STEGEMAN'S èchie GEEDERSCHE
Rinso
W.AIphenaar
CACAO
van RINGERS
Haarlems oude
bouwkunst
Haarlem, 19 Jan.
Toen Lijsbeth
een jeugdige
schoone was
Kort en volledig
PIANO'S - ORGELS
VLEUGELS
WOENSDAG 19 JANUARI 1938
Ieder een telefoon
in huis
WMMww,
beschouwde ze een kopje
chocolademelk als een bij
zondere tractatie, waard om
in haar dagboek vermeld
te worden. Als U tegenwoor
dig een kop chocolade
drinkt, en U proeft.... dat
is cacao van Ringers, dan
schrijft U het misschien niet
in Uw dagboek, maar een
bijzondere tractatie vindt U
het toch zeker ook!
föytoncfol fijn iS
'tevenS vocciiaam en licht verteerbaar
R.K. MANNENKOOR
ST. CAECILIA
Jubileum A. Bak
LEDENCONCERT H.O.V.
Gastdirigent: Jan v. Epenhuysen.
Solist: Roelof Krol (cello)
MORGEN ERWTENSOEP MET
DE ROOKWORST MET DE FIJNE ZACHTE ROOKSMAAK
Lezing van mevr. Sterck-Proot
voor de R.K. Leeszaal
Veel schoons is er nog
aanwezig
VOORTAAN
IN RÉ
WAS-
m MACHINE
ALLEEN
.OVERVETTE" RINSO, SPECIAAL VOOR DE WASMACHINE
Jan
Bloei bouwkunst
OUDE INBRAAK OPGE
HELDERD
Drie arrestaties
R.K. Oratoriumvereeniging
AGENDA
Bioscopen
20 Januari
Bioscopen
KLEINE INSTRUMENTEN
BLADMUZIEK
KRUISWEG 49 HAARLEM
DE SLAVENHALER
J DOOR G. MORRIS
io
Je bent een pientere jopget), zei kapitein
Lovett.
STAD
Öat moet wel het ideaal zijn van den Direc-
kur-Generaal van de P. T. T. Maar zoover is
tot nog lang niet en wanneer de tarieven voor
insluiting, abonnement en gesprekken niet
8°«dkooper worden dan ze reeds zijn, zal het
to>g wel heel lang duren voordat het gebruik
Van de telefoon zoo goed als algemeen" is.
•Juist een dezer dagen wordt aan de abonné's
'n Haarlem bericht, dat door de toeneming van
tot aantal aansluitingen op het telefoonnet
toer ter stede het maandelijks verschuldigde
ionnementsbedrag met ingang van 1 Miaart
torhoogd wordt met 50 cent. Dat wil zeggen,
it het voortaan ƒ4,50 per maand zal bedra-
®eh of ƒ54,per jaar.
Het is het hoogste tarief, dat de P. T. T.
toeft. De differentieering van tarieven na&r
tot aantal aansluitingen op een net is o. i.
ih onding en onze zeer zakelijke P. T. T.
e%enlijk onwaardig. De tijd is voorbij, dat het
ton voorkomen, dat een telefoonnet zoo ge-
r'ng van omvang was, dat het de moeite niet
toonde een telefoon aan te schaffen. Er
ton altijd wel genoeg aansluitingen in één net
to elkaar te brengen. Maar als er eenmaal ge-
toog zijn, dan vervalt elke reden om een tarief
Vast te stellen naar het aantal aangeslotenen.
*tot practische nut van de telefoon als er
9°00 dan wel 12000 aansluitingen zijn is even
froot en zeker niet zóó verschillend, dat dit
Qlet ƒ6,per jaar meer dient te worden geho
noreerd. Waarom trouwens dat heele abonne-
toentenstelsel niet afgeschaft en zich tevreden
6esteld met betaling van de gesprekken, welke
Ssvoerd worden?
Wil men, om misbruik te voorkomen, een be
hoorlijke som voor de eerste aansluiting vorde-
toti desnoods in termijnen te voldoen het
8 ijzoo, maar het jaarlijks terugkeerend
Abonnement schaffe men af. Schrijver dezes
toeft ergens in zijn huis een extra wekker
toten plaatsen. Het ding kost bij massa-aan-
toaak zeker niet meer dan een gulden of vijf.
toj betaalt er nu al 20 jaar lang een rijksdaal-
tor per jaar voor. Het is nooit veranderd of
tornieuwd en heeft den Telefoondienst dus al
Groen etiket ïK.G. 1.56
Oranje etiket ViK.G. 1.82
Gedecor. bus 1/±K.G. 2.08
Kleinere bussen
naar verhouding.
een vijftig gulden opgebracht. In den Telefoon
gids komen heele bladzijden van dergelijke
vergoedingen voor. Ieder apparaat luister
kastjes, poolwisselaars, schakelaars, extra-tele
foons, hoofdtelefonen is een goudmijntje op
zich zelf voor den dienst. Dat men die dingen
behoorlijk laat betalen, kan niemand vreemd
vinden, maar daar stelle men zich dan ook te
vreden mede. De P. T. T. is een zoo practisch
en zakelijk ingericht bedrijf, dat wij met grond
hopen dat al die zaken nog wel eens wor
den afgeschaft en dat de P. T. T. zich met een
vergoeding voor de gesprekken tevreden stelt.
De onder-afdeeling van onzen R.K. Volks
bond „St. Caecilia" had het initiatief genomen
om den koordirigent A. Bak ter gelegenheid
van diens 25-jarig jubileum te huldigeh. Met
twee kwartetten Van den beer Bak en het pas
opgerichte kinderkoor boden zij den jubilaris
een feestconcert aan, waarop verder nog een
orkest en een tooneelgezelschap medewerkten.
De groote Bavo-zaal was uitstekend bezet,
er heerschte een recht feestelijke stemming en
er werd menigmaal verdienstelijk gezongen.
Nadat „The Joly Boys" met een pittig en
marsch den tijd hadden gekort, de voorzitter bij
voorbaat op het goede, niet bombastische zin
gen van St. Caecilia gewezen had, werd de
jubilaris onder een geestdriftig aangeheven
„Lang zal hij leven" de zaal binnengeleid.
„St. Caecilia" ving daarna aan met het „Ju
bilate Deo" van Aiblinger. Men was, althans een
kleine groep uit het koor, een weinig te en
thousiast, men forceerde, bij de tenorpartijen
vooral, nogal ten schade van het klankgehalte
en den samenzang. Bovendien viel het bijzonder
op, dat bij de tweede tenoren stemmen staan
met meer bas- dan tenortimbre.
Gelukkig werd het in het volgend nummer
„Das Lied" van Wengert geheel anders. Hier
zong het koor veel welluidender en daarenboven
muzikaal. Het onderwerp voelde men goed aan,
de uitbeelding er van was te loven.
Hoogerwerf's „O Heiligen" telde ook goede
momenten, doch de forte-klank is nog niet
nobel genoeg. Hetzelfde dient te worden gezegd
van de clou van het muzikale programma-deel:
Joh. Strauss' Blauwe Donau-wals met orkest
begeleiding. Echter in mindere mate, daar het
orkest den koorklank aanvulde. Ook moet in
aanmerking worden genomen, dat zoo'n wals
een ongewoon genre is. Wij hooren St. Caecilia
dan ook liever in nummers als genoemde van
Wengert. Zoo iets ligt haar het best, daarmede
kan ze flink voor den dag komen.
Het Caecilia-kinderkoor zong na luttele we
ken van studie een paar liederen, echt naïef
en lang niet onverdienstelijk. Na langeren stu
dietijd zal het wel in optima forma kunnen op
treden.
Een verrassing was de zang der beide dubbel-
kwartetten. Zonderen we het een enkele maal
onnoodig forceeren en opdrijven van het toon-
peil (alt in Ave Maria, tenor in Adeste), het
gemis aan voldoenden humor in Italienischer
Salat en de ietwat stugge wijze van zingen
door den tenorsolist uit, dan mag verklaard
worden, dat er smaakvol, beheerscht en met
voordracht is gezongen.
Het gemengde kwartet „Haarlem" bezit op
vallend mooi materiaal, niet het minst bij de
sopranen (de alten resoneeren iets te veel in
de keel) en zingt rustig en met overtuiging.
Het mannenkwartet „Euterpe" komt goed
uit in werkjes als „Der Lindenbaum" van Schu
bert, dat klonk beschaafd en muzikaal.
Jammer, dat niet vjm alle nummers de tekst
in het programma opgenomen en er geen cor
rectie geschiedt was. Maar op zoo'n feestcon
cert vergeeft men die (somwijlen zeer geestige)
zetfouten.
Na de pauze trad uitsluitend „Ons Klein-
Kunst Ensemble" op, terwijl de huldiging tus-
schen de zangnummers plaats vond.
De jubilaris werd toegesproken door afge
vaardigden van de deelnemende koren en kwar
tetten, door vertegenwoordigers van den R.K.
Volksbond, Bond van Kwartetten, Mannenkoor
Electrisch Materiaal, Kerkkoor S.S. Elisabeth
en Barbara en Kunst na Arbeid.
Alle sprekers zwaaiden den jubilaris lof toe,
wezen op zijn energie, zijn talenten, op den
grooten oogst van behaalde prijzen, boden hem
bloemen en geschenken aan en hoopten op een
gouden jubileum. Vele brieven en telegrammen
waren binnengekomen.
De jubilaris dankte voor het aangebodene,
de huldiging had zijn verwachting overtroffen.
En nu gaat Caecilia wederom rustig en ze
ker verder studeeren, om zich zelf op te voe
ren, zooals het werd uitgedrukt door den voor
zitter: tot in het oneindige!
O. K.
De samenstelling van het programma voor
dit H. O. V.-concert, dat door J. van Epenhuy
sen als gastdirigent zou worden geleid, mocht
eenigszins zonderling heeten, of, om het wat
minder sterk uit te drukken, afwijkend van
een normaal samengesteld programma. Men
viel met het concert voor violoncel van Bocche-
■ini met de deur in huis, en kreeg voor de pau
ze bovendien nog de variaties op een Rococo-
hema van Tschaikowsky, eveneens voor cello
en orkest, een tweede cello-concert dus. Men
had dit laatste, tneenen wij, even goed of beter
na de pauze kunnen plaatsen, en kunnen ope
nen met de nu na de pauze gespeelde Euryan-
the-ouverture.
Maar de volgorde was nu eenmaal Bocche-
rini, Smetana, Tschaikowsky, von Weber en
Borodine, en die bleef zoo. Waarom, we dus
ook maar met de deur in huis zullen vallen,
en op de eerste plaats de medewerking van den
cellist Roelof Krol zullen noemen, en roe
men. We hebben dezen jongen, ernstigen kun
stenaar al eens eer gehoord op een H. O. V.-
concert, en we kunnen slechts getuigen, dat
we dit optreden wederom met groote voldoe
ning hebben bijgewoond.
Roelof Krol is een instrumentalist van klasse,
zijn voordracht is uiterst muzikaal, zijn streek
gevoelig, zijn toon altijd nobel en beheerscht.
en zelfs zijn pizzicato heeft een zeer aparte,
treffende resonans. Hij droeg het cello-concert
van Boccherini, die door Puppo schertsend „de
vrouw van Haydn" werd genoemd een werk
dat wij zelf niet bijster hoog aanslaan, of
schoon het in sommige deelen minder zoet is
dan wel eens wordt aangenomen hij droeg
dit werk voor met virtuositeit van techniek en
klank. Maar het beste vonden wij toch zon
der twijfel zijn interpretatie van de variaties
van Tschaikowsky, welke hij inderdaad mees
terlijk verklankte. De bloemen en het langdu
rige applaus, welke hij hiervoor in ontvangst
had te nemen, waren zeker welverdiend.
Het orkest, dat onder leiding van den gast
dirigent J. van Epenhuysen den solist in bei
de werken begeleidde, kwam eigenlijk eerst in
de variaties van Tschaikowsky eenigszins on
dreef. De homogeniteit van klank en de samen
werking lieten in Boccherini's werk nog 't meest
te wenschen over, om bij de uitvoering van
Smetana's „Die Moldau" beter te worden, en
na de pauze zelfs goed en zeer goed. Het valt
in ieder geval te prijzen, dat jongere dirigen
ten in de gelegenheid worden gesteld om zich
in de orkestleiding in te werken door een op
treden als dit. En al kan men dan nog niet
spreken van een volkomen bereiken eener op
geroepen sfeer en van een volkomen beheer-
sching van het orkestapparaat bij den opbouw
van het gereproduceerde werk en van het be
reiken van sommige meer gecompliceerde
klankeffecten in de reeds genoemde werken,
de heer van Epenhuysen gaf in Weber's Eu-
ryanthe en vooral in Borodine's voor de eerste
maal door ons Haarlemsche orkest uitgevoerde
Symphonie no. 2 blijk, een serieus leider te
zijn, die zijn intenties, op den duur en bij meer
dere routine, zeker met goed resultaat zal
weten te doen opvolgen.
Zooals gezegd, gaf het na de pauze gehoorde
redenen tot groote voldoening, en reageerde
het orkest over het algemeen uitstekend op
zijn indicaties, welke wezen op een diepgaan
de en consciëntieuze studie dezer voorzeker
zeer mooie partituur.
Het echt-Russische karakter van Borodine's
Symphonie kwam uitstekend tot zijn recht, en
we kunnen wel gewagen van een aanwinst voor
ons orkest met deze voor het eerst gespeelde
compositie, welke 'n dankbaar concertnummer
zal blijken te zijn. De gastdirigent bereikte
hiermee bij het auditorium dan ook een groot
en welverdiend succes, dat hij terecht aan het
zich con amore gevend orkest liet deelen.
Uit het applaus sprak zoowel voldoening over
het werk zelf als over de wijze waarop het
door leider en orkest werd ten gehoore ge
bracht.
J. S.
Hoe menigmaal loopt men achteloos langs een
aardig straatje, mooien gevel of schilderachtig
poortje, zooals er in Haarlem zoovele te zien
zijn! Wie let bij het passeeren op de bouwkun
stige schoonheid, welke men in de binnenstad
nog zooveel kan genieten? Voorname gebouwen,
zooals de Vleeschhal, die Badeker-fahig zijn,
kent men wel, maar de prachtige juweeltjes van
bouwkunst in hoekjes en straatjes verborgen, is
meestal voor den stadgenoot nog terra incog
nita. Mevr. J. SterckProot heeft de leden van
de R. K. Leeszaal en Bibliotheek gisterenavond
in een lezing, getiteld „De aesthetische ontwik
keling van Haarlems stadsbeeld in den loop der
eeuwen" wat wegwijs gemaakt in dit opzicht en
hun en allen aangeraden zelf den oogen goed
den kost te geven.
Vooraf hield Mr. J. P. de Vilder een kern
achtige inleiding, waarbij hij naast vriendelijke
woorden tot de spreekster er op wees, dat het
bestuur van de Leeszaal zich niet wil beperken
tot het verzamelen van boeken maar wil mede
werken aan den uitbouw van Haarlem tot een
cultureel centrum.
Op cultureel gebied hebben wij, Katho
lieken, nog een groot tekort en achterstand
in te halen. Dat zal niet gemakkelijk zijn
vooral omdat de geest des tijds gericht is
op sensatie inplaats van op bezinning en
rust. Zelfs bij hen, die over het algemeen in
zeer gunstige levensomstandigheden leven,
is de drang naar cultureele ontwikkeling
voor zich en hun gezin maar matig aanwe
zig.
Wij mogen al blij zijn als zij hun geldelijke
bijdrage geven. Zij hebben medelijden met cul
tuur, maar ons echter past een medelijden met
die menschen. Onze taak is het een totale om
vorming daarvan te bewerken en daartoe wil
het bestuur met alle kracht medewerken. Spr.
bood tenslotte mevr. Sterck een bloemstuk aan.
Aan de hand van vele zeer mooie lichtbeelden
gaf mevr. Sterck hierna een overzicht van den
groei van de stijlen in Haarlems architectuur.
Zij liet, zooals zij het noemde, de steenen op de
foto's zelf spreken, al zijn er helaas vele steenen
verstomd onder de mokerslagen der afbrekers.
Haarlem is van oorsprong een deftige stad.
De Graaf bouwde er zijn paleis, dat bij zijn ver
huizing naar Den Haag het Haarlemsch stad
huis werd en is. Oorspronkelijk waren er slechts
twee steenen gebouwen in Haarlem: de O. L.
Vrouwekapel (thans Bakenesserkerk) en.... de
gevangenis het z.g. 's-Gravensteen, dat vroeger
bii het Spaarne heeft gestaan. De Bakenesser
kerk is het oudste steenen gebouw van Haarlem
(de toren is later door Lieven de Key gebouwd.)
Om het Sant (de Groote Markt) woonden rid
ders in fraaie huizen. Ridder Gerard van Tet
terode bezat de heele Jansstraat, die hij in 1300
cadeau gaf aan de St. Jansridders naar wie de
straat is genoemd. Op het Sant verrees om de
oude parochiekerk heen een grootsch kerkge
bouw, de huidige St. Bavo, oorspronkelijk aan
Maria toegewijd maar onder den invloed van de
Vlamingen aan St. Bavo. Zijn beeld staat merk
waardigerwijze nog steeds op den gevel, door
den beeldenstorm gespaard. Omdat de zuilen
van de kerk te zwak waren om er 'n steenen to
ren op te bouwen, werd een houten dakruiter
erop gezet (heel gevaarlijk loopt er thans een
electrische geleiding doorheen) en een aparte
DE. NIEUWE
RINSO DOET BE
SLIST WONDEREN
METMIJN GOED IN
DE WASMACHINE
De nieuwe „overvette"* 'Rihso its 'het enige wasmiddel, dat
speciaal voor de wasmachine wordt gefabriceerd. Duizenden
vrouwen hebben het reeds kunnen constateren: met Rinso
komt de wasmachine het best tot zijn recht. In een oogwenk
een overvloedig Sop, dat in anderhalf uur al het wasgoed van
5 personen prachtig wit maakt, voor slechts 121 /2 cent.
Dat is het resultaat, dat U alleen maar met Rinso kan
bereiken in elke wasmachine en ook in elke tobbe
R2A-0309
klokketoren gebouwd op het Klokhuisplein, in
1883 afgebroken doch de vorm is nog bewaard
gebleven in den toren van de Drukkerij En
schede op het Klokhuisplein.
De Zandvoorters noemden de St. Bavokerk
,Jan met de hooge schouders" omdat
als zij met hun visch langs Overveen kwamen,
de kleine toren zoo ingedoken op de hooge mu
ren stond.
De Jansstraat is een deftige straat geweest.
Aan den eenen kant woonden de St. Jansridders,
aan den anderen de Begijnen (oorspronkelijk
deftige dames), die in 1347 hun afgebrande kerk
hernieuwden. Daarvan is de huidige Waalsche
kerk nog een deel. In den toren hangt nog het
Begijnenklokje, „Serafijntje" genaamd.
Spr. vertelde uitvoerig van de vele kloosters,
die Haarlem heeft gehad en waarvan hier en
daar nog een schilderachtig poortje (b.v. de Gil-
debergspoort in de Groote Houtstraat bij de
Spekstraat), een rudimentair gebouw (b.v. de
Bank van Leening), een schandelijk misvormde
binnenplaats (het Pand) over zijn.
Na het beleg van Haarlem bloeit de tex
tielnijverheid er en de rijke Haarlemmers
vonden in den Vlaming Lieven de Key een
kunstzinnig stadsbouwmeester, die verschil
lende prachtige gevels heeft gebouwd. Op
de Ged. Oude Gracht, Spaarne, Botermarkt
25, zijn ze nog bewaard gebleven, meestal al
leen in het bovengedeelte. Als men van die
kunst tenvolle wil genieten, dan moet men
eigenlijk steeds met het hoofd omhoog loo-
pen!
Hij bouwde ook torens (Nieuwe Kerk, Bake
nesserkerk), den vleugel van het stadhuis in
de Zijlstraat en het glansstuk, de rijkversierde
Vleeschhal, die echter helaas het uitzicht op het
zeer fraaie raam aan de Westzijde van de St.
Bavo heeft weggenomen. Zijn stijl was de Hol-
landsche Renaissance, met haar typische trap
gevels. boogramen, afwisseling van bergsteen en
baksteen enz.
In de 17e eeuw wilden de rijke Haarlemmers
een en ander gaan „vermooien", wat echter b.v.
ten opzichte van het stadhuis niet bijster ge
slaagd is!
Haarlem heeft talrijke hofjes meer dan an
dere steden omdat de rijke Haarlemmers ook
vele dienstboden hadden, die op zoo'n hofje
de laatste levensjaren sleten. Vele hofjes zijn
nog goed bewaard al heeft men het hofje in de
Earrevoetestraat verminkt door er den ingang
ten behoeve van het verkeer weg te breken.
Het mooiste hofje is wel het Teylerhofje op
den Koudenhom in Griekschen stijl opgetrok
ken en schertsenderwijs „De woning der Ves-
taalsche Maagden" genaamd.
In de 18e eeuw wilde men Amsterdam nadoen
door het graven van grachten (de Nieuwe
Gracht) en het bouwen van heerenhuizen daar
aan. (Het Paleis van den Bisschop en van den
Commissaris). Verder is een typische woning uit
dien tijd o.a. het gebouw van het Gasbedrijf in
de Kruisstraat (vroeger de woning van den
tweeden Bisschop van Haarlem).
De JJroote Houtstraat onderging in den
loop der eeuwen vele veranderingen. Van
winkelstraat met trapgevels werd zij een
deftige woonstraat en thans is zie weer win
kelstraat. Maar mooier dan in de middel
eeuwen is zij zeker niet! De 18e eeuw heeft
veel moois in Haarlem vernield en verknoeid
en ons Waterstaatskerken als de St. Jozef
kerk en de Paterskerk bezorgd. Doch aan
het einde begon het weer te glorieeren: de
nieuwe St. Bavo, dat prachtige monument,
werd gebouwd.
In Juli van het jaar 1934 heeft men gepoogd
een brandkast, staande in een pakhuis van
boter, kaas en koloniale waren aan de Nieuwe
Groenmarkt, open te boren. Men heeft de
kast toen niet opengekregen en de ongewensch-
te bezoekers zijn tegen den morgen met leege
handen vertrokken.
In verband hiermede zijn door de politie een
tweetal Amsterdammers aangehouden, waar
van de 33-jarige S. heeft bekend. De man werd
in bewaring gesteld. De andere Amsterdammer,
een 46-jarige S., bleef echter ontkennen en daar
het noodige bewijsmateriaal ontbrak is de man
weer op vrije voeten gesteld.
Een 47-jarige v. H., eveneens Amsterdam
mer, doch thans terzake van een ander misdrijf
te Haarlem gedetineerd, bekende, dat hij de
beide mannen per auto naar Haarlem heeft
gebracht en ook voor het vervoer terug zorg
gedragen heeft.
Dat is de tweede maal binnen enkele dagen,
dat de politie een misdrijf van jaren terug op
heldert.
Het bestuur van de R. K. Oratoriumvereeni
ging deelt haar werkenden leden mede, dat de
repetities voor de dames en heeren zullen worden
gehouden resp. in de St. Josephgezellen, Jans
straat 59 en in hotel De Leeuwerik, Kruisstraat
30.
Gebouw St. Bavo: Esperanto, 8 uur; Best.
Posterijen, 8 uur; Proza, 8 uur; Schaakclub St.
Bavo, 8 uur; Speeltuinvereeniging „Westerkwar
tier", 2 en 8 uur.
Stadhuis: Groote Markt; 8.30 uur vergade
ring der Commissie van toezicht op het Lager
Onderwijs te Haarlem.
Stadsschouwburg: 8 uur Door Inspanning
Uitspanning.
Rembrandt-theater: „Het begon i$ Parijs",
2.30, 7 en 9.15 uur.
Cinema-Palace: Palace-Filmac 115 uur; „De
Firma wordt verliefd", 7 en 9.15 uur.
Luxor-theater: „De Nachtsleutel", „De bruid
neemt vacantie", 2.30, 7 en 9.15 uur.
Frans Hals-theater: „De vijf Frankforters",
2.30, 7 en 9.15 uur.
Gebouw St. Bavo: Best. Volksbond, 8 uur;
Esperanto, 8 uur; R.K. Smedenpatroons, 8 uur;
Bevolkingsbureau. 8 uur; Fed. Gr. en Fr. han
del, 8 uur; Rechtskundig advies, 8 uur.
Frans Hals-museum: Heemkunde-tentoon-
stelling, 10—4 uur.
Teyler's Museum: Herdenkingsavond Dr. M.
v. Marum. 8 uur.
Raadhuis Overveen: Gemeenteraad Bloemen-
daal. 2 uur.
Rembrandt-theater: Uitvoering Haarl. Poli-
tiemuziekver., 8 uur.
Zaal wed. H. Stals: R.K. Volksbond Kring
Haarlem-Noord, 8 uur.
Rembrandt-theater: „Het begon in Parijs",
2.30 uur.
Cinema-Palace: Palace Filmac, 115 uur;
„De firma wordt verliefd", 7 en 9.15 uur.
Luxor-theater: „De nachtsleutel", „De bruid
neemt vacantie", 2.30, 7 en 9.15 uur.
Frans Hals-theater: „De vijf Frankforters",
2.30, 7 en 9.15 uur.
Het federatie-bestuur der S. D. A. P. heeft
mr. P. J. Oud via het bestuur van den Vrijz.
Dem. Bond uitgenoodigd om in een openbare
vergadering te Haarlem van gedachten te wis
selen met den heer J. W. Matthijsen te Am
sterdam over de Economische Politiek van het
vorige ministerie Colijn en de voortzetting door
de huidige regeering. Mr. P. J. Oud had in zijn
rede, welke hij kort geleden te Haarlem heeft
gehouden, de koopkracht-theorie van de
S. D. A. P. bestreden en den socialisten gebrek
aan werkelijkheidszin verweten.
3 Februari a.s. hopen de heer J. C. van Rijn
en zijn echtgenoote I. van Rijn-van 't Hooft,
Vooruitgangstraat 73, hun 40-jarige echtvereeni-
ging te herdenken.
De heer W. Hempenius uit Overveen is door
het districtsbestuur van Eigen Hulp tot lid der
winkeldirectie benoemd. Hij bekleedt de functie
van secretaris. De heer L. A. Bouricius uit Heem
stede is afgetreden als secretaris, doch blijft
zitting houden in de directie.
Voor de najaars-praktijkexamens vandeVer-
eeniging van Leeraren, Mercurius of Pont
slaagden de volgende leerlingen van het Insti
tuut Pont alhier:
Boekhouden: de heeren H. Hoogeboom, W. de
Jong, D. King.
Nederlandsch: Mejuffrouw W. Siekemeyer; de
heeren A. de Baat Doelman, J. van Lennep, H.
Nielandr
Engelsch: Dames A. Heybroek, H. v. d. Waa;
heer: G. van Bonssen Buisman.
Duitsch: Dames A. de Goederen, J. Leyh, L.
Wintershoven; heer: P. Berends.
Machineschrijven: Snelheidsdiploma: Dames
M. Bakker, J. Hoekstra, L. Ziere.
Machineschrijven: Practijkdiploma: Dames
G. Aveling, L. v. d. Bos. J. v. d. Berg, H. Lind
ner, F. Meeuwig, W. Vonk; Heeren: J. Beelen,
J. Boon, H. Boelsma, C. de Heer, P. Klitsie, H.
Kramer, J. Meilof, L. Stuut.
en
XIII
Zeg het hem, Swifty, zei Nancy. Zeg
hem precies, wat je mij verteld hebt.
Ik wil niets te maken hebben met een
slavenschip, zei Swifty.
Kun je je mond dichthouden? vroeg kapi
tein Lovett. En precies doen, wat je gezegd
Wordt, zelfs als het gevaarlijk is?
Ja, meneer.
Loop dan op een draf naar de kombuis, en
haul een anderen pot koffie, en laat die ditmaal
niet vallen. En laat niet merken, of je ergens
door verrast bent.
Tijdens Swifty's korte afwezigheid kon men
Thompson's stem hooren, die de orders
schreeuwde; en de Albatros liep scherper voor
den wind.
Of de bries is sterker geworden, zei kapi
tein Lovett, of Thompson heeft meer zeil
bÜgezet.
Er was iets van aan, wat het eerste betrof,
en wat meer, wat het tweede betrof, maar er
Was nog een derde factor van grooter belang.
Volgens Swifty toen hij terugkwam met den
hieuwen pot koffie was de Albatros thans in
voiie zee, en was er, ver aan den, gezichteinder,
door de wazige lucht heen, een groot schip in
zicht gekomen, dat thans op hen af kwam.
Kapitein Lovett voelde zijn hart opspringen.
Hij snakte er naar om nu aan het stuurrad te
staan, en de orders te geven. Hoewel Thompson
een goed zeeman was, verstond hij toch niet de
kunst, om als gezagvoerder op te treden.
Nu, jongen, zei kapitein Lovett, het is
niet meer dan plicht, je te vertellen, dat den
eerstvolgenden tijd alles van jou afhangt.
Op de eerste plaats moet je blijven voorgeven,
dat mrs. Lovett alléén in haar hut is dat ze
zich niet al te best voelt, en dat ze niet ge
stoord wil worden. Als dat vreemde schip een
oorlogsschip blijkt te zijn, moet je me dat
komen zeggen, en op een of andere manier moet
je uit de timmermanswerkplaats een flink stuk
hout voor me zien te krijgen.
Hij hield zijn handen van elkaar, om te laten
zien, hoe groot het zoo wat moest wezen.
Zoo lang zoowat. En dan een fiesch met een
kurk, die er stevig op past, een flink stuk lood
zóó groot zoowat en een zak zout.
Waar zal ik zeggen, dat ik het voor noodig
heb? vroeg Swifty.
Je moet er niet om vragen je moet het
nemen, als niemand het ziet, en het hier naar
binnen smokkelen.
Het vreemde schip had alle zeilen bijgezet, en
naderde snel. Het koerste zoodanig, dat het op
een gegeven oogenblik den koers van de Albatros
in een scherpen hoek moest snijden. Zoover
Thompson kon berekenen, zouden de beide
schepen als ze geen van beide van koers ver-
anderden elkaar ongeveer terzelfder tijd krui
sen. Als het op achtervolging aankwam, was
er geen oorlogsschip, dat de Albatros kon in
halen; maar uitwijken was in dit geval te ge
vaarlijk, om reden, dat men dan zéker een aan
tal vaartuigen in de armen zou loopen. De meest
voor de hand liggende tactiek was, alle zeilen
te hijschen, en evenwijdig met het vreemde
schip te koersen. Want dan kon de Albatros
den wedloop urenlang voortzette, misschien tot
den avond toe. En zoodra het donker geworden
was, zou het maar kinderspel zijn, om, met
gedoofde lichten, het andere schip te ontloopen.
Er was echter nog een moeilijkheid. Hoewel
de Albatros thans in volle zee was en de Afri-
kaansche kust nog slechts een vage streep aan
den gezichteinder, kon Thompson niettemin niet
zonder meer met den wind mee varen, uit
hoofde van een warnet van zandbanken en rif
fen, die lang niet allemaal op de kaart ston
den.
Swifty kwam weer naar de hut, na een afwe
zigheid van bijna twee uur. Hij hinkte merkbaar,
toen hij binnenkwam. Zijn linkerbeen was stijf
en stram.
Wat scheelt er aan? vroeg Nancy. Heb
je je bezeerd?
Neen, madam, zei Swifty, met een grijns.
Het is dat stuk hout.
Terwijl hij op zijn rechterbeen bleef staan, en
het andere been in de hoogte hield, zei hij tot
den kapitein:
Zou u het er even uit willen trekken,
meneer?
Hij greep het stuk hout, en trok het uit den
jongen z'n broekspijp.
En het lood heb ik ook, zei Swifty.
Van onder zijn gordel, waar het verborgen was
door zijn boezeroen, haalde de jongen het stuk
lood te voorschijn zoo trotsch als iets, dat
hij 'm dat geleverd had!
En wat is er nu aan de hand? zei Lovett.
Het is een oorlogsschip, zei Swifty. Het
zou de „Thunderer" wel eens kunnen zijn, zegt
Mr. Thompsom.
En met reeds iets van den zeeman over zich,
legde de jongen de positie van de beide schepen
uit, en de moeilijkheden, waar Mr. Thompson
thans voor stond. Als de toestand bleef zooals
nu, en Thompson niet uit den weg kon, zouden
de beide schepen over een uur of twee vlak bij
elkaar komen.
Vóór dat gebeurt, zei kapitein Lovett,
moet ik de fiesch hebben, en de zak zout. En
een kluwentje pekdraad. Dat had ik vergeten.
Ik zal mijn best doen, zei Swifty.
Maar hij draalde, alsof er nog iets was, wat hij
er bij wilde zeggen.
Wat is er, Swifty?
Alleen dit, zei de jongen. Ik denk, dat
Mr. Thompson wou, dat u aan het roer stond,
in zijn plaats.
Dat zou me niets verwonderen, zei kapi
tein Lovett kalmpjes.
Hij ziet er een beetje beduusd uit, meneer,
en Grimes zit maar op hem te vitten, en zegt,
dat hü het niet goed doet.
De zak zout, en de fiesch, aan kapitein
Loyett's verzameling toevoegen, was maar kin
derspel. De heele bemanning was aan dek, met
den schrik om het hart, en rekende uit, wan
neer de slavenhaler en het oorlogsschip vermoe
delijk elkaar ontmoeten zouden. De bangsten
onder hen begonnen er al over te praten, de
bewijsstukken te vernietigen. Het was een ont
zettende tegenvaller, maar al dat goud in de
brandkast was er ook nog, en het was beter,
een klein beetje te hebben, dan een koord om
zijn nek te krijgen. De tijd was gekomen, zei
den ze, om de negers in zee te gooien, met hun
ketens en al, zoodat ze zonken als baksteenen.
En zoo nam niemand notitie van het gaan en
komen van den jongen. Toen Swifty kwam op
dagen met het zout en de fiesch en het kluwen
pekdraad, was kapitein Lovett, die als een kleer
maker met over elkaar gekruiste beenen op den
grond zat, juist gereed met het maken van
diepe inkervingen aan de beide uiteinden van
het stuk hout. Aan de tafel gezeten, was Nancy
bezig met schrijven op een vel papier. Zij legde
haar pen neer, en vloeide het papier af.
Lees nu eens voor, wat je daar geschreven
hebt, Nancy, zei de kapitein. Ik wil, dat de
jongen het hoort.
XIV
Nancy las met haar zachte, heldere stem:
„Het schip, waar ge jacht op maakt, is de
Albatros. Ze heeft zeshonderd negers aan boord,
en zal probeeren, om ze op het Piraten-eiland
aan land te zetten, op 200 mijl ten Z. W. van
Cuba, lengte en breedte zooals aan ommezijde
yermeld. Een en ander gebeurt tegen den zin en
het bevel van den kapitein. Het schip is in han
den van muiters. Ga naar het Piraten-eiland,
en wacht het schip op. Het zal er tamelijk lang
over doen."
Die brief, zei kapitein Lovett, is be
doeld voor den commandant van het oorlogs
schip.
Hij richtte zich overeind, en keek na, wat er
op de achterzijde van het papier stond, om zich
te vergewissen, dat Nancy de lengte en breedte
juist had aangegeven. Dan keerde hij het papier
weer om, en zette zijn naam in kloeke letters:
JAMES LOVETT (kapitein).
Maar, zei Swifty, als de commandant
van het oorlogsschip dien brief nu eens niet
krijgt?
Die kans bestaat zeker, zei Lovett, en
daarom wil ik, dat je Mr. Thompson's kompas
uit zijn hut haalt, en bij me brengt. Het hangt
in een leeren foedraal boven zijn schrijftafeL
Jawel, meneer, zei Swifty. En, kapitein,
u weet nog wel, dat pistool, dat Mr. Thompson
liet zien, en waar hij zoo trotsch op was, toen
we in Norfolk waren?
Ja zeker, zei Lovett. Ze noemen het een
revolver. Je kunt er vijf of zes keer mee schie
ten, zonder opnieuw te laden.
Hij heeft er twee, zei Swifty. De eene
heeft hij bij zich, en de andere heeft hij onder
zijn matras verborgen.
Breng die mee, als je kunt, zei Lovett.
Nu direct.
(•Wordt vervolg®
4