UIT DEN OMTREK
En of Jan er is
en blijft maar één
De avonturen van een verkeersazentje
IV vp'**
L
l
Md v&thaal den dag
te
f&8
te8
te
SHEA
K"
T* s
Engelsche films
ka
foouw
van de Iersche Brigade
ZATERDAG 5 FEBRUARI 1938
NIEUWE IJSFABRIEK
TE IJMUIDEN
BEVERWIJK
HALFWEG
HAARLEMMERMEER
HILLEGOM
VELSEN
VELSEN-NOORD
ZANDVOORT
IJMUIDEN
RIJKSVISCHAFSLAG
STAAT VAN BESOMMINGEN
r
Officieele documentaires
HEEMSTEDE
womddeen'nyntre- De boekenschat
m
e. b.
VELDLOOPEN TE ALKMAAR
Nga
n °°Sr|
J><L j
r,er«
DOOR RANDALL PARRISH
Aan den aannemer Cupido is de bouw opge
dragen van een ijsfabriek voor de V.E.M. Er
zullen aan de Trawlerkade eenige booten wor
den gesloopt en op den vrijgekomen grond zal
de fabriek worden gebouwd.
Deze uitbreiding houdt verband met het in
de vaart brengen van groote trawlers door ge
noemde reederij. Trawlers zooals de Erin IJm.
12 nemen per reis circa 60 ton ijs mee.
Voor het afgeven van het ijs zal een bijzon
dere installatie worden gebouwd. Van het fa
brieksgebouw tot aan de remming komt een ijs-
leider, waardoor het ijs, direct uit de fabriek in
de tjsruimen der trawlers kan worden gevoerd,
zoodat het ijsladen met karren en auto's over
bodig wordt.
Verkooping. Ten overstaan van notaris
J. H. Bremmers is publiek verkocht: een woon
huis met erf en poort aan de Creutzberglaan 56,
groot 202 M2. Hoogste bieder was M. M. A.
Davidson op f 3585. Bij afslag werd het perceel
niet gemijnd.
„De Hanze" 25 jaar. De plaatselijke afdee-
ling van de R.K. Middenstandsvereeniging „De
Hanze", die de volgende week haar zilveren be-
staansfeest viert, heeft een jubileumuitgave
doen verschijnen, waarin bijdragen zijn geschre
ven door den Deken van Beverwijk, den hoog-
eerw. heer P. J. Simons, den zeereerw. heer
pastoor J. J. C. M. Looyaard, uit Oegstgeest,
mede-oprichter en eersten geestelijken adviseur
van de afdeeling, den weleerw. heer kapelaan
dr. F. Holthuizen, den tegenwoordigen geeste
lijken adviseur Mr. H. J. J. Scholtens, burge
meester van Beverwijk, den heer E. J. M. Stum-
pel. Bondsvoorzitter, den heer J. Bakker, di
recteur van het Centraal Hanze-bureau en den
heer N. J. Out, afdeelingsvoorzitter.
In een bijdrage van den secretaris, den heer
W. J. Lubbers, wordt een terugblik geworpen in
de historie van de Beverwijksche Hanze.
Sport voor Zondag Voor a.s. Zondag staan
niet minder dan vier uitwedstrijden van Half
weg op het programma zoodat het bruine le
der dien dag in Halfweg niet zal rollen.
Het eerste elftal gaat in Haarlem op bezoek
bij E. H. S. I„ het tweede elftal trekt naar
Zandvoort om daar den strijd aan te binden
tegen Zeemeeuwen IV, terwijl het derde elf
tal de gast zal zijn van Schoten V. Tenslotte
spelen de Halfweg-Junioren nog een wedstrijd
tegen de C.-Junioren van EDO.
Algemeene vergadering „Het Witte Kruis"
Op Donderdag, 10 Februari a.s„ des avonds te
8 uur, zal in het St. Jozefgebouw alhier eene
algemeene vergadering worden gehouden van de
afdeeling Halfweg van „Het Witte Kruis", als
mede van de onderafdeelingen Wijkverpleging,
T. B. C.-bestrijding en Vacantiekolonies.
„Halfweg en Omstreken" Bovengenoemde
vereeniging hield in café „Kroon" haar jaarver
gadering. Uit de verschillende verslagen bleek,
dat over 1937 aan verpleeggelden was uitgege
ven een bedrag van f 10.002.45 en aan vervoer
kosten naar de ziekenhuizen f 420.84.
De aftredende bestuursleden werden herkozen,
terwijl tot leden van de kascommissie werden
benoemd de heeren Grauwelman, Drechsler en
Postma.
Na een zeer uitvoerige discussie werd met
algemeene stemmen besloten om, gezien den
stand van de kas, voor het jaar 1938 het maxi
mum aantal ligdagen met 10 pCt. te verminde
ren.
Op 1 Januari 1938 bedroeg het aantal bij het
fonds verzekerde gezinnen 1162 met een totaal
aantal verzekerde personen van 4678.
hebben, maar dat de St. Nicolaaskerk thans is
toegewezen. De H. Mis na den ommegang zal
dan om 5.30 plaats hebben
De bedetocht zal op 13 Maart gehouden
worden.
Door de Bavozangers werden hierna, onder
leiding van Br. Tarcisius, eenige toepasselijke
liederen gezongen.
Kapelaan J. Klijn, hield een treffend betoog
over de H. Eucharistie.
De Bavozangertjes brachten eenige liederen
ten gehoore.
Een aansporing tot de mannen, maar ook tot
de vrouwen, om vooral op den Zondag van den
Omgang veel te bidden voor het behoud en de
vermeerdering van den christelijken levensernst
in de huisgezinnen, liet spreker tot slot hooren.
Gelijk met Prinses Beatrix! Ook hier was
een gelukkige moeder op denzelfden dag dat
ons Prinsesje werd geboren. Het echtpaar G.
H. Coenen, Oosteinderlaan, werd dien dag met
een dochter verblijd. Deze baby maakte boven
dien het trouwboekje vol!
Van de 12 kinderen van het gezin zijn er 11
in leven.
De Beurs. De Hillegomsche Beurs werd
Donderdag door 187 personen bezocht; er was
een drukke handel. De Beursbezoekers, die per
auto naar de Beurs komen, worden vriendelijk
verzocht hun wagens zóó te plaatsen, dat zij
de politie geen moeilijkheden veroorzaken.
Donderdag waren er niet minder dan zeven
automobilisten zij het onopzettelijk in
overtreding.
De Beurscommissie doet een ernstig beroep op
alle automobilisten om mede te werken aan een
goede plaatsing van hun auto's.
Tijdelijke afsluiting van een weg. De
Hoofdstraat te Santpoort van de Westlaan tot
de Burgemeester Enschedelaan zal van Maan
dag 7 Februari a.s. af tot nader order voor het
doorgaand verkeer met rij- en voertuigen zijn
afgesloten.
R.K. Sportver. I.E.V. Zondag a.s. komen
alleen de jongeren in het veld. Het programma
luidt als volgt:
IEV 3—GVO 3, 2.30 uur; IEV 4—DEK 3, 12.30
uur; ESV aIEV a, één uur en IEV bSDE a,
één uur.
Te veel vloeibare brandstof ingeladen Een
45-jarige brandstoffenhandelaar te Zandvoort,
die blijkbaar te veel aan de algemeen heer-
schende feeststemming had toegegeven, reed
's avonds omstreeks 8 uur in zwaar beschon
ken toestand met zijn open brandstoffenauto
zonder eenige verlichting in woeste vaart döor
deze gemeente, daarbij van links* naar rechts
slingerende. Nabij „de Tol" aan de Zandvoort-
schelaan werd een inspecteur van politie, die
hem wilde doen stoppen, bijna omvergereden.
De laatste zette per auto en in gezelschap van
een agent een achtervolging in. Dicht bü het
oude voetbalveld werd de dronken woesteling
ingehaald. De auto van de politie die door
langzaam snelheid minderen, den vrachtauto
tot stoppen zou dwingen, werd van achteren
met groote kracht door dit voertuig aangere
den, waardoor de carrosserie ernstig beschadigd
werd. De dronken kolenhandelaar passeerde
vervolgens en reed met vol gas verder. Geluk
kig was de aangereden auto nog in staat de
achtervolging voort te zetten. Halverweg Bent
veld, toen beide ailto's op gelijke hoogte waren
gekomen, botste de vrachtauto, die voortdurend
over den weg geslingerd had, tegen een boom.
Op hetzelfde oogenblik greep de inspecteur den
bestuurder, die terstond naar het bureau werd
overgebracht. De vrachtauto was tengevolge van
de beide aanrijdingen aan de voorzijde ernstig
beschadigd. Het voertuig is in beslag genomen.
Nadat proces-verbaal was opgemaakt en de
onverantwoordelijke weggebruiker zijn roes had
uitgeslapen, werd hij in vrijheid gesteld. Bij
contróle bleek de handrem van den vracht
auto in het geheel niet te werken. Het mag een
wonder worden genoemd, dat de vrachtauto
niet met de vele passeerende tegenliggers in
botsing is gekomen.
R. K. Staatspartij De afdeeling Zandvoort
van de R. K. Staatsparty belegt op Dinsdag 8
Februari as. des avonds te half negen in het
patronaatsgebouw haar jaarvergadering. We
gens een vacature in het bestuur zal deze
moeten worden aangevuld.
De Oranjeweek te Zandvoort Dinsdag-,
Woensdag-, Donderdag- en Vrijdagavond wa
ren de vier feestavonden ter gelegenheid van
de biyde gebeurtenis, de geboorte van Prinses
Beatrix en alle vier deze avonden zijn op bui
tengewone wijze geslaagd.
Een vijfde avond zal heden plaats hebben,
ook weer in gebouw Monopole aan het Sta
tionsplein. Diverse vereenigingen hebben be
langeloos haar medewerking toegezegd.
lederen avond was de zaal van Monopole tot
in de nok gevuld.
Den tweeden avond trad o.m. op het R. K.
Kerkkoor St. Caeclia. Vrijdagavond was
wederom de beurt aan twee R. K. vereenigin
gen. Allereerst de R. K. Zangvereeniging Arti
et Religioni onder leiding van den heer Paul
Broerse, welke een drietal liederen deed hooren,
zuiver van toon en verder geheel onberispeiyk.
Een geweldig applaus klonk na ieder lied uit
de zaal en zonder de waarheid tekort te doen,
durven we beweren, hoewel ook de andere zang-
vereenigingen, met uitzondering van het Man
nenkoor van Onderling Hulpbetoon, zeer ver-
diensteiyk hebben gezongen, dat de door Arti
ten gehoore gebrachte zang ons het meest be
koorde en het voortreffelijkst was. Tot slot van
den Vrydagavond bracht de R. K. Tooneelver-
eeniging Utile Dulci het daverende bhjspel van
Gerard Nielen: De Gebroeders Kalkoen. De
verschillende hoofdrollen werden zeer goed uit
gebeeld.
Slot van de feesteiykheden Gisteravond
had tot besluit van de feesteiykheden een
grootsch vuurwerk plaats aan de Rambonnet-
laan, georganiseerd door de Oranjevereeniging
„Wilhelmina" en de Chr. Oranje-vereeniging
„IJmuiden-Oost", met medewerking van sub
sidie van het gemeentebestuur. Daar het weer
niets te wenschen overliet, waren duizenden
uit den omtrek naar de Rambonnetlaan ge
komen.
Dit vuurwerk was een waardig slot van de
feestelijkheden, welke beide Oranjevereenigin-
gen aan de inwoners van IJmuiden hebben aan
geboden.
IJMUIDEN, 5 Febr. Rijksvischafslag. Ver3Che
visch. Tarbot 1.261.65, Tong 1.06—1.36. Heilbot
98 cent per kg. Griet 30.0040. groote Schol 15—r
17.50, middel Schol 21.0025, Zetschól 22.0035,
kleine Schol 13.00—28. Bot 6.10—8.50, Schar 7.00
11, Wijting 5.5012.50 per 50 kg. Kabeljauw
52.00—77 per 125 kg.
LOGGERS MET VERSCHE VISCH
Schev. 19 1720.—, K.W.: 3 100016 920—,
110 460 173 800.—, 95 640—, 178 860—, 177
920.—, 138 1470—, 70 960.—.
CHIEF WHIP
Dank zü de activiteit van diverse Necler-
landsche verhuurkantoren is men hier
zoo langzamerhand op de hoogte kunnen
komen van de prestaties der Engelsche film
industrie.
Tot ongeveer 1933 scheen deze industrie
slechts voor eigen land te produceeren; daar
na gaven buitenlanders, waaronder vooral Alex
ander Korda, grootere ruchtbaarheid aan haar
bestaan en werd zij gebracht op meer interna
tionale basis, waardoor de verkoopbaarheid van
haar producten steeg. Sinds dien tyd kwamen
vry geregeld de resultaten der Engelsche film
activiteit in de Nederlandsche bioscopen en zyn
ze even geregeld in deze kolommen op hun
juiste, dat was in de meeste gevallen niet zeer
hooge, waarde geapprecieérd.
Maar naast het industrie-product ontstond in
Engeland een contingent films, dat minder ge
schikt bleek voor export, films, ontstaan in
opdracht van particuliere ondernemingen of
staatsbedrijven: reclamefilms, documentaires,
leerfilms, die toch alle zeer de moeite van het
zien waard waren, maar die slechts door par
ticulier initiatief hier tot vertooning konden
komen. Dank zy het genootschap Nederland-
Engeland, in samenwerking met de Nieuwe
Filmliga, die een Engelschen filmavond in het
A.M.V.J.-gebouw organiseerde, heeft een derge-
ïyke vertooning plaats gehad en heeft men een
vry uitvoerig overzicht kunnen krijgen van de
prestaties der z.g. Engelsche avant-garde, al
thans van de buiten de industrie werkende
Engelsche filmers.
Het woord avant-garde werkt in dit verband
misschien misleidend. Wel zyn aan de mees
te van deze korte propaganda-films de namen
verbonden van hen, die vroeger door daad of
door geschrift gemakshalve tot de film-avant-
garde gerekend werden, maar de vertooning
van j.l. Woensdagavond bevestigde het oordeel,
dat men zich in het vorig seizoen had kunnen
vormen, toen de Nieuwe Filmliga eveneens een
Engelsch programma had samengesteld voor
haar leden en men tot de conclusie kwam, dat
namen als Rótha, Grierson en Cavalcanti toch
wel grootere verwachtingen opriepen dan in
deze opdrachtfilms werden ingelost. Hier moet
onmiddellijk aan toegevoegd worden, dat niet
temin in de minste van deze prestaties nog
genoeg te waardeeren viel aan goeden smaak,
intelligent scenario, vaardig camera-werk en
niet opdringerige reclametendenzen en men zal
ook na dit nieuwe programma moeten toegeven,
dat in Engeland een ideale toestand gescha
pen is door deze samenwerking van opdracht
gevers, die de waarde van goed-gemaakte pro
paganda-films beseffen en hun opdrachten ge
ven aan hen, waarvan redelijkerwijs verwacht
mag worden, dat zij de primaire wetten van
het materiaal respecteeren. Een situatie dus,
Waarop de Nederlandsche filmers met recht ja-
lóerseh kunnen zyn.
Het nieuwe programma bevatte, althans voor
de Liga-leden, eenige reprises: Nightmail van
Basil Wright en Alberto Cavalcanti en The
Birth of the Robot, een poppenfilm van Pal
voor Shell. Vooral de eerste heeft bij herzien
uitmuntende kwaliteiten; zij is, ondanks haar
lengte, voortdurend boeiend, goed van compo
sitie, vol afwisseling gemonteerd en voorzien
van een prachtig slot met het suggestieve
Burgerlijke Stand. Geboren: Nicolaas Pe
trus Johannes, zoon van C. B. van Schagen en
C M. Zuurbier; Cornells Jacobus Maria, zoon
van H. van der Vlugt en J. Zevenhoven; Pieter-
nella Tonny, dochter van W. F. J. Tielman en
T. Barth.
Getrouwd: Nicolaas Martinu,s Smit, 27 jaar
en Maria Lodewina Smorenburg 26 jaar; Jo
hannes Rusman, 25 jaar en Aaltje Johanna
Jansen. 22 jaar.
Personalia. De ambtenaar bij de inspectie
der directe belastingen, de heer H. M. H. van
Kuipers, is met ingang van 1 Maart a/s. over
geplaatst van Hoofddorp naar Apeldoorn.
Stille Omgang Vrydagavond hield de afd.
Heemstede van het Genootschap „Stille Om
gang" een propagandavergadering In het R.K.
Vereenigingsgebouw.
Bij de opening deelde de voorzitter, de heer
W. Groenland, mede, dat Heemstede niet meer
als voorheen het Torentje ter beschikking zal
&2\JS/C fl
Toen slopen en kropen ze door het struikgewas naar het
huisje, waar de heks woonde. Het was een vervallen huisje met
een groote deur in het midden, die scheef stond. Uit den schoor
steen steeg rook op, een bewijs, dat de heks thuis was, „Nu, dat
is me ook een, heksentoer," zuchtte het varkeersagentje, toen
hy eindeiyk rustig op zijn buik kon liggen.
Plotseling zagen ze een vos op hen afkomen en door den
glanzenden steent, (die aan <3en knop van den tooverstok was
aangebracht, kono'ien ze zien, dat die vos een spion van de
heks was, die eens kwam kijken, wie daar zoo op de loer lagen.
„We zyn hem te glad af," zei Keesie, toen hij wist wat de vos
kwam. doen. „Met vossen moet men vossen. Vangen,, jongens."
Er hing een angstige, spannende stilte in
het studievertrek van wijlen den heer
George Dufranger, toen de notaris na her
haaldelijk en langdurig gekucht te hebben, aan
stalten maakte om de zegels van wijlen Du-
franger's testament te verbreken.
De verzamelde familieleden, een heterogeen
gezelschap, dat elkaar nauwelijks van aanzien
kende, volgden zyn bewegingen met de nauw
gezette interesse, waarmee kleine kinderen naar
hun groote soortgenooten staren, als die voor
hen een langbegeerden schat te voorschijn zul
len tooveren.
Met een scherp mesje, dat een verveeld toe
ziende klerk hem precies op tyd overreikte, ver
brak de notaris de lakstempels, welke eerst
zorgvuldig terzijde werden gelegd, voor hy het
document ontvouwde. Eerst nog een droog, irri
teerend kuchje, dat uit ongedachte diepten
scheen te komen, dan las de notaris scherp ar-
ticuleerend George Dufranger's laatste wils
beschikking.
„Ik vermaak aan al mijn wettige erfgenamen
een gelijk gedeelte van mijn boekenschat, welke
zich bevindt in de achterste gelykvloersche ka
mer. Indien een week, na het bekend zijn van
deze, myn wilsbeschikking, een erfgenaam zijn
toekomend deel niet in ontvangst heeft geno
men, zal dit onder de andere rechthebbenden
worden verdeeld. Indien ook dezen geen prijs
stellen op het bezit ervan, zullen de boeken aan
het tehuis voor ouden van dagen in de Rue
Lervier ten deel vallen. Aan genoemd tehuis
vermaak ik bovendien den geheelen inventaris
van het door mij bewoonde huis."
De notaris legde 't document voor zich op
tafel en ging weer zitten.
Zes paar oogen dwaalden naar de enkele
planken in den hoek, waarop in ongelijke rijen
een boeken-allegaartje bijeen stond, in het
testament met den weidschen naam van „boe
kenschat" aangeduid; maar spoedig hadden ze
daar genoeg van en zochten den notaris weer
op, die mijmerde en met zyn ringen speelde.
Nog even duurde de benauwende stilte, dan
gaf een lijvig heertje, dat vlak by de deur zat,
zijn eega kordaat een elleboog-stoot en maakte
met zijn glimmend hoofd de veelzeggende be
weging van „ga je mee." Als had ze er op ge
wacht, veerde zij van haar stoel, snibde tegen
den notaris „myn portie mag u gerust ver-
deelen" en was nog voor haar echtgenoot by de
deur, welke ze met een weidsch gebaar opende
en hard achter zich dicht sloeg.
Dit heldhaftig voorbeeld werkte dermate aan
stekelijk op de overige aanwezigen, dat binnen
enkele oogenblikken zich nog maar drie per
sonen in de studeerkamer bevonden. Dit trio
bestond uit den onverstoorbaren notaris, zyn
melancholieken klerk en Leon Gasper, student
in de rechtswetenschappen, dus berooid.
Met kennersblik had hij den boekenschat op
genomen, de inhoud er van interesseerde hem
maar matig, maar als man van de wereld had
hy vlug getaxeerd, dat de een of andere
derde rangs boekhandelaar er tenminste nog
wel een slordige paar honderd francs voor zou
bieden.
Toen de notaris hem dan ook vroeg, of hy, de
eenig overgebleven erfgenaam, wellicht het
voorbeeld van
zijn familie-le- l
den wenschte te
soluut „Neen."
„Dan hebt u er j
zorg voor te dra-
gen, dat het u toekomende erfdeel voor de vol
gende week Donderdag uit deze woning is
weggehaald," bitste de advocaat.
„Ik zal het u gemakkelijk maken, mijnheer,"
was het zelf-verzekerde antwoord. „Ik zal nu
enkele exemplaren, welke me het meest inte
resseeren, meenemen. De overige laat ik mor
genochtend om, laten we zeggen, 11 uur weg
halen. Dan is het meteen maar achter den rug."
De notaris knikte en de klerk noteerde; „Don
derdagmorgen 11 uur."
In een gehavend stuk grauw papier wikkelde
Leon Gasper enkele boeken, die hem het meest
belangwekkend voorkwamen en verliet dan ook
spoedig de ongezellige woning.
Dat geen enkel deel van den boekenschat van
wylen George Dufranger by den boekhandelaar
kwam, eer Leon Gasper het van voor tot ach
ter heel precies had nagesnuffeld en dat alle
erfgenamen van George Dufranger z.g., uitge
zonderd Leon Gasper, tot razernij kwamen, toen
ze hoorden, hoe „oomlief" zyn contanten had
vermaakt, vindt zyn simpele verklaring hierin,
dat een bedrag van circa tachtig-duizend francs,
verdeeld in lapjes van fr. 100, in den boeken
schat was verborgen. (Nadruk verboden)
"Mat a,
!<s«t. Eg
l08 dui»
•tand im
'^reens
'«tfialve
'«fdere
'dichte
^tancK
ie Itlow
«Uiers s§
lakeniie>
r®se*
^°seve*
Rig, w
Cheffin
Olsten
e°°honr.
spreekkoor op het rhythme van den voortsnel
lenden posttrein. Nieuw was The Future is in
the Air van Paul Rotha, een documentaire van
de luchtverbinding Londen-Australië.
In tegenstelling met Nightmail is de lengte
van Rotha's film opvallend, een fout, die in
de kwaliteit van de film gezocht moet worden.
Rotha valt te veel in herhalingen en weet aan
dit toch boeiende onderwerp weinig relief te
geven. Er zijn mooie opnamen te bewonderen
en het materiaal is dankbaar genoeg om hier
en daar te boeien, maar het geheel is zeker
geen prestatie te noemen, die overeenkomt met
de theoretische beschouwingen van den publi
cist, die Rotha toch ook is. Opvallender was
We Live in two Worlds van Grierson en Ca
valcanti. Hierin worden twee werelden naast
elkaar geplaatst, de wereld van het enge na
tionalisme, van grenzen, tolmuren, douane en
uiteindelijk het leger ter bescherming van dit
alles, en de wereld van het internationalisme,
van de techniek, die dienstbaar gemaakt wordt
aan het tot elkaar brengen der volkeren, van
telefoon, telegraaf, radio, yliegwezen enz.
Vooral de inzet, waarin Zwitserland als voor
beeld van deze twee werelden genomen wordt,
is zeer suggestief en treffend van montage.
Jammer, dat tegen het einde zoowel de
grondgedachte als de pregnante filmstijl ver
watert en de uiteindelijke bedoeling van dit
werkje niet zeer duidelijk wordt.
For all Eternity van Marion Grierson is een
rondgang door de Engelsche kerken en kathe
dralen. Ook hier missen wij tempo. Er valt
mooi camerawerk, mooie muziek, intelligente
tekst te apprecieeren, maar na Ruttmann
weten wy, dat er van dit oogenschijnlijk doode
materiaal meer te maken is.
En dan was er Len Lye, die ook in het vo
rige Liga-programma tusschen de ietwat con-
ventioneele en statige producten van zyn col
lega's luidruchtig, brutaal, maar vooral vol
originaliteit opviel. Len Lye werkte ook nu
weer voor de G.P.O., de Engelsche Posterijen,
en zyn twee filmpjes N. of N.W. en Trade
Tattoo hadden ook nu weer dat meesleepende,
dat verbijsterend jongleeren met allerlei vond
sten op het gebied van camera-instelling, van
kleurentoepassing, van montage, waardoor men
na eerste vertooning dit werk bijna critiekloos
accepteert, omdat het nieuw is, omdat het weer
problemen opwerpt en niet gedachte moge
lijkheden toont, omdat het alle accenten van
de ware film bezit, misschien wat bandeloos
en ongemotiveerd toegepast, maar aldus meer
bezittend dan zooveel pompeus uitgedoste film
werken met wereldreputatie. Het feit, dat men
de kennismaking met den virtuozen en origi-
neelen Len Lye kon hernieuwen, zou op zich
zelf al het organiseeren van dezen avond kun
nen motiveeren; al het overige, dat nog te
apprecieeren viel in het omvangrijke program
ma, was dan te beschouwen als een welkom en
ten zeerste gewaardeerd surplus.
Op 27 Februari 1938 organiseert het district
Noordholland van de K.N.A.U. te Alkmaar en
kele Districts-propaganda-veldloopen, open voor
lederen Noordhollandschen sportbeoefenaar.
Start (12.00 uur) en finish (Circa 12.30 uur)
Muziektuin.
Het programma hiervoor luidt:
1. A-klasse 5 K.M.
2. B-klasse 5 K.M.
3. C-klasse 3 K.M.
4. D-klasse 3 K.M. (niet KNAU-leden).
5. Junioren en Scholieren 1 K.M. (ook open
voor niét KNAU-leden) rondom Hertenkamp
(tot 18 jaar).
Voor iedere groep worden afzonderlijke prij
zen beschikbaar gesteld, terwijl den deelnemer,
die als eerste in Alkmaar wonende-deelnemer
in de D-klasse door de finish komt, een speciale
medaile zal worden aangeboden.
Routes:
5 K.M. vanaf Muziektuin langs Prins Bern
hardlaan over Krocht en langs Westerweg naar
Heilooërbosch, door het bosch, terug langs Zan-
dersloot.
3 K.M. Muziektuin, Pr. Bernhardlaan, Krocht,
Westerweg, Frederikslaan, over plank over Zan-
dersloot (tusschen Fred.- en Spokenboschlaan),
Van Foreestlaan, over brug terug naar Zander-
sloot, Zanderslootweg, Harddraverslaan.
1 K.M. Rondom Hertenkamp: Harddravers
laan, Prins Bernhardlaan, langs Hertenkamp,
Prinses Julianalaan.
Inschrijvingen voor Alkmaarders ook bij: se
cretaris van A.V.A., B. Bruinvis, Metiusstraat
4 (firo 290887), doch vóór 15 Februari.
De arm van eer
fietser isgeentoo-
verstaf: vóór het
veranderen van
richting moet hij
zich ervan over
tuigen of de ma
noeuvre VEILIG
volvoerd zal kun
nen worden!
■"feeks
*062-1
toO(Tac
a ML t
Nverst
GKTiIL*
Nxea,
18S-1
OoSTe.
rHOSL;
rr'fSl:
h.u8e.
fit.
i
^ottee
~ü-ic
cHil
^oluay
t.eru
1 eru
|0HU<3
^Cou.
**Roi
4-Ms'
le
^Oltl
9
„Ik wacht tot u op zij gaat, mijnheer de kapi
tein," zei ze, zonder in het minst te beven. „Ik
ga liever zonder hulp naar beneden."
Hij uitte een half onderdrukten vloek, maar
ging toch naar de tafel terug. Zij drukte mij
veelbeteekenend de hand en fluisterde heel
zacht: „Vaarwel, Monsieur, maak u niet onge
rust over mij, zorg goed voor het document."
Daarop begon zij langzaam het krakende lad
dertje af te dalen tot zy veilig op den grond
stond, en keek den kapitein recht in de oogen.
Ik bukte my een weinig, zoodat ik alles goed
Zou kunnen opnemen en rekende er op, dat de
man niet meer naar boven zou kijken. Als het
meisje misschien bang was, dan toonde zij dit
nóch in haar manieren nóch in haar uiterlijk.
Zij stond rechtop en keek hem open aan, met
de eene hand had zij nog de ladder vast, en
het licht van de kaars viel op haar. Haar hou
ding gaf blijk van een zekere onverschillige
minachting, maar ook van groote vastberaden
heid. Met den mond half open scheen de kapi
tein te aarzelen om de woorden van scherts,
die hem al op de lippen lagen, uit te spreken.
Zijn stemming ging langzamerhand van onbe
schaamdheid tot boosheid over. En toen zy daar
zonder een woord te zeggen, hem bleef aan
staren, verloor hy alle beheersching over zich
zelf.
„Je hoeft je fyne manieren niet op mij te
probeeren, sluwe heks," bromde hij dreigend,
„of ik zal je wel eens een lesje leeren. Je
bent niet de eerste vrouw, die ik getemd heb,
en je zult ook niet de laatste zijn. Maar kom
toch een beetje dichter by."
„Ik blijf liever hier," gaf zij koel ten ant
woord, en haar vingers hielden het hout
steviger vast, maar overigens gaf zy geen teeken
van zenuwachtigheid. „En ik raad' u aan het
zelfde te doen."
„Ha! ha! Dus zooveel als een bedreiging, als
ik het goed begrijp!" lachte hy, „en ik ben
natuurlijk verschrikkelijk bang. Wel, jy kleine
dwaas, ik zou je met één hand kunnen verplet
terenkyk maar eens hier," en hy stak een
reuzenvuist vooruit en deed de vingers veelbe
teekenend open en dicht. „Stel je eens even
voor, dat ik zoo je hals er tusschen nam? Ba!
wie zou daar naar kraaien?"
Zij maakte niet de geringste beweging, haar
oogen bleven recht in de zijne staren en ver
anderden in het minst met van uitdrukking.
„Kapitein Awlright," zei ze flink, „u behoeft
geen moeite te doen om mij bang te maken.
Wel ben ik een vrouw, maar niet een van die
soort, U heeft natuurlijk uw lichaamskracht
mee, maar in mijn geval zal het u niet baten."
„En waarom niet?" vroeg hij onbeschaamd.
„Omdat," en de rust waarmee z|j sprak,
werkte overtuigend, „als gy probeert de hand
op mij te leggen zal ik u doodenverstaat
gij mij?"
„Jij kleine heks! Verbeeld je je soms, dat je
mij met je oogen kunt dooden? Ik ben een veel
te oude vogel om m|j zoo maar te latéh pak
ken." Hij zweeg even. „En bovendien, je werd
onderzocht
„Dat is niet waar."
„Dan heeft Dom gelogen! Ik ben er van
overtuigd, dat je een bepaald doel hebt met je
reis. Ik zal daar wel achterkomen!"
„Gij hebt niets anders te doen, Monsieur, dan
mij op de proef te stellen en af te wachten.
Nog één stap en ik zal het u toonen. Wat? Uw
mannen? Ik zou liever met hen te doen hebben
dan met u alleen, en wat dien gluiperigen vos
van een luitenant betreft, hij kan blaffen maar
niet bijten. Luister nu eens, Monsieur ik heb
eenmaal onwaarheid tegen u gesproken, maar
op dit oogenblik niet. Als gy mij aanraakt, zult
gy sterven, dat zweer ik. Hoor naar wat ik u
ga zeggen. Gij zyt in den waan, dat ik een
vrouw ben, die zichzelf niet verdedigen kan,
de dochter van een onbekend commissaris, met
wie gij kunt doen zooals gij wilt. Ik heb u dat
verteld, toen gij nuchter waart en in het
bijzijn van uw mannen."
„Ik ben op het oogenblik nuchter."
„Ja, gij kunt staan en loopen, maar uw ge
dachten zyn door het vele drinken vertroebeld.
Ik zag en ik hoorde en ik wist, wat gij van
plan waart. En ik overlegde bij mijzelf wat ik
zou doen. Ik vertelde u een valsch verhaaltje:
ik ben niet Henriette Valoig, maar een dame
van het Fransche hof. Als gij mij zoudt durven
beleedigen, dan zijn er verschillenden, die hun
zwaard in uw lichaam zouden steken, al zou
dit hun dan ook het leven kosten. Dit is de
waarheid."
Als de man nuchter was geweest, dan zou
hij haar zeker geloofd hebben, zy had met zulk
een overtuiging gesproken, dat er geen plaats
voor twijfel overbleef. Zelfs zooals de zaken
nu stonden, aarzelde hy, hy wist niet recht,
v/at hy hierop moest zeggen. Toen drong de
gedachte, dat dit maar een truc was, een
staaltje van vrouwelijk vernuft, zijn versufte
hersens binnen. Het deed hem wat opleven en
hij zei, half lachend, half boos: „Een aardig
verhaaltje, moet ik zeggen, maar niet erg ge
loofwaardig. Ik ben ook in het minst niet bang
voor al die Fransche zwaarden, die voor u ge
trokken zouden worden, myn liefje. Phoe! ik
heb er twintig jaar mee omgegaan. We zullen
dan ook maar eens een eind aan deze praatjes
makenGij zijt dus niet Henriette Valois?
Nu, ik heb dat ook geen oogenblik geloofd.
Misschien wilt gij wel zoo goed z|jn uw werke-
lijken naam te noemen?"
„Ik ben Camille d'Enville."
„Ho! ho! Gy noemt daar nog al zoo iets! Een
heele sprong van uw eerste verklaring! Waarom
u zelf maar niet meteen tot koningin gepro
moveerd? Gij zijt dus de schoonheid van Louis'
hof, niet waar? Nu, ik moet zeggen, dat uw
uiterlijk uw woorden bevestigt. Op mijn woord,
het zal een echte grap zijn om dit te kunnen
vertellen. En wat is de reden, Mademoiselle
Camille d'Enville, dat gij hier zijt? Ik meen
toch, dat het hof nog steeds in Parijs is."
„Louis is in Charleroi," gaf zij kalm ten ant
woord, „ten minste, daar was hij twee dagen
geleden. Er zijn dames van het hof mee naar
het kamp gegaan, en er steekt niet vreemds in,
dat ik mij bij haar zou voegen."
„Alleen? door de linie van den vijand heen?"
„Niet alleen, Monsieur, ik reisde onder ge
leide, maar een ongeluk had ons van elkaar
gescheiden. En ik zou ook niet alleen in het
Fransche kamp zijn geweest, want myn broe
der behoort tot Saxe's staf,"
„De jonge Chevalier d'Enville?"
Het meisje boog.
„De naam is u dus niet onbekend?"
„Ik heb eerder over hem hooren praten. Wij
hebben elkaar eens in Ostende ontmoet; toen was
hij een wilde jonge kerel, maar na dien tijd
heeft hy zich van den ernstigen kant doen ken
nen. Ik zou hem my misschien niet eens her
innerd hebben, als het niet was, dat ik nog
dezen avond over hem had hooren praten."
„Over hem? Op welke manier?"
„Wel, laat ik eens zien. 't Kan een uur vóór
wij op u en uw vriend stuitten, geweest zijn,
dat wij schoten wisselden met een Franschen
verkennerstroep, 't Had natuurlijk niets te be-
teekenen, een beetje vuren in het donker, en
de partijen kenden eikaars sterkte niet. Noch
tans, de Franschen. vluchtten en lieten één man
voor dood achter. Onze sergeant trof hem nog
levend aan; het was een recruut van het Nor-
mandische Regiment, en vóór hy stierf, vertelde
h|j dat de sectie op zoek was naar een vluch
teling, die een officier van het Regiment des
Konings gedood had."
Alle kleur trok uit haar gezicht weg en de
voorgewende onverschilligheid van zoo even had
haar geheel in den steek gelaten.
„Het Regiment van den Koning, Monsieur?
En de naam van den officier?"
„Kapitein d'Enville."
Er volgde nu zóó'n diepe stilte, dat ik de
twee beneden kon hooren ademhalen. Haar
hoofd zonk neer op haar handen, die nog altijd
steun aan de ladder hadden. Een minuut lang
had het meisje vergeten waar zij was, zelfs het
bijzijn van den man. Ik beefde verschrikkelijk,
al m|jn zenuwen waren in actie, maar ik ver
loor Awlright's gezicht geen seconde uit het oog.
Het stond duidelijk in zijn oogen te lezen, dat
hij dacht, dat het meisje slechts de eenmaal op
zich genomen rol verder speelde.
„U weet dus heel zeker, Monsieur, dat hij
gedood werd?" vroeg zij ten laatste.
„Dat heeft de sergeant mij ten minste gerap
porteerd. Ik zelf heb den man niet gezien. Het
was een strijd bij het kaartspel en d'Enville
kwam te vallen door het zwaard van zijn tegen
stander. Men hoort dikwijls genoeg over der
gelijke dingen praten en ik heb er dan ook
niet bijzonder naar geluisterd."
„En de man, die hem doodde? Hebt g|j zijn
naam misschien ook gehoord?"
Awlright dacht even na.
.(Wordt vervolgd.)