lMETJI
een
meedoogenloos
Valsche vredes
apostelen
De Mijdrechtsche
millioenenzaak
VIJAND
aar het engels ch
DONDERDAG 20 JANUARI 1938
Waarschuwing tegen niet-onschul-
digen uitgroei der Nederland-
sche Vredesbeweging
Ondergrondsch gewroet
der Komintern
MEER ARBEID VOOR JONGE
WERKLOOZEN
Uitbreiding der tewerkstelling bij
werk-objecten
KEURING DIENSTPLICHT
Een ex-zware jongen, schrijver van
de anonieme brieven, heeft
onthullingen gedaan
Revisie aangevraagd
Dr. Maria Montessori
te Nijmegen
Belangrijke bijeenkomst in de
R. K. Kweekschool
GESCHENKEN VOOR
DE PRINSES
Inrichtingen van vakonderwijs
hebben deze vervaardigd
PASMAN'S FABRIEKEN
De exportslagerij wordt naar Oss
overgebracht
Jeugdig personeel ont
slagen
Vervanging door buitenlanders zal
niet worden toegestaan
TWEE MAANDEN GEËISCHT
TEGEN SPORTVLIEGER
Jeugdige inbrekers
aangehouden
Politie meende met „vak-
menschente doen
te hebben
NOODLANDING MILITAIR
VLIEGTUIG
Bestuurder en waarnemer kwamen
er goed af
HERHALINGSOEFENINGEN
UIT DE STAATSCOURANT
Leer aar
Belastingen
Onder scheidingen
Staatscommissie bankwezen
N
Ret Katholiek Comité van Actie „Voor God"
•chrijft ons:
Het is werkelijk niet uit een irriteeren-
de zucht het lieden uit een ander kamp
lastig te maken, als we dezen keer meenen
te moeten wijzen op den verre van onschul-
digen uitgroei, welke den laatsten tijd in
de Nederlandsche Vredesbeweging te con-
stateeren valt. Al mógen we niet twijfelen
aan de goede trouw van de betrokkenen,
het misbruik, dat van deze goede trouw
Wordt gemaakt, wordt door die goede trouw
zelf niet goed gepraat.
He bedoeling, waarmee in 1933 het Wereld
comité tegen Oorlog en Fascisme was opge-
hcht, kon moeilijk- verborgen blijven. Het Con-
te Amsterdam in Augustus 1932, dat met
^et bekende congres in de Salie Pleyel te
^arijs aan dit Comité het aanzijn gaf, had de
Nederlandsche Justitie te veel werk gegeven
'de Nedfrlandsche Regeering weigerde de Rus-
®en Gorki en Sjvernik in ons land toe te la-
^ïl) om een redelijken twijfel te laten aan de
r°l. die de Komintern bij dit alles speelde. Het
«Vredes"- programdat te Amsterdam werd op
gesteld, liet overigens aan duidelijkheid niets
Wenschen over: „Wij zweren te zullen strij
den tegen den imperialistischen oorlog; tegen
jjet kapitalisme, met alle kracht waarover wij
beschikkentegen het belasteren van de
oovjet-Unie, het land waar het socialisme ze
gevierde
De anti-fascistische beweging, welke vanuit
^et te Parijs gevestigde Comité ook in vele
Nederlandsche vereenigingen doorwerkt, steekt
de sympathie voor het Russische Moederland
Zoo weinig onder stoelen en banken, dat de
komintern om in wijderen kring succes te
dereiken moest omzien naar een nieuw mid
del, dat meer aan de weinig in het oog-loopende
Volksfront-tactiek is aangepast.
Toen de Engelsche Volkenbonds-apostel Lord
Robert Cecil in 1935 een beweging op touw
Sette tegen de koloniale eischen van het fas
cistische Italië, was het hem er zeker niet om
doen een nieuwe communistische mantel
organisatie te stichten. Evenmin als enkele
tegenwoordige leiders van de wereldbeweging,
die uit dezen eersten opzet groeide (de Rassem-
dlement Universel pour la Paix, of kortweg
R-U.P.; de Internationale Vredes Campagne),
Jzl Lord Robert Cecil er in zijn wat kortzich-
enthousiasme aan gedacht hebben, dat hij
dtoskou in de kaart speelde, toen hij zonder
edenken de gul aangeboden medewerking van
c°mmunisten als Pierre Cot en Sjvernik aan
aardde.
De lijst van de leiders der R.U.P., welke de
^oskousche Pravda in Mei 1936 publiceerde,
2egt onder dit opzicht genoeg. Naast den An-
Sücaanschen Aartsbischop van Canterbury en
S°cialisten als De Brouckère en Albarda, prijken
et de namen van bekende communisten, die
beeds vroeger in minder onverdachte vredes-
vereenigingen werkzaam waren: Romain Rol
and, Victor Basch, Sjvernik, prof. Langevin, enz.
tii
Welke rol deze communisten in de organisa-
e speelden, werd duidelijk, toen de R.U.P. in
öeh zomer van 1936 zijn solidariteit betuigde
jOot het ultra-roode Comité Amsterdam
jNeyel, en toen het congres, dat de R.U.P. in
pptember van dat jaar de Brussel hield
ontsteltenis van den idealist Lord Robert
pecil een communistische manifestatie bleek
:e zijn. Toen de bekende Spaansche communis-
„La Passionaria" er door ds. Jézéquel (het
Communistische Volksdagblad vertaalt den titel
pasteur" dien een Fransch predikant voert, in
geval regelmatig door „pastoor") aan de
jCzgadering werd voorgesteld, week iedere
R^desgedachte voor het oorverdoovend geroep
om bommen <m geschut voor het roode Spanje.
jOgen de afspraak in werd de Internationale
«fizongen en groetten .sprekers en publiek met
"c gebalde vuist.
Ondanks de duidelijke waarschuwing van Z.
Kardinaal van Roey, hebben enkele ka
tholieken aan deze bijeenkomst deelgenomen,
fai
van meer gematigde vredes-bewegingen be
ften op het laatste oogenblik geen vertegen
woordiging te zenden.
Vrede en revolntie.
Rit recente bescheiden blijkt, dat het Co-
~té AmsterdamPleyel op het oogenblik
®raktisch met de R.U.P. is samengesmolten. Op
cze wijze is de R.U.P. een instrument in de
®hd van de Komintern geworden. Zijn vre-
.csideaal is dat "an Romain Rolland (in het
ad „Paix et Liberté" van 14 Juni 1936)„On-
Wereldvrede verstaan we de nieuwe revo-
O'ionnaire orde, welke alleen het onrecht en
de dwalingen van de oude orde zal kunnen
herstellen. Vrede en revolutie zijn nauw aan
elkaar verbonden."
De geruchtmakende geschiedenis te Brussel is
weer in het vergeetboek geraakt en tal van
enthousiaste, maar kortzichtige vredes-aposte-
len hebben zich sindsdien door de R.U.P. we
derom op sleeptouw laten nemen.
Het Centraal Vredes Bureau te 's Graven-
hage, waarover we den vorigen keer iets pu
bliceerden in verband met het Internationaal
Jongerenkamp te Bierville bij Parijs, stond
regelmatig in verbinding met het voorloopig
Nederlandsch Comité van de R.U.P. Nu dit
voorloopig Comité op 27 November j.l. weder
om onder voorzitterschap van Mr. A. Ft Cöhen
Stuart te 's Gravenhage, is omgezet in een de
finitief bestuur, is de samenwerking met de
aldus geconstitueerde Nederlandsche afdeeling
van de R.U.P. nog hechter geworden.
Het Internationaal Secretariaat van de R.U.
P. heeft huisvesting gevonden in het oude Vol
kenbondspaleis te Genève. Het schijnt, dat de
R.U.P. moeite doet om ook in het nieuwe Vol
kenbondspaleis heer en meester te worden door
den Volkenbond te veranderen in een democra
tisch wereld-front, dat onder leiding van
Moskou „den vrede van de revolutie" zou kun
nen schenken.
Meer dan ooit is het de taak der katho
lieken om ook op dit terrein uiterst voor
zichtig te zijn. Een kortzichtig enthousiasme
zou hen kunnen verleiden tot samenwer
king, waar alleen eén afwijzende houding
op haar plaats zou zijn. Want onder 't aan
trekkelijke masker van een ongerept 'redes-
ideaal, verbergt zich hier een streven, dat
mèt onze beschaving ook de groote waarde
van het Godsgeloof in gevaar zou kunnen
brengen.
Blijkens een circulaire aan de betrokken ge
meentebesturen heeft minister Romme beslo
ten, dat uit één gezin twee jeugdige werkloozen
aan werk-objecten mogen deelnemen en ook zij,
die steun ontvangen.
Tot de jeugdige werkloozen rekent men hen,
die nog geen 24 jaar zijn.
Het zakgeld, dat zij ontvangen, zal niet meei
van den steun worden afgetrokken.
Tot nu toe kon uit één gezin slechts één jon
geman bij de werk-objecten worden geplaatst en
voorts was bepaald, dat de jongeren, die onder
de steunregeling vallen, van deelneming zijn
uitgesloten.
De minister van Defensie heeft-bepaald, dat de
keuring van dienstplichtigen van de lichting
1939 niet zal worden gehouden in den middag
van den werkdag volgende op den dag waarop
een prins of prinses zal zijn geboren. De keuring
dezer dienstplichtigen zal op een nader te be
palen dag geschieden.
Bij den Hoogen Raad is van de Mijdrechtsche
millioenenzaak (nalatenschap van mevr. van
Wieringen), waarin J. B. voor de tweede maal
veroordeeld is, door de verdedigers namens J.
B. revisie aangevraagd, aldus bericht de N. R.
Crt.
(In October is J. B. door den minister voor
waardelijk in vrijheid gesteld, na ongeveer 4 y}
jaar van zijn vrijheid te zijn beroofd)De revisie
is aangevraagd in verband met het feit, dat de
schrijver van de anonieme brieven aan de ver
dedigers zich aan dezen heeft bekend gemaakt
en o.m. heeft medegedeeld, dat hij uit den mond
van mevr. van Wieringen heeft gehoord, dat al
de op hun echtheid betwiste acten echt irfaren,
onder opgave van redenen.
De anonymus is, naar verder vernomen wordt,
een ex-zware jongen uit Amsterdam. Zuiver op
berichten van derden is hij mevrouw v. Wierin
gen in 1931 gaan opzoeken met halve kennis
omtrent de betrekkingen tusschen mevr. v. W.
en J. B. Hij heeft het gesprek zoo kunnen lei
den, dat hjj uit den mond van mevrouw v. W.
zelf vernam, wat hij noodig had. Hij heeft haar
enkel met het oogmerk op eigen belang gezegd
en later „overtuigd", dat J. B. zeer onbetrouw
baar was. Hij heeft haar voorgesteld hem te
nemen als vertrouwensman. Dat heeft hij nie*
bereikt, wèl dat mevrouw hem aanstelde als toe
zichthouder op J. B. Uit den mond van mevrouw
v. W. heeft hij toen gehoord, dat al de litigieuze
acten echt waren. Hijzelf heeft op verzoek van
mevrouw de acte van afkoop van 1 millioen ge
redigeerd en geschreven met verdraaid hand
schrift. Dit schrift deed hij na voor de verdedi
gers. Van deze acte, die sinds 1932 berust in de
dossiers, is geen foto-copie aanwezig. Mevrouw
heeft twee leden van haar personeel binnenge
roepen tijdens een der gesprekken en hun ge>
zegd, dat zij dien man na haar dood moesten
herkennen.
Alle stukken betrekking hebbende op haar reT -
tie met J. B., zoo is nu verder aan de verde
digers medegedeeld, zou mevrouw in een pak
doen en dat ter hand stellen van den super-
vertrouwensman,, den anonymus, met geld
om de eerste moeilijkheden te overkomen. Na
het vierde bezoek in September/October 1931
gaf mevrouw het pak nog niet over. De anony
mus moet het toen samen met een vriend „ge
haald" hebben. In het pak bleken zich te be
vinden 30.000, die verbruikt zijn, en o.m. de
stukken die de verdedigers anoniem toege
stuurd kregen.
De anonymus; heeft zich schuil gehou
den uit angst en omdat hjj hoopte, dat J.
B. ook zonder hem zou vrij komen. Hij
verklaart nu, dat de zaak hem geen rust
laat. Geld vraagt hij ten minste niet.
Aanvankelijk deed hij zijn verklaring
aan de verdedigers op hun ambtsgeheim
en vroeg hun voor hem een vrijgeleide te
vragen bij den procureur-generaal van den
Hoogen Raad. Toen deze weigerde, heeft
hü drie weken gewacht en de verdedigers
daarna gemachtigd zijn naam te noemen,
In de R.K. Kweekschool aan den Groes-
beekscheweg was gisteren, 19 dezer, op
uitnoodiging van de R.K. Montessori-
Stichting, een talrijk en uitgelezen gezel
schap bijeengekomen, om te luisteren naar
een voordracht van Dr. Maria Montessori.
De Montessoribeweging heeft in Nijmegen
een belangrijk centrum gekregen, sedert daar
niet alleen de genoemde stichting gevestigd is,
maar ook de eerste R.K. Montessori-school in
het Zuiden tot stand kwam. Bovendien bevindt
zich hier een opleidingsinstituut voor leer
krachten voor voorbereidend L.O. volgens de
M.-methode, welk instituut, naar de voorzitter
der bijeenkomst, de heer J. J. Verbeeten mee
deelde, in September van dit jaar ook L.O.-
leerkrachten zal gaan opleiden, waartoe de
Bisschoppelijke goedkeuring reeds is verkregen.
Vele autoriteiten uit het R.K. Onderwijs en
talrijke onderwijsinspecteurs woonden deze bij
eenkomst bij. Wij merkten o.a. op Mgr. dr. J.
Hoogveld, Mgr. Th. Verhoeven, Mgr. dr. P. van
Gils, Mgr. F. FrenkenT Rector W. de Jong,
Rector P. Goorts, Prof. K. Bellon, Rector Mag
nificus, Prof. J. Rutten, de heeren inspecteurs
Cals, Widdershofven, 't Hart, Stoopman, mej.
van Ommen, mevr. Op de Coul, den wethouder
van Onderwijs van Nijmegen, en docenten van
bijna alle kweekscholen, terwijl een groot aan
tal zusters van alle kappen, vele rijen van de
groote gymnastiekzaal, die tot aula herschapen
was, vulde.
Na een begroetingswoord van den voorzitter,
die de positie van het R.K. Montessorionderwys
in het kort memoreerde, begon mevr. Mon
tessori in het Fransch haar voordracht, waar
aan het volgende is ontleend.
Het belang van de paedagogie is heden méér
dan een intellectueele of wetenschappelijke
vraag; het is het opgroeien van het volk der
kinderen, een opkomende menschheid, die haar
plaats in de wereld moet vinden, en die de op
lossing van al onze moeilijkste problemen in
zich draagt. Het zwakke kind draagt toch de
macht om de groote maatschappelijke vraag
stukken tot oplossing te brengen.
De oorsprong van het Af on tessori-onderwijs
spreekster wil het eigenlijk niet een „methode"
noemen ligt daarin, dat zij in het kind ver
schijnselen heeft waargenomen, die anderen
niet hadden gezien, onverwachte karaktertrek
ken, zooals de aanleg tot ernstige werkzaam
heid, tot nauwkeurigheid en tot niet-neerdruk-
kende discipline. Het practische succes van
haar onderwijs komt niet voort uit een onder-
richtsmethode, maar uit het scheppen van
levensomstandigheden, waarin de vermogens
van het kind tot hun recht komen.
De kwestie is niet; het kind vrij te laten. Het
kind heeft juist voortdurend den bijstand van
den volwassene noodig. De kwestie is: het dien
bijstand te geven overeenkomstig zijn eigen
sensibiliteit en de creatieve wetten van zijn
wezen, waaraan wij ons nederig en liefderijk
moeten aanpassen. Dan blijkt het kind op een
bepaalden leeftijd met het grootste gemak
dingen aan te leeren, die het later slechts met
groote- moeite opneemt, als de periode van
sensibiliteit is verzuimd.
Vrijheid is hier dus slechts te verstaan als
de mogelijkheid om zich te ontwikkelen vol
gens de diepe vormingswetten, die in het kind
zelf liggen. Die strevingen te respecteeren is
heel iets anders dan „het kind laten doen wat
het wil".
wat er ook van kwam. Met zijn handlan
ger hebben de verdedigers ook gesproken.
Deze wenscht echter nog onbekend te blij
ven.
Uit dit verhaal zou nu blijken, waarom me
vrouw van Wieringen in het laatst van haar
leven zeer bang was voor J. B. (de verpleeg
sters vertelden, dat zij iedereen verdacht met
J. B. te heulen). Zij heeft den diefstal na
tuurlijk ontdekt èn van den super-vertrou
wensman gehoord wat een „schurk", naar
zeggen van den anonymus, J. B. was. Aan
gifte kon zij niet doen, daar de contracten ge
heim moesten blijven voor den notaris. Haar
woede op J. B. was duidelijk in haar laatste
levensmaanden, enz. enz.
J. B. moest de knoeierijen al in 1933 in het
Huis van Bewaring te Amsterdam gesignaleerd
hebben. Hij kreeg 50 van een bewaarder en
alle lekkernijen, die hij verkoos. De super
vertrouwensman, de anonymus, bood hem
toen voor 50.000 aan te zullen praten, wa*
hij dan nu eerst heeft gedaan zonder daarvoor
geld te vragen.
J. en B. en de nieuwe getuigen kenden el
kaar in het geheel niet, d.w.z. de anonymus
heeft later een zitting bijgewoond van hes
Hof en heeft J. B daar in het vorige jaar
voor het eerst gezien
Hierop komen in het kort de mededeelin-
gen, die aanleiding hebben gegeven tot de re
visie-aanvrage, neer.
Verscheidene inrichtingen van vakonderwijs
voor meisjes, zoowel op Java als in de buiten
gewesten, hebben een aantal fraaie geschenken
vervaardigd met de bedoeling, deze aan H.K.H.
Prinses Juliana aan te bieden, zoodra er een
Prins of Prinses zal zijn geboren.
De meeste dezer geschenken bestaan uit fraai-
bewerkte baby-kleertjes.
Een bijzonderen indruk maakt het geschenk
van de Openbare opleidingsschool voor vak-
onderwijzeressen te Batavia, bestaande uit een
viertal foto-albums, verpakt in een kistje met
neerklapbare voorzijde en uitschuifbare laden.
Deze albums, welke bestemd zijn voor het in
plakken van foto's van de(n) koninklijke (n)
baby van het 1ste tot en met 't 6de levensjaar,
zijn elk gebonden in een geheel uit de hand be
werkten prachtband, drajwnde 'de wapens der
beide Huizen en van de stad Batavia en voorts
spelende kinderfiguurtjes vertoonend (in goud
draad geborduurd) in opklimmende grootten.
Het kistje zelf is uitgevoerd in een stemmige
donkerbruine kleur en draagt als enkele ver
siering een kroontje op het deksel.
Een ander geschenk, dat bijzondere aandacht
verdient, is een „baby-boek", vervaardigd door
de leerlingen van de Openbare Lagere Nijver
heidsschool voor meisjes te Batavia.
De afdeeling exportslagerij van de N.V. Pas-
man's fabrieken, welke door de Unilever zijn
overgenomen, zal naar Oss worden overge
bracht.
Sprekend van het sociale milieu, waarin het
kind, dat immers kind van werkende en maat
schappelijk levende menschen is, zich het best
ontwikkelt, wees dr. M. op een eigenaardige
eigenschap, die de kinderen voor samenzijn bij
zonder geschikt maakt: zij helpen eikander
nooit onnoodig, maar alleen, wanneer de ander
iets werkelijk niet alleen kan. „De volwassenen
zijn niet zoo verstandig".
De opvatting, dat het kind altijd steun
moet vinden om zich werkzaam te ontwik
kelen, leidt in de gedachte van dr. M. vanzelf
naar den godsdienst, daar God de Opperste
Helper is, Die den mensch in elke levensuiting
moet bijstaan. Onze tijd, waarin het sociale
milieu zoo moeilijk is, vraagt meer dan ooit
overeenstemming tusschen het religieuze en het
sociale in de opvoeding. De godsdienstige op
voeding moet aan den leeftijd worden aange
past en van het materieele naar het moreele
en het sociale gaan. En daarbij gaat het niet
alleen om kennis van den godsdienst, maar
om een dóórdringen in het religieuze leven, dat
in het kind geëerbiedigd en ontwikkeld moet
worden.
Meer dan de school, besloot dr. M„ <vraagt de
maatschappij heden onze hulp. Sterke persoon
lijkheden, die geestelijke vrijheid rijk zijn, moe
ten opgroeien. Daartoe moeten de opvoeders
vervuld zijn van naastenliefde; nederig, onzelf
zuchtig moeten zij het kind als een bewaar
engel terzijde staan; en deze dienst aan den
naaste is iets specifieks christelijks en katho
lieks, en zal daarom vooral gegeven worden
door hen, die door den godsdienst innerlijk zijn
gevormd.
Na de voordracht vereenigde men zich aan
de koffietafel, die in de kweekschool was aan
gericht en ook een huishoudschool eer zou heb
ben aangedaan. De burgemeester van Nijme
gen, in den ochtend door ambtsbezigheden ver
hinderd, nam aan deze lunch deel.
In den namiddag werden de besprekingen in
onderlinge gedachtenwisseling voortgezet.
Mevrouw: „Acn, aoKler, zoudt U mij eeni
precies willen vertellen, waarmede blinden-
darm-ontsteking begint
Dokter„Met een „B" Mevrouwtje
De Regeeringspersdienst deelt het volgende
mede:
1 Januari is zooals gemeld in werking
getreden het werktijdenbesluit voor jeugdige
personen, werkzaam in koffiehuizen en hotels
1937. In samenhang met eenige bepalingen van
de hotelparagraaf der Arbeidswet 1919, die tege
lijkertijd zijn ingevoerd, geeft dit besluit een
regeling van de werk- en rusttijden van het
koffiehuis- en hotelpersoneel beneden 18 jaar.
Naar vernomen wordt, is de invoering van
deze regeling voor verschillende werkgevers aan
leiding geweest, jeugdig personeel te ontslaan.
Wanneer die leegkomende plaatsen worden
vervuld door aanstelling van volwassen per
soneel, verdient dit toejuiching, maar anderzijds
is het niet onwaarschijnlijk, dat, indien het
ontslag op eenigszins grevte schaal zou geschie
den, als gevolg daarvan in de betrokken be
drijven na verloop van tijd een tekort zou ont
staan aan vakbekwaam personeel. Het ligt voor
de hand, dat men dit tekort dan zou willen
aanvullen door indienstneming van buitenland-
sche arbeiders.
In verband hiermede wordt, teneinde het
ontstaan van moeilijkheden te voorkomen,
nu reeds onder de aandacht? van belang
hebbenden gebracht, dat, wanneer tenge
volge van ontslag van jeugdig personeel in
het koffiehuis- en hotelbedrijf een gebrek
aan vakbekwaam personeel zou ontstaan,
vanwege den minister van Sociale Zaken
geen vergunning zal worden verleend om
daarin door aanstelling van buitenlandsche
werkkrachten te voorzien.
BATAVIA, 19 Januari. (Aneta). De Raad
van Justitie zette de zaak tegen den sportvlie
ger S. voort.
Beklaagde persisteerde bij zijn verklaringen,
gisteren afgelegd. Op de vraag van den pre
sident of hij er van overtuigd is, dat een goed
vlieger zich niet alleen op het kompas, doch
ook op aardsche punten mpet oriënteeren, ant
woordt beklaagde, dat hij hier zeer zeker van
overtuigd is.
De president: „Getuige—deskundige Te Roller
verklaart, dat volgens zijn oordeel, het ongeval
aan te geringe snelheid te wijten is".
Beklaagde: „Daarvan ben ik nog niet over
tuigd. Ik was er volkomen zeker van dat even
voor de crash de snelheid 120 K.M. was".
Beklaagde geeft, op de vraag van den pre
sident toe, dat hij bij de verkenning van het
terrein zeer geënerveerd was.
Het rapport van de commissie van onderzoek
zegt, dat de fout van den bestuurder was: te
geringe snelheid bij het nemen van de linker
bocht.
Beklaagde: „Ik had aan zooveel te denken,
en de duisternis vfel reeds. Het is zeer weS
mogelijk, dat mijn snelheid te gering is ge
weest. Ik voor mij had het gevoel dat deze ruim
voldoende was."
Een getuige-deskundige verklaart nog, dat
bijna alle vliegtuigen te 18.00 uur binnen zijn,
welke tijd voor sportvliegers op 17.30 uur kan
worden gesteld. Een sportvliegtuig, dat later
binnen komt, is te laat.
In zijn requisitoir merkt de substituut-offi
cier van justie, mr. Van der Laan, op, dat de
commissie van onderzoek van oordeel was dat
de wijze, waarop beklaagde had genavigeerd
op den terugtocht, benevens de fout van den
bestuurder bij het nemen van de linkerbocht,
de aanleidende oorzaak vormden voor het on
geval. Bovendien is beklaagde dus ook de
heer Te Roller te laat uit Bandoeng vertrok
ken. Een sportvlieger als de heer S. met 300
vlieguren kan echter niet in de schaduw staan
van een vlieger.als de heer Te Roller met 3700
vlieguren, s. mocht het risico niet nemen, om
in den laten middag een tocht van 1% uur
aan te vangen.
Spr. eischte twee maanden hechtenis.
De verdiger, mr. Borgman Brouwer, vroeg
vrijspraak.
Uitspraak: 26 Januari.
De recherche der gemeente Velsen heeft twee
jongens aangehouden, die er van verdacht wor
den betrokken te zijn bij een insluiping, waar
bij onder meer geld werd vermist.
Bij het nader onderzoek is gebleken, dat
deze jongens, die 17 en 13 jaar oud zijn, in de
laatste maanden ten minste zes inbraken in
Velsen hebben gepleegd, waarbij zij zich door
verbreking van glasruiten of met behulp van
een valschen sleutel toegang verschaft hadden
tot perceelen, waarvan de bewoners enkele uren
afwezig waren, o.m. tot de woning van een
politie-beambte.
Zij maakten zich meester van geldsbedragen,
gouden ringen, portemonnaies, enz. en \er-
braken in enkele gevallen tevens den gasmeter
in de woning.
De opbrengst werd besteed voor bioscoopbe
zoek, snoeperij en voor aanschaffing van hulp
middelen voor inbraken.
De jongens zijn zoo listig te werk gegaan,
dat de politie meende, dat by de inbraken
sprake moest zün van volleerde „vakmen-
schen".
Woensdagmiddag omstreeks half twee heeft
het militaire vliegtuig, de Fokkerjager 13, waar
in zich behalve de bestuurder, nog een waar
nemer bevond, nabij Den Bosch een noodlan
ding moeten maken wegens het afslaan van
den motor. Het vliegtuig kwam terecht in een
drassig weiland tusschen het Hinthamerpark
en den spoordijk naar Nijmegen, waarbij de
rechtervleugel den grond raakte, het toestel een
slag om ging en tenslotte met den neus in den
grond en den staart in de lucht bleef liggen.
De vlieger Fokma en de waarnemer, die slechts
eenige blauwe plekken opliepen, konden het
toestel verlaten en Soesterberg van het ge
beurde op de hoogte stellen.
Het toestel kreeg lichte schade aan den mo
tor en den propeller; het zal worden gede
monteerd.
De herhalingsoefeningen voor het wapen der
infanterie in dit jaar te houden, zyn verdeeld
over de volgende tydvakken: Lichtingen 1927 en
1928, onderofficieren datum van opkomst 29
Augustus, korporaals en soldaten 5 September.
Datum vertrek met groot verlof voor al dezen,
14 September.
Lichtingen 1932 en 1934, onderofficieren, da
tum van opkomst 8 September, korporaals en
soldaten 15 September. Datum vertrek met groot
verlof voor al dezen 1 October. Bovenstaande
geldt ook voor de wielrijders.
De onderofficieren-administrateur der lichtin
gen 1927 en 1928 zullen hun herhalingsoefenin
gen drie dagen later aanvangen en beëindigen
dan de andere onderofficieren van hun lichtin
gen.
De onderofficieren-administrateur der lichtin
gen 1932 en 1934 zullen hun herhalingsoefenin
gen vier dagen later aanvangen en beëindigen
dan de andere onderofficieren van him lichtin
gen. Dit geldt ook voor de onderofficieren
administrateur der wielryders.
Tijdelijk is benoemd tot leeraar aan de Ryks
H. B. S. te Hoorn: N. J. Fisscher, wonende te
Delft.
Aan mej. A. J. F. van Rhienen, is op haar
verzoek eervol ontslag verleend als leerares
aan de Ryks H. B. S. te Winterswyk.
De ontvanger der directe belastingen, enz. M.
Ploos van Amstel is verplaatst van het kan
toor der invoerrechten en accijnzen te Nieuwe-
schans (station) naar 's Gravenhage en werk
zaam gesteld aan het departement van Finan-
Vergunning is verleend tot het aannemen van
de versierselen van commandeur der orde van
Leopold II van België aan mr. E. J. J. v. d.
Heyden, hoogleeraar aan de R. K. Universiteit
te Nijmegen; de medaille le klasse der orde
van den Witten Leeuw van Tsjeeho-Slowalüje
aan dr. A. E. Boutelje te Bussum.
In de Staatscommissie voor het bankwezen
(commissie-De Geer) zijn benoemd tot leden
prof. J. van Gelderen, lid van de Tweede Ka
mer, te 's Gravenhage, mr. H. L. Woltersom,
lid van de directie der Robaver, te Rotterdam,
en Tj. Greidanus, lid van de directie van Pier-
son en Co. te Amsterdam.
maar ik gaf ook niet om mijn vryheid,
!®hg ik jou dood waande, kind! En neef
k, "ip, Marie, waar is die? Leeft hij nog? Hoe
akt hy het?"
gaa^ hem goód, voor zoover ik weet,"
(ttyoordde Marie, die steeds de hand van haar
s>(,r;:cJer in de hare hield gesloten. „Hy is op
I; Mr. Dacre heeft verteld, dat hij steeds naar
blijven zoeken."
Mij heeft altijd een edelmoedig karakter ge-
W' Weet je wel, Nita, dat Philip je het leven
heeft, doordat hy je wegvoerde uit het
e huis te Chelsea, waar wij verraderlijk
V ^gelokt waren? Ik zat zoo vreeselijk in angst
&t0r jullie beiden, dat ik je nog langen tijd
Hrt na te kdken, luisterend naar de zich ver
kerende voetstappen. Toen ging ik mijn eigen
Ik „8en pakken was daarmee nog bezig, toen
e Jordans hoorde op de trap. Ze gingen naar
jouw kamer en klopten vervolgens bij my aan.
Ik moest ze wel binnenlaten en ouwe Jordan
was onbeschryfelyk driftig, toen hy „de vogels
gevlogen vond!" Hij wendde zich tot zijn vrouw
met de aanmaning: „Pak gauw ons goed in;
wy moeten hier niet blijven. In een ommezien
staat de politie voor onzen neus!"
Hy wierp my een sjaal over het hoofd en
droeg my, ondanks al myn tegenstribbelen, de
trap af, tot wy de bewuste kast bereikten. Hier
zette hy my neer en bezwoer my, dat ik, óf
kalm met hem mee zou gaan, óf dat hij mij
dooden en myn lichaam in de Theems gooien
zou.
„En daar zou ik goed voor betaald worden,"
zei hy dreigend. „Als je er een eed op doet, dat
je stil zult zijn, zal ik je redden."
Wat kon ik anders doen? Even later verlieten
we het huis en gingen langs een overdekt weg
getje, dat naar de rivier leidde, waar een boot
klaar lag. Jordan roeide dit naar een brug, waar
wy landden. Van daar begaven wij ons door de
stille straten en nog in het halfduister van het
ochtendgrauwen naar een huis, waar Jordan ook
al den sleutel van had en waar wy op de boven
verdieping een vertrek vonden met twee stoe
len en een gebroken tafel. Op twee bovenka
mers heb ik jaren lang gevangen gezeten. Toen
Jordan hier ook ontdekking duchtte, werd ik
naar een groot gebouw gevoerd, dat heel ach
teraf stond en dat vroeger een wasinrichting
moet zijn geweest, waardoor het er zóó vochtig
was, dat ik er rheumatische koortsen opdeed. En
doordat ik er geen hulp van een dokter by had,
verloor ik het gebruik van myn ledematen. Toen
ze eindelyk voor myn leven begonnen te vree
zen, brachten ze mij over naar het Huis, want
ze kregen betaling voor mijn huisvesting; dus
die wilden ze liever niet missen. En op een
goeden dag vertelde Mfs. Jordan mij, dat er
verandering zou komen in myn lot, maar dat
ik eerst kalm mee moest gaan, waarheen ze my
voeren zouden. Dit deed ik natuurlyk. Ik was
afgestompt van verdriet. Ze hadden mij verteld,
dat Philip en jy dood waren: wat had ik dus
nog aan het leven?
Die verandering bleek in zóó verre ten goede,
dat ik nu verwarmde kamers kreeg; vandaar
dat ik ook weer wat bykwam. Na een tijdje ver
telde Mrs. Jordan my, dat haar man overleden
was en nu durfde zij pas voor het eerst er te
genover mij voor uitkomen, hoe afschuwelijk zy
het had gevonden, om mij al die ellende te moe
ten helpen aandoen. Ze vertelde mij verder, dat
mijn vervolger ook dood was; dat Mr. Smith nu
voor mij zorgde en dat die my gelukkig wilde
maken. Eerst onlangs deelde zy my mee, dat
mijn dochter en mijn neef nog in leven waren.
Vandaag kreeg ik te hooren, wie my had gevan
gen genomen en heeft ze my voorbereid, dat ik
je te zien zou krijgen, lieveling! Den Hemel
zij dank, dat ik nu weer het gebruik van myn
armen heb, om myn kind te omhelzen! En
vertel my nu eens, Nita, hoe 't jou toch is ge
gaan, 'sinds je, als kindje van goed drie jaren,
van my weggenomen werd?"
Marie vertelde haar geschiedenis zoo volledig
mogelijk en had dus ook gesproken van haar
verloving met Mr. Dacre. Zy besloot met de
vraag:
„Mag ik Claud nu ook bij u brengen, moeder?"
Na een bevestigend knikje van Mrs. Orde, die
haast tot geen woorden in staat was, riep Ma
rie Claud en de voorstelling had plaats, die de
kroon zette op de vreugde van het weerzien,
want Mrs. Orde was nu overtuigd, dat haar
dochter zeker een gelukkiger leven tegemoet
ging dan zijzelf!
HOOFDSTUK XXXVII
Tegen den avond van den dag, die volgde op
het vertrek van Claud met inspecteur Clark, za
ten Mrs. Munro en Amy Delville by elkaar, toen
Jones binnentrad met de boodschap, dat er een
Zigeunersjongen aan de achterdeur stond, die
de dames wenschte te spreken.
Hij vroeg eerst naar Mr. Clark, maar die was
niet op Eikenzicht. Hy had iets byzonders te
vertellen.
„Laat hem dadelyk binnenkomen, Jones," zei
de oude dame.
De aardige Zigeunerjongen, die blootsvoets
was, maar daarom volstrekt niet armoedig of
onzindelyk gekleed, vertelde, hoe hy Mr. Clark
in Scotland Yard was gaan opzoeken, maar hem
niet gevonden had. Ze hadden hem daar ver
teld, dat Mr. Clark op Eikenzicht was; een
vriend van Mr. Clark had. hem reisgeld naar
het Huis gegeven; maar nu hy den inspecteur
ook daar weer niet vond, wist hy niet, wat hy
doen moest.
„Ja, Mr. Clark is met Mr. Dacre naar „The
Grange" gegaan," zei Mrs. Muró. „Denk je, dat
Lottie hem daar vinden zal?"
„Ik weet 't niet, mevrouw, misschien wèl;
maar haar oom, die onze leider is, heeft niet
graag, dat zij dikwijls daarheen gaat."
„Nu, ik zal allereerst den butler bellen, dat hy
je avondeten geeft en een bed voor vannacht.
Morgen zullen wij je diensten beloonen, beste
jongen, en je terugzenden naar Lottie. Dan kan
je zeggen, dat Clark en Mr. Dacre op „The
Grange" zijn en dan kan ze hen daar vinden."
Tim bedankte de dames en volgde toen Jones,
naar de vertrekken van de bedienden.
Zoowel Mrs. Munro als Amy voelden zich zeer
onder den indruk van 't meegedeelde, toen de
oude dame wielgeratel hoorde naderbykomen.
Amy, die het ook gehoord had, spoedde zich
naar de hall en het volgend oogenblik stond
zij van aangezicht tot aangezicht met Philip de
Brath.
„Waarde Miss Delville," sprak hy, „denkt u,
dat Mrs. Munro huisvesting zal willen verlee-
nen aan een armen schipbreukeling?"
„Een schipbreukeling? O, maar, kapitein de
Brath!Den Hemel zy dank, dat u gered is!
Oma," riep zy, den salon binnenloopend, daar
is kapitein de Brath!"
„Maar, beste jongen, ben jy daar! Duizend
maal welkom! Ik verlangde er juist zoo naar,
dat je hier zou komen!"
„Dan is de storm u wel ter wille geweest!"
lachte hy. Wy leden schipbreuk in den omtrek
van Sicilië; maar allen van het scheepsvolk
werden gered en naar Engeland gebracht. Som
migen van ons werden te Southampton afgezet
en daar hoorde ik ook onder. Ik verwachtte niet
anders, dan dat u zoo edelmoedig zou zyn, my
gastvryheid te verleenen."
„Natuurlyk, beste jongen. Heb je al gedi
neerd?"
„Dank u. Aan boord van het schip, dat ons
opgenomen heeft."
„Nu, vertel ons dan je wedervaren, beste
jongen, en zeg maar, waarmee wy je van dienst
kunnen zyn?"
Philip had een aandachtig gehoor en hy las
Amy's gevoelens voor hem in de uitdrukking van
haar dikwyls vochtige oogen.
HOOFDSTUK XXXVIII
Geen wonder, dat Philip de Brath slecht sla
pen kon. Hij had zoo pas weer te veel opwin
dende ervaringen doorleefd; en dan die kwelling,
of hij Amy wel tot de zyne mocht maken, arm
als hij was. Hij besloot er Mrs. Munro eens over
te raadplegen en lag dus steeds wakker, tot hy
de deur van zyn slaapkamer zachtjes zag open
gaan en er een klein figuurtje aan zijn bed
trad, het Zigeunertje, dit zag hy nu duideiyk,
die hem waarschuwde.
„Kapitein! Kapitein! Er zyn inbrekers!"
„Hoe weet je dat?"
„Ik slaap in het kamertje aan het einde van
den corridor. Ik hoorde ineens leven en toen ik
uit het raam keek, zag ik twee mannen door
het venster beneden binnendringen."
Philip sprong uit bed, schoot haastig enkele
kleeren aan en riep: „Waarom heb je de bedien
den niet gewaarschuwd?"
(Wordt vervolgd.)