De meest bekeurde vrouw van Nederland: Sijtje Boes Een dreigende redevoering van Goering (S moucüb MARKEN GELIJKT WEL EEN STRAFKOLONIE DE GEWELDIGE MACHT VAN 'T LUCHTWAPEN WOENSDAG 2 MAART 1938 Veldwachter Tintel handhaaft de tallooze verboden streng en zonder pardon lOcent entree.... tot de onherbergzaamheid De voortvluchtige loopjongen Na een avontuurlijken tocht door het land meldt hij zich aan BU1TENLANDSCH OVERZICHT Vóór „rückhaltloses DraufgèLngertum" Doctoren onderscheiden DE LIMBURGSCHE MIJNEN Netto-productie in Januari bedroeg 1.158.042.942 ton LANDBOUWER GEDOOD Op provincialen weg door autobus gegrepen OOK FAMILIE TE SOEST GELUKKIG GEMAAKT Benzine geraakte in brand Indisch ambtenaar aan de ver wondingen bezweken JONGEN AANGESPOORD OM FIETSEN TE STELEN Strenge eisch tegen zijn stiefvader SENORITAS ROOD ORANJE. 3 cent 2'/ï cent Omzet 3'/* millioen sigaren per weekl Opleiding van zeelieden op zeilschepen Uitstekend voor vakkennis en karaktervorming OFFICIEELE CRISIS PUBLICATIE Teeltpremie vlas FIETSER VERONGELUKT Door een vrachtauto gegrepen ZWANENBERG (Van onzen specialen verslaggever) Het is geen pais en vree meer, daar op Marken. Sinds het raadsbesluit gevallen is, waarbij in het kader van de nieuwe politie-verordening alle café's en lunchrooms en het eenige hotel op het eiland van Zaterdag zes uur 's namiddags tot Maandag zeven uur in den morgen hun deuren geslo ten moeten houden, zijn de gemoe deren in de anders zoo rustige eilan- delijke samenleving in opstand geko men. Een geest van wantrouwen en verbittering waart door de oude werf- buurtjes en aan de haven staan met hun pofbroek en vlaggerood middel de mannen ,,op een beursie" en tu ren vol somber gepeinzen over het water. Beteekent immers deze bepaling een ernstige vorm van broodroof voor een groot aantal eilanders, die direct of indirect van het Zon- dagsch toeristenverkeer moeten leven, de ge- heele nieuwe verordening geeft den Markers Weinig reden tot vreugde. Het is te veel om op te noemen wat er van daag al niet op Marken verboden is. Muzikan ten mogen er niet meer verschijnen; straat rumoer wordt onder geen enkelen vorm geduld: wie fluit of zingt in het avondlijk uur gaat Onherroepelijk op den bon; honden mogen niet losloopen; „blijkbaar gevaarlijke honden" kun nen direct worden afgemaakt; kinderen mo gen geen vee langs de wegen leiden; bloem potten of andere voorwerpen, die vallen kun nen, moeten van trappen en balcons der hoo- ger gelegen paalwoningen worden verwijderd; vreemdelingen mag men niet wenken of aan spreken of drukwerk aanbieden; venten is ver boden; op bepaalde gedeelten van straat of weg mag men niet blijven staan. Zooals de Marker schoonen haar fraai bestikt, bontkleurig „rijlèffie" strak om de borst spannen, zoo is heel het eiland thans gevangen en ingesnoerd in een keurslijf van verboden als ware dit vrien delijk stukje Nederland een beruchte straf kolonie. Want aan al deze verordeningen wordt streng de hand gehouden. Daarvoor staat de persoon van veldwachter Tintel borg, die een ijzeren discipline handhaaft en geen pardon kent. Zwaar rust de hand van dezen dienaar der wet op het leven in de Marker buurtjes. Aan zijn blik' ont gaat niets; noch wat geschiedt aan de ha ven, nóch in de Kerkebuurt, de oude Mon nikenwerf in eilander dialect „Mékeuref" geheeten nóch op de Wittewerf, nóch op de afgelegen Moeniswerf. Geen gemeente in Nederland, waar zooveel verbalen wor den uitgeschreven; de bonnen dalen over het eiland als in deze dagen confetti op een Zuidelijk carnaval. Veldwachter Tintel heeft overigens een staat van verdienste waar weinige zijner collega's op kunnen bogen. Was het niet veldwachter Tintel, die een in Nederland nog ongekenden, maar ongetwijfeld snellen en afdoenden vorm van rechtspleging invoerde? Toen op zekeren dag een paar studenten het eiland bezochten en er den struischen, goedlachschen deerntjes 't hof wilden maken, was het veldwachter Tin tel, die, wakend voor de goede zeden, met fik- sche, welgerichte schoppen onder der heeren zitvlak hen van het eiland verdreef. Ook kwam veldwachter Tintel, kort na de Jamboree, een groep buitenlandsche padvinders, die er aan de haven overnachtten, op gevoelige wijze aan het verstand brengen, dat hun avondzang, dien zij voor het slapen gaan in argeloosheid aan hieven, op het eiland kórt en goed onder straatrumoer valt en tot de ergste overtredin gen behoort. Neen, men kan veldwachter Tintel be zwaarlijk van een tekort aan plichtsbe trachting beschuldigen. Toen hij eens ziek lag en het bed moest houden de Mar kers, die toch veel gewend zijn, vertellen het met verbazing en respect werd hij 's avonds gewaar hoe een der zwaarste mis daden werd begaan, die op Marken mogelijk zijn: er werd gezongen. En veldwachter Tintel, wien het geluid bekend voorkwam, schreef, op het gehoor af, van onder de dekens, een bon. Het recht kreeg zijn loop: De uitbundige Marker zou later voor zijn vroolijkheid boeten. Dat veldwachter Tintel onder geen om standigheid pardon geeft, blijkt wel uit) het feit, dat op den avond van de geboorte van Prinses Beatrix een Marker bekeurd werd, omdat hijOranje Boven!" riep. Er is slechts één persoonlijkheid op het e*land, die de algemeene vrees voor veldwach ter Tintel niet deelt en dat is Sijtje Boes. Deze invloedrijke Marker dame drijft een „shop", ®en kijkhuisje voor toeristen, en als zoodanig is zij bekend bij alle groote reisbureaux, bü ®hgelschen en Amerikanen en de brieven met foto's en ansichten, waarmee men haar ver- eert, dragen de stempels van Cleveland en Vancouver, zoo goed als Londen en Brighton. Sijtje Boes, pienter en eigengereid, spreekt Vreemde talen, kent de wereld op haar duimpje. 2ij laat zich heusch niet zoo gauw de kaas Van het brood eten. Het kon dan ook niet anders, of deze twee machtigen van het eiland Sijtje Boes met haar talenkennis en vele relaties en veldwachter Tintel, clichtseetrouw en met 2iao>te kennis der wet moesten wel op elkander botsen. Sindsdien kan Sijtje geen vin ger meer uitsteken of veldwachter Tintel tikt er op. En van die tinteling in haar vingers kreeg Sijtje Boes een boosaardige tinteling in haar oogen, telkens als zij vanuit haar pronk- kamertje aan de haven veldwachter Tintel gewaar werd. De Markers zeggen: Ze heeft een kijkje op 'm. Veldwachter Tintel van zijn kant verhief Sijtje Boes tot recordhoud ster. Dank zij hem is zij de meest be keurde vrouw van Nederland. De po litierechter te Amsterdam kan er van meepraten. Neen, het is niet alles op het oogenblik op Marken. Men maakt er geen geheim van, zelfs niet tegenover den vreemdeling, dat persoon lijke animositeit en wraakzucht de motieven zouden zijn van wat zich in deze dagen op het eiland afspeelt. Er is, aoo vertelt men, een machtige clan, die onder het mom van zon dagsheiliging uit wraak de nieuwe bepalingen inzake de Zondagsrust zou hebben doorgedre ven. De eigenlijke strijd begon, toen deze groep in het uitbreidingsplan voor het eiland een weg wenschte, welke direct van de haven naar Mekeuref voerde en wel ten gunste van be paalde personen, die daarvan voordeel konden trekken. Deze nieuwe verbinding echter zou het bestaande, bochtige en hoogst schilderach tige wegeltje, dat van haven naar kerkebuurt voert, practisch buiten gebruik stellen tot groote schade van de sinds lang gevestigde zaken en bedrijven, die het van de vreemde lingen die hier langs komen en gaan, moeten hebben. Het verzet van de zijde dezer belang hebbenden had tot resultaat, dat de weg er niet kwam. De andere partij, zoo zegt men, zon nu op wraak en zij vond een doeltreffend middel. Zij Minister-president Goering heeft giste ren van den Duitsehen Rijkskanselier Adolf Hitler den veldmaarschalkstaf ontvangen bracht de Zondagssluiting in de nieuwe politie verordening en dreef deze door. De gedupeerden op Marken zeggen dat de daartoe benoodigde meerderheid van stemmen alleen kon worden verkregen doordat raadsleden, belanghebbenden in den zin der Zuiderzeesteunwet, vreesden, door tegen te stemmen, bij het machtige Generale Commissielid in ongenade te vallen. Bij de weinig verkwikkelijke raadsdebatten is op dit alles duidelijk gezinspeeld. Hoe er dus verder op het eiland over gedacht en gespro ken wordt, laat zich begrijpen, vooral als men weet, dat de bestaansmogelijkheid van zoove- len er mee gemoeid is. De getroffen eilanders berusten echter niet in den toestand. Een pe titionnement onder de bewoners wordt voor bereid en reeds hebben vooraanstaande inge zetenen aan de hoogste provinciale autoritei ten hun bezwaren kenbaar gemaakt. •E'en kwade noot voor de voorstanders der algeheele Zondagssluiting is daarbij dat de vreemdelingen, die er Zondags een on herbergzaamheid zullen vinden als op Nova Zembla, toch.... tien cent per persoon koppengeld moeten betalen, om aan wal te mogen stappen. Dit koppengeld wordt op Zondag wél geïnd. Intusschen gelooven we niet, dat in deze aangelegenheid het laatste woord al gesproken is. Een dergelijk besluit kan misschien in Uit- dam of Roodeschool worden genomen, maar niet op Marken, als vreemdelingencentrum met wereldreputatie, waarmee hoogere instanties, verheven boven plaatselijken belangenstrijd, re kening hebben te houden. Zooals reeds is gemeld, is verleden week de 17-jarige loopjongen W. van D., die voor zijn patroon te Rotterdam een bedrag van 375 gul den moest brengen van het filiaal in de Jonker- fransstraat naar de Hoogstraat, spoorloos ver dwenen. Voor den winkel aan de Hoogstraat trof men alleen aan de fiets en de beenkap pen, die de knaap daar had neergezet. Het blijkt, dat de loopjongen een zeer avon tuurlijke reis achter den rug heeft. Hü is Dins dag op het bureau Meermanstraat te Rotter dam teruggekeerd met 60 gulden op zak, de rest van het geld had hij op verschillende wijzen uitgegeven. Hij had zich eerst in Rot terdam van een. nieuwe regenjas voorzien en na eenige café's bezocht te hebben, liet hij zien naar Hoek van Holland rijden. Vandaar ging hij per taxi naar Den Haag, waar hij zich een gloednieuw sportcostuum, hoed en koffer aan schafte en den grand seigneur uithing, o.a. in café's, bioscopen en hotels. Vervolgens ging de reis naar Amsterdam, welke stad hij nog nooit had gezien. Na zich eenige uren per taxi daar te hebben laten rondrijden, veranderde hij van plan. Hij huurde opnieuw een wagen en reed terug naar Rotterdam. Daar kon hij ook niet vinden wat hij zocht, waarom hij den chauf feur opdracht gaf terug te rijden naar de hoofdstad. En daar gaf hü den chauffeur order door te gaan naar Utrecht. Toen de jon gen in Utrecht zei nu weer terug te willen naar Rotterdam, vroeg de chauffeur wat hij nu eigenlijk wilde. Daarop antwoordde hü: „Ik ben op een heel groot kantoor en ik zoek mün patroon, maar ik kan hem nergens vinden. De reis ging dan verder naar Maastricht en daar betaalde hij den chauffeur prompt het aanzienlijke bedrag voor het rondtoeren. In Maastricht kon hij ook niet wennen, waarom hij naar Amsterdam ging, vervolgens naar Utrecht en toen had hij nog f 60 over. Op dat moment kreeg hü spüt. Hü nam een treintje en reed voor de zooveelste maal naar Rotter dam, waar hü zich aan het politiebureau meld de. Hü bekomt nu in zün cel van de vermoeie nissen. De vrede wordt het meest in gevaar ge bracht door redevoeringen van staats hoofden en staatslieden, waarin georeerd wordt over den hartstochtelijken drang naar vrede, die hen bezielt en tegelük gepraald wordt met onoverwinnelijk wapentuig en met oorlog wordt gedreigd. Een der naaste aanleidingen tot het uitbreken van den wereldoorlog in 1914 waren de redevoeringen van den impulsieven Wilhelm H, die geen gelegenheid liet voorbü- gaan, te redevoeren over kruit droog houden, scherp geslepen zwaard, machtigste armee van de wereld enzoovoorts. Zijn kanseliers, vooral von Biilow, hadden geen potlooden genoeg, om de snorkende taal van den Imperator-Rex te censureeren. In zijn mémoires verhaalt von Bülow zelfs, dat heele redevoeringen en toasten van den Keizer uit de pers werden gehouden. In het Derde Rük heeft Wilhelm ,H een „Schü- ler", die het voorbeeld van zijn vroegeren kei zerlijken meester volgt, ja dikwijls overtreft. Dit is de man met de titels, die in getal niet meer zijn bij te houden, de man, wien gisteren de veldmaarschalksstaf werd overreikt door den Obersten Kriegsherr, de schepper van het Duit- sche luchtwapen, Hermann Goering. Gisteren was het de dag van de luchtvaart en het lucht wapen in Duitschland. En bij deze gelegenheid hield Goering in de groote zaal van zijn minis terie.voor de luchtpprlogsyloot, dat hy in het hart van Berlijn, in de Leipziger- en Wilhelm- strasse, in enorme afmetingen heeft laten bou wen, een rede, die in heel de wereld ontsteltenis Wekt. Hij wees op de geweldige kracht van het jongste wapen, gaf uiting aan zijn „hartstoch telijken drang naar vrede", maar herinnerde in één adem aan den passus in de Rüksdagrede van den Führer, waarin deze heeft verklaard, dat Duitschland niet langer meer zal dulden, dat tien millioen Duitsche volksgenooten aan de andere züde van de grens (in Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije) worden onderdrukt, om dan te vervolgen: „Gij weet, soldaten van de lucht macht, dat gü» als het moet, voor deze woorden des Führers moet instaan tot het laatste." Dit is drie weken na Berchtesgaden een nieuwe bedreiging van Oostenrijk en tegelijk van Tsjecho-Slowaküe. En de veld- en luchtmaar- schalk maakte het nog erger: „De Führer heeft ook gezegd, dat het vaderland thans beschermd wordt door een schitterende luchtmacht. Wü zijn dan ook verplicht steeds gereed te zijn voor de bescherming van het land. Ons wapen wordt bezield door ongebreidelden strüdlust, door ze kerheid van de overwinning. Al wenschen wü als Duitschers en menschen den vrede, als leden der luchtmacht verlangen wü er naar te be wijzen, dat het Duitsche luchtwapen onover- winnelük is." Met andere woorden: het lucht wapen is er op gebrand, ineen „frisch-fröhlichen Krieg" te bewijzen, waartoe het in staat is. Zulk een redevoering is een verschrikkelük gevaai voor den vrede. Met volle recht schrüft dan ook Pertinax in de Echo de Paris: „Zij, die het Duitsche volk leiden, putten zich welhaast iede- ren dag uit in mondelinge provocaties. Wij kun nen niet zeggen, dat het aan waarschuwingen ontbroken heeft. Het is te vreezen, dat binnen kort een tweede sommatie tot de regeering te Weenen wordt gericht. Nu de gebeurtenissen te Londen gevolgd zün op die te Berlün, waar- mede rij in zulk een schril contrast zün, loopt Sijtje Boes, de meest bekeurde vrouw in- Nederland H. M. de Koningin heeft benoemd tot com mandeur in de Huisorde van Oranje: dr. C. L. de Jongh, te 's-Gravenhage (bü bevordering), dr. C. T. van Valkenburg, te Amsterdam en dr. J. de Groot, te 's-Gravenhage. Het totaal aantal arbeiders der gezamenlüke steenkolenmünen in Limburg bedroeg op 1 Februari 1938 ondergronds 20.925, bovengronds 11.183. De totale netto-productie der gezamenlüke steenkolenmijnen in Limburg bedroeg geduren de de maand Januari 1938 1.158.042 ton steen kolen. Het aantal werkdagen, waarop het bedrijf gedurende de maand Januari 1938 regelmatig werd uitgeoefend bü de onderscheidene mü- nen bedroeg: Domaniale mijnmü.: 25, mü- nen Laura en Vereeniging: 25, Oranje-Nassau mü'nen 25, münen Willem-Sophia 25, Staats- münen in Limburg 25. In den afgeloopen nacht, om één uur, is op den provincialen weg St. Oedenrode-Schündel de 68-jarige landbouwer G. van der Boogaard, wonende in het gehucht Heikant, door een autobus, welke met carnavalvierders van Eind hoven naar Schijndel reed, gegrepen en op slag gedood Het slachtoffer was op weg naar huis. De oorzaak van de aanrijding is nog niet bekend. Het stoffelijk overschot is naar het St. Oda- gesticht te St. Oedenrode overgebracht. Woensdagmiddag te half drie heeft Burge meester Mr. W. A. J. Visser te Soest namens H. K. H. Prinses Juliana den anderen rieten kinderwagen een is zooals gemeld te Baarn geschonken die een kinderwagenfabriek te Duisburg had aangeboden, geschonken aan de familie H. Wolfsen, Braamweg 70 te Soest. De Burgemeester reikte persoonlük den kin derwagen over. MEDAN, 2 Maart. (Aneta.) Aan boord van de „Dempo", in de baai van Sabang liggende is een treurig ongeval gebeurd. De heer Tj. H. Velthuysen, fungeerend controleur van het bin- nenlandsch bestuur, was bezig met het vullen van een sigarenaansteker. Plotseling raakte de benzine in brand. Tengevolge van den schrik morste de heer Velthuysen benzine op zijn kleeren, waardoor deze in brand geraakten en hij ernstige brandwonden bekwam, waaraan hij den nacht daarop is overleden. De begrafenis te Medan werd o. a. bijgewoond door de residenten van Sumatra's Oostkust en Tapanoeli en vele andere leden van het binnen- landsch bestuur. De 34-jarige schilder T. O. te Rotterdam heeft aldaar terecht gestaan terzake dat hü in de drie laatste maanden van het vorig jaar zijn 12-jarig stiefzoontje een groot aantal fietsen heeft laten wegnemen, die onbeheerd op straat hadden gestaan. Verdachte ontkende, hoewel hü zoowel bü de politie als bij den rechtercommissaris volkomen had toegegeven wat hem ten laste was gelegd. Het O.M. eischte een gevangenisstraf van twee jaren. Uitspraak 8 Maart. men de kans, dat drieste maatregelen van Duitschland verhaast worden, en reeds maakt Italië, dat de Engelsche minister-president we der aan den Brenner wil doen postvatten, zich op, Hitier als overwinnaar te ontvangen." Gelukkig ziet men in Duitschland zelf in, dat zulke daverende oorlogsredevoeringen niet ongecensureerd mogen blüven. Even als Wilhelm II, de door zün macht verblinde, heeft ook Goering, die het is begrijpeiük zwelgt in de glorie van zijn schier onbeperkte macht, zü'n censors. Er zijn in de officieuze verslag van Goering's rede al te sterke uitdruk kingen verzw'akt weergegeven. Maar er blüft genoeg over, dat ontsteltenis blüft wekken. De Berlünsche correspondent van de N.R.C. seinde in dit verband aan zün blad: „Van de redevoering, waarin generaal-veldmaarschalk Göring het driejarige bestaan van de Duitsche luchtmacht heeft herdacht, heeft men ook in buitenlandsche kringen alhier met levendige be langstelling kennis genomen en dat met reden. Allereerst zü opgemerkt, dat deze belangstelling niet alleen uitgaat naar het gesproken woord, hetwelk ook in de radio kon worden beluisterd, maar evenzeer naar het verslag in de bladen. Het is geen uitzondering, maar het is regel, dat het officieuze persverslag op zün minst in bijzonderheden afwükt van de gesproken woor den der staatslieden. Men gaat daarbü blükbaar uit van de overweging, dat bepaalde zinswendin gen, als zij gelezen worden, een anderen indruk maken dan wanneer zij in de omgeving, waarin zy worden uitgesproken, alleen het oor treffen en derhalve, voordat zü worden gedrukt, zekere wijzigingen moeten ondergaan. Deze wüzigingen hebben meermalen de strekking van een stilzwü- gend commentaar Indien echter een redevoering niet inextenso, maar in uittreksel wordt weergegeven, dan mag men in de manier, waarop dat uittreksel licht en schaduw verdeelt, in het büzonder in een land waar de pers zoozeer een officieele functie heeft te vervullen als in Duitschland, terecht een vingerwüzing zien van de manier, waarop men te bevoegder plaatse de redevoering wil zien opgevat. Het verslag is dan op zichzelf tege- lükerrijd een ambtelük commentaar. Indien in een redevoering büv. passages voor komen welke als eenigszins dreigend, of althans waarschuwend kunnen worden opgevat, en deze in het persverslag niet of slechts terloops wor den weergegeven, dan hebben zij veel minder te beteekenen, dan wanneer het verslag in de pers deze passages terdege doet uitkomen. Het laatste nu is het geval in het persverslag van de redevoering van Göring." In het officieuze ver slag is namelük blüven staan de bedreiging aan het adres van Oostenrük en Tsjecho-Slowaküe. En ook de volgende passage bleef gehandhaafd: „Verschrikkelük zal het zijn, als de Führer ons bevelen zal, van het luchtwapen gebruik te maken. Maar gebeurt het, dan willen wij het volk zweren, dat wij de schrik van onze aanval lers zullen worden. Dan zal er niets meer zijn wat ons doet terugdeinzen voor een rückhaltloses Draufgangertum. Alle hinderpalen zullen wor den opgeruimd waar we ze vinden." Het lüdt geen twüfel, dat deze redevoering van Goering een dreigend antwoord was op die van den Oostenrükschen Bondskanselier Schuschnigg. In dit verband is het interessant er op te wüzen, dat de Essener Nationalzeitung, het blad van Goering, het eenige Duitsche or gaan is, dat melding maakt van de ernstige nationaal-socialistische demonstratiepogingen te Graz, die, volgens het blad, een niet mis te verstane waarschuwing aan de Oostenrüksche gezaghebbers zün om ernst te maken met de overeenkomsten van Berchtesgaden. Tevens deelt het blad mede, dat de nationaal-socialisten te Graz op fabrieken en kantoren stemmingen georganiseerd hebben, waaruit bleek, dat zü overal in de meerderheid waren. De „onderdruk ten" moeten dus geholpen worden, want Duitsch land wil, naar het woord van den Führer, deze onderdrukking niet langer dulden. Van welwil lende buitenlandsche züde wordt aan Oosten rijk en Tsjecho-Slowaküe de raad gegeven, dat, willen zü op den duur de binnenlandsche rust en den buitenlandschen vrede handhaven, zü alle maatregelen zullen moeten nemen, om goede vrienden met Duitschland te blüven. De bange vraag is nu méér dan actueel of hun dit helpen zal, ook al hebben wü den goeden wil daartoe. Het antwoord op deze vraag ligt niet onduidelijk in de rede van Goering. In Londen is men zóó ge schrokken, dat, naar verluidt, naar aanleiding Van die dreigende rede diplomatieke stappen zullen worden ondernomen. De Fransche pers commentarieert: „L'illusion de Chamberlain durera pas". Ja, van langen duur zal deze wel niet zün. Vraagt inlichtingen o Verzekering met recht op winstaandeel. Over het tijd vak 1925-1936 kwam aan deze verzekerden een extra-bedrag van ruim 7,5 millioen gulden ten goede! N.V. Levensverzekering Mij. „Utrecht" te Utrecht. Voor het voeren van een bespreking met de commissie van onderzoek inzake een varend schoolschip, ingesteld door de vereeniging „Het Nederlandsche Zeewezen", heeft gedurende enkele dagen te Amsterdam vertoefd de bekende Zweedsche promotor van het opleiden van jeugdige zeelieden op varende zeil-school- schepen, kapitein S. Tamm. Kapitein Tamm is een der actieve bestuurs leden van de Zweedsche Abraham Rydberg- stichting voor de opleiding van zeelieden en heeft ondanks zijn jeugdigen leeftijd de hooge functie van hoofdinspecteur van het Oaxen- concern, de groote Zweedsche scheepvaart- onderneming. Zelf heeft hü een groot deel van zijn opleiding genoten aan boord van zeil schepen, en gedurende vijf jaar was hü zelf kapitein van een zeilend schoolschip. Zijn toen opgedane ervaringen, aangevuld door zijn ervaring met allerlei zeelieden als hoofdinspecteur van een groote reederü, hebben hem de overtuiging geschonken, dat er voor een zeeman, en vooral voor toekomstige officieren en gezagvoerders, die de volle verantwoorde- lükheid moeten dragen voor een schip en zün opvarenden, geen betere en geen doeltreffender opleiding bestaat dan die als cadet aan boord van een zeilschip. Het streven, om ook in Nederland voor dit doel een schoolschip te krijgen, hadden dan ook zijn volle belangstelling. Overal in Europa, zoo vertelde hü, maar ook in Amerika en Australië, zag men de groote zeilschepen weer verschünen, in de vaart gebracht speciaal voor trainingsdoeleinden. Slechts twee zoo bij uitstek zeevarende mogendheden als Engeland en Nederland wilden er nog niet aan. Toch was er in Engeland een groeiende belangstelling te constateeren. Herhaaldelük werd den laatsten tijd plaatsing gevraagd van Engelsche leerlin gen aan boord van de Zweedsche of Noorsche zeil-schoolschepen, en tijdens een recent oe- zoek van kapitein Tamm aan Engeland had de „Times" hem over het onderwerp geïnter viewd en er een vrij uitvoerig artikel aan ge wijd. Kapitein Tamm zelf begon zün zeemans loopbaan bü de Zweedsche marine, die reeds toen van kleine zeilschepen gebruik maakte voor de opleiding van haar adelborsten. Later werden eenige grootere zeilschepen gekocht en aan boord van den grooten viermaster „Chap man", een door de marine gekocht koopvaardü- schip, dat geheel als schoolschip werd inge richt, diende de heer Tamm als vierde offi cier. In 1925 ging hü naar de koopvaarthj over en voer hü eenigen tüd op het schoolschip „C. B. Petersen" dat juist verleden jaar in de Noord zee is gezonken. De belangstelling in scheep vaartkringen voor de opleiding door middel van schoolschepen was zoo groot, dat met een voor dit doel bestemd legaat van een half millioen Zweedsche kronen de „Abraham Rydbergstichting" tot stand kwam, welke thans als schoolschip de ruim 3000 ton metende viermast-bark „Abraham Rydberg" exploiteert. In 1929 werd het schip in de Vereenigde Staten gekocht en kapitein Tamm ging het zelf halen in San Francisco. Met een gemonsterde bemanning van nog geen dertig koppen, waar van sommigen nog nooit een schip gezien had den, bracht hü het met een lading grutten rondom kaap Hoorn naar Zweden. Het was de laatste maal, dat een zeilschip met lading dezer reis volbracht. In Zweden werd het schip geheel tot school schip ingericht en vüf jaar lang is kapitein Tamm er kapitein van geweest en heeft hü er vele honderden jonge Zweedsche zeelui opge leid. Kapitein Tamm gaf als zijn meening te kennen, dat het zeilschip als de beste oplei dingsgelegenheid voor zeevarende jongelui beschouwd kon worden. Het meest verheugen de zeil-schoolschepen zich in de belangstelling in Noorwegen, waar men een viertal heeft, die geen lading be hoeven te varen, omdat de exploitatiekosten ge dekt worden door de gezamenlijke Noorsche reederijen. Op de Noorsche zeil-schoolschepen worden niet alleen officieren, maar ook matrozen en zeelieden van verschillende rangen opgeleid. De Noorsche reeders hebben een voorkeur zoo wel voor officieren als voor matrozen, die op zeilschepen hebben gevaren. Ook in Zweden begint men trouwens reeds te merken, dat de reeders een zekere voorkeur beginnen te geven aan de jongelui, die hun opleiding aan boord van het zeilschip hebben gehad, en dat deze in het algemeen sneller promotie maken, voomamelük als gevolg van hun grootere vakbekwaamheid. De Nederlandsche Akkerbouwcentrale maakt bekend, dat voor vlas van den oogst 1937, het welk werd verkocht in het tüdvak 18 October 1937 tot en met 19 Februari 1938, geen teelt premie zal worden verleend. Dinsdagavond is in Hengeloo een ernstig on geluk gebeurd, waarvan de 65-jarige wielrijder H. het slachtoffer is geworden. Door een ver keerde manoeuvre reed H. met zün fiets tegen een langs den weg stilstaanden wagen, waar door hü het stuur kwütraakte, juist op het oogenblik, dat een vrachtauto hem passeerde. Hü werd gegrepen en tegen den grond geslin gerd, waardoor hü dermate verwond werd, dat hü eenige oogenbükken later is overleden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 9