Winterflora 1938 geopend MAGGI Jus De wilde geruchten rondom Duitschland Vaccinatieplicht PATIJN IN HET NAUW VELE NIEUWE SOORTEN BLOEMBOLLEN TOT JUISTE PROPORTIE TERUGGEBRACHT VRIJDAG 11 FEBRUARI 1938 Minister Steenberghe heeft ge wezen op de nuttige taak der kweekers in ons econo misch leven De moeiiykste tijd achter den rug? Kwaliteitsproducten geëischt NA DE GEBOORTE VAN PRINSES BEATRIX „Baby's Boek" aangeboden aan Prinses Juliana Feest op de Sibajak DE HERTOG HENDRIK Te Gibraltar aangekomen Over de stichting van een gebouw Vlugger met „Mijnhardtjes" Goudclausule-proces Cassatieberoep door den Hoogen Raad verworpen HET RIJWIELACHTERLICHT Deugdelijke keuringsvoorschriften noodig Staatscommissie ingesteld, welke onder leiding van minister Romme een onderzoek zal instellen Jus, fijne jus... DE ELECTRIFICATIE VAN HET SPOORWEGNET BUITENLANDSCH OVERZICHT Het régime in opspraak, maar stabiel Verfilming van het spoorweg bedrijf Vanmorgen te elf uur is in de restauratiezaal Van het Krelagehuis te Haarlem de bolbloem- ten toonstelling „Winterflora 1938", uitgaande van de Algemeene Vereeniging voor Bloem bollencultuur, officieel door den minister van Economische Zaken, mr. M. P. L. Steenberghe, Seopend. De voorzitter der vereeniging, dr. A. J. Ver bagen, riep in zijn openingswoord een speciaal Woord van welkom toe aan den minister, die Vergezeld was van zijn echtgenoote, burgemees ter en wethouders van Haarlem, de burgemees ters van Heemstede en Noordwijk, voorzitter en secretaris der Kamer van Koophandel, den heer J. C. Mensing uit Aalsmeer, die de Ned. Siercen- trale vertegenwoordigde, de familie Krelage, de beer van Gienck, directeur van Haarlems Bloei, en andere autoriteiten die aan den oproep om luister aan deze opening bij te zetten, gehoor hadden gegeven. De deelnemers en de jury deel den natuurlijk in dit hartelijk woord. Spr. dankte H. m. de Koningin en de leden van het Konink lijk Huis, den Commissaris der Koningin in l^ocrdholland en anderen voor de beschikbaar gestelde medailles en sprak in dit verband de boop uit dat wij nog lang zullen mogen deelen in het oudergeluk en in de oudervreugde van het Prinselijk echtpaar. In aller herinnering ligt nog de drie jaar Keieden door onze vereeniging georganiseerde Plora, de laatste tentoonstelling, die onder het Presidium van den heer Krelage is gehouden, voor wien het een vreemde gewaarwording most 2iin hier als een ons hartelijk welkom genoo- öigde aanwezig te zijn. De naam van deze ten toonstelling, Winterflora, duidt er reeds op, dat zij een geheel ander karakter heeft dan Flora Van 1935. Het is niet zoo maar een kleinere tentoonstelling als intermezzo tusschen twee Kroote. Op de groote tentoonstellingen onzer Vereeniging worden de producten van het bloembollenbedrijf in hun waarde voor tuin- en Parkbeplanting getoond, terwijl in de daaraan Verbonden binnententoonstellingen de groote beteekenis der bolbloemen voor de bloemschik kunst wordt gedemonstreerd. Deze tentoonstelling, die eigenlijk eer. voort zetting is van de in 1931 gehouden bolbloemen- tentoonstelling in dit zelfde gebouw, wil laten Zien hoezeer het de laatste jaren sterk ver rijkte sortiment bolbloemen voldoet aan de allerbelangrijkste taak, waarmede de bloem- bollenhandel ook in de eerste plaats rekening beeft te houden. Daarnaast heeft deze tentoonstelling nog een andere beteekenis, die ook zeer groot is en die reeds blijkt uit de belangstelling, die zij van den aanvang af onder onze vakgenooten heeft Behad. Wil het Nederlandsche bloembollenbe- örijf Zijn positie behouden en versterken, dan Zal het noodzakelijk zijn dat steeds het beste van het beste voortgebracht wordt. Dit houdt bi, dat de kweekers niet kunnen volstaan met de variëteiten, die ze in cultuur hebben, steeds Weer voort te telen, maar dat zij er geregeld op bit moeten zijn om hun sortiment, hun kraam te vernieuwen en te verbeteren. Dr. Verhagen gaf vervolgens het woord aan hiinister Steenberghe. Deze schoone verzameling bloemen is voor den minister een bewijs, dat de Nederlandsche bloembollenkweeker in de Moeilijke crisisjaren zijn energie niet heeft ver eren. Bedriegen dé voorteekenen niet en komen Keen onvoorziene feiten de gunstige ontwikke- btig der omstandigheden verstoren, dan hebt Ke, aldus de minister, den moeilijksten tijd achter den rug. Wat mij nu met betrekking biertoe het meeste verheugt, is het feit, dat de kwaliteit van het product niet alleen op heil ig gehouden, maar dat de kweekers zich zweeds meer inspannen en maatregelen bera den deze nog verder op te voeren. Wetenschappelijke werkers zijn bij voort during bezig om de gezondheid van het product te verbeteren, terwijl bekwame kweekers zich toeleggen op het winnen van nieuwe variëtei ten, die in kleur en vorm de oude trachten te °vertreffen. Een van de groote voordeelen, Welke het tuinbouwbedrijf biedt, is immers de Vele mogelijkheden, die het omvat. Het hedendaagsche publiek weet de variaties te waardeeren, mits rekening wordt gehouden Jdet de eischen, welke het stelt. Daarom zijn tentoonstellingen als deze nuttig tot het ver- brijgen van een inzicht in hoeverre de kweek- bunst er in is geslaagd het bestaande te evena- cn of te overtreffen. Het stemt tot groote voldoening, dat tal van nieuwigheden, welke hier worden tentoonge- steld, door onze eigen kweekers zijn gewonnen ®h niet meer uit het buitenland behoeven te Worden ingevoerd. Den laatsten tijd wordt zoo dikwijls naar W>ren gebracht, dat Nederland op de wereld markt moet trachten te zijn de leverancier van kwaliteitsproduct. Vooral onder de tegenwoordige omstandig- beden is deze stelling juist en geldt in hooge mate voor den tuinbouw. Overal om ons heen men bezig zich op de teelt van tuinbouw producten toe te leggen, teneinde zelf te kun- ben kweeken, wat tot nu toe werd ingevoerd. beste wijze om aan dit streven het hoofd te 'eden is zorg te dragen, dat onze producten h kwaliteit aan de spits staan en, door een conomische inrichting van de bedrijven te bevorderen, dat toch in prijs kan worden ge- c°ncurreerd. Ondanks den vooruitgang en het toenemend 'revende resultaten van het wetenschappelijk Ucierzoek te benutten als grondslag voor nieu we-teeltmethoden, zijn er nog tal van mogelijk- cden, waardoor de kwaliteit verder kan ver eteren en het publiek een nog rijkere variatie an worden geboden. He» houden van tentoonstellingen als deze °et dan ook worden toegejuicht, omdat het "s niet slechts een inzicht biedt van hetgeen j erd bereikt, doch ook omdat het aanleiding h °Pn'euw wordt belicht welke mogelijk- nl1en er nog voor de toekomst zijn en in welke Chting verder moet worden gewerkt. De bloembollenteelt is van groote betee kenis voor ons land. De teelt vraagt van ondernemer en arbeidskrachten veel arbeid en toewijding en heeft van oudsher den kleinen zelfstandigen de mogelijkheid ge boden tot meer welvaart te geraken. In de goede jaren werd voor groote be dragen aan bloembollen naar het buiten land gezonden, in 1930 voor niet minder dan 46,4 millioen gulden, welk bedrag in 1932 daalde tot 19,2 millioen gulden, terwijl het cijfer in het afgeloopen jaar weer is gestegen tot ruim 28 millioen gulden. Dit bedrag vormt 2.44 pCt. van de waarde van onzen totalen export en 45 pCt. van die van den export van tuinbouwproducten. Het draagt derhalve niet onbelangrijk bij tot onze welvaart, temeer omdat geen invoer van dure hulpmiddelen voor de teelt noodig is, doch het hier een product betreft van bodem en arbeid. Maar niet alleen, dat gij als bloembollen kweekers een nuttige rol vervult in ons econo misch leven, maar gij hebt ook een schoone taak, omdat bloemen het leven van den mensch veraangenamen en velen met de door u ge kweekte bloemen de omgeving, waarin zij moe ten leven en werken, opvroolijken. Ik wil dan ook besluiten met den wensch, dat u de kracht zult vinden op den ingeslagen weg voort te gaan en dat deze tentoonstelling er toe zal bijdragen, dat ook in de toekomst de Nederlandsche bloembollenteelt zich tegenover het buitenland zal weten te handhaven." De genoodigden bezichtigden daarna de fraaie expositie, die des middags te twee uur voor het publiek werd opengesteld en reeds aanstonds een groote belangstelling trok. Men kan „Win terflora" bezoeken van 11 tot en met 18 Febr. Heden tot 10 uur, Zaterdag van 10 tot 10 uur, Zondag van 12 tot 10 uur en tot de sluiting eiken dag van 10 tot 10 uur. De uitgevers van het bekende Baby's. Boek hebben een speciaal exemplaar van dit werk aan Prinses Juliana aangeboden. Het boek is verlucht met gekleurde platen en in goud ge drukte bladversieringen van de kunstenares Rie Cramer, terwijl het werd gebonden in een bijzonderen, echt lederen band. Het doel dezer uitgave is om hierin alle gebeurtenissen, foto's, etc., die betrekking hebben op de eerste le vensjaren van de jonggeborene, vast te leggen. BATAVIA, 11 Februari. (Aneta). Het be richt van de geboorte van Prinses Beatrix is aan boord van de „Sibajak" in volle zee ont vangen, n.l. twee dagen voor men Colombo aan deed. De gezagvoerder maakte het nieuws door loudspeakers bekend. Er is drie dagen lang feest gevierd. Hr. Ms. Hertog Hendrik onder bevel van den kapitein luitenant ter zee H. J. Bueninck is heden te Gibraltar aangekomen. Hr. Ms. Jan van Brakel, onder bevel van den luitenant ter zee le klasse, jhr. N. J. C. Versluys is Donderdag vertrokken van Port of Spain (Trinidad) met bestemming Curacao. Het Eerste Kamerlid, de heer Kolff, heeft den minister van Sociale Zaken vragen gesteld over het feit, dat te Zaltbommel geen gebouw voor sociaal-economische coöperatie gesticht kan worden. Een zeldzame narcis, de „Scarlet Perfection", en een kostbare Amaryllis op de bloemententoonstelling „Winterflora" Krelagehuis te Haarlem, georganiseerd door de Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur in het Ja dit is zeker, dat zij een gevatte koude en allerlei pijnen niet alleen vlugger, maar ook veel grondiger en meer blijvend genezen en ver drijven. Mijnhardtjes zijn geen ronde, maar hartvormige cachets en zijn verkrijgbaar bij Apothekers en Drogisten. Koker 12 st. 50 ct. Proefverpakking 2 st. 10 ct. De Hooge Raad heeft heden bij vervroeging arrest gewezen in de procedure van de Veree niging voor den Effectenhandel tegen de ge meente Rotterdam, waarin voornoemde Veree niging uitbetaling op goudbasis geëischt heeft van coupons, behoorende tot obligaties, deel uitmakende van de 6 pet. dollarleening 1924 der gemeente Rotterdam, met goudclausule. De rechtbank te Rotterdam heeft de eische- res in haar vordering niet ontvankelijk ver klaard, welk vonnis werd bekrachtigd door het Haagsche Gerechtshof, waarop de Vereeniging voor den Effectenhandel in cassatie is geko men. Overeenkomstig de conclusie van den procu reur-generaal, mr. Besier, heeft de Hooge Raad het cassatieberoep verworpen. Sedert de invoering van het rijwiel-achterlicht met ingang van 1 Januari is gebleken, dat dui zenden wielrijders, niettegenstaande hun ach terlicht voorzien was van het vastgestelde rijks- merk, moeilijkheden ondervonden tengevolge van constructiefouten. Het bestuur van den A.N.WH, heeft in ver band met deze aangelegenheid tot den Minister van Waterstaat een verzoek gericht om te willen bevorderen, dat de thans geldende keurings- eischen voor achterlichten zoo spoedig mogelijk worden vervangen door andere, welke op af doende wijze met de practijk rekening houden. Daarbij verzocht het bestuur van den A.N.W.B. den Minister met zijn ambtgenooot van Justitie overleg te willen plegen om zoo mogelijk wiel rijders, tegen wie proces-verbaal is opgemaakt wegens het jfjden met een niet-brandend achter licht maar welk achterlicht overigens wel voor zien was van het rijksmerk, voorloopig niet te vervolgen. Bij Koninklijk Besluit van 26 Januari 1938 is ingesteld een staatscommissie, aan welke is opgedragen te onderzoeken: 1. of het wenschelijk is de bestaande be palingen betreffende den vaccinatieplicht, waarvan de werking is opgeschort, hetzij ter stond, hetzij geleidelijk, weder in werking te doen treden en zoo deze vraag ontkennend wordt beantwoord 2. of het wenschelijk is deze bepalingen te doen vervallen, zonder dat tot eenige nieuwe regeling van vaccinatie wordt overgegaan, dan wel 3. of het wenschelijk is ten aanzien van de vaccinatie een nieuwe regeling te treffen, en zoo ja, hoe zij behoort te luiden. Benoemd zijn: tot lid, tevens voorzitter van deze staatscom missie prof. mr. C. P. M. Romme, minister van Sociale zaken; tot leden: prof. mr. P. J. M. Aalberse, minister van staat, lid van den Raad van State, te 's Gra- venhage; dr. C. van den Berg, directeur-gene raal van de volksgezondheid, te 's Gravenhage; prof. mr. dr. G. van den Bergh, hoogleeraar aan de gemeentelijke universiteit van Amsterdam, te Amsterdam; dr. F. S. van Bouwdijk Bastiaanse, zenuwarts te 's Gravenhage; J. P. Bijl, arts, di recteur van het Instituut voor preventieve ge neeskunde, te Leiden; prof. mr. I. B. Cohen, lid van Gedeputeerde Staten van Groningen, te Groningen; R. N. M. Eijkel, geneeskundig en pharmaceutisch hoofdinspecteur van de volks gezondheid, te 's Gravenhage; prof. mr. P. S. Gerbrandy, hoogleeraar aan de vrije universiteit, te Amsterdam; prof. dr. Th. L. Haitjema, hoog leeraar aan de rijksuniversiteit, te Groningen; dr. J. Hekman, geneesheer-directeur van het ge meente-ziekenhuis aan den Bergweg, te Rotter dam; L. Heijermans, arts, oud-directeur van den gemeentelijken geneeskundigen en gezondheids dienst van Amsterdam, te Amsterdam; dr. N. M. Josephus Jitta, voorzitter van den gezondheids raad, te 's Gravenhage; dr. L. C. Kersbergen, voorzitter van de Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der geneeskunst, te Haarlem; mr. J. Kruseman, oud-president van het ge rechtshof te Amsterdam; dr. B. P. B. Planten- ga, kinderarts, te 's Gravenhage; S. W Praag, Goudbruine jus, die ons vanuit haar kom al aanlokt met haar heerlijk- zachte, aromatische geur... zo'n jus kunt U óók maken, zonder er vlees voor te braden. Zo'n jus maakt U van MAGGIS JustablettenDie zijn er énig voor, om op gemakkelij ke en voordelige wijze een jus te maken, welke zelfgemackte vleesjus volkomen evenaart. Let op de geel rode etiketten en de fabrieksmer ken: de naam MAGGI en de Kruïsster generaal-majcor, inspecteur van den geneeskun digen dienst der landmacht, te 's Gravenhage; dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven, arts en ad vocaat, te Utrecht. Tot secretarissen: mr. J. van Andel Gzn., com mies-griffier van de Eerste Kamer der Staten- Generaal te 's Gravenhage; dr. H. F. Minkema, referendaris-titulair bij den gezondheidsraad, te 's Gravenhage. Het gaat met de spoorwegelectrificatie naar wensch. Geleidelijk worden nieuwe baanvakken onder stroom gebracht, zooals voor eenige da gen 't baanvak BokstelDen Bosch. Dit is na tuurlijk alleen ter beproeving der stroominrich- tingen, aangezien, zoolang het station Utrecht nog niet klaar is, proefrijden op dit traject nog niet mogelijk is. Bij station Driebergen is men thans begonnen met het maken der inrichting, noodig geworden voor de kruising van de tram met de spoorlijn. Zijn wij goed ingelicht, dan zou het de bedoeling zijn in de tramlijn een los gedeelte te maken, dat normaal doorgang geeft aan de tram en dat omgezet kan worden voor de treinen, zoodra dit noodig is. De wilde geruchten over den binnenland- schen toestand in Duitschland en over militair verzet tegen de besluiten van 4 Februari, welke gisteren uit Londen, Parijs, Bazel, Brussel en Warschau kwamen, zdjn reeds van bevoegde niet-Duitsche zijde tegen gesproken. Er bestaat zeer zeker ontevreden heid over den gang van zaken, maar de orde is tot dusver niet verstoord. De zuiverings actie in het of ficierencorps Wordt voortgezet. Dit brengt mede, dat de geheime staatspolitie en de thans aan de macht zijnde hoogere leger- autoriteiten in alle garnizoensplaatsen onder zoek houden naar de mentaliteit der officieren, die zoo onvoorzichtig zijn geweest, om in het openbaar of in besloten kring (wat niet minder gevaarlijk is!) critiek uit te oefenen op de be sluiten van 4 Februari. Deze actie verwekte na tuurlijk onrust en het is begrijpelijk, dat er allerlei geruchten konden ontstaan, temeer daar er een zekere vlucht van hooge officieren uit de Rijksweer valt te constateeren, die vrijwil lig het lot op zich nemen van zoovele hunner collega's, die onvrijwillig aan den dijk zijn ge zet. Daarbij komt, dat er niet alleen in militai re, maar ook in industrieele en financieele kringen onrust heerscht over de konsekWenties, die uit de besluiten van 4 Februari kunnen ont staan. Over de volledige gelijkschakeling van leger, diplomatieken dienst en het ministerie van Buitenlandsche Zaken is men zéér bezorgd. In conservatieve kringen is vooral de schok groot geweest, omdat zij, en terecht, de weer macht beschouwden als den eenigen factor van gematigdheid ten opzichte van de binnen- en buitenlandsche politiek en in de toekomst als de eenig mogelijke bron voor vorming van een eventueel nieuwe regeering. Het zou dus niet verwonderlijk zijn, als conservatieve en monar chistische officieren hun meening hadden ge uit, dat het tijdstip was aangebroken, om front te maken. Mochten er plannen van daadwer kelijk verzet zijn gesmeed, wat niet waarschijn lijk is, dan zijn zij door de snelle en radicale maatregelen der regeering reeds onderdrukt, vóór zij gevaarlijk werden. Dat er bij velen vrees bestond, dat de regeering wel eens drastische maatregelen kon nemen, is zeker. Dit schijnt ook het geval geweest te zijn bij den ex-kroon prins, die bevreesd was met velen der afgezette generaals, en het daarom blijkbaar noodig oor deelde in overijlde haast zonder pas! naar het buitenland te vertrekken. Naar het nu heet, om de wintersport te gaan beoefenen. Het schijnt, dat zijn beduchtheid ongegrond is geweest. Intusschen is de partij zeer ontevreden met al die reacties en de radicale elementen der partij hebben, naar gemeld wordt, verschil lende eischen gesteld: de Duitsche groet moet het militaire saluut vervangen, de aalmoezeniers en veldpredikanten moeten uit het leger Worden verwijderd, de nieuwe officieren mogen alleen gerequireerd worden uit de nationaal-socialis- tisehe opleidingsscholen en alle monarchistische officieren moeten uit het leger worden verwij derd. Vooral dit laatste wordt geëischt, want men schijnt van meening te zijn, dat vooral de monarchisten onder invloed van von Fritsch. die, naar het heet, herhaaldelijk contact had met den ex-Keizer te Doorn, gerebelleerd heb ben. (Vandaar dan ook het verband van Kroon prins en wintersport!). Een zekere ongerustheid zal blijven voortduren en er zullen nog vele wilde geruchten tot ons komen. Wellicht brengt de aangekondigde rede van Hitler op 20 Fe bruari a.s. ontspanning. Het is voor de Duit sche dictatuur natuurlijk onaangenaam, dat zij eenigermate in opspraak is gekomen. Zij leek zoo onaantastbaar na 30 Juni 1934. De meening, dat zij thans in gevaar zou kunnen komen, heeft echter niet den minsten grond. De dicta tuur van Hitler is van ander gehalte dan de operette-dictatuur van den Roemeenschen heer Goga was. De kern van de huidige onrust is, zooals uit het bovenstaande blijkt, in het leger te zoeken, ofschoon men de stemming in de industrieele en financieele kringen vooral niet moet onderschatten. Er waren enkele hoofd-officieren, die zich het nationaal-socialisme als een overgangsvorm tusschen de Republiek van Weimar en „het Nieuwe Keizerrijk" voorstelden. Zij waren op gevoed onder het bewind van Wilhelm II. Zij hadden de republiek geduld. Zij hadden ver volgens met veel geestdrift Adolf Hitler als Rijkskanselier binnengehaald, omdat zij ver wachtten, dat Hitier niet alleen de gehate re publiek zou doen verdwijnen, maar eveneens de ketenen van Versailles zou breken. Hitier heeft hen niet teleurgesteld! De laatste resten van de roode republiek zijn verdwenen en Versail les is tot op het koloniale vraagstuk na geli quideerd. Maar thans hoopten zij, dat Hitier den weg voor het „Nieuwe Keizerrijk" zou vrij maken. Er was geen haast bij. Hitier kon Rijks kanselier blijven. De verdiensten van Hitier Waren niet kleiner dan die van Bismarck. Maar het ideaal bleef een krachtig, eensgezind Duitschland, steunend op een sterk leger. Jonge officieren werden daarentegen overtuig de nationaal-socialisten. De eendracht in het of ficierenkorps mocht niet in gevaar worden ge bracht. Dies was het wachtwoord: geen politiek in het leger. Een deel der oudere officieren meende zelfs, dat ook geen nationaal-socialistische politiek in het leger mocht worden geduld. Zoo ontstond vanzelf spanning: aan den eenen kant de officie ren, die nog in den tijd van voor 1914 leefden, aan den anderen kant de overtuigde nationaal- socialisten in 't officierenkorps. Generaal ven Fritsch wilde de armee onafhankelijk houden van de partij. Hij meende sterk genoeg te zijn om zijn voorloopige doeleinden te bereiken. Maar hij onderschatte zijn kracht. Deze voor loopige oogmerken waren: het politieke gezag van het leger in den staat te versterken en den strop dien Goering den industriemagnaten om den hals had gelegd, wat losser te maken. Hitier heeft het gevaar, dat daarin voor hem en de partij lag, goed ingezien en daarom snel ingegrepen. Men voelt een zekere analogie schreef dezer dagen kolonel Immanuel Moravec van de Hoogere Krijgsschool te Praag met Rusland, waar een half jaar geleden Stalin de generaals ter dood liet brengen, toen zij trachtten het leger politiek te emancipeeren. De veranderingen welke thans bij de leiding van de Duitsche weermacht zijn ingetreden, vormen de laatste fase van de nationalistische revolutie, waarin het laatste bastion van de Duitsche conservatieven ten val is gebracht. Deze concentratie van strategische macht in de handen van den kanselier is niet gepaard gegaan met eenige radicale wijzigingen in ds leiding van de gewapende macht. Aan het hoofd van het leger is in plaats van von Fritsch geen exponent van de partij, geen politieke ge neraal, maar een beproefde vakman benoemd: Brauchitsch, een oude aristocraat, die als bevel hebber zooals men dat noemt oostelijk is ge oriënteerd. Er is dus wel degelijk van een soort compromis sprake tusschen Hitier en Rijks- weer, wat niet wegneemt, dat de eigenlijke volle macht in de hand van Hitler is gekomen. Eén feit is trouwens veelal over het hoofd gezien Krachtens de wet van 1933 bekleedde von Blom berg een bijzondere positie in het Duitsche leger. Hij was opperbevelhebber der geheele weermacht op het vaste land, ter zee en in de lucht. Doch in de praktijk beschikte hij alleen over leger en vloot. Het luchtwapen was, evenals zijn chef Goering, nat.-socialistisch. Dit machtigste wa pen, dat vooral van zooveel belang is bij het onderdrukken van grootere onlusten in het binnenland, gaf Hitier niet uit handen. Ware het dus von Fritsch gelukt von Blomberg in al zijn functies op te volgen, dan was zijn po sitie, ook als hij had willen optreden tegen het régime, zeer zwak geweest. Dit is een fe:t. van groote beteekenis. Hitier stond ten allen tijde sterk tegenover de generaals. En thans nog véél sterker. Zoodra de hoogere officieren dit goed hebben ingezien, zal de oogst aan wil de geruchten gering worden, temeer daar na het échec der militairen ook de industrieele en financieele kringen voorloopig wel gedwon gen zullen zijn, „mausestill" te worden. Het zgn. initiatief-Patijn om de Oslo- staten te polsen over een eventueele erkenning de facto van Italië's heer schappij over Abessinië heeft heel wat pen nen en tongen in beweging gebracht. Al be grijpen wij zeer goed de motieven welke min. Patijn tot het nemen van dit initiatief heb ben gebracht, toch hadden wij liever gezien, dat dit initiatief niet van Nederland met zijn grooten en verdienden naam op het gebied van internationaal recht ware uitgegaan. Men mag dat een gevoelsoverweging noe men, maar wij zijn nog niet zóózeer door de internationale krachtpatserij, die macht bo ven recht en geweld boven overleg stelt, overbluft, dat wij ons voor alle gevoel scha men. Maar al hadden wij liever gezien, dat niet Nederland t initiatief in dezen had genomen, dit neemt niet weg, dat wij een open oog hebben voor het nationale belang van een zoo officieel en volledig mogelijke diploma tieke vertegenwoordiging in Italië en voor de niet meer ongedaan te maken werkelijk heid, welke bepaalde eischen stelt aan nuch- teren en zakelijken werkelijkheidszin. Uit de rede van min. Patijn, waarin hq zijn standpunt in deze aangelegenheid verdedig de, alsmede uit het telegram, dat H. M. de Koningin aan den Negus deed toezenden, is duidelijk gebleken, dat Nederland er niet aan denkt de verovering van Abessinië door Ita lië als recht te aanvaarden, maar te erken nen als een niet meer te loochenen feit, waaruit bepaalde, uitsluitend practische con sequenties voortvloeien. Het wil zich dus schikken in het zeker op den duur onver mijdelijke, zonder dit onvermijdelijke als iets, wat rechtmatig tot stand gekomen is, te erkennen. Wanneer ge in een auto richting vast op een rechten weg rijdt en er komt plotseling een niet meer ter zijde te schuiven rotsblok voor uw wagen neerstorten, dan kunt ge twee dingen doen, ofwel voor het rotsblok blijven zitten mopperen en schelden op de natuurkracht, die U den weg heeft versperd, ofwel trachten een omwegje te maken om verder te kunnen komen. Min. Patijn wil het omwegje beproeven en dat wel op een moment, waarop nog niet alle andere wagens, die achter hem zich op den weg bevinden, zijn voorbij gereden. Terecht wordt in het tijdschrift „Stu diën" der E.E.P.P. Jezuïeten opge merkt, dat men het onderscheid tus schen een erkenning de facto (in feite) en de jure (in rechte) niet met een eenvoudig handgebaar op zij mag schuiven. Ofschoon het practisch weinig verschil maakt of men iets in feite dan wel in rechte erkent, is het handhaven van de juiste theorie wel iets Waard. Het zou er b.v. voor de houding van de Katholieke Kerk in de moderne wereld raar uitzien, als Zij met haar levenswijsheid niet vasthield aan haar beginselen, die in de practijk dikwijls niet toegepast kunnen wor den. Vandaar dat Zij onderscheid blijft ma ken tusschen de stelling en veronderstelling. En zoo is 't ook gelegen met het onderscheid tusschen „de jure" en „de facto". „Trou wens", aldus „Studiën" „het is wel verwon derlijk, dat er in ons land zooveel oppositie is losgekomen tegen de erkenning van de macht van Italië over Abessinië, ofschoon hetzelfde Nederland de eerste mogendheid was, die de macht van Italië in den verover den Kerkdijken Staat in 1871 heeft erkend, met alleen de Katholieken tegen. Of zouden toenmaals en ook nu andere overwegingen haar invloed doen gelden op de vaststelling eener zoogenaamde objectieve houding?" Inderdaad doen nu andere overwegingen haar invloed gelden, zooals duidelijk blijkt uit het massaprotest tegen Patijn uit de Jordaan, dat het communistische Volksdag blad publiceert. Dit protest luidt als volgt: „Ruim elfhonderd Jordaanbewoners i' Amsterdam protesteeren met klem tegen de stappen door de regeering gedaan inzake de erkenning van Italië als keizerrijk met ver krachting der rechten van het Abessinische volk en zien hierin een groot gevaar, in verband met de oorlogsdreiging der fascis tische staten. Een dergelijk optreden brengt den vrede in gevaar en is in strijd met den democrati- schen vredeswil van het Nederlandsche volk. De bevolking varf de Jordaan wenscht van de regeering, dat zij stappen zal doen, die er toe kunnen bijdragen, dat de vrede in de wereld wordt hersteld door versterking van den Volkenbond en een engere samen werking der democratische staten als weer stand tegen de fascistische oorlogsdrijving." Na dit protest zit Min. Patijn wel erg in het nauw. Elfhonderd Jordaners, die door kneed zijn in de diplomatie en alle vraag stukken van de internationale politiek in hun zak hebben. Elfhonderd Jordaners, die, ondanks zijn internationalen Tribune-geest, zoo chauvinistisch zijn, dat zij oorlog en vrede en het voortbestaan van den Volken bond van Nederlands houding afhankelijk achten. Elfhonderd Jordaners, het is geen klei nigheid. Waarom heeft Colijn zoo lang naar 'een minister van Buitenlandsche Zaken moe ten zoeken als ze in de Jordaan voor het oprapen waren? Ter gelegenheid van het honderdjarig be staan der spoorwegen in Nederland in 1939, zal een film over het bedrijf worden vervaardigd. Deze film zal worden gemaakt door den heer Max de Haas, directeur der V. F. A. te Am sterdam. De directie der N. S. heeft het per soneel opgedragen den heer De Haas, bij het vervaardigen van deze film, steun en mede werking te verleenen. tod liefhebben is geen kwestie j van woorden, maar van daden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 9