M
Waar de filmband rolt
j Zoekt gij betrouwbaar
Personeel?
Plaats dan een „Omroeper" 1
voor 80.000 gezinnen
ALIDA TARTAUD
OVERLEDEN
^iiuii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinniiiniiiiiiiniiiiiiiiiiiinniiniiiiiiiiiiuiiiniiii!nniiiiiiiiuiiiiuiiii€
HiiiimiiiimiiiiimiiniiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiimiimtiïË
ZATERDAG 19 FEBRUARI 1938
Kwestie om een ge
bouwtje
Waarom de automatiseering van
de telefoon te Halfweg niet
voortgezet kan
worden
R. K. Haarlems Gemengd Tooneel
„Thalia"
Palace-filmac
„ALBERDINGK THIJM'
Vastenavond-uitvoering
ALLIANCE FRANCAISE
Wijlen mevr. Alida TartaudKlein
(Berichten reeds geplaatst in een deel
onzer vorige oplage)
Een van onze bekendste tooneel-
speelsters heengegaan
Vordering f 39.000.-
toegewezen
Gekapitaliseerd pensioen van kapt'
tein van den Kon. Holl. Lloyd
VOETBAL
AMSTERDAM—BRUSSEL
Sterke Belgische ploeg
PALACE-BIOSKOOP
Uitstel van Executie
Scène.vMtdie*iQmsée. Mm^paniEmtz^Baaa. JM-stohnamexecutiei,Cinema Balace
FRANS HALS-THEATER
Het monument eener
groote liefde
Benjamin Gigli in Moederlied
(Rembrandt Theater)
LUXOR-THEATER
Saratoga
REMBRANDT-THEATER
Benjamino Gigli in Moederlied
en op het tooneel Joe Petersen
-
.v'.ii
Saratoga met Jean Harlow (Luxor Theater)
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
STAD
In Halfweg is een dorpsche kwestie ont
staan over een telefoongebouwtje.
Op 23 December 1936 werd besloten een
perceeltje grond aan de Schoolstraat te
Halfweg aan den Staat der Nederlanden te
verkoopen voor de stichting van een ge
bouwtje ten behoeve van de automatisee
ring van het telefoonnet.
B. en W. van Halfweg hebben daarbij de uit-
noodiging van den Gemeenteraad aanvaard om
speciaal te letten op het uiterlijk aanzien van
het te stichten gebouwtje. Nog dienzelfden dag
is het raadsbesluit aan het Hoofd van den
Rijksgebouwendienst te 'sGravenhage toege
zonden onder mededeeling van de zooeven ge
noemde uitnoodiging. Op 19 Juni 1937 werd de
bouwvergunning overeenkomstig het advies der
Advies-Commissie der Noordhollandsche Ge
meenten voor Bouwontwerpen en Uitbreidings
plannen geweigerd uit overweging, dat het
uiterlijk van het te stichten gebouw in verband
met de omgeving uit een oogpunt van welstand
aanstoot geeft.
Tegen dit besluit is geen beroep bij den Raad
aangeteekend. Wel heeft het Hoofd van de af-
deeling Rijksgebouwendienst een onderhoud
met den burgemeester gehad en daarbij ver
klaard, dat reeds 500 dergelijke gebouwtjes in
Nederland zijn gesticht en dat dit het eerste is,
waarvoor de bouwvergunning werd geweigerd.
HÜ drong er daarbij op aan de gevraagde ver
gunning alsnog te verleenen, temeer daar ook
uit technisch oogpunt bezwaarlijk aan de
eischen der Advies-Commissie kon worden vol
daan.
Naar aanleiding daarvan hebben B. en W.
opnieuw het oordeel der Advies-Commissie ge
vraagd, doch deze blijft bij haar afwijzend ad
vies, hetgeen voor B. en W. aanleiding geweest
is den Rijksgebouwendienst te berichten, dat
B. en W. gen termen hebben gevonden op hun
beslissing van 19 Juni 1937 terug te komen.
Het Hoofd van den Rijksgebouwendienst
heeft daarop medegedeeld, dat het advies
der Advies-Commissie voor hem geen aan
leiding geeft, verandering te brengen in den
vorm van het ontworpen gebouwtje en dat,
wanneer de bouwvergunning volgens het
ingezonden plan niet verleend wordt, de
automatiseering van de telefoon te Halfweg
zal moeten worden opgeschort.
Naar aanleiding daarvan hebben B. en W. de
tusschenkomst van den minister van Binnen-
landsche Zaken ingeroepen.
B. en W. van Halfweg zijn van oordeel, dat
de staat ten aanzien van de toepassing der
bouwverordening geen uitzonderingspositie in
neemt en zijn bouwontwerpen, evenals die van
particulieren, aan eischen van welstand behoo-
ren te voldoen, temeer nu daar tevoren nog op
gewezen is.
Nu B. en W. zich aan de uitnoodiging van
den gemeenteraad hebben gehouden en men
ziet tot welke gevolgen dit dreigt te leiden,
stellen B. en W. den Raad in de gelegenheid
opnieuw een oordeel over deze zaak te vormen,
de onderscheidene belangen af te wegen en B.
en W. mede te deelen naar welke zijde naar
zijne meening de belangen der gemeente
overhellen.
Op Maandag 14, Woensdag 16 en Donderdag
17 Februari j.l. gaf „Thalia" weer haar jaar-
lijksche, traditioneele Kienavonden in de
„Haarlemsche Kegelbond".
Evenals andere jaren, bleek er groote animo
voor deze avonden te zijn. Er heerschte een
opgewekte stemming onder de talrijke aan
wezigen, die zich allen hadden getooid met het
bekende „Thalia-bloempje".
Het optreden van het duo „Meyer en van
Meurs" viel bij de aanwezigen zeer in den
smaak. „Harry Meyer" oogstte succes met zijn
liedjes en „Huib van Meurs" won aller harten
met zijn geestige imitaties. Vooral zijn imitatie
als „August", de pop van „Barandini", was een
buitengewoon succes. Deze creatie was verbluf
fend en werd goed volgehouden.
(Evenals andere jaren had „Thalia" zich de
medewerking verzekerd van „The Musical
Lunatics", die het programma uitstekend op
luisterden. De xylophoon-solo van den heer
Gerritse werd met aandacht beluisterd en met
applaus beloond.
Er werd door alle aanwezigen druk en ijverig
gekiend, daar ieder graag een van de prachtige
prijzen wilden bemachtigen.
Na afloop van het kienen konden de dans-
lustigen hun hart ophalen.
Het bal, onder leiding van den heer Schroder,
was een waardig slot aan deze gezellige avon
den. „Thalia" kan met voldoening aan deze
avonden terug denken.
Een motor ter grootte van een cent en vlak
daarop het aanbrengen van een schroef van
22.000 kilo voor de „Nieuw Amsterdam", dat
zijn de contrasten, die in de bonte mengeling
van wereldnieuws voor kunnen komen. Flitsen
uit de heele wereld zijn het, die men ziet af
draaien in Palace-filmac deze week. Het wan
delingetje van dr. Colijn door het wit-bekleede
Arosa wordt op den voet gevolgd door een ver
zameling duiven van een landgenoot, die in
den loop der tijden maar liefst 30.000 prijzen
wist weg te sleepen. Waar laat de man al die
tropheeën. Zijn kinderen zullen wel melk drin
ken uit gouden bekers met inscriptie. De lap-
landers doen dat anders, zooals blijkt uit een
mooi documentatiefilmpje over Noorwegen.
Daar is het rendierenmelk in een ordinair
blikken trommeltje.
Het is gelukkig meer sport dan oorlog, dat
zich deze week „voor ons oog ontrolt." Rol
schaatsende dames uit Amerika, die niet be
paald sportief zijn, hardloopen in Beverwijk en
roeiwedstrijden in Canada. Het nieuws zou niet
volledig zijn zonder een paar vliegrecords en
daar is dan ook rekening mee gehouden.
Een grappig gekleurd teekenfilmpje van een
jongen zeeleeuw en de geschiedenis van het
ontstaan van een schlager zorgen voor de af
wisselingen in het steeds wisselende nieuws.
De R. K. Rederijkerskamer „Alberdingk
Thijm" geeft op Maandag 38 Februari in de
nieuwe zaal van Hotel „De Leeuwerik" voor
donateurs en introducé's een bonte Vasten
avond-uitvoering. Het programma bestaat uit
een non-stop-revue van zang, dans, cabaret
liedjes, humoristische schetsen en een komische
opera, terwijl elk nummer zal worden ingeleid
door twee conferenciers in clownesken stijl. Alle
dames en hoeren werkende leden zullen aan
het programma hun medewerking verleenen.
Het muzikale gedeelte wordt verzorgd door een
groot stemmings-orkest onder leiding van den
heer Jan Nibbering. Na afloop van dezen bon
ten avond, uiterlijk elf uu>r, worden de bezoe
kers in de gelegenheid gesteld nog enkele uren
onder een gezellig dansje bijeen te blijven, met
afwisseling van eenige aardige attracties.
Per circulaire is den donateurs reeds mede
gedeeld, dat zij tegen een kleine vergoeding van
deze Vastenavond-uitvoering kunnen gebruik
maken. Introducé's betalen het dubbele van
deze vergoeding.
Op Zaterdag 26 Februari zal er van 34 uur
gelegenheid zijn tot plaatsbespreken in de Stu
dio, Lange Wijngaardstraat 17.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat voor
deze uitvoering slechts een beperkt aantal
plaatsen beschikbaar is, zoodat spoedige aan
melding dringend wordt aanbevolen. De adres
sen voor kaartverkoop zijn in genoemde cir
culaire bekend gemaakt. Nadere inlichtingen
kunnen alsnog worden verstrekt door J. Leef-
lang, Nagtzaamstraat 36, en G. Nielen, Hasse-
laersplein 35, telefoon 16704.
Op den avond der uitvoering worden aan de
zaal géén kaarten verkocht. Ter handhaving
van het strikt besloten karakter dezer uitvoe
ring wordt van dezen maatregel onder geen
enkele voorwaarde afgeweken.
Een opvallend groot aantal leden en introdu
cé's van we Alliance Frangaise had de koude
getrotseerd en was naar Restaurant Brinkmann
gekomen om gehoor te schenken aan den heer
Daniel Halevy, die in een boeiende voordracht
een beeld gaf van Parijs, zooals het vroeger was,
te beginnen met den tijd van Napoleon III en
zooals het thans is met al haar genot en met
al haar politieke onrust.
Een belangrijke oorzaak van de groote op
komst was zeker wel deze zooals de heer
Sauveur in zijn inleiding opmerkte dat de
heer Halevy de schrijver is van het bekende,
vlot-geschreven boek l'Abbé Constantin, zoo
dat niemand 'n gelegenheid, den auteur in le
venden lijve te zien en te hooren spreken, wilde
laten voorbijgaan.
Spr. had zijn lezing ingedeeld in vier tijd
perken.
Het eerste, aanvangende in 1862, was een pe
riode van groote pracht en praal, opgesmukt en
onecht, met veel bombarie, dat den parvenu
kenschetst. Het was de tijd van Napoleon III,
met zijn schitterende hoffeesten, dikdoenerig,
maar toch brilliant.
Dit gaat voort tot 1870, waarin spr. de tweede
periode wilde laten beginnen met den Fransch-
Duitschen oorlog, geëindigd met een volkomen
débacle voor Frankrijk. Men durfde zelfs te
zeggen, dat Parijs in lichter laaie stond en ge
doemd was tot de diepste ellende. Dat dit voor
een stad als Parijs onmogelijk is, blijkt spoe
dig, als men nagaat in welk een snellen tijd
het weer opleeft.
Prominente figuren treden naar voren, als
Sara Bernhard, de tooneelspeelster, overbekend,
zelfs zóó bekend, dat toen zij eens voor een lang
durig verblijf in het buitenland uit Frankrijk
vertrok, menigeen de verzuchting slaakte: Ge
lukkig, nu hooren wij 'ns in 'n tijd niets van
haar". Zoover kan al te veel reclame het bren
gen. Want als we over reclame-maken spre
ken is daar een andere overbekende figuur: de
Lesseps, de maker van het Suezkanaal. Spr.
memoreerde het tragische levenseinde van een
zoo groot genie en sprak nog over het bekende
„circus" van dezen man. Voor het bouwen van
het Panamakanaal waren zeer vele gelden ver
schuldigd en daar de Lesseps op een of andere
wijze de aandacht moest trekken, om de noodige
som te kunnen verzamelen, liet hij iederen mor
gen twaalf jongens, twaalf ridders, zooals hij
ze noemde, te paard in het Bois de Boulogne
rijden, sierlijk uitgedost. Hij gaf hieraan den
naam van zijn „circus". Al deze twaalf ridders
zijn gesneuveld in den oorlog en zijn dus ge
worden twaalf helden, gestorven voor de eer
van hun vaderland. De pamfletschrijver Roche-
fort, bekend om zijn sarcastische uitlatingen,
sluit deze periode af.
Na 1900 begint Parijs zich zelf te worden en
maakt zich los van de conventie, waarin het
tot dan toe geleefd heeft.
Het was usance ongeveer den geheelen dag
zijn leven in de „Salons" te slijten. Stond men
op, dan ontbeet men in den „Salon" en bekeek
schilderijen. Was het tijd voos de lunch, dan
toog men gezamenlijk naar den „Salon en be
keek schilderijen en had men 's avonds in den
„Salon" gedineerd, dan bracht men den avond
door met voor de verandering naar de schilde
rijen te kijken. Middelerwijl las men in de cou-
anten namen van schiloes als Degas, Monet,
enz., waarvan de „Salonbewoners" nooit gehoord
hadden en wier werken ook in geen hunner ka
mers geëxposeerd stonden. Quel miracle! Men
ging op zoek en ontdekte de schilders en hun
werken in een van de kleinste winkeltjes op
den Moritmartre, waar zij aan een schare vrien
den hun werken toonden. Men zag de schoon
heid hiervan en bemerkte hoe lang men ziende
blind was geweest.
Parijs ontwaakte uit zijn droom en werd tot
wat het nu is: le ville lumière, de lichtstad,
de sttd van pleizier, maar ook vtn diepgevoelde
kunsten.
Spr. eindigde met het vierde tijdperk, het
tijdperk van den wereldoorlog, waarbij hij vooral
de aandacht vestigde op de onzekerheid omtrent
de plaats voor het graf van den Onbekenden
Soldaat.
De Liberalen wenschten het in het Panthéon
te zien, de Katholieken protesteerden en hadden
zich de plaats le Dóme des Invalides, naast
het graf van Napoleon, gedacht, totdat ten
slotte een courant, drie dagen vóór den aan
vang van het feest, de idee opperde, het graf
onder den Are de Triomphe te plaatsen, welk
idee werd geaccepteerd.
De heer Sauveur dankte namens het audito
rium voor de werkelijk buitengewoon interes
sante en wetenschappelijk gestelde lezing en zei-
de vooral getroffen te zijn door hetgeen spr.
had medegedeeld over Sara'Bernhard, met haar
houten been en het „circus" van de Lesseps.
eer dan ooit eischt de tijd van
ons edelmoedigheid. Bedenk, dat
God zich in edelmoedigheid niet
laat overtreffen.
In het Diakonessenhuis „Bronovo" te
's Gravenhage is op 64-jarigen leeftijd Vrij
dagmiddag overleden mevrouw Alida Tar-
taudKlein.
Mevr. TartaudKlein is één onzer meest be
kende tooneelspeelsters geweest, vooral in de
roemvolle jaren van het Rotterdamsch Tooneel.
Zij is geboren te Amsterdam in 1874 en bezocht
daar de Tooneelschool. In 1890 trad zij voor
het eerst op bij het gezelschap Le Gras en
Haspels. In 1910 kwam dit gezelschap onder
directie van den heer P. D. van Eysden onder
den naam van „Rotterdamsch Tooneel". Later
trad ook de heer F. H. Tartaud als directielid
op. In 1920 associeerde dit gezelschap zich met
het „Hofstad Tooneel" en ontstond het „Rot
terdamsch Hofstadtooneel", dat onder één raad
van beheer stond, doch een Rotterdamsche en
een Haagsche afdeeling telde. Iri 1923 trad de
heer Van Eysden uit de directie, waarna de
samenvoeging der beide tooneelgezelschappen
nog voortduurde tot 1926.
Al die jaren heeft mevr. Tartaud onder deze
verschillende directies hard gewerkt, tegelijk
met haar trouwe medespeelster, mevrouw Van
EysdenVink. Na het uiteen vallen der asso
ciatie was mevr. Tartaud nog eenige jaren ver
bonden aan het door haar echtgenoot, den heer
F. H. Tartaud, opgerichte „Nieuw Rotterdamsch
Tooneel", dat wegens gebrek aan levensvat
baarheid in 1929 werd opgeheven.
Op haar 60sten verjaardag is mevr. Tartaud
van vele zijden gehuldigd. Zij speelde toen de
titelrol in „Hedda Gabler" van Ibsen.
In 1932 heeft mevr. Tartaud nog een tournée
gemaakt met het gezelschap van Willem van
der Veer in het stuk ,De medailles van de Oude
Vrouw". Later is zij nog sporadisch opgetreden.
De arr. rechtbank te Amsterdam
heeft de vordering van een kapitein tot
uitbetaling van zijn gekapitaliseerd pensioen
ten bedrage van 39.000, welke vordering
hij had ingesteld tegen de bewindvoerders
van den Koninklijken Hollandscben Lloyd,
toegewezen.
Kapitein M. van den Kon. Holl. Lloyd was
ruim 30 jaar in dienst van den Lloyd. Hij had
wat dienstjaren betreft, reeds recht op pensioen,
doch den pensioengerechtigden leeftijd had bil
nog niet bereikt. Korten tijd voor hij dien be
reikte kwam de débacle van den K.H.L. en iO
December 1936 zou hij pensioengerechtigd zijn»
In den zomer van 1936 stuurden de bewindvoer
ders aan alle employé's een ontslagbrief, doch
met dezelfde post kreeg het meerendeel eet»
brief, waarin werd meegedeeld, dat zij in lossen
dienst van den K. H. L. konden treden, mits zi)
afstand deden van hun rechten op pensioen en
andere emolumenten.
Kapitein M. bleef in dienst, doch antwoordde
niet op den tweeden brief.
Een maand nadat de kapitein den pensioen
gerechtigden leeftijd had bereikt, in Januarf
1937, kreeg hij zijn definitief ontslag.
Hij stelde toen een vordering in tot uitbeta
ling van het gekapitaliseerde pensioen van ruin*
39.000. De kapitein stelde zich op het stand
punt, dat het ontslag, op deze wijze gegeven,
zoo kort voor den pensioengerechtigden leeftijd»
in strijd is met de goede trouw.
De rechtbank wees de vordering geheel toe en
overwoog dat dit ontslag inderdaad m strijd waS
met de goede trouw.
Voor den kapitein trad op mr. L. van Gigh en
voor den Kon. Holl. Lloyd mr. A. baron van
Haersolte.
Voor den op 26 Februari a.s. in het Amster
damsen Stadion te spelen wedstrijd Amster
dam—Brussel is het Brusselsche elftal aldus
samengesteld:
Doel: Badjou (Union St. Gilloise).
Achter: Herremans (Daring) en van Calen-
berg Anderlecht).
Midden: v. d. Kerckhoven (White Star)»
Henrij (Daring) en Teuninck (Daring).
Voor: de Mulder (Union), Mondelé (Union)»
Plainevaux (White Ster), Lammot (Darinf?'
en v. d. Eijnde (Union».
Als Badjou nog voor het Belgische elftal zo'J
moeten invallen, zal v. d. Weijer (Union) zi)°
plaats innemen.
Van deze spelers hebben zooals men zich zaJ
herinneren v.d. Kerkhoven, de Mulder. Monde
lé en Plainevaux ook voor de Roede Duivels
gespeeld tegen het Zwaluwen-elftal. Het is dus
een zeer sterk elftal.
Een brok leven, deze film en wel een heel
droevig brok, maar helaas maar al te echt.
Uitstel van executie is de geschiedenis van
■n jongen man, die tot drie jaar gevangenisstraf
js veroordeeld wegens diefstal in een bank en
als hij die drie jaar uitgezeten heeft en de ge
vangenispoort uit komt, ziet hij daar zijn meis
je, dat al dien tijd op hem gewacht heeft.
Hij had het al tegen den gevangenisdirecteur
gezegd, ze zouden hem daar in dat huis niet
weerzien, hij was vastbesloten een ander, eer
lijk leven te beginnen, een besluit, dat bij het
zien van den trouw van het jonge meisje, des te
steviger zich van hem meester maakt.
Hij krijgt een betrekking, zij trouwen en zijn
gelukkigtot zijn patroon er achter komt
dat hjj heeft „gezeten" en wordt ontslagen.
Weg aardig klein huisje, weg gelukkige toe
komstdroom 1
Weer vindt hij een betrekking, maar weer
wordt hij, de ex-gevangene, ontslagen.
Kort daarop wordt weer een bankoverval ge
pleegd en de omstandigheden leiden ertoe, dat
hij ervan verdacht wordt. Hij is echter onschul
dig, maar wil niettemin vluchten, omdat ze
hem natuurlijk niet gelooven, hem, den ex-
bankroover. Zijn vrouw haalt hem echter over
niet te vluchten, dat zou immers schuld beke-
nen zijn! Hij wordt gearresteerd en ter dood
veroordeeld.
Den dag zelf van de executie ziet hij echter
kans te ontsnappen; den gevangenisdokter voor
zich uitdrijvend, hem dreigend met een revol
ver, die zijn vroegere kameraden in zijn cel
hebben weten te smokkelen, komt hij op de bin
nenplaats der gevangenis en eischt dat men de
poort voor hem zal openen, wil men voorkomen
dat hij den dokter doodschiet.
Juist op dat oogenblik komt het bericht, dat
de executie geen voortgang mag hebben, want
dat hij onschuldig is en men den werkeiijken
schuldige heeft gevonden. De directeur roept
hem dit toe, maar hij meent dat het een truc
is om hem te vangen en als de gevangenis-
geestelijke, met het telegram in de hand op
hem toekomt om hem dat te laten lezen, schiet
hij op de geestelijke, die den directeur nog toe
roept: „Open de poort voor hem" en zoodra dit
is geschied en de gevangene in vrijheid is, valt
de geestelijke dood neer.
Dan volgt een wilde jacht op den voor wer
kelijk aan moord schuldige; zijn jong vrouwtje,
die zichzelf de schuld geeft van alles, omdat zij
hem den raad gaf niet te vluchten, wil hem niet
verlaten en samen rijden zij in een auto op de
grens toe. Onderweg wordt hun baby geboren,
waardoor ze eenige dagen oponthoud hebben,
maar nadat ze de baby bij de zuster der jonge
vrouw in veiligheid hebben weten te brengen,
vervolgen zij hun vlucht om, vlak voor de grens
door de hun achtervolgende politie ingehaald
en beiden doodgeschoten te worden.
Men ziet een droef verhaal, dat echter weer
eens wijst op een wondeplek in onze maatschap
pelijke toestanden, die onbarmhartig steeds het
„eenmaal gestolen, altijd een dief", laten gelden,
in plaats van den medemensch die zich wil be
teren nog een kans te geven.
Sylvia Sidney en Henry Fonda spelen de
hoofdrollen voortreffelijk en volwassenen, die
niet per sé van de film vroolijkheid verlangen,
kan deze film worden aangeraden.
In het voorprogramma een mooi» gekleurde
film over Noorwegen en de Lappen en 'n even
eens gekleurde teekenfilm: „De Jonge Zee
hond."
Het tweede deel van het filmwerk „De Indische
graftempel", getiteld „Het monument eener
groote liefde" brengt ons in dezelfde sfeer als
verleden week, toen we met „De Tijger van
Eschnapoera" kennis maakten.
Onmiddellijk en ditmaal de geheele film wor
den we naar de geheimzinnigheden van Britsch-
Indië gevoerd.
Het relaas wordt voortgezet. De Maharadja
van Eschnapoera, goed volgehouden gespeeld
door onzen landgenoot Frits van Dongen, heeft
een zeer mooie vrouw, die niet uit liefde met
hem is getrouwd. Zij verlaat hem met een Eu-
ropeeschen minnaar. De maharadja zoekt haar
overal in Europa. Maar tevergeefs.
Tenslotte vindt hij haar in Bombay, waar zij
als danseres optreedt. Zij wordt naar Eschna
poera gebracht in het paleis van Suragani, een
hoveling, die veinst de vriend van den Maha
radja te zijn, maar hem in werkelijkheid tracht
te onttronen. Er ontwikkelt zich nu een spel
van Oostersche Intriges en opstanden en moor
den, waaruit de vrouw van den Maharadja ge
louterd te voorschijn komt en haar ontrouw
met vreugde door den dood boet. Een stel
Europeanen, waaronder Theo Lingen, is in 't
geheel verwikkeld. Theo Lingen brengt vroolijk
heid in het geval door middel van zijn snibbige
vrouw, zijn eigen gezicht, zijn aap en zijn olifant
Kannibal.
Bewonderenswaardig en interessant zijn de
Indische opnamen, die het nogal ingewikkelde
verhaal soms geheel doen vergeten en elke ge
dachte aan een studio op den achtergrond drin
gen. Ze zijn nog beter getroffen dan in het
■eerste deel.
De restricties, die wij de vorige week maakten
(volwassenen), blijven ook thans gehandhaafd.
Het voorprogramma is wederom kort en brengt
Folygoon's nationaal en internationaal nieuws.
Op Saratoga, de grootste renbaan van Ame
rika, spelen zich de avonturen af die in de
film van dien naam te zien zijn. Jean Harlow
en Clark Gable vormen hier voor den zooveel-
sten keer een team en eerstgenoemde deed het
voor de laatste maal van haar leven. Tijdens
het vervaardigen van de film is zij gestorven
en de film werd stopgezet. Aanvankelijk was
het de bedoeling, dat de film niet afgemaakt
zou worden, zulks uit piëteit voor de overlede
ne. De film is niettemin toch afgemaakt en
naar men zegt zou dit geschied zijn op veel
vuldig verzoek. Om de film te voltooien heeft
men gebruik gemaakt van een z.g. „doublé",
zijnde dit een actrice, die sprekend op Jean
Harlow lijkt en haar in sommige opnamen
moest vervangen. Eenige camouflages zijn bij
zulke opnamen noodzakelijk, zoodat men in
deze film dan ook niet onderscheiden kan, of
men in een bepaald geval met Jean Harlow
dan wel met haar plaatsvervangster te doen
heeft. Er zit iets griezeligs in de mogelijkheid
om een filmster na haar dood toch nog in
filmopnamen te betrekken en vanzelf rijst de
vraag, of de plaatsvervangster eveneens be
schikt over het talent, dat men filmspelers ge
meenlijk toedicht.
Wat de film zelf betreft: we zien hier Clark
Gable aan het werk als bookmaker op de paar
denrennen. Hij is een man met een breed ge
weten en veel brutaliteit en hij buit deze eigen
schappen zooveel mogelijk uit met geen ande
re bedoeling dan Jean Harlow te veroveren en
haar en haar familie gelukkig te maken. In
deze bedoeling slaagt hij meesterlijk.
De film is typisch Amerikaansch en met zeer
veel spanning wordt de inhoud ontwikkeld.
Vooral het slot heeft men extra-spanning ge
geven door de film te laten beslissen over het
>paard, dat de race gewonnen heeft.
Het voorprogramma bevat een klucht, die,
evenals de hoofdfilm, duchtig op de lachspie
ren werkt en van hetzelfde Amerikaansche
genre is.
Zoowel zij die deze week uitsluitend naar dit
theater gaan om Eenjamino Gigli te hooren, als
degenen, die voornamelijk en alleen gaan voor
Joe Petersen, hebben ongelijk, want zij zijn te
zamen het bezoek ten volle waard.
De hoofdfilm zoekt thans haar kracht nu
eens niet in een kreupel- pratenden Gigli alleen,
doch is over de volle linie interessant en inder
daad prachtig, waar het den zang betreft. De
vjijze waarop Gigli het „Agnus Dei" zingt is
werkelijk van een ontroerende schoonheid en
niet dikwijls zal men in de gelegenheid zijn, zoo
iets moois te hooren.
Daarnaast zingt hij natuurlijk ook nog eenige
andere liederen en aria's, minstens even voor
treffelijk, doch onzes inziens was dat „Agnus
Dei" van een dusdanigen klankrijkdom, dat het
een overweldigenden indruk maakte.
Een groot voordeel is verder, dat het scenario
geen aangeregen rim-ram is, maar een goed ge
bouwd spannend verhaal, waarin zoowel Maria
Cebotari, als Hans Moser en Hilde Hildebrandt
uitstekend werk leveren. Het is een onder
houdende story, afwisselend en met zorg samen
gesteld, zoodat ontvankelijke naturen menige11
traan zullen plengen om hetgeen zij aanschou
wen, al blijft daarnaast genoeg gelegenheid ove*
voor een spontanen glimlach.
Volwassenen kunnen wij deze film dan oo*
oprecht aanbevelen.
Als een bijzondere attractie is deze week de
beroemde Joe Petersen op het tooneel, die eeniS®
liederen, w.o. het bekende en populaire „Daddy
zingt. De impresario van dit wezentje zegt, d®"
het een jongen is, doch aangezien wij niet vul
len jokken en toch de identiteit niet willen ver
raden, zoo zeggen we alleen: twijfel aan
impresario's, doch in het bijzonder aan dezen-
Dit alles neemt echter niet weg, dat de zans
waarop het publiek wordt onthaald, hoogst be
koorlijk is. Het is inderdaad sublieme zang, die"
men te hooren krijgt. Een soepel, donker gein*
diep en gevoelig en in voordracht allesbehan
jongensachtig. Een stem, die tot luisteren dwihe"
en die de meest sentimenteele snaren van
J"
innerlijk doet trillen. Het succes was dan
verdiend groot.
Het tooneel, dat altijd een attractie apar
in dit theater, muntte ook thans weer uit do°
de voorname aankleeding.
ook
rt
In het voorprogramma zijn voorts nog 'n L
tige Walt. Disney Mickey Mouse en de 3°°^
naals, alles bijeen een zeer beziens- en hooren
waardig programma, dat we een warme
veling kunnen meegeven. Het is de eerste f1
van Gigli, waarbij we dat zoo van harte doen-