Het loon van den tuinder De avonturen van een verkeersagentje £in zZZZZ"*."** W"" \J& <Kdvetfiaal KOFFIE H/IG Werdri,t (ff m In Kennemerland is men er slecht aan toe Doel der gewijzigde minimumpr ij zen vVa de 40 vebeücAt Uw oïga- niwie duHeCe zmg. Dawiom: Gemeenteraad Heemstede VlCKS I Ontgoocheld DE I LAVENHALER DINSDAG 25 JANUARI 1938 Hoogere veilingomzetten, die niets beteekenen Gemiddeld loon Nieuwe minimumprijzen VOGELENZANG Begrooting 1938 behandeld De heer v. d. Erf [jK* Een beproefde methode om verkoudheden te bestrijden Voorkom ve\e^ VIWOUOWW» \,H tiH uk.id. DOOR G. MORRIS Wie zegt, dat hij niet betaald is? weg Toen wij onlangs de omzetcijfers over 1937 der Beverwijksche groentenveilingen publiceer den is het feit, dat de omzet met ongeveer 5 gestegen was, voor sommige menschen aanlei ding geweest voor het maken van een min of meer optimistische gevolgtrekking. Namelijk, dat er in den toestand van de tuinders eenige verbetering zou zijn gekomen en dat zij de toe komst met wat meer hoop tegemoet zouden kunnen zien. Deze conclusie is echter onjuist. Voor een juis te beoordeeling van de zaak moet men de oor zaken nagaan, welke tot de stijging der omzet ten van de veilingen hebben geleid en dan blijkt het, dat de tuinderij van Kennemerland daar aan geen deel heeft. Dank zij nog andere tegen vallers is zij er zelfs nog slechter aan toe dan het jaar te voren. De vrees, die wij in den afge- loopen zomer in een artikel om den Kennemer- landschen tuinbouw hebben geuit, nJ. dat de meesten dezen winter naar het armbestuur zou den moeten, is dan ook helaas bewaarheid ge worden. Wat was dan wel de oorzaak van die hooge veilingsomzetten? Blijkens de gegevens, ons ver strekt door den directeur der Vereenigde Vei lingen te Beverwijk, den heer W. de Groot, is dat allereerst te danken aan den grooteren aan was van late aardappelen en den beduidend hoogeren prijs, daarvoor gemaakt in vergelijking met 1936. De tweede oorzaak was een zeer be duidende aanvoer van fruit uit andere provin cies.. Het is duidelijk, dat de warmoezerij-tuin- der in Kennemerland, die deze producten niet teelt, aan deze oorzaken part nog deel heeft en er dus ook niet de vruchten van heeft geplukt. Overigens, was dit laatste wel het geval, dan nog zouden de tuinders geen verbetering hebben kunnen constateeren. Immers, een stijging van 4 of 5 ten opzichte van het bedroevend slech te jaar 1936, zou al heel weinig te beteekenen hebben, omdat na 1936 vele bedrijfskosten, voor mest, kunstmest en andere benoodigdheden, in veel sterker mate in prijs zijn gestegen. Neen, zoo deelde de heer de Groot ons mede, de toestand is droeviger dan een jaar tevoren; dat voelen de tuinders aan, ook zonder de cij fers. En daarom vragen zij zich verwondejd af, waar die hoogere omzet vandaan komt. Zij kunnen er niets van merken. Integendeel. Wanneer men den gemiddelden omzet van de tuinders berekent en men legt daarnaast de (hoogere) bedrijfskosten, dan komt men tot be droevende resultaten. Dan blijkt het, dat de netto-inkomsten varieerden van 400 tot 800 over een heel jaar. Daarvoor wordt door het ge- heele tuindersgezin in den zomer gewerkt, waar bij dan dikwijls de vader met eenige groote zoons. Kon men die bedragen over een geheel jaar verdeelen, zoodat b.v. per week van 8 tot 16 werd ontvangen, dan zou men zich daarop eenigszins kunnen instellen. Doch het totaal wordt in enkele oogstmaanden bijeengebracht en dan moeten daar de achterstanden uit den vori- gen winter van worden betaald. Het restant is noodig voor de zomermaanden, zoodat wanneer de nieuwe winter aanbreekt en de inkomsten ophouden te vloeien, er „geen brood meer op de plank is". Daarbij komt nog, dat in 1936 nog 150.000 aan tuinbouwsteun is uitgekeerd, terwijl over 1937 slechts 30.000 werd ontvangen. Ook dit verschil van maar even 120.000 voelen de tuinders in him portemonnaie. In dit licht moeten de veilingomzetten voor deze streek worden bezien. Wanneer men dan aan het rekenen slaat, blijken de inkomsten der tuinders, in weerwil van de stijging der vei lingomzetten, ten opzichte van 1936 met 15 te zijn gedaald, hoe eigenaardig dit overigens ook schijnt. Met betrekking tot de veranderde minimum prijzen, zooals die door de Ned. Groenten- en Fruitcentrale voor 1938 zijn vastgesteld, deelde de heer de Groot ons mede, dat hierbij het be lang van den bonafiden tuinbouw in de oude tuinbouwcentrale heeft voorgezeten. Het doel is, volgens den heer de Groot, om de minimumprijzen in den vollen oogsttijd iets te verhoogen. Doch zoodra die oogstperiode voorbij is en de z.g. nateelt gaat verschijnen, kortom van land, waarop reeds een ander hoofdproduct is geteeld, worden de prijzen, waarop de producten moeten worden opgehou den, verlaagd, teneinde het overstroomen van de markt tegen te gaan. Die nateelt is dikwijls speculatief. Wanneer, na den oogst van een of ander product, land vrijkomt, worden er nog vlug groote massa's tuinbouwproducten nkgeteeld, waarvan het al voldoende is, dat zij den minimumprijs opbren gen. Dat deze „overproductie" voor de belt be stemd is, komt er niet op aan. Maar daarvoor is het instituut minimumprijs tdnoorssdineit niet ingesteld! Vandaar de verhooging in het hoogseizoen, wanneer de tuinder zijn hoofdteelt aanvoert en de verlaging in het najaar, wan neer de nateelten a"an de markt komen, die dikwijls „op den minimumprijs geteeld" zijn, zooals dat heet. Andijvie b.v. scheen men per H.A. op niet te duur land, wel te kunnen telen voor een mini mumprijs van 60 cent; er werden althans hon derden hectaren v&n aangetroffen, die voor om streeks 60 ct. per 100 stuks moesten worden verkocht. Voor 1938 is de prijs vanaf 19 Sep tember teruggezet op 30 ct. Als het voor 60 ct. nog even ging, dan zal het voor 30 ct. toch niet meer gaan. Het is eenvoudig waanzin om op dien prijs nog speculatief te gaan telen in het groot. Al doet men het nog zoo ruw, er blijft niets van over. Op de kleinere bedrijven echter, in de oude centra, waar men meer let op een mooie gele krop andijvie, opgebonden, schoongemaakt enz., heeft men toch nog kans op een anderen prijs en zal men het artikel gerust blijven telen. Zoo wordt b.v. ook de minimumprijs van de bcspeen na 4 September sterk verlaagd (van 2% op 1), om de speculatieve teelt „voor de belt" tegen te gaan. In de oude tuinbouwcentra, waar even mooi bospeen wordt geteeld, zal men daarvan eerder voor- dan nadeel ondervinden. Daar wordt immers niet op den minimumprijs, maar op den marktprijs geteeld, hetgeen niet steeds gezegd kan worden van de groote opper vlakten bospeen als nateelt. Het doel van de veranderde minimumprijzen spreekt uit dit alles wel duidelijk. Of het bereikt zal worden zal de praktijk moeten uitwijzen. Men zal op deze wijze kunnen ervaren, of dit principe misschien wat meer te gebruiken is bij de steunverleening. Wellicht dat de toestand voor den tuinbouw in de oude centra verbeterd kan worden door voor sommige producten, die men eigenlijk maar in het ruwe op den mini mumprijs teelt, alle vergoedingen achterwege te laten en de vergoedingen voor de hoofdteelten in het hoogseizoen wat op te voeren. De teelten in de oude centra, die behoorlijken binnenlandschen afzet hebben, zullen daardoor eerder met een „beteren prijs" voor een „beter product" gebaat zijn, wanneer met deze en den- gelijke veranderingen de concurrentie van het grove en ruwe product wordt geremd. Den tuinders wordt aangeraden de veranderde minimumprijzen goed te bestudeeren. Het zal hen tot nadenken stemmen over wat er ge teeld kan worden. In elk geval zullen zij er reke ning mee hebben te houden bij het opmaken van hun teeltplan. C'ross-country Zaterdagmiddag werd op de weilanden en duintjes van de Wed. J. Verde- gaal alhier een cross-country gehouden, welke was georganiseerd door de Haarlemsche Rij- en Jachtver. Niet minder dan 38 ruiters namen aan deze cross deel, waarvan de uitslag luidde als volgt; 1. Lichte cross voor landelijke ruiters. 1. J. v. Leeuwen met Sonja in 3 min, 44 sec; 2. K. de Jong met Hans in 4 min. 23 2/5 sec; 3. J. Stut met Bob in 4 min. 33 1/5 sec. N. Lichte cross. 1. 2e Luit. H. Jetten met Dolf in 3 min. 411/5 sec; 2. Res. Ie Liiit. Dr. H. L. M. van Schaik met Slainti Eire in 3 min. 361/5 sec; 3. 2e Luit. P. Brouwer met Lajos in 4 min. 2 3/5 sec. C. Zware cross. 1. L. Roodenburg met Sheik in 5 min. 30 4/5 sec; 2. Mevr. P. Gundlach met Robert in 6 min. 2/5 sec; 3. Mevr. Rh. Feenstra met Ruby in 9 min. 51 sec. Na den wedstrijd werden de prijzen uitgereikt in café Rusthoek, door den voorzitter van de Haarlemsche Rij- en Jachtvereeniging, den heer Steur. Tenslotte werd nog gesproken door den heer Phh. v. d. Most namens de landelijke ruiters, terwijl namens de Leidsche Officierenver. 2e Luit. J. Stam het woord voerde. Hedenmorgen kwam de gemeenteraad van Heemstede ter behandeling der gemeentebe- grooting bijeen onder voorzitterschap van bur gemeester Jhr. P. W. v. Doorn. De heer v. UNEN (V.B.) zette uiteen, dat er thans meer licht zit in deze begrooting. Spr. vergeleek de begrooting 1938 met dien van tien jaar geleden en concludeerde, dat de gemeen ten, die bij de annexatie een deel hunner ge bied verloren, recht hebben op schadevergoe ding. Spr. legde hier den nadruk op, omdat er thans weer over annexatie wordt gesproken. Lage belastingen hebben veel bijgedragen tot den bloei der gemeente. Ze zijn steeds samen gegaan met hygiënische en sociale belangen: goede zorg voor de werkloozen, keurig uiterlijk der gemeente, enz. De lage belastingen hebben dus niemand schade gedaan, zijn integendeel in het belang van allen. Groote voorzichtigheid is geboden. Als het kan, dient men zoo spoedig mogelijk over te gaan tot het vormen van een reserve, omdat de druk op de gemeente in de toekomst zwaarder kan worden. Spr. is tevreden over deze begroo ting, al juicht hij niet en hij kwam er tegen op, dat Heemstede als een financieel moeilijke gemeente wordt voorgesteld. Het- is heel erg, als er stukjes in de pers ver schijnen, die nog niet alle raadsleden hebben bereikt. Dat is een lek, dat gestopt moet wor den. De heer DE TELLO O.D.A.P.) merkte op, dat de bevolking van Heemstede zich vóór de democratische partijen heeft uitgesproken. De eenige anti-democratische partij is met 300 stemmen achteruit gegaan. De Anti-Rev. Partij heeft bij de verkiezingen in Heemstede gewel dig gewonnen. Het voorstel van de S.D.A.P. tot verlaging der tarieven wil niet zeggen, dat de huidige te hoog zijn. Slechts bestaat hierover een ander fiscaal inzicht bij sprekers fractie. In 1937 heeft Heemstede ruim 14.000 als vrij werk verloond. Daarentegen verminderde het werk-in-contraprestatie van 29.000 tot 12.000. Dat heeft naar sprekers meening be vorderd, dat de cijfers voor de werkverschaffing en steunverleening zoo gunstig zijn. Vrij werk beteekent dus heelemaal niet altijd hoogere kosten. Spr. had groote waardeering voor den wethouder van Openbare Werken, die thans de tewerkgesteldten weken achter elkaar laat wer ken. Dat is voor talrijke arbeidersgezinnen een groote zegen. Spr. meende, dat er aanleiding is om op het gebied van steunverleening en werkverschaffing nieuwe wegen in te slaan. Er zijn een groot aantal werkloozen, die zelfs in normale tijden niet meer aan den slag zullen gaan. Door de voortschrijdende bebouwing is het werk voor tuinders, bloemisten, enz. zeer verminderd. Het aantal verklooze bloemistarbeiders bedraagt thans 150 en losse arbeiders 127. Omscholing van de bloemistarbeiders en losse arbeiders is niet ineens te bereiken. Vooral voor de bloemistarbeiders moet ech ter toch een cultuur kunnen worden ge vonden, waar zij althans gedeeltelijk hun vakbekwaamheid kunnen toepassen (toma tenteelt b.v.). Spr. was ervan overtuigd, dat met de hulp der gemeente en adviezen van officieele instanties wel het een en ander te bereiken valt, opdat die arbeiders in de naaste toekomst weer aan den slag komen. Laat het ons 10.000 kosten voor zoo'n nieuw bedrijf; de rente en aflossing hiervan zullen wel door dit bedrijf zelf betaald kunnen wor den. Spr. vroeg hiervoor de aandacht van den wethouder en diens samenwerking met den Econ.-Techn. Dienst. De heer v. d. ERF (R.K.) dankte de samen stellers der begrooting voor hun werk. Het gaat bij deze begrooting om bedrijven en belastin gen. Spr. sprak hierover niet namens de ge- heele! fractie, doch slechts mede namens enke len. Bij de vorige begrooting werd een voorstel tot belastingverhooging, om de tarieven te kun nen verlagen, verworpen. En ook de S.D.A.P. stemde om politieke motieven tegen. Thans komt de S.D.A.P. zelf met zoo'n voorstel. In verschillende kleine woningen worden de met groote kosten aangebrachte spoelers af gezet wegens de duurte van het water. Daar moet verandering in komen. Spr. was het met de belastingpolitiek niet eens. Bij de indirecte lasten (de tarieven) worden de zwaarste lasten gelegd op de minst-bezittenden. De beter-gesitueerden kunnen door het vastrecht goedkoopere prijzen bedingen. De bedrijven zijn een monopolie van de gemeente geworden en daarvan mag zij geen misbruik maken. Al is een kleine be lastingverhooging noodig voor de verlaging der 'tarieven, die is in het geheel niet ingrij pend. Thans wordt door de financieele politiek' niet het algemeen belang behartigd. Spr. beriep zich hierbij op de pauselijke encyclieken. Als de gezinnen er voordeel van zullen hebben, zal spr. voorstellen tot verlaging der tarieven toe juichen met inbegrip van dat der S.D.A.P. De heer KROMHOUT (C.D.H.) zette uiteen waarom de indirecte belastingen (de hooge ta rieven) hem zoo onsympathiek zijn. Hij achtte het voorstel van B. en W. tot verlaging der tarieven hoogst onvoldoende en verklaarde zich voor dat der S.D.A.P. De lichte belastingver hooging zal de aantrekkelijkheid der gemeente niet doen verminderen. Een oplossing voor het tram- en autobus- vraagstuk is dringend noodzakelijk. Zijn de plannen voor de doortrekking van autobus A van de baan? De behoefte aan vergaderruimte is zeer drin gend. Als met den Volksbond tegen Drankmis bruik geen overeenstemming bereikt wordt, moet er dan niet een andere weg gevolgd wor den? Zijn B. en W. bereid de mogelijkheid van de stichting van een vergadergebouw te on derzoeken? Spr. juichte het toe, dat in de Glip zoo'n ge bouw wordt gesticht. In verband met het tra gisch ongeval vroeg spr. of B. en W. de moge lijkheid van een speeltuin in de Glip willen onderzoeken. Mr. v. HEYENFELDT (A.R.) juichte de fi nancieele politiek van B. en W. toe. Zijne Majesteit scheen wel met het ventje ingenomen. Hij liet limonade komen, die gemaakt was van dauwdruppels en boschbessen. Het smaakte verrukkelijk. Ze namen plaats op rustieke stoelen, die van geschilderd takken waren gemaakt. Daarna dronken ze op elkanders gezondheid. Toen het tijd werd om naar bed te gaan, werd het agentje een bed van varens en mos aangewezen. Hij viel weldra ln slaap en al snurkende bracht hij geluiden als een houtzagerij voort. Hij droomde, dat hij het verkeer regelde en hij zwaaide met zijn arm, waaraan de gestreepte manchet was, alsof hij werkelijk de auto's, de fietsers eru de voetgangers aanwees, hoe ze moesten gaan. En hij droomde ook, dat de menschen, de kleinen en de grooten, niet altijd deden wat de verkeersagent wilde, want de menschen zijn niet altijd gehoorzaam en zien niet de gevaren wanneer het heel erg druk op straat is. HET BEWIJS: Deze twee producten werden beproefd bij 17.353 menschen. 37 Doctoren en 512 andere controleurs hebben de resultaten nagegaan. Zij con stateerden. dat zij, die. zoodra dit noodig was, Vicks Va-tro-nol of Vicks VapoRub gebruikten, minder dan de helft aan ziektedagen door verkoudheden hadden, dan diegenen, die verkoudheden op hun gewone manier behandelden. Gravin de Romval ging de marmeren ves tibule door, vervolgens drie rijk ingerichte salons, en kwam ten laatste in haar par ticulier vertrek. Haar kamenier stond gereed om haar den bontmantel uit te trekken. De coiffeur is al hiernaast. Moet ik hem roepen, mevrouw? vroeg het meisje onderdanig, terwijl ze den hoed van haar meesteres op een tafeltje legde. Gravin de Romval antwoordde niet. Lang zaam ging ze naar een grooten spiegel en streek met vaste hand de haren weg van haar slapen, die, prachtig geonduleerd, op kundige wijze haar gelaat omlijstten. Doe het venster open, zei ze opeens. En zij leunde een oogenblik met het hoofd tegen den spiegel, terwijl zij de oogen sloot. Een onbarmhartige stroom van licht drong het rozig halfduister binnen, dat sinds vele ja ren in iederen hoek van het kasteel geheerscht had. Mevrouw, vandaag is het de dag om uw haar te verven. En om één uur komt de mas seuse, bracht het kamermeisje haar bedeesd in herinnering. Doch gravin de Romval antwoordde niet. On beweeglijk, haar oogen ietwat toegeknepen, den adem ietwat ingehouden, bekeek zij haar gelaat in den spiegel. Geef me een natten handdoek, zei ze dan kalm en doe het andere venster open. En zij sloot de oogen, toen een felle zonne straal opeens inhaar gezicht scheen. Zij nam den natten handdoek en veegde er zorgvuldig mee over haar gezicht. Oogharen en wangen kwamen vrij van hun geurige bedeksels en tusschen de bijna blauwe lippen leken de tanden een oogenblik glansloos. Zóó bekeek gravin de Romval, in het volle zonlicht, zich zelf langen tijd in stilte. Roep den coiffeur, zei ze opeens. En ze liet zich neervallen in den stoel voor de toilettafel. "Een oogenblik later kwam de eerste kapper van Parijs het vertrek binnen met eerbiedigen groet. Doch de gravin ving in den spiegel den uiterst verbaasden blik op, waarmee de man naar haar staarde, en liet het hoofd zinken. En zoo sloeg ze den coiffeur gade, terwijl hij in een zilveren kom zijn mengsel prepreerde. Doch toen alles gereed was, schudde zij zich eensklaps wakker. Neen, vandaag wil ik mijn haar biet ge verfd hebben. Wasch het alleen goed uit. Een half uur later keek zij naar haar reeds sterk vergrijsde haren. Dat is gereed, mevrouw, zei de kapper. Wanneer moet ik terugkomen voor 't verven? Ik zal u laten bellen, antwoordde gravin de Romval. De kapper maakte een diepe buiging en ver trok. Op de trap kwam hij de kamenier tegen. Hoe nu, meneer Boilu? Bent u al klaar? Ze heeft alleen maar het haar laten was- schen. Maar vertel nu eens, juffrouw Mariette, hoe oud is ze? Wie? Mevrouw de gravin? Acht-en-twin- tig! antwoordde het meisje, getrouw aan haar instructies. Acht-en-twintig.h'm! zei de kapper. Nu, in haar tijd moet het een mooie vrouw geweest zijn. En hij ging haastig zijns weegs. Toen de kamenier anderhalf uur later de kamer van de gravin binnenkwam, zat deze nog altijd onbeweeglijk voor de toilettafel en bekeek zich peinzend in den spiegel. Mevrouw, daar is de masseuse. Zwijgend knikte de gravin van neen. Het meisje ging weer heen, terwijl ze zich afvroeg wat er gebeurd kon zijn. Iets héél eenvoudigs was er gebeurd iets dat den een of anderen keer tóch had moeten gebeuren. Dien morgen was de gravin in het Bois de Boulogne geweest en had zij Charles de Lisignac ontmoet, die in de dertig was, maar er uitzag of hij in het begin van de twintig was. Samen hadden zij iets gebruikt. Zij voelde zich vermoeid en had liever nog wat blijven rusten. Maar Charles wilde loopen en drong er op aan met een egoïsme, alsof hij werkelijk nog maar twintig was. Toen zei opeens een vrien delijke oude dame achter hen, die geen van beiden kende: Kom, meneer, nu niet zoo aanhouden! Uw mama is moe. Ziet u dat dan niet? Er was geen tragische scène op gevolgd. Tij dens de korte wandeling naar de halte hadden zij over alles en nog wat gepraat. En eerst toen zij in de stad aankwamen en afscheid namen, had zij gezegd: Beste vriend, wat die oude dame zei, heeft ons eigenlijk de oogen geopend. Bovendien houden we ook niet genoeg van elkaar, om het verschil in leeftijd goed te maken. Daarom is het maar beter, dat alles zóó eindigt. En toen hij haar verschrikt aankeek, had zij er met een bijna moederlijken glimlach aan toegevoegd: Trek het je niet al te veel aan, Charles. Zoo gaat het nu eenmaal. Het spijt me zelf ook. Vaarwel. Neen, laat me alleen naar huis gaan. En ijlings was zij haars weegs gegaan, zoo snel haar veertig jaren het toelieten. En thans voor haar spiegel gezeten, die maar al te wreed haar gelaat, zooals het werkelijk was, weerkaatste, dacht gravin de Romval aan dat alles en aan vele andere dingen en glim lachte. Het leven was schoon geweest, zeer schoon.... En thans was ze moe. Ja, nu be merkte zij het moe. Hoe lang was het al ge leden, dat zij haar werkelijke gelaat in het vol- j le daglicht ge- zien had? Hoe lang heerschte er al schemerduister in al haar ver trekken? Hoelang al! Mevrouw, daar is baron de Lisignac, kwam de kamenier zeggen. Ah, de jongeman wilde niet berusten! Even kwam er een glimlach om haar kleurlooze lip pen. Ik ben niet te spreken. En als hij terug komt, zeg dan dat ik uit ben. Best, mevrouw. En breng me nu wat te eten. Maar niet het gewone dieet, maar 'n flink maal vleesch, vruchten, gebak Zij ging wat gemakkelijker in haar stoel zit ten. Ja, het moest nu maar eens uit zijn met al die massage en gymnastiek en afgepaste maaltijden.... Genoeg daarvan! Gedurende vele dagen kwam gravin de Rom val niet uit haar kamer. Op het zilveren blad in de anti-chambre stapelden de visitekaartjes zich op en de telefoon rinkelde onophoudelijk. Iedereen gaf het kamermeisje ten antwoord, dat mevrouw de gravin te bed lag en niemand wilde ontvangen. "Vijf dagen latëf ging de gravin aan haar schrijftafel zitten en bleef vele uren achtereen bezig. Zij schreef slechts weinig woorden op vele visitekaartjes een vijftigtal. Toen zij gereed was, riep zij de kamenier. Breng al die kaartjes op de post en zeg in de keuken dat ik overmorgen een theevisite geef voor vijftig personen. Er moet veel licht zijn in den salon de zware overgordijnen weg! De beide volgende dagen bracht zij nagenoeg onbeweeglijk door op de sofa, terwijl zij door de openstaande vensters staarde in de stra lende buitenwereld. Toen het uur daar was en een groot deel van de gasten reeds was aangekomen, begon zij zich te kleeden. Zij koos een donkere en een voudige japon, streek haar grijzende haren wat naar achteren, om de rimpels op haar voor hoofd niet te verbergen en verliet dan lang zaam het vertrek, zonder zich in den spiegel te bekijken. Zij schreed door de beide aangren zende salons en bleef staan voor de laatste deur. Spreken en lachen drong tot haar door. Onder de stemmen herkende zij die van een man, dien zij ééns had liefgehad zoozeer, dat zij twee dagen geleden nog even gebeefd had, toen zij dien naam en dat adres neer schreef, al waren er ook jaren sindsdien voor bijgegaan. En de verleiding greep haar aan om terug te gaan en de teekenen van haar ouderdom wederom te bedekken. Het was een smartelijke verleiding, die haar enkele minuten onbeweeglijk en sidderend voor die deur deed blijven staan. Maar zij had maar al te diep beseft, dat het spel van nu af aan voor haar verloren was en een keer te meer wist zij haar rol goed te spelen. Met vaste hand greep zü den knop van de deur. Haar hart klopte on stuimig, als dat van een meisje, dat naar haar eerste bal gaat, en zij moest er zelf om glim lachen. Dan deed zij de deur open en trad binnen. (Nadruk verboden) 1 Tegen deae beschuldigingen kon Thompson geen enkel aannemelijk verweer bedenken. Er werd al over gesproken, om maar in te bin den tegenover Lovett, en zich zoo goed moge lijk te redden uit wat ze allemaal een verloren zaak achtten. Daar had je Grimes, die tusschen leven en dood zweefde, en over zijn moeder ijlde. Zelfs al zouden ze het winnen van kapi tein Lovett, dan zouden er eerst nog méér slachtoffers vallen. En niemand twijfelde er aan, of als de nood aan den man kwam zou Mrs. Lovett het kompas van haar man in zee gooien. Op z'n mooist zouden ze dan het schip hebben, en het goud in de safe, en de negers in het ruim, maar ze zouden niet weten, waar ze waren, en de middelen missen, om hun weg te vinden naar een of andere bestemming. Maar Thompson had nog een zeker overwicht over de rest, en was niet van plan, om in te binden. Omdat ik één keer gefaald heb, zeide hij, moet jullie niet denken, dat ik den volgenden keer óók zal falen. Op de rechtstreeksche vraag, wat hij dan van plan was, antwoordde hij: Wel, zegt hem, dat hij ons te glad af is, en dat we het opgeven. Blijft nuchter, en fatsoenlijk, en laat hem denken, dat we ons heelemaal onderworpen hebben. En als hij er dan het minst op verdacht is, pakken we hem aan bij verrassing. Ja, zei er een, en hoe dan, ais z'n vrouw dat kompas overboord gooit? Hoe zou ze dat moeten doen, denk je? woeg Thompson op zijp beurt. Ze zal zich in haar hut opsluiten, ais de aanval begint, hé? Prachtig. Dan zal ze het venster open zetten, en wachten, tot ze ziet, hoe de strijd verloopt. Wat kan één van ons beletten, om opzij van het schip te komen, en het venster dicht te stoppen met een stuk zeildoek, zoodat ze niets er uit kan gooien? En gesteld, zei de eerste spreker dat we er op dat oogenblik niet bij kunnen komen? Dat zou onze eigen schuld zijn, niet? zei Thompson. We moeten er niet op losgaan, vóór we goed en wel klaar zijn. Thompson's voorstel werd tenslotte aangeno men, daar niemand een beter kon bedenken; en Thompson begaf zich naar het achterdek, tot hij bij de scheidingslijn kwam, en gaf te ken nen, dat hij met kapitein Lovett wenschte te spreken. Wel wat is er? vroeg de laatste, toen Thompson naderbij kwam. U hebt ons te pakken, zei Thompson. We binden in. We zullen weer onzen plicht doen. U hoeft nu niets meer te vreezen van één van ons. Blij, dat te hooren, zei kapitein Lovett. Maar tót de negers veilig en aan wel zijn, blijft die afscheiding bestaan, en Mongo en ik houden de wacht, terwijl de jongen ons helpt. Waar wilt u de negers aan land zetten? vroeg Thompson. Ergens bij de bekende rivier, kun jij een betere plaats bedenken? Ik kan geen slechtere plaats bedenken, zei Thompson. Hoe zoo dat? Danelo heeft massa's menschen, en mas sa's geweren, zei Thomspon, en gezien het feit, dat hij niet betaald is voor de negers, zal hij koken van woede. kapitein Lovett. Hij zou de laatste zijn, om dat te beweren. Ik, heb hem zelf betaald. XX Wat heb u? Ik heb de safe opengedaan, zei kapitein Lovett, en het geld uitgeteld, en Mrs. Lovett hier heeft het hem overgereikt uit het venster. Dan is al het goud weg! riep Thompson uit. Er is nog wat over, zei kapitein Lovett. Genoeg, om ons op pooten te zetten, en een fatsoenlijken handel te beginnen. Dan is deze reis van alle kanten een totale verliespost, zei Thompson. Het goud is weg, en geen lading, om het goed te maken. En geen lus aan het eind van een stuk touw, die voor jouw en mijn neus bengelt, zei kapitein Lovett. Kapitein Lovett liet zich niet misleiden door de betuigingen van inkeer van de muiters. Op het achterdek bleven hij en Nancy en Mongo en de jongen als het ware de vesting verdedigen. Ze hadden genoeg te eten en te drinken, en de beide mannen vonden het niet al te moeilijk, om beurtelings om de vier uur te slapen, en te waken. Op den vijfden dag kwamen ze wederom in het gezicht van de Afrikaansche kust, en kapi tein Lovett wendde ietwat den koers, en hield op de monding van de rivier aan. Doch hij had het grootste deel van de moeilijkheden nog lang niet achter den rug. Wie moest de negers bevrijden? En wanneer? En hoe? Zijn eigen troepje te splitsen, zou het toppunt van dwaas heid zijn geweest. Als hij Mongo het bevrij- dingswerk liet verrichten, zou dat wel eens het einde van Mongo kunnen beteekenen zonder dat er iets mee gewonnen was of zijn eigen einde, als hij zelf ging. Op een of andere ma nier moesten Thompson en de muiters overge haald worden, om dit deel van net program voor hem ten uitvoer te leggen. Het getij viel, toen de Albatros de monding van de rivier binnenvoer. Doch een flinke bries uit zee stelde haar in staat, om langzaam togen den stroom in te varen. Het oogenblik was ge komen voor kapitein Lovett, om zijn laatste en beste kaart uit te spelen. Hij stuurde Swifty naar omlaag, om het kompas te halen, en riep Thompson naar het achterdek. Over een uurtje of zoo, zei kapitein Lovett, zal ik het schip zoo dicht mogelijk aan den oever zetten. Later, wanneer het getij keert, en het water hoog genoeg staat, komt het dan weer vlot. Dat klinkt redelijk, zei Thompson. Zoodra we aan den grond zijn, zei kapitein Lovett,breng jij de negers aan dek, en stelt ze in vrijheid telkens tien tegelijk. Laat ze hun kettingen meenemen, ais ze willen. Ze kunnen er werktuigen van maken, ploegen, en zoo, wanneer ze daar gelegenheid toe hebben. Breng mij ondertusschen de provisielijst, dan zullen we met elkaar uitrekenen, hoeveel voed sel we hun kunnen meegeven. Aangaande dit laatste punt was er heel wat tijd en oveireding noodig, om tot een beslissing te komen, en het grootste deel van een uur ging er mee heen. De eb had bijna haar hoogtepunt bereikt. Nu zullen we het schip aan wal zetten, zei kapitein Lovett. U had geen beteren tijd kunnen uitpikken zei Thompson. Maar als ik de menschen er nu eens niet toe kan krijgen, om me te helpen met die negers? Thompson, zei kapitein Lovett, ik reken op jou, om ze over te halen. Zeg hun, dat als ze niet doen, wat Ik hun zeg dit mooie instrument naar den bodem van de rivier gaat. Dan zijn we allemaal reddeloos verloren. Ik heb gedaan, wat ik kon, voor allemaal. Maar als ze me nu niet willen helpen, kan ik niets meer doen. Ik heb het allemaal met Mrs. Lovett be praat, en het kan haar niets schelen. Terwijl hij sprak, had hij het kompas in zijn hand genomen, en hield het Thompson thans voor zijn neus. De bemanning, die voltallig aan dek was, daar ze voor het oogenblik niets bij zonders te doen had, hield de oogen op haar aanvoerder gevestigd. Hij had de mannen ge waarschuwd, om goed toe te zien, wat hij deed, en klaar te staan, om hem bij te springen. Een vlugge stap, en het kompas zou onder zijn bereik zijn. Het kwam Thompson voor, dat het uur gekomen was. Jawel, meneer, zeide hij. En het volgende oogenblik stortte hij zich, met een luiden kreet, op kapitein Lovett, en trachtte hem het kompas uit zijn hand te wrin gen. De muiters trokken hun messen, grepen enterhaken uit het rek bij de grooten mast, en. snelden hem te hulp. Het plotselinge en de furie, van Thompson's aanval had Lovett totaal verrast. Thompson had met zijn linkerhand het kompas te pakken ge kregen, en trachtte die los te rukken, terwijl hij met de andere hand probeerde, kapitein Lovett te beletten, om zijn revolver te grijpen. Doch Mongo was niet verrast geweest. Ter wijl hij de krachtige wijs- en middevingers van zijn rechterhand van elkaar hield, koos hij het juiste oogenblik, en mikte precies op Thomp son's oógen. De eerste stuurman kwam neer met een kreunend gejammer, als van een kind, dat zich bezeerd heeft en bang is. De voorste van de'bemanning, die kwam aan stormen, struikelde over het lichaam van zijn aanvoerder, en terwijl hij viel, kreeg hij kapi tein Lovett's eensklaps opgeheven knie midden in zijn gezicht. Thans had kapitein Lovett zijn revolver ge trokken, en was net op tijd, om den tweede neer te schieten; en de aanval kwam bijna even» plotseling tot staan, als hij begonnen was. Uit genomen het gekreun en gejammer van Thomp son was het stil. Kapitein Lovett gaf zijn bevelen met heldere, beheerschte stem, en een paar minuten latei zette hij het schip aan den grond, op eeni mod derige en ondiepe plaats. Er is niet veel meer te vertellen. Het was een eigenaardig tooneel, toen de negers met tien tegelijk uit het ruim werden gehaald, en tot het besef kwamen, dat de kwelling voorbij was, en zij in vrijheid zouden worden gesteld. Gedu rende den heelen tijd van het bevrijdingswerk, stond kapitein Lovett met zijn arm om Nancy heengeslagen. Dit was allemaal haér werk, en hij was er dankbaar voor. Wéér zette te Albatros doch ditmaal met een bekeerden meester en een bekeerde beman ning koers naar de open zee. Heb zag er naar uit, dat Grimes in zekeren zin zou herstellen van de wond aan zijn knie, en dat Thompson slechts één van zijn oogen zou moeten missen. Kapitein Lovett zette koers naar Jamaica. Dat was reeds in den aanvang zijn doel geweest. Hij had een gevoel, dat als het ruim van Albatros wekenlang eiken dag uitgespoeld wero, en dan vol met suiker werd geladen het hee!e schip en de bemanning daardoor gereingi" zouden worden. Behalve jij dan, legde hij Nancy, uit. Jij schijnt zoo iets heelemaal niet noodig 10 hebben. Wat er van het oorlogsschip geworden is, da naar het Piraten-eiland moest gaan, om dam op de Albatros te wachten, is kapitein Lovet nooit te weten kunnen komen. Misschien hg het nog te wachten. EINDE. t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 2