Indische begrooting verder
in behandeling
Roman van
Ziekenhuiswezen
EEN PRINSES
Minister Weiter
spreekt
WOENSDAG 2
MAART 1938
TWEEDE KAMER
Dat het „Plein" over „Buitenzorg"
zou heerschen, is in strijd
met de werkelijkheid
De economische band
is hecht
Zwakke plekken
Politieke toestand
bevredigend
DOOR CHARLES GARVICE
De afgevaardigde Effendi
Politieke vrijheid
Economische samenwerking
Kolonisatie
Werkloosheidscijfers
Mededeelingen over de eerste
verslagweek in Februari
GEEN STANDBEELD VOOR
H. M. DE KONINGIN
WIE WAS DR. ARIËNS?
N.S.B. voorlichting
Steun goedgekeurde
pootaardappelen
Nieuwe regeling thans vastgesteld
Bijzonderheden over de dezen
zomer in Utrecht te houden
groote tentoonstelling
Katholiek initiatief
MET HET MES GEVOCHTEN
Jongeman te Boxtel ernstig
gewond
SALARISHERZIENING
IN INDIË
Regeling in het Staatsblad
verschenen
F abrieksdir ecteur en
in arrest
Fraude bij de Thermion-fabrieken
te Lent?
EEN PRINSELIJK GESCHENK
Meevaller voor ingezetene
van Baarn
HOOGERE ONTVANGSTEN
SMAADSCHRIFT
Administrateur vrijgesproken
ONRECHTMATIGE OVER-
HEIDSDAAD?
Nederlandsche Spoorwegen gaan
weer vooruit
UIT DE STAATSCOURANT
Plaatsverv. commissielid
Eervol ontslag
Onderscheidingen
DEN HAAG, 1 Maart 1938
Voor den eersten keer heeft minister
WELTER een begrooting van „Koloniën"
verdedigd, en wel met een deskundigheid en
een vlotheid, welke bewondering en respect
hebben afgedwongen.
Groot zou aldus de bewindsman de ver
leiding zijn, zich bij beschouwingen over den
financieelen toestand van Indië aan optimisme
over te geven. Na vele magere jaren is er. zelfs
een overschot van f 9 millioen, en dat is bereikt
na aflossingen tot een bedrag van f 8.6 millioen,
na een vermindering van den rentelast met f 25.3
millioen, na betaling inééns van conversiekos-
ten van f 35 millioen en na verlaging van den
zoutprijs. Weinige budgets in de wereld zien er
zóó gunstig uit!
Dankbaar mag geconstateerd worden, dat sa
neering mogelijk was. Ook voor 1938 zijn de
vooruitzichten niet onbevredigend, ofschoon er
Wel teruggang merkbaar is. Er zal wellicht een
klein tekort (van ongeveer f 5 millioen) ont
staan.
Tè voorzichtig zijn de ramingen dan ook niet.
Is het uitgaven-
accres sedert 1936
te groot? Er was
een stijging van
f 72 millioen, gezien
de omstandighe
den: niet onrede
lijk.
Voor de toekomst
blijft intusschen
in het financieel
beleid groote be
hoedzaamheid noo-
dig. Tenzij de tij
den beter worden,
zal de ongunst van
het wereldbestel
merkbaar zijn in
het budget van 1939 en een vermindering der
inkomsten is te voorzien, maar gelukkig be
hoeft niet gevreesd te worden, dat het inkom
sten-accres, dat zich van 1936 op 1937 vertoon
de. ongedaan gemaakt zal worden. Tot het peil
van 1935 zullen wij wel niet terugvallen: er is
iets gebeurd" in de wereld, zei de Minister.
Het ware ook wel zeer droevig, als we terug
zouden moeten naar de bezuinigings-ellende van
de perioden 1924'26 en 1931'36.
Toch zijn er nog wel enkele heel zwaklte
plekken in de begrooting. Z. Excellentie noemde
hier het eerst de stortingen in de pensioenfond
sen. 't Is intusschen de vraag, of men te zijner
tijd terug zal keeren tot het fondsenstelsel. Met
het trekken van conclusies ten aanzien van de
fondsen moet men een beetje voorzichtig zijn.
Hun positie is niet zoo ongunstig als sommigen
meenen, maar niettemin zal men in de toekomst
uiterst behoedzaam moeten zjjn met het leggen
van nieuwe lasten op de fondsen-financiering.
Voorts is daar de enorme schuld, welke maar
liefst f 1360 millioen bedraagt.
Een bedrag van 95 millioen is men ten achter
met de aflossing van vaste schuld. Als verdere
zwakke plekken wijst de minister nog op de
hooge belastingen en de defensie-uitgaven.
Professor Van Gelderen is met statistieken
wel wat onvoorzichtig omgesprongen en heeft
ook ten onrechte Nederland met Ned.-Indië
vergeleken t.a.v. de sociale verhoudingen. Tus-
schen Nederland en Indië moet juist scherp
onderscheid gemaakt worden. Volgens den heer
Van Gelderen zou van de Indische begrooting
slechts 12 pCt. voor sociale doeleinden worden
besteed, maar de minister deelt mede, dat dit
percentage minstens verdubbeld moet worden.
De conclusie omtrent de financiën moet
luiden dat de Indische financiën eerst se
dert kort in een stadium van herstel ver-
keeren. Groote behoedzaamheid is nog noo-
dig, maar een sterk land als Indië is altijd
In staat geweest zich met groote energie
uit de depressie op te werken.
Overgaande tot de bespreking van den poli-
tieken toestand mocht de minister constatee-
ren, dat deze bevredigend te noemen Js. Zelfs in
voorheen zeer nationalistische kringen ziet men
31
Doch binnen eën paar minuten had zij zich her
steld en nu was het de echte Engelsche moeder,
die trotsch op haar prachtjongen, hem hartelijk
met zijn groote promotie feliciteerde. Weliswaar
keek zij strak voor zich uit en drukte zij haar
hand tegen haar hart, toen zij vernam, dat hij
den volgenden morgen reeds moest vertrekken
haar jongen die practisch nooit van haar
zijde was geweest. Doch moedige, verstandige
Vrouw als zij was, had zij met inspanning en
Zelfverloochening een glimlach op haar liefdevol
gelaat getooverd; zij was opgesprongen en had
geroepen:
„Dan mag ik geen oogenblik verliezen, want
Ik moet al je kleeren nog inpakken Daan!"
„Tijd genoeg, moedertje," zei hij. Hij had haar
biet aan durven kijken, toen hij haar zijn plot
seling vertrek mededeelde. „Zooals ik zei, heb
ben mijnheer Mountjoy en ik vanmiddag mijn
Volledige uitrusting gekocht en die wordt in twee
hieuwe koffers aan boord bezorgd. Ik heb uit
Zijn verklaringen begrepen, dat ik daar in die
Vrarme streken mijn tegenwoordige kleeren niet
kan gebruiken: alleen mijn overhemden en een
haar jassen behoef ik maar mee te nemen."
in, dat onze leiding de beste is en dat los
making niets dan onheil beteekent.
Indië is thans een rustig land en alle Indische
diensten zijn doordrongen van den geest het
ware volksbelang te dienen. De samenwerking
van de verschillende rassen, die elkaar als
menschen waardeeren, is voorbeeldig. Hoe wei
nig toont de heer Rost van Tonningen zich een
goede zoon des lands in zijn beschouwing over
de rassen.
De belangstelling voor Indië is groeiende en
het zou niet kwaad zijn, zoo zeide de minister,
wanneer de Nederlandsche bladen periodiek
redacteuren naar Indië stuurden. De heer Ef-
fendi wérd uitgenoodigd zijn goeden wil te too-
nen door voortaan van Nederlandsch-Indië en
niet meer van Indonesië te spreken.
Met de persvrijheid blijkt het in Indië niet
kwaad gesteld te zijn. De minister deelde mede,
dat er in Indië 400 inheemsche periodieken,
dag- en weekbladen, verschijnen. Slechts een
viertal verboden zijn uitgevaardigd en deze
golden nog Chineesche bladen in hun actie
tegen Japan.
De handhaving van orde en tucht is een
primaire taak. Het simpele ideaal is rustig te
leven in dorp, stad en gezin en dit simpele
ideaal moet zooveel mogelijk worden bevorderd.
Tusschen den minister en den voorzitter der
Kamer ontstond, toen de bewindsman den heer
Effendi als den heer Roestam aanduidde, een
kleine woorden-schermutseling. „Deze afgevaar
digde heet Effendi", aldus de Kamervoorzitter.
„Maar volgens de Maleische opvatting heet
deze afgevaardigde Roestam", zeide de minister.
De voorzitter liet zich niet uit het veld slaan
en hij decreteerde „Hier heet deze afgevaardig
de Effendi", waarop de minister slechts dee
moedig te antwoorden had, dat hij zich daaraan
zou houden.
Een groot voorstander der Boven-Digoel-
kampen is Z. Exc., naar wij verder vernamen,
nooit geweest. Zoo spoedig mogelijk zal hij tot
opheffing overgaan, maar thans kan hij zulks
nog niet toezeggen.
Dat het „Plein" over „Buitenzorg" heer
schen zou, vindt volgens den minister geen
grond in de werkelijkheid. Sedert de wijzi
ging der staatsregeling van 1925 hebben alle
ministers getracht de regeling zoo loyaal
mogelijk uit te voeren. Alleen heeft de
nieuwe staatsregeling hier en daar nog .niet
volkomen ingang gevonden.
Voor de petitie-Soetardjo voelde de minister
niet veel. Hij vraagt zich af, wat zoo'n zooge
naamde Ronde Tafelconferentie zou moeten
behandelen en hij vreest, dat men op die ma
nier misschien eerder verder dan dichter bij
het doel zou komen.
Z. Exc. is persoonlijk sterk voor een zoo groot
mogelijke politieke vrijheid binnen de grenzen
van orde en tucht. Maar verwezenlijking daar
van is door de wenschen in de petitie-Soe
tardjo niet mogelijk, wijl de wijzigingen van
1925 nog niet eens behoorlijk zijn doorgewerkt.
De regeering gaat in de richting van „Indiani-
seering" en streeft met alle krachten naar
geestelijke, stoffelijke en politieke ontwikkeling
van de inheemsche maatschappij. Zeer verblij
dend noemt de minister het, dat de jnheem-
schen dit gaan begrijpen.
Tenslotte besprak de minister het economi
sche beleid. Ons economisch werk in Indië kan
den toets der kritiek glansrijk doorstaan. Door
de crisis is men in Indië gaan beseffen, dat de
economische band tusschen Nederland en In
dië hecht is. Zonder het moederland zou Indië
er financieel slecht aan toe zijn en zoo 5s het
te begrijpen dat Nederland bij Indië aanklopt
voor invoer van producten, die naar elders niet
konden worden uitgevoerd. Maar men streeft
naar evenwicht in de prestaties.
Z. Exc. toonde zich een warm voorstan
der van interesseering van Nederlandsch
kapitaal in Indische ondernemingen. Men
kan zijn geld nergens beter investeeren dan
daar en de regeering zal dan ook zooveel
mogelijk in dezen stimuleeren.
De stichting van een speciaal instituut ter
bestudeering van de uitbreiding der economi
sche samenwerking kan volgens den minister
wel gewenscht zijn, maar hij moest waarschu
wen tegen de stichting van een lichaam, dat
zou kunnen mislukken. In deze teere kwestie
is de uiterste voorzichtigheid geboden.
T.a.v. het structureele karakter der crisis
was de minister het eens met den heer Van
Poll: terugkeer naar oude toestanden is niet
mogelijk, maar Indië heeft vaak diepgaande
ordeningen laten zien. De minister noemde in
dit verband -de Londensche suiker-overeen
komst, de mooiste mondiale ordening. Noodig
is versterking en verspreiding der inlandsche
economie en daarna wordt gewerkt aan intensi-
veering.
Voor den landbouw wordt veel gedaan, maar
misschien kan er nog meer geschieden. Men
Met eenige inspanning slaagde hij er in, on
der liefkoozende aanmoediging van juffrouw
Norton iets van zijn avondmaal te gebruiken en
toen hij daarmede gereed was, stond hij op en
ging naar de deur.
„Waar ga je naar toe, Daan?" vroeg zij.
„Even naar Baker," zei hij; ik blijf niet lang
weg, moeder."
„Naar Baker?" herhaalde zij werktuigelijk,
terwijl zij naar het tafelkleed keek; dan sloeg
zij haar oogen naar hem op en beantwoordde
hij de onuitgesproken vraag.
„Ja, moedertje, dat doe ik. Zij is een goed
meisje zooals u zelf voortdurend heeft be
weerd," voegde hij er met een eenigszins ern
stig lachje bij, „en-ne 't zou wel eens lang
kunnen duren voor ik terug kom."
„Heb je er al eens met haar over gesproken?"
vroeg zij zacht.
„Neen," zei hij kortaf. „Och ik ben 't nooit met
mezelf eens geweest."
„En ben je dat nu wel, jongen?" informeerde
zij op nog zachteren toon.
Daan fronste zijn voorhoofd en stopte zijn
pijp. Hij meende van wel, maar....
„Heb je haar ooit doen veronderstellen, dat je
met haar wilde trouwen?" vroeg zij met vriende
lijken aandrang.
„Neen, niet dat ik weet," zei hij. „Neen, neen!"
volgde er dan meer beslist.
„Zou je dan niet liever daarmede wachten?"
fluisterde zij.
„Wel wel, wat een snoes van een windwijzer
bent u toch, moedertje," riep hij met denzelfden
ernstigen lach. „U heeft altijd en eeuwig Emily
helpt de boerenbevolking aan grond en irrigatie
en kolonisatie in de Buitengewesten. Dit kost
echter veel geld en energie. Men hoede zich
intusschen voor overdreven verwachtingen. Er
zal 25 a 30 jaar mee gemoeid zijn, vooraleer
men tot het gewenscht resultaat zal komen.
Als een derde van de Javaansche bevolkings
aanwas emigreert is het vraagstuk overwonnen,
maar ook door industrialisatie is de aanwas op
te vangen. De kleine nijverheid vindt bij den
minister een goede toekomst.
Steun aan de koffiecultuur zeide Z. Exc. in
overweging te nemen.
Na de rede van den minister volgden no§ de
replieken, waarbij de heer VAN GELDEREN
(S.D.A.P.) de petitie-Soetardjo nogmaals ver
dedigde en waarbij de heer VAN POLL (R. K.)
verklaarde, dat hij zich met de opvattingen van
den minister over het algemeen kon vereenigen.
Samenbundeling der volkskracht in wijze ge
bondenheid en gebonden wijsheid blijft intus
schen noodig.
De directeur van den Rijksdienst der werk
loosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling
deelt mede, dat in de week van 7 tot en met 12
Februari 1938 bij de gesubsidieerde vereenigin-
gen met werkloozenkas waren aangesloten
548.300 personen (waarvan 74.300 landarbei
ders)
Voor de 474.000 verzekerden buiten de land
arbeiders was het werkloosheidspercentage 29.3
(in de vorige verslagweek, 24 tot en met 29 Ja
nuari 1938, was dit percentage 30.3).
Voor de 548.300 verzekerden met inbegrip van
de landarbeiders was het werkloosheidspercen
tage 28.8 (in de vorige verslagweek van het 31).
In de eerste verslagweek van Februari was
het werkloosheidspercentage voor alle verze
kerden in de laatste jaren a.v. (tusschen haak
jes zijn vermeld de percentages, indien de land
arbeiders buiten beschouwing worden gelaten)
1935 35.2 (36)
1936 35.9 (36.9)
1937 21.2 (32.1)
1938 28.8 (29.3)
Bij de organen der oenbare arbeidsbemidde
ling stonden 12 Februari 1938 in totaal 449.917
werkzoekenden ingeschreven, onder wie 425.585
mannen. Van deze werkzoekenden waren er
430.867 werkloos, onder wie 412.482 mannen.
Aan het cultureele werk voor werkloozen na
men blijkens mededeeling van den directeur-
generaal van werkverschaffing en steunverlee-
ning, einde November 1937, deel:
a. cursussen 26.052; b. werkobjecten (gemid
deld) 1846; c. centrale werkplaatsen 2637; d.
kampen voor jeugdige werkloozen 2013.
Uit de briefwisseling, welke gevoerd is naar
aanleiding van aanvragen van vereenigingen
aan H. M. de Koningin, om een standbeeld van
H. M. te mogen oprichten ter gelegenheid van
Haar a.s. regeeringsjubileum, moet, naar de
Msb. meedeelt, worden afgeleid, dat het H. M.
niet aangenaam zou zijn, wanneer bij Haar
leven reeds standbeelden voor Haar zouden tot
stand komen.
Gelezen in het Nationale Dagblad:
„Het voornemen bestaat, om bij gelegenheid
van het feit, dat tien jaar geleden dr. Alfons
Ariëns stierf, de missionaris, die bijna een
halve eeuw op het missieveld (Curacao) dien
de, te zijner eer een Ariënskerk te bouwen."
r
Zooals reeds eerder werd bekend gemaakt, zal
de steunregeling voor onverkocht gebleven door
den Nederlandschen algemeenen keurings
dienst goedgekeurde pootaardappelen van den
oogst 1937 in uitvoering afwijken van de voor
gaande regelingen.
Thans zijn dienaangaande van bevoegde zijde
nadere bijzonderheden verstrekt.
De z.g. „Potersteun" zal niet meer worden
uitgekeerd op basis van de bij inventarisatie
vastgestelde onverkochte hoeveelheden, doch
over die hoeveelheden van de vóór 1 April op
gegeven voorraden, waarvan vóór 23 Juni de-
naturatie is aangevraagd.
Het ligt in de bedeoling om als potersteun uit
te keeren voor:
Export en fabriekssoorten klasse a 1.50 per
100 K.G.
Export en fabriekssoorten klasse b 1.per
100 K.G.
Export en fabriekssoorten klasse c 0.50 per
100 K.G.
zoo dringend aanbevolen en nu ik wil gaan doen,
wat u altijd zoo graag heeft gewild nu schijnt
u in eens afgekoeld te zijn."
„Omstandigheden veranderen de toestanden
dikwijls, beste jongen. Je weet niet, hoe lang je
weg kan blijven en het komt mij voor, dat 't
niet billijk is, om een meisje zoo lang te binden,
zoolang op te houden, als je in de verste verte
niet weet, hoe lang je wegblijft. Ik ben er van
overtuigd, dat ze dol op je is maar je hebt
haar nooit iets gezegd of laten blijken.Ja, ze
houdt erg veel van je, dat is zeker."
„Dat geeft den doorslag, moeder," zei Daan op
beslissenden toon; „ik blijf niet lang weg, hoor."
Zeer vlug, doch uiterst kalm stak Daan de
straat over en toen juffrouw Baker de deur open
deed, riep zij:
„Gunst, bent u het, mijnheer Daan? Nu,
het is een buitenkansje, u eens te zien te krij
gen. Emily zei gisteren nog, dat ze u in langen
tijd niet gezien had."
„Ik ben haar Dinsdag nog op straat tegen
gekomen," zei Daan op z'n rondborstige manier.
„O ja? Nu, Emily zal 't zeker erg lang gevon
den hebben," zei ze met goed gespeelde senti
mentaliteit. „Maar blijf toch niet voor de deur
staan. Kom binnen en steek een pijp op met
Baker; hij zal 't leuk vinden, dat hij u eens
ziet."
„Is Emily thuis," vroeg Daan, toen hij over
den drempel was.
„Neen," zei juffrouw Baker op ongeveinsd spij-
tigen toon. Zij is vanmorgen naar haar oom
William gegaan om een dag of wat te lo-
geeren. Zij had er niet veel zin in, maar ik heb
In de laatste aflevering van „Ons Zieken
huis", het orgaan van de Vereeniging van ka
tholieke ziekenhuizen, welke 19 Juni a.s. haar
eerste lustrum herdenkt, vinden we eenige bij
zonderheden over de reeds eerder door ons
aangekondigde groote tentoonstelling op zie-
kenhuisgebied van Maandag 20 tot en met Za
terdag 26 Juni a.s. in het Jaarbeursgebouw te
Utrecht te houden.
Deze tentoonstelling zal twee onderdeden
omvatten: vooreerst zal zij een bescheiden
maar getrouw beeld moeten geven van hetgeen
door Katholiek initiatief op dat gebied reeds
werd verwezenlijkt in Nederland en in zijne
koloniën. Maar daarnaast zal zij ook een mid
del moeten zijn om het reeds bereikte te ver
volmaken door grootere aanpassing aan de
hedendaagsehe eischen der techniek.
Zoo volledig mogelijk zal zij den bezoekers
voor oogen stellen de nieuwste vindingen or
het zoo ruime gebied van ziekenverzorging en
ziekenhuisinrichting.
Zulk een gespecialiseerde tentoonstelling
die nog nimmer hier te lande werd gehouden
zal voor alle ziekenhuizen, sanatoria, ver-
plegingsinrichtingen in Nederland en voor al
len, die daaraan zijn verbonden besturen,
medici, verplegenden van het grootste belang
zijn.
Nadrukkelijk wordt erop gewezen, dat deze
tentoonstelling ook openstaat voor alle belang
stellenden, niet-katholieken zoowel als katho
lieken.
Uiteraard zal de vereeniging, die een zuiver
ideëel doel nastreeft, gaarne meewerken aan
de vervolmaking van heel het ziekenhuiswezen
in Nederland.
Daarom zal het bestuur zich erin verheugen,
wanneer naast de katholieke ook zeer vele an
dere inrichtingen aan deze tentoonstelling mee
werken, omdat tenslotte de behandeling, ver
zorging en verpleging van lijdende en zieke
menschen daarmede is gebaat.
Een belangrijk aantal van de voornaamste
firma's in den lande op het gebied van zieken
huis-inrichting enz. hebben reeds hun mede
werking toegezegd.
De tentoonstelling zal den naam dragen
„Ons Ziekenhuis".
Het is ongetwijfeld interessant tevens er op
te wijzen, hoe het katholieke ziekenhuiswezen
zich de laatste eeuw ontwikkeld heeft, waar
over we eveneens in genoemd tijdschrift de
gegevens vinden.
In 1825 bestond er in ons land nog geen enkel
Katholiek ziekenhuis, er bestond ook nog geen
enkele verplegende Congregatie van Religieu
zen.
Na 1830 beginnen zoo hier en daar bescheiden
stichtingen te ontluiken en dan volgt lang
zamerhand die wonderbare ontwikkeling, die
nog steeds aanhoudt, ontwikkeling der Reli
gieuze Congregaties, der ziekenhuizen en an
dere inrichtingen van Christelijke naasten
liefde.
Die ziekenhuizen stonden eenige jaren ge
leden over 't heele land verspreid als autonome
stichtingen, zonder voldoende onderling con
tact.
Toen deed zich bij de zeer snelle evolutie van
het Ziekenhuiswezen in de laatste twintig jaar
de behoefte gevoelen aan meer samenwerking,
onderling overleg, aan voorlichting en steun.
En uit die gedachte, uit die sterk gevoelde be
hoefte is vóór vijf jaar de Vereeniging van Ka
tholieke Ziekenhuizen geboren.
Binnenl. consumptiesoorten v. d. klei klasse a
1.— per 100 K.G.
Binnenl. consumptiesoorten v. d. klei klasse b
0.50 per 100 K.G.
Idem voor andere gronden klasse a 1.50
per 100 K.G.
Idem voor andere gronden klasse b 1.
per 100 K.G.
Idem voor andere gronden klasse c 0.50
per 100 K.G.
Voor dezen steun zullen in aanmerking ko
men van de in klasse a goedgekeurde poot
aardappelen alle sorteeringen tusschen de ma
ten 28/55 mm, met uitzondering van de tus-
schen-sorteering 50/55 mm.
Voor de binnenlandsche consumptiesoorten,
goedgekeurd in de klassen b en c, blijft de sor
teering bepaald op 28/45 mm, en voor fabrieks-
en exportsoorten, goedgekeurd in de klassen b
en c, op 28/50 mm.
Voor de goedgekeurde pootaardappelen zal
ook de gewone voor aardappelen geldende de-
naturatievergoeding worden uitgekeerd, welke
vergoeding, voor het meerendeel der binnen
landsche consumptiesoorten van de klei, 1.50
per 100 K.G. bedraagt, en voor alle andere
aardappelen 0.90.
Voor deze denaturatievergoeding zullen ook
in aanmerking komen de goedgekeurde aard
appelen in de maat 28/35 mm.
In over eenigen tijd aan belanghebbenden te
verzenden circulaires zal een nadere uiteenzet
ting omtrent een en ander worden gegeven.
er op aangedrongen, omdat het de eerste maal
is, dat oom William haar inviteert. Baker en ik
vonden, dat zij niet mocht weigeren. Een meisje
moet er toch eens uit en een gelegenheid om
met menschen kennis te maken niet laten voor
bijgaan. Je kan nooit weten, waar het goed voor
is," zei ze als slot van haar betoog met een veel-
beteekenenden, eenigszins harden blik naar
Daan.
„Het spijt me werkelijk," zei Daan ernstig.
„Ik kwam afscheid nemen, juffrouw Baker."
„Afscheid! Waar gaat u dan wel heen?" vroeg
zij verrast.
„NaarDaan hield even op, want mijn
heer Mountjoy had hem bevolen, niemand, be
halve zijn moeder het doel van zijn reis be
kend te maken. „Ik ga naar 't vasteland mor
genochtend vertrek ik reeds; dus zal ik Emily
niet meer zien."
Ook deze moeder zonk het hart in de schoe
nen en vluchtige gedachten over een telegram
aan Emily doorkruisten haar geest; maar 't was
te laat. Zenuwachtig festonneerde zij haar blou
se en deed een ijverige poging om een vriendelijk
gezicht te zetten, evenals die andere moeder aan
den overkant van de straat.
„Wel heb ik van me leven!" riep zij met
schrille stem en een zenuwachtig lachje. „Gaat
u voorgoed weg? Nu, dan is 't zeker jammer,
dat Emily niet thuis isZooals ik zei, had ze
er niet veel zin in.... maar ja.... er is niets
aan te doen, 't is nu eenmaal zoo." In haar hart
was ze echter zoo berustend niet. ,,'t Zal haar
vreeseliik spiiten. Zal ik haar de groeten van u
Dokter: „Uw pols gaat me veel te lang
zaam 1"
Patiënt: „Dat hindert niet, dokter, ik heb
den tijd 1"
Toen een aantal jongelieden te Boxtel, na
den avond in een café te hebben doorgebracht,
Maandagavond gezamenlijk naar huis te
rugkeerde, werden twee van hen, de circa
20-jarige van E. en de 22-jarige V.,
in een woordenwisseing gewikkeld. De on-
eenigheid ontaardde weldra in 'n hevige vecht
partij, waarbij de jongemannen elkaar te lijf
gingen. Blijkbaar is bij dezen twist van messen
gebruik gemaakt, want plotseling zakte v. E.
hevig bloedend neer. Hij bleek door een mes
steek te zijn getroffen, welke de halsslagader
had geraakt. Het slachtoffer werd 'n naburige
woning binnengebracht en nadat ter plaatse
eerste hulp was verleend is hij naar het zieken
huis vervoerd. De dader was gevlucht, doch werd
in den loop van den nacht door de marechaus
see opgespoord en gearresteerd. Hij werd in
gesloten in de marechausseekazerne ter plaatse
en zal ter beschikking van de Justitie te 's-Her-
togenbosch worden gesteld. Het mes is door de
marechaussee in beslag genomen.
doen?" vroeg zij met een veelzeggenden blik, die
Daan absoluut ontging.
„Ja: doet haar mijn.... vriendelijke groeten."
Zelfs indien hij verliefd geweest was, zou hij
geen verdere boodschap aan juffrouw Baker
hebben kunnen opdragen.
Zij klemde haar lippen op elkaar en keek hem
een oogenblik aan; dan zei ze:
„Ik zal er voor zorgen. Nu, komt u niet even
binnen?"
„Het spijt me, maar ik moet alles nog inpak
ken," beweerde Daan, maar een plotselinge op
welling van oude vriendschap deed hem op z'n
besluit terugkomen en hij zei: „Enfin, 'n oogen
blikje dan, om mijnheer Baker goedendag te
zeggen."
Toen hij na een klein kwartiertje weer op
straat stond, maakte hij zichzelf wijs, dat 't hem
erg speet, Emily niet ontmoet te hebben en
thuisgekomen bekende hij z'n moeder z'n te
leurstelling; doch die moederlijke snoes van een
windwijzer slaakte een diepen zucht, die even
goed sympathie als het tegenovergestelde had
kunnen beteekenen.
„Je kan haar altijd "nog schrijvenals je
er behoefte aan hebt, Daan," zei ze.
XV
Twee jaar later zat Daan aan 'n tafel, die be
halve kisten leege en volle van allerlei
soort, het eenige meubel vormde in een ruwe
blokhut, aan de helling van een buitengewoon
hoog en onherbergzaam rotsgebergte. De zon
scheen helder, om niet te zeggen brandend door
Dinsdagmorgen ging door Nijmegen en om
geving de droeve mare, dat de nieuw gebouwde
Thermion-radiolampen fabrieken te Lent bij
Nijmegen waar twee- a driehonderd men
schen arbeiden, wegens reorganisatie zouden
worden gesloten.
Inderdaad gaan de fabrieken en kantoren,
zooals reeds gemeld, tot 3 Maart dicht en is
het personeel ontslag aangezegd tegen half
Maart en begin April.
Tegelijk gingen er geruchten over on
regelmatigheden en in den namiddag kon
van officieele zijde worden bevestigd, dat
twee directeuren, hoofden van bedrijfstak
ken der Thermion-fabrieken. nJ. E. G. J.
de R. uit Lent en K. C. R. uit Nijmegen,
waren aangehouden. Deze aanhouding be
rustte op verdenking van fraude.
Eenigen tijd geleden werd ontdekt, dat som
mige employé's radiotoestellen en onderdeelen
hadden verduisterd of gestolen.
Een der hoofdaandeelhouders wilde deze
kwestie nader laten onderzoeken. Beide direc
teuren werden daarin betrokken. Nu bleek
achteraf dat beide heeren dat onderzoek niet
zoo in de hand werkten, als wel gewenscht was.
Dit wekte achterdocht en leidde tot de con
clusie, dat beide heeren de fabriek benadeeld
hadden.
Zij werden aangehouden en zijn reeds voor
den officier van justitie te Arnhem geleid.
Bij de vele cadeaux, welke het prinselijk paar
in de afgeloopen weken mocht ontvangen, be
vond zich ook een tweetal bijzonder mooie pit-
rieten kinderwagens, waarvan er een bij was
met een draaibaar onderstel, welke afkomstig
waren uit Duitschland.
Het prinselijk paar heeft nu een dezer wagens
ten gemeentehuize te Baarn doen bezorgen met
het verzoek aan den burgemeester, om dezen
wagen aan een der ingezetenen, die van origine
Duitscher is en wiens gezin dezen wagen kan
gebruiken, uit te reiken.
In de termen hiervoor viel de heer E. Rosen
thal, genaturaliseerd Duitscher, aan wien de
loco-burgemeester van Baarn, ir. F. s'Jacob,
den wagen namens het prinselijk gezin heeft
doen toekomen.
de deur naar binnen. Wanneer hij van de groote
planteekening, welke voor hem lag uitgerold, op
keek, ontvouwde zich voor zijn oogen een land
schap en een vergezicht, dat, uit een oogpunt
van schoonheid, waarschijnlijk nergens ter we
reld zijns gelijke had. Tegenover hem was een
andere, even woeste bergketen, waarvan de
rotsklompen er uitzagen, alsof zij daar door een
of anderen reus waren neergesmeten. Tusschen
de heuvelen lag een vallei, die in tegenstelling
met de vervaarlijke rotsblokken door een goede
fee scheen te voorschijn getooverd, want zij lei
verde een aanblik op, zooals Daan nog nooit
had aanschouwd. Het tooneel was zoo boven-
aardsch mooi en tooverachtig in de lichte en
donkere partijen, door het zonlicht veroorzaakt,
dat Daan, niettegenstaande hij het reeds maan
denlang had gadegeslagen, het nooit moede was
geworden, het te bewonderen. Op slechts één
plek was de ongerepte schoonheid van de val
lei gestoord. Dat was bij de bocht van een
stroom, die juist nog binnen het gezichtsveld
van Daan lag. Een groote gemetselde brug
spande zich over de rivier en een groot aantal
mannen, in de verte weinig grooter dan mieren,
werkte aan dit geweldig metselwerk en droeg
steenen aan.
Ofschoon zelf een der bewerkers van de ver
andering in het berglandschap, betreurde Daan
het in 't begin diep. dat de heilige rust, welke
hier wellicht van 't begin 'der wereld af had
geheerscht, door de behoeften van den mensch
zoo wreed werd verstoord.
(Wordt vervolgd.)
Minister Welter
BATAVIA, 1 Maart (Aneta) Verschenen
is Staatsblad no. 106, een lijvig stuk van 500
bladzijden, bevattende het besluit van den gou
verneur-generaal van 18 Februari betreffende de
wijziging van bezoldiging en toelagen voor
landsdienaren voor het jaar 1938, benevens de
regionale toeslagregeling voor dit jaar.
Omtrent eventueele regeeringsbeslissingen
ten aanzien van wijzigingen in de staten, scha
len, enz., naar aanleiding van de Volksraad
debatten, zullen nadere gouvernementsbesluiten
volgen.
Wegens beleediging van een Haagsch inge
zetene heeft voor de Rechtbank te 's-Graven-
hage moeten terecht staan de 45-jarige E. E.
uit Wageningen, administrateur van de Arn-
hemsche Orkestvereeniging.
Hjj zou bij^iemand een brief hebben bezorgd,
waarin uitlatingen voorkwamen, welke zeer be-
leedigend waren voor bedoelden ingezetene.
Verdachte had ontkend hetgeen hem ten laste
was gelegd. De Officier van Justitie achtte de
feiten bewezen en vorderde een geldboete van
f 100.subs. 50 dagen hechtenis.
De rechtbank, Dinsdag vonnis wijzend, verklaar
de het ten laste gelegde niet bewezen en sprak
den administrateur vrij.
De Haagsche rechtbank heeft interlocutoir
vonnis gewezen in de zaak van de nabestaan
den van den journalist J. Etosch te 's-Graven-
hage tegen de gemeente 's-Gravenhage.
Bosch stond al.s verslaggever van de „Haag
sche Courant" 20 Maart 1936 in den ingang
van de Passage met eenige andere journalisten
de ongeregeldheden gade te slaan, welke daar
in verband met de vertooning van de film
„Heldenkermis" geschiedden, toen hij plotse
ling door een politiemotor met zijspan werd
aangereden, aan de gevolgen waarvan hij is
overleden.
Zijn nabestaanden stelden daarna op grond
van onrechtmatige overheidsdaad een vordering
tegen de gemeente in.
De rechtbank heeft thans aan beide partijen
getuigenbewijs opgelegd, welkee verhooren zul
len worden gehouden Woensdag 13 April.
De definitieve ontvangsten van de maand
November 1937 der Ned. Spoorwegen (inc. die
der geëxploiteerde spoor- en tramwegen) be
droegen: reizigers 3.908.335; bagage 12.856,02;
brief- en pakketpost 220.000; goederen
ƒ3.288.665,96; levende dieren en lijken 26.862.24;
diversen 152.985,40. Totaal 7.639.704,62.
De ontvangsten over November 1936 bedroegen
7.317.632,48; de totale ontvangsten van 1
Januari 1937 af beliepen 92.529.638,59, tegen
87.551.214,38 in 1936.
Het gemiddeld aantal kilometers in exploitatie
van 1 Januari 1937 af bedroeg 3392 tegen 3422
in 1936.
De ontvangst per dagkilometer bedroeg der
halve in 1937 81,67 tegen 76,38 in 1936.
Benoemd is tot plaatsvervangend lid van de
commissie, die ingevolge art. 2 van de wet van
13 Juli 1923 (wet betreffende dienstweigering)
van advies moet dienen over de daar bedoelde
verzoekschriften jhr. mr. W. C. Quarles van Uf-
ford, oud-vice-president der arrondissements
rechtbank te Amsterdam.
Met ingang van 1 Maart 1938 is aan den com
mies bij het departement van Defensie S. de
Waal eervol ontslag verleend uit zijn betrek-
king.
Verleend is de eeremedaille, verbonden aan
de orde van Oranje-Nassau, in brons, aan M.
Zoon, te Dirksland, machinist bij den polder
Dirksland c.a.; aan R. Verschoor, ijzerwerker
bij de N.V. Boele's Scheepswerven en Machine
fabriek te Bolnes, gemeente Ridderkerk; in zil
ver, aan: S. Datema, meesterknecht bij de
familie Ubbens, te Uithuizermeeden; aan: J.
B. Rovers, boekhouder bij de bankiersfirma J.
Luykx, te Rozendaal; in brons, aan: C. Merx,
landbouwersknecht bij den heer C. Ch. Soet-
hout, te Oirschot; in zilver, aan: G. J. W.
Matser, meesterknecht in dienst van den heer
J. A. Kloosterhuis, te Velp, gemeente Rheden.