lMETJI een meedoogenloos Valsche vredes apostelen De Mijdrechtsche millioenenzaak VIJAND aar het engels ch DONDERDAG 20 JANUARI 1938 Waarschuwing tegen niet-onschul- digen uitgroei der Nederland- sche Vredesbeweging Ondergrondsch gewroet der Komintern MEER ARBEID VOOR JONGE WERKLOOZEN Uitbreiding der tewerkstelling bij werk-objecten KEURING DIENSTPLICHT Een ex-zware jongen, schrijver van de anonieme brieven, heeft onthullingen gedaan Revisie aangevraagd Dr. Maria Montessori te Nijmegen Belangrijke bijeenkomst in de R. K. Kweekschool GESCHENKEN VOOR DE PRINSES Inrichtingen van vakonderwijs hebben deze vervaardigd PASMAN'S FABRIEKEN De exportslagerij wordt naar Oss overgebracht Jeugdig personeel ont slagen Vervanging door buitenlanders zal niet worden toegestaan TWEE MAANDEN GEËISCHT TEGEN SPORTVLIEGER Jeugdige inbrekers aangehouden Politie meende met „vak- menschente doen te hebben NOODLANDING MILITAIR VLIEGTUIG Bestuurder en waarnemer kwamen er goed af HERHALINGSOEFENINGEN UIT DE STAATSCOURANT Leer aar Belastingen Onder scheidingen Staatscommissie bankwezen N Ret Katholiek Comité van Actie „Voor God" •chrijft ons: Het is werkelijk niet uit een irriteeren- de zucht het lieden uit een ander kamp lastig te maken, als we dezen keer meenen te moeten wijzen op den verre van onschul- digen uitgroei, welke den laatsten tijd in de Nederlandsche Vredesbeweging te con- stateeren valt. Al mógen we niet twijfelen aan de goede trouw van de betrokkenen, het misbruik, dat van deze goede trouw Wordt gemaakt, wordt door die goede trouw zelf niet goed gepraat. He bedoeling, waarmee in 1933 het Wereld comité tegen Oorlog en Fascisme was opge- hcht, kon moeilijk- verborgen blijven. Het Con- te Amsterdam in Augustus 1932, dat met ^et bekende congres in de Salie Pleyel te ^arijs aan dit Comité het aanzijn gaf, had de Nederlandsche Justitie te veel werk gegeven 'de Nedfrlandsche Regeering weigerde de Rus- ®en Gorki en Sjvernik in ons land toe te la- ^ïl) om een redelijken twijfel te laten aan de r°l. die de Komintern bij dit alles speelde. Het «Vredes"- programdat te Amsterdam werd op gesteld, liet overigens aan duidelijkheid niets Wenschen over: „Wij zweren te zullen strij den tegen den imperialistischen oorlog; tegen jjet kapitalisme, met alle kracht waarover wij beschikkentegen het belasteren van de oovjet-Unie, het land waar het socialisme ze gevierde De anti-fascistische beweging, welke vanuit ^et te Parijs gevestigde Comité ook in vele Nederlandsche vereenigingen doorwerkt, steekt de sympathie voor het Russische Moederland Zoo weinig onder stoelen en banken, dat de komintern om in wijderen kring succes te dereiken moest omzien naar een nieuw mid del, dat meer aan de weinig in het oog-loopende Volksfront-tactiek is aangepast. Toen de Engelsche Volkenbonds-apostel Lord Robert Cecil in 1935 een beweging op touw Sette tegen de koloniale eischen van het fas cistische Italië, was het hem er zeker niet om doen een nieuwe communistische mantel organisatie te stichten. Evenmin als enkele tegenwoordige leiders van de wereldbeweging, die uit dezen eersten opzet groeide (de Rassem- dlement Universel pour la Paix, of kortweg R-U.P.; de Internationale Vredes Campagne), Jzl Lord Robert Cecil er in zijn wat kortzich- enthousiasme aan gedacht hebben, dat hij dtoskou in de kaart speelde, toen hij zonder edenken de gul aangeboden medewerking van c°mmunisten als Pierre Cot en Sjvernik aan aardde. De lijst van de leiders der R.U.P., welke de ^oskousche Pravda in Mei 1936 publiceerde, 2egt onder dit opzicht genoeg. Naast den An- Sücaanschen Aartsbischop van Canterbury en S°cialisten als De Brouckère en Albarda, prijken et de namen van bekende communisten, die beeds vroeger in minder onverdachte vredes- vereenigingen werkzaam waren: Romain Rol and, Victor Basch, Sjvernik, prof. Langevin, enz. tii Welke rol deze communisten in de organisa- e speelden, werd duidelijk, toen de R.U.P. in öeh zomer van 1936 zijn solidariteit betuigde jOot het ultra-roode Comité Amsterdam jNeyel, en toen het congres, dat de R.U.P. in pptember van dat jaar de Brussel hield ontsteltenis van den idealist Lord Robert pecil een communistische manifestatie bleek :e zijn. Toen de bekende Spaansche communis- „La Passionaria" er door ds. Jézéquel (het Communistische Volksdagblad vertaalt den titel pasteur" dien een Fransch predikant voert, in geval regelmatig door „pastoor") aan de jCzgadering werd voorgesteld, week iedere R^desgedachte voor het oorverdoovend geroep om bommen <m geschut voor het roode Spanje. jOgen de afspraak in werd de Internationale «fizongen en groetten .sprekers en publiek met "c gebalde vuist. Ondanks de duidelijke waarschuwing van Z. Kardinaal van Roey, hebben enkele ka tholieken aan deze bijeenkomst deelgenomen, fai van meer gematigde vredes-bewegingen be ften op het laatste oogenblik geen vertegen woordiging te zenden. Vrede en revolntie. Rit recente bescheiden blijkt, dat het Co- ~té AmsterdamPleyel op het oogenblik ®raktisch met de R.U.P. is samengesmolten. Op cze wijze is de R.U.P. een instrument in de ®hd van de Komintern geworden. Zijn vre- .csideaal is dat "an Romain Rolland (in het ad „Paix et Liberté" van 14 Juni 1936)„On- Wereldvrede verstaan we de nieuwe revo- O'ionnaire orde, welke alleen het onrecht en de dwalingen van de oude orde zal kunnen herstellen. Vrede en revolutie zijn nauw aan elkaar verbonden." De geruchtmakende geschiedenis te Brussel is weer in het vergeetboek geraakt en tal van enthousiaste, maar kortzichtige vredes-aposte- len hebben zich sindsdien door de R.U.P. we derom op sleeptouw laten nemen. Het Centraal Vredes Bureau te 's Graven- hage, waarover we den vorigen keer iets pu bliceerden in verband met het Internationaal Jongerenkamp te Bierville bij Parijs, stond regelmatig in verbinding met het voorloopig Nederlandsch Comité van de R.U.P. Nu dit voorloopig Comité op 27 November j.l. weder om onder voorzitterschap van Mr. A. Ft Cöhen Stuart te 's Gravenhage, is omgezet in een de finitief bestuur, is de samenwerking met de aldus geconstitueerde Nederlandsche afdeeling van de R.U.P. nog hechter geworden. Het Internationaal Secretariaat van de R.U. P. heeft huisvesting gevonden in het oude Vol kenbondspaleis te Genève. Het schijnt, dat de R.U.P. moeite doet om ook in het nieuwe Vol kenbondspaleis heer en meester te worden door den Volkenbond te veranderen in een democra tisch wereld-front, dat onder leiding van Moskou „den vrede van de revolutie" zou kun nen schenken. Meer dan ooit is het de taak der katho lieken om ook op dit terrein uiterst voor zichtig te zijn. Een kortzichtig enthousiasme zou hen kunnen verleiden tot samenwer king, waar alleen eén afwijzende houding op haar plaats zou zijn. Want onder 't aan trekkelijke masker van een ongerept 'redes- ideaal, verbergt zich hier een streven, dat mèt onze beschaving ook de groote waarde van het Godsgeloof in gevaar zou kunnen brengen. Blijkens een circulaire aan de betrokken ge meentebesturen heeft minister Romme beslo ten, dat uit één gezin twee jeugdige werkloozen aan werk-objecten mogen deelnemen en ook zij, die steun ontvangen. Tot de jeugdige werkloozen rekent men hen, die nog geen 24 jaar zijn. Het zakgeld, dat zij ontvangen, zal niet meei van den steun worden afgetrokken. Tot nu toe kon uit één gezin slechts één jon geman bij de werk-objecten worden geplaatst en voorts was bepaald, dat de jongeren, die onder de steunregeling vallen, van deelneming zijn uitgesloten. De minister van Defensie heeft-bepaald, dat de keuring van dienstplichtigen van de lichting 1939 niet zal worden gehouden in den middag van den werkdag volgende op den dag waarop een prins of prinses zal zijn geboren. De keuring dezer dienstplichtigen zal op een nader te be palen dag geschieden. Bij den Hoogen Raad is van de Mijdrechtsche millioenenzaak (nalatenschap van mevr. van Wieringen), waarin J. B. voor de tweede maal veroordeeld is, door de verdedigers namens J. B. revisie aangevraagd, aldus bericht de N. R. Crt. (In October is J. B. door den minister voor waardelijk in vrijheid gesteld, na ongeveer 4 y} jaar van zijn vrijheid te zijn beroofd)De revisie is aangevraagd in verband met het feit, dat de schrijver van de anonieme brieven aan de ver dedigers zich aan dezen heeft bekend gemaakt en o.m. heeft medegedeeld, dat hij uit den mond van mevr. van Wieringen heeft gehoord, dat al de op hun echtheid betwiste acten echt irfaren, onder opgave van redenen. De anonymus is, naar verder vernomen wordt, een ex-zware jongen uit Amsterdam. Zuiver op berichten van derden is hij mevrouw v. Wierin gen in 1931 gaan opzoeken met halve kennis omtrent de betrekkingen tusschen mevr. v. W. en J. B. Hij heeft het gesprek zoo kunnen lei den, dat hjj uit den mond van mevrouw v. W. zelf vernam, wat hij noodig had. Hij heeft haar enkel met het oogmerk op eigen belang gezegd en later „overtuigd", dat J. B. zeer onbetrouw baar was. Hij heeft haar voorgesteld hem te nemen als vertrouwensman. Dat heeft hij nie* bereikt, wèl dat mevrouw hem aanstelde als toe zichthouder op J. B. Uit den mond van mevrouw v. W. heeft hij toen gehoord, dat al de litigieuze acten echt waren. Hijzelf heeft op verzoek van mevrouw de acte van afkoop van 1 millioen ge redigeerd en geschreven met verdraaid hand schrift. Dit schrift deed hij na voor de verdedi gers. Van deze acte, die sinds 1932 berust in de dossiers, is geen foto-copie aanwezig. Mevrouw heeft twee leden van haar personeel binnenge roepen tijdens een der gesprekken en hun ge> zegd, dat zij dien man na haar dood moesten herkennen. Alle stukken betrekking hebbende op haar reT - tie met J. B., zoo is nu verder aan de verde digers medegedeeld, zou mevrouw in een pak doen en dat ter hand stellen van den super- vertrouwensman,, den anonymus, met geld om de eerste moeilijkheden te overkomen. Na het vierde bezoek in September/October 1931 gaf mevrouw het pak nog niet over. De anony mus moet het toen samen met een vriend „ge haald" hebben. In het pak bleken zich te be vinden 30.000, die verbruikt zijn, en o.m. de stukken die de verdedigers anoniem toege stuurd kregen. De anonymus; heeft zich schuil gehou den uit angst en omdat hjj hoopte, dat J. B. ook zonder hem zou vrij komen. Hij verklaart nu, dat de zaak hem geen rust laat. Geld vraagt hij ten minste niet. Aanvankelijk deed hij zijn verklaring aan de verdedigers op hun ambtsgeheim en vroeg hun voor hem een vrijgeleide te vragen bij den procureur-generaal van den Hoogen Raad. Toen deze weigerde, heeft hü drie weken gewacht en de verdedigers daarna gemachtigd zijn naam te noemen, In de R.K. Kweekschool aan den Groes- beekscheweg was gisteren, 19 dezer, op uitnoodiging van de R.K. Montessori- Stichting, een talrijk en uitgelezen gezel schap bijeengekomen, om te luisteren naar een voordracht van Dr. Maria Montessori. De Montessoribeweging heeft in Nijmegen een belangrijk centrum gekregen, sedert daar niet alleen de genoemde stichting gevestigd is, maar ook de eerste R.K. Montessori-school in het Zuiden tot stand kwam. Bovendien bevindt zich hier een opleidingsinstituut voor leer krachten voor voorbereidend L.O. volgens de M.-methode, welk instituut, naar de voorzitter der bijeenkomst, de heer J. J. Verbeeten mee deelde, in September van dit jaar ook L.O.- leerkrachten zal gaan opleiden, waartoe de Bisschoppelijke goedkeuring reeds is verkregen. Vele autoriteiten uit het R.K. Onderwijs en talrijke onderwijsinspecteurs woonden deze bij eenkomst bij. Wij merkten o.a. op Mgr. dr. J. Hoogveld, Mgr. Th. Verhoeven, Mgr. dr. P. van Gils, Mgr. F. FrenkenT Rector W. de Jong, Rector P. Goorts, Prof. K. Bellon, Rector Mag nificus, Prof. J. Rutten, de heeren inspecteurs Cals, Widdershofven, 't Hart, Stoopman, mej. van Ommen, mevr. Op de Coul, den wethouder van Onderwijs van Nijmegen, en docenten van bijna alle kweekscholen, terwijl een groot aan tal zusters van alle kappen, vele rijen van de groote gymnastiekzaal, die tot aula herschapen was, vulde. Na een begroetingswoord van den voorzitter, die de positie van het R.K. Montessorionderwys in het kort memoreerde, begon mevr. Mon tessori in het Fransch haar voordracht, waar aan het volgende is ontleend. Het belang van de paedagogie is heden méér dan een intellectueele of wetenschappelijke vraag; het is het opgroeien van het volk der kinderen, een opkomende menschheid, die haar plaats in de wereld moet vinden, en die de op lossing van al onze moeilijkste problemen in zich draagt. Het zwakke kind draagt toch de macht om de groote maatschappelijke vraag stukken tot oplossing te brengen. De oorsprong van het Af on tessori-onderwijs spreekster wil het eigenlijk niet een „methode" noemen ligt daarin, dat zij in het kind ver schijnselen heeft waargenomen, die anderen niet hadden gezien, onverwachte karaktertrek ken, zooals de aanleg tot ernstige werkzaam heid, tot nauwkeurigheid en tot niet-neerdruk- kende discipline. Het practische succes van haar onderwijs komt niet voort uit een onder- richtsmethode, maar uit het scheppen van levensomstandigheden, waarin de vermogens van het kind tot hun recht komen. De kwestie is niet; het kind vrij te laten. Het kind heeft juist voortdurend den bijstand van den volwassene noodig. De kwestie is: het dien bijstand te geven overeenkomstig zijn eigen sensibiliteit en de creatieve wetten van zijn wezen, waaraan wij ons nederig en liefderijk moeten aanpassen. Dan blijkt het kind op een bepaalden leeftijd met het grootste gemak dingen aan te leeren, die het later slechts met groote- moeite opneemt, als de periode van sensibiliteit is verzuimd. Vrijheid is hier dus slechts te verstaan als de mogelijkheid om zich te ontwikkelen vol gens de diepe vormingswetten, die in het kind zelf liggen. Die strevingen te respecteeren is heel iets anders dan „het kind laten doen wat het wil". wat er ook van kwam. Met zijn handlan ger hebben de verdedigers ook gesproken. Deze wenscht echter nog onbekend te blij ven. Uit dit verhaal zou nu blijken, waarom me vrouw van Wieringen in het laatst van haar leven zeer bang was voor J. B. (de verpleeg sters vertelden, dat zij iedereen verdacht met J. B. te heulen). Zij heeft den diefstal na tuurlijk ontdekt èn van den super-vertrou wensman gehoord wat een „schurk", naar zeggen van den anonymus, J. B. was. Aan gifte kon zij niet doen, daar de contracten ge heim moesten blijven voor den notaris. Haar woede op J. B. was duidelijk in haar laatste levensmaanden, enz. enz. J. B. moest de knoeierijen al in 1933 in het Huis van Bewaring te Amsterdam gesignaleerd hebben. Hij kreeg 50 van een bewaarder en alle lekkernijen, die hij verkoos. De super vertrouwensman, de anonymus, bood hem toen voor 50.000 aan te zullen praten, wa* hij dan nu eerst heeft gedaan zonder daarvoor geld te vragen. J. en B. en de nieuwe getuigen kenden el kaar in het geheel niet, d.w.z. de anonymus heeft later een zitting bijgewoond van hes Hof en heeft J. B daar in het vorige jaar voor het eerst gezien Hierop komen in het kort de mededeelin- gen, die aanleiding hebben gegeven tot de re visie-aanvrage, neer. Verscheidene inrichtingen van vakonderwijs voor meisjes, zoowel op Java als in de buiten gewesten, hebben een aantal fraaie geschenken vervaardigd met de bedoeling, deze aan H.K.H. Prinses Juliana aan te bieden, zoodra er een Prins of Prinses zal zijn geboren. De meeste dezer geschenken bestaan uit fraai- bewerkte baby-kleertjes. Een bijzonderen indruk maakt het geschenk van de Openbare opleidingsschool voor vak- onderwijzeressen te Batavia, bestaande uit een viertal foto-albums, verpakt in een kistje met neerklapbare voorzijde en uitschuifbare laden. Deze albums, welke bestemd zijn voor het in plakken van foto's van de(n) koninklijke (n) baby van het 1ste tot en met 't 6de levensjaar, zijn elk gebonden in een geheel uit de hand be werkten prachtband, drajwnde 'de wapens der beide Huizen en van de stad Batavia en voorts spelende kinderfiguurtjes vertoonend (in goud draad geborduurd) in opklimmende grootten. Het kistje zelf is uitgevoerd in een stemmige donkerbruine kleur en draagt als enkele ver siering een kroontje op het deksel. Een ander geschenk, dat bijzondere aandacht verdient, is een „baby-boek", vervaardigd door de leerlingen van de Openbare Lagere Nijver heidsschool voor meisjes te Batavia. De afdeeling exportslagerij van de N.V. Pas- man's fabrieken, welke door de Unilever zijn overgenomen, zal naar Oss worden overge bracht. Sprekend van het sociale milieu, waarin het kind, dat immers kind van werkende en maat schappelijk levende menschen is, zich het best ontwikkelt, wees dr. M. op een eigenaardige eigenschap, die de kinderen voor samenzijn bij zonder geschikt maakt: zij helpen eikander nooit onnoodig, maar alleen, wanneer de ander iets werkelijk niet alleen kan. „De volwassenen zijn niet zoo verstandig". De opvatting, dat het kind altijd steun moet vinden om zich werkzaam te ontwik kelen, leidt in de gedachte van dr. M. vanzelf naar den godsdienst, daar God de Opperste Helper is, Die den mensch in elke levensuiting moet bijstaan. Onze tijd, waarin het sociale milieu zoo moeilijk is, vraagt meer dan ooit overeenstemming tusschen het religieuze en het sociale in de opvoeding. De godsdienstige op voeding moet aan den leeftijd worden aange past en van het materieele naar het moreele en het sociale gaan. En daarbij gaat het niet alleen om kennis van den godsdienst, maar om een dóórdringen in het religieuze leven, dat in het kind geëerbiedigd en ontwikkeld moet worden. Meer dan de school, besloot dr. M„ <vraagt de maatschappij heden onze hulp. Sterke persoon lijkheden, die geestelijke vrijheid rijk zijn, moe ten opgroeien. Daartoe moeten de opvoeders vervuld zijn van naastenliefde; nederig, onzelf zuchtig moeten zij het kind als een bewaar engel terzijde staan; en deze dienst aan den naaste is iets specifieks christelijks en katho lieks, en zal daarom vooral gegeven worden door hen, die door den godsdienst innerlijk zijn gevormd. Na de voordracht vereenigde men zich aan de koffietafel, die in de kweekschool was aan gericht en ook een huishoudschool eer zou heb ben aangedaan. De burgemeester van Nijme gen, in den ochtend door ambtsbezigheden ver hinderd, nam aan deze lunch deel. In den namiddag werden de besprekingen in onderlinge gedachtenwisseling voortgezet. Mevrouw: „Acn, aoKler, zoudt U mij eeni precies willen vertellen, waarmede blinden- darm-ontsteking begint Dokter„Met een „B" Mevrouwtje De Regeeringspersdienst deelt het volgende mede: 1 Januari is zooals gemeld in werking getreden het werktijdenbesluit voor jeugdige personen, werkzaam in koffiehuizen en hotels 1937. In samenhang met eenige bepalingen van de hotelparagraaf der Arbeidswet 1919, die tege lijkertijd zijn ingevoerd, geeft dit besluit een regeling van de werk- en rusttijden van het koffiehuis- en hotelpersoneel beneden 18 jaar. Naar vernomen wordt, is de invoering van deze regeling voor verschillende werkgevers aan leiding geweest, jeugdig personeel te ontslaan. Wanneer die leegkomende plaatsen worden vervuld door aanstelling van volwassen per soneel, verdient dit toejuiching, maar anderzijds is het niet onwaarschijnlijk, dat, indien het ontslag op eenigszins grevte schaal zou geschie den, als gevolg daarvan in de betrokken be drijven na verloop van tijd een tekort zou ont staan aan vakbekwaam personeel. Het ligt voor de hand, dat men dit tekort dan zou willen aanvullen door indienstneming van buitenland- sche arbeiders. In verband hiermede wordt, teneinde het ontstaan van moeilijkheden te voorkomen, nu reeds onder de aandacht? van belang hebbenden gebracht, dat, wanneer tenge volge van ontslag van jeugdig personeel in het koffiehuis- en hotelbedrijf een gebrek aan vakbekwaam personeel zou ontstaan, vanwege den minister van Sociale Zaken geen vergunning zal worden verleend om daarin door aanstelling van buitenlandsche werkkrachten te voorzien. BATAVIA, 19 Januari. (Aneta). De Raad van Justitie zette de zaak tegen den sportvlie ger S. voort. Beklaagde persisteerde bij zijn verklaringen, gisteren afgelegd. Op de vraag van den pre sident of hij er van overtuigd is, dat een goed vlieger zich niet alleen op het kompas, doch ook op aardsche punten mpet oriënteeren, ant woordt beklaagde, dat hij hier zeer zeker van overtuigd is. De president: „Getuige—deskundige Te Roller verklaart, dat volgens zijn oordeel, het ongeval aan te geringe snelheid te wijten is". Beklaagde: „Daarvan ben ik nog niet over tuigd. Ik was er volkomen zeker van dat even voor de crash de snelheid 120 K.M. was". Beklaagde geeft, op de vraag van den pre sident toe, dat hij bij de verkenning van het terrein zeer geënerveerd was. Het rapport van de commissie van onderzoek zegt, dat de fout van den bestuurder was: te geringe snelheid bij het nemen van de linker bocht. Beklaagde: „Ik had aan zooveel te denken, en de duisternis vfel reeds. Het is zeer weS mogelijk, dat mijn snelheid te gering is ge weest. Ik voor mij had het gevoel dat deze ruim voldoende was." Een getuige-deskundige verklaart nog, dat bijna alle vliegtuigen te 18.00 uur binnen zijn, welke tijd voor sportvliegers op 17.30 uur kan worden gesteld. Een sportvliegtuig, dat later binnen komt, is te laat. In zijn requisitoir merkt de substituut-offi cier van justie, mr. Van der Laan, op, dat de commissie van onderzoek van oordeel was dat de wijze, waarop beklaagde had genavigeerd op den terugtocht, benevens de fout van den bestuurder bij het nemen van de linkerbocht, de aanleidende oorzaak vormden voor het on geval. Bovendien is beklaagde dus ook de heer Te Roller te laat uit Bandoeng vertrok ken. Een sportvlieger als de heer S. met 300 vlieguren kan echter niet in de schaduw staan van een vlieger.als de heer Te Roller met 3700 vlieguren, s. mocht het risico niet nemen, om in den laten middag een tocht van 1% uur aan te vangen. Spr. eischte twee maanden hechtenis. De verdiger, mr. Borgman Brouwer, vroeg vrijspraak. Uitspraak: 26 Januari. De recherche der gemeente Velsen heeft twee jongens aangehouden, die er van verdacht wor den betrokken te zijn bij een insluiping, waar bij onder meer geld werd vermist. Bij het nader onderzoek is gebleken, dat deze jongens, die 17 en 13 jaar oud zijn, in de laatste maanden ten minste zes inbraken in Velsen hebben gepleegd, waarbij zij zich door verbreking van glasruiten of met behulp van een valschen sleutel toegang verschaft hadden tot perceelen, waarvan de bewoners enkele uren afwezig waren, o.m. tot de woning van een politie-beambte. Zij maakten zich meester van geldsbedragen, gouden ringen, portemonnaies, enz. en \er- braken in enkele gevallen tevens den gasmeter in de woning. De opbrengst werd besteed voor bioscoopbe zoek, snoeperij en voor aanschaffing van hulp middelen voor inbraken. De jongens zijn zoo listig te werk gegaan, dat de politie meende, dat by de inbraken sprake moest zün van volleerde „vakmen- schen". Woensdagmiddag omstreeks half twee heeft het militaire vliegtuig, de Fokkerjager 13, waar in zich behalve de bestuurder, nog een waar nemer bevond, nabij Den Bosch een noodlan ding moeten maken wegens het afslaan van den motor. Het vliegtuig kwam terecht in een drassig weiland tusschen het Hinthamerpark en den spoordijk naar Nijmegen, waarbij de rechtervleugel den grond raakte, het toestel een slag om ging en tenslotte met den neus in den grond en den staart in de lucht bleef liggen. De vlieger Fokma en de waarnemer, die slechts eenige blauwe plekken opliepen, konden het toestel verlaten en Soesterberg van het ge beurde op de hoogte stellen. Het toestel kreeg lichte schade aan den mo tor en den propeller; het zal worden gede monteerd. De herhalingsoefeningen voor het wapen der infanterie in dit jaar te houden, zyn verdeeld over de volgende tydvakken: Lichtingen 1927 en 1928, onderofficieren datum van opkomst 29 Augustus, korporaals en soldaten 5 September. Datum vertrek met groot verlof voor al dezen, 14 September. Lichtingen 1932 en 1934, onderofficieren, da tum van opkomst 8 September, korporaals en soldaten 15 September. Datum vertrek met groot verlof voor al dezen 1 October. Bovenstaande geldt ook voor de wielrijders. De onderofficieren-administrateur der lichtin gen 1927 en 1928 zullen hun herhalingsoefenin gen drie dagen later aanvangen en beëindigen dan de andere onderofficieren van hun lichtin gen. De onderofficieren-administrateur der lichtin gen 1932 en 1934 zullen hun herhalingsoefenin gen vier dagen later aanvangen en beëindigen dan de andere onderofficieren van him lichtin gen. Dit geldt ook voor de onderofficieren administrateur der wielryders. Tijdelijk is benoemd tot leeraar aan de Ryks H. B. S. te Hoorn: N. J. Fisscher, wonende te Delft. Aan mej. A. J. F. van Rhienen, is op haar verzoek eervol ontslag verleend als leerares aan de Ryks H. B. S. te Winterswyk. De ontvanger der directe belastingen, enz. M. Ploos van Amstel is verplaatst van het kan toor der invoerrechten en accijnzen te Nieuwe- schans (station) naar 's Gravenhage en werk zaam gesteld aan het departement van Finan- Vergunning is verleend tot het aannemen van de versierselen van commandeur der orde van Leopold II van België aan mr. E. J. J. v. d. Heyden, hoogleeraar aan de R. K. Universiteit te Nijmegen; de medaille le klasse der orde van den Witten Leeuw van Tsjeeho-Slowalüje aan dr. A. E. Boutelje te Bussum. In de Staatscommissie voor het bankwezen (commissie-De Geer) zijn benoemd tot leden prof. J. van Gelderen, lid van de Tweede Ka mer, te 's Gravenhage, mr. H. L. Woltersom, lid van de directie der Robaver, te Rotterdam, en Tj. Greidanus, lid van de directie van Pier- son en Co. te Amsterdam. maar ik gaf ook niet om mijn vryheid, !®hg ik jou dood waande, kind! En neef k, "ip, Marie, waar is die? Leeft hij nog? Hoe akt hy het?" gaa^ hem goód, voor zoover ik weet," (ttyoordde Marie, die steeds de hand van haar s>(,r;:cJer in de hare hield gesloten. „Hy is op I; Mr. Dacre heeft verteld, dat hij steeds naar blijven zoeken." Mij heeft altijd een edelmoedig karakter ge- W' Weet je wel, Nita, dat Philip je het leven heeft, doordat hy je wegvoerde uit het e huis te Chelsea, waar wij verraderlijk V ^gelokt waren? Ik zat zoo vreeselijk in angst &t0r jullie beiden, dat ik je nog langen tijd Hrt na te kdken, luisterend naar de zich ver kerende voetstappen. Toen ging ik mijn eigen Ik „8en pakken was daarmee nog bezig, toen e Jordans hoorde op de trap. Ze gingen naar jouw kamer en klopten vervolgens bij my aan. Ik moest ze wel binnenlaten en ouwe Jordan was onbeschryfelyk driftig, toen hy „de vogels gevlogen vond!" Hij wendde zich tot zijn vrouw met de aanmaning: „Pak gauw ons goed in; wy moeten hier niet blijven. In een ommezien staat de politie voor onzen neus!" Hy wierp my een sjaal over het hoofd en droeg my, ondanks al myn tegenstribbelen, de trap af, tot wy de bewuste kast bereikten. Hier zette hy my neer en bezwoer my, dat ik, óf kalm met hem mee zou gaan, óf dat hij mij dooden en myn lichaam in de Theems gooien zou. „En daar zou ik goed voor betaald worden," zei hy dreigend. „Als je er een eed op doet, dat je stil zult zijn, zal ik je redden." Wat kon ik anders doen? Even later verlieten we het huis en gingen langs een overdekt weg getje, dat naar de rivier leidde, waar een boot klaar lag. Jordan roeide dit naar een brug, waar wy landden. Van daar begaven wij ons door de stille straten en nog in het halfduister van het ochtendgrauwen naar een huis, waar Jordan ook al den sleutel van had en waar wy op de boven verdieping een vertrek vonden met twee stoe len en een gebroken tafel. Op twee bovenka mers heb ik jaren lang gevangen gezeten. Toen Jordan hier ook ontdekking duchtte, werd ik naar een groot gebouw gevoerd, dat heel ach teraf stond en dat vroeger een wasinrichting moet zijn geweest, waardoor het er zóó vochtig was, dat ik er rheumatische koortsen opdeed. En doordat ik er geen hulp van een dokter by had, verloor ik het gebruik van myn ledematen. Toen ze eindelyk voor myn leven begonnen te vree zen, brachten ze mij over naar het Huis, want ze kregen betaling voor mijn huisvesting; dus die wilden ze liever niet missen. En op een goeden dag vertelde Mfs. Jordan mij, dat er verandering zou komen in myn lot, maar dat ik eerst kalm mee moest gaan, waarheen ze my voeren zouden. Dit deed ik natuurlyk. Ik was afgestompt van verdriet. Ze hadden mij verteld, dat Philip en jy dood waren: wat had ik dus nog aan het leven? Die verandering bleek in zóó verre ten goede, dat ik nu verwarmde kamers kreeg; vandaar dat ik ook weer wat bykwam. Na een tijdje ver telde Mrs. Jordan my, dat haar man overleden was en nu durfde zij pas voor het eerst er te genover mij voor uitkomen, hoe afschuwelijk zy het had gevonden, om mij al die ellende te moe ten helpen aandoen. Ze vertelde mij verder, dat mijn vervolger ook dood was; dat Mr. Smith nu voor mij zorgde en dat die my gelukkig wilde maken. Eerst onlangs deelde zy my mee, dat mijn dochter en mijn neef nog in leven waren. Vandaag kreeg ik te hooren, wie my had gevan gen genomen en heeft ze my voorbereid, dat ik je te zien zou krijgen, lieveling! Den Hemel zij dank, dat ik nu weer het gebruik van myn armen heb, om myn kind te omhelzen! En vertel my nu eens, Nita, hoe 't jou toch is ge gaan, 'sinds je, als kindje van goed drie jaren, van my weggenomen werd?" Marie vertelde haar geschiedenis zoo volledig mogelijk en had dus ook gesproken van haar verloving met Mr. Dacre. Zy besloot met de vraag: „Mag ik Claud nu ook bij u brengen, moeder?" Na een bevestigend knikje van Mrs. Orde, die haast tot geen woorden in staat was, riep Ma rie Claud en de voorstelling had plaats, die de kroon zette op de vreugde van het weerzien, want Mrs. Orde was nu overtuigd, dat haar dochter zeker een gelukkiger leven tegemoet ging dan zijzelf! HOOFDSTUK XXXVII Tegen den avond van den dag, die volgde op het vertrek van Claud met inspecteur Clark, za ten Mrs. Munro en Amy Delville by elkaar, toen Jones binnentrad met de boodschap, dat er een Zigeunersjongen aan de achterdeur stond, die de dames wenschte te spreken. Hij vroeg eerst naar Mr. Clark, maar die was niet op Eikenzicht. Hy had iets byzonders te vertellen. „Laat hem dadelyk binnenkomen, Jones," zei de oude dame. De aardige Zigeunerjongen, die blootsvoets was, maar daarom volstrekt niet armoedig of onzindelyk gekleed, vertelde, hoe hy Mr. Clark in Scotland Yard was gaan opzoeken, maar hem niet gevonden had. Ze hadden hem daar ver teld, dat Mr. Clark op Eikenzicht was; een vriend van Mr. Clark had. hem reisgeld naar het Huis gegeven; maar nu hy den inspecteur ook daar weer niet vond, wist hy niet, wat hy doen moest. „Ja, Mr. Clark is met Mr. Dacre naar „The Grange" gegaan," zei Mrs. Muró. „Denk je, dat Lottie hem daar vinden zal?" „Ik weet 't niet, mevrouw, misschien wèl; maar haar oom, die onze leider is, heeft niet graag, dat zij dikwijls daarheen gaat." „Nu, ik zal allereerst den butler bellen, dat hy je avondeten geeft en een bed voor vannacht. Morgen zullen wij je diensten beloonen, beste jongen, en je terugzenden naar Lottie. Dan kan je zeggen, dat Clark en Mr. Dacre op „The Grange" zijn en dan kan ze hen daar vinden." Tim bedankte de dames en volgde toen Jones, naar de vertrekken van de bedienden. Zoowel Mrs. Munro als Amy voelden zich zeer onder den indruk van 't meegedeelde, toen de oude dame wielgeratel hoorde naderbykomen. Amy, die het ook gehoord had, spoedde zich naar de hall en het volgend oogenblik stond zij van aangezicht tot aangezicht met Philip de Brath. „Waarde Miss Delville," sprak hy, „denkt u, dat Mrs. Munro huisvesting zal willen verlee- nen aan een armen schipbreukeling?" „Een schipbreukeling? O, maar, kapitein de Brath!Den Hemel zy dank, dat u gered is! Oma," riep zy, den salon binnenloopend, daar is kapitein de Brath!" „Maar, beste jongen, ben jy daar! Duizend maal welkom! Ik verlangde er juist zoo naar, dat je hier zou komen!" „Dan is de storm u wel ter wille geweest!" lachte hy. Wy leden schipbreuk in den omtrek van Sicilië; maar allen van het scheepsvolk werden gered en naar Engeland gebracht. Som migen van ons werden te Southampton afgezet en daar hoorde ik ook onder. Ik verwachtte niet anders, dan dat u zoo edelmoedig zou zyn, my gastvryheid te verleenen." „Natuurlyk, beste jongen. Heb je al gedi neerd?" „Dank u. Aan boord van het schip, dat ons opgenomen heeft." „Nu, vertel ons dan je wedervaren, beste jongen, en zeg maar, waarmee wy je van dienst kunnen zyn?" Philip had een aandachtig gehoor en hy las Amy's gevoelens voor hem in de uitdrukking van haar dikwyls vochtige oogen. HOOFDSTUK XXXVIII Geen wonder, dat Philip de Brath slecht sla pen kon. Hij had zoo pas weer te veel opwin dende ervaringen doorleefd; en dan die kwelling, of hij Amy wel tot de zyne mocht maken, arm als hij was. Hij besloot er Mrs. Munro eens over te raadplegen en lag dus steeds wakker, tot hy de deur van zyn slaapkamer zachtjes zag open gaan en er een klein figuurtje aan zijn bed trad, het Zigeunertje, dit zag hy nu duideiyk, die hem waarschuwde. „Kapitein! Kapitein! Er zyn inbrekers!" „Hoe weet je dat?" „Ik slaap in het kamertje aan het einde van den corridor. Ik hoorde ineens leven en toen ik uit het raam keek, zag ik twee mannen door het venster beneden binnendringen." Philip sprong uit bed, schoot haastig enkele kleeren aan en riep: „Waarom heb je de bedien den niet gewaarschuwd?" (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 3