Het loon van den tuinder
De avonturen van een verkeersagentje
£in
zZZZZ"*."**
W"" \J&
<Kdvetfiaal
KOFFIE H/IG
Werdri,t (ff m
In Kennemerland is men
er slecht aan toe
Doel der gewijzigde
minimumpr ij zen
vVa de 40 vebeücAt Uw oïga-
niwie duHeCe zmg. Dawiom:
Gemeenteraad
Heemstede
VlCKS
I Ontgoocheld
DE I LAVENHALER
DINSDAG 25 JANUARI 1938
Hoogere veilingomzetten, die
niets beteekenen
Gemiddeld loon
Nieuwe minimumprijzen
VOGELENZANG
Begrooting 1938 behandeld
De heer v. d. Erf
[jK* Een beproefde methode
om verkoudheden te bestrijden
Voorkom ve\e^
VIWOUOWW»
\,H tiH uk.id.
DOOR G. MORRIS
Wie zegt, dat hij niet betaald is? weg
Toen wij onlangs de omzetcijfers over 1937
der Beverwijksche groentenveilingen publiceer
den is het feit, dat de omzet met ongeveer 5
gestegen was, voor sommige menschen aanlei
ding geweest voor het maken van een min of
meer optimistische gevolgtrekking. Namelijk,
dat er in den toestand van de tuinders eenige
verbetering zou zijn gekomen en dat zij de toe
komst met wat meer hoop tegemoet zouden
kunnen zien.
Deze conclusie is echter onjuist. Voor een juis
te beoordeeling van de zaak moet men de oor
zaken nagaan, welke tot de stijging der omzet
ten van de veilingen hebben geleid en dan blijkt
het, dat de tuinderij van Kennemerland daar
aan geen deel heeft. Dank zij nog andere tegen
vallers is zij er zelfs nog slechter aan toe dan
het jaar te voren. De vrees, die wij in den afge-
loopen zomer in een artikel om den Kennemer-
landschen tuinbouw hebben geuit, nJ. dat de
meesten dezen winter naar het armbestuur zou
den moeten, is dan ook helaas bewaarheid ge
worden.
Wat was dan wel de oorzaak van die hooge
veilingsomzetten? Blijkens de gegevens, ons ver
strekt door den directeur der Vereenigde Vei
lingen te Beverwijk, den heer W. de Groot, is
dat allereerst te danken aan den grooteren aan
was van late aardappelen en den beduidend
hoogeren prijs, daarvoor gemaakt in vergelijking
met 1936. De tweede oorzaak was een zeer be
duidende aanvoer van fruit uit andere provin
cies.. Het is duidelijk, dat de warmoezerij-tuin-
der in Kennemerland, die deze producten niet
teelt, aan deze oorzaken part nog deel heeft en
er dus ook niet de vruchten van heeft geplukt.
Overigens, was dit laatste wel het geval, dan
nog zouden de tuinders geen verbetering hebben
kunnen constateeren. Immers, een stijging van
4 of 5 ten opzichte van het bedroevend slech
te jaar 1936, zou al heel weinig te beteekenen
hebben, omdat na 1936 vele bedrijfskosten, voor
mest, kunstmest en andere benoodigdheden, in
veel sterker mate in prijs zijn gestegen.
Neen, zoo deelde de heer de Groot ons mede,
de toestand is droeviger dan een jaar tevoren;
dat voelen de tuinders aan, ook zonder de cij
fers. En daarom vragen zij zich verwondejd af,
waar die hoogere omzet vandaan komt. Zij
kunnen er niets van merken. Integendeel.
Wanneer men den gemiddelden omzet van de
tuinders berekent en men legt daarnaast de
(hoogere) bedrijfskosten, dan komt men tot be
droevende resultaten. Dan blijkt het, dat de
netto-inkomsten varieerden van 400 tot 800
over een heel jaar. Daarvoor wordt door het ge-
heele tuindersgezin in den zomer gewerkt, waar
bij dan dikwijls de vader met eenige groote
zoons.
Kon men die bedragen over een geheel jaar
verdeelen, zoodat b.v. per week van 8 tot 16
werd ontvangen, dan zou men zich daarop
eenigszins kunnen instellen. Doch het totaal
wordt in enkele oogstmaanden bijeengebracht en
dan moeten daar de achterstanden uit den vori-
gen winter van worden betaald. Het restant is
noodig voor de zomermaanden, zoodat wanneer
de nieuwe winter aanbreekt en de inkomsten
ophouden te vloeien, er „geen brood meer op
de plank is".
Daarbij komt nog, dat in 1936 nog 150.000
aan tuinbouwsteun is uitgekeerd, terwijl over
1937 slechts 30.000 werd ontvangen. Ook dit
verschil van maar even 120.000 voelen de
tuinders in him portemonnaie.
In dit licht moeten de veilingomzetten voor
deze streek worden bezien. Wanneer men dan
aan het rekenen slaat, blijken de inkomsten
der tuinders, in weerwil van de stijging der vei
lingomzetten, ten opzichte van 1936 met 15
te zijn gedaald, hoe eigenaardig dit overigens
ook schijnt.
Met betrekking tot de veranderde minimum
prijzen, zooals die door de Ned. Groenten- en
Fruitcentrale voor 1938 zijn vastgesteld, deelde
de heer de Groot ons mede, dat hierbij het be
lang van den bonafiden tuinbouw in de oude
tuinbouwcentrale heeft voorgezeten.
Het doel is, volgens den heer de Groot, om
de minimumprijzen in den vollen oogsttijd iets
te verhoogen. Doch zoodra die oogstperiode
voorbij is en de z.g. nateelt gaat verschijnen,
kortom van land, waarop reeds een ander
hoofdproduct is geteeld, worden de prijzen,
waarop de producten moeten worden opgehou
den, verlaagd, teneinde het overstroomen van
de markt tegen te gaan.
Die nateelt is dikwijls speculatief. Wanneer,
na den oogst van een of ander product, land
vrijkomt, worden er nog vlug groote massa's
tuinbouwproducten nkgeteeld, waarvan het al
voldoende is, dat zij den minimumprijs opbren
gen. Dat deze „overproductie" voor de belt be
stemd is, komt er niet op aan.
Maar daarvoor is het instituut minimumprijs
tdnoorssdineit
niet ingesteld! Vandaar de verhooging in het
hoogseizoen, wanneer de tuinder zijn hoofdteelt
aanvoert en de verlaging in het najaar, wan
neer de nateelten a"an de markt komen, die
dikwijls „op den minimumprijs geteeld" zijn,
zooals dat heet.
Andijvie b.v. scheen men per H.A. op niet te
duur land, wel te kunnen telen voor een mini
mumprijs van 60 cent; er werden althans hon
derden hectaren v&n aangetroffen, die voor om
streeks 60 ct. per 100 stuks moesten worden
verkocht. Voor 1938 is de prijs vanaf 19 Sep
tember teruggezet op 30 ct. Als het voor 60 ct.
nog even ging, dan zal het voor 30 ct. toch niet
meer gaan. Het is eenvoudig waanzin om op
dien prijs nog speculatief te gaan telen in het
groot. Al doet men het nog zoo ruw, er blijft
niets van over.
Op de kleinere bedrijven echter, in de oude
centra, waar men meer let op een mooie gele
krop andijvie, opgebonden, schoongemaakt enz.,
heeft men toch nog kans op een anderen prijs
en zal men het artikel gerust blijven telen.
Zoo wordt b.v. ook de minimumprijs van de
bcspeen na 4 September sterk verlaagd
(van 2% op 1), om de speculatieve teelt „voor de
belt" tegen te gaan. In de oude tuinbouwcentra,
waar even mooi bospeen wordt geteeld, zal men
daarvan eerder voor- dan nadeel ondervinden.
Daar wordt immers niet op den minimumprijs,
maar op den marktprijs geteeld, hetgeen niet
steeds gezegd kan worden van de groote opper
vlakten bospeen als nateelt.
Het doel van de veranderde minimumprijzen
spreekt uit dit alles wel duidelijk. Of het bereikt
zal worden zal de praktijk moeten uitwijzen.
Men zal op deze wijze kunnen ervaren, of dit
principe misschien wat meer te gebruiken is bij
de steunverleening. Wellicht dat de toestand
voor den tuinbouw in de oude centra verbeterd
kan worden door voor sommige producten, die
men eigenlijk maar in het ruwe op den mini
mumprijs teelt, alle vergoedingen achterwege te
laten en de vergoedingen voor de hoofdteelten
in het hoogseizoen wat op te voeren.
De teelten in de oude centra, die behoorlijken
binnenlandschen afzet hebben, zullen daardoor
eerder met een „beteren prijs" voor een „beter
product" gebaat zijn, wanneer met deze en den-
gelijke veranderingen de concurrentie van het
grove en ruwe product wordt geremd.
Den tuinders wordt aangeraden de veranderde
minimumprijzen goed te bestudeeren. Het zal
hen tot nadenken stemmen over wat er ge
teeld kan worden. In elk geval zullen zij er reke
ning mee hebben te houden bij het opmaken
van hun teeltplan.
C'ross-country Zaterdagmiddag werd op de
weilanden en duintjes van de Wed. J. Verde-
gaal alhier een cross-country gehouden, welke
was georganiseerd door de Haarlemsche Rij- en
Jachtver. Niet minder dan 38 ruiters namen
aan deze cross deel, waarvan de uitslag luidde
als volgt;
1. Lichte cross voor landelijke ruiters. 1. J. v.
Leeuwen met Sonja in 3 min, 44 sec; 2. K. de
Jong met Hans in 4 min. 23 2/5 sec; 3. J. Stut
met Bob in 4 min. 33 1/5 sec.
N. Lichte cross. 1. 2e Luit. H. Jetten met Dolf
in 3 min. 411/5 sec; 2. Res. Ie Liiit. Dr. H. L.
M. van Schaik met Slainti Eire in 3 min. 361/5
sec; 3. 2e Luit. P. Brouwer met Lajos in 4 min.
2 3/5 sec.
C. Zware cross. 1. L. Roodenburg met Sheik
in 5 min. 30 4/5 sec; 2. Mevr. P. Gundlach met
Robert in 6 min. 2/5 sec; 3. Mevr. Rh. Feenstra
met Ruby in 9 min. 51 sec.
Na den wedstrijd werden de prijzen uitgereikt
in café Rusthoek, door den voorzitter van de
Haarlemsche Rij- en Jachtvereeniging, den heer
Steur.
Tenslotte werd nog gesproken door den heer
Phh. v. d. Most namens de landelijke ruiters,
terwijl namens de Leidsche Officierenver. 2e
Luit. J. Stam het woord voerde.
Hedenmorgen kwam de gemeenteraad van
Heemstede ter behandeling der gemeentebe-
grooting bijeen onder voorzitterschap van bur
gemeester Jhr. P. W. v. Doorn.
De heer v. UNEN (V.B.) zette uiteen, dat er
thans meer licht zit in deze begrooting. Spr.
vergeleek de begrooting 1938 met dien van tien
jaar geleden en concludeerde, dat de gemeen
ten, die bij de annexatie een deel hunner ge
bied verloren, recht hebben op schadevergoe
ding. Spr. legde hier den nadruk op, omdat er
thans weer over annexatie wordt gesproken.
Lage belastingen hebben veel bijgedragen tot
den bloei der gemeente. Ze zijn steeds samen
gegaan met hygiënische en sociale belangen:
goede zorg voor de werkloozen, keurig uiterlijk
der gemeente, enz. De lage belastingen hebben
dus niemand schade gedaan, zijn integendeel
in het belang van allen.
Groote voorzichtigheid is geboden. Als het
kan, dient men zoo spoedig mogelijk over te
gaan tot het vormen van een reserve, omdat de
druk op de gemeente in de toekomst zwaarder
kan worden. Spr. is tevreden over deze begroo
ting, al juicht hij niet en hij kwam er tegen
op, dat Heemstede als een financieel moeilijke
gemeente wordt voorgesteld.
Het- is heel erg, als er stukjes in de pers ver
schijnen, die nog niet alle raadsleden hebben
bereikt. Dat is een lek, dat gestopt moet wor
den.
De heer DE TELLO O.D.A.P.) merkte op,
dat de bevolking van Heemstede zich vóór de
democratische partijen heeft uitgesproken. De
eenige anti-democratische partij is met 300
stemmen achteruit gegaan. De Anti-Rev. Partij
heeft bij de verkiezingen in Heemstede gewel
dig gewonnen.
Het voorstel van de S.D.A.P. tot verlaging
der tarieven wil niet zeggen, dat de huidige
te hoog zijn. Slechts bestaat hierover een
ander fiscaal inzicht bij sprekers fractie.
In 1937 heeft Heemstede ruim 14.000 als
vrij werk verloond. Daarentegen verminderde
het werk-in-contraprestatie van 29.000 tot
12.000. Dat heeft naar sprekers meening be
vorderd, dat de cijfers voor de werkverschaffing
en steunverleening zoo gunstig zijn. Vrij werk
beteekent dus heelemaal niet altijd hoogere
kosten. Spr. had groote waardeering voor den
wethouder van Openbare Werken, die thans de
tewerkgesteldten weken achter elkaar laat wer
ken. Dat is voor talrijke arbeidersgezinnen een
groote zegen.
Spr. meende, dat er aanleiding is om op het
gebied van steunverleening en werkverschaffing
nieuwe wegen in te slaan. Er zijn een groot
aantal werkloozen, die zelfs in normale tijden
niet meer aan den slag zullen gaan. Door de
voortschrijdende bebouwing is het werk voor
tuinders, bloemisten, enz. zeer verminderd. Het
aantal verklooze bloemistarbeiders bedraagt
thans 150 en losse arbeiders 127.
Omscholing van de bloemistarbeiders en
losse arbeiders is niet ineens te bereiken.
Vooral voor de bloemistarbeiders moet ech
ter toch een cultuur kunnen worden ge
vonden, waar zij althans gedeeltelijk hun
vakbekwaamheid kunnen toepassen (toma
tenteelt b.v.). Spr. was ervan overtuigd, dat
met de hulp der gemeente en adviezen van
officieele instanties wel het een en ander
te bereiken valt, opdat die arbeiders in de
naaste toekomst weer aan den slag komen.
Laat het ons 10.000 kosten voor zoo'n nieuw
bedrijf; de rente en aflossing hiervan zullen
wel door dit bedrijf zelf betaald kunnen wor
den. Spr. vroeg hiervoor de aandacht van den
wethouder en diens samenwerking met den
Econ.-Techn. Dienst.
De heer v. d. ERF (R.K.) dankte de samen
stellers der begrooting voor hun werk. Het gaat
bij deze begrooting om bedrijven en belastin
gen. Spr. sprak hierover niet namens de ge-
heele! fractie, doch slechts mede namens enke
len. Bij de vorige begrooting werd een voorstel
tot belastingverhooging, om de tarieven te kun
nen verlagen, verworpen. En ook de S.D.A.P.
stemde om politieke motieven tegen. Thans
komt de S.D.A.P. zelf met zoo'n voorstel.
In verschillende kleine woningen worden de
met groote kosten aangebrachte spoelers af
gezet wegens de duurte van het water. Daar
moet verandering in komen.
Spr. was het met de belastingpolitiek niet
eens. Bij de indirecte lasten (de tarieven)
worden de zwaarste lasten gelegd op de
minst-bezittenden. De beter-gesitueerden
kunnen door het vastrecht goedkoopere
prijzen bedingen.
De bedrijven zijn een monopolie van
de gemeente geworden en daarvan mag zij
geen misbruik maken. Al is een kleine be
lastingverhooging noodig voor de verlaging
der 'tarieven, die is in het geheel niet ingrij
pend.
Thans wordt door de financieele politiek' niet
het algemeen belang behartigd. Spr. beriep
zich hierbij op de pauselijke encyclieken. Als de
gezinnen er voordeel van zullen hebben, zal
spr. voorstellen tot verlaging der tarieven toe
juichen met inbegrip van dat der S.D.A.P.
De heer KROMHOUT (C.D.H.) zette uiteen
waarom de indirecte belastingen (de hooge ta
rieven) hem zoo onsympathiek zijn. Hij achtte
het voorstel van B. en W. tot verlaging der
tarieven hoogst onvoldoende en verklaarde zich
voor dat der S.D.A.P. De lichte belastingver
hooging zal de aantrekkelijkheid der gemeente
niet doen verminderen.
Een oplossing voor het tram- en autobus-
vraagstuk is dringend noodzakelijk. Zijn de
plannen voor de doortrekking van autobus A
van de baan?
De behoefte aan vergaderruimte is zeer drin
gend. Als met den Volksbond tegen Drankmis
bruik geen overeenstemming bereikt wordt,
moet er dan niet een andere weg gevolgd wor
den? Zijn B. en W. bereid de mogelijkheid van
de stichting van een vergadergebouw te on
derzoeken?
Spr. juichte het toe, dat in de Glip zoo'n ge
bouw wordt gesticht. In verband met het tra
gisch ongeval vroeg spr. of B. en W. de moge
lijkheid van een speeltuin in de Glip willen
onderzoeken.
Mr. v. HEYENFELDT (A.R.) juichte de fi
nancieele politiek van B. en W. toe.
Zijne Majesteit scheen wel met het ventje ingenomen. Hij
liet limonade komen, die gemaakt was van dauwdruppels en
boschbessen. Het smaakte verrukkelijk. Ze namen plaats op
rustieke stoelen, die van geschilderd takken waren gemaakt.
Daarna dronken ze op elkanders gezondheid.
Toen het tijd werd om naar bed te gaan, werd het agentje
een bed van varens en mos aangewezen. Hij viel weldra ln
slaap en al snurkende bracht hij geluiden als een houtzagerij
voort. Hij droomde, dat hij het verkeer regelde en hij zwaaide
met zijn arm, waaraan de gestreepte manchet was, alsof hij
werkelijk de auto's, de fietsers eru de voetgangers aanwees, hoe
ze moesten gaan. En hij droomde ook, dat de menschen, de
kleinen en de grooten, niet altijd deden wat de verkeersagent
wilde, want de menschen zijn niet altijd gehoorzaam en zien
niet de gevaren wanneer het heel erg druk op straat is.
HET BEWIJS: Deze twee producten werden beproefd bij 17.353 menschen.
37 Doctoren en 512 andere controleurs hebben de resultaten nagegaan. Zij con
stateerden. dat zij, die. zoodra dit noodig was, Vicks Va-tro-nol of Vicks
VapoRub gebruikten, minder dan de helft aan ziektedagen door verkoudheden
hadden, dan diegenen, die verkoudheden op hun gewone manier behandelden.
Gravin de Romval ging de marmeren ves
tibule door, vervolgens drie rijk ingerichte
salons, en kwam ten laatste in haar par
ticulier vertrek. Haar kamenier stond gereed
om haar den bontmantel uit te trekken.
De coiffeur is al hiernaast. Moet ik hem
roepen, mevrouw? vroeg het meisje onderdanig,
terwijl ze den hoed van haar meesteres op een
tafeltje legde.
Gravin de Romval antwoordde niet. Lang
zaam ging ze naar een grooten spiegel en streek
met vaste hand de haren weg van haar slapen,
die, prachtig geonduleerd, op kundige wijze
haar gelaat omlijstten.
Doe het venster open, zei ze opeens.
En zij leunde een oogenblik met het hoofd
tegen den spiegel, terwijl zij de oogen sloot.
Een onbarmhartige stroom van licht drong
het rozig halfduister binnen, dat sinds vele ja
ren in iederen hoek van het kasteel geheerscht
had.
Mevrouw, vandaag is het de dag om uw
haar te verven. En om één uur komt de mas
seuse, bracht het kamermeisje haar bedeesd in
herinnering.
Doch gravin de Romval antwoordde niet. On
beweeglijk, haar oogen ietwat toegeknepen, den
adem ietwat ingehouden, bekeek zij haar gelaat
in den spiegel.
Geef me een natten handdoek, zei ze dan
kalm en doe het andere venster open.
En zij sloot de oogen, toen een felle zonne
straal opeens inhaar gezicht scheen.
Zij nam den natten handdoek en veegde er
zorgvuldig mee over haar gezicht. Oogharen en
wangen kwamen vrij van hun geurige bedeksels
en tusschen de bijna blauwe lippen leken de
tanden een oogenblik glansloos. Zóó bekeek
gravin de Romval, in het volle zonlicht, zich
zelf langen tijd in stilte.
Roep den coiffeur, zei ze opeens.
En ze liet zich neervallen in den stoel voor
de toilettafel.
"Een oogenblik later kwam de eerste kapper
van Parijs het vertrek binnen met eerbiedigen
groet. Doch de gravin ving in den spiegel den
uiterst verbaasden blik op, waarmee de man
naar haar staarde, en liet het hoofd zinken.
En zoo sloeg ze den coiffeur gade, terwijl hij
in een zilveren kom zijn mengsel prepreerde.
Doch toen alles gereed was, schudde zij zich
eensklaps wakker.
Neen, vandaag wil ik mijn haar biet ge
verfd hebben. Wasch het alleen goed uit.
Een half uur later keek zij naar haar reeds
sterk vergrijsde haren.
Dat is gereed, mevrouw, zei de kapper.
Wanneer moet ik terugkomen voor 't verven?
Ik zal u laten bellen, antwoordde gravin
de Romval.
De kapper maakte een diepe buiging en ver
trok. Op de trap kwam hij de kamenier tegen.
Hoe nu, meneer Boilu? Bent u al klaar?
Ze heeft alleen maar het haar laten was-
schen. Maar vertel nu eens, juffrouw Mariette,
hoe oud is ze?
Wie? Mevrouw de gravin? Acht-en-twin-
tig! antwoordde het meisje, getrouw aan haar
instructies.
Acht-en-twintig.h'm! zei de kapper.
Nu, in haar tijd moet het een mooie vrouw
geweest zijn.
En hij ging haastig zijns weegs.
Toen de kamenier anderhalf uur later de
kamer van de gravin binnenkwam, zat deze
nog altijd onbeweeglijk voor de toilettafel en
bekeek zich peinzend in den spiegel.
Mevrouw, daar is de masseuse.
Zwijgend knikte de gravin van neen. Het
meisje ging weer heen, terwijl ze zich afvroeg
wat er gebeurd kon zijn.
Iets héél eenvoudigs was er gebeurd iets
dat den een of anderen keer tóch had moeten
gebeuren. Dien morgen was de gravin in het
Bois de Boulogne geweest en had zij Charles
de Lisignac ontmoet, die in de dertig was, maar
er uitzag of hij in het begin van de twintig
was. Samen hadden zij iets gebruikt. Zij voelde
zich vermoeid en had liever nog wat blijven
rusten. Maar Charles wilde loopen en drong er
op aan met een egoïsme, alsof hij werkelijk nog
maar twintig was. Toen zei opeens een vrien
delijke oude dame achter hen, die geen van
beiden kende:
Kom, meneer, nu niet zoo aanhouden!
Uw mama is moe. Ziet u dat dan niet?
Er was geen tragische scène op gevolgd. Tij
dens de korte wandeling naar de halte hadden
zij over alles en nog wat gepraat. En eerst toen
zij in de stad aankwamen en afscheid namen,
had zij gezegd:
Beste vriend, wat die oude dame zei, heeft
ons eigenlijk de oogen geopend. Bovendien
houden we ook niet genoeg van elkaar, om het
verschil in leeftijd goed te maken. Daarom is
het maar beter, dat alles zóó eindigt.
En toen hij haar verschrikt aankeek, had zij
er met een bijna moederlijken glimlach aan
toegevoegd:
Trek het je niet al te veel aan, Charles.
Zoo gaat het nu eenmaal. Het spijt me zelf ook.
Vaarwel. Neen, laat me alleen naar huis gaan.
En ijlings was zij haars weegs gegaan, zoo
snel haar veertig jaren het toelieten.
En thans voor haar spiegel gezeten, die maar
al te wreed haar gelaat, zooals het werkelijk
was, weerkaatste, dacht gravin de Romval aan
dat alles en aan vele andere dingen en glim
lachte. Het leven was schoon geweest, zeer
schoon.... En thans was ze moe. Ja, nu be
merkte zij het moe. Hoe lang was het al ge
leden, dat zij
haar werkelijke
gelaat in het vol- j
le daglicht ge-
zien had? Hoe
lang heerschte er
al schemerduister
in al haar ver
trekken? Hoelang al!
Mevrouw, daar is baron de Lisignac, kwam
de kamenier zeggen.
Ah, de jongeman wilde niet berusten! Even
kwam er een glimlach om haar kleurlooze lip
pen.
Ik ben niet te spreken. En als hij terug
komt, zeg dan dat ik uit ben.
Best, mevrouw.
En breng me nu wat te eten. Maar niet
het gewone dieet, maar 'n flink maal vleesch,
vruchten, gebak
Zij ging wat gemakkelijker in haar stoel zit
ten. Ja, het moest nu maar eens uit zijn met
al die massage en gymnastiek en afgepaste
maaltijden.... Genoeg daarvan!
Gedurende vele dagen kwam gravin de Rom
val niet uit haar kamer. Op het zilveren blad
in de anti-chambre stapelden de visitekaartjes
zich op en de telefoon rinkelde onophoudelijk.
Iedereen gaf het kamermeisje ten antwoord,
dat mevrouw de gravin te bed lag en niemand
wilde ontvangen. "Vijf dagen latëf ging de
gravin aan haar schrijftafel zitten en bleef vele
uren achtereen bezig. Zij schreef slechts weinig
woorden op vele visitekaartjes een vijftigtal.
Toen zij gereed was, riep zij de kamenier.
Breng al die kaartjes op de post en zeg in
de keuken dat ik overmorgen een theevisite
geef voor vijftig personen. Er moet veel licht
zijn in den salon de zware overgordijnen
weg!
De beide volgende dagen bracht zij nagenoeg
onbeweeglijk door op de sofa, terwijl zij door
de openstaande vensters staarde in de stra
lende buitenwereld.
Toen het uur daar was en een groot deel van
de gasten reeds was aangekomen, begon zij
zich te kleeden. Zij koos een donkere en een
voudige japon, streek haar grijzende haren wat
naar achteren, om de rimpels op haar voor
hoofd niet te verbergen en verliet dan lang
zaam het vertrek, zonder zich in den spiegel
te bekijken. Zij schreed door de beide aangren
zende salons en bleef staan voor de laatste
deur. Spreken en lachen drong tot haar door.
Onder de stemmen herkende zij die van een
man, dien zij ééns had liefgehad zoozeer,
dat zij twee dagen geleden nog even gebeefd
had, toen zij dien naam en dat adres neer
schreef, al waren er ook jaren sindsdien voor
bijgegaan. En de verleiding greep haar aan
om terug te gaan en de teekenen van haar
ouderdom wederom te bedekken. Het was een
smartelijke verleiding, die haar enkele minuten
onbeweeglijk en sidderend voor die deur deed
blijven staan. Maar zij had maar al te diep
beseft, dat het spel van nu af aan voor haar
verloren was en een keer te meer wist zij haar
rol goed te spelen. Met vaste hand greep zü
den knop van de deur. Haar hart klopte on
stuimig, als dat van een meisje, dat naar haar
eerste bal gaat, en zij moest er zelf om glim
lachen. Dan deed zij de deur open en trad
binnen.
(Nadruk verboden)
1
Tegen deae beschuldigingen kon Thompson
geen enkel aannemelijk verweer bedenken.
Er werd al over gesproken, om maar in te bin
den tegenover Lovett, en zich zoo goed moge
lijk te redden uit wat ze allemaal een verloren
zaak achtten. Daar had je Grimes, die tusschen
leven en dood zweefde, en over zijn moeder
ijlde. Zelfs al zouden ze het winnen van kapi
tein Lovett, dan zouden er eerst nog méér
slachtoffers vallen. En niemand twijfelde er
aan, of als de nood aan den man kwam
zou Mrs. Lovett het kompas van haar man in
zee gooien. Op z'n mooist zouden ze dan het
schip hebben, en het goud in de safe, en de
negers in het ruim, maar ze zouden niet weten,
waar ze waren, en de middelen missen, om hun
weg te vinden naar een of andere bestemming.
Maar Thompson had nog een zeker overwicht
over de rest, en was niet van plan, om in te
binden.
Omdat ik één keer gefaald heb, zeide hij,
moet jullie niet denken, dat ik den volgenden
keer óók zal falen.
Op de rechtstreeksche vraag, wat hij dan van
plan was, antwoordde hij:
Wel, zegt hem, dat hij ons te glad af
is, en dat we het opgeven. Blijft nuchter, en
fatsoenlijk, en laat hem denken, dat we ons
heelemaal onderworpen hebben. En als hij er
dan het minst op verdacht is, pakken we hem
aan bij verrassing.
Ja, zei er een, en hoe dan, ais z'n
vrouw dat kompas overboord gooit?
Hoe zou ze dat moeten doen, denk je?
woeg Thompson op zijp beurt.
Ze zal zich in haar hut opsluiten, ais de
aanval begint, hé?
Prachtig.
Dan zal ze het venster open zetten, en
wachten, tot ze ziet, hoe de strijd verloopt.
Wat kan één van ons beletten, om opzij
van het schip te komen, en het venster dicht
te stoppen met een stuk zeildoek, zoodat ze
niets er uit kan gooien?
En gesteld, zei de eerste spreker dat
we er op dat oogenblik niet bij kunnen komen?
Dat zou onze eigen schuld zijn, niet? zei
Thompson. We moeten er niet op losgaan,
vóór we goed en wel klaar zijn.
Thompson's voorstel werd tenslotte aangeno
men, daar niemand een beter kon bedenken;
en Thompson begaf zich naar het achterdek,
tot hij bij de scheidingslijn kwam, en gaf te ken
nen, dat hij met kapitein Lovett wenschte te
spreken.
Wel wat is er? vroeg de laatste, toen
Thompson naderbij kwam.
U hebt ons te pakken, zei Thompson. We
binden in. We zullen weer onzen plicht doen.
U hoeft nu niets meer te vreezen van één van
ons.
Blij, dat te hooren, zei kapitein Lovett.
Maar tót de negers veilig en aan wel zijn,
blijft die afscheiding bestaan, en Mongo en ik
houden de wacht, terwijl de jongen ons helpt.
Waar wilt u de negers aan land zetten?
vroeg Thompson.
Ergens bij de bekende rivier, kun jij een
betere plaats bedenken?
Ik kan geen slechtere plaats bedenken, zei
Thompson.
Hoe zoo dat?
Danelo heeft massa's menschen, en mas
sa's geweren, zei Thomspon, en gezien het
feit, dat hij niet betaald is voor de negers, zal
hij koken van woede.
kapitein Lovett. Hij zou de laatste zijn, om
dat te beweren. Ik, heb hem zelf betaald.
XX
Wat heb u?
Ik heb de safe opengedaan, zei kapitein
Lovett, en het geld uitgeteld, en Mrs. Lovett
hier heeft het hem overgereikt uit het venster.
Dan is al het goud weg! riep Thompson
uit.
Er is nog wat over, zei kapitein Lovett.
Genoeg, om ons op pooten te zetten, en een
fatsoenlijken handel te beginnen.
Dan is deze reis van alle kanten een totale
verliespost, zei Thompson. Het goud is weg,
en geen lading, om het goed te maken.
En geen lus aan het eind van een stuk
touw, die voor jouw en mijn neus bengelt, zei
kapitein Lovett.
Kapitein Lovett liet zich niet misleiden door
de betuigingen van inkeer van de muiters. Op
het achterdek bleven hij en Nancy en Mongo en
de jongen als het ware de vesting verdedigen.
Ze hadden genoeg te eten en te drinken, en de
beide mannen vonden het niet al te moeilijk,
om beurtelings om de vier uur te slapen, en
te waken.
Op den vijfden dag kwamen ze wederom in
het gezicht van de Afrikaansche kust, en kapi
tein Lovett wendde ietwat den koers, en hield
op de monding van de rivier aan. Doch hij
had het grootste deel van de moeilijkheden nog
lang niet achter den rug. Wie moest de negers
bevrijden? En wanneer? En hoe? Zijn eigen
troepje te splitsen, zou het toppunt van dwaas
heid zijn geweest. Als hij Mongo het bevrij-
dingswerk liet verrichten, zou dat wel eens het
einde van Mongo kunnen beteekenen zonder
dat er iets mee gewonnen was of zijn eigen
einde, als hij zelf ging. Op een of andere ma
nier moesten Thompson en de muiters overge
haald worden, om dit deel van net program
voor hem ten uitvoer te leggen.
Het getij viel, toen de Albatros de monding
van de rivier binnenvoer. Doch een flinke bries
uit zee stelde haar in staat, om langzaam togen
den stroom in te varen. Het oogenblik was ge
komen voor kapitein Lovett, om zijn laatste en
beste kaart uit te spelen. Hij stuurde Swifty
naar omlaag, om het kompas te halen, en riep
Thompson naar het achterdek.
Over een uurtje of zoo, zei kapitein Lovett,
zal ik het schip zoo dicht mogelijk aan den
oever zetten. Later, wanneer het getij keert, en
het water hoog genoeg staat, komt het dan
weer vlot.
Dat klinkt redelijk, zei Thompson.
Zoodra we aan den grond zijn, zei kapitein
Lovett,breng jij de negers aan dek, en stelt
ze in vrijheid telkens tien tegelijk. Laat ze
hun kettingen meenemen, ais ze willen. Ze
kunnen er werktuigen van maken, ploegen, en
zoo, wanneer ze daar gelegenheid toe hebben.
Breng mij ondertusschen de provisielijst, dan
zullen we met elkaar uitrekenen, hoeveel voed
sel we hun kunnen meegeven.
Aangaande dit laatste punt was er heel wat
tijd en oveireding noodig, om tot een beslissing
te komen, en het grootste deel van een uur ging
er mee heen. De eb had bijna haar hoogtepunt
bereikt.
Nu zullen we het schip aan wal zetten, zei
kapitein Lovett.
U had geen beteren tijd kunnen uitpikken
zei Thompson. Maar als ik de menschen er
nu eens niet toe kan krijgen, om me te helpen
met die negers?
Thompson, zei kapitein Lovett, ik reken
op jou, om ze over te halen. Zeg hun, dat
als ze niet doen, wat Ik hun zeg dit mooie
instrument naar den bodem van de rivier gaat.
Dan zijn we allemaal reddeloos verloren. Ik heb
gedaan, wat ik kon, voor allemaal. Maar als ze
me nu niet willen helpen, kan ik niets meer
doen. Ik heb het allemaal met Mrs. Lovett be
praat, en het kan haar niets schelen.
Terwijl hij sprak, had hij het kompas in zijn
hand genomen, en hield het Thompson thans
voor zijn neus. De bemanning, die voltallig aan
dek was, daar ze voor het oogenblik niets bij
zonders te doen had, hield de oogen op haar
aanvoerder gevestigd. Hij had de mannen ge
waarschuwd, om goed toe te zien, wat hij deed,
en klaar te staan, om hem bij te springen.
Een vlugge stap, en het kompas zou onder
zijn bereik zijn. Het kwam Thompson voor, dat
het uur gekomen was.
Jawel, meneer, zeide hij.
En het volgende oogenblik stortte hij zich,
met een luiden kreet, op kapitein Lovett, en
trachtte hem het kompas uit zijn hand te wrin
gen. De muiters trokken hun messen, grepen
enterhaken uit het rek bij de grooten mast, en.
snelden hem te hulp.
Het plotselinge en de furie, van Thompson's
aanval had Lovett totaal verrast. Thompson had
met zijn linkerhand het kompas te pakken ge
kregen, en trachtte die los te rukken, terwijl
hij met de andere hand probeerde, kapitein
Lovett te beletten, om zijn revolver te grijpen.
Doch Mongo was niet verrast geweest. Ter
wijl hij de krachtige wijs- en middevingers van
zijn rechterhand van elkaar hield, koos hij het
juiste oogenblik, en mikte precies op Thomp
son's oógen. De eerste stuurman kwam neer met
een kreunend gejammer, als van een kind, dat
zich bezeerd heeft en bang is.
De voorste van de'bemanning, die kwam aan
stormen, struikelde over het lichaam van zijn
aanvoerder, en terwijl hij viel, kreeg hij kapi
tein Lovett's eensklaps opgeheven knie midden
in zijn gezicht.
Thans had kapitein Lovett zijn revolver ge
trokken, en was net op tijd, om den tweede neer
te schieten; en de aanval kwam bijna even»
plotseling tot staan, als hij begonnen was. Uit
genomen het gekreun en gejammer van Thomp
son was het stil.
Kapitein Lovett gaf zijn bevelen met heldere,
beheerschte stem, en een paar minuten latei
zette hij het schip aan den grond, op eeni mod
derige en ondiepe plaats.
Er is niet veel meer te vertellen. Het was een
eigenaardig tooneel, toen de negers met tien
tegelijk uit het ruim werden gehaald, en tot
het besef kwamen, dat de kwelling voorbij was,
en zij in vrijheid zouden worden gesteld. Gedu
rende den heelen tijd van het bevrijdingswerk,
stond kapitein Lovett met zijn arm om Nancy
heengeslagen. Dit was allemaal haér werk, en
hij was er dankbaar voor.
Wéér zette te Albatros doch ditmaal met
een bekeerden meester en een bekeerde beman
ning koers naar de open zee. Heb zag er naar
uit, dat Grimes in zekeren zin zou herstellen
van de wond aan zijn knie, en dat Thompson
slechts één van zijn oogen zou moeten missen.
Kapitein Lovett zette koers naar Jamaica. Dat
was reeds in den aanvang zijn doel geweest.
Hij had een gevoel, dat als het ruim van
Albatros wekenlang eiken dag uitgespoeld wero,
en dan vol met suiker werd geladen het hee!e
schip en de bemanning daardoor gereingi"
zouden worden.
Behalve jij dan, legde hij Nancy, uit.
Jij schijnt zoo iets heelemaal niet noodig 10
hebben.
Wat er van het oorlogsschip geworden is, da
naar het Piraten-eiland moest gaan, om dam
op de Albatros te wachten, is kapitein Lovet
nooit te weten kunnen komen. Misschien hg
het nog te wachten.
EINDE.
t