzoek!"
Aan het diner zei de jonge man:
„Ik twyfel geen oogenblik, of Robert heeft
Marie weggevoerd, niet zoozeer uit liefde tot
haar als uit inhaligheid. Dat de hemel haar be
hoede, als zy, wat ze zeker zal doen, zyn
aanzoek weigert."
De dames stemden geheel in met deze bede
en waren tot tranen geroerd by het afscheid.
Zoodra Claud in Londen aankwam, begaf hy
zich rechtstreeks naar Clark en met ieder woord,
dat ze spraken, werd de overtuiging vaster by
hen, dat Marie weggevoerd was door den man,
die zich wederrechtelyk haar erfeel had toege-
eigend.
Van daar begaven ze zich naar Jermynstreet.
De hospita zei, dat Sir Robert Rivers zeer ziek
was en dat er een verpleegster by hem was, die
absoluut niemand wilde toelaten.
Terwyi zy het huis verlieten, keek Clark nog
eens op en legde de hand 'op Claud's arm.
„Neem my niet kwalijk, sir, maar ik zag daar
ginds voor dat venster het gezicht van Samuel
Philpot. Die zal dus nu bediende wezen by Sir
Robert Rivers."
„Gerechte Hemel! Wat een ontdekking al
weer! Laten wy nu gaan naar ieder huis, dat
het eigendom is van Robert Rivers, in de hoop,
in één daarvan Marie Trouville te vinden! Ge-
ukkig is zy nog vry van zyn persoonlyke ver
volging."
„Maar niet van het Zigeuner-vergif," bracht
Clark, hoogstemstig in herinnering.
(Wordt vervolgd!