Wat kinderen graag knutselen Een poppenhuis RADOX Den Blauwe laat zich weer gelden EEN GOED NUMMER IN DE NIEUWE REEKS 12 14 16 18 32 34 36 38 52 54 56 58 72 74 76 78 ZONDAG 27 FEBRUARI 1938 ONS PRIJSRAADSEL Het aangekondigde nieuwe snufje bleek buitengewoon in den smaak te vallen Thans een reken-puzzle Oplossing vorig raadsel Prijswinnaars Het nieuwe raadsel I li De bril van Harold Lloyd Poppenmoedertje met haar schat De grondslagen van het bieden VETWORMPJES? Kan stotteren door kruipen genezen worden? BRABANTSCHE BRIEVEN Den nuuwen veldwachter is hij ook te glad af Wie van u heeft vroeger niet eens met een poppenhuis gespeeld? En was er één spelletje denkbaar, dat aantrekkelijker en heerlijker was dan dat? Een poppenhuis met echte kamers, een echte keuken, echte kleedjes, tafels, bedje enz. Ach natuurlijk, daar heeft u allemaal mee gespeeld! Maar.heeft u wel 'eens zelf zoo'n pop penhuis gemaakt? Neen? Maar weet u dan wel, dat het maken nog haast prettiger is dan het er mee spelen en dat je bovendien met zoo'n eigen gemaakt poppenhuis véél leuker kan spelen, dan met een gekocht? Probeert u het maar eens met uw eigen kinderen, gaat u eens met hen samen aan den gang om er een te maken en ik ben er zeker van, dat het suc ces heeft. U begint met een langwerpig, houten kistje te nemen, liefst niet al te diep en zóó van af metingen, dat er vier vertrekken uit kunnen. Het kistje wordt op een langen zijkant gezet, zoodat de open kant naar voren staat. Nu spij keren we in het midden van de binnenzijkan- ten twee latjes, om het middenplankje (dat boven- en benedenverdieping moet scheiden) op te laten steunen. Voor dit middenplankje kunt u de deksel gebruiken, die u dan echter even op maat moet afzagen, of, als u het pop penhuis van boven open wilt hebben, neemt u de bovenplank er voor. Boven- en benedenver dieping worden nu in twee afdeelingen ge splitst door tusschenschotten van karton. Hier toe nemen we twee stukken karton, welke als lengte de diepte van het poppenhuis hebben en als breedte iets meer (eenige millimeters), dan de hoogte van een verdieping. Doordat de kartonnetjes iets te hoog zijn, kunnen we ze recht op inschuiven en blijven ze tusschen zol dering en vloer ingeklemd staan. De boven verdieping verdeelen we in twee even groote vertrekken, maar van de benedenverdieping maken we één groot vertrek en één klein (dit is de keuken). Het poppenhuis ziet er nu dus als volgt uit: a is houten steunlatjes. b is huiskamer. c is keuken, d en e is slaapkamers. Alvorens u de kartonnen tusschenschotten in zet, raad ik u aan, het hout glad te schuren met grof schuurpapier, anders zouden de kin deren splinters in hun handen kunnen krij gen. En nu verven we den buitenkant met wa terverf. Daarna geven we de muren van de verschillende vertrekken kleurtjes. U kunt bijv. de keuken wit maken, de zitkamer helderblauw, de slaapkamers rose en lichtblauw. Of wanneer u dit niet te moeilijk vindt, kunt u de muren ook met vroolijk papier beplakken. En nu gaan we het huisje verder inrichten. We beginnen met de vloeren, die we in de ka mers bruin kunnen verven en in de keuken wit met rood (om tegels te imiteeren). Daarna ma ken we voor de kamers groote kleeden en even tueel ook kleine. Dit kunnen we het beste doen bijv. van jute, dat we met kleurige wol bewerken. Het kan echter ook van gewoon pa pier gemaakt worden, dat u beschildert. Van karton of papier vervaardigen we schil derijtjes en andere muurbekleeding. De meu beltjes maakt u het handigst van dun karton, dat echter wel stevig moet zijn. Wanneer u de kinderen hier even mee opweg helpt, fantasee- ren ze uit zichzelf steeds nieuwe voorwerpen er bij. Alle meubels zijn uit karton te vervaar digen. Een tafel bijv. knipt u gewoon met uit geklapte pooten, die aan het blad vastzitten; de pooten buigt u dan om en de tafel kan staan. Voor de stoelen doet u precies hetzelfde, maar de leuning moet dan apart aangeplakt worden. Om een bed te maken, knipt u het handigste den heelen buitenrand met de pooten aan elkaar vast en plakt dan de matras er apart in. Dekentjes, kussentjes, tafelkleedjes, kopjes, vaasjes enz., het is allemaal uit oude lapjes, kraaltjes, papier en alle mogelijke andere din gen te vervaardigen. En nu de bewoners zelf! Hier heeft u ver schillende kleuren wol voor noodig. Het lijf je maakt u, door witte wol om vier vingers te wikkelen, tot het de goede dikte heeft. Het eene uiteinde omwikkelt u met rose wol en dit stelt dan het gezichtje voor; het andere uiteinde deelt u in tweeën en dat zijn de bee- nen, die u bijv. met groen omwikkelt. De ar men maken we net als het lijfje en óók van witte wol. We halen dit door het bovenlijfje heen en omwikkelen de armen met rood, de handjes met rose. De schoenen kunt u het best krijgen door lak om de been-uiteinden te smel ten en in den goeden vorm te kneden (de zool vooral plat, zoodat het poppetje kan staan!) Het gezichtje, het broekje, jasje of jurkje kunt u nu zelf van wol er bij maken. Heeft u tenslotte een heele poppenfamilie gefabriceerd, dan kan het huis bewoond wor den. Dames, probeert u eens om met uw kinderen zoo'n poppenhuis te maken, u ziet, het is niet moeilijk! MARYE Dat was dus de vorige week een onzer aan gekondigde nieuwe snufjes. Of het in den smaak viel? We meenen het wel te mogen con- stateeren uit het feit, dat onze puzzelende vrienden weer in flinken getale opkwamen, en dat velen hun tevredenheid of ingenomenheid in diverse vormen te kennen gaven. We citee- rcn een daarvan: „Aantrekkelijk, vernuftig en aardig, Een plaats in de puzzle-reeks waardig. We wenschen dus, dat van dit slag, Menig nummer nog uitkomen mag, Met dezelfde geestige zetten, Die je dwingen, goed op te letten." 'Een tweede exemplaar uit de nieuwe snuf jesrubriek komt vandaag aan de orde. „Ver andering van spijs doet eten", nietwaar? Vullen we de gegeven figuur op de navolgende wijze in: kkgrmsthr enaooteee marsellle eadedeefd 1- peterrte dan geeft de middelste horizontale rij de Fran- sche stad Marseille, terwijl de 9 woorden van 4 letters zijn: Keel knap gade roet mode ster teer heft en rede. De zes uitgeloofde prijzen werden door het lot toegewezen aan: B. J. van Hees, Madura - straat 86II, Amsterdam-Oost; B. de Man, Schuttersbergweg 49, Arnhem; mej. M. Schal ken, Zadelstraat 37, Utrecht; G. Schellekens, Dakelscheweg 57, Helmond; mej. A. W. M. Tack, Wagenweg 1 rd, Haarlem; N. J. Ursem, Tuinstraat 58, Alkmaar. Deze week geven wij een rekenpuzzle volgens bijgaand schema: In vierkant I is de som der 4 getallen: in de bovenste horizontale rij 60. in de tweede horizontale rij 140 (80 meer), in de derde horizontale rij 220 (weer 80 meer) in de onderste horizontale rij 300 (weer 80 meer) Samen 720 Nu is de vraag: de 16 gegeven getallen zoo danig in het vierkant II over te brengen, dat men in alle 4 horizontale rijen èn in alle 4 vertikale rijen èn in de beide diagonaal-rijen overal, dus tot 10 maal toe, eenzelfde som ver krijgt, welke som dus het 4e deel van 720 of 180 moet zijn. Bovendien is er nog een tweede lastige voor waarde: voor de gegeven getallen zijn de cijfers 1 tot en met 8 gebruikt; elk dier cijfers moet nu in de 4 horizontale, de 4 vertikale en de beide diagonaal-rijen éénmaal voorkomen, zoo dat er voor meerdere malen eenzelfde cijfer in een rij geen plaats is. We maken er even attent op, dat dus de 4 getallen in de diagonaal-rij van links boven naar rechts beneden op hun plaats kunnen blijven: immers, elk der 8 cijfers is daar éénmaal present, en de som der getallen is 180. Onder de inzenders van een goede oplossing worden weer zes fraaie prijzen verloot. Oplossingen worden tot Donderdagmiddag 12 uur ingewacht bij den heer G. M. A. Jansen, Ruysdaelstraat 60, Utrecht. Het is bekend, dat artisten behooren tot de meest bijgeloovige menschen. Zoo beschouwt de bekende filmspeler Harold Lloyd zijn bril, waar voor hij indertijd een kwart dollar heeft betaald, als een talisman, waaraan hij zijn geluk en voor spoed te danken heeft. Hij zou dezen bril voor geen geld willen missen en hij is zoo bang hem te verliezen, dat hij hem voor een bedrag van 25.000 dollar heeft verzekerd. §s li .iïiiï:!:;/?.:. -hi Na de behandeling van het één in een kleur- openingsbod volgde de bespreking van de meest voorkomende antwoordbiedingen, n.l. 1 m. S. A„ 2 in dezelfde kleur of opvolgend bod in een andere kleur. Zooals u zich zult herinneren, is de voor waarde voor een openingsbod van één in een kleur het aanwezig zijn van een biedbare kleur, benevens 34 topslagen, waaronder tenminste 2Vz primaire topslag. De partner heeft dan de keus tusschen een positief en een negatief ant- woordbod. Negatief is: 1 S. A. of 2 in dezelfde kleur. Positief is: ieder ander bod. Een negatief bod moet gedaan worden met ten minste 1 en ten hoogste 2 topslagen. Dit beteekent, dat men met 1 topslag soms mag passen en dat men met 2 topslagen soms po sitief mag bieden. In beide gevallen moet de kaartverdeeling den doorslag geven. Met meer dan 2 topslagen (gecombin. P. T. S. en S. T. S.) moet men altijd positief bieden. Indien men negatief moet bieden, heeft men dus de keuze tusschen 1 S. A. en 2 in dezelfde kleur en deze keuze wordt bepaald door het al of niet ontbreken van troefsteun. Wanneer men in de door den partner geboden kleur, een 4-kaart heeft, of een 3-kaart, waaronder tenminste de vrouw, moet men het 2-in- dezelfde-kleur-bod kiezen en anders het 1 in S. A.-bod. Na deze korte recapitulatie kunnen we er toe overgaan het positieve antwoordbod volledig te behandelen. Voor het gemak zullen we de diverse moge lijkheden eerst opsommen en daarna de betee- kenis er van uitleggen. Ie. Het opvolgend antwoordbod in een ande re (dan door den partner geboden) kleur. 2e. Het enkele sprongbod in S. A. of de door den partner geboden kleur. 3e. Het enkele sprongbod in een andere kleur. 4e. Ieder ander meervoudig sprongbod. Het normale en meest voorkomende ant woordbod is natuurlijk het onder le genoem de. Dit bod gaat op de uitnoodiging van den ope ner in en is dan ook een matig forcing, dit wil zeggen, dat de opener na dit antwoordbod niet mag passen, maar tenminste nog een maal moet bicden. De vereischten voor een dergelijk antwoord bod zijn: minstens 2 topslagen en een biedbare kleur. De onder 2e genoemde categorie-biedingen hebben één ding gemeen, n.l. dat er geen bied bare kleur aanwezig is. Het aantal topslagen is echter twee of meer, zoodat het 1 in S. A.- bod niet in aanmerking komt. Er moet echter toch een positief antwoordbod gegeven worden en daarom volgt een sprongbod met S. A. of in de door den partner geboden kleur. Dit laatste mag alleen geschieden met sterken troef steun. (B. x x x of 3-kaart met 2 honneurs). De onder 2e genoemde biedingen duiden geens zins op grooter kracht dan de onder le ge noemde. Een voorbeeld zal wellicht nog meer spreken. De opener Z. heeft de volgende kaart.: Sch.: A. V. 10 9 x H.: x x R.: A. H. x KI.: x x x Als Noord de volgende kaart heeft: Sch. xxx H.: H. B. x R.: V. 10 x x KI.: A. V. x moeten de biedingen aldus verloopen: Zuid: 1 sch. 3 sch. Noord: 2 S. A. 4 sch. Als Noord echter de volgende kaart heeft: Sch.: x x H.: A. V. x x R.: B. x x KI.: H. 10 x x Meng slechts geregeld wat Radox door Uw wasch- water en binnen korten tijd zijn ze verdwenen. Bij apothekers en erkende drogisten f 0.90 per pak en f0.15 per klein pakje. moet het bieden aldus gaan: Zuid: Noord: 1 sch. 2 H. 2 sch. 2 S. A, 3 S. A. Noord kan echter ook een dergelijke kaart hebben: Sch.: H. x x x H.: x x x x R.: V. B. x KI.: A. V. De biedingen verloopen nu als onderstaand: Zuid: 1 sch. 4 sch. Noord: 3 sch. U ziet hierin duidelijk het bovenvermelde principe tot uiting komen. In de onder le en 2e genoemde gevallen stemmen de voornaamste systemen overeen, zoodat ik tamelijk uitvoerig kon wezen. Ten aanzien van categorie 3 en 4 bestaan echter meer meeningsverschillen, zoodat u mij eenige vaagheid niet euvel moet duiden. De onder 3e genoemde biedingen behoeven niet gebruikt te worden om den partner te dwingen nog iets te zeggen, aangezien de on der le vermelde biedingen reeds eenmalig for cing zijn. Het enkele sprongbod moet dus een andere bedoeling hebben, n.l. het garan deert de manche en is tevens een s 1 a m- signaal. Slechts wanneer u dus een gerecht vaardigd vermoeden hebt, dat er een slam in zit, is het enkele sprongbod in een andere kleur verantwoord. De biedingen onder 4e bedoeld komen niet dikwijls voor. De juiste methode om ze te be nutten is, om slechts bij ongewenschtheid of onmogelijkheid de onder le, 2e of 3e genoemde biedingen te benutten, een bod te doen, dat ge baseerd op het minimum, dat de opener moet hebben, het maximum aantal slagen aangeeft, dat men meent te kunnen maken. Voorbeeld: Sch.: xxx H.: A.V.B.XX R.: xx KI.: A.V.B. W. N. Z. Sch.: x U x x -*• R.: A. V.B. 10 X x X x KI.: x x Het bieden verloopt dan als volgt: W. O. 1 Harten 4 Ruiten 5 Ruiten Pas P. H. A. TUIN. Het biophysische instituut van de universi teit te Michigan heeft een afdeeling gesticht, waar het stotteren van kinderen bestudeerd en volgens nieuwe methoden genezen wordt. Uitgaande van het wetenschappelijke onder zoek, dat het stotteren veroorzaakt wordt door bepaalde zenuwprikkelingen in de hersenen, die weer door gezwollen bloedvaten teweeggebracht worden, zijn de beide professoren, die zich met de leiding van het instituut belast hebben van meening, dat de bloeddruk in de hoofden der kinderen, die stotteren, sterk verminderd en over het geheele lichaam verdeeld moet worden. Zjj hebben geconstateerd, dat deze toestand intreedt wanneer de kinderen niet loopen, maar kruipen. De beide specialisten laten daarom de kinderen, die aan hun zorgen toevertrouwd zijn, op handen en knieën kruipen en beweren dat op deze wijze spoedige genezing intreedt. „Zoudt U misschien even dit sarctmen- blikje willen openen until ui iiiHiiiiii ii ilium mi in i iiiiii ilium in i ui min i in nu in iiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiii in iiiuiHiii mi Hiiiiiii mui UL VENHOUT, 24 Februari 1938 t Amico, Meer en meer gaat den Blaauwe z'n eigen op z'n ouwen dag ontpoppen als 'nen eersten klas zakenman. Op „z'n ouwen dag", da's bij manier van spreken! Want al twintig jaren staat ie stil in z'nen „groei". 't Is of den tyd gin erg in hum heeft. Hy blyft even mager, peezerig, van geiyke haarkleur als alty. Nooit is ie éenen dag mankeerend, 'k heb *m zelfs nooit verkouwen gezien. En z'n Antje, dat vyftien jaren jonger is dan hy ge weet, hij is heuren tweeden man z'n Antje is weer „zoo". Om 't jaar wordt ie Opa en pappa, soms valt 't samen en 't strijkt allemaal langs z'nen jas, als den wind deur z'n rosse haarstekels. Deur de tijdsomstandighedens en 't steeds ge dijen van z'n huishouwen moest ie wel z'n in komen gaan opvoeren. Want, ochèrm, z'n ge- doeike is nie groot èn da's 't veurnaamste: hy is in z'n hart ginnen boer! Veur dieën stiel is ie te ja, hoe zal 'k dat nou zeggen? is le teromantiek, zal 'k er maar van ma ken! 't Mot bij hum allemaal rap gaan en mee 'n bietje fantasie. Heeft ie overg'ouwen uit de jaren dat ie huisde op z'n „kasteel" mee zijnen kuster, z'nen jachthond, waarmee ie op stroop tocht uittrok. Uit de jaren, dat ryksveldwach- ters, marechaussees en den Jaan op 'm jaagden in onze bossclien, op den eigensten oogenblik dat den Blaauwe aan 't stroopen was onder den Bels! Uit de jaren dat bij den Officier van Ju stitie op éénen mergen binnenkwamen rapporten van de rykspolitie over den Blaauwe, meldende zijn strooperyen mee den lichtbak onder Ulven- hout, in den avond van den zeuventienden De cember tusschen 21 en 23 uur èn.... 'n verbaal van den gendarm onder Strijbeek, weugens 't loopen over verbojen grond (die vol mee strik ken stond!) opden eigensten 17den Decem ber om22 uur! Mee 't gevolg, dat den officier eerst 'ns in z'n haren krabde en dan heel z'n politiemacht by 'm liet komen om ze zwart te schelden! En toch dat kan ik oe nóu wel zeggen: tóch had de politie nie geslapen. Maar den Blauwe was veul beter wakker Hy jaagde toen impersant op 't weduwvrouw- ke Antje Bogers, wier hypotheekrente hij be taalde mee z'nen jachtbuit en zoo kwam hy aan 'n goei wefke en de politie aan 'nen das! Ja Janus heeft in z'nen veldwachterstyd wat afgetobd mee dieën Blaauwe! Ge zou 't nie zeggen nou, nou ze allebei grootvaderen over de eigenste kleinkindersNou ze, na zooveul jaren bitteren stryd, familie van mal kaar wierden! Den Jaan is ondertusschen mee pensioen ge gaan en den Blaauwe beloofde z'n Antje om niemeer te stroopen. Maarde tijen wierden alty slechter en nog alty liep 't geld over den grond in den vorm van hazen en konynen....! En zoo is er dan óvernuuw oorlog uitgebro ken tusschen den Blaauwe en den veldwachter, den opvolger van den Jaan! wy wisten van niks. Maar Zondagmiddag, als we in de Gouwen Koei zaten, veur 'n potje prop, dan kwam den aap uit den mouw. 't Wou maar nie vlotten mee 't kaartspul! Den Blaauwe en den Jaan waren veul laat. Nou was den Joost uit Oosterhout wel afgekomen, ge kent 'm wel, dat weduwmanneke, ongeslagen weareldkampioen op de(onee, dat zeg ik er nooit bijreiziger, op de fiets, in worste- rijen. Maar toen waren we nog pas mee z'n drieën! En proppen mee drieën is veur den Fielp 'n citroentje zonder suiker. Daar begint ie nie aan. Eindeiyk kwamen ze af, de twee opa's. Den Blaauwe droeg 'n groot vierkant ding en den Jaan liep aan den kant van den Blaauwe, waar ie dat ding droeg. Ge kost op 't eerste oog al zien, dat ze iets weerdevols droe gen, vooral, omdat 't weerdevolle, vierkante ding verpakt zat in 'nen halven jaargang dag- blajen en veul touwwerk. „Kunnen guilie soodetjuu nog nie 'n bietje later komen, hezelsteenen?" foeterde den Fielp, als 't span binnenkwam. „Nen goeienmiddag samen," groetten ze en ze zetten 't weerdevolle ding samen veurzichtig in den hoek, achter de plaats van den Blaauwe. Den Fielp was wel 'n bietje-n-op z'n teentjes getrapt, dat ie zoo vierkant genegeerd wierd, maar van den anderen kant was ie toch veul nuuwsgierig naar dat pakket ip al die kranten! „Ik zeg, kunnen guilie nog nie 'n bietje later komen?" vroeg ie weer, z'n oogen op 't pak ket gericht. „We hebben oe wel verstaan," zee den Blaauwe: „maar we meugen dat toch zekers wel efkes wegzetten, edelachtbare." ,,'t Is van meer belang dan jouwen stokkaar ten," bromde den Jaan, die z'n eigen, sinds z'n familieschap mee den Blaauwe veul sterker voelt teugenover den Fielp. „Wat zit er toch in, in dat pakket?" vroeg den Joost. Toen ging den Blaauwe zitten, den Jaan, als 'nen particulier-secretaris, naast 'm en einde lijk sprak den Blaauwe: „daar zit 'n weerde in, veur tien, twintig duuzend gulden." „Als ie écht is," vulde den Jaan aan. „En dat is ie," zee den Blaauwe mee kalme overtuiging. „Hij is zoo echt als gy maar echt kunt zijn, Jaan!" „Is 't 'nen nuuwen handel, Blaauwe?" vroeg ik. „Sjuust bekeken, Dré. Naast m'n verkensfok kerij, braandstoffen, limonades, schietbogen en auto's, doe 'k teugenwoordig ook in kunst en antiek." „Hautoows," vroeg den Fielp, in rose ver wondering. „Hauto's," zee den Blaauwe zelfverzekerd: ,,'k heb er van de week nog een gekocht." „Oeveulpersoonswagel?" vroeg den Fielp. „Dat zou 'k nog 'ns na motten tellen," zee den Blaauwe: „maar ik schat wel als gy er in zit, Fielp, dat ie rijkeiyk vol is." „Is 't 'n toesieterke?" vroeg den Joost. ,,"n Toeschieterke? Neeë" zee den Blaauwe: ,,'t is gin zuiver ras. In z'n soort is 't 'nen riool terriër, 'n kruising, tusschen Ford en Schudden- Beeker." „Maar Blaauwe," zee ik: „gy hebt toch gin rybewys?!" „Jawel, Dré! Dat zat er in. In 'nen zak naast 't roer." „Dat telt nie, man! Dat mot op oewen eigen naam staan. Daar mot g'eerst 'n ry-examen veur afleggen." „Sjisses, Dré, ik staai van jou te kyken," zee den Blaauwe verwonderd: „tuurlyk, als dat ding op mijnen eigen naam stond, 't was veul makkelyker, maar jagen mee 'n jachtacte is gin kunst!" „Dus ge gaat er zóó mee rijen?" „Neeë, ik koop 'n auto om er naast te loopen, is 't noü goed?" „Maar ge krygt er 'nen oop belasting hop, witte da?" yroeg den Fielp. „Jawel, Oome Fielp, als ik tenminste zoo grotsch was om 'm aan de groote klok te han gen! Maar veurloopig hee ginmensch daar z'n snotkoker in te steken, man!" „Wat hebt ge 'r veur betaald zonder nuuws gierig te zijn?" vroeg den Joost. „Drie rijksdaalders," zee den Blaauwe. „Loopt ie op benzine?" vroeg ik lachend. „Neeë," gaf ie ten antwoord: „hy loop op turf en anthraciet. Ge stookt 'm sjuust als de platte- buis." „Hallee," zee den Fielp op 't end, als we klaar waren mee lachen: „hallee, laten we nou maar gaan proppen, 't is heenen bonk leugens wat ie vertelt!" „Om den hier-en-gunderwijd nie," zee den Blaauwe gepikeerd! „Ga naar mijnen erf, daar staat ie, meelbobberd! En nou zal ik juiliemaar efkens uit den droom helpen: ik had dat ma- chien gekocht om 't af te tuigen, de onderdeden veur 'n tientje van d' hand te doen en op 't on derstel 'n bak te bouwen, om er pulp en mest mee te ryen. Zooiets had ik noodig. Maar toen 't stoommachien eenmaal op onzen erf stond, had Antje er zo'n plazier in, da 'k er hier en daar nuuwe ramen in gezet heb, de ergste but sen weggeklopt en 'm streek groenen verf heb gegeven. Antje hee 't zeegras van de kussels weer naar binnen gestopt en de scheuren dicht genaaid en nou zal ik probeeren om 'm aan 't ryen te brengen ook. Antje hee daar nou een maal leut in, dus zal 't gebeuren ook!" „Als guilie uitrydt, motte me toch 'ns waar schouwen, Blaauwe?" vroeg ik. „Welneeë," zee-t-ie: „ge zult me vaneigens wel zien, Dré. Ik kom oe dan ommers afhalen mee oew Trui. om mee te gaan toeren!" Ik hoop één ding, amico! Da 'k niet thuis ben, als dat groene gevaar-op-wielen ooit voor m'n deur komt! „En daarin" ik wees naar 't geheimzin nige pakket: „wat zit daar toch in, Blaauwe?" Terwijl ik dat vroeg, kwam er iemand binnen in de Gouwen Koei en de snelle eekers-oogen van den Blaauwe schoten efkens rap over my- nen schouwer. Toen keek ie my veulbeteeke- nend aan en zee: „Nou deelt de kaarten 'ns, Fielp!" Ik keek 'ns omden veldwachter! Straf keek den Blaauwe in de kaarten, die ie prontjes stak: „Oem nou," zee-t-ie: „ik heb 't al gezien!" „Piek," zee den Fielp! Natuuriyk! „Goedenmiddag, Heeren," groette den (nog alty) nuuwen veldwachter. „Middag," zee den Fielp, zonder 'm aan te kijken. „Gij zoo.... op oewen kuier?" vroeg den Blaauwe. Hy bedoelde: „Gy in de Gouwen Koei?" Want deuzen model dienenden Holland sehen diender hadden we nog nooit hier in onze „soos" gezien. „Ja, ik," zee-t-ie: „ik moet jou even spreken, Bastiaansen." Toen, beteekenisvol: „dat kan zeker wel, hè?" „Neeë," zee den Blaauwe: „da kan nie. Als wy proppen, willen we gin van allen gestoord worden, Janssen-mee-twee-essen." Ja, amico, den nuuwe heeft ooit zoo zijnen naam opgegeven, dus dat blijft zoo „Zoo is 't zee den Fielp, mee edelachtbaar- ste houding": „komde gij nog maar 'ns terug, Janssen, als de loopers huitgelegen zijn." „Ja, maar 'tis foor dienst, meheer Beeckers," zee Janssen salueerend. „Dienst??" vroeg den Fielp mee 'n schrik- kelyk vies gezicht: „dienst?? Op Zondagmid dag?? Nooit ge-oord van den Dag des Eeren? Janssen?" „Jewèl, meheer Beeckers, maar polietsie- zaeken zijn polietsiezaeken, nietwaer?" zee- t-ie zoo beleefd meugeiyk. „Ten heerste," sprak den Fielp in al z'n weer- digheid: „ten heerste zyn 't gin polietsie-zyken, maar pliesiezaken, man, leer toch fatsoendelyk Hulvenoutsch! En ten tweede: ouw ik nie van 'nen grooten mond van m'n hondergeschikten. Ik ben nog halty den Loco, verstaan? Janssen?" Sodepetat, amico, als den Fielp zóó is, is ie altij op z'n best. 't Is toch zo'nen prima veur- zitter! „Allee," zee den auto-racer: „wat ge me te vragen hebt, Janssen kunt ge nou wel efkes doen. Veur m'n kameraads heb ik gin gehei men, man." „Ik heb vanmiddag honderd zevenendertig strikken geteld en weggenomen," zee den Nuuwe. Ik zag aan den Blaauwe z'n gezicht (ge mot 'm lang en goed kennen om iets aan z'n gezicht te zien) dat ie inwendig kookte over deus ar- beidsvernieling. En...., dat er nog veul meer strikken uitstonden „Wat heb ik daar mee te schaften?" 7roeg den Blaauwe. „Men zegt, ze zyn van jouw „U," dikkerteerde den bakker. „Perdon, van uw maaksel," zee Janssen. „Jongens," zee den Blaauwe (hij scheen veul belangstelling te hebben veur de nie-ontdekte strikken). „Jongens, ik mot daiyk gaan kyken mee hum, om.... eh.... om dengene die da gezeed hee efkens in tweeën te schuppen. Gade mee, Janssen? Over 'n half uurke ben 'kverom! Jaan past goed op 't schildery!" ,Da's dus," zee den Joost: „Verkens, schiet bogen, turf, sloffen, anthraciet, limonade, auto's schilderyen, antiek en wild; 'k mot zeggen, den Blaauwe hee uitgebreide affaires!" „Als ge ook zo'n groot huishouwen hebt," excuseerde den Jaan. „Dus gy weet er meer van, Janus?" vroeg ik. „Tweehonderdzeuventig staan er uit," zee den Jaan zachtjes. Amico, wat moest ik stillekes m'nen lach verdouwen yeur dieën goeien Jaanl Op leven en dood had ie vroeger den blaau- wen strooper nagezeten bij nacht en bij onty. Nou nou geloof ik vast dat ie, na z'n pen sioen en z'n .medeplichtig" grootvaderschap, ook meedoet in den Blaauwe z'n vernuuwde strooperijen Den Fielp knipte naar my 'n oogske. Hum ging denzelfden gedachtengang deur den kop. „Zeg Jaan," vroeg ie: „Wat zit 'r toch in dat pakket?" ,,'Nen echten Vincent van Gooi," zee den Jaan fluisterend. „Van Goch?" vroeg ik. „Kan ook wel," zee Janus. „Hoe witte dat ie echt is, Jaan?" Toen trok ie 'n gezicht van mottemyhebben en zee: „Omdat 't er mee groote letters onder staat, wat dochte dan?" „En hoe komen juilie aan dat ding?" „Vraag hoe den Blaauwe aan alles komt! Maar écht is ie!" „Wie?" Dieën van Gool-of-hoe-heet-ie." „Hebt ge 'r 'n certificaat by, Jaan?" „Van den dokter? D'n Vincent is nie ziek, man!" „Neeë, dat weet ik. Hy is al lang dood, den sukkelèèr!" „Oem," zee Janus: „Oem! Da's beroerd! Dus we kunnen 'm nergens nie meer vragen!" „Wat hee den Blaauwe-n-er veur betaald?" „Gin cent! Hij is tusschenpersoon. Condities: Alles wat ie er van maakt boven de duuzend guldens, is veur den Blaauwe!" „En op hoeveul schatten juilie t ding?" ,,'t Mot tien, twintigduuzend gulden weerd zijn, maar den Blaauwe zee: Veur vijfduuzend gaat ie er ook uit!" Den Fielp wierd peers van 't lachen. „Dan is 't ook tijd, dat den Blaauwe 'nen rolls royce haangeschaft hee," brulde den bakker. Toen kwam den Blaauwe verom. En mee 'n knipoog naar den Jaan, zee-t-ie: „Den strop valt nog mee....!" Den nuuwe zat er dus al „in", amico!" Dieën Blaauwe? 'tis men gèève! Maar als zynen wagel ooit tot ryen komt, of wanneer ie veur zynen echten „van Gooi" ooit 'n slachtoffer vindt, dan hoort ge 'r nog wel iets van, amico 1 't Is 'nen tiep. Veul last van voctenvegen heeft le nie. Maar als ie 't 'ns doet, dan doet le t op 'nen stapel watten. En secuur! Kom, ik schei er af. Ge had in langen nie van den Blaauwe ge hoord, maar ge kunt gerust zyn, hi) is nog alty op UIvenhout te zien „in volle werking"i Veul groeten van Trui, Drc III en als alty gin horke minder van oewen tA.v. DRÉ.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 7