STEGEMAN'S èchie GEEDERSCHE Rinso W.AIphenaar CACAO van RINGERS Haarlems oude bouwkunst Haarlem, 19 Jan. Toen Lijsbeth een jeugdige schoone was Kort en volledig PIANO'S - ORGELS VLEUGELS WOENSDAG 19 JANUARI 1938 Ieder een telefoon in huis WMMww, beschouwde ze een kopje chocolademelk als een bij zondere tractatie, waard om in haar dagboek vermeld te worden. Als U tegenwoor dig een kop chocolade drinkt, en U proeft.... dat is cacao van Ringers, dan schrijft U het misschien niet in Uw dagboek, maar een bijzondere tractatie vindt U het toch zeker ook! föytoncfol fijn iS 'tevenS vocciiaam en licht verteerbaar R.K. MANNENKOOR ST. CAECILIA Jubileum A. Bak LEDENCONCERT H.O.V. Gastdirigent: Jan v. Epenhuysen. Solist: Roelof Krol (cello) MORGEN ERWTENSOEP MET DE ROOKWORST MET DE FIJNE ZACHTE ROOKSMAAK Lezing van mevr. Sterck-Proot voor de R.K. Leeszaal Veel schoons is er nog aanwezig VOORTAAN IN RÉ WAS- m MACHINE ALLEEN .OVERVETTE" RINSO, SPECIAAL VOOR DE WASMACHINE Jan Bloei bouwkunst OUDE INBRAAK OPGE HELDERD Drie arrestaties R.K. Oratoriumvereeniging AGENDA Bioscopen 20 Januari Bioscopen KLEINE INSTRUMENTEN BLADMUZIEK KRUISWEG 49 HAARLEM DE SLAVENHALER J DOOR G. MORRIS io Je bent een pientere jopget), zei kapitein Lovett. STAD Öat moet wel het ideaal zijn van den Direc- kur-Generaal van de P. T. T. Maar zoover is tot nog lang niet en wanneer de tarieven voor insluiting, abonnement en gesprekken niet 8°«dkooper worden dan ze reeds zijn, zal het to>g wel heel lang duren voordat het gebruik Van de telefoon zoo goed als algemeen" is. •Juist een dezer dagen wordt aan de abonné's 'n Haarlem bericht, dat door de toeneming van tot aantal aansluitingen op het telefoonnet toer ter stede het maandelijks verschuldigde ionnementsbedrag met ingang van 1 Miaart torhoogd wordt met 50 cent. Dat wil zeggen, it het voortaan ƒ4,50 per maand zal bedra- ®eh of ƒ54,per jaar. Het is het hoogste tarief, dat de P. T. T. toeft. De differentieering van tarieven na&r tot aantal aansluitingen op een net is o. i. ih onding en onze zeer zakelijke P. T. T. e%enlijk onwaardig. De tijd is voorbij, dat het ton voorkomen, dat een telefoonnet zoo ge- r'ng van omvang was, dat het de moeite niet toonde een telefoon aan te schaffen. Er ton altijd wel genoeg aansluitingen in één net to elkaar te brengen. Maar als er eenmaal ge- toog zijn, dan vervalt elke reden om een tarief Vast te stellen naar het aantal aangeslotenen. *tot practische nut van de telefoon als er 9°00 dan wel 12000 aansluitingen zijn is even froot en zeker niet zóó verschillend, dat dit Qlet ƒ6,per jaar meer dient te worden geho noreerd. Waarom trouwens dat heele abonne- toentenstelsel niet afgeschaft en zich tevreden 6esteld met betaling van de gesprekken, welke Ssvoerd worden? Wil men, om misbruik te voorkomen, een be hoorlijke som voor de eerste aansluiting vorde- toti desnoods in termijnen te voldoen het 8 ijzoo, maar het jaarlijks terugkeerend Abonnement schaffe men af. Schrijver dezes toeft ergens in zijn huis een extra wekker toten plaatsen. Het ding kost bij massa-aan- toaak zeker niet meer dan een gulden of vijf. toj betaalt er nu al 20 jaar lang een rijksdaal- tor per jaar voor. Het is nooit veranderd of tornieuwd en heeft den Telefoondienst dus al Groen etiket ïK.G. 1.56 Oranje etiket ViK.G. 1.82 Gedecor. bus 1/±K.G. 2.08 Kleinere bussen naar verhouding. een vijftig gulden opgebracht. In den Telefoon gids komen heele bladzijden van dergelijke vergoedingen voor. Ieder apparaat luister kastjes, poolwisselaars, schakelaars, extra-tele foons, hoofdtelefonen is een goudmijntje op zich zelf voor den dienst. Dat men die dingen behoorlijk laat betalen, kan niemand vreemd vinden, maar daar stelle men zich dan ook te vreden mede. De P. T. T. is een zoo practisch en zakelijk ingericht bedrijf, dat wij met grond hopen dat al die zaken nog wel eens wor den afgeschaft en dat de P. T. T. zich met een vergoeding voor de gesprekken tevreden stelt. De onder-afdeeling van onzen R.K. Volks bond „St. Caecilia" had het initiatief genomen om den koordirigent A. Bak ter gelegenheid van diens 25-jarig jubileum te huldigeh. Met twee kwartetten Van den beer Bak en het pas opgerichte kinderkoor boden zij den jubilaris een feestconcert aan, waarop verder nog een orkest en een tooneelgezelschap medewerkten. De groote Bavo-zaal was uitstekend bezet, er heerschte een recht feestelijke stemming en er werd menigmaal verdienstelijk gezongen. Nadat „The Joly Boys" met een pittig en marsch den tijd hadden gekort, de voorzitter bij voorbaat op het goede, niet bombastische zin gen van St. Caecilia gewezen had, werd de jubilaris onder een geestdriftig aangeheven „Lang zal hij leven" de zaal binnengeleid. „St. Caecilia" ving daarna aan met het „Ju bilate Deo" van Aiblinger. Men was, althans een kleine groep uit het koor, een weinig te en thousiast, men forceerde, bij de tenorpartijen vooral, nogal ten schade van het klankgehalte en den samenzang. Bovendien viel het bijzonder op, dat bij de tweede tenoren stemmen staan met meer bas- dan tenortimbre. Gelukkig werd het in het volgend nummer „Das Lied" van Wengert geheel anders. Hier zong het koor veel welluidender en daarenboven muzikaal. Het onderwerp voelde men goed aan, de uitbeelding er van was te loven. Hoogerwerf's „O Heiligen" telde ook goede momenten, doch de forte-klank is nog niet nobel genoeg. Hetzelfde dient te worden gezegd van de clou van het muzikale programma-deel: Joh. Strauss' Blauwe Donau-wals met orkest begeleiding. Echter in mindere mate, daar het orkest den koorklank aanvulde. Ook moet in aanmerking worden genomen, dat zoo'n wals een ongewoon genre is. Wij hooren St. Caecilia dan ook liever in nummers als genoemde van Wengert. Zoo iets ligt haar het best, daarmede kan ze flink voor den dag komen. Het Caecilia-kinderkoor zong na luttele we ken van studie een paar liederen, echt naïef en lang niet onverdienstelijk. Na langeren stu dietijd zal het wel in optima forma kunnen op treden. Een verrassing was de zang der beide dubbel- kwartetten. Zonderen we het een enkele maal onnoodig forceeren en opdrijven van het toon- peil (alt in Ave Maria, tenor in Adeste), het gemis aan voldoenden humor in Italienischer Salat en de ietwat stugge wijze van zingen door den tenorsolist uit, dan mag verklaard worden, dat er smaakvol, beheerscht en met voordracht is gezongen. Het gemengde kwartet „Haarlem" bezit op vallend mooi materiaal, niet het minst bij de sopranen (de alten resoneeren iets te veel in de keel) en zingt rustig en met overtuiging. Het mannenkwartet „Euterpe" komt goed uit in werkjes als „Der Lindenbaum" van Schu bert, dat klonk beschaafd en muzikaal. Jammer, dat niet vjm alle nummers de tekst in het programma opgenomen en er geen cor rectie geschiedt was. Maar op zoo'n feestcon cert vergeeft men die (somwijlen zeer geestige) zetfouten. Na de pauze trad uitsluitend „Ons Klein- Kunst Ensemble" op, terwijl de huldiging tus- schen de zangnummers plaats vond. De jubilaris werd toegesproken door afge vaardigden van de deelnemende koren en kwar tetten, door vertegenwoordigers van den R.K. Volksbond, Bond van Kwartetten, Mannenkoor Electrisch Materiaal, Kerkkoor S.S. Elisabeth en Barbara en Kunst na Arbeid. Alle sprekers zwaaiden den jubilaris lof toe, wezen op zijn energie, zijn talenten, op den grooten oogst van behaalde prijzen, boden hem bloemen en geschenken aan en hoopten op een gouden jubileum. Vele brieven en telegrammen waren binnengekomen. De jubilaris dankte voor het aangebodene, de huldiging had zijn verwachting overtroffen. En nu gaat Caecilia wederom rustig en ze ker verder studeeren, om zich zelf op te voe ren, zooals het werd uitgedrukt door den voor zitter: tot in het oneindige! O. K. De samenstelling van het programma voor dit H. O. V.-concert, dat door J. van Epenhuy sen als gastdirigent zou worden geleid, mocht eenigszins zonderling heeten, of, om het wat minder sterk uit te drukken, afwijkend van een normaal samengesteld programma. Men viel met het concert voor violoncel van Bocche- ■ini met de deur in huis, en kreeg voor de pau ze bovendien nog de variaties op een Rococo- hema van Tschaikowsky, eveneens voor cello en orkest, een tweede cello-concert dus. Men had dit laatste, tneenen wij, even goed of beter na de pauze kunnen plaatsen, en kunnen ope nen met de nu na de pauze gespeelde Euryan- the-ouverture. Maar de volgorde was nu eenmaal Bocche- rini, Smetana, Tschaikowsky, von Weber en Borodine, en die bleef zoo. Waarom, we dus ook maar met de deur in huis zullen vallen, en op de eerste plaats de medewerking van den cellist Roelof Krol zullen noemen, en roe men. We hebben dezen jongen, ernstigen kun stenaar al eens eer gehoord op een H. O. V.- concert, en we kunnen slechts getuigen, dat we dit optreden wederom met groote voldoe ning hebben bijgewoond. Roelof Krol is een instrumentalist van klasse, zijn voordracht is uiterst muzikaal, zijn streek gevoelig, zijn toon altijd nobel en beheerscht. en zelfs zijn pizzicato heeft een zeer aparte, treffende resonans. Hij droeg het cello-concert van Boccherini, die door Puppo schertsend „de vrouw van Haydn" werd genoemd een werk dat wij zelf niet bijster hoog aanslaan, of schoon het in sommige deelen minder zoet is dan wel eens wordt aangenomen hij droeg dit werk voor met virtuositeit van techniek en klank. Maar het beste vonden wij toch zon der twijfel zijn interpretatie van de variaties van Tschaikowsky, welke hij inderdaad mees terlijk verklankte. De bloemen en het langdu rige applaus, welke hij hiervoor in ontvangst had te nemen, waren zeker welverdiend. Het orkest, dat onder leiding van den gast dirigent J. van Epenhuysen den solist in bei de werken begeleidde, kwam eigenlijk eerst in de variaties van Tschaikowsky eenigszins on dreef. De homogeniteit van klank en de samen werking lieten in Boccherini's werk nog 't meest te wenschen over, om bij de uitvoering van Smetana's „Die Moldau" beter te worden, en na de pauze zelfs goed en zeer goed. Het valt in ieder geval te prijzen, dat jongere dirigen ten in de gelegenheid worden gesteld om zich in de orkestleiding in te werken door een op treden als dit. En al kan men dan nog niet spreken van een volkomen bereiken eener op geroepen sfeer en van een volkomen beheer- sching van het orkestapparaat bij den opbouw van het gereproduceerde werk en van het be reiken van sommige meer gecompliceerde klankeffecten in de reeds genoemde werken, de heer van Epenhuysen gaf in Weber's Eu- ryanthe en vooral in Borodine's voor de eerste maal door ons Haarlemsche orkest uitgevoerde Symphonie no. 2 blijk, een serieus leider te zijn, die zijn intenties, op den duur en bij meer dere routine, zeker met goed resultaat zal weten te doen opvolgen. Zooals gezegd, gaf het na de pauze gehoorde redenen tot groote voldoening, en reageerde het orkest over het algemeen uitstekend op zijn indicaties, welke wezen op een diepgaan de en consciëntieuze studie dezer voorzeker zeer mooie partituur. Het echt-Russische karakter van Borodine's Symphonie kwam uitstekend tot zijn recht, en we kunnen wel gewagen van een aanwinst voor ons orkest met deze voor het eerst gespeelde compositie, welke 'n dankbaar concertnummer zal blijken te zijn. De gastdirigent bereikte hiermee bij het auditorium dan ook een groot en welverdiend succes, dat hij terecht aan het zich con amore gevend orkest liet deelen. Uit het applaus sprak zoowel voldoening over het werk zelf als over de wijze waarop het door leider en orkest werd ten gehoore ge bracht. J. S. Hoe menigmaal loopt men achteloos langs een aardig straatje, mooien gevel of schilderachtig poortje, zooals er in Haarlem zoovele te zien zijn! Wie let bij het passeeren op de bouwkun stige schoonheid, welke men in de binnenstad nog zooveel kan genieten? Voorname gebouwen, zooals de Vleeschhal, die Badeker-fahig zijn, kent men wel, maar de prachtige juweeltjes van bouwkunst in hoekjes en straatjes verborgen, is meestal voor den stadgenoot nog terra incog nita. Mevr. J. SterckProot heeft de leden van de R. K. Leeszaal en Bibliotheek gisterenavond in een lezing, getiteld „De aesthetische ontwik keling van Haarlems stadsbeeld in den loop der eeuwen" wat wegwijs gemaakt in dit opzicht en hun en allen aangeraden zelf den oogen goed den kost te geven. Vooraf hield Mr. J. P. de Vilder een kern achtige inleiding, waarbij hij naast vriendelijke woorden tot de spreekster er op wees, dat het bestuur van de Leeszaal zich niet wil beperken tot het verzamelen van boeken maar wil mede werken aan den uitbouw van Haarlem tot een cultureel centrum. Op cultureel gebied hebben wij, Katho lieken, nog een groot tekort en achterstand in te halen. Dat zal niet gemakkelijk zijn vooral omdat de geest des tijds gericht is op sensatie inplaats van op bezinning en rust. Zelfs bij hen, die over het algemeen in zeer gunstige levensomstandigheden leven, is de drang naar cultureele ontwikkeling voor zich en hun gezin maar matig aanwe zig. Wij mogen al blij zijn als zij hun geldelijke bijdrage geven. Zij hebben medelijden met cul tuur, maar ons echter past een medelijden met die menschen. Onze taak is het een totale om vorming daarvan te bewerken en daartoe wil het bestuur met alle kracht medewerken. Spr. bood tenslotte mevr. Sterck een bloemstuk aan. Aan de hand van vele zeer mooie lichtbeelden gaf mevr. Sterck hierna een overzicht van den groei van de stijlen in Haarlems architectuur. Zij liet, zooals zij het noemde, de steenen op de foto's zelf spreken, al zijn er helaas vele steenen verstomd onder de mokerslagen der afbrekers. Haarlem is van oorsprong een deftige stad. De Graaf bouwde er zijn paleis, dat bij zijn ver huizing naar Den Haag het Haarlemsch stad huis werd en is. Oorspronkelijk waren er slechts twee steenen gebouwen in Haarlem: de O. L. Vrouwekapel (thans Bakenesserkerk) en.... de gevangenis het z.g. 's-Gravensteen, dat vroeger bii het Spaarne heeft gestaan. De Bakenesser kerk is het oudste steenen gebouw van Haarlem (de toren is later door Lieven de Key gebouwd.) Om het Sant (de Groote Markt) woonden rid ders in fraaie huizen. Ridder Gerard van Tet terode bezat de heele Jansstraat, die hij in 1300 cadeau gaf aan de St. Jansridders naar wie de straat is genoemd. Op het Sant verrees om de oude parochiekerk heen een grootsch kerkge bouw, de huidige St. Bavo, oorspronkelijk aan Maria toegewijd maar onder den invloed van de Vlamingen aan St. Bavo. Zijn beeld staat merk waardigerwijze nog steeds op den gevel, door den beeldenstorm gespaard. Omdat de zuilen van de kerk te zwak waren om er 'n steenen to ren op te bouwen, werd een houten dakruiter erop gezet (heel gevaarlijk loopt er thans een electrische geleiding doorheen) en een aparte DE. NIEUWE RINSO DOET BE SLIST WONDEREN METMIJN GOED IN DE WASMACHINE De nieuwe „overvette"* 'Rihso its 'het enige wasmiddel, dat speciaal voor de wasmachine wordt gefabriceerd. Duizenden vrouwen hebben het reeds kunnen constateren: met Rinso komt de wasmachine het best tot zijn recht. In een oogwenk een overvloedig Sop, dat in anderhalf uur al het wasgoed van 5 personen prachtig wit maakt, voor slechts 121 /2 cent. Dat is het resultaat, dat U alleen maar met Rinso kan bereiken in elke wasmachine en ook in elke tobbe R2A-0309 klokketoren gebouwd op het Klokhuisplein, in 1883 afgebroken doch de vorm is nog bewaard gebleven in den toren van de Drukkerij En schede op het Klokhuisplein. De Zandvoorters noemden de St. Bavokerk ,Jan met de hooge schouders" omdat als zij met hun visch langs Overveen kwamen, de kleine toren zoo ingedoken op de hooge mu ren stond. De Jansstraat is een deftige straat geweest. Aan den eenen kant woonden de St. Jansridders, aan den anderen de Begijnen (oorspronkelijk deftige dames), die in 1347 hun afgebrande kerk hernieuwden. Daarvan is de huidige Waalsche kerk nog een deel. In den toren hangt nog het Begijnenklokje, „Serafijntje" genaamd. Spr. vertelde uitvoerig van de vele kloosters, die Haarlem heeft gehad en waarvan hier en daar nog een schilderachtig poortje (b.v. de Gil- debergspoort in de Groote Houtstraat bij de Spekstraat), een rudimentair gebouw (b.v. de Bank van Leening), een schandelijk misvormde binnenplaats (het Pand) over zijn. Na het beleg van Haarlem bloeit de tex tielnijverheid er en de rijke Haarlemmers vonden in den Vlaming Lieven de Key een kunstzinnig stadsbouwmeester, die verschil lende prachtige gevels heeft gebouwd. Op de Ged. Oude Gracht, Spaarne, Botermarkt 25, zijn ze nog bewaard gebleven, meestal al leen in het bovengedeelte. Als men van die kunst tenvolle wil genieten, dan moet men eigenlijk steeds met het hoofd omhoog loo- pen! Hij bouwde ook torens (Nieuwe Kerk, Bake nesserkerk), den vleugel van het stadhuis in de Zijlstraat en het glansstuk, de rijkversierde Vleeschhal, die echter helaas het uitzicht op het zeer fraaie raam aan de Westzijde van de St. Bavo heeft weggenomen. Zijn stijl was de Hol- landsche Renaissance, met haar typische trap gevels. boogramen, afwisseling van bergsteen en baksteen enz. In de 17e eeuw wilden de rijke Haarlemmers een en ander gaan „vermooien", wat echter b.v. ten opzichte van het stadhuis niet bijster ge slaagd is! Haarlem heeft talrijke hofjes meer dan an dere steden omdat de rijke Haarlemmers ook vele dienstboden hadden, die op zoo'n hofje de laatste levensjaren sleten. Vele hofjes zijn nog goed bewaard al heeft men het hofje in de Earrevoetestraat verminkt door er den ingang ten behoeve van het verkeer weg te breken. Het mooiste hofje is wel het Teylerhofje op den Koudenhom in Griekschen stijl opgetrok ken en schertsenderwijs „De woning der Ves- taalsche Maagden" genaamd. In de 18e eeuw wilde men Amsterdam nadoen door het graven van grachten (de Nieuwe Gracht) en het bouwen van heerenhuizen daar aan. (Het Paleis van den Bisschop en van den Commissaris). Verder is een typische woning uit dien tijd o.a. het gebouw van het Gasbedrijf in de Kruisstraat (vroeger de woning van den tweeden Bisschop van Haarlem). De JJroote Houtstraat onderging in den loop der eeuwen vele veranderingen. Van winkelstraat met trapgevels werd zij een deftige woonstraat en thans is zie weer win kelstraat. Maar mooier dan in de middel eeuwen is zij zeker niet! De 18e eeuw heeft veel moois in Haarlem vernield en verknoeid en ons Waterstaatskerken als de St. Jozef kerk en de Paterskerk bezorgd. Doch aan het einde begon het weer te glorieeren: de nieuwe St. Bavo, dat prachtige monument, werd gebouwd. In Juli van het jaar 1934 heeft men gepoogd een brandkast, staande in een pakhuis van boter, kaas en koloniale waren aan de Nieuwe Groenmarkt, open te boren. Men heeft de kast toen niet opengekregen en de ongewensch- te bezoekers zijn tegen den morgen met leege handen vertrokken. In verband hiermede zijn door de politie een tweetal Amsterdammers aangehouden, waar van de 33-jarige S. heeft bekend. De man werd in bewaring gesteld. De andere Amsterdammer, een 46-jarige S., bleef echter ontkennen en daar het noodige bewijsmateriaal ontbrak is de man weer op vrije voeten gesteld. Een 47-jarige v. H., eveneens Amsterdam mer, doch thans terzake van een ander misdrijf te Haarlem gedetineerd, bekende, dat hij de beide mannen per auto naar Haarlem heeft gebracht en ook voor het vervoer terug zorg gedragen heeft. Dat is de tweede maal binnen enkele dagen, dat de politie een misdrijf van jaren terug op heldert. Het bestuur van de R. K. Oratoriumvereeni ging deelt haar werkenden leden mede, dat de repetities voor de dames en heeren zullen worden gehouden resp. in de St. Josephgezellen, Jans straat 59 en in hotel De Leeuwerik, Kruisstraat 30. Gebouw St. Bavo: Esperanto, 8 uur; Best. Posterijen, 8 uur; Proza, 8 uur; Schaakclub St. Bavo, 8 uur; Speeltuinvereeniging „Westerkwar tier", 2 en 8 uur. Stadhuis: Groote Markt; 8.30 uur vergade ring der Commissie van toezicht op het Lager Onderwijs te Haarlem. Stadsschouwburg: 8 uur Door Inspanning Uitspanning. Rembrandt-theater: „Het begon i$ Parijs", 2.30, 7 en 9.15 uur. Cinema-Palace: Palace-Filmac 115 uur; „De Firma wordt verliefd", 7 en 9.15 uur. Luxor-theater: „De Nachtsleutel", „De bruid neemt vacantie", 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals-theater: „De vijf Frankforters", 2.30, 7 en 9.15 uur. Gebouw St. Bavo: Best. Volksbond, 8 uur; Esperanto, 8 uur; R.K. Smedenpatroons, 8 uur; Bevolkingsbureau. 8 uur; Fed. Gr. en Fr. han del, 8 uur; Rechtskundig advies, 8 uur. Frans Hals-museum: Heemkunde-tentoon- stelling, 10—4 uur. Teyler's Museum: Herdenkingsavond Dr. M. v. Marum. 8 uur. Raadhuis Overveen: Gemeenteraad Bloemen- daal. 2 uur. Rembrandt-theater: Uitvoering Haarl. Poli- tiemuziekver., 8 uur. Zaal wed. H. Stals: R.K. Volksbond Kring Haarlem-Noord, 8 uur. Rembrandt-theater: „Het begon in Parijs", 2.30 uur. Cinema-Palace: Palace Filmac, 115 uur; „De firma wordt verliefd", 7 en 9.15 uur. Luxor-theater: „De nachtsleutel", „De bruid neemt vacantie", 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals-theater: „De vijf Frankforters", 2.30, 7 en 9.15 uur. Het federatie-bestuur der S. D. A. P. heeft mr. P. J. Oud via het bestuur van den Vrijz. Dem. Bond uitgenoodigd om in een openbare vergadering te Haarlem van gedachten te wis selen met den heer J. W. Matthijsen te Am sterdam over de Economische Politiek van het vorige ministerie Colijn en de voortzetting door de huidige regeering. Mr. P. J. Oud had in zijn rede, welke hij kort geleden te Haarlem heeft gehouden, de koopkracht-theorie van de S. D. A. P. bestreden en den socialisten gebrek aan werkelijkheidszin verweten. 3 Februari a.s. hopen de heer J. C. van Rijn en zijn echtgenoote I. van Rijn-van 't Hooft, Vooruitgangstraat 73, hun 40-jarige echtvereeni- ging te herdenken. De heer W. Hempenius uit Overveen is door het districtsbestuur van Eigen Hulp tot lid der winkeldirectie benoemd. Hij bekleedt de functie van secretaris. De heer L. A. Bouricius uit Heem stede is afgetreden als secretaris, doch blijft zitting houden in de directie. Voor de najaars-praktijkexamens vandeVer- eeniging van Leeraren, Mercurius of Pont slaagden de volgende leerlingen van het Insti tuut Pont alhier: Boekhouden: de heeren H. Hoogeboom, W. de Jong, D. King. Nederlandsch: Mejuffrouw W. Siekemeyer; de heeren A. de Baat Doelman, J. van Lennep, H. Nielandr Engelsch: Dames A. Heybroek, H. v. d. Waa; heer: G. van Bonssen Buisman. Duitsch: Dames A. de Goederen, J. Leyh, L. Wintershoven; heer: P. Berends. Machineschrijven: Snelheidsdiploma: Dames M. Bakker, J. Hoekstra, L. Ziere. Machineschrijven: Practijkdiploma: Dames G. Aveling, L. v. d. Bos. J. v. d. Berg, H. Lind ner, F. Meeuwig, W. Vonk; Heeren: J. Beelen, J. Boon, H. Boelsma, C. de Heer, P. Klitsie, H. Kramer, J. Meilof, L. Stuut. en XIII Zeg het hem, Swifty, zei Nancy. Zeg hem precies, wat je mij verteld hebt. Ik wil niets te maken hebben met een slavenschip, zei Swifty. Kun je je mond dichthouden? vroeg kapi tein Lovett. En precies doen, wat je gezegd Wordt, zelfs als het gevaarlijk is? Ja, meneer. Loop dan op een draf naar de kombuis, en haul een anderen pot koffie, en laat die ditmaal niet vallen. En laat niet merken, of je ergens door verrast bent. Tijdens Swifty's korte afwezigheid kon men Thompson's stem hooren, die de orders schreeuwde; en de Albatros liep scherper voor den wind. Of de bries is sterker geworden, zei kapi tein Lovett, of Thompson heeft meer zeil bÜgezet. Er was iets van aan, wat het eerste betrof, en wat meer, wat het tweede betrof, maar er Was nog een derde factor van grooter belang. Volgens Swifty toen hij terugkwam met den hieuwen pot koffie was de Albatros thans in voiie zee, en was er, ver aan den, gezichteinder, door de wazige lucht heen, een groot schip in zicht gekomen, dat thans op hen af kwam. Kapitein Lovett voelde zijn hart opspringen. Hij snakte er naar om nu aan het stuurrad te staan, en de orders te geven. Hoewel Thompson een goed zeeman was, verstond hij toch niet de kunst, om als gezagvoerder op te treden. Nu, jongen, zei kapitein Lovett, het is niet meer dan plicht, je te vertellen, dat den eerstvolgenden tijd alles van jou afhangt. Op de eerste plaats moet je blijven voorgeven, dat mrs. Lovett alléén in haar hut is dat ze zich niet al te best voelt, en dat ze niet ge stoord wil worden. Als dat vreemde schip een oorlogsschip blijkt te zijn, moet je me dat komen zeggen, en op een of andere manier moet je uit de timmermanswerkplaats een flink stuk hout voor me zien te krijgen. Hij hield zijn handen van elkaar, om te laten zien, hoe groot het zoo wat moest wezen. Zoo lang zoowat. En dan een fiesch met een kurk, die er stevig op past, een flink stuk lood zóó groot zoowat en een zak zout. Waar zal ik zeggen, dat ik het voor noodig heb? vroeg Swifty. Je moet er niet om vragen je moet het nemen, als niemand het ziet, en het hier naar binnen smokkelen. Het vreemde schip had alle zeilen bijgezet, en naderde snel. Het koerste zoodanig, dat het op een gegeven oogenblik den koers van de Albatros in een scherpen hoek moest snijden. Zoover Thompson kon berekenen, zouden de beide schepen als ze geen van beide van koers ver- anderden elkaar ongeveer terzelfder tijd krui sen. Als het op achtervolging aankwam, was er geen oorlogsschip, dat de Albatros kon in halen; maar uitwijken was in dit geval te ge vaarlijk, om reden, dat men dan zéker een aan tal vaartuigen in de armen zou loopen. De meest voor de hand liggende tactiek was, alle zeilen te hijschen, en evenwijdig met het vreemde schip te koersen. Want dan kon de Albatros den wedloop urenlang voortzette, misschien tot den avond toe. En zoodra het donker geworden was, zou het maar kinderspel zijn, om, met gedoofde lichten, het andere schip te ontloopen. Er was echter nog een moeilijkheid. Hoewel de Albatros thans in volle zee was en de Afri- kaansche kust nog slechts een vage streep aan den gezichteinder, kon Thompson niettemin niet zonder meer met den wind mee varen, uit hoofde van een warnet van zandbanken en rif fen, die lang niet allemaal op de kaart ston den. Swifty kwam weer naar de hut, na een afwe zigheid van bijna twee uur. Hij hinkte merkbaar, toen hij binnenkwam. Zijn linkerbeen was stijf en stram. Wat scheelt er aan? vroeg Nancy. Heb je je bezeerd? Neen, madam, zei Swifty, met een grijns. Het is dat stuk hout. Terwijl hij op zijn rechterbeen bleef staan, en het andere been in de hoogte hield, zei hij tot den kapitein: Zou u het er even uit willen trekken, meneer? Hij greep het stuk hout, en trok het uit den jongen z'n broekspijp. En het lood heb ik ook, zei Swifty. Van onder zijn gordel, waar het verborgen was door zijn boezeroen, haalde de jongen het stuk lood te voorschijn zoo trotsch als iets, dat hij 'm dat geleverd had! En wat is er nu aan de hand? zei Lovett. Het is een oorlogsschip, zei Swifty. Het zou de „Thunderer" wel eens kunnen zijn, zegt Mr. Thompsom. En met reeds iets van den zeeman over zich, legde de jongen de positie van de beide schepen uit, en de moeilijkheden, waar Mr. Thompson thans voor stond. Als de toestand bleef zooals nu, en Thompson niet uit den weg kon, zouden de beide schepen over een uur of twee vlak bij elkaar komen. Vóór dat gebeurt, zei kapitein Lovett, moet ik de fiesch hebben, en de zak zout. En een kluwentje pekdraad. Dat had ik vergeten. Ik zal mijn best doen, zei Swifty. Maar hij draalde, alsof er nog iets was, wat hij er bij wilde zeggen. Wat is er, Swifty? Alleen dit, zei de jongen. Ik denk, dat Mr. Thompson wou, dat u aan het roer stond, in zijn plaats. Dat zou me niets verwonderen, zei kapi tein Lovett kalmpjes. Hij ziet er een beetje beduusd uit, meneer, en Grimes zit maar op hem te vitten, en zegt, dat hü het niet goed doet. De zak zout, en de fiesch, aan kapitein Loyett's verzameling toevoegen, was maar kin derspel. De heele bemanning was aan dek, met den schrik om het hart, en rekende uit, wan neer de slavenhaler en het oorlogsschip vermoe delijk elkaar ontmoeten zouden. De bangsten onder hen begonnen er al over te praten, de bewijsstukken te vernietigen. Het was een ont zettende tegenvaller, maar al dat goud in de brandkast was er ook nog, en het was beter, een klein beetje te hebben, dan een koord om zijn nek te krijgen. De tijd was gekomen, zei den ze, om de negers in zee te gooien, met hun ketens en al, zoodat ze zonken als baksteenen. En zoo nam niemand notitie van het gaan en komen van den jongen. Toen Swifty kwam op dagen met het zout en de fiesch en het kluwen pekdraad, was kapitein Lovett, die als een kleer maker met over elkaar gekruiste beenen op den grond zat, juist gereed met het maken van diepe inkervingen aan de beide uiteinden van het stuk hout. Aan de tafel gezeten, was Nancy bezig met schrijven op een vel papier. Zij legde haar pen neer, en vloeide het papier af. Lees nu eens voor, wat je daar geschreven hebt, Nancy, zei de kapitein. Ik wil, dat de jongen het hoort. XIV Nancy las met haar zachte, heldere stem: „Het schip, waar ge jacht op maakt, is de Albatros. Ze heeft zeshonderd negers aan boord, en zal probeeren, om ze op het Piraten-eiland aan land te zetten, op 200 mijl ten Z. W. van Cuba, lengte en breedte zooals aan ommezijde yermeld. Een en ander gebeurt tegen den zin en het bevel van den kapitein. Het schip is in han den van muiters. Ga naar het Piraten-eiland, en wacht het schip op. Het zal er tamelijk lang over doen." Die brief, zei kapitein Lovett, is be doeld voor den commandant van het oorlogs schip. Hij richtte zich overeind, en keek na, wat er op de achterzijde van het papier stond, om zich te vergewissen, dat Nancy de lengte en breedte juist had aangegeven. Dan keerde hij het papier weer om, en zette zijn naam in kloeke letters: JAMES LOVETT (kapitein). Maar, zei Swifty, als de commandant van het oorlogsschip dien brief nu eens niet krijgt? Die kans bestaat zeker, zei Lovett, en daarom wil ik, dat je Mr. Thompson's kompas uit zijn hut haalt, en bij me brengt. Het hangt in een leeren foedraal boven zijn schrijftafeL Jawel, meneer, zei Swifty. En, kapitein, u weet nog wel, dat pistool, dat Mr. Thompson liet zien, en waar hij zoo trotsch op was, toen we in Norfolk waren? Ja zeker, zei Lovett. Ze noemen het een revolver. Je kunt er vijf of zes keer mee schie ten, zonder opnieuw te laden. Hij heeft er twee, zei Swifty. De eene heeft hij bij zich, en de andere heeft hij onder zijn matras verborgen. Breng die mee, als je kunt, zei Lovett. Nu direct. (•Wordt vervolg® 4

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 5