Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | 21 januari 1938 | pagina 3

êen

Meedoogenloos

Bouw Maastunnel

VIJAND

BENDE TERRORISEERDE
CHARLOIS

aar het engelsch

VRIJDAG 21 JANUARI 1938

Voorwaarden der voorschotten
door den Rotterdamschen
gemeenteraad aanvaard

De diergaarde wordt
verplaatst

OPROEP TOT GEPASTE
FEESTVREUGDE

Bij de te wachten blijde
gebeurtenis

ONTGINNING VAN DE PEEL

Werk voor 500 man onder
Sevenum

georganiseerd overleg
in ambtenarenzaken

Centrale Commissie vraagt
wijziging der Pensioenwet

Een garnizoen te
Amsterdam

oor dracht aangenomen; tegen
15 Juni zijn de militairen van
den luchtdoeldienst te
verwachten

DOODELIJKE BOTSING VOOR
DE RECHTBANK

Roode achterlichten brandden niet

ARBEIDER DOOR ZWARE
STAAF GETROFFEN

Nog denzelfden dag aan de
gevolgen overleden

Valsche munters voor
de rechtbank

De politie zat hen steeds op de
hielen, zoodat zij niets
konden uitrichten

HIJ WACHTTE OP EEN
GROOTE ERFENIS

Oplichting op groote schaal in
de Residentie

PAUL TÉTAR VAN ELVEN-
FONDS

Oproep tot Nederlandsche
historieschilders

DE KWESTIE MET HET
RESIDENTIE-ORKEST

Een schrijven van het raadslid
Van Beresteyn

Schuldig aan diefstal, brandstich
ting en poging tot vergiftiging

V#

POLITIE-AGENT VERVOLGD
WEGENS MEINEED

Ongewenschte toestanden
te Oosterhout

De aanvaring van de
,Damsterdijk"

LEENINGSVOORW AARDEN
HERZIEN

Voor de parochie H. Dionysius
te Essen-Borbeck

Belgische onderscheiding

Geen audiëntie

Tevergeefs gezocht naar de
slachtoffers

F amilieberichten

Clearingkoersen

UIT DE STAATSCOURANT

Eervol ontslag

Commissie van advies inge
volge Dienstweigeringswet

Ontvanger directe belastingen

Verificateur

Onderscheiding

Referendaris P.T.T.

De gemeenteraad van Botterdam heeft
Donderdagmiddag besloten tot aanvaarding
Van de voorwaarden, waaronder aan Rot
terdam voorschotten worden verleend uit
het Werkfonds en het Verkeersfonds ten
behoeve van den tunnelbouw onder de
Nieuwe Maas.

Dit het Verkeersfonds zal een bedrag worden
Verstrekt van zes millioen. Het laatste fonds
*®1 bovendien vier millioen verstrekken tot dek
king van de uitgaven voor den aanleg en de
jerbetering van de verbindingswegen met den

tunnel.

Voorts heeft de raad in beginsel besloten
hansacties aan te gaan met de Nederlandsche
Spoorwegen, het Rijk (P.T.T.) en de Rotterdam-
Sche diergaarde tot ruiling van grond. Hiermede
k de verplaatsing van de diergaarde van het
Antrum der stad naar Blijdorp een feit ge
worden. Dank zü deze verplaatsing zal een
^langrijke stadsverbetering tot stand komen.

Verschillende sprekers hebben in den Raad
en w. en den gemeentelijken technischen
•bonst dank gebracht voor de wijze, waarop zij
deze zaak hebben voorbereid én daarnaast hulde
'«bracht aan de stichting Volkskracht, welke
bet de diergaarde mogelijk heeft gemaakt om
transactie aan te gaan. Deze stichting zal,
^oals reeds gemeld, voor een nieuwe moderne
Vergaarde in Blijdorp zorgen.

Sobriëtas schrijft ons:

Val van plaatsen, groot en klein, maken zich
vP ter viering van den Nationalen Feestdag in
erband met de blijde gebeurtenis in het prin-
Seliik gezin.

Een groot deel van ons volk weet onderhand,
but in nuchterheid genoten gepaste ontspan-
b'Ug, een dubbele feestvreugde brengen kan.
b'gemeen is echter die wetenschap nog lang
b'et doorgedrongen. Er zijn er nog steeds, die
be meening zijn toegedaan, dat zonder alcohol
waar feest is te vieren, dat men eerst
h half bedwelmden toestand moet zijn,
'vorens men op een behoorlijke wijze aan zijn
eestvreugde uiting kan géven.

En daarnaast staat de breeae massa van
,eB, die goed willen, maar, eenmaal in de ge-
e?enheid, zoo gemakkelijk aan de verleiding
°egeven en geleidelijk van kwaad tot erger
uilen. Er zijn er maar al te velen, die slacht
er van den alcohol geworden zijn, die zich
leven van mislukking en ellende op den
a's hebben gehaald, doordat zij bij een of
löere feestelijke gelegenheid zoo gemakkelijk
(jUn de verleiding toegaven en geen maat ken-

^Toge de komende Nationale Feestdag in stad

«ti

b>edi

dorp een echt vroolijk verloop hebben, als-
'e,zonder droeve naklanken blijven.

öinnenkart zal volgens het Handelsblad,
v b begin worden gemaakt met de ontginning
up de Peel onder de Noord-Limburgsche ge
ënte Sevenum.

Eet voorloopige plan voor den eersten tijd
JbVat een gebied van ongeveer 400 H.A. Hier-
J zullen ongeveer 500 arbeiders eenige jaren
etk hebben.

haar dezer dagen gehouden vergadering
jjj'°ot de Centrale Commissie voor Georgani-
JUrd Overleg in ambtenarenzaken de regee-
f,be te verzoeken art. 40 1ste lid, sub e van de
•Usioenwet 1922, te wijzigen in dien zin, dat:

«Ua,

,a'e. de regeling van den inkoop van vooraf-
abden diensttijd op arbeidsovereenkomst

^gebracht, thans beperkt tot de rijfcsambte-
'eh, eveneens gelden zal voor de overige
'er de pensioenwet vallende ambtenaren.

2e. Deze regeling gelijk wordt aan die betref
fende den inkoop van vooraf gaanden diensttijd
als tijdelijk ambtenaar doorgebracht, met dien
verstande, dat enkel inkoopbaar zal zijn de
contracted, doorgebracht in dienst van hetzelf
de lichaam (Rijk, provincie, gemeente, enz.),
hetwelk den contractant tot ambtenaar be
noemt.

Aangaande de instelling van een dienstcom
missie voor het Rijksinstituut voor de volks
gezondheid, welke wegens het ontbreken van
een bijzondere commissie voor Georganiseerd
Overleg, een zelfstandige, rechtstreeks onder de
Centrale commissie ressorteerende dienstcom
missie zou moeten zijn, besloot de commissie
der regeering te adviseeren nog niet tot de
instelling daarvan over te gaan, doch te trach
ten voorloopig een slechts officieus Georgani
seerd Overleg tusschen den directeur van het
instituut en het personeel tot stand te bren
gen.

Voorts behandelde de commissie nog een
voorstel tot wijziging van het Bezoldigingsbe
sluit, waaromtrent zij besloot de regeering te
verzoeken om een nader onderzoek door des
kundigen.

De gemeenteraad van Amsterdam heeft
gisterennamiddag de voordracht aangeno
men om voor 't gereedmaken van 'n militair
oefenterrein in dén Riekerpolder een crediet
1.200.000), beschikbaar te stellen en om
in beginsel te bepalen, dat het oefenterrein
met bijkomende nog nader aan te wijzen
terreinen voor militaire doeleinden op nader
te bepalen voorwaarden ter beschikking
van het Rijk zal worden gesteld.

Aanvankelijk hadden B. en W. dit laatste
„kosteloos" willen doen doch een amendement
der soc. democraten werd door B. en W. over
genomen om het woord „kosteloos" te schrap
pen en nog nader met de regeering te overleg
gen om gunstiger voorwaarden te bekomen.
Intusschen zal toch onmiddellijk met gereed
maken der terreinen begonnen worden, daar 15
Juni a.s. het garnizoen in de Oranjekazerne kan
worden verwacht.

Na verdediging der voordracht door wethou
der De Miranda en burgemeester De Vlugt
stemden met de communisten alleen twee ka
tholieke leden de heeren Steinmetz en De
Groot tegen.

De getalssterkte van het garnizoen is 800 a
1000 man, 20 officieren en 50 onderofficieren.

27 Augustus van het vorig jaar is op den
rijksweg Den HaagHaarlem onder Oegst-
geest een verkeersongeluk gebeurd, waarbij op
tragische wijze iemand om het leven is ge
komen.

's Avonds omstreeks kwart voor negen
het was schemer-donker stond even voorbij
het tweede viaduct op het nieuwe gedeelte
van den weg een groote truck met oplegger
geparkeerd, omdat de bestuurder een band
moest verwisselen.

Tegen dezen stilstaanden auto is van ach
teren een groote vrachtwagen gereden met het
gevolg, dat de cabine van dien wagen in elkaar
werd gedrukt en onmiddellijk in brand vloog.
De bestuurder wist zich te redden, de andere
inzittende kwam jammerlijk om bet leven.

Wegens het veroorzaken van dood door
schuld moest de bestuurder van de truck, de
32-jarige expediteur A. P. H. R. te Klundert,
voor de Haagsche rechtbank terecht staan.

Verschillende getuigen verklaarden, dat zij
de roode achterlichten niet hadden zien bran
den.

De Officier van 'Justitie, mr. Cohen Ter-
vaert, vorderde een hechtenisstraf van vier
maanden.

De verdediger, mr. W. A. J. van den Hurk
te Breda, pleitte vrijspraak.

Donderdagmorgen omstreeks elf uur waren op
de Nederlandsche schroef houtenfabriek te Hel
mond eenige arbeiders bezig met 't tornen van
een vliegwiel. Hierbij werd de 43-jarige gehuwde
arbeider J. van Hoof plotseling door een zwa
re ijzeren staaf aan hoofd en rug getroffen.

Zwaar gewond storte de man nee.

Dokter Bloemen, die de eerste geneeskundige
hulp verleende, constateerde o.m. een zware
hersenschudding. De man is per Roode Kruis-
auto naar het St. Antoniusgasthuis overge
bracht, waar hij 's middags, zonder tot bewust
zijn te zijn gekomen, is overleden.

Binnenkort zullen te Maastricht voor de
arrondissements-rechtbank moeten verschijnen
de architect V., uit Sittard, de caféhouder H.
uit Sittard en de koopman H. uit Roermond.

De eerste twee zullen zich te verantwoorden
hebben wegens- het voorhanden hebben van
middelen, waarvan zij wisten, dat zij bestemd
waren tot het vervaardigen van valsche bank
biljetten; de derde zal terecht staan wegens
medeplichtigheid.

Eveneens zullen te Aken binnenkort terecht
staan de Maastrichtenaar B. en de Duitscher
B. uit Aken, wegens valsche munterij.

Op het einde van 1936 vernam de politie in
Maastricht, dat in Antwerpen Nederlanders op
zoek waren naar een drukker, die valsche
bankbiljetten van f 100 voor hen wilde druk
ken. In Antwerpen ging evenwel niemand op
de uitnoodiging in en de politie, die nog geen
delict had kunnen constateeren, onthield zich
van inmenging, om den valschen munters gele
genheid te geven zich in een verder stadium
van hun activiteit bloot te geven.

In het begin van 1937 doken in Zuid-Lim
burg drie personen op, zekere P., uit Maastricht
en twee Belgen, van wie de een uit Lanaeken,
de ander uit Seraing afkomstig was. Zij zoch
ten een goede papiersoort, om biljetten van
f 100 te kunnen drukken.

De politie slaagde er in, iemand in contact
te brengen met deze groep, die deel bleek uit
te maken van een goed georganiseerde bende,
waartoe verscheidene vakmenschen behoorden.
De politie kon zich zoodoende op de hoogte
houden van het stadium, waarin de bende met
haar werkzaamheden verkeerde.

Los van dit onderzoek werd in den loop van
1937 te Sittard een partij briefjes in beslag ge
nomen, voorzien van een watermerk en bestemd
voor bankbiljetten van f 10, doch onbedrukt.

Zoodoende kwam men op het spoor van den
architect V., te Sittard, den caféhouder H„ al
daar en den koopman H„ te Roermond. Ook
kwam men te weten, dat er een drukkerij in
Aken was, gereed om het valsche bankpapier
te drukken.

Tegen het einde van 1937 deed men een in
val in de Akensche drukkerij en daar werden
de Duitscher B. en de Maastrichtenaar B„
welke laatste dus begin 1937 in Zuid-Limburg
met de twee Belgen geschikte papiersoorten
zocht, op heeterdaad betrapt, toen zij op het
punt stonden de eerste valsche papieren te
gaan drukken. Beiden werden gearresteerd en
in de gevangenis te Aken ingesloten.

Eenigen tijd daarna is men eveneens overge
gaan tot de arrestatie van de genoemde per
sonen in Sittard en Roermond.

Dank zij het voorzichtig geleide onderzoek
van de politie, is geen enkel valsch biljet in
circulatie gebracht kunnen worden.

Voor de Haagsche Rechtbank is voortgezet
de zaak tegen den 56-jarigen J. E. C. G., die
17 November van het vorig jaar terecht heelc
gestaan wegens oplichting. Hij heeft, onder
voorwendsel een groote erfenis van zijn tante
wachtende te zijn, tal van personen in de Resi

dentie geld uit den zak geklopt tot een bedrag
van eenige tienduizenden guldens.

De Officier van Justitie heeft toen een ge
vangenisstraf van één jaar geëischt, rekening
houdende met het psychiatrisch rapport van
dr. Scholtens, die verdachte zeer verminderd
toerekeningsvatbaar achtte.

De rechtbank gelastte evenwel een nieuw
psychiatrisch onderzoek en een rapport, uit
gebracht door dr. Carp, die concludeerde, dat
verdachte sterk verminderd toarekenirflsvat-
baar is.

De Officier van Justitie persisteerde bij zijn
eisch.

De advocate van verdachte, mej. mr. C: v.
d. Valk, meende, dat een straf van zes maan
den met. aftrek van preventief voldoende was

Uitspraak 3 Februari.

Bestuurderen der maatschappij Arti et
Amicitiae te Amsterdam, handelend als beheer
ders van de stichting Paul Tétar van Blven-
fonds hebben een oproep gericht tot de Neder
landsche söhilders onder de dertig jaar, die
werken, tot het historieschilderen behoorend,
hebben gemaakt, hetzij in olieverf, teekeningen
(ook waterverf) en grafischen arbeid, om zoo
danig werk ter bezichtiging te ontvangen,
teneinde eenige mededingers in den wedstrijd
Paul Tétar van Elven 1938 te kunnen aanwijzen

Het doel der genoemde stichting is het on
dersteunen van jonge historieschilders. Ter
bereiking van dit doel wordt elke vier jaar
een wedstrijd uitgeschreven. De deelnemers
aan den wedstrijd moeten een historische
schilderij uit den klassieken tijd vervaardigen.
Deze compositie moet oorspronkelijk zijn en
zal niet minder dan drie en niet meer dan vijf
figuren mogen bevatten De vervaardiging zal
onder streng toezicht geschieden.

De beoordeeling der schilderijen zal plaats
hebben door een jury door het bestuur der
stichting te benoemen. De jury is niet verplicht
tot bekroning te besluiten.

Acht zy een der deelnemers de bekroning
waard, dan zal het bestuur der stichting dezen
voor een tijdvak van vier jaren een toelage
kunnen geven om daaruit zijn verdere studie
te bekostigen.

Jhr. mr. dr. E. A. van Beresteyn heeft aan
den Haagschen gemeenteraad een schrijven
gezonden, in verband met de gerezen kwesties
met het Residentie-Orkest. De heer Van Bere
steyn, die gedelegeerde is in het bestuur van
het Orkest, deelt in dit schrijven mede, dat
het dagelijksche bestuur er van zich niet ge
draagt naar de wenschen van den raad. Niet
tegenstaande de secretaris, aldus de schrijver
van dezen brief, tijdig op de hoogte was van
den brief van 18 Januari, heeft hij, geheel in
zijn lijn, de vergadering met de deskundigen
toch laten doorgaan om vier uur, en daar stellig
het kwaad gesticht, dat ik in de raadsverga
dering van Maandag voorzag, om dan daarna
ijskoud mede te deelen, dat „thans" de bespre
kingen zijn opgeschort. Het „thans" moet dus
gesteld worden op het moment, dat valt nh de
bespreking van de deskundigen, terwijl er vóór
die bespreking voldoende gelegenheid was, de
besprekingen op te schorten.

Het blijkt, dat ée Rotterdamsche politie met
de arrestatie van twee woonschuitbewoners,
die, behalve bij de inbraak aan den Heyschen-
dijk, ook nog bij een drietal andere diefstallen
in de buurt van Charlois en Pernis betrokken
zijn geweest, een goeden slag heeft geslagen.

Het voortgezette onderzoek heeft uitgeweze^,
dat dit tweetal het rayon terroriseerde, zoo
dat velen niet eens aangifte durfden doen en
dat zij bovendien zich nog schuldig hebben ge-
maak aan brandstichting, een vergiftigingsge-
val en nog tal van andere diefstallen en in
braken, waarvan er enkele uit 1936 dateeren.

In verband met deze zaak zijn nog drie per
sonen gearresteerd, twee mannen en een dienst
bode, die inmiddels ook naar het huis van
bewaring zijn overgebracht. Nadat de inbraak
aan den Heyschendijk ei^ nog eenige andere
diefstallen waren opgehelderd, bleek, dat de 32-
jarige schipper A. J. G. en zijn 23-jarige kost
ganger W. van D„ die woonden aan boord van
een woonschuit, die in het Balkengat ligt, ook
ten nadeele van den landbouwer P. de H. te
Pernis een varken hebben gestolen. Dit werd
een aanknoopingspunt voor het verdere onder
zoek, want spoedig kwam vast te staan, dat
bij den diefstal van het varken ook meegehol
pen had de 23-jarige M. C. D., uit Pernis. Deze
D. is naar het huis van bewaring overgebracht,
terwijl bovendien tegen den 24-jarigen A. v. d.

B., een familielid van den schipper A. J. G.,
die een deel van het vleesch van den laatste
had gekregen, proces-verbaal wegens heling is
opgemaakt.

Begin Augustus waren er eenige branden in
het politierayon Charlois, waarbij men nog
niet aan kwaadwilligheid had gedacht, maar
bij den laatsten brand kreeg men enkele aan
wijzingen tegen den reeds genoemden kost
ganger W. van D.

Dit was voor de politie aanleiding dezen Van
D., die inmiddels reeds in het huis van bewa
ring vertoefde, nader aan den tand te voelen.
Ten slotte bekende deze, dat hij al deze bran
den had aangestoken.

Tijdens de verhooren, ving de politie iets op
van een vergiftigingsgeval in het eveneens in
dit rayon wonende gezin K. Zij stelde zich in
verbinding met de inmiddels ontslagen dienst
bode van de familie K„ zekere A. van der K.
Aanvankelijk ontkende zij iets van een vergif
tiging te weten, maar later zeide zij, in het
eten van K. kopervitriool te hebben gedaan,
waarvan de man onwel was geworden. Verdere
nadeelige gevolgen had hij er echter niet van
ondervonden.

In October had zy echter nog eens een po
ging gewaagd. Zy had kopervitriool in de melk
gegoten, maar op deze gekookte substantie was
het vergif blijven drijven en haar practyken
waren uitgekomen. Een nader onderzoek wees
uit, dat het meisje het gevaarlijke goedje had
gekregen van W. van D„ die eenigen tijd als
landbouwersknecht in dienst was geweest van
K. Dan waren er nog twee oude inbraken, die
dateerden uit 1936. Daarbij bleek W. van D.
betrokken te zijn geweest, samen met den 21-
jarigen M. van der K., den broer van de dienst
bode.

Momenteel zitten dus, behalve de reeds eer
der gearresteerde schipper A. J. G. en de kost
ganger W. van D., de assistent-varkensdief M.

C. D„ de dienstbode A. van der K. en haar
broer M. van der K. in het huis van bewaring.

Ontslagen bediende „Nu wil ik eindelijk
een getuigschrift hebben

Baas „Goed! Juffrouw neemt U even op:
Hij was trouw, eerlijk en vooral bekwaam!"

Een agent van politie te Oosterhout, was
onlangs door de rechtbank te Breda veroor
deeld tot acht maanden gevangenisstraf ter
zake, dat hij te Breda op 11 Juli 1937 op de
openbare strafzitting van het kantongerecht
een meineedige verklaring zou hebben afge
legd ais getuige in een strafzaak tegen A. de
L., en wed. v. d. Z. De man stond thans in
hooger beroep terecht voor het gerechtshof te
Den Bosch.

Het betreft het geruchtmakende geval, dat
de marechaussee proces-verbaal had opge
maakt tegen de Wed. A. van der Zande, café
houdster te Oosterhout, wegens het aanwezig
zijn van gasten in naar herberg na sluitings
tijd, waarop verdachte, toen de zaak voor het
gerecht kwam, verklaard had als getuige dat
hij de vrouw voor de komst van de rijkspolitie
een mondelinge vergunning tot verlenging van
het sluitingsuur had gegeven, waartoe hij ge
rechtigd was en later, om kwart voor één, een
schriftelijke. Ook had hij het cijfer 2 op deze
vergunning nog gewijzigd in 3 uur naar zijn
verklaring. Tegen hem was nu verdenking ge
rezen, dat hij door dit alles onder eede val-
schelijk te verklaren de vrouw probeeren te be
hoeden voor een geldboete.

Verdachte zei geheel onschuldig te zijn aan
meineed en hield de voor het kantongerecht
afgelegde verklaringen vol.

Na uitgebreid getuigenverhoor hekelde de
procureur-generaal, mr. Massink, de onge
hoorde toestanden, die daar in het nachtelijk
leven van Oosterhout heerschten. Een ideaal
oord was het voor hen, die na sluiting maar
konden blijven zitten tot er een agent kwam
om hun daartoe vergunning te geven. Mein
eed aldus spr. is een misdrijf dat den laat
sten tijd helaas herhaaldelijk voorkomt. Des
te erger is het, wanneer een politieman het
doet.

Spr. eischte bevestiging van het vonnis.

De verdediger mr. van Zinnincq Bergman,
pleitte clementie.

Het Gerechtshof zal over veertien dagen
vonnis wijzen.

Het Amsterdamsche Trustees Kantoor, Trus
tee van de eerste hypothecaire 25-jarige obli-
gatieleening ten laste van de parochie van den
H. Dionysius te Essen-Borbeck, bericht, dat de
tweede vergadering van houders van obliga-
tiën in bovenbedoelde leening is gehouden.

Ter vergadering was nominaal f 83.000 aan
obligatiën vertegenwoordigd. Met algemeene
stemmen zyn de punten van behandeling aan
genomen, alsook het amendement op het derde
punt van behandeling, dat in de eerste ver
gadering was voorgesteld.

Resumeerende is dus thans besloten:

a. tot opschorting van de op 1 Juni 1937,
1938, 1939, 1940 en 1941 vervallende aflossings-
termynen tot 1 Juni 1955;

b. tot opheffing van de toestemming, de af
lossing door inkoop van obligatiën inplaats van
door uitloting te doen plaats hebben;

c. tot verlaging van den rentevoet tot 3%
procent voor den tijd van 1 Juni 1937 tot 1
Juni 1940.

d. tot machtiging een perceel grond te Essen-
Borbeck ter grootte van 318 M2. uit het hypo
thecair verband te ontslaan.

De heer H. Kroon jr., chef-red acteur van het
bijkantoor 's-Gravenhage van het Algemeen
Nederlandsch Persbureau, is benoemd tot offi
cier in de orde van Leopold II van België.

Z. H. Exc. de Bisschop van Breda zal Zater
dag van deze week en Zondag, Woensdag en
Zaterdag van de volgende week geen audiëntie
verleenen.

ff'

Omtrent de aanvaring van de „Damsterdyk"
wordt nader uit Londen gemeld, dat het schip
in botsing is geweest met de Santoy, een schip
van 120 ton, dat te Rochester thuis behoort.

Aan boord van het gezonken schip bevonden
zich twee personen, die vermist worden.

Een stuurman van de „Damsterdyk" zeide,
dat toen dit schip het Southend passeerde,
het pikkedonker was. „Een klein schip ver
scheen plotseling vlak voor ons en wij kon
den het niet ontgaan.

Wij hoorden niets van degenen, die zich
aan boord van het scheepje bevonden en dit
moet dan ook zijn gezonken, direct nadat
wij de machines hadden laten stoppen en
een boot hadden uitgezet om te zoeken naar
overlevenden van het ongeluk.

Nadat anderhalf uur naar eventueele
slachtoffers was gezocht, zonder dat dit tot
resultaat had geleid, zetten wij de reis.
voort."

De kapitein van de Damsterdyk heeft allen
schepen verzocht te willen opletten of zij schip
breukelingen op het water zouden zien rond
zwalken.

(Uit andere bladen).

Geboren: M. Smalsv. d. Venne d., Loon
op Zand; P. v. Hoeckelde Bie z., Vught.

Overleden: J. Wilde 82 j„ Ubbc»gen; J.
Lips 82 j., Wassenaar: W. Prinzen, 77 j. Aerle-
Rixtel; H. v. Hooydonk 71 j., Rijswijk.

Ondertrouwd: V. HeckenJ. Wouters, Bre
da.

Getrouwd: J. RupertL. v. Roosmalen.

Koersen voor stortingen op 21 Januari 1938
tegen verplichtingen luidende in:

Reichsmarken 72,30, Lires 9,50, Peseta's 11,60.

Met ingang van 1 Maart is wegens opheffing
zijner betrekking eervol ontslag uit zyn be
trekking verleend aan den chef van den bouw
kundigen dienst van het loodswezen, de be
tonning en de verlichting O. Jelsma.

Aan de heeren jhr. mr. P. A. J. v. d. Bran-
deler, oud-procureur-generaal bij het gerechts
hof te 's Gravenhage en mr. J. Woltman, oud
secretaris-generaal van het departement van
Defensie, is eervol ontslag verleend onder
scheidenlijk als voorzitter en als lid van de
commissie van advies, bedoeld bij art. 2 van
de wet van 13 Juli 1923 betreffende dienst
weigering, zulks onder dankbetuiging voor de
goede diensten, door hen als zoodanig geduren
de vele jaren aan den lande bewezen.

Voorts zijn benoemd tot leden van die com
missie mr. A. J. L. van Beeck Calkoen, adminis
trateur bij het departement van Onderwijs,
K. en W„ thans plaatsvervangend lid, en prof.
mr. A. C. Josephus Jitta, hoogleeraar aan de
Technische Hoogeschool te Delft. Rijksbemid
delaar en is benoemd tot voorzitter der com
missie het tegenwoordig lid Mgr. F. J. H. Evers,
oud-hoofdaalmoezenier voor leger en vloot.

Aan A. H. v. d. Feen, ontvanger der directe
belastingen te Amsterdam, is op zyn verzoek
met ingang van 1 Maart eervol ontslag ver
leend uit 's Rijks dienst, onder dankbetuiging
voor de belangrijke diensten aan den lande
bewezen.

Met ingang van 1 Februari zijn benoemd tot
verificateur der invoerrechten en accijnzen te
Zutphen, G. E. de Boer, kommies-verificateur
dier middelen aldaar.

R. F&lt, leeraar in de stenografie te 's Gra
venhage, is benoemd tot ridder in de Orde van
Oranje Nassau.

Aan den besteller bij de P. T. en T. te
Scherpenisse C. v. d. Graaff, is toegekend de
bronzen eere-medaille, verbonden aan de orde
van Oranje Nassau.

Met ingang van 1 Februari is benoemd tot
referendaris 2e klasse der P. T. en T.: J. C.
H. Smit, J. van Gessel, J. G. J. Garssen, E.
Huisman, L J. Kramer, J. P. Verhagen, P. de
Groen, M. J. Rustenhoven, G. H. Folmer (aan
gewezen als directeur van het P. T. en T.-
kantoor te Boxmeer), J. G. Nieuwendijk, C B.
Koch, P. J. Waale en N. J. W. Bulthuis, allen
thans adjunct-referendaris der P. T. en T.

Wi? niet waar zij slapen, sir. Ik had u uw
j,,®r zien binnengaan."

iwll"p schoot haastig enkele kleeren aan,
W aÜn pistolen mee die hij zelfs met zijn
tk'^feuk niet verloren had en deed een zij-

°Pen aan het einde van den corridor,
'k, nu moet jij die trap naar beneden af
W het einde daarvan zal je een bel zien
Vetl' Die rtioet je flink luiden en in een om-

zullen de mannen bijeen zijn."
"h ging nu zelf naar de hall en zag daar
u e'e schreden afstand een paar mannen,
lpt gelaat bedekt hadden met een zwart
6

^'Ur, Van hen !os^e 6611 schot, dat echter miste.

schoot nu ook en trof den ander. De
Jet schoot nog eens en vluchtte toen naar
\5angetje, dat naar de provisiekamer leidde,
ah de deur openstond. Eer Philip hem

hierheen had kunnen volgen, had hij de deur
toegetrokken en gegrendeld en verdween uit het
venster.

Daar een verdere achtervolging heel onvoor
zichtig zou zijn geweest, keerde Philip naar de
hall terug, waar allen op het gelui van de al
armschei bijeenkwamen. De gewonde werd weg
gedragen en toen zij hem van den grond tilden
en het masker afnamen, uitte de kleine Zigeu
ner een schrillen kreet en riep:

„O, het is ons hoofd! Wat verschrikkelijk!
Laat u hem toch vrij!"

Philip schudde het hoofd, liet den man naar
een vertrekje daar vlak bij dragen pn beval, dat
een van de bedienden naar den dokter zou gaan.

Daar hoorde hij een zachte stem boven aan
lie trap:

„Kapitein de Brath, wat is er?

Hij zag Amy staan in een ochtendjapon.

„Het is niets," verzekerde hij. ,Er is geeneriei
reden meer tot angst."

„En wie is die man?"

„Een inbreker, die zijn verdiende loon heeft

„U is toch niet gewond?"

„In het minst niet! Toe, gaat u gerust weer
naar bed, Miss Delville. Alles is in orde."

„Dan zal ik gauw Oma geruststellen."

„Vertel nu eens even, jongmensch, wat weet
jy van dien man? Is hy de leider of het hoofd
van jullie stam?"

„Ja, sir. En als hij er ooit achter komt, dat ik
het was, die u waarschuwde, dan leef ik niet
lang meer! Maar toe, om der wille van die arme
Lottie, laat u hem yry! Hy is haar oom en zij

noemde hem „vader", omdat hij haar aange
nomen heeft, toen haar vader stierf."

„Hy moet zijn straf ondergaan, Tim. Ik kan
hem niet aan het gerecht onttrekken. Denk je,
dat zijn kameraad ook een Zigeuner was?"

„Dat weet ik niet, sir. Ik wilde alleen, dat ik
hèm niet verklapt had!"

Den volgenden morgen kwam Amy ai heel
vroeg beneden en Philip vertelde haar alles tot
in de kleinste bijzonderheden.

„Wat vreemd! De Zigeuners hebben zich toch
altijd heel fatsoenlijk gehouden tegenover het
Huis, omdat ze ook altijd zooveel vriendelijkhe
den hebben ondervonden van Mrs. Munro. Ik
zou het nooit geloofd hebben van één van hen!"

„Ik houd den schuldige voor dengene, die eens
op Claud heeft geschoten, in de gedachte, dat ik
het was. Ik meende, dat ik gisterenavond zijn
gezicht herkende, toen ze hem het masker af
deden."

„Heeft u het schot op hem gelost? O, ka
pitein de Brath, als dat Zigeunerinnetje nu goed
waargezegd heeft, dan bent u buiten gevaar!"

,Gaat mijn veiligheid u zoozeer ter harte?"

Zij antwoordde niet, maar de pijnlijke wijze,
waarop zij bloosde, was veelzeggend genoeg.

„Amy," zei' hij, „voel je niet, dat ik je meer
lief heb dan iets of iemand ter wereld? Maar
ik durf je niet te vragen, omdat je een ryke
erfgename bent en ik maar een arme koopvaar
dijkapitein!"

„Ben je daar dus te trotsch voor?"

„Nu niet meer, want mijn liefde heeft mijn
trots overwonnen. Amy, wil je de miine wor
den?"

Zij legde haar hand in de zijne en hij trok
haar naar zich toe. Die zaligheid was echter
van zeer korten duur, want het volgend oogen-
blik trad Jones binnen met de vraag:

„Miss Delville, het Zigeunertje wilde zoo graag
weggaan, maar ik heb hem gezegd, dat hij nog
niet gaan mocht, eer ik u had gewaarschuwd."

„Nu, laat hem dan over een minuut of twintig
bij mij komen; dan zal ik eerst even Mrs. Mun
ro gaan vragen, of zij hem ook soms nog zien
wil."

Jones trok zich terug en Amy haastte zich
naar boven. Mrs. Munro liet Tim bij zich ko
men en bedankte hem zóó vriendelijk, dat de
jongen het zeker zijn leven lang niet vergeten
zou. Als stoffelijk blijk van haar dank vereerde
zij hem vijf gouden souvereins, een schat, dien
Tim nog nooit bij elkaar gezien had. Philip
voegde er nog twee goudstukken bij; Amy drie,
zoodat onze jongen zich den koning te rijk
waande

De wond van den Zigeuner bleek minder ge
vaarlijk te zyn dan men gedacht had; de dok
ter verwachtte, dat hij binnen een paar dagen
naar het huis van bewaring zou kunnen ver
voerd worden. Intusschen was hy al scherp on
dervraagd; maar den naam van zijn kameraad
had hij niet verraden.

s Avonds, toen de familie weer rustig bijeen
zat, vertelde Philip aan Mrs. Munro, hoe hij
tegenover Amy met zyn aanzoek te voorschijn
gekomen was.

,Ik zal je eerlijk zeggen Philip," sprak de oude
dame, „dat ik altijd gehoopt had, dat Amy en
Claud een paar zouden zijn geworden! Maar

nu de omstandigheden het anders gewild heb
ben, hoop ik dan toch, dat je je beiden hier
zult vestigen; want onverdraaglijk zou mij de
gedachte wezen aan een scheiding, zoowel van
Amy als van Claud!"

Den volgenden morgen ontving Mrs. Munro
een langen brief van haar kleinzoon, waarin hij
allerlei wonderlijk nieuws vermeldde. Hij schreef,
dat hy Sir Robert Rivers gevaarlijk ziek had
gevonden; Marie veilig in haar weelderig-inge-
richte gevangenis en Marie's moeder ook in bal
lingschap. „Die moeder," besloot hij „is de lang
verloren gewaande Mrs. Orde."

Amy vond, dat Philip naar „The Grange"
moest gaan en de kapitein verlangde zelf ook
wel zeer, om zijn nichtje terug te zien, maar
anderzijds durfde hy Amy. en Mrs. Munro toch
ook weer zoo slecht alleen aan de zorgen van de
bedienden overlaten.

De tuinman en de tuinmansknecht zouden
voor alle veiligheid oók op Eikenzicht slapen,
en zoo vertrok Philip dus geruster en zou zijn
best doen, om Mrs. Orde en haar dochter mee
terug te brengen. Claud was echter vastbeslo
ten „The Grage" nog niet te verlaten, eer zijn
neef volslagen buiten gevaar zou zijn.

Zoodra Tim aan het naaste station was afge
zet duurde het niet lang of hij had Lottie in
het kamp opgezocht. Zij was minder ontsteld
door hetgeen zij hoorde dan hij dit wel ver
wacht zou hebben en zei vrij kalm;

Oom is een wreed listig mensch! Ik weet meer
van hem dan je wel denken zou en het is maar
goed .dat hy hier onder ons weg is! Maar dat

hy zou helpen bij een inbraak in het Huis
dat had ik toch niet verwacht!"

„Heb je eenig vermoeden, wien hij bij zich
had. Lottie?"

„Natuurlijk moet dat die sluwe Philpot zijn
gewest, die altyd om hem heenging en die hem
ook heeft overgehaald, op kapitein de Brath te
schieten. Mr. Dacre werd getroffen; wij moesten
toen allen het bosch daar verlaten en hierheen
trekken. Philpot is hier een dag of drie, vier ge
leden geweest; op dienzelfden dag, dat jij
ging. Hij heeft Gaspar meegenomen. Zouden er
ook waardevolle diamanten in het Huis zyn,
naar je weet?"

„Op Eikenzicht? Ja, ik heb Jones hooren zeg
gen, dat Miss Delville nu haar diamanten naar
de Bank zal zenden voor alle veiligheid."

„O, nu begrijp ik 't! Het was Philpot. En Mr.
Clark is op „The Grange", hé? Daar ben ik biy
om, want ik wil hem zoo gauw mogelijk spreken.
Zou jij niet naar „The Grage" willen gaan, Tim,
en hem vragen, of hij hier even bij my komt?
Ik vind het verschrikkelijk, om daar heen te
gaan. Mrs. Jordan scheldt my uit voor dat „Zi
geunerwicht," „dievegge" en meer van dat
moois! En Mr. Clark kan veilig hier komen, nu
aspar in de gevangenis is."

„Natuurlyk, zal ik gaan, als jij het graag
hebt, Lottie! Kyk eens. wat jy mij al bezorgd
hebt! En die vriendelijke oude dame beloofde,
dat zy my altyd helpen zou. Maar nu ga ik!'

(Wordt vervolgd.)