Winterflora 1938 geopend
MAGGI Jus
De wilde geruchten rondom
Duitschland
Vaccinatieplicht
PATIJN IN HET NAUW
VELE NIEUWE SOORTEN
BLOEMBOLLEN
TOT JUISTE PROPORTIE
TERUGGEBRACHT
VRIJDAG 11 FEBRUARI 1938
Minister Steenberghe heeft ge
wezen op de nuttige taak der
kweekers in ons econo
misch leven
De moeiiykste tijd
achter den rug?
Kwaliteitsproducten geëischt
NA DE GEBOORTE VAN
PRINSES BEATRIX
„Baby's Boek" aangeboden aan
Prinses Juliana
Feest op de Sibajak
DE HERTOG HENDRIK
Te Gibraltar aangekomen
Over de stichting van een gebouw
Vlugger met „Mijnhardtjes"
Goudclausule-proces
Cassatieberoep door den Hoogen
Raad verworpen
HET RIJWIELACHTERLICHT
Deugdelijke keuringsvoorschriften
noodig
Staatscommissie ingesteld, welke
onder leiding van minister
Romme een onderzoek
zal instellen
Jus, fijne jus...
DE ELECTRIFICATIE VAN HET
SPOORWEGNET
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Het régime in opspraak,
maar stabiel
Verfilming van het spoorweg
bedrijf
Vanmorgen te elf uur is in de restauratiezaal
Van het Krelagehuis te Haarlem de bolbloem-
ten toonstelling „Winterflora 1938", uitgaande
van de Algemeene Vereeniging voor Bloem
bollencultuur, officieel door den minister van
Economische Zaken, mr. M. P. L. Steenberghe,
Seopend.
De voorzitter der vereeniging, dr. A. J. Ver
bagen, riep in zijn openingswoord een speciaal
Woord van welkom toe aan den minister, die
Vergezeld was van zijn echtgenoote, burgemees
ter en wethouders van Haarlem, de burgemees
ters van Heemstede en Noordwijk, voorzitter en
secretaris der Kamer van Koophandel, den heer
J. C. Mensing uit Aalsmeer, die de Ned. Siercen-
trale vertegenwoordigde, de familie Krelage, de
beer van Gienck, directeur van Haarlems Bloei,
en andere autoriteiten die aan den oproep om
luister aan deze opening bij te zetten, gehoor
hadden gegeven. De deelnemers en de jury deel
den natuurlijk in dit hartelijk woord. Spr. dankte
H. m. de Koningin en de leden van het Konink
lijk Huis, den Commissaris der Koningin in
l^ocrdholland en anderen voor de beschikbaar
gestelde medailles en sprak in dit verband de
boop uit dat wij nog lang zullen mogen deelen
in het oudergeluk en in de oudervreugde van het
Prinselijk echtpaar.
In aller herinnering ligt nog de drie jaar
Keieden door onze vereeniging georganiseerde
Plora, de laatste tentoonstelling, die onder het
Presidium van den heer Krelage is gehouden,
voor wien het een vreemde gewaarwording most
2iin hier als een ons hartelijk welkom genoo-
öigde aanwezig te zijn. De naam van deze ten
toonstelling, Winterflora, duidt er reeds op, dat
zij een geheel ander karakter heeft dan Flora
Van 1935. Het is niet zoo maar een kleinere
tentoonstelling als intermezzo tusschen twee
Kroote. Op de groote tentoonstellingen onzer
Vereeniging worden de producten van het
bloembollenbedrijf in hun waarde voor tuin- en
Parkbeplanting getoond, terwijl in de daaraan
Verbonden binnententoonstellingen de groote
beteekenis der bolbloemen voor de bloemschik
kunst wordt gedemonstreerd.
Deze tentoonstelling, die eigenlijk eer. voort
zetting is van de in 1931 gehouden bolbloemen-
tentoonstelling in dit zelfde gebouw, wil laten
Zien hoezeer het de laatste jaren sterk ver
rijkte sortiment bolbloemen voldoet aan de
allerbelangrijkste taak, waarmede de bloem-
bollenhandel ook in de eerste plaats rekening
beeft te houden.
Daarnaast heeft deze tentoonstelling nog een
andere beteekenis, die ook zeer groot is en die
reeds blijkt uit de belangstelling, die zij van
den aanvang af onder onze vakgenooten heeft
Behad. Wil het Nederlandsche bloembollenbe-
örijf Zijn positie behouden en versterken, dan
Zal het noodzakelijk zijn dat steeds het beste
van het beste voortgebracht wordt. Dit houdt
bi, dat de kweekers niet kunnen volstaan met
de variëteiten, die ze in cultuur hebben, steeds
Weer voort te telen, maar dat zij er geregeld op
bit moeten zijn om hun sortiment, hun kraam
te vernieuwen en te verbeteren.
Dr. Verhagen gaf vervolgens het woord aan
hiinister Steenberghe. Deze schoone verzameling
bloemen is voor den minister een bewijs, dat
de Nederlandsche bloembollenkweeker in de
Moeilijke crisisjaren zijn energie niet heeft ver
eren. Bedriegen dé voorteekenen niet en komen
Keen onvoorziene feiten de gunstige ontwikke-
btig der omstandigheden verstoren, dan hebt
Ke, aldus de minister, den moeilijksten tijd
achter den rug. Wat mij nu met betrekking
biertoe het meeste verheugt, is het feit, dat
de kwaliteit van het product niet alleen op
heil ig gehouden, maar dat de kweekers zich
zweeds meer inspannen en maatregelen bera
den deze nog verder op te voeren.
Wetenschappelijke werkers zijn bij voort
during bezig om de gezondheid van het product
te verbeteren, terwijl bekwame kweekers zich
toeleggen op het winnen van nieuwe variëtei
ten, die in kleur en vorm de oude trachten te
°vertreffen. Een van de groote voordeelen,
Welke het tuinbouwbedrijf biedt, is immers de
Vele mogelijkheden, die het omvat.
Het hedendaagsche publiek weet de variaties
te waardeeren, mits rekening wordt gehouden
Jdet de eischen, welke het stelt. Daarom zijn
tentoonstellingen als deze nuttig tot het ver-
brijgen van een inzicht in hoeverre de kweek-
bunst er in is geslaagd het bestaande te evena-
cn of te overtreffen.
Het stemt tot groote voldoening, dat tal van
nieuwigheden, welke hier worden tentoonge-
steld, door onze eigen kweekers zijn gewonnen
®h niet meer uit het buitenland behoeven te
Worden ingevoerd.
Den laatsten tijd wordt zoo dikwijls naar
W>ren gebracht, dat Nederland op de wereld
markt moet trachten te zijn de leverancier van
kwaliteitsproduct.
Vooral onder de tegenwoordige omstandig-
beden is deze stelling juist en geldt in hooge
mate voor den tuinbouw. Overal om ons heen
men bezig zich op de teelt van tuinbouw
producten toe te leggen, teneinde zelf te kun-
ben kweeken, wat tot nu toe werd ingevoerd.
beste wijze om aan dit streven het hoofd te
'eden is zorg te dragen, dat onze producten
h kwaliteit aan de spits staan en, door een
conomische inrichting van de bedrijven te
bevorderen, dat toch in prijs kan worden ge-
c°ncurreerd.
Ondanks den vooruitgang en het toenemend
'revende resultaten van het wetenschappelijk
Ucierzoek te benutten als grondslag voor nieu
we-teeltmethoden, zijn er nog tal van mogelijk-
cden, waardoor de kwaliteit verder kan ver
eteren en het publiek een nog rijkere variatie
an worden geboden.
He» houden van tentoonstellingen als deze
°et dan ook worden toegejuicht, omdat het
"s niet slechts een inzicht biedt van hetgeen
j erd bereikt, doch ook omdat het aanleiding
h °Pn'euw wordt belicht welke mogelijk-
nl1en er nog voor de toekomst zijn en in welke
Chting verder moet worden gewerkt.
De bloembollenteelt is van groote betee
kenis voor ons land. De teelt vraagt van
ondernemer en arbeidskrachten veel arbeid
en toewijding en heeft van oudsher den
kleinen zelfstandigen de mogelijkheid ge
boden tot meer welvaart te geraken.
In de goede jaren werd voor groote be
dragen aan bloembollen naar het buiten
land gezonden, in 1930 voor niet minder
dan 46,4 millioen gulden, welk bedrag in
1932 daalde tot 19,2 millioen gulden, terwijl
het cijfer in het afgeloopen jaar weer is
gestegen tot ruim 28 millioen gulden.
Dit bedrag vormt 2.44 pCt. van de waarde
van onzen totalen export en 45 pCt. van die
van den export van tuinbouwproducten. Het
draagt derhalve niet onbelangrijk bij tot onze
welvaart, temeer omdat geen invoer van dure
hulpmiddelen voor de teelt noodig is, doch het
hier een product betreft van bodem en arbeid.
Maar niet alleen, dat gij als bloembollen
kweekers een nuttige rol vervult in ons econo
misch leven, maar gij hebt ook een schoone
taak, omdat bloemen het leven van den mensch
veraangenamen en velen met de door u ge
kweekte bloemen de omgeving, waarin zij moe
ten leven en werken, opvroolijken.
Ik wil dan ook besluiten met den wensch,
dat u de kracht zult vinden op den ingeslagen
weg voort te gaan en dat deze tentoonstelling
er toe zal bijdragen, dat ook in de toekomst de
Nederlandsche bloembollenteelt zich tegenover
het buitenland zal weten te handhaven."
De genoodigden bezichtigden daarna de fraaie
expositie, die des middags te twee uur voor het
publiek werd opengesteld en reeds aanstonds
een groote belangstelling trok. Men kan „Win
terflora" bezoeken van 11 tot en met 18 Febr.
Heden tot 10 uur, Zaterdag van 10 tot 10 uur,
Zondag van 12 tot 10 uur en tot de sluiting
eiken dag van 10 tot 10 uur.
De uitgevers van het bekende Baby's. Boek
hebben een speciaal exemplaar van dit werk
aan Prinses Juliana aangeboden. Het boek is
verlucht met gekleurde platen en in goud ge
drukte bladversieringen van de kunstenares
Rie Cramer, terwijl het werd gebonden in een
bijzonderen, echt lederen band. Het doel dezer
uitgave is om hierin alle gebeurtenissen, foto's,
etc., die betrekking hebben op de eerste le
vensjaren van de jonggeborene, vast te leggen.
BATAVIA, 11 Februari. (Aneta). Het be
richt van de geboorte van Prinses Beatrix is
aan boord van de „Sibajak" in volle zee ont
vangen, n.l. twee dagen voor men Colombo aan
deed. De gezagvoerder maakte het nieuws door
loudspeakers bekend. Er is drie dagen lang
feest gevierd.
Hr. Ms. Hertog Hendrik onder bevel van
den kapitein luitenant ter zee H. J. Bueninck
is heden te Gibraltar aangekomen.
Hr. Ms. Jan van Brakel, onder bevel van
den luitenant ter zee le klasse, jhr. N. J. C.
Versluys is Donderdag vertrokken van Port of
Spain (Trinidad) met bestemming Curacao.
Het Eerste Kamerlid, de heer Kolff, heeft den
minister van Sociale Zaken vragen gesteld
over het feit, dat te Zaltbommel geen gebouw
voor sociaal-economische coöperatie gesticht
kan worden.
Een zeldzame narcis, de „Scarlet Perfection", en een kostbare Amaryllis op de bloemententoonstelling „Winterflora"
Krelagehuis te Haarlem, georganiseerd door de Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur
in het
Ja dit is zeker, dat zij een gevatte koude en
allerlei pijnen niet alleen vlugger, maar ook
veel grondiger en meer blijvend genezen en ver
drijven. Mijnhardtjes zijn geen ronde, maar
hartvormige cachets en zijn verkrijgbaar bij
Apothekers en Drogisten. Koker 12 st. 50 ct.
Proefverpakking 2 st. 10 ct.
De Hooge Raad heeft heden bij vervroeging
arrest gewezen in de procedure van de Veree
niging voor den Effectenhandel tegen de ge
meente Rotterdam, waarin voornoemde Veree
niging uitbetaling op goudbasis geëischt heeft
van coupons, behoorende tot obligaties, deel
uitmakende van de 6 pet. dollarleening 1924 der
gemeente Rotterdam, met goudclausule.
De rechtbank te Rotterdam heeft de eische-
res in haar vordering niet ontvankelijk ver
klaard, welk vonnis werd bekrachtigd door het
Haagsche Gerechtshof, waarop de Vereeniging
voor den Effectenhandel in cassatie is geko
men.
Overeenkomstig de conclusie van den procu
reur-generaal, mr. Besier, heeft de Hooge Raad
het cassatieberoep verworpen.
Sedert de invoering van het rijwiel-achterlicht
met ingang van 1 Januari is gebleken, dat dui
zenden wielrijders, niettegenstaande hun ach
terlicht voorzien was van het vastgestelde rijks-
merk, moeilijkheden ondervonden tengevolge van
constructiefouten.
Het bestuur van den A.N.WH, heeft in ver
band met deze aangelegenheid tot den Minister
van Waterstaat een verzoek gericht om te willen
bevorderen, dat de thans geldende keurings-
eischen voor achterlichten zoo spoedig mogelijk
worden vervangen door andere, welke op af
doende wijze met de practijk rekening houden.
Daarbij verzocht het bestuur van den A.N.W.B.
den Minister met zijn ambtgenooot van Justitie
overleg te willen plegen om zoo mogelijk wiel
rijders, tegen wie proces-verbaal is opgemaakt
wegens het jfjden met een niet-brandend achter
licht maar welk achterlicht overigens wel voor
zien was van het rijksmerk, voorloopig niet te
vervolgen.
Bij Koninklijk Besluit van 26 Januari 1938
is ingesteld een staatscommissie, aan welke
is opgedragen te onderzoeken:
1. of het wenschelijk is de bestaande be
palingen betreffende den vaccinatieplicht,
waarvan de werking is opgeschort, hetzij ter
stond, hetzij geleidelijk, weder in werking te
doen treden en zoo deze vraag ontkennend
wordt beantwoord
2. of het wenschelijk is deze bepalingen te
doen vervallen, zonder dat tot eenige nieuwe
regeling van vaccinatie wordt overgegaan,
dan wel
3. of het wenschelijk is ten aanzien van de
vaccinatie een nieuwe regeling te treffen, en
zoo ja, hoe zij behoort te luiden.
Benoemd zijn:
tot lid, tevens voorzitter van deze staatscom
missie prof. mr. C. P. M. Romme, minister van
Sociale zaken;
tot leden: prof. mr. P. J. M. Aalberse, minister
van staat, lid van den Raad van State, te 's Gra-
venhage; dr. C. van den Berg, directeur-gene
raal van de volksgezondheid, te 's Gravenhage;
prof. mr. dr. G. van den Bergh, hoogleeraar aan
de gemeentelijke universiteit van Amsterdam, te
Amsterdam; dr. F. S. van Bouwdijk Bastiaanse,
zenuwarts te 's Gravenhage; J. P. Bijl, arts, di
recteur van het Instituut voor preventieve ge
neeskunde, te Leiden; prof. mr. I. B. Cohen, lid
van Gedeputeerde Staten van Groningen, te
Groningen; R. N. M. Eijkel, geneeskundig en
pharmaceutisch hoofdinspecteur van de volks
gezondheid, te 's Gravenhage; prof. mr. P. S.
Gerbrandy, hoogleeraar aan de vrije universiteit,
te Amsterdam; prof. dr. Th. L. Haitjema, hoog
leeraar aan de rijksuniversiteit, te Groningen;
dr. J. Hekman, geneesheer-directeur van het ge
meente-ziekenhuis aan den Bergweg, te Rotter
dam; L. Heijermans, arts, oud-directeur van den
gemeentelijken geneeskundigen en gezondheids
dienst van Amsterdam, te Amsterdam; dr. N. M.
Josephus Jitta, voorzitter van den gezondheids
raad, te 's Gravenhage; dr. L. C. Kersbergen,
voorzitter van de Nederlandsche Maatschappij
tot bevordering der geneeskunst, te Haarlem;
mr. J. Kruseman, oud-president van het ge
rechtshof te Amsterdam; dr. B. P. B. Planten-
ga, kinderarts, te 's Gravenhage; S. W Praag,
Goudbruine jus, die ons vanuit haar
kom al aanlokt met haar heerlijk-
zachte, aromatische geur... zo'n
jus kunt U óók maken, zonder er
vlees voor te braden. Zo'n jus maakt
U van MAGGIS JustablettenDie
zijn er énig voor, om op gemakkelij
ke en voordelige wijze een jus te
maken, welke zelfgemackte vleesjus
volkomen evenaart. Let op de geel
rode etiketten en de fabrieksmer
ken: de naam MAGGI en de
Kruïsster
generaal-majcor, inspecteur van den geneeskun
digen dienst der landmacht, te 's Gravenhage;
dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven, arts en ad
vocaat, te Utrecht.
Tot secretarissen: mr. J. van Andel Gzn., com
mies-griffier van de Eerste Kamer der Staten-
Generaal te 's Gravenhage; dr. H. F. Minkema,
referendaris-titulair bij den gezondheidsraad,
te 's Gravenhage.
Het gaat met de spoorwegelectrificatie naar
wensch. Geleidelijk worden nieuwe baanvakken
onder stroom gebracht, zooals voor eenige da
gen 't baanvak BokstelDen Bosch. Dit is na
tuurlijk alleen ter beproeving der stroominrich-
tingen, aangezien, zoolang het station Utrecht
nog niet klaar is, proefrijden op dit traject nog
niet mogelijk is. Bij station Driebergen is men
thans begonnen met het maken der inrichting,
noodig geworden voor de kruising van de tram
met de spoorlijn. Zijn wij goed ingelicht, dan
zou het de bedoeling zijn in de tramlijn een los
gedeelte te maken, dat normaal doorgang geeft
aan de tram en dat omgezet kan worden voor
de treinen, zoodra dit noodig is.
De wilde geruchten over den binnenland-
schen toestand in Duitschland en over
militair verzet tegen de besluiten van
4 Februari, welke gisteren uit Londen, Parijs,
Bazel, Brussel en Warschau kwamen, zdjn
reeds van bevoegde niet-Duitsche zijde tegen
gesproken. Er bestaat zeer zeker ontevreden
heid over den gang van zaken, maar de orde
is tot dusver niet verstoord. De zuiverings
actie in het of ficierencorps Wordt voortgezet. Dit
brengt mede, dat de geheime staatspolitie en
de thans aan de macht zijnde hoogere leger-
autoriteiten in alle garnizoensplaatsen onder
zoek houden naar de mentaliteit der officieren,
die zoo onvoorzichtig zijn geweest, om in het
openbaar of in besloten kring (wat niet minder
gevaarlijk is!) critiek uit te oefenen op de be
sluiten van 4 Februari. Deze actie verwekte na
tuurlijk onrust en het is begrijpelijk, dat er
allerlei geruchten konden ontstaan, temeer daar
er een zekere vlucht van hooge officieren uit
de Rijksweer valt te constateeren, die vrijwil
lig het lot op zich nemen van zoovele hunner
collega's, die onvrijwillig aan den dijk zijn ge
zet. Daarbij komt, dat er niet alleen in militai
re, maar ook in industrieele en financieele
kringen onrust heerscht over de konsekWenties,
die uit de besluiten van 4 Februari kunnen ont
staan. Over de volledige gelijkschakeling van
leger, diplomatieken dienst en het ministerie
van Buitenlandsche Zaken is men zéér bezorgd.
In conservatieve kringen is vooral de schok
groot geweest, omdat zij, en terecht, de weer
macht beschouwden als den eenigen factor van
gematigdheid ten opzichte van de binnen- en
buitenlandsche politiek en in de toekomst als
de eenig mogelijke bron voor vorming van een
eventueel nieuwe regeering. Het zou dus niet
verwonderlijk zijn, als conservatieve en monar
chistische officieren hun meening hadden ge
uit, dat het tijdstip was aangebroken, om front
te maken. Mochten er plannen van daadwer
kelijk verzet zijn gesmeed, wat niet waarschijn
lijk is, dan zijn zij door de snelle en radicale
maatregelen der regeering reeds onderdrukt,
vóór zij gevaarlijk werden. Dat er bij velen vrees
bestond, dat de regeering wel eens drastische
maatregelen kon nemen, is zeker. Dit schijnt
ook het geval geweest te zijn bij den ex-kroon
prins, die bevreesd was met velen der afgezette
generaals, en het daarom blijkbaar noodig oor
deelde in overijlde haast zonder pas!
naar het buitenland te vertrekken. Naar het
nu heet, om de wintersport te gaan beoefenen.
Het schijnt, dat zijn beduchtheid ongegrond is
geweest. Intusschen is de partij zeer ontevreden
met al die reacties en de radicale elementen
der partij hebben, naar gemeld wordt, verschil
lende eischen gesteld: de Duitsche groet moet het
militaire saluut vervangen, de aalmoezeniers en
veldpredikanten moeten uit het leger Worden
verwijderd, de nieuwe officieren mogen alleen
gerequireerd worden uit de nationaal-socialis-
tisehe opleidingsscholen en alle monarchistische
officieren moeten uit het leger worden verwij
derd. Vooral dit laatste wordt geëischt, want
men schijnt van meening te zijn, dat vooral de
monarchisten onder invloed van von Fritsch.
die, naar het heet, herhaaldelijk contact had
met den ex-Keizer te Doorn, gerebelleerd heb
ben. (Vandaar dan ook het verband van Kroon
prins en wintersport!). Een zekere ongerustheid
zal blijven voortduren en er zullen nog vele
wilde geruchten tot ons komen. Wellicht brengt
de aangekondigde rede van Hitler op 20 Fe
bruari a.s. ontspanning. Het is voor de Duit
sche dictatuur natuurlijk onaangenaam, dat
zij eenigermate in opspraak is gekomen. Zij leek
zoo onaantastbaar na 30 Juni 1934. De meening,
dat zij thans in gevaar zou kunnen komen,
heeft echter niet den minsten grond. De dicta
tuur van Hitler is van ander gehalte dan de
operette-dictatuur van den Roemeenschen heer
Goga was.
De kern van de huidige onrust is, zooals
uit het bovenstaande blijkt, in het leger
te zoeken, ofschoon men de stemming
in de industrieele en financieele kringen vooral
niet moet onderschatten.
Er waren enkele hoofd-officieren, die zich
het nationaal-socialisme als een overgangsvorm
tusschen de Republiek van Weimar en „het
Nieuwe Keizerrijk" voorstelden. Zij waren op
gevoed onder het bewind van Wilhelm II. Zij
hadden de republiek geduld. Zij hadden ver
volgens met veel geestdrift Adolf Hitler als
Rijkskanselier binnengehaald, omdat zij ver
wachtten, dat Hitier niet alleen de gehate re
publiek zou doen verdwijnen, maar eveneens de
ketenen van Versailles zou breken. Hitier heeft
hen niet teleurgesteld! De laatste resten van
de roode republiek zijn verdwenen en Versail
les is tot op het koloniale vraagstuk na geli
quideerd. Maar thans hoopten zij, dat Hitier
den weg voor het „Nieuwe Keizerrijk" zou vrij
maken. Er was geen haast bij. Hitier kon Rijks
kanselier blijven. De verdiensten van Hitier
Waren niet kleiner dan die van Bismarck. Maar
het ideaal bleef een krachtig, eensgezind
Duitschland, steunend op een sterk leger.
Jonge officieren werden daarentegen overtuig
de nationaal-socialisten. De eendracht in het of
ficierenkorps mocht niet in gevaar worden ge
bracht. Dies was het wachtwoord: geen politiek
in het leger.
Een deel der oudere officieren meende zelfs,
dat ook geen nationaal-socialistische politiek in
het leger mocht worden geduld. Zoo ontstond
vanzelf spanning: aan den eenen kant de officie
ren, die nog in den tijd van voor 1914 leefden,
aan den anderen kant de overtuigde nationaal-
socialisten in 't officierenkorps. Generaal ven
Fritsch wilde de armee onafhankelijk houden
van de partij. Hij meende sterk genoeg te zijn
om zijn voorloopige doeleinden te bereiken.
Maar hij onderschatte zijn kracht. Deze voor
loopige oogmerken waren: het politieke gezag
van het leger in den staat te versterken en
den strop dien Goering den industriemagnaten
om den hals had gelegd, wat losser te maken.
Hitier heeft het gevaar, dat daarin voor hem
en de partij lag, goed ingezien en daarom snel
ingegrepen. Men voelt een zekere analogie
schreef dezer dagen kolonel Immanuel Moravec
van de Hoogere Krijgsschool te Praag met
Rusland, waar een half jaar geleden Stalin
de generaals ter dood liet brengen, toen zij
trachtten het leger politiek te emancipeeren.
De veranderingen welke thans bij de leiding
van de Duitsche weermacht zijn ingetreden,
vormen de laatste fase van de nationalistische
revolutie, waarin het laatste bastion van de
Duitsche conservatieven ten val is gebracht.
Deze concentratie van strategische macht in
de handen van den kanselier is niet gepaard
gegaan met eenige radicale wijzigingen in ds
leiding van de gewapende macht. Aan het
hoofd van het leger is in plaats van von Fritsch
geen exponent van de partij, geen politieke ge
neraal, maar een beproefde vakman benoemd:
Brauchitsch, een oude aristocraat, die als bevel
hebber zooals men dat noemt oostelijk is ge
oriënteerd. Er is dus wel degelijk van een soort
compromis sprake tusschen Hitier en Rijks-
weer, wat niet wegneemt, dat de eigenlijke volle
macht in de hand van Hitler is gekomen. Eén
feit is trouwens veelal over het hoofd gezien
Krachtens de wet van 1933 bekleedde von Blom
berg een bijzondere positie in het Duitsche leger.
Hij was opperbevelhebber der geheele weermacht
op het vaste land, ter zee en in de lucht. Doch in
de praktijk beschikte hij alleen over leger en
vloot. Het luchtwapen was, evenals zijn chef
Goering, nat.-socialistisch. Dit machtigste wa
pen, dat vooral van zooveel belang is bij het
onderdrukken van grootere onlusten in het
binnenland, gaf Hitier niet uit handen. Ware
het dus von Fritsch gelukt von Blomberg in
al zijn functies op te volgen, dan was zijn po
sitie, ook als hij had willen optreden tegen
het régime, zeer zwak geweest. Dit is een fe:t.
van groote beteekenis. Hitier stond ten allen
tijde sterk tegenover de generaals. En thans
nog véél sterker. Zoodra de hoogere officieren
dit goed hebben ingezien, zal de oogst aan wil
de geruchten gering worden, temeer daar na
het échec der militairen ook de industrieele
en financieele kringen voorloopig wel gedwon
gen zullen zijn, „mausestill" te worden.
Het zgn. initiatief-Patijn om de Oslo-
staten te polsen over een eventueele
erkenning de facto van Italië's heer
schappij over Abessinië heeft heel wat pen
nen en tongen in beweging gebracht. Al be
grijpen wij zeer goed de motieven welke min.
Patijn tot het nemen van dit initiatief heb
ben gebracht, toch hadden wij liever gezien,
dat dit initiatief niet van Nederland met zijn
grooten en verdienden naam op het gebied
van internationaal recht ware uitgegaan.
Men mag dat een gevoelsoverweging noe
men, maar wij zijn nog niet zóózeer door de
internationale krachtpatserij, die macht bo
ven recht en geweld boven overleg stelt,
overbluft, dat wij ons voor alle gevoel scha
men.
Maar al hadden wij liever gezien, dat niet
Nederland t initiatief in dezen had genomen,
dit neemt niet weg, dat wij een open oog
hebben voor het nationale belang van een
zoo officieel en volledig mogelijke diploma
tieke vertegenwoordiging in Italië en voor
de niet meer ongedaan te maken werkelijk
heid, welke bepaalde eischen stelt aan nuch-
teren en zakelijken werkelijkheidszin.
Uit de rede van min. Patijn, waarin hq zijn
standpunt in deze aangelegenheid verdedig
de, alsmede uit het telegram, dat H. M. de
Koningin aan den Negus deed toezenden, is
duidelijk gebleken, dat Nederland er niet aan
denkt de verovering van Abessinië door Ita
lië als recht te aanvaarden, maar te erken
nen als een niet meer te loochenen feit,
waaruit bepaalde, uitsluitend practische con
sequenties voortvloeien. Het wil zich dus
schikken in het zeker op den duur onver
mijdelijke, zonder dit onvermijdelijke als iets,
wat rechtmatig tot stand gekomen is, te
erkennen. Wanneer ge in een auto richting
vast op een rechten weg rijdt en er komt
plotseling een niet meer ter zijde te schuiven
rotsblok voor uw wagen neerstorten, dan kunt
ge twee dingen doen, ofwel voor het rotsblok
blijven zitten mopperen en schelden op de
natuurkracht, die U den weg heeft versperd,
ofwel trachten een omwegje te maken om
verder te kunnen komen.
Min. Patijn wil het omwegje beproeven en
dat wel op een moment, waarop nog niet
alle andere wagens, die achter hem zich op
den weg bevinden, zijn voorbij gereden.
Terecht wordt in het tijdschrift „Stu
diën" der E.E.P.P. Jezuïeten opge
merkt, dat men het onderscheid tus
schen een erkenning de facto (in feite) en
de jure (in rechte) niet met een eenvoudig
handgebaar op zij mag schuiven. Ofschoon
het practisch weinig verschil maakt of men
iets in feite dan wel in rechte erkent, is het
handhaven van de juiste theorie wel iets
Waard. Het zou er b.v. voor de houding van
de Katholieke Kerk in de moderne wereld
raar uitzien, als Zij met haar levenswijsheid
niet vasthield aan haar beginselen, die in de
practijk dikwijls niet toegepast kunnen wor
den. Vandaar dat Zij onderscheid blijft ma
ken tusschen de stelling en veronderstelling.
En zoo is 't ook gelegen met het onderscheid
tusschen „de jure" en „de facto". „Trou
wens", aldus „Studiën" „het is wel verwon
derlijk, dat er in ons land zooveel oppositie
is losgekomen tegen de erkenning van de
macht van Italië over Abessinië, ofschoon
hetzelfde Nederland de eerste mogendheid
was, die de macht van Italië in den verover
den Kerkdijken Staat in 1871 heeft erkend,
met alleen de Katholieken tegen. Of zouden
toenmaals en ook nu andere overwegingen
haar invloed doen gelden op de vaststelling
eener zoogenaamde objectieve houding?"
Inderdaad doen nu andere overwegingen
haar invloed gelden, zooals duidelijk blijkt
uit het massaprotest tegen Patijn uit de
Jordaan, dat het communistische Volksdag
blad publiceert. Dit protest luidt als volgt:
„Ruim elfhonderd Jordaanbewoners i'
Amsterdam protesteeren met klem tegen de
stappen door de regeering gedaan inzake de
erkenning van Italië als keizerrijk met ver
krachting der rechten van het Abessinische
volk en zien hierin een groot gevaar, in
verband met de oorlogsdreiging der fascis
tische staten.
Een dergelijk optreden brengt den vrede
in gevaar en is in strijd met den democrati-
schen vredeswil van het Nederlandsche volk.
De bevolking varf de Jordaan wenscht van
de regeering, dat zij stappen zal doen, die
er toe kunnen bijdragen, dat de vrede in
de wereld wordt hersteld door versterking
van den Volkenbond en een engere samen
werking der democratische staten als weer
stand tegen de fascistische oorlogsdrijving."
Na dit protest zit Min. Patijn wel erg in
het nauw. Elfhonderd Jordaners, die door
kneed zijn in de diplomatie en alle vraag
stukken van de internationale politiek in
hun zak hebben. Elfhonderd Jordaners, die,
ondanks zijn internationalen Tribune-geest,
zoo chauvinistisch zijn, dat zij oorlog en
vrede en het voortbestaan van den Volken
bond van Nederlands houding afhankelijk
achten.
Elfhonderd Jordaners, het is geen klei
nigheid. Waarom heeft Colijn zoo lang naar
'een minister van Buitenlandsche Zaken moe
ten zoeken als ze in de Jordaan voor het
oprapen waren?
Ter gelegenheid van het honderdjarig be
staan der spoorwegen in Nederland in 1939, zal
een film over het bedrijf worden vervaardigd.
Deze film zal worden gemaakt door den heer
Max de Haas, directeur der V. F. A. te Am
sterdam. De directie der N. S. heeft het per
soneel opgedragen den heer De Haas, bij het
vervaardigen van deze film, steun en mede
werking te verleenen.
tod liefhebben is geen kwestie
j van woorden, maar van daden.