De Rijksmiddelen in 1937 B 4vnw&f. is die 'z/watoe De avonturen van een verkeersagent je Mdwt&aal mn den dag SJ i DINSDAG 18 JANUARI 1938 Een gunstig verloop Schimmenspel DE I LAVENHALER GEKOELDE DRUIVEN NAAR ZUID-AF RIKA BIGGENMERKEN AARDSCHOK TE BENKOELEN Steun voor herstel visschers- vaartuigen F amilieberichten VOETBAL OM DE ENGELSCHE CUP Chesterfield wint van Bradford City WIELRENNEN ZESDAAGSCHE TE GENT DE „EMOE" HEEFT MOTOR STORING Reparatie eischt meer tijd dan gedacht was HEFFING OP TEELT VAN VROEGE AARDAPPELEN R. K. STAATSPARTIJ KRING 's GRAVENHAGE BEJAARDE VROUW VERDRONKEN UITLOTINGEN s. ""c ïP»i> Met meer dan gewone belangstelling is de Decemberstaat der rijksmiddelen tegemoet gezien, wijl deze het sluitstuk vormt van het overzicht der rijksfinanciën over het jaar 1937. In den loop van dit jaar hebben vele finan- cieele profeten hun gaven op de rijksmiddelen beproefd. Maar, zooals méér voorkomt by „helderzien den", hun voorspellingen liepen hopeloos uit elkaar. Terwijl geboren pessimisten na de eer ste opleving in het voorjaar alweer crisiswolken dreigend zagen aanstormen en een nieuw laagte record der staatsontvangsten in het vooruitzicht stelden, waren er óók tegenvoeters aan het woord, die alle zorgen door de devaluatie-gevol gen zagen weggespoeld. Wy hebben nóch in het eene, nóch in het andere koor meegezongen, doch op den grond slag der nuchtere cyfers immer betoogd, dat de financieele toestand langzaam verbeterde, zonder dat er van een blakende gezondheid sprake was. De feiten hebben deze politiek van het gulden midden nu volkomen in het geiyk gesteld. Er is op de z.g. overige middelen dit jaar in totaal ontvangen 436.8 millioen. Dit is 63 millioen meer dan de raming en bijna 66 mil lioen meer dan in 1936. Voor het laatst echter moeten wij by deze vergelijkende cyfers een reeds enkele malen her haalde opmerking plaatsen. Men mag namelijk niet vergeten, dat de raming over 1937 is op gesteld in JuliAugustus van 1936 en naar goed gebruik gebaseerd op de werkelijke ont vangsten in het eerste halfjaar 1936. Wijziging in de muntpolitiek werd toen zelfs nog niet overwogen in regeeringskringen. Wel waren de cijfers hooger dan de begrooting 1936 aangaf, wat er op duidt, dat de minister ook los van de muntpolitiek eenige opleving zag. Zoo bezien mogen wy die meerdere ontvangst van 63 mil lioen veilig stellen op het credit der devaluatie. Een vergelijking met de jaarcijfers van 1936 moet natuuriyk óók met de muntpolitiek reke ning houden, al zyn bij de ontvangsten van dat jaar ook die van drie devaluatie-maanden. Minister de Wilde heeft dezer dagen over de rijksfinanciën weinig opwekkende geluiden laten hooren. zyne Excellentie meende, dat zijn be grooting voor 1938 welke voor de overige middelen rond 55 V4 millioen hooger is dan over het afgeloopen jaar nog maar nauwelyks aan den veiligen kant is. 't Kan natuuriyk zyn, dat de minister over meer en betere gegevens beschikt dan wy, maar voorloopig stellen de cijfers zijn pessimisme nog niet in het gehjk. Wanneer de laatste maanden van het afge loopen jaar een algemeene daling te zien had den gegeven, zou zonder meer zyn kyk op de komende gebeurtenissen aanvaard kunnen wor den. Het tegendeel is echter waar. Na het November-totaal van 38.3 millioen, is de December-ontvangst van 37.6 nog boven de gemiddelde maandopbrengst van het afgeloopen jaar, die 36.3 millioen bedraagt. Enkel wan neer het waar zou zyn, dat de nieuwe conjunc tuurverslechtering, welke b.v. Amerika en En geland te zien geven, zich juist als bij de voor- bye crisis eerst eenige maanden later by ons demonstreert, zou Zyne Excellentie wel eens gelijk kunnen krijgen. wy schreven hierboven, dat December het mooie totaal van 37.6 millioen opbracht. Men zal het ons niet euvel duiden, dat wy ditmaal de afzonderlyke middelen van deze maand niet nader analyseeren, doch liever een korte be schouwing wyden aan de totaalcyfers van het jaar, in verband met de oude en met de nieuwe raming. De Dividend- en Tantièmebelasting is een der middelen, welke het snelst op de verbeterde conjunctuur gereageerd hebben. Uiteraard be troffen de meeste heffingen hierop winsten, welke in 1936 gemaakt waren, enkele interim dividenden dan uitgezonderd. Welnu, bij een raming van 13.8 millioen (ook 1936 bracht on geveer zooveel op) bedroeg de opbrengst niet minder dan 223 millioen. Onmiddeliyk rijst hier al de vraag, of de minister, die voor 1938 21 millioen raamt, niet wat aan den zuinigen kant is gebleven. O ja, we weten wel, dat vele cultuur-ondernemingen en industrieele bedryven niet die winsten maken, welke mid-zomer verwacht waren ge worden. Maar dat ze gemiddeld die van 1936 niet zullen evenaren, nemen we voetstoots nog niet aan. Met 97 millioen prijken de Invoerrechten als grootste ontvangstpost op de lijst. Een mooi cijfer, al is het overschot van 6 millioen ten op zichte der raming minder groot dan we had den verwacht. Er zyn vooral in het begin van het afgeloopen jaar eenige maanden geweest, dat de opbrengst op dit middel bepaald te leurstellend was. Ook December was maar nauwelyks „prys- houdend" en zoo zou het wel eens kunnen zyn, dat de nieuwe raming van 98 millioen wat hoog gemikt is. Van de Accijnzen in één groep samengevat kan gezegd worden dat ze met uitzondering van dat op zout, alle hun plicht gedaan hebben. Maar ook niet veel meer. Op een totaal raming van rond 130 millioen is slechts een meer-opbrengst van ruim 7 mil lioen. Deze cyfers demonstreeren beter dan lan ge vertoogen, hoe weinig nog de betere con junctuur tot de koopende massa is doorgedron gen. Ook voor het komende jaar worden deze accynzen geraamd op vrywel dezelfde bedra gen als in het afgeloopen jaar per saldo werden ontvangen. Een kleine aanwijzing, dat er weer iets meer voor luxe wordt uitgegeven, zien wy in de be scheiden stijging der belasting op goud en zil ver. Op een raming van f 475.000 werd f 96.000 of rond 20 pCt. meer ontvangen. Een wezenlijke meevaller is de Omzetbelas ting. Voor het eerst sinds deze heffing werd ingevoerd, is de raming niet enkel bereikt, doch zelfs belangrijk overgeschreven. Niet minder dan 74 millioen kwam er op binnen, wat 1114 millioen meer is dan gere kend werd. Ook hier ziet de minister een sta bilisatie van het nu bereikte peil, want hy begroot voor 1938 een opbrengst van 75 mil lioen. Heel merkwaardig is de gang van zaken dit jaar geweest by de Zegelrechten. Geraamd was een opbrengst van 16 millioen; ontvangen werd precies 100 procent meer! Dit schitterend resultaat is voor een goed deel gevolg vanden goklust der Nederlan ders. Toen de beurskoersen in. het eerste half jaar voortdurend maar stegen, trachtte zoowat ieder, die nog eenige contanten bezat, een graantje mee te pikken, om zoodoende het ge decimeerde fortuin een weinig te herstellen. Velen is het gelukt, anderen, die op het ver keerde moment „er in sprongen" kregen de kous op den kop. Maar van allen eischte de fiscus zyn deel en zoo kon hier een ongewoon hoog accrès geboekt worden. Dat dit echter zoo niet door kon gaan, heeft ook de beheerder der schatkist gevoeld en vei ligheidshalve raamde hy voor het nieuwe jaar slechts 26 millioen. Tenzij een nieuwe hausse volgt, zal dit wel meer de werkelijkheid bena deren dan het fantastisch bedrag van 1937. Rustiger deden het de Registratierechten. Zij sprongen van 11 millioen op 163 millioen, 50 procent verhooging dus. Deze stijging lijkt ons gezonder, wat meer gebaseerd op de werkelijke toestanden, zoodat een nieuwe schatting van 17 millioen wel verantwoord is. Dat de Successierechten by een raming van 40.8 millioen slechts tot 45 millioen kwamen, kon van dit wisselvalligste aller middelen ver wacht worden. Een feit is echter, dat de ver grooting van vele vermogens sedert vorig jaar vroeg of laat in deze heffing tot uitdrukking moet komen. Een raming van 46 millioen zal dus wel aan den veiligen kant blijken. Over de Directe belastingen en de heffingen met bijzondere bestemming zullen we in een volgend overzicht nog wel een enkel woordje te zeggen hebben. In verband met de besprekingen, welke de ge zant der Zuid-Afrikaansche Unie thans in Zuid- Afrika heeft gevoerd, deelt Mr. L. Niemöller, secretaris van het centraal bureau voor de vei lingen in Nederland mede, dat de besprekingen van Dr. van Broekhuizen als een vervolg op de onderhandeling met den Bond Westland kun nen worden beschouwd. Het centraal bureau voor de veilingen heeft hans reeds de moeilijkheden onderzocht, die het druivenvervoer naar Zuid-Afrika in den weg staan. Met medewerking der Nederlandsche regeering worden momenteel proeven genomen met z.g. gekoelde containers, waarin de druiven geduren de de lange zeereis niet kunnen bederven. Mr. Niemöller achtte de bewering van de Zuid-Afrikaansche fruitbeurs, dat men in 1938 een millioen kisten fruit in Nederland zou willen importeeren, wel wat al te optimistisch. Een kwantum van 25 millioen k.g. fruit uit Zuid- Afrika per jaar zou meer zijn dan onze binnen- landsche markt kan verdragen/ Tegenover dezen import van Zuid-Afrikaansch fruit zou dan natuurlijk ook een grootere export van Nederlandsch fruit naar Zuid-Afrika moe ten staan en wel in de maanden, dat daar de druiven schaarsch zijn. De heer Tj. Reitsma, secretaris van den bond van kleinhandelaren in aardappelen, groenten en fruit, gaf als zyn meening te kennen, dat er vroege aardappelteelt zeker niet gunstig zijn en waar geen enkel tuinbouwartikel is belast, deze heffing als een drukkende belasting wordt ge voeld. Waar mede op deze teelt een extra beperking van 15 pet. is toegepast, verzoekt adressant den minister bedoelde heffing te laten vervallen, in ieder geval deze niet hooger te willen stellen dan f 30 per H.A. Wy vernemen van bevoegde zijde, dat het aantal aangebrachte biggenmerken in de week van 3 tot 8 Januari 1938 bedroeg: 36.117, tegen over 24.395 in de overeenkomstige week van het jaar tevoren. Van de toekenning 1937 zyn van 1 Januari 1937 tot 8 Januari 1938 in totaal aangebracht 1.877.801 merken, tegenover 2.125.273 merken van 1 Januari 1936 tot 8 Januari 1937. BATAVIA, 18 Jan. (Aneta). Het meteoro- gisch observatorium te Batavia registreerde heden te 11.51 uur een zware aardbeving uit west-noord-wëstelijke richting, vermoedelijk in de omgeving van Benkoelen. BENKOELEN, 18 Jan. (Aneta). Te 11.20 uur werd hier een flinke aardschok gevoeld, welke drie minuten aanhield. edenk in uren van beproeving en smart, dat ied're mensch wel iets te boeten heeft en het leed zal lichter te dragen worden. Van bevoegde zijde vernemen wy, dat de crisis-steunbeschikking 1937 (herstel visschers- vaartuigen) in dier voege is gewijzigd, dat de schriftelijke aanvragen om voor den krachtens deze beschikking te verleenen steun in aan merking te komen uiterlijk den lsten Maart 1938 by de Nederlandsche Visschery Centrale moeten zyn ingediend om in behandeling te worden genomen. (Uit andere bladen) Geboren: J. Lampe—Kuiler, z., Utrecht; E. Visserde Wit, d., Arnhem; T. Kreykamp v. Will, z., Steyl; A. SchweigmanSpaapen, z., Maartensdijk. Overleden: A. v. d. Meer—v. d. Heuvel, 57 j., Oudewater; H. Burgers, lj., Weurt. Ondertrouwd: T. v. Balen—J. Arnolds, Am sterdamRotterdam. GetrouwdN. MayerG. v. Velsen, Beek (L.) De ontmoeting tusschen Chesterfield en Brad ford City voor de Engelsche Cup welke de vorige week in een gelijk spel was geëindigd, werd Maandag overgespeeld en eindigde in ee» 20-overwinning voor Chesterfield. By de neutralisatie hedenochtend was de stand op de Zesdaagsche te Gent als volgt: 1. BuysseBilliet 307 pnt; 2. SlaatsPelle- naars 300 pnt; met een ronde achterstand: 3. van Schijndelvan den Broek 229 pnt; i»e6 vier ronden achterstand: 4. DeneefDekuys* scher 378 pnt; 5. DepauwBruneau 107 pnt! 6. GuimbretièreGiorgetti 27 pnt; met vijf ron den achterstand: 7. HuysVerreycken 121 pnt; met twaalf ronden achterstand: 8. Defoordt-- Verhaeghen 139 pnt; 9. NayeMartin 85 pnt- Afgelegd waren 2582 KM. 12 cachets 50 ct. P roefdoosje 2 cachets 10 ct. BijApoth.enDrog. in de wintermaanden in ons land zeer zeker wel behoefte zal zyn aan Zuid-Afrikaansch fruit, mits dit niet te duur en van goede kwali teit is. De kleinhandel juicht de plannen toe, maar zal daarvan alleen kunnen profiteeren, wanneer de initiatiefnemers er in slagen de onkosten en daarmede de prijzen laag te houden. BATAVIA, 18 Januari. (Aneta). De „Emoe", welke om 12.00 uur van het vliegveld Tjililitan vertrok, keerde aldaar om 12.05 uur terug we gens een kleine motorstoring, welke moest worden nagezien. Hoewel men verwachtte, dat het toestel zeer spoedig weer zou vertrekken, is dit toch uitgesteld tot morgenochtend. Het bestuur der veilingsvereeniging „Wester- lee" te De Lier, heeft zich met een schrijven tot den minister van Economisch Zaken gericht, waarin het ernstig bezwaar maakt tegen de hef fing op de teelt van vroege aardappelen en in het bijzonder tegen de verhooging dier heffing, waarbij er tevens op wordt gewezen, dat gedu rende het jaar 1937 ongeveer twee millioen k.g. vroege aardappelen ter veiling zijn aangevoerd. Adressant wijst er op, dat de resultaten der De voor de leden van den Centralen Raad der R.K. Staatsparty kring 's-Gravenhage uitge schreven buitengewone vergadering is. wegens het nog niet plaats gehad hebben der heuglijke gebeurtenis in het prinselijk gezin, uitgesteld tot Vrijdag 28 Januari a.s. De agenda dezer feesteiyke byeenkomst, die gehouden wordt in het gebouw „Amicitia" aldaar, blijft ongewijzigd. Maandagavond is de bejaarde echtgenoote van den heer Zut, kassier der Boerenleenbank te Noord-Scharwoude, verdronken. Toen het bestuur der Boerenleenbank, door het lange wegbiyven der vrouw, ging zien, vonden zy de vrouw in het water. Zij werd op het droge ge bracht, doch de levensgeesten bleken reeds ge weken te zyn. Men vermoedt, dat de vrouw, die den laatsten tijd niet erg wel was, door een duizeling is bevangen. 2Yz pCt. STAD ANTWERPEN 1887. Trekking van 10 Januari 1938. Serie 802 no. 9 met frs. 10.000; ser. 35.867 no. 11 met frs. 1000; ser. 15.218 no. 25 met frs. 500; ser. 25875 no. 1 en ser. 70705 no. 22 elk met frs. 250. Met frs. 150: S. 4165 n. 2 S. 21254 n. 7 S. 25875 n. 9 S. 29899 n. 21 S. 35289 n. 21 S. 38321 n. 1 S. 42218 n. 3 S. 44481 n. 16 S. 45466 n. 19 S. 47439 n. 11 S. 47714 n. 8 S. 49467 n. 1 S. 50945 n. 24 S. 55221 n. 2 S. 56063 n. 12 60073 n. 9 S. 60410 n. 12 S. 64277 n. 2 S. 69107 n. 8 S. 73220 P v Wat gebeurde echter? Toen de aviateur in zyn machine had plaats genomen, vergat hy het agent je. Keesie schreeuwde hem toe, maar daar de motoren reeds draaiden, kon de man natuuriyk niets hooren en weldra was de machine opgestegen en uit het gezicht verdwenen Daar stond Keesie, moederziel alleen. Wanhopig stak hy zyn armen omhoog, als wilde hy het zich verwyderende vliegtuig -vsg grypen. Wat moest hy nu beginnen? k had me in een rustig hoekje van de zaal teruggetrokken, toen een van de andere gas ten eveneens kwam aangeloopen, en zich met een zucht van verlichting in een fauteuil naast me neerliet. Ik ben hier toevallig terechtgekomen, om dat ik iemand moest hebben, waarvan ik wist, dat hy veel in deze kringen komt. Wacht misschien óók op iemand? Neen, antwoordde ik naar waarheid. Wat doet dan hier, als ik vragen mag? U ziet er evenmin naar uit, dat u behagen schept in dit gelanterfant. Misschien is het de aantrekkingskracht, die de plaats van het misdrijf op den misdadi ger pleegt uit te oefenen, trachtte ik te schert sen. Ofwel: zekere schimmen uit het verleden. Ik begrijp u niet, zeide hy. Er zyn avonden van zwaarmoedigheid, dat ik luidruchtige partijen als deze opzoek om de jeugd, welke ze in me oproepen, of de her innering aan een verloren dierbaar wezen. En tot nu toe hebt u nog geen schim uit het verleden gezien? Nog niet. Maar ik wacht. Hy zette zijn monocle recht, en haalde zyn sigarettenkoker te voorschijn. Rookt u? vroeg hy, mij den koker geopend voorhoudend. Ik stak mijn hand uit, doch hield verbaasd op. Wat scheelt er aan? vroeg hij. Neemt u me niet kwalijk: wilt u myn nieuwsgierigheid bevredigen? Nu was hij op zyn beurt verbaasd. Ik greep den sigarettenkoker, en bekeek hem nauw keurig van alle kanten. Nu, wat is er? O, niets, zeide ik. Door een heel eigen aardige gelijkenis roept dit ding een verre her innering wakker. Daar hebt u al zoo'n schim uit het verleden Myn stem beefde by de herinnering. Ik gaf den sigarettenkoker terug, en hy legde hem op de tafel. Een treurige herinnering zeker? probeer de hy. Niet heelemaal, want die koker doet me denken aan de zoete geuren van Biarritz. Biarritz! Daar woon ik 's zomers. Daar ga ik elk jaar naar toe, zoo gauw als mijn zaken me toestaan, om uit Parijs weg te loopen! Het is nu al twaalf jaar geleden, zei ik. Met een paar vrienden was ik naar Biarritz ge gaan, om me wat te verstrooien. Déér was het, dat ik de vrouw leerde kennen, die ik boven alle andere de voorkeur gaf. Door de voortdu rende aanwezigheid van haar familie viel het my ietwat moeilijk, een vertrouwelijk gesprek met haar te hebben. Doch ten laatste gelukte het mij, en wisselden wij de eerste woorden van liefde. Ik wist, dat haar familie tégen onze ver bintenis was; en haar betrekkelijk overhaast vertrek naar Parijs moest daaraan worden toe geschreven. Maar myn vertrouwen in haar bleef ongeschokt. Geruimen tyd schreven wy elkander, tót, op een gegeven oogenblik, ook dtóraan plotseling een einde kwam. Toen ik op zekeren avond thuiskwam, vond ik een pakje. Het bevatte een sigarettenkoker en een laconiek briefje, waarin ze my verzocht, haar niet meer te schrijven, en my het laatste vaar wel toeriep. En ik heb nooit meer iets van haar gehoord. Die sigarettenkoker nu, leek pre cies op dien, welken u me zoo juist hebt laten zien: daarom kon ik een oogenblik myn ver bazing en mijn ontroering niet verbergen. Myn buurman wreef met zijn zijden zakdoek over zijn gezicht. Dat is allemaal vrjj zonderling, meende hy dan, met een peinzende uitdrukking in zijn oogen. De gelykenis is van dien aard, ging ik voort, dat het me niets zou verbazen, als u aan den binnenkant van het bovenblad, in den rechterhoek, denzelfden datum zou vinden, die in myn sigarettenkoker stond de datum n.l. van die gedenkwaardige gebeurtenis: 21 Augustus 1919. Hij greep den koker, deed hem open, zette zyn monocle recht, en onderzocht den bewusten hoek. Allemachtig! barstte hy uit, terwijl hy de» koker weer op tafel smeet. 21 Augustus 1919! Zooals u ziet: de gelykenis zou niet méér volkomen kunnen wezen, zei ik glimlachend. De ander schoof onrustig op zyn stoel heen en weer. Ik ben u een bekentenis schuldig, zeide hij, plotseling een besluit nemend, om zich uit een onbehaaglijke situatie te redden. Die» sigarettenkoker heb ik een maana geleden in een jj rijtuig gevonden. Op myn beurt moet ik u 1 j bekennen, dat ik hem een maand geleden in een rijtuig verloren heb. Dan vraag ik u wél excuus. Ik ben blij, dat ik hem u kan teruggeven. En zooals u wel begrijpt, ben ik blij, dat ik hem terugheb. Mijn verhaal had geen ander doel. Hij greep ietwat haastig mijn hand. Zegt u mij: hoe heette die dame? Hij keek me onafgewend aan. Ik kreeg een onprettig vermoeden. Onwillekeurig zocht ik een naam in mijn geheugen een anderen naam, natuurlijk. Rose-Marie. Ah! zuchtte hij verlicht. Ik geloof, dat ik ook nog een foto va» haar heb Ik liet het portretje héél even uit mijn por tefeuille te voorschyn komen. Ik had opeens zoo'n vreemd idee! riep hij uit, toen hij een vluchtigen blik op het portret geworpen had. Maar wat wilt u? Biarritz, Parijs.... En wat u me daar over het karakter van die dame vertelde.... Ook moest ik ®e herinneren, dat die sigarettenkoker een heele opschudding bij mij thuis veroorzaakte, en dat ik een hoop vragen moest beantwoorden. Ik wil u wél bekennen, dat ik een oogenblik aa» iets héél geks dacht dat nj. die heldin va» uw verhaal mijn vrouw zou wezen! Hoho! Gelukkig komt zooiets méér in een roma» voor. Ik kan moeilijk denken, dat uw vrou^ ooit Rose-Marie heeft geheeten, probeerde ik- Natuurlijk niet. Ze heet heel gewoo» Louise. Ik kreeg toch even een schok. Louise? Juist, zeide hij. En ze ziet er ook heel anders uit dan die, welke u me zoo juist hebt laten zien. Kijkt u maar.... Hij wroette zenuwachtig in zijn portefeuille en haalde er een klein portretje uit. Ik staarde op de nog altijd schoone gelaatstrekken, die slechts weinig door de jaren verouderd waren- Op dat oogenblik kwam een bediende °P ons toe. Meneer Londy? Dat ben ik, zei de ander. Er is telefoon voor u, meneer. Hij stond op en verontschuldigde zich. Eve» later kwam hij terug, tamelijk druk. U wilt me wel excuseeren? Zaken! Het spijt me, dat ik moet afzien van uw gezelschap- Wij schudden elkaar de hand. Even later ver liet ik eveneens de zaal. Inderdaad had ik die» avond een schim uit het verleden gezien zelfs haar jongste portret. (Nadruk verboden) 0 DOOR G. MORRIS 9 Niemand weet, dat ik aan boord ben, be halve jij. Als ik me kan verbergen, tot we in volle zee zijn, hebben we een kans. Ik heb het allemaal uitgerekend. Dan is er een kans voor ons, en voor die arme drommels beneden. Nancy was niet langer in de war. De jongen brengt me mijn eten, zei ze. Hij zal het moeten weten. Als hij aanklopt, zeg hem dan, dat je ziek bent. Zeg hem, dat Je niet kunt eten, en dat je niets noodig hebt. Blijf hem dat zeggen, tot nu, tot ik je anders zeg. Ik was gaan denken, zei Nancy zonder eenig verband, dat ik je nooit zou terugzien. Kon je dat wat schelen? vroeg hjj. Ja, zei ze, ik merkte, dat het me kon schelen. Ik probeerde, er onverschillig voor te zijn, maar ik kon niet anders. Zij huiverde, alsof de drukkende atmosfeer in de hut had plaats gemaakt voor koude. Zij deed wankelend een stap naar voren, barstte in een vloed van tranen uit, en wierp zich aan zijn borst. Swifty verkeerde in een staat van opwinding. Het mocht al misdadig wezen menschen te koopen en te verkoopen, maar het heele tooneel, 'zooals zich thans aan dek afspeelde, had tegelijk iets vreeselijks en boeiends voor hem. Het was nog niet dag geworden, maar het was niet donker meer. De Albatros was voor meer dan de helft omringd door leege platte schuiten, en onder een vloed van kreten en verwenschingen, en het klappen van leeren zweepen, werd de laatste schuit gelost. Mr. Thompson en Grimes stonden ietwat terzijde, en keken stroomop waarts. Ik mag in den grond zakken, als die twee niet ruzie gekregen hebben, en allebei verdronken zijn, zei Grimes. Zóó gelukkig zullen we wel niet wezen, zei Thompson. Ze zullen nóg een slokje geno men hebben, en nóg een, en het gevolg is, dat we ze nü niet te zien krijgen. Maar het bevalt me niet. 0 Mij bevalt het best, zei Grimes Als je de hitte en den drank in aanmerking neemt, zal Lovett het geen maand in dat hol uithouden, ook al laten ze het hem probeeren. Maar wat denk je, dat ze met hem zullen doen. Wanneer ze merken, dat we de negers aan boord genomen hebben, en vergeten hebben, om ze te betalen? Ze zullen hem natuurlijk een klap op z'n kop geven, zei Thompson. Of hem een beetje langzamer afmaken, zei Grimes. Ik ken dat volkje. In ieder geval zijn we hem kwijt, zei Thompson. De laatste negers waren aan boord gekomen, en in het ruim gesmeten. Er werd aan de deur van Nancy's hut geklopt: Swifty's welbekende klopje. Bil Nancy maakte zich uit de armen van haar :chtgeooot los, en ging tot dicht bij de deur. Ben jij dat, Swifty? Jawel, madam. Ik heb koffie en fruit bij me. Het woord alleen al was iets heerlijks. Wie niet op zee geweest is zonder fruit, weet niet, hoe heerlijk het is fruit. O, Swifty, zei Nancy, ik ben ziek. Ik zou niets kunnen eten. Maak je niet bezorgd over mij misschien zal ik wat kunnen slapen. Je mag dien jongen, is 't niet? zei Lovett, toen de jongen was weggegaan. Maardat heb je hem goed gezegd. Hij is vriendelijk, zei Nancy, en hij heeft niets geen kwaad gedaan. Zooals de anderen allemaal wèl.... Hij wist niet. dat hij teekende, om met een slavenhaler mee te gaan. Dat is waar, zei Lovett. Hij heeft een schoone lei. En nu, zei Nancy, zal hij zich ongerust maken over me. Hij zal weer heel gauw terug komen, om te vragen, of ik «me asjeblieft niet wat beter voel. Kunnen we hem vertrouwen? vroeg Lovett. Ik geloof, dat dit maar het beste zou wezen. Dat is de kijk van een vrouw er op. Nu daar heb ik altüd in geloofd. De eerstvolgende, keer, dat hij wéér komt, laat Je hem in. Dan doe je de deur dicht, en ga je tusschen hem en de deur in staan. Dan ziet hy mij, en zal ik eens met hem praten. Zelfs op jouw zeggen zou ik hem nog niet zoo heelemaal vertrouwen maar we moeten wel. Ik moet een paar dingen hebben, en hij zal ze voor me moeten halen. Zelfs in oogenblikken van spanning en ge vaar is nieuwsgierigheid onafscheidelijk van een vrouw. Wat voor dingen? vroeg Nancy. Voor het eerst sinds vele weken ontwaakte kapitein Lovett's gevoel voor humor. Hy glim lachte, en beantwoordde haar vraag, maar op zoo'n manier, dat hij haar nieuwsgierigheid eer der deed toenemen dan verdwijnen. Ik heb noodig, zeide hij, een stuk hout van een paar voet lengte, een leege flesch met een kurk, die er stevig oppast, een zak zout, een kluwentje pekdraad, een klomp lood. Het lijkt ongelooflijk, hoe zeshonderd men schen in het ruim van een betrekkelijk klein schip konden worden geborgen. Maar het ge beurde. Zij aan zij, zoodat ze elkaar bijna raak ten, werden de arme stumperds in verscheidene rijen aan elkaar geketend, zóó, dat nagenoeg iedere vierkante duim van de beschikbare ruimte bezet was. Bij goed weer, als de luiken open waren, viel er een beetje licht in de donkere ruimte. De negers konden overeind zitten, en ze konden liggen. Drinkwater werd er uitge deeld, maar water, om zich te wasschen, niet. Doch iederen dag werd het ruim, met negers en aL met zeewater gespoeld. De reis. van Afrika af, was in die dagen zelfs voor de snelle Albatros, toch altijd nog een kwestie van 40 a 60 dagen. Hoofdzaak bij het slaventransport was spoed. Na 40 dagen begonnen de zwarten om te komen van wanhoop, zeeziek en den onbeschrijfelijken stank, dien ze zelf mee hadden veroorzaakt; en ieder sterfgeval verminderde natuurlijk de winst van de reis met de inkoopwaarde van den man, die was omgekomen. De eb had thans ingezet, en tegelijkertijd kwam een sterke bries van de landzijde op zetten. De zeilen werden geheschen, en het anker ge licht. Tegen den tijd, dat de ketting was opge rold, stonden de zeilen van de Albatros bol. Met Mr. Thompson aan het stuur, stak het schip in zee. Spoed was hoofdzaak by de onderneming, maar ook nog om een andere reden. De Albatros, die méér van een jacht dan een schoener had, en een geweldige snelheid kon bereiken, moest zich, als het er op aankwam, meten met oor logsschepen, en dat kwam vrywel hierop neer, dat het een wedstrijd werd op leven en dood. Het was die voortreffelijke kwaliteit van de Albatros meer dan al het andere die kapi tein Lovett tot dusver blind had gemaakt voor de volle beteekenis van de snoodheid van het 'ledrijf, waarmee hij zich bezig hield. Als hij dag en nacht alleen dacht aan hoeveel zeil hij kon bijzetten, waren de kreten en het gekreun van de rampzaligen in het ruim, en de. stank, die uit de open luiken opsteeg, niet veel meer dan een slechte droom voor hem. Hjj had er geen werkelijk begrip voor. Als hij het uiterste van zijn schip vergde, voelde hy zich in zijn element. Als het stormde, was hij gelukkig- Alleen wanneer de zee kalm was, had hij WJ dusver zichzelf onderzocht, en afgrijzen zichzelf voelen opkomen. De Albatros was nog niet in volle zee, toe» Nancy's voorspelling in vervulling ging, et> Swifty opnieuw aan de deur klopte. De jonge» bracht heete koffie, en een mand vol tropisehe vruchten. Nancy deed de deur wijd open, z0°* dat hij de hut kon binnenkomen, en eerst toe» zij de deur half achter hem gesloten had, hij kapitein Lovett. Krampachtig hield hij mand met vruchten vast, of zijn leven er va» afhing, en liet de koffie vallen. Maar hij uit" geen kreet. Swifty, zei kapitein Lovett, ik moet 1® bedanken, dat je zoo goed gezorgd hebt v°° Mrs. Lovett. Maar, stamelde Swifty, Mr. Thomps»3 zegt, dat u dood bent. Dat ben ik niet, zei kapitein Lovett, f* wat méér zegt: ik zal niet de eerste wezen, hi® aan boord, die dood gaat of het zou één v®» die arme nikkers moeten wezen. Er was iets in kapitein Lovett's strakke oog®»- dat Swifty op het vreeselijke idee bracht, de eerste, die aan boord zou sterven, wel ee» een jongen zou kunnen wezen. Swifty, zei kapitein Lovett, ik vraag J op den man af: ben je vóór of tegen ons? (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 10