M Waar de filmband rolt j Zoekt gij betrouwbaar Personeel? Plaats dan een „Omroeper" 1 voor 80.000 gezinnen ALIDA TARTAUD OVERLEDEN ^iiuii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinniiiniiiiiiiniiiiiiiiiiiinniiniiiiiiiiiiuiiiniiii!nniiiiiiiiuiiiiuiiii€ HiiiimiiiimiiiiimiiniiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiimiimtiïË ZATERDAG 19 FEBRUARI 1938 Kwestie om een ge bouwtje Waarom de automatiseering van de telefoon te Halfweg niet voortgezet kan worden R. K. Haarlems Gemengd Tooneel „Thalia" Palace-filmac „ALBERDINGK THIJM' Vastenavond-uitvoering ALLIANCE FRANCAISE Wijlen mevr. Alida TartaudKlein (Berichten reeds geplaatst in een deel onzer vorige oplage) Een van onze bekendste tooneel- speelsters heengegaan Vordering f 39.000.- toegewezen Gekapitaliseerd pensioen van kapt' tein van den Kon. Holl. Lloyd VOETBAL AMSTERDAM—BRUSSEL Sterke Belgische ploeg PALACE-BIOSKOOP Uitstel van Executie Scène.vMtdie*iQmsée. Mm^paniEmtz^Baaa. JM-stohnamexecutiei,Cinema Balace FRANS HALS-THEATER Het monument eener groote liefde Benjamin Gigli in Moederlied (Rembrandt Theater) LUXOR-THEATER Saratoga REMBRANDT-THEATER Benjamino Gigli in Moederlied en op het tooneel Joe Petersen - .v'.ii Saratoga met Jean Harlow (Luxor Theater) NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT STAD In Halfweg is een dorpsche kwestie ont staan over een telefoongebouwtje. Op 23 December 1936 werd besloten een perceeltje grond aan de Schoolstraat te Halfweg aan den Staat der Nederlanden te verkoopen voor de stichting van een ge bouwtje ten behoeve van de automatisee ring van het telefoonnet. B. en W. van Halfweg hebben daarbij de uit- noodiging van den Gemeenteraad aanvaard om speciaal te letten op het uiterlijk aanzien van het te stichten gebouwtje. Nog dienzelfden dag is het raadsbesluit aan het Hoofd van den Rijksgebouwendienst te 'sGravenhage toege zonden onder mededeeling van de zooeven ge noemde uitnoodiging. Op 19 Juni 1937 werd de bouwvergunning overeenkomstig het advies der Advies-Commissie der Noordhollandsche Ge meenten voor Bouwontwerpen en Uitbreidings plannen geweigerd uit overweging, dat het uiterlijk van het te stichten gebouw in verband met de omgeving uit een oogpunt van welstand aanstoot geeft. Tegen dit besluit is geen beroep bij den Raad aangeteekend. Wel heeft het Hoofd van de af- deeling Rijksgebouwendienst een onderhoud met den burgemeester gehad en daarbij ver klaard, dat reeds 500 dergelijke gebouwtjes in Nederland zijn gesticht en dat dit het eerste is, waarvoor de bouwvergunning werd geweigerd. HÜ drong er daarbij op aan de gevraagde ver gunning alsnog te verleenen, temeer daar ook uit technisch oogpunt bezwaarlijk aan de eischen der Advies-Commissie kon worden vol daan. Naar aanleiding daarvan hebben B. en W. opnieuw het oordeel der Advies-Commissie ge vraagd, doch deze blijft bij haar afwijzend ad vies, hetgeen voor B. en W. aanleiding geweest is den Rijksgebouwendienst te berichten, dat B. en W. gen termen hebben gevonden op hun beslissing van 19 Juni 1937 terug te komen. Het Hoofd van den Rijksgebouwendienst heeft daarop medegedeeld, dat het advies der Advies-Commissie voor hem geen aan leiding geeft, verandering te brengen in den vorm van het ontworpen gebouwtje en dat, wanneer de bouwvergunning volgens het ingezonden plan niet verleend wordt, de automatiseering van de telefoon te Halfweg zal moeten worden opgeschort. Naar aanleiding daarvan hebben B. en W. de tusschenkomst van den minister van Binnen- landsche Zaken ingeroepen. B. en W. van Halfweg zijn van oordeel, dat de staat ten aanzien van de toepassing der bouwverordening geen uitzonderingspositie in neemt en zijn bouwontwerpen, evenals die van particulieren, aan eischen van welstand behoo- ren te voldoen, temeer nu daar tevoren nog op gewezen is. Nu B. en W. zich aan de uitnoodiging van den gemeenteraad hebben gehouden en men ziet tot welke gevolgen dit dreigt te leiden, stellen B. en W. den Raad in de gelegenheid opnieuw een oordeel over deze zaak te vormen, de onderscheidene belangen af te wegen en B. en W. mede te deelen naar welke zijde naar zijne meening de belangen der gemeente overhellen. Op Maandag 14, Woensdag 16 en Donderdag 17 Februari j.l. gaf „Thalia" weer haar jaar- lijksche, traditioneele Kienavonden in de „Haarlemsche Kegelbond". Evenals andere jaren, bleek er groote animo voor deze avonden te zijn. Er heerschte een opgewekte stemming onder de talrijke aan wezigen, die zich allen hadden getooid met het bekende „Thalia-bloempje". Het optreden van het duo „Meyer en van Meurs" viel bij de aanwezigen zeer in den smaak. „Harry Meyer" oogstte succes met zijn liedjes en „Huib van Meurs" won aller harten met zijn geestige imitaties. Vooral zijn imitatie als „August", de pop van „Barandini", was een buitengewoon succes. Deze creatie was verbluf fend en werd goed volgehouden. (Evenals andere jaren had „Thalia" zich de medewerking verzekerd van „The Musical Lunatics", die het programma uitstekend op luisterden. De xylophoon-solo van den heer Gerritse werd met aandacht beluisterd en met applaus beloond. Er werd door alle aanwezigen druk en ijverig gekiend, daar ieder graag een van de prachtige prijzen wilden bemachtigen. Na afloop van het kienen konden de dans- lustigen hun hart ophalen. Het bal, onder leiding van den heer Schroder, was een waardig slot aan deze gezellige avon den. „Thalia" kan met voldoening aan deze avonden terug denken. Een motor ter grootte van een cent en vlak daarop het aanbrengen van een schroef van 22.000 kilo voor de „Nieuw Amsterdam", dat zijn de contrasten, die in de bonte mengeling van wereldnieuws voor kunnen komen. Flitsen uit de heele wereld zijn het, die men ziet af draaien in Palace-filmac deze week. Het wan delingetje van dr. Colijn door het wit-bekleede Arosa wordt op den voet gevolgd door een ver zameling duiven van een landgenoot, die in den loop der tijden maar liefst 30.000 prijzen wist weg te sleepen. Waar laat de man al die tropheeën. Zijn kinderen zullen wel melk drin ken uit gouden bekers met inscriptie. De lap- landers doen dat anders, zooals blijkt uit een mooi documentatiefilmpje over Noorwegen. Daar is het rendierenmelk in een ordinair blikken trommeltje. Het is gelukkig meer sport dan oorlog, dat zich deze week „voor ons oog ontrolt." Rol schaatsende dames uit Amerika, die niet be paald sportief zijn, hardloopen in Beverwijk en roeiwedstrijden in Canada. Het nieuws zou niet volledig zijn zonder een paar vliegrecords en daar is dan ook rekening mee gehouden. Een grappig gekleurd teekenfilmpje van een jongen zeeleeuw en de geschiedenis van het ontstaan van een schlager zorgen voor de af wisselingen in het steeds wisselende nieuws. De R. K. Rederijkerskamer „Alberdingk Thijm" geeft op Maandag 38 Februari in de nieuwe zaal van Hotel „De Leeuwerik" voor donateurs en introducé's een bonte Vasten avond-uitvoering. Het programma bestaat uit een non-stop-revue van zang, dans, cabaret liedjes, humoristische schetsen en een komische opera, terwijl elk nummer zal worden ingeleid door twee conferenciers in clownesken stijl. Alle dames en hoeren werkende leden zullen aan het programma hun medewerking verleenen. Het muzikale gedeelte wordt verzorgd door een groot stemmings-orkest onder leiding van den heer Jan Nibbering. Na afloop van dezen bon ten avond, uiterlijk elf uu>r, worden de bezoe kers in de gelegenheid gesteld nog enkele uren onder een gezellig dansje bijeen te blijven, met afwisseling van eenige aardige attracties. Per circulaire is den donateurs reeds mede gedeeld, dat zij tegen een kleine vergoeding van deze Vastenavond-uitvoering kunnen gebruik maken. Introducé's betalen het dubbele van deze vergoeding. Op Zaterdag 26 Februari zal er van 34 uur gelegenheid zijn tot plaatsbespreken in de Stu dio, Lange Wijngaardstraat 17. De aandacht wordt er op gevestigd, dat voor deze uitvoering slechts een beperkt aantal plaatsen beschikbaar is, zoodat spoedige aan melding dringend wordt aanbevolen. De adres sen voor kaartverkoop zijn in genoemde cir culaire bekend gemaakt. Nadere inlichtingen kunnen alsnog worden verstrekt door J. Leef- lang, Nagtzaamstraat 36, en G. Nielen, Hasse- laersplein 35, telefoon 16704. Op den avond der uitvoering worden aan de zaal géén kaarten verkocht. Ter handhaving van het strikt besloten karakter dezer uitvoe ring wordt van dezen maatregel onder geen enkele voorwaarde afgeweken. Een opvallend groot aantal leden en introdu cé's van we Alliance Frangaise had de koude getrotseerd en was naar Restaurant Brinkmann gekomen om gehoor te schenken aan den heer Daniel Halevy, die in een boeiende voordracht een beeld gaf van Parijs, zooals het vroeger was, te beginnen met den tijd van Napoleon III en zooals het thans is met al haar genot en met al haar politieke onrust. Een belangrijke oorzaak van de groote op komst was zeker wel deze zooals de heer Sauveur in zijn inleiding opmerkte dat de heer Halevy de schrijver is van het bekende, vlot-geschreven boek l'Abbé Constantin, zoo dat niemand 'n gelegenheid, den auteur in le venden lijve te zien en te hooren spreken, wilde laten voorbijgaan. Spr. had zijn lezing ingedeeld in vier tijd perken. Het eerste, aanvangende in 1862, was een pe riode van groote pracht en praal, opgesmukt en onecht, met veel bombarie, dat den parvenu kenschetst. Het was de tijd van Napoleon III, met zijn schitterende hoffeesten, dikdoenerig, maar toch brilliant. Dit gaat voort tot 1870, waarin spr. de tweede periode wilde laten beginnen met den Fransch- Duitschen oorlog, geëindigd met een volkomen débacle voor Frankrijk. Men durfde zelfs te zeggen, dat Parijs in lichter laaie stond en ge doemd was tot de diepste ellende. Dat dit voor een stad als Parijs onmogelijk is, blijkt spoe dig, als men nagaat in welk een snellen tijd het weer opleeft. Prominente figuren treden naar voren, als Sara Bernhard, de tooneelspeelster, overbekend, zelfs zóó bekend, dat toen zij eens voor een lang durig verblijf in het buitenland uit Frankrijk vertrok, menigeen de verzuchting slaakte: Ge lukkig, nu hooren wij 'ns in 'n tijd niets van haar". Zoover kan al te veel reclame het bren gen. Want als we over reclame-maken spre ken is daar een andere overbekende figuur: de Lesseps, de maker van het Suezkanaal. Spr. memoreerde het tragische levenseinde van een zoo groot genie en sprak nog over het bekende „circus" van dezen man. Voor het bouwen van het Panamakanaal waren zeer vele gelden ver schuldigd en daar de Lesseps op een of andere wijze de aandacht moest trekken, om de noodige som te kunnen verzamelen, liet hij iederen mor gen twaalf jongens, twaalf ridders, zooals hij ze noemde, te paard in het Bois de Boulogne rijden, sierlijk uitgedost. Hij gaf hieraan den naam van zijn „circus". Al deze twaalf ridders zijn gesneuveld in den oorlog en zijn dus ge worden twaalf helden, gestorven voor de eer van hun vaderland. De pamfletschrijver Roche- fort, bekend om zijn sarcastische uitlatingen, sluit deze periode af. Na 1900 begint Parijs zich zelf te worden en maakt zich los van de conventie, waarin het tot dan toe geleefd heeft. Het was usance ongeveer den geheelen dag zijn leven in de „Salons" te slijten. Stond men op, dan ontbeet men in den „Salon" en bekeek schilderijen. Was het tijd voos de lunch, dan toog men gezamenlijk naar den „Salon en be keek schilderijen en had men 's avonds in den „Salon" gedineerd, dan bracht men den avond door met voor de verandering naar de schilde rijen te kijken. Middelerwijl las men in de cou- anten namen van schiloes als Degas, Monet, enz., waarvan de „Salonbewoners" nooit gehoord hadden en wier werken ook in geen hunner ka mers geëxposeerd stonden. Quel miracle! Men ging op zoek en ontdekte de schilders en hun werken in een van de kleinste winkeltjes op den Moritmartre, waar zij aan een schare vrien den hun werken toonden. Men zag de schoon heid hiervan en bemerkte hoe lang men ziende blind was geweest. Parijs ontwaakte uit zijn droom en werd tot wat het nu is: le ville lumière, de lichtstad, de sttd van pleizier, maar ook vtn diepgevoelde kunsten. Spr. eindigde met het vierde tijdperk, het tijdperk van den wereldoorlog, waarbij hij vooral de aandacht vestigde op de onzekerheid omtrent de plaats voor het graf van den Onbekenden Soldaat. De Liberalen wenschten het in het Panthéon te zien, de Katholieken protesteerden en hadden zich de plaats le Dóme des Invalides, naast het graf van Napoleon, gedacht, totdat ten slotte een courant, drie dagen vóór den aan vang van het feest, de idee opperde, het graf onder den Are de Triomphe te plaatsen, welk idee werd geaccepteerd. De heer Sauveur dankte namens het audito rium voor de werkelijk buitengewoon interes sante en wetenschappelijk gestelde lezing en zei- de vooral getroffen te zijn door hetgeen spr. had medegedeeld over Sara'Bernhard, met haar houten been en het „circus" van de Lesseps. eer dan ooit eischt de tijd van ons edelmoedigheid. Bedenk, dat God zich in edelmoedigheid niet laat overtreffen. In het Diakonessenhuis „Bronovo" te 's Gravenhage is op 64-jarigen leeftijd Vrij dagmiddag overleden mevrouw Alida Tar- taudKlein. Mevr. TartaudKlein is één onzer meest be kende tooneelspeelsters geweest, vooral in de roemvolle jaren van het Rotterdamsch Tooneel. Zij is geboren te Amsterdam in 1874 en bezocht daar de Tooneelschool. In 1890 trad zij voor het eerst op bij het gezelschap Le Gras en Haspels. In 1910 kwam dit gezelschap onder directie van den heer P. D. van Eysden onder den naam van „Rotterdamsch Tooneel". Later trad ook de heer F. H. Tartaud als directielid op. In 1920 associeerde dit gezelschap zich met het „Hofstad Tooneel" en ontstond het „Rot terdamsch Hofstadtooneel", dat onder één raad van beheer stond, doch een Rotterdamsche en een Haagsche afdeeling telde. Iri 1923 trad de heer Van Eysden uit de directie, waarna de samenvoeging der beide tooneelgezelschappen nog voortduurde tot 1926. Al die jaren heeft mevr. Tartaud onder deze verschillende directies hard gewerkt, tegelijk met haar trouwe medespeelster, mevrouw Van EysdenVink. Na het uiteen vallen der asso ciatie was mevr. Tartaud nog eenige jaren ver bonden aan het door haar echtgenoot, den heer F. H. Tartaud, opgerichte „Nieuw Rotterdamsch Tooneel", dat wegens gebrek aan levensvat baarheid in 1929 werd opgeheven. Op haar 60sten verjaardag is mevr. Tartaud van vele zijden gehuldigd. Zij speelde toen de titelrol in „Hedda Gabler" van Ibsen. In 1932 heeft mevr. Tartaud nog een tournée gemaakt met het gezelschap van Willem van der Veer in het stuk ,De medailles van de Oude Vrouw". Later is zij nog sporadisch opgetreden. De arr. rechtbank te Amsterdam heeft de vordering van een kapitein tot uitbetaling van zijn gekapitaliseerd pensioen ten bedrage van 39.000, welke vordering hij had ingesteld tegen de bewindvoerders van den Koninklijken Hollandscben Lloyd, toegewezen. Kapitein M. van den Kon. Holl. Lloyd was ruim 30 jaar in dienst van den Lloyd. Hij had wat dienstjaren betreft, reeds recht op pensioen, doch den pensioengerechtigden leeftijd had bil nog niet bereikt. Korten tijd voor hij dien be reikte kwam de débacle van den K.H.L. en iO December 1936 zou hij pensioengerechtigd zijn» In den zomer van 1936 stuurden de bewindvoer ders aan alle employé's een ontslagbrief, doch met dezelfde post kreeg het meerendeel eet» brief, waarin werd meegedeeld, dat zij in lossen dienst van den K. H. L. konden treden, mits zi) afstand deden van hun rechten op pensioen en andere emolumenten. Kapitein M. bleef in dienst, doch antwoordde niet op den tweeden brief. Een maand nadat de kapitein den pensioen gerechtigden leeftijd had bereikt, in Januarf 1937, kreeg hij zijn definitief ontslag. Hij stelde toen een vordering in tot uitbeta ling van het gekapitaliseerde pensioen van ruin* 39.000. De kapitein stelde zich op het stand punt, dat het ontslag, op deze wijze gegeven, zoo kort voor den pensioengerechtigden leeftijd» in strijd is met de goede trouw. De rechtbank wees de vordering geheel toe en overwoog dat dit ontslag inderdaad m strijd waS met de goede trouw. Voor den kapitein trad op mr. L. van Gigh en voor den Kon. Holl. Lloyd mr. A. baron van Haersolte. Voor den op 26 Februari a.s. in het Amster damsen Stadion te spelen wedstrijd Amster dam—Brussel is het Brusselsche elftal aldus samengesteld: Doel: Badjou (Union St. Gilloise). Achter: Herremans (Daring) en van Calen- berg Anderlecht). Midden: v. d. Kerckhoven (White Star)» Henrij (Daring) en Teuninck (Daring). Voor: de Mulder (Union), Mondelé (Union)» Plainevaux (White Ster), Lammot (Darinf?' en v. d. Eijnde (Union». Als Badjou nog voor het Belgische elftal zo'J moeten invallen, zal v. d. Weijer (Union) zi)° plaats innemen. Van deze spelers hebben zooals men zich zaJ herinneren v.d. Kerkhoven, de Mulder. Monde lé en Plainevaux ook voor de Roede Duivels gespeeld tegen het Zwaluwen-elftal. Het is dus een zeer sterk elftal. Een brok leven, deze film en wel een heel droevig brok, maar helaas maar al te echt. Uitstel van executie is de geschiedenis van ■n jongen man, die tot drie jaar gevangenisstraf js veroordeeld wegens diefstal in een bank en als hij die drie jaar uitgezeten heeft en de ge vangenispoort uit komt, ziet hij daar zijn meis je, dat al dien tijd op hem gewacht heeft. Hij had het al tegen den gevangenisdirecteur gezegd, ze zouden hem daar in dat huis niet weerzien, hij was vastbesloten een ander, eer lijk leven te beginnen, een besluit, dat bij het zien van den trouw van het jonge meisje, des te steviger zich van hem meester maakt. Hij krijgt een betrekking, zij trouwen en zijn gelukkigtot zijn patroon er achter komt dat hjj heeft „gezeten" en wordt ontslagen. Weg aardig klein huisje, weg gelukkige toe komstdroom 1 Weer vindt hij een betrekking, maar weer wordt hij, de ex-gevangene, ontslagen. Kort daarop wordt weer een bankoverval ge pleegd en de omstandigheden leiden ertoe, dat hij ervan verdacht wordt. Hij is echter onschul dig, maar wil niettemin vluchten, omdat ze hem natuurlijk niet gelooven, hem, den ex- bankroover. Zijn vrouw haalt hem echter over niet te vluchten, dat zou immers schuld beke- nen zijn! Hij wordt gearresteerd en ter dood veroordeeld. Den dag zelf van de executie ziet hij echter kans te ontsnappen; den gevangenisdokter voor zich uitdrijvend, hem dreigend met een revol ver, die zijn vroegere kameraden in zijn cel hebben weten te smokkelen, komt hij op de bin nenplaats der gevangenis en eischt dat men de poort voor hem zal openen, wil men voorkomen dat hij den dokter doodschiet. Juist op dat oogenblik komt het bericht, dat de executie geen voortgang mag hebben, want dat hij onschuldig is en men den werkeiijken schuldige heeft gevonden. De directeur roept hem dit toe, maar hij meent dat het een truc is om hem te vangen en als de gevangenis- geestelijke, met het telegram in de hand op hem toekomt om hem dat te laten lezen, schiet hij op de geestelijke, die den directeur nog toe roept: „Open de poort voor hem" en zoodra dit is geschied en de gevangene in vrijheid is, valt de geestelijke dood neer. Dan volgt een wilde jacht op den voor wer kelijk aan moord schuldige; zijn jong vrouwtje, die zichzelf de schuld geeft van alles, omdat zij hem den raad gaf niet te vluchten, wil hem niet verlaten en samen rijden zij in een auto op de grens toe. Onderweg wordt hun baby geboren, waardoor ze eenige dagen oponthoud hebben, maar nadat ze de baby bij de zuster der jonge vrouw in veiligheid hebben weten te brengen, vervolgen zij hun vlucht om, vlak voor de grens door de hun achtervolgende politie ingehaald en beiden doodgeschoten te worden. Men ziet een droef verhaal, dat echter weer eens wijst op een wondeplek in onze maatschap pelijke toestanden, die onbarmhartig steeds het „eenmaal gestolen, altijd een dief", laten gelden, in plaats van den medemensch die zich wil be teren nog een kans te geven. Sylvia Sidney en Henry Fonda spelen de hoofdrollen voortreffelijk en volwassenen, die niet per sé van de film vroolijkheid verlangen, kan deze film worden aangeraden. In het voorprogramma een mooi» gekleurde film over Noorwegen en de Lappen en 'n even eens gekleurde teekenfilm: „De Jonge Zee hond." Het tweede deel van het filmwerk „De Indische graftempel", getiteld „Het monument eener groote liefde" brengt ons in dezelfde sfeer als verleden week, toen we met „De Tijger van Eschnapoera" kennis maakten. Onmiddellijk en ditmaal de geheele film wor den we naar de geheimzinnigheden van Britsch- Indië gevoerd. Het relaas wordt voortgezet. De Maharadja van Eschnapoera, goed volgehouden gespeeld door onzen landgenoot Frits van Dongen, heeft een zeer mooie vrouw, die niet uit liefde met hem is getrouwd. Zij verlaat hem met een Eu- ropeeschen minnaar. De maharadja zoekt haar overal in Europa. Maar tevergeefs. Tenslotte vindt hij haar in Bombay, waar zij als danseres optreedt. Zij wordt naar Eschna poera gebracht in het paleis van Suragani, een hoveling, die veinst de vriend van den Maha radja te zijn, maar hem in werkelijkheid tracht te onttronen. Er ontwikkelt zich nu een spel van Oostersche Intriges en opstanden en moor den, waaruit de vrouw van den Maharadja ge louterd te voorschijn komt en haar ontrouw met vreugde door den dood boet. Een stel Europeanen, waaronder Theo Lingen, is in 't geheel verwikkeld. Theo Lingen brengt vroolijk heid in het geval door middel van zijn snibbige vrouw, zijn eigen gezicht, zijn aap en zijn olifant Kannibal. Bewonderenswaardig en interessant zijn de Indische opnamen, die het nogal ingewikkelde verhaal soms geheel doen vergeten en elke ge dachte aan een studio op den achtergrond drin gen. Ze zijn nog beter getroffen dan in het ■eerste deel. De restricties, die wij de vorige week maakten (volwassenen), blijven ook thans gehandhaafd. Het voorprogramma is wederom kort en brengt Folygoon's nationaal en internationaal nieuws. Op Saratoga, de grootste renbaan van Ame rika, spelen zich de avonturen af die in de film van dien naam te zien zijn. Jean Harlow en Clark Gable vormen hier voor den zooveel- sten keer een team en eerstgenoemde deed het voor de laatste maal van haar leven. Tijdens het vervaardigen van de film is zij gestorven en de film werd stopgezet. Aanvankelijk was het de bedoeling, dat de film niet afgemaakt zou worden, zulks uit piëteit voor de overlede ne. De film is niettemin toch afgemaakt en naar men zegt zou dit geschied zijn op veel vuldig verzoek. Om de film te voltooien heeft men gebruik gemaakt van een z.g. „doublé", zijnde dit een actrice, die sprekend op Jean Harlow lijkt en haar in sommige opnamen moest vervangen. Eenige camouflages zijn bij zulke opnamen noodzakelijk, zoodat men in deze film dan ook niet onderscheiden kan, of men in een bepaald geval met Jean Harlow dan wel met haar plaatsvervangster te doen heeft. Er zit iets griezeligs in de mogelijkheid om een filmster na haar dood toch nog in filmopnamen te betrekken en vanzelf rijst de vraag, of de plaatsvervangster eveneens be schikt over het talent, dat men filmspelers ge meenlijk toedicht. Wat de film zelf betreft: we zien hier Clark Gable aan het werk als bookmaker op de paar denrennen. Hij is een man met een breed ge weten en veel brutaliteit en hij buit deze eigen schappen zooveel mogelijk uit met geen ande re bedoeling dan Jean Harlow te veroveren en haar en haar familie gelukkig te maken. In deze bedoeling slaagt hij meesterlijk. De film is typisch Amerikaansch en met zeer veel spanning wordt de inhoud ontwikkeld. Vooral het slot heeft men extra-spanning ge geven door de film te laten beslissen over het >paard, dat de race gewonnen heeft. Het voorprogramma bevat een klucht, die, evenals de hoofdfilm, duchtig op de lachspie ren werkt en van hetzelfde Amerikaansche genre is. Zoowel zij die deze week uitsluitend naar dit theater gaan om Eenjamino Gigli te hooren, als degenen, die voornamelijk en alleen gaan voor Joe Petersen, hebben ongelijk, want zij zijn te zamen het bezoek ten volle waard. De hoofdfilm zoekt thans haar kracht nu eens niet in een kreupel- pratenden Gigli alleen, doch is over de volle linie interessant en inder daad prachtig, waar het den zang betreft. De vjijze waarop Gigli het „Agnus Dei" zingt is werkelijk van een ontroerende schoonheid en niet dikwijls zal men in de gelegenheid zijn, zoo iets moois te hooren. Daarnaast zingt hij natuurlijk ook nog eenige andere liederen en aria's, minstens even voor treffelijk, doch onzes inziens was dat „Agnus Dei" van een dusdanigen klankrijkdom, dat het een overweldigenden indruk maakte. Een groot voordeel is verder, dat het scenario geen aangeregen rim-ram is, maar een goed ge bouwd spannend verhaal, waarin zoowel Maria Cebotari, als Hans Moser en Hilde Hildebrandt uitstekend werk leveren. Het is een onder houdende story, afwisselend en met zorg samen gesteld, zoodat ontvankelijke naturen menige11 traan zullen plengen om hetgeen zij aanschou wen, al blijft daarnaast genoeg gelegenheid ove* voor een spontanen glimlach. Volwassenen kunnen wij deze film dan oo* oprecht aanbevelen. Als een bijzondere attractie is deze week de beroemde Joe Petersen op het tooneel, die eeniS® liederen, w.o. het bekende en populaire „Daddy zingt. De impresario van dit wezentje zegt, d®" het een jongen is, doch aangezien wij niet vul len jokken en toch de identiteit niet willen ver raden, zoo zeggen we alleen: twijfel aan impresario's, doch in het bijzonder aan dezen- Dit alles neemt echter niet weg, dat de zans waarop het publiek wordt onthaald, hoogst be koorlijk is. Het is inderdaad sublieme zang, die" men te hooren krijgt. Een soepel, donker gein* diep en gevoelig en in voordracht allesbehan jongensachtig. Een stem, die tot luisteren dwihe" en die de meest sentimenteele snaren van J" innerlijk doet trillen. Het succes was dan verdiend groot. Het tooneel, dat altijd een attractie apar in dit theater, muntte ook thans weer uit do° de voorname aankleeding. ook rt In het voorprogramma zijn voorts nog 'n L tige Walt. Disney Mickey Mouse en de 3°°^ naals, alles bijeen een zeer beziens- en hooren waardig programma, dat we een warme veling kunnen meegeven. Het is de eerste f1 van Gigli, waarbij we dat zoo van harte doen-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 4