Indische begrooting verder in behandeling Roman van Ziekenhuiswezen EEN PRINSES Minister Weiter spreekt WOENSDAG 2 MAART 1938 TWEEDE KAMER Dat het „Plein" over „Buitenzorg" zou heerschen, is in strijd met de werkelijkheid De economische band is hecht Zwakke plekken Politieke toestand bevredigend DOOR CHARLES GARVICE De afgevaardigde Effendi Politieke vrijheid Economische samenwerking Kolonisatie Werkloosheidscijfers Mededeelingen over de eerste verslagweek in Februari GEEN STANDBEELD VOOR H. M. DE KONINGIN WIE WAS DR. ARIËNS? N.S.B. voorlichting Steun goedgekeurde pootaardappelen Nieuwe regeling thans vastgesteld Bijzonderheden over de dezen zomer in Utrecht te houden groote tentoonstelling Katholiek initiatief MET HET MES GEVOCHTEN Jongeman te Boxtel ernstig gewond SALARISHERZIENING IN INDIË Regeling in het Staatsblad verschenen F abrieksdir ecteur en in arrest Fraude bij de Thermion-fabrieken te Lent? EEN PRINSELIJK GESCHENK Meevaller voor ingezetene van Baarn HOOGERE ONTVANGSTEN SMAADSCHRIFT Administrateur vrijgesproken ONRECHTMATIGE OVER- HEIDSDAAD? Nederlandsche Spoorwegen gaan weer vooruit UIT DE STAATSCOURANT Plaatsverv. commissielid Eervol ontslag Onderscheidingen DEN HAAG, 1 Maart 1938 Voor den eersten keer heeft minister WELTER een begrooting van „Koloniën" verdedigd, en wel met een deskundigheid en een vlotheid, welke bewondering en respect hebben afgedwongen. Groot zou aldus de bewindsman de ver leiding zijn, zich bij beschouwingen over den financieelen toestand van Indië aan optimisme over te geven. Na vele magere jaren is er. zelfs een overschot van f 9 millioen, en dat is bereikt na aflossingen tot een bedrag van f 8.6 millioen, na een vermindering van den rentelast met f 25.3 millioen, na betaling inééns van conversiekos- ten van f 35 millioen en na verlaging van den zoutprijs. Weinige budgets in de wereld zien er zóó gunstig uit! Dankbaar mag geconstateerd worden, dat sa neering mogelijk was. Ook voor 1938 zijn de vooruitzichten niet onbevredigend, ofschoon er Wel teruggang merkbaar is. Er zal wellicht een klein tekort (van ongeveer f 5 millioen) ont staan. Tè voorzichtig zijn de ramingen dan ook niet. Is het uitgaven- accres sedert 1936 te groot? Er was een stijging van f 72 millioen, gezien de omstandighe den: niet onrede lijk. Voor de toekomst blijft intusschen in het financieel beleid groote be hoedzaamheid noo- dig. Tenzij de tij den beter worden, zal de ongunst van het wereldbestel merkbaar zijn in het budget van 1939 en een vermindering der inkomsten is te voorzien, maar gelukkig be hoeft niet gevreesd te worden, dat het inkom sten-accres, dat zich van 1936 op 1937 vertoon de. ongedaan gemaakt zal worden. Tot het peil van 1935 zullen wij wel niet terugvallen: er is iets gebeurd" in de wereld, zei de Minister. Het ware ook wel zeer droevig, als we terug zouden moeten naar de bezuinigings-ellende van de perioden 1924'26 en 1931'36. Toch zijn er nog wel enkele heel zwaklte plekken in de begrooting. Z. Excellentie noemde hier het eerst de stortingen in de pensioenfond sen. 't Is intusschen de vraag, of men te zijner tijd terug zal keeren tot het fondsenstelsel. Met het trekken van conclusies ten aanzien van de fondsen moet men een beetje voorzichtig zijn. Hun positie is niet zoo ongunstig als sommigen meenen, maar niettemin zal men in de toekomst uiterst behoedzaam moeten zjjn met het leggen van nieuwe lasten op de fondsen-financiering. Voorts is daar de enorme schuld, welke maar liefst f 1360 millioen bedraagt. Een bedrag van 95 millioen is men ten achter met de aflossing van vaste schuld. Als verdere zwakke plekken wijst de minister nog op de hooge belastingen en de defensie-uitgaven. Professor Van Gelderen is met statistieken wel wat onvoorzichtig omgesprongen en heeft ook ten onrechte Nederland met Ned.-Indië vergeleken t.a.v. de sociale verhoudingen. Tus- schen Nederland en Indië moet juist scherp onderscheid gemaakt worden. Volgens den heer Van Gelderen zou van de Indische begrooting slechts 12 pCt. voor sociale doeleinden worden besteed, maar de minister deelt mede, dat dit percentage minstens verdubbeld moet worden. De conclusie omtrent de financiën moet luiden dat de Indische financiën eerst se dert kort in een stadium van herstel ver- keeren. Groote behoedzaamheid is nog noo- dig, maar een sterk land als Indië is altijd In staat geweest zich met groote energie uit de depressie op te werken. Overgaande tot de bespreking van den poli- tieken toestand mocht de minister constatee- ren, dat deze bevredigend te noemen Js. Zelfs in voorheen zeer nationalistische kringen ziet men 31 Doch binnen eën paar minuten had zij zich her steld en nu was het de echte Engelsche moeder, die trotsch op haar prachtjongen, hem hartelijk met zijn groote promotie feliciteerde. Weliswaar keek zij strak voor zich uit en drukte zij haar hand tegen haar hart, toen zij vernam, dat hij den volgenden morgen reeds moest vertrekken haar jongen die practisch nooit van haar zijde was geweest. Doch moedige, verstandige Vrouw als zij was, had zij met inspanning en Zelfverloochening een glimlach op haar liefdevol gelaat getooverd; zij was opgesprongen en had geroepen: „Dan mag ik geen oogenblik verliezen, want Ik moet al je kleeren nog inpakken Daan!" „Tijd genoeg, moedertje," zei hij. Hij had haar biet aan durven kijken, toen hij haar zijn plot seling vertrek mededeelde. „Zooals ik zei, heb ben mijnheer Mountjoy en ik vanmiddag mijn Volledige uitrusting gekocht en die wordt in twee hieuwe koffers aan boord bezorgd. Ik heb uit Zijn verklaringen begrepen, dat ik daar in die Vrarme streken mijn tegenwoordige kleeren niet kan gebruiken: alleen mijn overhemden en een haar jassen behoef ik maar mee te nemen." in, dat onze leiding de beste is en dat los making niets dan onheil beteekent. Indië is thans een rustig land en alle Indische diensten zijn doordrongen van den geest het ware volksbelang te dienen. De samenwerking van de verschillende rassen, die elkaar als menschen waardeeren, is voorbeeldig. Hoe wei nig toont de heer Rost van Tonningen zich een goede zoon des lands in zijn beschouwing over de rassen. De belangstelling voor Indië is groeiende en het zou niet kwaad zijn, zoo zeide de minister, wanneer de Nederlandsche bladen periodiek redacteuren naar Indië stuurden. De heer Ef- fendi wérd uitgenoodigd zijn goeden wil te too- nen door voortaan van Nederlandsch-Indië en niet meer van Indonesië te spreken. Met de persvrijheid blijkt het in Indië niet kwaad gesteld te zijn. De minister deelde mede, dat er in Indië 400 inheemsche periodieken, dag- en weekbladen, verschijnen. Slechts een viertal verboden zijn uitgevaardigd en deze golden nog Chineesche bladen in hun actie tegen Japan. De handhaving van orde en tucht is een primaire taak. Het simpele ideaal is rustig te leven in dorp, stad en gezin en dit simpele ideaal moet zooveel mogelijk worden bevorderd. Tusschen den minister en den voorzitter der Kamer ontstond, toen de bewindsman den heer Effendi als den heer Roestam aanduidde, een kleine woorden-schermutseling. „Deze afgevaar digde heet Effendi", aldus de Kamervoorzitter. „Maar volgens de Maleische opvatting heet deze afgevaardigde Roestam", zeide de minister. De voorzitter liet zich niet uit het veld slaan en hij decreteerde „Hier heet deze afgevaardig de Effendi", waarop de minister slechts dee moedig te antwoorden had, dat hij zich daaraan zou houden. Een groot voorstander der Boven-Digoel- kampen is Z. Exc., naar wij verder vernamen, nooit geweest. Zoo spoedig mogelijk zal hij tot opheffing overgaan, maar thans kan hij zulks nog niet toezeggen. Dat het „Plein" over „Buitenzorg" heer schen zou, vindt volgens den minister geen grond in de werkelijkheid. Sedert de wijzi ging der staatsregeling van 1925 hebben alle ministers getracht de regeling zoo loyaal mogelijk uit te voeren. Alleen heeft de nieuwe staatsregeling hier en daar nog .niet volkomen ingang gevonden. Voor de petitie-Soetardjo voelde de minister niet veel. Hij vraagt zich af, wat zoo'n zooge naamde Ronde Tafelconferentie zou moeten behandelen en hij vreest, dat men op die ma nier misschien eerder verder dan dichter bij het doel zou komen. Z. Exc. is persoonlijk sterk voor een zoo groot mogelijke politieke vrijheid binnen de grenzen van orde en tucht. Maar verwezenlijking daar van is door de wenschen in de petitie-Soe tardjo niet mogelijk, wijl de wijzigingen van 1925 nog niet eens behoorlijk zijn doorgewerkt. De regeering gaat in de richting van „Indiani- seering" en streeft met alle krachten naar geestelijke, stoffelijke en politieke ontwikkeling van de inheemsche maatschappij. Zeer verblij dend noemt de minister het, dat de jnheem- schen dit gaan begrijpen. Tenslotte besprak de minister het economi sche beleid. Ons economisch werk in Indië kan den toets der kritiek glansrijk doorstaan. Door de crisis is men in Indië gaan beseffen, dat de economische band tusschen Nederland en In dië hecht is. Zonder het moederland zou Indië er financieel slecht aan toe zijn en zoo 5s het te begrijpen dat Nederland bij Indië aanklopt voor invoer van producten, die naar elders niet konden worden uitgevoerd. Maar men streeft naar evenwicht in de prestaties. Z. Exc. toonde zich een warm voorstan der van interesseering van Nederlandsch kapitaal in Indische ondernemingen. Men kan zijn geld nergens beter investeeren dan daar en de regeering zal dan ook zooveel mogelijk in dezen stimuleeren. De stichting van een speciaal instituut ter bestudeering van de uitbreiding der economi sche samenwerking kan volgens den minister wel gewenscht zijn, maar hij moest waarschu wen tegen de stichting van een lichaam, dat zou kunnen mislukken. In deze teere kwestie is de uiterste voorzichtigheid geboden. T.a.v. het structureele karakter der crisis was de minister het eens met den heer Van Poll: terugkeer naar oude toestanden is niet mogelijk, maar Indië heeft vaak diepgaande ordeningen laten zien. De minister noemde in dit verband -de Londensche suiker-overeen komst, de mooiste mondiale ordening. Noodig is versterking en verspreiding der inlandsche economie en daarna wordt gewerkt aan intensi- veering. Voor den landbouw wordt veel gedaan, maar misschien kan er nog meer geschieden. Men Met eenige inspanning slaagde hij er in, on der liefkoozende aanmoediging van juffrouw Norton iets van zijn avondmaal te gebruiken en toen hij daarmede gereed was, stond hij op en ging naar de deur. „Waar ga je naar toe, Daan?" vroeg zij. „Even naar Baker," zei hij; ik blijf niet lang weg, moeder." „Naar Baker?" herhaalde zij werktuigelijk, terwijl zij naar het tafelkleed keek; dan sloeg zij haar oogen naar hem op en beantwoordde hij de onuitgesproken vraag. „Ja, moedertje, dat doe ik. Zij is een goed meisje zooals u zelf voortdurend heeft be weerd," voegde hij er met een eenigszins ern stig lachje bij, „en-ne 't zou wel eens lang kunnen duren voor ik terug kom." „Heb je er al eens met haar over gesproken?" vroeg zij zacht. „Neen," zei hij kortaf. „Och ik ben 't nooit met mezelf eens geweest." „En ben je dat nu wel, jongen?" informeerde zij op nog zachteren toon. Daan fronste zijn voorhoofd en stopte zijn pijp. Hij meende van wel, maar.... „Heb je haar ooit doen veronderstellen, dat je met haar wilde trouwen?" vroeg zij met vriende lijken aandrang. „Neen, niet dat ik weet," zei hij. „Neen, neen!" volgde er dan meer beslist. „Zou je dan niet liever daarmede wachten?" fluisterde zij. „Wel wel, wat een snoes van een windwijzer bent u toch, moedertje," riep hij met denzelfden ernstigen lach. „U heeft altijd en eeuwig Emily helpt de boerenbevolking aan grond en irrigatie en kolonisatie in de Buitengewesten. Dit kost echter veel geld en energie. Men hoede zich intusschen voor overdreven verwachtingen. Er zal 25 a 30 jaar mee gemoeid zijn, vooraleer men tot het gewenscht resultaat zal komen. Als een derde van de Javaansche bevolkings aanwas emigreert is het vraagstuk overwonnen, maar ook door industrialisatie is de aanwas op te vangen. De kleine nijverheid vindt bij den minister een goede toekomst. Steun aan de koffiecultuur zeide Z. Exc. in overweging te nemen. Na de rede van den minister volgden no§ de replieken, waarbij de heer VAN GELDEREN (S.D.A.P.) de petitie-Soetardjo nogmaals ver dedigde en waarbij de heer VAN POLL (R. K.) verklaarde, dat hij zich met de opvattingen van den minister over het algemeen kon vereenigen. Samenbundeling der volkskracht in wijze ge bondenheid en gebonden wijsheid blijft intus schen noodig. De directeur van den Rijksdienst der werk loosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling deelt mede, dat in de week van 7 tot en met 12 Februari 1938 bij de gesubsidieerde vereenigin- gen met werkloozenkas waren aangesloten 548.300 personen (waarvan 74.300 landarbei ders) Voor de 474.000 verzekerden buiten de land arbeiders was het werkloosheidspercentage 29.3 (in de vorige verslagweek, 24 tot en met 29 Ja nuari 1938, was dit percentage 30.3). Voor de 548.300 verzekerden met inbegrip van de landarbeiders was het werkloosheidspercen tage 28.8 (in de vorige verslagweek van het 31). In de eerste verslagweek van Februari was het werkloosheidspercentage voor alle verze kerden in de laatste jaren a.v. (tusschen haak jes zijn vermeld de percentages, indien de land arbeiders buiten beschouwing worden gelaten) 1935 35.2 (36) 1936 35.9 (36.9) 1937 21.2 (32.1) 1938 28.8 (29.3) Bij de organen der oenbare arbeidsbemidde ling stonden 12 Februari 1938 in totaal 449.917 werkzoekenden ingeschreven, onder wie 425.585 mannen. Van deze werkzoekenden waren er 430.867 werkloos, onder wie 412.482 mannen. Aan het cultureele werk voor werkloozen na men blijkens mededeeling van den directeur- generaal van werkverschaffing en steunverlee- ning, einde November 1937, deel: a. cursussen 26.052; b. werkobjecten (gemid deld) 1846; c. centrale werkplaatsen 2637; d. kampen voor jeugdige werkloozen 2013. Uit de briefwisseling, welke gevoerd is naar aanleiding van aanvragen van vereenigingen aan H. M. de Koningin, om een standbeeld van H. M. te mogen oprichten ter gelegenheid van Haar a.s. regeeringsjubileum, moet, naar de Msb. meedeelt, worden afgeleid, dat het H. M. niet aangenaam zou zijn, wanneer bij Haar leven reeds standbeelden voor Haar zouden tot stand komen. Gelezen in het Nationale Dagblad: „Het voornemen bestaat, om bij gelegenheid van het feit, dat tien jaar geleden dr. Alfons Ariëns stierf, de missionaris, die bijna een halve eeuw op het missieveld (Curacao) dien de, te zijner eer een Ariënskerk te bouwen." r Zooals reeds eerder werd bekend gemaakt, zal de steunregeling voor onverkocht gebleven door den Nederlandschen algemeenen keurings dienst goedgekeurde pootaardappelen van den oogst 1937 in uitvoering afwijken van de voor gaande regelingen. Thans zijn dienaangaande van bevoegde zijde nadere bijzonderheden verstrekt. De z.g. „Potersteun" zal niet meer worden uitgekeerd op basis van de bij inventarisatie vastgestelde onverkochte hoeveelheden, doch over die hoeveelheden van de vóór 1 April op gegeven voorraden, waarvan vóór 23 Juni de- naturatie is aangevraagd. Het ligt in de bedeoling om als potersteun uit te keeren voor: Export en fabriekssoorten klasse a 1.50 per 100 K.G. Export en fabriekssoorten klasse b 1.per 100 K.G. Export en fabriekssoorten klasse c 0.50 per 100 K.G. zoo dringend aanbevolen en nu ik wil gaan doen, wat u altijd zoo graag heeft gewild nu schijnt u in eens afgekoeld te zijn." „Omstandigheden veranderen de toestanden dikwijls, beste jongen. Je weet niet, hoe lang je weg kan blijven en het komt mij voor, dat 't niet billijk is, om een meisje zoo lang te binden, zoolang op te houden, als je in de verste verte niet weet, hoe lang je wegblijft. Ik ben er van overtuigd, dat ze dol op je is maar je hebt haar nooit iets gezegd of laten blijken.Ja, ze houdt erg veel van je, dat is zeker." „Dat geeft den doorslag, moeder," zei Daan op beslissenden toon; „ik blijf niet lang weg, hoor." Zeer vlug, doch uiterst kalm stak Daan de straat over en toen juffrouw Baker de deur open deed, riep zij: „Gunst, bent u het, mijnheer Daan? Nu, het is een buitenkansje, u eens te zien te krij gen. Emily zei gisteren nog, dat ze u in langen tijd niet gezien had." „Ik ben haar Dinsdag nog op straat tegen gekomen," zei Daan op z'n rondborstige manier. „O ja? Nu, Emily zal 't zeker erg lang gevon den hebben," zei ze met goed gespeelde senti mentaliteit. „Maar blijf toch niet voor de deur staan. Kom binnen en steek een pijp op met Baker; hij zal 't leuk vinden, dat hij u eens ziet." „Is Emily thuis," vroeg Daan, toen hij over den drempel was. „Neen," zei juffrouw Baker op ongeveinsd spij- tigen toon. Zij is vanmorgen naar haar oom William gegaan om een dag of wat te lo- geeren. Zij had er niet veel zin in, maar ik heb In de laatste aflevering van „Ons Zieken huis", het orgaan van de Vereeniging van ka tholieke ziekenhuizen, welke 19 Juni a.s. haar eerste lustrum herdenkt, vinden we eenige bij zonderheden over de reeds eerder door ons aangekondigde groote tentoonstelling op zie- kenhuisgebied van Maandag 20 tot en met Za terdag 26 Juni a.s. in het Jaarbeursgebouw te Utrecht te houden. Deze tentoonstelling zal twee onderdeden omvatten: vooreerst zal zij een bescheiden maar getrouw beeld moeten geven van hetgeen door Katholiek initiatief op dat gebied reeds werd verwezenlijkt in Nederland en in zijne koloniën. Maar daarnaast zal zij ook een mid del moeten zijn om het reeds bereikte te ver volmaken door grootere aanpassing aan de hedendaagsehe eischen der techniek. Zoo volledig mogelijk zal zij den bezoekers voor oogen stellen de nieuwste vindingen or het zoo ruime gebied van ziekenverzorging en ziekenhuisinrichting. Zulk een gespecialiseerde tentoonstelling die nog nimmer hier te lande werd gehouden zal voor alle ziekenhuizen, sanatoria, ver- plegingsinrichtingen in Nederland en voor al len, die daaraan zijn verbonden besturen, medici, verplegenden van het grootste belang zijn. Nadrukkelijk wordt erop gewezen, dat deze tentoonstelling ook openstaat voor alle belang stellenden, niet-katholieken zoowel als katho lieken. Uiteraard zal de vereeniging, die een zuiver ideëel doel nastreeft, gaarne meewerken aan de vervolmaking van heel het ziekenhuiswezen in Nederland. Daarom zal het bestuur zich erin verheugen, wanneer naast de katholieke ook zeer vele an dere inrichtingen aan deze tentoonstelling mee werken, omdat tenslotte de behandeling, ver zorging en verpleging van lijdende en zieke menschen daarmede is gebaat. Een belangrijk aantal van de voornaamste firma's in den lande op het gebied van zieken huis-inrichting enz. hebben reeds hun mede werking toegezegd. De tentoonstelling zal den naam dragen „Ons Ziekenhuis". Het is ongetwijfeld interessant tevens er op te wijzen, hoe het katholieke ziekenhuiswezen zich de laatste eeuw ontwikkeld heeft, waar over we eveneens in genoemd tijdschrift de gegevens vinden. In 1825 bestond er in ons land nog geen enkel Katholiek ziekenhuis, er bestond ook nog geen enkele verplegende Congregatie van Religieu zen. Na 1830 beginnen zoo hier en daar bescheiden stichtingen te ontluiken en dan volgt lang zamerhand die wonderbare ontwikkeling, die nog steeds aanhoudt, ontwikkeling der Reli gieuze Congregaties, der ziekenhuizen en an dere inrichtingen van Christelijke naasten liefde. Die ziekenhuizen stonden eenige jaren ge leden over 't heele land verspreid als autonome stichtingen, zonder voldoende onderling con tact. Toen deed zich bij de zeer snelle evolutie van het Ziekenhuiswezen in de laatste twintig jaar de behoefte gevoelen aan meer samenwerking, onderling overleg, aan voorlichting en steun. En uit die gedachte, uit die sterk gevoelde be hoefte is vóór vijf jaar de Vereeniging van Ka tholieke Ziekenhuizen geboren. Binnenl. consumptiesoorten v. d. klei klasse a 1.— per 100 K.G. Binnenl. consumptiesoorten v. d. klei klasse b 0.50 per 100 K.G. Idem voor andere gronden klasse a 1.50 per 100 K.G. Idem voor andere gronden klasse b 1. per 100 K.G. Idem voor andere gronden klasse c 0.50 per 100 K.G. Voor dezen steun zullen in aanmerking ko men van de in klasse a goedgekeurde poot aardappelen alle sorteeringen tusschen de ma ten 28/55 mm, met uitzondering van de tus- schen-sorteering 50/55 mm. Voor de binnenlandsche consumptiesoorten, goedgekeurd in de klassen b en c, blijft de sor teering bepaald op 28/45 mm, en voor fabrieks- en exportsoorten, goedgekeurd in de klassen b en c, op 28/50 mm. Voor de goedgekeurde pootaardappelen zal ook de gewone voor aardappelen geldende de- naturatievergoeding worden uitgekeerd, welke vergoeding, voor het meerendeel der binnen landsche consumptiesoorten van de klei, 1.50 per 100 K.G. bedraagt, en voor alle andere aardappelen 0.90. Voor deze denaturatievergoeding zullen ook in aanmerking komen de goedgekeurde aard appelen in de maat 28/35 mm. In over eenigen tijd aan belanghebbenden te verzenden circulaires zal een nadere uiteenzet ting omtrent een en ander worden gegeven. er op aangedrongen, omdat het de eerste maal is, dat oom William haar inviteert. Baker en ik vonden, dat zij niet mocht weigeren. Een meisje moet er toch eens uit en een gelegenheid om met menschen kennis te maken niet laten voor bijgaan. Je kan nooit weten, waar het goed voor is," zei ze als slot van haar betoog met een veel- beteekenenden, eenigszins harden blik naar Daan. „Het spijt me werkelijk," zei Daan ernstig. „Ik kwam afscheid nemen, juffrouw Baker." „Afscheid! Waar gaat u dan wel heen?" vroeg zij verrast. „NaarDaan hield even op, want mijn heer Mountjoy had hem bevolen, niemand, be halve zijn moeder het doel van zijn reis be kend te maken. „Ik ga naar 't vasteland mor genochtend vertrek ik reeds; dus zal ik Emily niet meer zien." Ook deze moeder zonk het hart in de schoe nen en vluchtige gedachten over een telegram aan Emily doorkruisten haar geest; maar 't was te laat. Zenuwachtig festonneerde zij haar blou se en deed een ijverige poging om een vriendelijk gezicht te zetten, evenals die andere moeder aan den overkant van de straat. „Wel heb ik van me leven!" riep zij met schrille stem en een zenuwachtig lachje. „Gaat u voorgoed weg? Nu, dan is 't zeker jammer, dat Emily niet thuis isZooals ik zei, had ze er niet veel zin in.... maar ja.... er is niets aan te doen, 't is nu eenmaal zoo." In haar hart was ze echter zoo berustend niet. ,,'t Zal haar vreeseliik spiiten. Zal ik haar de groeten van u Dokter: „Uw pols gaat me veel te lang zaam 1" Patiënt: „Dat hindert niet, dokter, ik heb den tijd 1" Toen een aantal jongelieden te Boxtel, na den avond in een café te hebben doorgebracht, Maandagavond gezamenlijk naar huis te rugkeerde, werden twee van hen, de circa 20-jarige van E. en de 22-jarige V., in een woordenwisseing gewikkeld. De on- eenigheid ontaardde weldra in 'n hevige vecht partij, waarbij de jongemannen elkaar te lijf gingen. Blijkbaar is bij dezen twist van messen gebruik gemaakt, want plotseling zakte v. E. hevig bloedend neer. Hij bleek door een mes steek te zijn getroffen, welke de halsslagader had geraakt. Het slachtoffer werd 'n naburige woning binnengebracht en nadat ter plaatse eerste hulp was verleend is hij naar het zieken huis vervoerd. De dader was gevlucht, doch werd in den loop van den nacht door de marechaus see opgespoord en gearresteerd. Hij werd in gesloten in de marechausseekazerne ter plaatse en zal ter beschikking van de Justitie te 's-Her- togenbosch worden gesteld. Het mes is door de marechaussee in beslag genomen. doen?" vroeg zij met een veelzeggenden blik, die Daan absoluut ontging. „Ja: doet haar mijn.... vriendelijke groeten." Zelfs indien hij verliefd geweest was, zou hij geen verdere boodschap aan juffrouw Baker hebben kunnen opdragen. Zij klemde haar lippen op elkaar en keek hem een oogenblik aan; dan zei ze: „Ik zal er voor zorgen. Nu, komt u niet even binnen?" „Het spijt me, maar ik moet alles nog inpak ken," beweerde Daan, maar een plotselinge op welling van oude vriendschap deed hem op z'n besluit terugkomen en hij zei: „Enfin, 'n oogen blikje dan, om mijnheer Baker goedendag te zeggen." Toen hij na een klein kwartiertje weer op straat stond, maakte hij zichzelf wijs, dat 't hem erg speet, Emily niet ontmoet te hebben en thuisgekomen bekende hij z'n moeder z'n te leurstelling; doch die moederlijke snoes van een windwijzer slaakte een diepen zucht, die even goed sympathie als het tegenovergestelde had kunnen beteekenen. „Je kan haar altijd "nog schrijvenals je er behoefte aan hebt, Daan," zei ze. XV Twee jaar later zat Daan aan 'n tafel, die be halve kisten leege en volle van allerlei soort, het eenige meubel vormde in een ruwe blokhut, aan de helling van een buitengewoon hoog en onherbergzaam rotsgebergte. De zon scheen helder, om niet te zeggen brandend door Dinsdagmorgen ging door Nijmegen en om geving de droeve mare, dat de nieuw gebouwde Thermion-radiolampen fabrieken te Lent bij Nijmegen waar twee- a driehonderd men schen arbeiden, wegens reorganisatie zouden worden gesloten. Inderdaad gaan de fabrieken en kantoren, zooals reeds gemeld, tot 3 Maart dicht en is het personeel ontslag aangezegd tegen half Maart en begin April. Tegelijk gingen er geruchten over on regelmatigheden en in den namiddag kon van officieele zijde worden bevestigd, dat twee directeuren, hoofden van bedrijfstak ken der Thermion-fabrieken. nJ. E. G. J. de R. uit Lent en K. C. R. uit Nijmegen, waren aangehouden. Deze aanhouding be rustte op verdenking van fraude. Eenigen tijd geleden werd ontdekt, dat som mige employé's radiotoestellen en onderdeelen hadden verduisterd of gestolen. Een der hoofdaandeelhouders wilde deze kwestie nader laten onderzoeken. Beide direc teuren werden daarin betrokken. Nu bleek achteraf dat beide heeren dat onderzoek niet zoo in de hand werkten, als wel gewenscht was. Dit wekte achterdocht en leidde tot de con clusie, dat beide heeren de fabriek benadeeld hadden. Zij werden aangehouden en zijn reeds voor den officier van justitie te Arnhem geleid. Bij de vele cadeaux, welke het prinselijk paar in de afgeloopen weken mocht ontvangen, be vond zich ook een tweetal bijzonder mooie pit- rieten kinderwagens, waarvan er een bij was met een draaibaar onderstel, welke afkomstig waren uit Duitschland. Het prinselijk paar heeft nu een dezer wagens ten gemeentehuize te Baarn doen bezorgen met het verzoek aan den burgemeester, om dezen wagen aan een der ingezetenen, die van origine Duitscher is en wiens gezin dezen wagen kan gebruiken, uit te reiken. In de termen hiervoor viel de heer E. Rosen thal, genaturaliseerd Duitscher, aan wien de loco-burgemeester van Baarn, ir. F. s'Jacob, den wagen namens het prinselijk gezin heeft doen toekomen. de deur naar binnen. Wanneer hij van de groote planteekening, welke voor hem lag uitgerold, op keek, ontvouwde zich voor zijn oogen een land schap en een vergezicht, dat, uit een oogpunt van schoonheid, waarschijnlijk nergens ter we reld zijns gelijke had. Tegenover hem was een andere, even woeste bergketen, waarvan de rotsklompen er uitzagen, alsof zij daar door een of anderen reus waren neergesmeten. Tusschen de heuvelen lag een vallei, die in tegenstelling met de vervaarlijke rotsblokken door een goede fee scheen te voorschijn getooverd, want zij lei verde een aanblik op, zooals Daan nog nooit had aanschouwd. Het tooneel was zoo boven- aardsch mooi en tooverachtig in de lichte en donkere partijen, door het zonlicht veroorzaakt, dat Daan, niettegenstaande hij het reeds maan denlang had gadegeslagen, het nooit moede was geworden, het te bewonderen. Op slechts één plek was de ongerepte schoonheid van de val lei gestoord. Dat was bij de bocht van een stroom, die juist nog binnen het gezichtsveld van Daan lag. Een groote gemetselde brug spande zich over de rivier en een groot aantal mannen, in de verte weinig grooter dan mieren, werkte aan dit geweldig metselwerk en droeg steenen aan. Ofschoon zelf een der bewerkers van de ver andering in het berglandschap, betreurde Daan het in 't begin diep. dat de heilige rust, welke hier wellicht van 't begin 'der wereld af had geheerscht, door de behoeften van den mensch zoo wreed werd verstoord. (Wordt vervolgd.) Minister Welter BATAVIA, 1 Maart (Aneta) Verschenen is Staatsblad no. 106, een lijvig stuk van 500 bladzijden, bevattende het besluit van den gou verneur-generaal van 18 Februari betreffende de wijziging van bezoldiging en toelagen voor landsdienaren voor het jaar 1938, benevens de regionale toeslagregeling voor dit jaar. Omtrent eventueele regeeringsbeslissingen ten aanzien van wijzigingen in de staten, scha len, enz., naar aanleiding van de Volksraad debatten, zullen nadere gouvernementsbesluiten volgen. Wegens beleediging van een Haagsch inge zetene heeft voor de Rechtbank te 's-Graven- hage moeten terecht staan de 45-jarige E. E. uit Wageningen, administrateur van de Arn- hemsche Orkestvereeniging. Hjj zou bij^iemand een brief hebben bezorgd, waarin uitlatingen voorkwamen, welke zeer be- leedigend waren voor bedoelden ingezetene. Verdachte had ontkend hetgeen hem ten laste was gelegd. De Officier van Justitie achtte de feiten bewezen en vorderde een geldboete van f 100.subs. 50 dagen hechtenis. De rechtbank, Dinsdag vonnis wijzend, verklaar de het ten laste gelegde niet bewezen en sprak den administrateur vrij. De Haagsche rechtbank heeft interlocutoir vonnis gewezen in de zaak van de nabestaan den van den journalist J. Etosch te 's-Graven- hage tegen de gemeente 's-Gravenhage. Bosch stond al.s verslaggever van de „Haag sche Courant" 20 Maart 1936 in den ingang van de Passage met eenige andere journalisten de ongeregeldheden gade te slaan, welke daar in verband met de vertooning van de film „Heldenkermis" geschiedden, toen hij plotse ling door een politiemotor met zijspan werd aangereden, aan de gevolgen waarvan hij is overleden. Zijn nabestaanden stelden daarna op grond van onrechtmatige overheidsdaad een vordering tegen de gemeente in. De rechtbank heeft thans aan beide partijen getuigenbewijs opgelegd, welkee verhooren zul len worden gehouden Woensdag 13 April. De definitieve ontvangsten van de maand November 1937 der Ned. Spoorwegen (inc. die der geëxploiteerde spoor- en tramwegen) be droegen: reizigers 3.908.335; bagage 12.856,02; brief- en pakketpost 220.000; goederen ƒ3.288.665,96; levende dieren en lijken 26.862.24; diversen 152.985,40. Totaal 7.639.704,62. De ontvangsten over November 1936 bedroegen 7.317.632,48; de totale ontvangsten van 1 Januari 1937 af beliepen 92.529.638,59, tegen 87.551.214,38 in 1936. Het gemiddeld aantal kilometers in exploitatie van 1 Januari 1937 af bedroeg 3392 tegen 3422 in 1936. De ontvangst per dagkilometer bedroeg der halve in 1937 81,67 tegen 76,38 in 1936. Benoemd is tot plaatsvervangend lid van de commissie, die ingevolge art. 2 van de wet van 13 Juli 1923 (wet betreffende dienstweigering) van advies moet dienen over de daar bedoelde verzoekschriften jhr. mr. W. C. Quarles van Uf- ford, oud-vice-president der arrondissements rechtbank te Amsterdam. Met ingang van 1 Maart 1938 is aan den com mies bij het departement van Defensie S. de Waal eervol ontslag verleend uit zijn betrek- king. Verleend is de eeremedaille, verbonden aan de orde van Oranje-Nassau, in brons, aan M. Zoon, te Dirksland, machinist bij den polder Dirksland c.a.; aan R. Verschoor, ijzerwerker bij de N.V. Boele's Scheepswerven en Machine fabriek te Bolnes, gemeente Ridderkerk; in zil ver, aan: S. Datema, meesterknecht bij de familie Ubbens, te Uithuizermeeden; aan: J. B. Rovers, boekhouder bij de bankiersfirma J. Luykx, te Rozendaal; in brons, aan: C. Merx, landbouwersknecht bij den heer C. Ch. Soet- hout, te Oirschot; in zilver, aan: G. J. W. Matser, meesterknecht in dienst van den heer J. A. Kloosterhuis, te Velp, gemeente Rheden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 3